6
Gebruik alleen nieuwe slangen
om de wasmachine aan te
sluiten op de watertoevoer.
Oude slangen mogen niet
meer worden gebruikt en
moeten worden weggegooid.
Verplaats de wasmachine
zonder het aan het bovenblad
op te tillen.
Sluit de watertoevoerslang(en)
op de waterleiding aan, vol-
gens de voorschriften van het
Waterleidingbedrijf.
Voor modellen die alleen zijn
bestemd voor koud water: Niet
op de warmwatervoorziening
aansluiten.
Voor modellen met warmwa-
tertoevoer: de temperatuur
van de warmwatertoevoer
mag niet hoger zijn dan 60°C.
Zorg ervoor dat de ventilatie-
openingen in de onderkant
van de wasmachine (indien
aanwezig op uw model) niet
worden geblokkeerd door
tapijt of ander materiaal.
De waterdruktoevoer moet
tussen het 0,1-1 MPa bereik
vallen.
Als u een droger bovenop uw
wasmachine wilt plaatsen,
neem dan eerst contact op met
de Consumentenservice of met
uw speciaalzaak om te verië-
ren of dit mogelijk is. Dit is
alleen toegestaan als de droger
door middel van een daarvoor
bestemde stapelset op de
wasmachine wordt bevestigd;
deze set is verkrijgbaar bij de
Consumentenservice of uw
speciaalzaak.
Geen ontplofbare of brandbare
stoen zoals spuitbussen
opslaan en geen benzine of
andere brandbare materialen
gebruiken in of in de buurt van
de wasmachine: als de wasma-
chine onbedoeld in werking
zou worden gesteld, kan er
brand ontstaan.
De wasmachine kan in open-
bare ruimtes worden gebruikt.
Deze wasmachine is uitslui-
tend bestemd voor wasgoed
dat geschikt is om in een was-
machine gewassen te worden.
INSTALLATIE
Installatie en reparaties moe-
ten worden uitgevoerd door
een gespecialiseerd monteur,
volgens de instructies van de
fabrikant en in overeenstem-
ming met de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
Repareer of vervang geen
enkel onderdeel van de was-
machine, behalve als dit expli-
ciet aangegeven wordt in de
gebruikershandleiding.
De installatie mag niet door
kinderen worden uitgevoerd.
Tijdens het installeren van de
wasmachine moeten kinderen
er vandaan worden gehouden.
Houd verpakkingsmaterialen
(plastic zakken, polystyreen
delen enz.) buiten het bereik
van kinderen, tijdens en na het
installeren van de wasmachine.
Gebruik beschermende hand-
schoenen voor het uitpakken
en installeren.
Controleer na het uitpakken
van de wasmachine of deze
tijdens het transport geen
beschadigingen heeft opgelo
-
pen. Neem in geval van proble-
men contact op met uw leve-
rancier of de dichtstbijzijnde
Consumentenservice.
De wasmachine moet door
twee of meer personen wor-
den verplaatst en geïnstal-
leerd.
Tijdens het installeren van de
wasmachine moeten kinderen
er vandaan worden gehouden.
De locatie van de wasmachine
moet zorgen voor permanente
zichtbaarheid en toegankelijk-
heid van de stroomaansluiting.
De wasmachine moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
teitsnet voordat u installatie-
werkzaamheden uitvoert.
Zorg er tijdens de installatie
voor dat de wasmachine het
netsnoer niet beschadigt.
De wasmachine alleen active-
ren als de installatie is voltooid.
Na het installeren van het
apparaat een paar uur wachten
met starten, om het te laten
acclimatiseren aan de omge-
vingsomstandigheden van de
ruimte.
Uw wasmachine niet installe-
ren daar waar het kan worden
blootgesteld aan extreme
omstandigheden, zoals: slech-
te ventilatie, temperatuur
beneden 5 °C of boven 35 °C.
Controleer bij de installatie van
de wasmachine of de vier
pootjes stevig op de vloer
rusten, stel ze naar wens af en
controleer of de wasmachine
exact horizontaal staat en
gebruik hiervoor een waterpas.
Bij houten of zogenaamde
"zwevende" vloeren (bijvoor-
beeld bepaalde parket- of lami-
naatvloeren) moet de wasma-
chine op een stevig aan de
vloer bevestigde hardboard
plaat van 60 x 60 cm en met
een minimale dikte van 3 cm
worden geplaatst.