Progress PVS1530 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
benutzerinformation
gebruiksaanwijzing
notice d'utilisation
user manual
Geschirrspüler
Afwasautomaat
Lave-vaisselle
Dishwasher
PVS 1530
INHOUD
Veiligheidsinformatie 18
Beschrijving van het product 21
Bedieningspaneel 21
Bediening van het apparaat 23
De waterontharder instellen 23
Gebruik van zout voor de afwasautomaat
24
Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel
25
De afwasautomaat inruimen 26
Een afwasprogramma selecteren en starten
28
Afwasprogramma's 28
Onderhoud en reiniging 29
Problemen oplossen 30
Technische gegevens 32
Milieubescherming 33
Wijzigingen voorbehouden
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens
het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw veiligheid en de veiligheid van
uw eigendommen.
Om het milieu te helpen.
voor de correcte werking van het appa-
raat.
Houd deze instructies altijd in de buurt van
het apparaat, ook als u verhuist of het ap-
paraat aan iemand anders geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve in-
stallatie.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen
Mensen, met inbegrip van kinderen, met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver-
standelijke vermogens of gebrek aan er-
varing en kennis, mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht
staan of instructies krijgen over het ge-
bruik van dit apparaat van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan
om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen. Gevaar voor verstik-
king of letsel.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen
niet aanraken.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt
van het apparaat als de deur open is.
Algemene veiligheid
De specificaties van het apparaat mogen
niet worden veranderd. Risico op letsel
en beschadiging van het apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies van de af-
wasmiddelfabrikant om brandwonden
aan ogen, mond en keel te voorkomen.
Drink geen water uit het apparaat. Er kan
afwasmiddel in uw apparaat achtergeble-
ven zijn.
Houd de deur van het apparaat niet open
zonder toezicht. Hierdoor voorkomt u
persoonlijk letsel en vallen op een open
deur.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik. Gebruik het appa-
raat niet voor andere doeleinden om per-
soonlijk letsel en schade aan uw eigen-
dommen te voorkomen.
Gebruik het apparaat alleen om acces-
soires dat geschikt is voor afwasmachi-
nes, schoon te maken.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat. Risi-
co op explosie of brand.
Plaats de messen en alle voorwerpen
met scherpe punten met de punt naar
beneden in de bestekmand. Als dat niet
past, leg ze dan horizontaal op het bo-
venrek of in het messenrek. (Niet alle mo-
dellen hebben een messenrek).
Gebruik alleen gespecificeerde producten
voor afwasmachines (afwasmiddel, zout,
glansspoelmiddel).
18 progress
Zout dat niet gespecificeerd is voor af-
wasmachines, veroorzaakt schade aan
de waterontharder.
Vul het apparaat met zout voordat u een
afwasprogramma start. Zout dat in het
apparaat is achtergebleven, kan roest
veroorzaken of een gat in de onderkant
van het apparaat maken.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen dan glansspoelmid-
del (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel,
vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het appa-
raat beschadigen.
Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kun-
nen ronddraaien voordat u een afwaspro-
gramma start.
Het apparaat kan hete stoom laten ont-
snappen als u de deur opent terwijl er
een wasprogramma wordt uitgevoerd.
Hierdoor ontstaat een risico op brand-
wonden.
Verwijder pas borden uit het apparaat als
het wasprogramma is voltooid.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact voordat u het ap-
paraat gaat schoonmaken.
Gebruik geen ontvlambare producten of
producten die corrosie kunnen veroorza-
ken.
Gebruik het apparaat niet zonder filters.
Zorg dat de filters op de juiste wijze wor-
den geïnstalleerd. Een onjuiste installatie
levert onbevredigende wasresultaten en
schade aan het apparaat op.
Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen. Gevaar op een
elektrische schok en schade aan het ap-
paraat.
Montage
Zorg ervoor dat het apparaat niet is be-
schadigd. Installeer een beschadigd ap-
paraat niet en sluit een beschadigd appa-
raat niet aan. Neem contact op met de
leverancier.
Verwijder alle verpakking voordat u het
apparaat installeert en gebruikt.
Alleen een erkende persoon mag de
elektrische installatie, het loodgieterswerk
en de installatie van het apparaat uitvoe-
ren. Dit om het risico op structurele scha-
de of lichamelijk letsel te voorkomen.
Zorg er tijdens de installatie voor dat de
stekker uit het stopcontact is gehaald.
Boor niet in de zijkanten van het apparaat
om schade aan de hydraulische en elek-
trische onderdelen te voorkomen.
Belangrijk!Houd u aan de instructies in
de sjabloon die met het apparaat zijn
meegeleverd:
Installatie van het apparaat.
Voor het in elkaar zetten van de deur.
Het aansluiten van de watertoevoer en
-afvoer.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstal-
leerd.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Installeer het apparaat niet op een plek
waar de temperatuur onder de 0°C komt.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eni-
ge schade door bevriezing.
Aansluiting aan de waterleiding
Gebruik nieuwe slangen om het apparaat
aan te sluiten op de watertoevoer. Ge-
bruik geen gebruikte slangen.
Sluit het apparaat niet op nieuwe leidin-
gen aan of op leidingen die lang niet zijn
gebruikt. Laat het water enkele minuten
stromen en sluit dan de toevoerslang pas
aan.
Zorg ervoor dat de waterslangen niet
knakken of beschadigd raken bij installa-
tie van het apparaat.
Zorg er voor dat de waterkoppelingen
stevig vast zitten om waterlekkage te
voorkomen.
Let er bij het eerste gebruik op dat de
watertoevoerslangen niet lek zijn.
De watertoevoerslang heeft een veilig-
heidsventiel en een dubbel omhulsel met
een hoofdkabel aan de binnenkant. De
watertoevoerslang staat alleen onder
druk wanneer er water stroomt. Als er
een lek in de watertoevoerslang aanwe-
zig is, onderbreekt de veiligheidsklep de
stroom van het water.
Wees voorzichtig als u de watertoe-
voerslang aansluit:
Laat de watertoevoerslang of de vei-
ligheidsklep niet in het water komen.
progress 19
Als de watertoevoerslang of de vei-
ligheidsklep beschadigd is, haal dan
onmiddellijk de stekker uit het stop-
contact.
Laat alleen de service-afdeling de
watertoevoerslang met de veilig-
heidsklep repareren.
Waarschuwing! Gevaarlijke span-
ning.
Elektrische aansluiting
Dit apparaat moet worden geaard.
Zorg er voor dat de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomtoevoer.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegspluggen en ver-
lengsnoeren. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet
zelf. Neem contact op met het service-
centrum.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en ka-
bel niet knakken of beschadigd raken
achter het apparaat.
Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het appa-
raat los te koppelen. Trek altijd aan de
stekker.
Service-afdeling
Alleen een erkende persoon mag dit ap-
paraat repareren. Neem contact op met
het servicecentrum.
Gebruik alleen originele reserveonderde-
len.
