b) Ga zorgvuldig met het gereedschap om.
Controleer of bewegende delen van
het gereedschap correct functioneren
en niet vastklemmen en of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn dat
de werking van het gereedschap nadelig
wordt beïnvloed. Laat beschadigde
delen repareren voordat u het
gereedschap gebruikt. Veel ongevallen
hebben hun oorzaak in slecht onderhouden
elektrische gereedschappen.
5.6 Elektrisch
a) De aansluitstekker van het gereedschap
moet in het stopcontact passen. De stek-
ker mag in geen geval worden veran-
derd. Gebruik geen adapterstekkers in
combinatie met geaarde gereedschap-
pen. Onveranderde stekkers en passende
stopcontacten beperken het risico van een
elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam
met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld
van buizen, verwarmingen, fornuizen
en koelkasten. Er bestaat een verhoogd
risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van wa-
ter in het elektrische gereedschap vergroot
het risico van een elektrische schok.
d) Controleer regelmatig het voedings-
snoer van het apparaat, en laat dit in
geval van beschadiging repareren in
een Hilti-servicestation. Controleer de
verlengsnoeren regelmatig en vervang
deze wanneer ze beschadigd zijn.
e) Controleer of de toestand van het appa-
raat en de toebehoren voldoen aan de
voorschriften. Gebruik het apparaat en
de toebehoren niet als er beschadigin-
gen zijn, het systeem niet compleet is
of bedieningselementen niet goed te ge-
bruiken zijn.
f) Wordt het net- of het verlengsnoer
tijdens de werkzaamheden beschadigd,
dan mag u het niet aanraken. Haal de
stekker uit het stopcontact. Beschadigde
voedings- en verlengsnoeren houden het
risico van een elektrische schok in.
g) Beschadigde schakelaars moeten bij de
Hilti-service vervangen worden. Gebruik
geen apparaat waarvan de schakelaar
niet in- en/of uitgeschakeld kan worden.
h) Laat uw apparaat alleen repareren door
een elektrotechnicus (Hilti-service), zo-
dat er originele reserveonderdelen ge-
bruikt worden. Anders kan er voor de
gebruiker een ongeval ontstaan.
i) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd
doel, om het gereedschap te dragen of
op te hangen of om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Houd de kabel uit
de buurt van hitte, olie, scherpe randen
en bewegende gereedschapsdelen. Be-
schadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
j) Wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, dient u alleen ver-
lengkabels te gebruiken die voor gebruik
buitenshuis zijn goedgekeurd. Het ge-
bruik van een voor gebruik buitenshuis ge-
schikte verlengkabel beperkt het risico van
een elektrische schok.
k) Bij een stroomonderbreking: het appa-
raat uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen.
l) Gebruik geen verlengsnoeren met meer-
voudige stekkerdozen en geen verschil-
lende apparaten tegelijkertijd.
m) De zuigkop nooit met water afspoelen:
Gevaar voor personen en apparaat.
n) Koppelingen van stroom-, verleng- of aan-
sluitkabels moeten spatwaterbeveiligd zijn.
o) Stroomkabels alleen direct aan de stek-
ker uit het stopcontact trekken (niet door
aan het snoer te trekken).
p) Verplaats het apparaat nooit door aan de
stroomkabel te trekken.
q) Gebruik het apparaat nooit in vuile of
natte toestand. Vocht of stof dat zich aan
het oppervlak van het apparaat hecht,
met name van geleidend materiaal,
kan onder ongunstige omstandigheden
tot een elektrische schok leiden. Laat
daarom verontreinigde apparaten,
met name wanneer er vaak geleidend
nl
105
Printed: 05.12.2013 | Doc-Nr: PUB / 5128795 / 000 / 01