Documenttranscriptie
User Manual
GETTING
STARTED?
EASY.
ZWF8163BW
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
FR Notice d'utilisation
Lave-linge
2
28
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-informatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
•
•
•
•
•
•
•
•
•
2
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
– door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
– ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
•
•
Verwijder alle verpakking en de transportbouten,
inclusief de rubberen mof met kunststof
afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Als het apparaat verplaatst moet worden in de
3
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden
om de trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente plaats
wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas
staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes
hier dan op af.
Installeer het apparaat niet direct boven de
vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en stel het
niet bloot aan overmatige vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het apparaat.
Neem contact op met het geautoriseerd
servicecentrum om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
•
WATERAANSLUITING
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is het
mogelijk om water uit de afvoerslang te zien
stromen. Dit komt door het testen met water van
het apparaat in de fabriek.
• U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
•
•
•
•
•
•
•
4
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
•
•
•
•
•
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met olie,
vet of andere vettige substanties. Dit kan
rubberen onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen met de
hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel.
•
•
apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters
en aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware met inbegrip
van resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals wasmiddeldispensers.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Neem contact op met het service-centrum om
de binnenverlichting te vervangen.
SERVICE
• Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
• Houd er rekening mee dat zelfreparatie of nietprofessionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
• De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model
is stopgezet: motor- en motorborstels,
transmissie tussen motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante kogellagers,
verwarmers en verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
•
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
•
•
•
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1
2
3
4
5
6
7
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Sticker voor Snelle herinnering
7
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A), het
productnummer (B), de elektrische classificaties
(C) en het serienummer (D).
A
B
C
D
Mod. xxxxxxxxx
Prod.No. 910000000 00
000V ~ 00Hz 0000 W
00A
00000000
SET BEVESTIGINGSPLAATJES
Als u het apparaat op een plint installeert die geen
accessoire is meegeleverd bij ZANUSSI, zet het
apparaat dan vast in de bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
5
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting
Breedte / hoogte / totale diepte
59,7 cm /84,7 cm /57,2 cm
Elektrische aansluiting
Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en
vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Minimum
Maximum
Koud water
Watertoevoer 1)
Maximale belasting
Katoen
8 kg
Centrifugeersnelheid
Maximale centrifugeersnelheid
1551 tpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
UITPAKKEN
1. Open de deur. Haal al het wasgoed uit de
trommel.
polystyreenbescherming van de onderkant.
1
2
LET OP! Leg de wasmachine niet
op zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop. Verwijder het
aansluitsnoer en de afvoerslang van de
slanghouders.
Accessoires die bij het apparaat
worden geleverd, kunnen per
model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de vloer
achter het apparaat en leg het voorzichtig op
de achterzijde. Verwijder de
6
WAARSCHUWING! U kunt het
water in de afvoerslang zien
stromen. Dit komt doordat de
wasmachine in de fabriek is
getest.
4. Verwijder de drie transportbouten en trek de
kunststof afstandhouders weg.
WAARSCHUWING! Plaats geen
karton, hout of vergelijkbare materialen
onder de voeten van het apparaat om
deze waterpas te stellen.
De toevoerslang
LET OP! Zorg ervoor dat de slangen
geen beschadigingen vertonen en dat
de koppelingen niet lekken. Gebruik
geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant
van het apparaat.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de zak met
de gebruiksaanwijzing aantreft, in de
openingen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren voor
als u het apparaat gaat
verplaatsen.
INFORMATIE OVER INSTALLATIE
Plaatsing en waterpas zetten
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en
verplaatsing van het apparaat tijdens de werking te
voorkomen.
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Zorg
ervoor dat het apparaat geen wand of andere
onderdelen raakt en dat zich onder het apparaat
luchtcirculatie kan plaatsvinden.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas
te zetten. Alle pootjes moeten stevig op de grond
staan.