Het apparaat wegdoen
Om lichamelijk letsel of schade te voorko-
men:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat er kinderen of huisdieren
in het apparaat vast komen te zitten. Er
bestaat gevaar voor verstikking.
Gooi het apparaat weg bij uw lokale af-
valverwerkingsbedrijf.
Waarschuwing! Het afwasmiddel is
gevaarlijk en kan corrosie
veroorzaken!
Als er een ongeval met deze afwas-
middelen optreedt, neemt u onmid-
dellijk contact op met een arts.
Als het afwasmiddel in iemands
mond komt, neemt u onmiddellijk
contact op met een arts.
Als het afwasmiddel in iemands ogen
komt, neemt u onmiddellijk contact
op met een arts en maakt u de ogen
schoon met water.
Berg alle wasmiddelen op een veilige
plaats, buiten het bereik van kinde-
ren, op.
Laat de deur van het apparaat niet
open staan als er afwasmiddel in het
afwasmiddelbakje zit.
Vul het afwasmiddelbakje alleen
voordat u een wasprogramma start.
20 progress
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 Bovenkorf
2 Waterhardheidsknop
3 Zoutreservoir
4 Wasmiddeldoseerlade
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
BEDIENINGSPANEEL
De knoppen bevinden zich op de bo-
venkant van het bedieningspaneel. Als
u de afwasautomaat met de knoppen
wilt bedienen, moet u de deur van het
apparaat een klein beetje openen.
progress 21
1 Aan/uit-toets
2 Programmakeuzetoets
3 Indicatielampjes
4 Programma-indicatielampjes
Indicatielampjes
Einde-indicatielampje. Gaat branden onder de volgende omstandigheden:
Als het afwasprogramma is voltooid.
Als u het niveau van de waterontharder instelt.
Wanneer u de geluidssignalen in- of uitschakelt.
Als het apparaat een storing heeft.
Zoutindicatielampje. Gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet wor-
den.
1)
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren branden nadat u het reservoir
hebt bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking van het appa-
raat.
1) Wanneer het zoutreservoir leeg is, gaat het bijbehorende lampje niet aan als er een afwasprogramma loopt.
Aan-/uit-toets
Druk op deze toets om het apparaat in of
uit te schakelen.
Programmalampjes A en B
Deze lampjes hebben ook een hulpfunctie
als u:
Het niveau van de waterontharder instelt.
De geluidssignalen in- en uitschakelt.
Programmakeuzetoets
Met deze toets kunt u:
Een afwasprogramma selecteren.
Het niveau van de waterontharder instelt.
De geluidssignalen in- en uitschakelt.
Een lopende afwasprogramma annule-
ren.
Instelmodus
Het apparaat moet in de instelmodus
staan voor de volgende bewerkingen:
Het instellen en starten van een afwas-
programma.
Het niveau van de waterontharder elek-
tronisch instellen.
De geluidssignalen in- of uitschakelen.
Schakel het apparaat in. Het apparaat
staat in de instelmodus als:
Alle programmalampjes uit zijn.
Het eindindicatielampje knippert.
Schakel het apparaat in. Het apparaat
staat niet in de instelmodus als:
Slechts één programma-indicatielampje
aan gaat.
Annuleer het programma om terug te
keren naar de instelmodus. Zie hoofd-
stuk 'Een afwasprogramma instellen en
starten'.
Geluidssignalen
U hoort onder de volgende omstandighe-
den geluidssignalen:
Het afwasprogramma is voltooid.
Het apparaat ondervindt een storing.
Fabrieksinstelling: aan.
De geluidssignalen uitschakelen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Houd de programmatoets ingedrukt tot-
dat het programmalampje (A) gaat knip-
peren en programmalampje (B) gaat
branden.
4. Druk direct weer op de programma-
toets.
Het programmalampje (A) gaat aan en
het programmalampje (B) begint te knip-
peren.
Na een paar seconden gaat het pro-
grammalampje (A) uit en gaat het eind-
lampje branden. Het programmalampje
(B) blijft knipperen.
5. Druk opnieuw op de programmatoets.
Het eindlampje gaat uit. De geluidssig-
nalen zijn uitgeschakeld.
6. Schakel het apparaat uit om te bevesti-
gen.
22 progress
De geluidssignalen inschakelen:
1. Als u de geluidssignalen weer wilt in-
schakelen, volgt u stap (1) tot en met
(4). Het programmalampje (A) gaat uit
en het eindlampje gaat uit. Het pro-
grammalampje (B) blijft knipperen.
2. Druk nogmaals op de programmatoets.
Het eindlampje gaat branden. De ge-
luidssignalen zijn ingeschakeld.
3. Schakel het apparaat uit om te bevesti-
gen.
BEDIENING VAN HET APPARAAT
1. Controleer of het ingestelde niveau van
de waterontharder juist is voor de wa-
terhardheid in uw omgeving. Als dat niet
het geval is, dan stelt u de wateronthar-
der in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor af-
wasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met
glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de af-
wasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het ty-
pe lading en de mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de
juiste hoeveelheid afwasmiddel.
7. Start het wasprogramma.
DE WATERONTHARDER INSTELLEN
De waterontharder verwijdert mineralen en
zouten van de watertoevoer. Deze minera-
len en zouten kunnen schade aan het ap-
paraat toebrengen.
Pas het niveau van de waterontharder aan
als dit niveau niet overeenstemt met de
hardheid van het water in uw omgeving.
Neem contact op met uw plaatselijke wa-
terinstantie voor informatie over de hardheid
van het water in uw omgeving.
Waterhardheid
Instelling waterhard-
heid
Duitse graden
(°dH)
Franse graden
(TH°)
mmol/l Clarke-gra-
den
handmatig elek-
tro-
nisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88
2
1)
10
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63
2
1)
9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52
2
1)
8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45
2
1)
7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35
2
1)
6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27
2
1)
5
1)
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1
2)
1
2)
1) Fabrieksinstelling.
2) Gebruik geen zout op dit niveau.
U moet de waterontharder handmatig
en elektronisch instellen.
Handmatig instellen
Zet de schijf voor de waterhardheid in stand
1 of 2 (zie de tabel).
progress 23
Elektronische instelling
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus
staat.
3. Houd de programmatoets ingedrukt tot-
dat het programmalampje (A) gaat knip-
peren en het programmalampje (B) gaat
branden.
4. Als het programmalampje (B) uit gaat en
het eindlampje begint te knipperen drukt
u op de programmatoets. Het program-
malampje (A) blijft knipperen. De elektro-
nische afstelling van de waterontharder
is geactiveerd.
5. Het eindlampje toont de instelling van
de waterontharder. Het aantal keren dat
het eindlampje knippert is hetzelfde als
het niveau van de waterontharder (bij-
voorbeeld: 5 keer knipperen / pauze / 5
keer knipperen = niveau 5).
6. Druk op de programmatoets om de in-
stelling te wijzigen. Druk herhaaldelijk op
de programmatoets om de instelling te
wijzigen. Elke keer als de programma-
toets wordt ingedrukt, wordt het niveau-
nummer verhoogd.
