4.5 BEVESTIGING AAN DE MUUR
Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat de metalen vetfilters verwijderd worden, Zoals in alinea 4.2
is beschreven en dat de aansluitpunten voor de schouw op het keukenplafond (zie 4.4) voorbereid zijn.
Indien de afzuigkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, dienen koolfilters (zie 4.3) gemonteerd worden.
De afzuigkap wordt als volgt aan de muur geïnstalleerd:
• markeer – aan de hand van het technische plan – de plaats van de boorgaten t.b.v. de bevestiging-
en veiligheidsinstallatie aan de muur met een potlood en wel zo dat het achterste gedeelte van de
kap zo ver van de kookzone verwijderd is, als aangegeven in punt 3.1 en de kap een horizontale
positie heeft. Markeer precies de plaats met een kruisje.
• met de boormachine en de exacte boor dient u de gaten t.b.v. de bevestiging;
• en de veiligheidsverankering op de gemarkeerde plaatsen te boren;
• de schroeven van de haken zover losdraaien totdat de binnenkant vrij komt (zie afb. 8);
• de gebogen, met pluggen en schroeven uitgeruste bevestigingshaken zo in de gaten aanbrengen
dat het haakse deel naar buiten wijst; in de gaten voor de veiligheidsbevestiging allen de plastik
pluggen steken;
• de bevestigingsschroeven vastdraaien;
• het achterste gedeelte van de afzuigkap tegen de wand aanhouden en in de passende gaten hangen;
• controleren of de kap goed hangt;
• met een schroevendraaier - de schroeven t.b.v. de horizontale positie langzaam vastdraaien tot de
afzuigkap in een perfecte horizontale positie boven de kookzone is;
gebruik een waterpas de schroeven in de gaten van
4.6 MONTAGE VAN DE AFVOERPIJP
Indien u de afzuigkap voor luchtcirculatie gebruikt, lees de volgende alinea.
Indien u de afzuigkap voor luchtafvoer gebruikt, dient u – voordat u de gaten in de muur boort:
• punt 3.2 te controleren;
• punt 3.3. te controleren;
• daarna een gat in de muur boren dat dezelfde diameter heeft als de uitgang van de afvoerkap.
De pijp wordt als volgt gemonteerd:
• meet de afstand en zorg voor pijpdelen in de juiste lengte en grootte;
• de sluitstukken van de kap in de pijp steken en bevestigen;
• de pijpstukken met elkaar verbinden;
• de pijp met het sluitstuk – dat naar buiten gaat – verbinden.
• de veiligheidsbevestiging doen en vastschroeven.
Nu is de wasemkap aan de muur bevestigd.
ATTENTIE! De afvoerpijp dient corrosie- en warmtebestendig te zijn.
De fabrikant raadt het ten sterkste af om sluitstukken of pijpen met een andere diameter
te gebruiken dan die van het aansluitingspunt.
Het eindstuk van de pijp, d.w.z. het gedeelte van de pijp dat zich aan de buitenmuur
bevindt, dienst zodanig gevormd te zijn dat geen regen, wind en geen vreemde
voorwerpen in de binnenkant kunnen komen. Bovendien is het niet aan te bevelen,
flexibele buizen te gebruiken. Deze kunnen het vermogen van het apparaat
verminderen. Bij twijfel kunt u het best vaklieden voor gas- en beluchtingstechniek
raadplegen.
5 ELEKTRO-INSTALLATIE
5.1 ALGEMENE WENKEN
Zoals reeds genoemd, mag de elektro-installatie alleen door gekwalificeerde vaklieden worden
uitgevoerd en met materialen die aan de normen voldoen.
De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid voor installatie af, indien deze niet van competente personen
zijn uitgevoerd of voor die waarbij de wettelijke normen niet in acht zijn genomen (zowel de uitvoering
als ook wat de materialen betreft).
5.2 ELEKTRISCHE GEGEVENS
De technische gegeven zijn zichtbaar aan de binnenzijde van de schouwkap na het verwijderen van de
vetfilters (zie punt. 2).
5.3 VOORDAT DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE GESCHIEDT
Voordat de elektrische aansluitingen geïnstalleerd worden dient men:
• controleren, of de in de technische gegevens aangegeven elektrische gegevens met de
spanningswaarden en stroomfrequentiewaarden van de installatieplaats overeenkomen;
• controleren dat de plaats van installatie over een aarding beschikt;
• een stopcontact (of een aansluitpunt) met een genormeerde tweepolige schakelaar met een
contactopening van ten minste 3 mm installeren;
• wanneer men de wasemschouw met een stekker installeren wil en aan de voedingskabel ontbreekt
deze, moet men een genormeerde stekker aanschaffen;
• voordat u start met de aansluiting de stroom d.m.v. de tweepolige schakelaar uitschakelen en eerst
nadat e.e.a. gereed is weer inschakelen.
5.4 AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
De stroomkabel is aan de binnenzijde reeds aangesloten en komt in de buurt van de afvoerpijp uit de
kap naar buiten.
Er kunnen twee verschillende elektro-installaties worden uitgevoerd:
• een vaste aansluiting;
• een aansluiting d.m.v. een stekker en stopcontact.
In beide gevallen mag de aansluiting op het elektriciteitsnet alleen door de erkende installateur –
volgens de Internationale wettelijke normen met materialen die aan de norm voldoen – worden
uitgevoerd zodat de elektrische veiligheid gewaarborgd is.
5.5 BIJ REPARATIES DIENEN DE VOLGENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN ACHT TE
WORDEN GENOMEN
Reparaties, inclusief de vervanging van de voedingskabel indien noodzakelijk, mogen uitsluitend door
vakbekwame personen met genormeerde materialen en gereedschappen uitgevoerd worden.
Reparaties, niet door vakbekwame personen uitgevoerd, kan gevaarlijk zijn en zelfs brandgevaar
veroorzaken.