45º
20º
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van de
positie van de waterkraan. Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de
juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp
op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 100 cm worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren
worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats
hem rond de plastic slanggeleider.
7
2. Aan de rand van een gootsteen - Maak de
geleider vast aan de waterkraan of aan de wand.
Het einde van de afvoerslang moet
altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp (min.
38 mm - min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van de
afvoerslang.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een
gootsteenafvoer - Doe de afvoerslang in de
gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie
de illustratie.
Zorg ervoor dat de kunststof geleider
niet kan bewegen als het apparaat
pompt en het uiteinde van de
afvoerslang niet in water is
ondergedompeld. Er kan een vuil
water teruglopen in het apparaat.
3. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet
(zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de
standpijp plaatsen.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het
apparaat komen.
1
ø16
4. Op een staande leiding met een ventilatiegat Steek de afvoerslang direct in een afvoerleiding. Zie
de illustratie.
8
2
W011
Bevestig de afvoerslang aan de gootsteenafvoer en
zet hem vast met een klem. Zorg dat de afvoerslang
een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een ingebouwde
afvoerleiding in de kamerwand en zet vast met een
klem.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in
het stopcontact steken.
Het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van
het apparaat en het hoofdstuk 'Technische
gegevens' geven de benodigde elektrische
waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn
met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning
geschikt is voor het maximale vereiste vermogen;
houd hierbij rekening met andere apparaten die in
gebruik zijn.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het
apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die
nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op
met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade of letsel die voortkomt uit het niet
opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
BEDIENINGSPANEEL
SPECIALE OPTIES
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne
eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed
met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik
en zorgt goed voor stoffen.
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
afvoersysteem, waardoor lichte pluizige vezels die
van de kleding afkomt met het water wordt
afgevoerd. Hierdoor wordt het overbodig deze zone
te betreden voor regelmatig onderhoud en
reiniging. Raadpleeg hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging' om het apparaat het beste te
onderhouden en te verzorgen.
Het AutoSense-systeem stemt de
programmaduur automatisch af op het wasgoed in
de trommel om in zo min mogelijk tijd perfecte
wasresultaten te behalen.
9
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
P
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 Aan/Uit Marche/Arrêt toets
6 Tiptoets Start/Pauze
2 Programme/Programma tiptoetskeuze
7 Klaar Over/Fini Dans tiptoets
8 Display
3 Tiptoets temperatuur
9 Deur vergrendeld-indicatielampje
4 Tiptoets centrifugeerselectie
5 Optieselectie tiptoets
WEERGAVE
A. Het tijdgedeelte:
A
•
: de programmaduur
•
: de "klaar binnen..." tijd
•
: de alarmcodes
•
: de foutmelding
•
: het programma is voltooid.
B. Het indicatielampje kinderslot:
• Het indicatielampje gaat aan als u dit
apparaat inschakelt.
C. Het indicatielampje extra spoelgang:
• Het indicatielampje gaat aan als u deze
optie inschakelt.
D. De tiptoets Klaar Over/Fini Dans.
B
10
D
C
PROGRAMMATABEL
Maximale lading
Programma
Referentie centriTemperatuurbereik
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60
40 °C 1)
60 °C - 30 °C2)
8 kg
1600 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal vervuilde
was. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe, waardoor goede wasresultaten
worden gegarandeerd.
30'@30°
30°C
1 kg
800 tpm
Een korte cyclus voor licht vervuilde synthetische en
delicate items of voor items om op te frissen.
Katoen/Coton
90°C - koud
8 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en licht bevuild
wasgoed.
Synthetica/
Synthétiques
60°C - koud
3 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normaal vervuilde
was.
Fijne Was/Délicats
40°C - koud
2 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde
stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Voor normaal en licht bevuild wasgoed.
Wol/Laine
40°C - koud
1,5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en andere stoffen met «handwas»-symbool3).