7. Schakel het apparaat uit om te bevesti-
gen.
Wanneer u de waterontharder elektro-
nisch instelt op niveau 1, blijft het indi-
catielampje voor zout uit.
GEBRUIK VAN ZOUT VOOR DE AFWASAUTOMAAT
Het zoutreservoir vullen:
1. Draai de dop linksom om het zoutreser-
voir te openen.
2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (u
vult alleen bij het eerste gebruik zout bij).
3. Gebruik de trechter om het zoutreser-
voir te vullen met zout.
4. Verwijder het zout rond de opening van
het zoutreservoir.
5. Draai de dop rechtsom om het zoutre-
servoir te sluiten.
Het is normaal dat water uit het zoutre-
servoir stroomt wanneer u dit vult met
zout.
24 progress
GEBRUIK VAN AFWASMIDDEL EN GLANSMIDDEL
20
30
M
A
X
1
2
3
4
+
-
8
1
2
3
4
5
6
7
Gebruik van afwasmiddel
Gebruik niet meer dan de juiste hoe-
veelheid afwasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg het advies van de afwasmiddelfa-
brikant op de verpakking.
Het afwasmiddeldoseerbakje vullen:
1.
Druk op de ontgrendelknop
2
om de
deksel te openen
8
.
2. Doe het afwasmiddeltablet in het afwas-
middeldoseerbakje
1
.
3. Plaats een kleine hoeveelheid van het
afwasmiddel in de binnenkant van de
deur van het apparaat als het waspro-
gramma een voorwasfase heeft.
4. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt,
plaatst u deze in het afwasmiddelbakje
1
.
5. Sluit het deksel totdat het op zijn plaats
klikt.
Gebruik lange wasprogramma's wan-
neer u vaatwastabletten gebruikt. Deze
tabletten kunnen bij korte wasprogram-
ma's niet helemaal oplossen, waardoor
de afwasresultaten afnemen.
Gebruik van glansmiddel
Met glansmiddel wordt het serviesgoed
zonder vlekken of strepen gedroogd.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch toegevoegd.
Vul het glansmiddeldoseerbakje:
1.
Druk op de ontgrendelknop
7
om de
deksel te openen
6
.
2.
Vul het glansmiddeldoseerbakje
3
met
glansspoelmiddel. De markering 'max'
toont het maximale niveau.
3. Verwijder gemorst glansmiddel met een
absorberend doekje om te voorkomen
dat er te veel schuim ontstaat tijdens het
afwassen.
4. Sluit het deksel totdat het op zijn plaats
klikt.
Vul het doseerbakje bij wanneer de
glansmiddelindicatie
5
transparent is.
Stel de glansmiddeldosering in
Fabrieksinstelling: stand 3.
U kunt de dosering van het glansmiddel in-
stellen tussen stand 1 (laagste dosering) en
stand 4 (hoogste dosering).
Draai de glansmiddelknop
4
om de dose-
ring te vergroten of te verkleinen.
Gebruik van gecombineerde
afwastabletten
Deze tabletten bevatten middelen zoals af-
wasmiddel, glansmiddel en regenereerzout.
Sommige soorten tabletten kunnen andere
middelen bevatten.
Als u tabletten gebruikt die zout en glans-
middel bevatten, is het niet nodig om de
doseerbakjes voor zout en glansmiddel te
vullen.
Zorg dat deze tabletten geschikt zijn voor
de waterhardheid in uw omgeving (raad-
pleeg de instructies op de verpakking van
de producten).
1. Stel de waterontharder op het laagste
niveau in. Zie 'De waterontharder instel-
len'.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in
op de laagste stand. Zie hoofdstuk 'Ge-
bruik van afwasmiddel en glansmiddel'.
Weer apart wasmiddel, zout en
glansmiddel gebruiken
1. Vul het zoutreservoir en het glansmid-
deldoseerbakje.
2. Stel de waterontharder op het hoogste
niveau in.
progress 25
3. Start een afwasprogramma zonder ser-
viesgoed.
4. Als het afwasprogramma is voltooid, wij-
zigt u de waterontharder in de water-
hardheid van uw omgeving.
5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in.
DE AFWASAUTOMAAT INRUIMEN
Adviezen
Plaats geen voorwerpen in het apparaat
die water kunnen absorberen (sponzen,
keukenhanddoeken).
Verwijder alle voedselresten van de voor-
werpen.
Maak aangebrande voedselresten op de
voorwerpen zachter.
Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, gla-
zen en pannen) met de opening naar be-
neden.
Zorg ervoor dat zich geen water kan op-
hopen in opbergdozen of kommen.
Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek
niet in elkaar liggen.
Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet
aanraken.
Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
Meng lepels met ander bestek om te
voorkomen dat ze aan elkaar kleven.
Als u de voorwerpen in de manden
plaatst, zorg er dan voor dat het water al-
le oppervlakken kan bereiken.
Leg lichte voorwerpen in het bovenrek.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet ver-
schuiven.
Waterdruppels kunnen zich ophopen op
plastic voorwerpen en antiaanbakpan-
nen.
Onderkorf
Plaats steelpannen, deksels, slakommen en
bestek in de onderkorf. Rangschik dek-
schalen en grote deksels langs de rand van
de onderkorf.
Bestekmand
Plaats vorken en lepels met het handvat
naar beneden.
Plaats messen met het handvat naar bo-
ven.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat ze aan elkaar kleven.
Gebruik de bestekroosters. Als de afmetin-
gen van het bestek het gebruik van beste-
kroosters onmogelijk maakt, verwijder deze
dan.
26 progress
U kunt de bestekmand openen en het be-
stek makkelijker verwijderen. Volg deze
stappen om het bestek te verwijderen.
1. Leg de bestekmand op een tafel of een
werkblad.
2. Open het handvat.
3. Verwijder het bestek.
Houd de twee delen van het handvat
stevig vast als u de bestekmand verwij-
dert.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (met
een maximale diameter tot 24 cm), steel-
pannen, slakommen, kopjes en glazen,
koekepannen en pannen. Plaats voorwer-
pen zo dat water alle oppervlakken kan be-
reiken.
Zet glazen met een lange voet onderstebo-
ven in de kopjesrekken. Voor grotere voor-
werpen kunnen de kopjesrekken worden
opgeklapt.
Hoogteverstelling van het bovenrek
U kunt het bovenrek in twee standen zetten
om de laadflexibiliteit te vergroten.
Maximale hoogte van borden in:
het bovenrek
het onder-
rek
Bovenste stand 20 cm 31 cm
Laagste stand 24 cm 27 cm
Volg deze stappen om het bovenrek in de
bovenste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat
het mechanisme vastklikt en het rek sta-
biel is.
progress 27
Volg deze stappen om het bovenrek in de
onderste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op.
3. Houd het mechanisme vast en laat het
dan langzaam terugzakken.
Let op!
