15 NL
Inleiding / Algemene veiligheidsinstructies / Algemene aanwijzingen voor het gebruik / Bediening
Elektrische koelbox
Inleiding
De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van dit apparaat. Deze bevat belang-
rijke aanwijzingen voor veiligheid, gebruik en verwijdering. Maak uzelf vóór
gebruik van het product vertrouwd met alle bedienings- en veiligheidsinstruc-
ties. Gebruik het apparaat alleen volgens de beschrijving en uitsluitend voor
de aangegeven gebruiksdoelen. Geef alle documenten mee wanneer het
product eventueel in handen van derden overgaat.
Doelmatig gebruik
De elektrische koelbox dient uitsluitend voor het koelen van voorgekoelde ge-
rechten en dranken. Het apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens of
op de camping, in de auto en gelijksoortige toepassingen, zoals bijvoor-
beeld in personeelskeukens in winkels, kantoren en andere werkomgevingen,
in de landbouw en door gasten in hotels, motels en andere accommodaties,
in pensions alsmede bij catering en gelijksoortig gebruik in de groothandel.
Het apparaat is niet bestemd voor commercieel gebruik.
Leveringsomvang
1 Elektrische koelbox
2 Reservezekeringen 6,3 A (op 12 V
aansluitkabel bevestigd)
1 Gebruiksaanwijzing
Technische gegevens
Zie het bijgevoegde productspecificatieblad resp. de typeplaat op de deksel
van het apparaat.
Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR VOOR MATERIËLE SCHADE! GEVAAR VOOR OVER-
VERHITTING! Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is.
Dit apparaat is niet bestemd om door personen (incl. kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of gebrek aan
ervaring en / of kennis gebruik te worden. Tenzij ze onder toezicht staan
van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon, of van deze per-
soon aanwijzingen hebben gekregen hoe het apparaat gebruikt moet
worden. Op kinderen dient toezicht te worden gehouden om te voorko-
men dat ze met het apparaat spelen.
VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK! Raak
de stekker niet aan met natte of bezwete handen.
VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK! Een
beschadigde aansluitkabel betekent levensgevaar door elektrische
schokken.
VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK! Trek
de aansluitkabel voorafgaande aan het schoonmaken en na elk gebruik
uit de stroombron.
Sluit het apparaat uitsluitend op de volgende manier aan:
– of met de meegeleverde 230 V aansluitkabel op 230 V ∼ (stopcontact
thuis)
– of met de meegeleverde 12 V aansluitkabel op een 12 V
(sigaret-
aansteker in auto resp. 12 V-aansluiting)
Laat reparaties uitsluitend door deskundig personeel uitvoeren. Door
ondeskundige reparaties kan aanzienlijk letselgevaar voor de gebruiker
ontstaan.
Trek de stekker nooit aan de aansluitkabel uit de 12 V resp. 230 V aan-
sluiting. Anders bestaat het gevaar dat de aansluitkabel beschadigd.
Gebruik het apparaat niet tegelijkertijd aangesloten op beide stroom-
bronnen. Anders bestaat het gevaar van materiële schade.
Veiligheid bij gebruik van het apparaat
VOORZICHTIG! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK! Let er
voor de inbedrijfstelling op dat de aansluitkabel en stekker droog zijn.
VOORZICHTIG! BRANDGEVAAR! Plaats het apparaat niet in de
directe nabijheid van open vuur of andere warmtebronnen.
OPGELET! GEVAAR VOOR OVERVERHITTING! Let er op dat de
ventilatiesleuf aan de bovenkant van het deksel niet wordt afgedekt en
dat de warmte die tijdens het bedrijf ontstaat afgevoerd kan worden.
Zorg er voor dat rondom het apparaat voldoende afstand tot wanden of
voorwerpen is, zodat de lucht vrij kan circuleren.
Bescherm het apparaat en de aansluitkabel tegen hitte, regen en nattig-
heid en andere beschadigingen. Een beschadigde aansluitkabel betekent
levensgevaar door elektrische schokken.
Geen vloeistoffen of ijs direct in de binnenruimte doen. In het andere
geval kan materiële schade het gevolg zijn.
Het apparaat nooit in water onderdompelen. Anders kunnen elektrische
onderdelen beschadigen.
Transporteer het apparaat tijdens een autorit niet in de passagiersruimte.
Let er bij bedrijf op 12 V altijd op dat de 12 V stekker stevig in de sigaret-
aansluiting zit en de aansluitbus schoon is. Bij onvoldoende contact tussen
stekker en bus kunnen voertuigtrillingen er voor zorgen dat de stroomtoe-
voer steeds in- en uitschakelt. Dit kan leiden tot oververhitting.
De producent is niet aansprakelijk voor schade welke wordt veroorzaakt
door gebruik dat niet in overeenstemming met het bedoelde gebruik is,
of welke wordt veroorzaakt door een verkeerde bediening.
Algemene aanwijzingen voor het gebruik
De koelbox is niet geschikt voor continu bedrijf. Op het aluminium afstra-
lingsvlak kan zich ijs vormen. Wij raden aan om na een gebruiksduur
van 6 dagen de koelbox uit te schakelen. Na 2 uur kunt u de koelbox
weer in bedrijf nemen.
Droog de oppervlakken van uw te koelen producten, om de vorming van
condens te voorkomen.
Bewaar wanneer de koelbox niet wordt gebruikt de aansluitkabel in het
daarvoor bestemde vak van de koelbox.
Bij bedrijf via een 12 V stroombron moet u bij het vaak in- en uitschakelen
van de motor van de auto er op letten dat niet steeds de voeding naar de
koelbox wordt onderbroken. Let er tevens op dat bij een niet draaiende
automotor de accu van de auto sterk ontladen kan worden.
Om bevriezen van gekoeld product bij 12 V bedrijf te vermijden, mag de
koelbox niet worden gebruikt bij een buitentemperatuur lager dan 18 °C.
Bediening
Voor de ingebruikname raden wij aan de koelbox vanwege hygiënische
redenen van binnen en buiten met een vochtige doek te reinigen (zie ook
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). Bewaar geen onverpakte levensmid-
delen in de koelbox.
Plaats de koelbox op een vaste en vlakke ondergrond. De aansluitkabels
zijn vast op de koelbox aangesloten en bevinden zich in het kabelvak /
in de kabelvakken op de achterkant resp. de zijkant van het deksel.
Sluit na het kiezen van de gewenste stroombron de 12 V of de 230 V
aansluitkabel aan op de bus van de gewenste stroombron. De koelbox
begint direct te werken.
Werking bij 230 V bedrijf
De koelbox werkt bij 230 Volt in normaal bedrijf altijd in de “Eco”-modus
(zonder “Boost”-functie) met een hoge mate aan energiebesparing en garan-
deert, bij een omgevingstemperatuur tussen 16 °C en 32 °C (klimaatklasse N),
een gecontroleerde binnenruimtetemperatuur van de koelbox tussen 8 °C en
14 °C. Daardoor wordt het ongewenst bevriezen van het te koelen product
voorkomen.