Dekbed/Couette
60°C - koud
3 kg
800 tpm
Speciaal programma voor één synthetische deken,
dekbed, sprei etc.
Mix/Mixtes 20°
20°C
2,5 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor licht bevuilde katoenen, synthetische en gemengde stoffen. Stel dit programma in
om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat
het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om goede wasresultaten te krijgen4).
1) Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gegevens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen
programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de EU-regelgeving
1061/2010 is dit programma op 60 °C het «standaard 60°C katoenprogramma» en op 30 °C het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken
dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4) Er is geen temperatuuraanduiding aan.
11
Eco 40-60
■
■
■
■
■
30'@30°
Pompen/Vidange Centrifugeren/Essorage
Spoelen/Rinçage
Intensief/Intensif
Snel/Rapide1)
Programma
Anti-kreuk/Anti-froissage
Compatibiliteit programma-opties
■
■
■
■
■
■
■
Katoen/
Coton
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Synthetica/
Synthétiques
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Fijne Was/
Délicats
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Wol/Laine
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Dekbed/
Couette
Mix/Mixtes
20°
■
■
■
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
Aanbevolen lading: katoen: 4 kg, synthetische en delicate stoffen: 1,5 kg.
Geschikte wasmiddelen voor elk programma
Programma
Eco 40-60
12
Universeel
poeder1)
▲
Universele
Vloeistof voor
vloeistof (Ligekleurde was
quid Universal)
▲
▲
Fijne was en
wol
--
Speciaal
--
Programma
Universeel
poeder1)
Universele
Vloeistof voor
vloeistof (Ligekleurde was
quid Universal)
Fijne was en
wol
Speciaal
30'@30°
--
▲
▲
--
--
Katoen/
Coton
▲
▲
▲
--
--
Synthetica/
Synthétiques
▲
▲
▲
--
--
Fijne Was/
Délicats
--
--
--
▲
▲
Wol/Laine
--
--
--
▲
▲
Dekbed/
Couette
--
--
--
▲
▲
Mix/Mixtes
20°
--
▲
▲
--
--
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
▲ = Aanbevolen
-- = Niet aanbevolen
OPTIES
TEMPERATUUR
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
= koud water.
Aanduiding
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
• Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
• Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
• Stel deze optie in voor fijne was.
• De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
•
•
•
•
•
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
SNEL/RAPIDE
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
INTENSIEF/INTENSIF
Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed
wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
13
ANTI-KREUK/ANTI-FROISSAGE
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
SPOELEN/RINÇAGE
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van
een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen ( )
selecteert, voegt het apparaat twee of meer
spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
POMPEN/VIDANGE CENTRIFUGEREN/
ESSORAGE
Met deze optie kunt u de centrifugeer- en
afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde
wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
( ) selecteert, dan voert het apparaat
alleen de afvoercyclus uit.
KLAAR OVER/FINI DANS
Met deze optie kunt u instellen binnen hoeveel uren
u wenst dat het wasprogramma klaar is.
U kunt deze optie instellen tussen minimum 3 en
maximum 20 uren.
Het display toont het aantal uren en het
indicatielampje boven de toets
brandt.
EXTRA SPOELING
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.1)
INSTELLINGEN
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op
indicatielampje
en
tot het
aan/uit gaat.
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
• Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op
en
tot het
indicatielampje
aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
Deze optie blijft actief, zelfs als u het
apparaat uitschakelt.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
• Het programma is voltooid.
• Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets
en
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
).
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
14
aan.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt
u wat water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater dat in het
apparaat is achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige functietest werd
uitgevoerd om te garanderen dat het
apparaat in perfect functionerende
staat aan de klant wordt geleverd en is
geen reden voor ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VULLEN MET WASMIDDEL EN
TOEVOEGINGEN
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat
2. Maak de zakken leeg en zorg ervoor dat de
items niet opgevouwen zijn voordat u ze in het
apparaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
1. Meet het wasmiddel en de wasverzachter op.
2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
vakken.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
Volg altijd de instructies op die u
op de verpakking van het
wasmiddel aantreft. We raden u
wel aan het maximaal aangegeven
niveau niet te overschrijden. Deze
hoeveelheid zal u echter de beste
wasresultaten geven.