Til het rek nooit aan één kant op. Dit
geldt ook voor het laten zakken.
Als het rek zich in de hoogste stand
bevindt, kunnen er geen kopjes in de
kopjesrekken geplaatst worden.
EEN AFWASPROGRAMMA SELECTEREN EN STARTEN
Het afwasprogramma starten
1. Schakel het apparaat in. Zorg dat het
apparaat in de instelmodus staat.
2. Om een afwasprogramma in te stellen,
drukt u herhaaldelijk op de programma-
toets tot het bijbehorende programma-
lampje gaat branden.
3. Sluit de deur van de afwasautomaat, het
afwasprogramma start automatisch.
Het afwasprogramma onderbreken
Open de deur van het apparaat.
Het afwasprogramma stopt.
Sluit de deur van het apparaat.
Het afwasprogramma gaat verder van-
af het punt waar het werd onderbro-
ken.
Het afwasprogramma annuleren
Als het afwasprogramma nog niet is begon-
nen, kunt u de selectie veranderen.
Als u de selectie wilt veranderen terwijl een
afwasprogramma in werking is, moet u het
programma annuleren.
1. Open de deur van het apparaat.
2. Houd de programmatoets ingedrukt tot
het programmalampje uit gaat en het
eindlampje begint te knipperen.
Controleer of er afwasmiddel in het af-
wasmiddeldoseerbakje aanwezig is
voordat u een nieuw afwasprogramma
start.
Einde van het afwasprogramma
Wanneer het afwasprogramma is voltooid,
hoort u met tussenpozen een geluidssig-
naal.
1. Open de deur van het apparaat.
Het eindindicatielampje brandt.
2. Schakel het apparaat uit.
Laat de deur van het apparaat een
paar minuten op een kier staan voor
betere droogresultaten.
Verwijder de voorwerpen uit de
manden.
Laat de borden afkoelen voordat u deze
uit het apparaat neemt. Hete borden zijn
gevoelig voor beschadigingen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit.
Er kan water liggen aan de zijkanten en
op de deur van het apparaat. Roestvrij
staal koelt sneller af dan borden.
AFWASPROGRAMMA'S
Programma Soort vuil Type lading Programmabeschrijving
Sterk bevuild Serviesgoed, bestek
en pannen
Voorspoelen
Wassen 70 °C
Spoelen
Drogen
28 progress
Programma Soort vuil Type lading Programmabeschrijving
Normaal bevuild Serviesgoed en be-
stek
Voorspoelen
Wassen 65 °C
Spoelen
Drogen
1)
Net gemaakt vuil Serviesgoed en be-
stek
Wassen 65 °C
Spoelgang
2)
Normaal bevuild Serviesgoed en be-
stek
Voorspoelen
Wassen 50 °C
Spoelen
Drogen
Gebruik dit programma om het servies-
goed snel te spoelen. Hierdoor kunnen
voedselresten niet aan het serviesgoed
vastkoeken en ontstaan er geen vieze
geurtjes in het apparaat.
U hoeft voor dit programma geen afwas-
middel te gebruiken.
Spoelgang
1) Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading wassen. Het programma geeft goede wasresultaten in een
korte tijd.
2) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en
energieverbruik voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie voor
testgegevens.
Verbruikswaarden
Programma Programmatijd (mi-
nuut)
Energie (kWh) Water (liter)
110 - 120 1.5 - 1.7 18 - 20
100 - 110 1.4 - 1.5 18 - 20
30 0.8 12 - 13
120 - 130 0.8 - 0.9 12 - 13
11 0.1 5
De druk en temperatuur van het water,
de variaties in stroomtoevoer en de
hoeveelheid vaat kan deze waarden
veranderen.
ONDERHOUD EN REINIGING
De filters verwijderen en reinigen
Vuile filters verminderen de wasresultaten.
Hoewel deze filters maar weinig onderhoud
vergen, kunt u de filters het beste regelma-
tig controleren en zo nodig reinigen.
1. Draai het filter (A) tegen de klok in (links-
om) en verwijder het uit filter (B).
progress 29
A
B
2. Filter (A) heeft twee delen. Haal de twee
delen uit elkaar om het filter te demonte-
ren.
3. Maak de onderdelen schoon onder stro-
mend water.
4. Plaats de twee delen van filter (A) tegen
elkaar en druk ze samen. Zorg ervoor
dat ze goed worden gemonteerd.
5. Verwijder filter (B).
6. Maak filter (B) schoon onder stromend
water.
7. Zet de filter (B) op zijn oorspronkelijke
plaats. Zorg ervoor dat het filter goed
wordt gemonteerd in de twee geleiders
(C).
C
8. Zet filter (A) in filter (B) op zijn plaats.
Draai filter (A) met de klok mee (rechts-
om) totdat het filter wordt vergrendeld.
De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproei-
armen hebben verstopt, verwijder deze dan
met een smal en puntig voorwerp.
De buitenoppervlakken reinigen
Reinig de buitenoppervlakken van het ap-
paraat en het bedieningspaneel met een
vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmidde-
len.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton).
PROBLEMEN OPLOSSEN
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens
de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te los-
sen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt
contact op met de service-afdeling.
Bij sommige defecten knipperen de
lampjes om een foutcode weer te ge-
ven.
foutcode Storing
Het programmalampje blijft knipperen.
Het eindlampje knippert één keer onderbroken.
Het apparaat wordt niet gevuld met wa-
ter.
Het programmalampje blijft knipperen.
Het eindlampje knippert twee keer onderbroken.
Het apparaat pomp geen water af.
Het programmalampje blijft knipperen.
Het eindlampje knippert drie keer onderbroken.
Anti-overstromingsbeveiliging is aan.
30 progress
Waarschuwing! Schakel het apparaat
uit voordat u controles uitvoert.
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet met
water gevuld.
De waterkraan is verstopt of
aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het wa-
terleidingbedrijf.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
Het filter in de watertoevoers-
lang is verstopt.
Maak de filter schoon.
De aansluiting van de watertoe-
voerslang is niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is.
De watertoevoerslang is be-
schadigd.
Controleer of de watertoe-
voerslang niet is beschadigd.
Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
De gootsteenafvoer is geblok-
keerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De aansluiting van de wateraf-
voerslang is niet correct.
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is.
De waterafvoerslang is bescha-
digd.
Controleer of de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
Het beschermingssysteem te-
gen lekkage is aan.
Draai de waterkraan dicht en
neem contact op met de servi-
ce-afdeling.
Het afwasprogramma start niet. De deur van het apparaat is
open.
Sluit de deur van het apparaat.
De stekker zit niet in het stop-
contact.
Sluit de stekker aan.
De zekering in de zekeringkast
is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Schakel het apparaat na de controle in. Het
programma gaat verder vanaf het punt
waar het werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem
dan contact op met onze service-afdeling.
Als er verschillende foutcodes worden
weergegeven, neem dan contact op met
onze service-afdeling.
De benodigde informatie voor de service-af-
deling staan op het typeplaatje.