3. Sluit de wasmiddellade zorgvuldig.
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te
plaatsen.
15
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel).
B
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot boven het niveau
MAX.
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF WASPOEDER
1. De standaardpositie van de klep is A
(waspoeder).
A
2. Om vloeibaar wasmiddel te gebruiken:
Verwijder de lade. Duw de rand van de lade op
de plaats van de pijl (PUSH) om de lade
makkelijk te verwijderen.
Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de
ruimte.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel
gebruikt:
• Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
• Gebruik niet meer dan 120 ml.
• Stel de uitgestelde start niet in.
Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u
waspoeder wenst te gebruiken:
1. Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand A.
3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de
ruimte.
• Meet het wasmiddel en de wasverzachter op.
• Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
vakken.
• Sluit de wasmiddellade zorgvuldig.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
Druk op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt om het
apparaat in of uit te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt
ingeschakeld.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Druk op programmatoets
volgende programma in:
3. Zet de klep in stand B.
16
en stel het
• Het lampje van de toets
knippert.
• Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding
.
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER DE
OPTIE KLAAR OVER/FINI DANS
Druk op toets
•
•
•
.
Het indicatielampje
stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje
brandt
Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
• Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
• Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE
KLAAR OVER/FINI DANS
1. Druk herhaaldelijk op de toets
om het
aantal uren voor het einde van de wascyclus te
selecteren.
Het display toont het aantal uren dat u ingesteld
hebt (bijv.
) en het indicatielampje boven de
brandt om aan te geven dat deze optie
toets
actief is.
2. Druk op toets
:
• De deur blijft vergrendeld.
• De machine begint de tijd af te tellen.
• Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma automatisch gestart.
U kunt de instelling van de optie Klaar
Over/Fini Dans annuleren of wijzigen
voordat u op
drukt. Na het
indrukken van de toets
kunt u de
optie Klaar Over/Fini Dans alleen nog
annuleren.
Om de optie Klaar Over/Fini Dans te annuleren:
a. Druk op toets
om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het
indicatielampje van de knop
knippert.
tot het indicatielampje
b. Druk op de toets
boven deze toets dooft.
Druk nogmaals op toets
om het
programma onmiddellijk te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Tik op
.
Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties. Als u een optie wijzigt, zal de
Klaar Over/Fini Dans optie (indien
geselecteerd) worden uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op
.
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk een paar seconden op de toets Aan/Uit
Marche/Arrêt om het programma te annuleren
en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in
te schakelen. Nu kunt u een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
Als een programma (of
) in werking is, is de deur
van de wasmachine vergrendeld. Het
brandt.
-lampje
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen (of wanneer
is) :
1. Druk op
in werking
om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het lampje
dooft.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets
gaat verder.
. Het programma (of de
)
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
• Het apparaat stopt automatisch.
• Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
17
•
In het display gaat het symbool
•
Het lampje van toets
•
•
•
gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
dan op toets
aan.
gaat uit.
•
Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
• Draai de waterkraan dicht.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
•
Het indicatielampje
knippert om u eraan te
herinneren het water af te voeren.
•
Het indicatielampje van de deur
brandt. Het
indicatielampje van toets
knippert. De deur
blijft vergrendeld.
• U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
•
. Het apparaat pompt het
Druk op toets
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
•
Of, druk op de toets
om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
. Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u
instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool
de deur openen.
uit en kunt u
3. Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO-UIT-OPTIE
De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om het energieverbruik te beperken.
Alle indicatielampjes en het display doven als:
• U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten
•
.
na het aanraken van de toets
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
5 minuten na afloop van het wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit Marche/Arrêt
om het apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display.
Druk op de toets Programme/Programma als u
een nieuwe cyclus wenst in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
• Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte items kunnen verkleuren met de
eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te
wassen voor de eerste paar keren.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
opdrukken binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
18
•
•
•
•
Was hardnekkige vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's,
veters, linten, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot
overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en open de
deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik');
b. herverdeel de lading met de hand zodat de
items gelijkmatig over de trommel zijn
verdeeld;
•
•
•
c. druk op de toets
. De centrifugeerfase
gaat door.
Vermijd het wassen van kleding vol met lange
haren van dieren of van kleren van slechte
kwaliteit die veel pluis afgeven, want dat kan het
afvoercircuit blokkeren en daarom leiden tot de
noodzaak van hulp van een technicus.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters,
linten en andere losse elementen vast.
Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
TYPE EN HOEVEELHEID WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de
juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw
wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere
middelen die speciaal bedoeld zijn voor
wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
– waspoeder voor alle soorten weefsels, met
uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur
voor waspoeder met bleekmiddel voor witte
was en hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max.
60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte
van de lading, de mate van vervuiling,
wastemperatuur en hardheid van het gebruikte
water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel of de andere toevoegingen zonder
) te
het aangegeven maximumniveau (
overschrijden.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– u een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens
het wassen.
• Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods,
plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu
te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende
tips ter harte te nemen
• Door het apparaat te laden tot de maximale
capaciteit die voor elk programma is
aangegeven, wordt het energie- en
waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken
en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan
op een lagere temperatuur worden gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de waterhardheid
van uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma voordat u uw
was droogt in een wasdroger. Dit bespaart
energie tijdens het drogen!
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
19
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van het product.
REINIGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor
normaal huishoudelijk gebruik.
Lees het hoofdstuk zorgvuldig door
voor het beste onderhoud en zorg.
SCHEMA PERIODIEKE REINIGING
Periodieke reiniging helpt de levensduur van
uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een kier om
luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het
apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en
geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit
de waterkraan en trek de stekker uit het
stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken
Twee keer per jaar
Onderhoudswasbeurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reinigen
Iedere twee maanden
Trommel reinigen
Iedere twee maanden
Wasmiddeldoseerbakje reinigen
Iedere twee maanden
De filter van de toevoerslang en de klepfilter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u
elk onderdeel moet reinigen.
VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en
dat alle losse elementen zijn
vastgebonden voordat u uw cyclus
uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen
clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filter van de toevoerslang en de
trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen’ en 'De filter
van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem
indien nodig contact op met een erkend
servicecentrum.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep
en warm water. Maak alle oppervlakken volledig
droog. Gebruik geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP! Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP! Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op chloorbasis.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied
hoog of gemiddeld is, raden we u het
gebruik van waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we raden aan af
en toe een cyclus te draaien met een lege trommel
en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
20
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
afvoersysteem, waardoor lichte pluizige vezels die
van de kleding afkomt met het water wordt
afgevoerd. Hierdoor wordt het overbodig deze zone
te betreden voor regelmatig onderhoud en
reiniging.
2.
3.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder
voorwerpen uit de binnenkant. Munten, knoppen en
andere kleine items vergeten in de zakken van uw
kleren worden tijdens de wascyclus gevangen in de
speciale val met dubbele lip in de
patrijspoortafdichting, waar ze gemakkelijk kunnen
worden uit gehaald aan het einde van de cyclus.
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
4.
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN
HET KLEPFILTER REINIGEN
1.
1
1.
2
3
21
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
2.
5. Stel elk geselecteerde programma in met optie
Pompen/Vidange Centrifugeren/Essorage en
laat dit tot het eind van de cyclus draaien.
6. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
7. Druk op de Aan/Uit Marche/Arrêt-knop om het
apparaat uit te zetten.
3.
45°
4.
20°
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALARMCODES EN MOGELIJKE STORINGEN
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabellen).