Leg deze informatie vast:
–Model
(MOD.) ....................................................
....
Productnummer
(PNC) ..........................................
Serienummer
(S.N.) ..............................................
De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De borden zijn niet schoon. Het geselecteerde afwaspro-
gramma is niet geschikt voor
het type lading en mate van
vervuiling.
Zorg ervoor dat het afwaspro-
gramma geschikt is voor het ty-
pe lading en mate van vervui-
ling.
De rekken zijn niet goed inge-
deeld, zodat het water er niet
aan alle kanten bij kan.
Vul de rekken op de juiste ma-
nier.
progress 31
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De sproeiarmen kunnen niet vrij
draaien als gevolg van een on-
juiste plaatsing van het servies-
goed.
Zorg ervoor dat een goede
plaatsing van het serviesgoed
de sproeiarmen niet blokkeert.
De filters zijn vuil of niet juist
gemonteerd en geplaatst.
Zorg ervoor dat de filters
schoon zijn en op de juiste ma-
nier gemonteerd en geïnstal-
leerd.
Er is te weinig of geen afwas-
middel gebruikt.
Zorg voor voldoende afwasmid-
del.
Er zitten kalkresten op de bor-
den.
Het zoutreservoir is leeg. Vul het zoutreservoir met zout
voor afwasmachines.
Foutieve instelling waterhard-
heid
Stel de waterontharder af.
Het deksel van het zoutreser-
voir is niet goed gesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het
zoutreservoir goed gesloten is.
De glazen en borden vertonen
strepen, melkachtige vlekken of
een blauwzweem.
De dosering van het glansmid-
del is te hoog.
Verminder de glansmiddeldose-
ring.
Opgedroogde waterdruppels
op de glazen en de borden.
De dosering van het glansmid-
del is te laag.
Verhoog de dosering van het
glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oor-
zaak zijn.
Gebruik een ander merk afwas-
middel.
Het serviesgoed is nat. U heeft een afwasprogramma
ingesteld zonder droogfase of
met een verkorte droogfase.
Laat de deur van de afwasauto-
maat een paar minuten op een
kier staan voordat u het ser-
viesgoed uit de machine haalt.
Het serviesgoed is nat en dof. Het glansmiddeldoseerbakje is
leeg.
Vul het glansmiddeldoseerbakje
met glansmiddel.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte 446 mm
Hoogte 818 - 898 mm
Diepte 550 mm
Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water of warm water maximaal 60 °C
Capaciteit Couverts 9
1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
Informatie over de elektrische aanslui-
ting staat op het typeplaatje op de bin-
nenrand van de deur van het apparaat.
Gebruik een heet watervoorziening om
het energieverbruik te verminderen, als
het hete water door alternatieve, milieu-
vriendelijkere energiebronnen geprodu-
ceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaï-
sche panelen en wind).
32 progress
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte ver-
zamelcontainer om het te recyclen.
progress 33

Documenttranscriptie

benutzerinformation gebruiksaanwijzing notice d'utilisation user manual Geschirrspüler Afwasautomaat Lave-vaisselle Dishwasher PVS 1530 18 progress INHOUD Veiligheidsinformatie 18 Beschrijving van het product 21 Bedieningspaneel 21 Bediening van het apparaat 23 De waterontharder instellen 23 Gebruik van zout voor de afwasautomaat 24 Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel 25 De afwasautomaat inruimen 26 Een afwasprogramma selecteren en starten 28 Afwasprogramma's 28 Onderhoud en reiniging 29 Problemen oplossen 30 Technische gegevens 32 Milieubescherming 33 Wijzigingen voorbehouden VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken: • Voor uw veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen. • Om het milieu te helpen. • voor de correcte werking van het apparaat. Houd deze instructies altijd in de buurt van het apparaat, ook als u verhuist of het apparaat aan iemand anders geeft. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of letsel. • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Algemene veiligheid • De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat. • Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen. • Drink geen water uit het apparaat. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn. • Houd de deur van het apparaat niet open zonder toezicht. Hierdoor voorkomt u persoonlijk letsel en vallen op een open deur. • Ga niet op de open deur zitten of staan. Gebruik • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden om persoonlijk letsel en schade aan uw eigendommen te voorkomen. • Gebruik het apparaat alleen om accessoires dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Risico op explosie of brand. • Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek of in het messenrek. (Niet alle modellen hebben een messenrek). • Gebruik alleen gespecificeerde producten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel). progress 19 • Zout dat niet gespecificeerd is voor afwasmachines, veroorzaakt schade aan de waterontharder. • Vul het apparaat met zout voordat u een afwasprogramma start. Zout dat in het apparaat is achtergebleven, kan roest veroorzaken of een gat in de onderkant van het apparaat maken. • Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen dan glansspoelmiddel (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit kan het apparaat beschadigen. • Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start. • Het apparaat kan hete stoom laten ontsnappen als u de deur opent terwijl er een wasprogramma wordt uitgevoerd. Hierdoor ontstaat een risico op brandwonden. • Verwijder pas borden uit het apparaat als het wasprogramma is voltooid. Onderhoud en reiniging • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat schoonmaken. • Gebruik geen ontvlambare producten of producten die corrosie kunnen veroorzaken. • Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geïnstalleerd. Een onjuiste installatie levert onbevredigende wasresultaten en schade aan het apparaat op. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Gevaar op een elektrische schok en schade aan het apparaat. Montage • Zorg ervoor dat het apparaat niet is beschadigd. Installeer een beschadigd apparaat niet en sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem contact op met de leverancier. • Verwijder alle verpakking voordat u het apparaat installeert en gebruikt. • Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgieterswerk en de installatie van het apparaat uitvoe- • • • • ren. Dit om het risico op structurele schade of lichamelijk letsel te voorkomen. Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is gehaald. Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen. Belangrijk!Houd u aan de instructies in de sjabloon die met het apparaat zijn meegeleverd: – Installatie van het apparaat. – Voor het in elkaar zetten van de deur. – Het aansluiten van de watertoevoer en -afvoer. Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. Voorzorgsmaatregelen bij vorst • Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0°C komt. • De fabrikant is niet aansprakelijk voor enige schade door bevriezing. Aansluiting aan de waterleiding • Gebruik nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Gebruik geen gebruikte slangen. • Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan. • Zorg ervoor dat de waterslangen niet knakken of beschadigd raken bij installatie van het apparaat. • Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen. • Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen niet lek zijn. • De watertoevoerslang heeft een veiligheidsventiel en een dubbel omhulsel met een hoofdkabel aan de binnenkant. De watertoevoerslang staat alleen onder druk wanneer er water stroomt. Als er een lek in de watertoevoerslang aanwezig is, onderbreekt de veiligheidsklep de stroom van het water. – Wees voorzichtig als u de watertoevoerslang aansluit: – Laat de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in het water komen. 20 progress – Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. – Laat alleen de service-afdeling de watertoevoerslang met de veiligheidsklep repareren. Waarschuwing! Gevaarlijke spanning. Elektrische aansluiting • Dit apparaat moet worden geaard. • Zorg er voor dat de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomtoevoer. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegspluggen en verlengsnoeren. Er kan brand ontstaan. • Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum. • Zorg ervoor dat de stroomsnoeren en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat. • Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Service-afdeling • Alleen een erkende persoon mag dit apparaat repareren. Neem contact op met het servicecentrum. • Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Het apparaat wegdoen • Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen: – Trek de stekker uit het stopcontact. – Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. – Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat er kinderen of huisdieren in het apparaat vast komen te zitten. Er bestaat gevaar voor verstikking. – Gooi het apparaat weg bij uw lokale afvalverwerkingsbedrijf. Waarschuwing! Het afwasmiddel is gevaarlijk en kan corrosie veroorzaken! • Als er een ongeval met deze afwasmiddelen optreedt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts. • Als het afwasmiddel in iemands mond komt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts. • Als het afwasmiddel in iemands ogen komt, neemt u onmiddellijk contact op met een arts en maakt u de ogen schoon met water. • Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op. • Laat de deur van het apparaat niet open staan als er afwasmiddel in het afwasmiddelbakje zit. • Vul het afwasmiddelbakje alleen voordat u een wasprogramma start. progress 21 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 1 9 2 8 3 7 4 6 5 1 2 3 4 5 Bovenkorf Waterhardheidsknop Zoutreservoir Wasmiddeldoseerlade Glansmiddeldoseerbakje 6 7 8 9 Typeplaatje Filters Onderste sproeiarm Bovenste sproeiarm BEDIENINGSPANEEL De knoppen bevinden zich op de bovenkant van het bedieningspaneel. Als u de afwasautomaat met de knoppen wilt bedienen, moet u de deur van het apparaat een klein beetje openen. 22 progress 1 2 3 4 Aan/uit-toets Programmakeuzetoets Indicatielampjes Programma-indicatielampjes Indicatielampjes Einde-indicatielampje. Gaat branden onder de volgende omstandigheden: • Als het afwasprogramma is voltooid. • Als u het niveau van de waterontharder instelt. • Wanneer u de geluidssignalen in- of uitschakelt. • Als het apparaat een storing heeft. Zoutindicatielampje. Gaat aan wanneer het zoutreservoir bijgevuld moet worden. 1) Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren branden nadat u het reservoir hebt bijgevuld. Dit heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. 1) Wanneer het zoutreservoir leeg is, gaat het bijbehorende lampje niet aan als er een afwasprogramma loopt. Aan-/uit-toets Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen. Programmalampjes A en B Deze lampjes hebben ook een hulpfunctie als u: • Het niveau van de waterontharder instelt. • De geluidssignalen in- en uitschakelt. Programmakeuzetoets Met deze toets kunt u: • Een afwasprogramma selecteren. • Het niveau van de waterontharder instelt. • De geluidssignalen in- en uitschakelt. • Een lopende afwasprogramma annuleren. Instelmodus Het apparaat moet in de instelmodus staan voor de volgende bewerkingen: • Het instellen en starten van een afwasprogramma. • Het niveau van de waterontharder elektronisch instellen. • De geluidssignalen in- of uitschakelen. Schakel het apparaat in. Het apparaat staat in de instelmodus als: • Alle programmalampjes uit zijn. • Het eindindicatielampje knippert. Schakel het apparaat in. Het apparaat staat niet in de instelmodus als: • Slechts één programma-indicatielampje aan gaat. – Annuleer het programma om terug te keren naar de instelmodus. Zie hoofd- stuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Geluidssignalen U hoort onder de volgende omstandigheden geluidssignalen: • Het afwasprogramma is voltooid. • Het apparaat ondervindt een storing. Fabrieksinstelling: aan. De geluidssignalen uitschakelen: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Houd de programmatoets ingedrukt totdat het programmalampje (A) gaat knipperen en programmalampje (B) gaat branden. 4. Druk direct weer op de programmatoets. Het programmalampje (A) gaat aan en het programmalampje (B) begint te knipperen. Na een paar seconden gaat het programmalampje (A) uit en gaat het eindlampje branden. Het programmalampje (B) blijft knipperen. 5. Druk opnieuw op de programmatoets. Het eindlampje gaat uit. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. 6. Schakel het apparaat uit om te bevestigen. progress 23 De geluidssignalen inschakelen: 1. Als u de geluidssignalen weer wilt inschakelen, volgt u stap (1) tot en met (4). Het programmalampje (A) gaat uit en het eindlampje gaat uit. Het programmalampje (B) blijft knipperen. 2. Druk nogmaals op de programmatoets. Het eindlampje gaat branden. De geluidssignalen zijn ingeschakeld. 3. Schakel het apparaat uit om te bevestigen. BEDIENING VAN HET APPARAAT 1. Controleer of het ingestelde niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Als dat niet het geval is, dan stelt u de waterontharder in. 2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. 5. Stel het juiste programma in voor het type lading en de mate van vervuiling. 6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel. 7. Start het wasprogramma. DE WATERONTHARDER INSTELLEN De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Deze mineralen en zouten kunnen schade aan het apparaat toebrengen. Pas het niveau van de waterontharder aan als dit niveau niet overeenstemt met de hardheid van het water in uw omgeving. Neem contact op met uw plaatselijke waterinstantie voor informatie over de hardheid van het water in uw omgeving. Instelling waterhardheid Waterhardheid Duitse graden (°dH) Franse graden (TH°) mmol/l Clarke-graden handmatig elektronisch 51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 1) 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 1) 9 2 1) 8 2 1) 7 2 1) 6 2 1) 5 1) 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2 <4 <7 < 0,7 <5 1 2) 1 2) 1) Fabrieksinstelling. 2) Gebruik geen zout op dit niveau. U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen. Handmatig instellen Zet de schijf voor de waterhardheid in stand 1 of 2 (zie de tabel). 24 progress Elektronische instelling 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Houd de programmatoets ingedrukt totdat het programmalampje (A) gaat knipperen en het programmalampje (B) gaat branden. 4. Als het programmalampje (B) uit gaat en het eindlampje begint te knipperen drukt u op de programmatoets. Het program- malampje (A) blijft knipperen. De elektronische afstelling van de waterontharder is geactiveerd. 5. Het eindlampje toont de instelling van de waterontharder. Het aantal keren dat het eindlampje knippert is hetzelfde als het niveau van de waterontharder (bijvoorbeeld: 5 keer knipperen / pauze / 5 keer knipperen = niveau 5). 