WAARSCHUWING! Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
22
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de
peren:
Probleem
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Mogelijke oplossing
•
•
•
•
•
•
•
Het apparaat pompt
geen water weg.
-knop continu knip-
•
•
•
•
•
•
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor
deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfase
instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen waarbij water in de kuip blijft.
•
Controleer of de deur goed gesloten is.
•
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een erkend servicecentrum.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Interne fout. Geen communicatie tussen elektronische elementen van
de machine.
•
•
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een ander probleem met de wasmachine.
23
Probleem
Het programma start
niet.
Mogelijke oplossing
•
•
•
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
•
•
Verzeker u ervan dat
bediend is.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht
u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
•
•
De machine vult zich
met water en pompt dit
direct weg.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan normaal.
•
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang
kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
•
•
Stel het centrifugeerprogramma in.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door problemen met de balans.
•
•
Er ligt water op de vloer.
•
•
•
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
•
•
•
•
•
De machine maakt abnormale geluiden en trilt.
•
•
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
24
Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zitten en dat
er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid gebruikt.
Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met
water in de trommel.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het apparaat. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
•
Het AutoAdjust System kan de duur van het programma aanpassen
aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie AutoAdjust System' onder het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
•
•
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed
gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
•
•
Probleem
Te veel schuim in de
trommel tijdens de wascyclus.
Mogelijke oplossing
•
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
VERBRUIKSWAARDEN
INLEIDING
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen om een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere te bevorderen:
• Verordening EU 1061/2010, geldig tot 28 februari 2021, heeft betrekking op de energieefficiëntieklassen van A+++ tot D,
• Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft betrekking op de energieefficiëntieklassen van A tot G vastgesteld door Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informatie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar
de informatie gerelateerd aan de prestaties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via de link https://
eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het productnummer die u vindt op het typeplaatje
van het apparaat. Raadpleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het typeplaatje.
LEGENDA
kg
Wasgoed.
u:mm
Programmaduur.
kWh
Energieverbruik.
°C
Temperatuur in de was.
Liter
Waterverbruik.
tpm
Centrifugeersnelheid.
%
Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid,
hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden (bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voedingsspanning) en ook als u de standaardinstelling van een programma wijzigt.
25
VOLGENS VERORDENING (EU) 2019/2023
VAN DE COMMISSIE
Eco 40-60 programma
kg
kWh
Liter
u:mm
%
°C
tpm1)
Volledige belading
8
1.080
58
3:30
50
43
1551
Halve belading
4
0.700
44
2:40
50
38
1551
Kwartbelading
2
0.360
38
2:40
54
27
1551
1) Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W)
Uitgestelde start
(W)
Stand-by (W)
0,30
0,30
4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
IN OVEREENSTEMMING MET
VERORDENING 1061/2010
Standaard katoenprogramma's.
Lading
(kg)
Gemiddelde
Energiever- Waterver- programma- Resterend
bruik (kWh) bruik (liter) duur (minu- vocht (%)1)
ten)
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
8
0,81
52
290
44
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
4
0,57
40
228
44
Voor standaard 40°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 30°C
4
0,51
40
226
44
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
Uit-modus (W)
0,30
Modus aan laten (W)
0,30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de
Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG.
26
VEELVOORKOMENDE PROGRAMMA'S
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma
kg
Katoen/Coton2)
90°C
8
Katoen/Coton
60°C
Liter
u:mm
2.50
95
3:10
44
85
1600
8
1.65
85
2:55
44
55
1600
2,5
0.22
55
2:00
50
20
1200
Synthetica/Synthétiques
40°C
3
0.65
55
2:00
35
40
1200
Fijne Was/Délicats4)
30°C
2
0.30
45
1:20
35
30
1200
1,5
0.30
65
1:05
30
30
1200
Mix/Mixtes 20°3)
20°C
Wol/Laine
30°C
kWh
%
°C
tpm1)
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
27