6. Druk op de programmatoets om de instelling te wijzigen. Druk herhaaldelijk op de programmatoets om de instelling te wijzigen. Elke keer als de programmatoets wordt ingedrukt, wordt het niveaunummer verhoogd. 7. Schakel het apparaat uit om te bevestigen. Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het indicatielampje voor zout uit. GEBRUIK VAN ZOUT VOOR DE AFWASAUTOMAAT Het zoutreservoir vullen: 1. Draai de dop linksom om het zoutreservoir te openen. 2. Vul het zoutreservoir met 1 liter water (u vult alleen bij het eerste gebruik zout bij). 3. Gebruik de trechter om het zoutreservoir te vullen met zout. 4. Verwijder het zout rond de opening van het zoutreservoir. 5. Draai de dop rechtsom om het zoutreservoir te sluiten. Het is normaal dat water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u dit vult met zout. progress 25 GEBRUIK VAN AFWASMIDDEL EN GLANSMIDDEL 1 3 2 4 30 8 4 MA X + 3 2 - 1 20 5 7 6 Gebruik van afwasmiddel Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te beschermen. Volg het advies van de afwasmiddelfabrikant op de verpakking. Het afwasmiddeldoseerbakje vullen: 1. Druk op de ontgrendelknop 2 om de deksel te openen 8 . 2. Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje 1 . 3. Plaats een kleine hoeveelheid van het afwasmiddel in de binnenkant van de deur van het apparaat als het wasprogramma een voorwasfase heeft. 4. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, plaatst u deze in het afwasmiddelbakje 1 . 5. Sluit het deksel totdat het op zijn plaats klikt. Gebruik lange wasprogramma's wanneer u vaatwastabletten gebruikt. Deze tabletten kunnen bij korte wasprogramma's niet helemaal oplossen, waardoor de afwasresultaten afnemen. Gebruik van glansmiddel Met glansmiddel wordt het serviesgoed zonder vlekken of strepen gedroogd. Glansmiddel wordt tijdens de laatste keer spoelen automatisch toegevoegd. Vul het glansmiddeldoseerbakje: 1. Druk op de ontgrendelknop 7 om de deksel te openen 6 . 2. Vul het glansmiddeldoseerbakje 3 met glansspoelmiddel. De markering 'max' toont het maximale niveau. 3. Verwijder gemorst glansmiddel met een absorberend doekje om te voorkomen dat er te veel schuim ontstaat tijdens het afwassen. 4. Sluit het deksel totdat het op zijn plaats klikt. Vul het doseerbakje bij wanneer de glansmiddelindicatie 5 transparent is. Stel de glansmiddeldosering in Fabrieksinstelling: stand 3. U kunt de dosering van het glansmiddel instellen tussen stand 1 (laagste dosering) en stand 4 (hoogste dosering). Draai de glansmiddelknop 4 om de dosering te vergroten of te verkleinen. Gebruik van gecombineerde afwastabletten Deze tabletten bevatten middelen zoals afwasmiddel, glansmiddel en regenereerzout. Sommige soorten tabletten kunnen andere middelen bevatten. Als u tabletten gebruikt die zout en glansmiddel bevatten, is het niet nodig om de doseerbakjes voor zout en glansmiddel te vullen. Zorg dat deze tabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving (raadpleeg de instructies op de verpakking van de producten). 1. Stel de waterontharder op het laagste niveau in. Zie 'De waterontharder instellen'. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op de laagste stand. Zie hoofdstuk 'Gebruik van afwasmiddel en glansmiddel'. Weer apart wasmiddel, zout en glansmiddel gebruiken 1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje. 2. Stel de waterontharder op het hoogste niveau in. 26 progress 3. Start een afwasprogramma zonder serviesgoed. 4. Als het afwasprogramma is voltooid, wijzigt u de waterontharder in de waterhardheid van uw omgeving. 5. Stel de hoeveelheid glansmiddel in. DE AFWASAUTOMAAT INRUIMEN Adviezen • Plaats geen voorwerpen in het apparaat die water kunnen absorberen (sponzen, keukenhanddoeken). • Verwijder alle voedselresten van de voorwerpen. • Maak aangebrande voedselresten op de voorwerpen zachter. • Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. • Zorg ervoor dat zich geen water kan ophopen in opbergdozen of kommen. • Zorg ervoor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. • Zorg ervoor dat glazen andere glazen niet aanraken. • Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven. • Als u de voorwerpen in de manden plaatst, zorg er dan voor dat het water alle oppervlakken kan bereiken. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg ervoor dat de voorwerpen niet verschuiven. • Waterdruppels kunnen zich ophopen op plastic voorwerpen en antiaanbakpannen. Onderkorf Plaats steelpannen, deksels, slakommen en bestek in de onderkorf. Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van de onderkorf. Bestekmand Plaats vorken en lepels met het handvat naar beneden. Plaats messen met het handvat naar boven. Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat ze aan elkaar kleven. Gebruik de bestekroosters. Als de afmetingen van het bestek het gebruik van bestekroosters onmogelijk maakt, verwijder deze dan. progress 27 U kunt de bestekmand openen en het bestek makkelijker verwijderen. Volg deze stappen om het bestek te verwijderen. 1. Leg de bestekmand op een tafel of een werkblad. 2. Open het handvat. Zet glazen met een lange voet ondersteboven in de kopjesrekken. Voor grotere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt. 3. Verwijder het bestek. Houd de twee delen van het handvat stevig vast als u de bestekmand verwijdert. Bovenrek Het bovenrek is geschikt voor borden (met een maximale diameter tot 24 cm), steelpannen, slakommen, kopjes en glazen, koekepannen en pannen. Plaats voorwerpen zo dat water alle oppervlakken kan bereiken. Hoogteverstelling van het bovenrek U kunt het bovenrek in twee standen zetten om de laadflexibiliteit te vergroten. Maximale hoogte van borden in: het bovenrek het onderrek Bovenste stand 20 cm 31 cm Laagste stand 24 cm 27 cm Volg deze stappen om het bovenrek in de bovenste stand te zetten: 1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten. 2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mechanisme vastklikt en het rek stabiel is. 28 progress Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste stand te zetten: 1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten. 2. Til beide kanten voorzichtig op. 3. Houd het mechanisme vast en laat het dan langzaam terugzakken. Let op! • Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt ook voor het laten zakken. • Als het rek zich in de hoogste stand bevindt, kunnen er geen kopjes in de kopjesrekken geplaatst worden. EEN AFWASPROGRAMMA SELECTEREN EN STARTEN Het afwasprogramma starten 1. Schakel het apparaat in. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 2. Om een afwasprogramma in te stellen, drukt u herhaaldelijk op de programmatoets tot het bijbehorende programmalampje gaat branden. 3. Sluit de deur van de afwasautomaat, het afwasprogramma start automatisch. Het afwasprogramma onderbreken • Open de deur van het apparaat. – Het afwasprogramma stopt. • Sluit de deur van het apparaat. – Het afwasprogramma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Het afwasprogramma annuleren Als het afwasprogramma nog niet is begonnen, kunt u de selectie veranderen. Als u de selectie wilt veranderen terwijl een afwasprogramma in werking is, moet u het programma annuleren. 1. Open de deur van het apparaat. 2. Houd de programmatoets ingedrukt tot het programmalampje uit gaat en het eindlampje begint te knipperen. Controleer of er afwasmiddel in het afwasmiddeldoseerbakje aanwezig is voordat u een nieuw afwasprogramma start. Einde van het afwasprogramma Wanneer het afwasprogramma is voltooid, hoort u met tussenpozen een geluidssignaal. 1. Open de deur van het apparaat. • Het eindindicatielampje brandt. 2. Schakel het apparaat uit. Laat de deur van het apparaat een paar minuten op een kier staan voor betere droogresultaten. Verwijder de voorwerpen uit de manden. • Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. • Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit. • Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden. AFWASPROGRAMMA'S Programma Soort vuil Sterk bevuild Type lading Serviesgoed, bestek en pannen Programmabeschrijving Voorspoelen Wassen 70 °C Spoelen Drogen progress 29 Programma Soort vuil Programmabeschrijving Serviesgoed en bestek Voorspoelen Wassen 65 °C Spoelen Drogen Net gemaakt vuil Serviesgoed en bestek Wassen 65 °C Spoelgang Normaal bevuild Serviesgoed en bestek Voorspoelen Wassen 50 °C Spoelen Drogen 1) 2) Type lading Normaal bevuild Gebruik dit programma om het serviesgoed snel te spoelen. Hierdoor kunnen voedselresten niet aan het serviesgoed vastkoeken en ontstaan er geen vieze geurtjes in het apparaat. U hoeft voor dit programma geen afwasmiddel te gebruiken. Spoelgang 1) Met dit programma kunt u een pas bevuilde lading wassen. Het programma geeft goede wasresultaten in een korte tijd. 2) Dit is het standaard programma voor testinstituten. Met dit programma hebt u de meest efficiënte water- en energieverbruik voor normaal bevuild serviesgoed en bestek. Raadpleeg de apart bijgeleverde documentatie voor testgegevens. Verbruikswaarden Programma Programmatijd (minuut) Energie (kWh) Water (liter) 110 - 120 1.5 - 1.7 18 - 20 100 - 110 1.4 - 1.5 18 - 20 30 0.8 12 - 13 120 - 130 0.8 - 0.9 12 - 13 11 0.1 5 De druk en temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de ONDERHOUD EN REINIGING De filters verwijderen en reinigen Vuile filters verminderen de wasresultaten. Hoewel deze filters maar weinig onderhoud vergen, kunt u de filters het beste regelmatig controleren en zo nodig reinigen. 1. Draai het filter (A) tegen de klok in (linksom) en verwijder het uit filter (B). hoeveelheid vaat kan deze waarden veranderen. 30 progress 6. Maak filter (B) schoon onder stromend water. 7. Zet de filter (B) op zijn oorspronkelijke plaats. Zorg ervoor dat het filter goed wordt gemonteerd in de twee geleiders (C). B C A 2. Filter (A) heeft twee delen. Haal de twee delen uit elkaar om het filter te demonteren. 8. Zet filter (A) in filter (B) op zijn plaats. Draai filter (A) met de klok mee (rechtsom) totdat het filter wordt vergrendeld. De sproeiarmen reinigen Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen. Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een smal en puntig voorwerp. 3. Maak de onderdelen schoon onder stromend water. 4. Plaats de twee delen van filter (A) tegen elkaar en druk ze samen. Zorg ervoor dat ze goed worden gemonteerd. 5. Verwijder filter (B). De buitenoppervlakken reinigen Reinig de buitenoppervlakken van het apparaat en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (bijv. aceton). PROBLEMEN OPLOSSEN Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt contact op met de service-afdeling. foutcode Bij sommige defecten knipperen de lampjes om een foutcode weer te geven. Storing • Het programmalampje blijft knipperen. • Het eindlampje knippert één keer onderbroken. Het apparaat wordt niet gevuld met water. • Het programmalampje blijft knipperen. • Het eindlampje knippert twee keer onderbroken. Het apparaat pomp geen water af. • Het programmalampje blijft knipperen. • Het eindlampje knippert drie keer onderbroken. Anti-overstromingsbeveiliging is aan. progress 31 Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. Storing Het apparaat wordt niet met water gevuld. Het apparaat pompt geen water weg. Mogelijke oorzaak Maak de waterkraan schoon. De waterdruk is te laag. Neem contact op met het waterleidingbedrijf. De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. Het filter in de watertoevoerslang is verstopt. Maak de filter schoon. De aansluiting van de watertoevoerslang is niet correct. Zorg dat de aansluiting altijd correct is. De watertoevoerslang is beschadigd. Controleer of de watertoevoerslang niet is beschadigd. De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer. De aansluiting van de waterafvoerslang is niet correct. Zorg dat de aansluiting altijd correct is. De waterafvoerslang is beschadigd. Controleer of de waterafvoerslang niet is beschadigd. Het beschermingssysteem tegen lekkage is aan. Het afwasprogramma start niet. Mogelijke oplossing De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Draai de waterkraan dicht en neem contact op met de service-afdeling. De deur van het apparaat is open. Sluit de deur van het apparaat. De stekker zit niet in het stopcontact. Sluit de stekker aan. De zekering in de zekeringkast is doorgebrand. Vervang de zekering. Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Als er verschillende foutcodes worden weergegeven, neem dan contact op met onze service-afdeling. De benodigde informatie voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Leg deze informatie vast: – Model (MOD.) .................................................... .... – Productnummer (PNC) .......................................... – Serienummer (S.N.) .............................................. De was- en droogresultaten zijn niet naar tevredenheid Probleem De borden zijn niet schoon. Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en mate van vervuiling. Zorg ervoor dat het afwasprogramma geschikt is voor het type lading en mate van vervuiling. De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan. Vul de rekken op de juiste manier. 32 progress Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed. Zorg ervoor dat een goede plaatsing van het serviesgoed de sproeiarmen niet blokkeert. De filters zijn vuil of niet juist gemonteerd en geplaatst. Zorg ervoor dat de filters schoon zijn en op de juiste manier gemonteerd en geïnstalleerd. Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. Zorg voor voldoende afwasmiddel. Het zoutreservoir is leeg. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. Foutieve instelling waterhardheid Stel de waterontharder af. Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten. Zorg ervoor dat de dop van het zoutreservoir goed gesloten is. De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem. De dosering van het glansmiddel is te hoog. Verminder de glansmiddeldosering. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden. De dosering van het glansmiddel is te laag. Verhoog de dosering van het glansmiddel. Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Gebruik een ander merk afwasmiddel. Het serviesgoed is nat. U heeft een afwasprogramma ingesteld zonder droogfase of met een verkorte droogfase. Laat de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een kier staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt. Het serviesgoed is nat en dof. Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. Er zitten kalkresten op de borden. TECHNISCHE GEGEVENS Afmeting Breedte 446 mm Hoogte 818 - 898 mm Diepte Leidingwaterdruk Watertoevoer Capaciteit 1) 550 mm Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Koud water of warm water maximaal 60 °C Couverts 9 1) Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad. Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje op de binnenrand van de deur van het apparaat. Gebruik een heet watervoorziening om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). progress 33 MILIEUBESCHERMING Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Progress PVS1530 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding