Bauknecht WA ECO 83106 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gezondheid & Veiligheid,
GebruiksaanwijzingenInstallatiegids
www.bauknecht.eu/register
2
NEDERLANDS .................................3
3
NL
NEDERLANDS
GEZONDHEID & VEILIGHEID,
GEBRUIKSAANWIJZING en INSTALLATIE GIDS
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op
www.bauknecht.eu/register
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .......................................................................5
MILIEUTIPS ..........................................................................................7
CONFORMITEITSVERKLARING .......................................................................7
Gids voor Gebruik en Onderhoud
PRODUCTBESCHRIJVING ............................................................................8
APPARAAT ............................................................................................8
WASMIDDELDOSEERBAKJE ............................................................................9
BEDIENINGSPANEEL ..................................................................................10
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR WATERAANSLUITING ..................................................10
DEUR ................................................................................................11
TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar) .........................................................11
ACCESSOIRES ........................................................................................11
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ......................................................................12
EERSTE GEBRUIK .....................................................................................12
DAGELIJKS GEBRUIK ..................................................................................13
PROGRAMMA'S EN OPTIES ...........................................................................17
FUNCTIES ............................................................................................24
INDICATOREN ........................................................................................26
FUNCTIE AUTO DOSERING: AUTOMATISCHE DOSERING WASMIDDEL / WASVERZACHTER ...............27
AUTO DOSERING / EERSTE GEBRUIK ...................................................................28
AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK ...............................................................32
BESPAARTIPS ........................................................................................33
Index
4
ONDERHOUD EN REINIGING ........................................................................34
DE WASMACHINE SCHOONMAKEN ...................................................................34
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN ............................................................35
DE MAZENFILTERS IN DE WATERTOEVOERSLANG REINIGEN ............................................36
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE SCHOONMAKEN ......................................................37
HET WATERFILTER REINIGEN / RESTWATER AFPOMPEN .................................................39
TRANSPORT EN BEHANDELING .......................................................................41
PROBLEEMOPLOSSING .............................................................................42
DEUR – HOE TE OPEN BIJ EEN STORING, OM DE WAS ER UIT TE HALEN ..................................47
CONSUMENTENSERVICE ..............................................................................48
Installatiegids .......................................................................................49
5
NL
VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
BELANGRIJK MOET
WORDEN GELEZEN EN IN
ACHT GENOMEN
Lees voordat u het apparaat
gaat gebruiken deze
veiligheidsinstructies.
Bewaar ze dicht bij de hand
voor toekomstige raadpleging.
Deze instructies en het apparaat
zelf zijn voorzien van belangrijke
veiligheidsaanwijzingen, die te
allen tijde moeten worden
opgevolgd.
De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden
voor schade die het gevolg is
van het niet opvolgen van
deze veiligheidsinstructies,
oneigenlijk gebruik of een
foute programmering van de
regelknoppen.
De wasmachine is uitgerust
met transportschroeven, om
mogelijke interne schade
tijdens het vervoer te
voorkomen. Voordat u de
wasmachine in gebruik neemt,
moeten de transportschroeven
verwijderd worden. Dek de
openingen af met de 4
bijgesloten plastic doppen.
Open de deur nooit met kracht
en ga er niet op staan.
VEILIGHEIDSWAARSCHU
WINGEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op
afstand van het apparaat
gehouden te worden, tenzij ze
onder voortdurend toezicht
staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en
personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale
vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, mogen dit
apparaat gebruiken indien ze
onder toezicht staan of
instructies hebben ontvangen
over veilig gebruik en de
mogelijke gevaren ervan
begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen.
Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen
niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd.
TOEGESTAAN GEBRUIK
LET OP: Het is niet de
bedoeling dat het apparaat in
werking gesteld kan worden
met een externe timer of met
een afzonderlijke
afstandsbediening.
Het apparaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk,
niet professioneel gebruik.
Gebruik het apparaat niet
buitenshuis.
Geen ontplofbare of
ontvlambare stoen zoals
spuitbussen opslaan en geen
benzine of andere brandbare
materialen plaatsen of
gebruiken in of in de buurt van
het apparaat: als het apparaat
onbedoeld in werking zou
worden gesteld, kan er band
ontstaan.
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee
of meer personen worden
verplaatst en geïnstalleerd.
Gebruik beschermende
handschoenen bij het
uitpakken en installeren van
het apparaat.
Installatie en reparaties
moeten worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd
monteur, volgens de instructies
van de fabrikant en in
overeenstemming met de
plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
Repareer of vervang geen
enkel onderdeel van het
apparaat, behalve als dit
expliciet aangegeven wordt in
het gebruikshandleiding.
Kinderen mogen geen
installatiewerkzaamheden
uitvoeren. Tijdens het
installeren moeten kinderen er
vandaan worden gehouden.
Houd, tijdens en na de
installatie, het
verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, onderdelen van
polystyreen, enz.) buiten het
bereik van kinderen.
Controleer na het uitpakken
van het apparaat of deze
tijdens het transport geen
beschadigingen heeft
opgelopen. Neem in geval van
problemen contact op met uw
leverancier of de
dichtstbijzijnde Consumenten
Service.
Voordat dat apparaat wordt
geïnstalleerd moet de stekker
uit het stopcontact zijn
getrokken.
Zorg er tijdens de installatie
voor dat het apparaat het
netsnoer niet beschadigt.
Het apparaat alleen activeren
als de installatie is voltooid.
Controleer bij de installatie van
het apparaat of de vier pootjes
stevig op de vloer rusten, stel
ze naar wens af en controleer
6
of het apparaat exact
horizontaal staat en gebruik
hiervoor een waterpas.
Bij houten of zogenaamde
“zwevende” vloeren
(bijvoorbeeld bepaalde parket-
of laminaatvloeren) moet het
apparaat op een stevig aan de
vloer bevestigde hardboard
plaat van 60 x 60 cm en met
een minimale dikte van 3 cm
worden geplaatst.
Gebruik alleen nieuwe slangen
om het apparaat aan te sluiten
op de watertoevoer.
Oudeslangen dienen niet
opnieuw gebruikt te worden.
Verplaats het apparaat zonder
dit aan het bovenblad of
bovenste deksel op te tillen.
Aansluiting op de waterleiding
moet worden uitgevoerd door
een gespecialiseerd technicus,
volgens de instructies van de
fabrikant en in
overeenstemming met de
plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
Voor modellen die alleen zijn
bestemd voor koud water:
Nietop de
warmwatervoorziening
aansluiten. Voor modellen met
warmwatertoevoer: de
temperatuur van de
warmwatertoevoer mag niet
hoger zijn dan 60°C.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen in de
onderkant van de wasmachine
(indien aanwezig op uw
model) niet worden
geblokkeerd door tapijt of
ander materiaal.
De waterdruktoevoer moet
tussen het 0,1-1 MPa bereik
vallen.
Als u een droger bovenop uw
wasmachine wilt plaatsen,
neem dan eerst contact op
met de Consumentenservice of
met uw speciaalzaak om te
veriëren of dit mogelijk is.
Ditis alleen toegestaan als de
droger door middel van een
daarvoor bestemde stapelset
op de wasmachine wordt
bevestigd; deze set is
verkrijgbaar bij de
Consumentenservice of
uwspeciaalzaak.
ELEKTRISCHE
WAARSCHUWINGEN
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de
geldende
veiligheidsvoorschriften moet
er een multipolaire schakelaar
met een afstand van minstens
3mm worden gebruikt en
moet het apparaat geaard
worden.
Vervang een beschadigde
stroomkabel door een
soortgelijk exemplaar.
Destroomkabel mag alleen
worden vervangen door een
gespecialiseerde monteur, in
overeenstemming met de
aanwijzingen van de fabrikant
en in naleving van de
geldende veiligheidsnormen.
Neem contact op met een
erkend Servicecentrum.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw
stopcontact, neem dan contact
op met een erkende monteur.
De stroomkabel moet lang
genoeg zijn om het apparaat,
nadat dit is ingebouwd in het
meubel, te kunnen aansluiten
op het stopcontact van de
netvoeding. Niet aan de
stroomkabel trekken.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten
ofadapters.
Gebruik het apparaat niet als
het netsnoer of de stekker
beschadigd is, als het apparaat
niet goed werkt of als het
beschadigd of gevallen is.
Houd het snoer uit de buurt
van hete oppervlakken.
Na de installatie mogen de
elektrische onderdelen niet
meer toegankelijk zijn voor
degebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en
gebruik het niet op als u op
blote voeten loopt.
CORRECT GEBRUIK
Doe niet meer droge kleding
dan toegelaten is in de
machine. De hoeveelheden
staan op het productblad.
Het water in dit apparaat is niet
drinkbaar.
Gebruik geen oplosmiddelen
(bijv. terpentijn, benzeen),
geen wasmiddelen die
oplosmiddelen bevatten,
schuurpoeder, glas of
schoonmaakmiddelen voor
algemeen gebruik en
brandbare vloeistoen;
Wasgeen stoen in de
wasmachine die behandeld
zijn met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoen.
REINIGING EN
ONDERHOUD
Gebruik nooit stoomreinigers.
Draag bij reiniging en
onderhoud beschermende
handschoenen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
7
NL
MILIEUTIPS
CONFORMITEITS-
VERKLARING
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door het
recyclingsymbool wordt
aangegeven
. De diverse
onderdelen van de verpakking
mogen daarom niet bij het gewone
huisvuil worden weggegooid, maar
moeten worden afgevoerd volgens
de plaatselijke voorschriften.
AFVALVERWERKING VAN
HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden
en de deuren en schappen te
verwijderen (indien aanwezig),
zodat kinderen niet in het apparaat
kunnen klauteren en vast komen
tezitten.
Dit apparaat is vervaardigd van
recyclebaar
of herbruikbaar
materiaal. Dank het apparaat af in
overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw
plaatselijke instantie, de
vuilnisophaaldienst of de winkel
waar u dit product hebt gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval
wordt verwerkt, helpt u mogelijke
schadelijke gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid te
voorkomen, die veroorzaakt zouden
kunnen worden door onjuiste
verwerking van dit product als afval.
Het symbool
op het product of
op de begeleidende documentatie
geeft aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar dat het ingeleverd
moet worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de
recycling van elektrische en
elektronische apparatuur.
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
voorschriften van de Europese
richtlijnen:
LVD 2014/35/ EU, EMC 2014/30/EU
enRoHS 2011/65/ EU.
8
PRODUCT-
BESCHRIJVING
1. Werkblad
2. Wasmiddeldoseerbakje
3. Bedieningspaneel
4. Deurknop
5. Deur
6. Waterfilter/noodafvoerslang
(indienbeschikbaar) - achter de plint -
7. Plint (verwijderbaar)
8. Verstelbare pootjes (4)
Gids voor Gebruik en Onderhoud
1.
3.
2.
5.
4.
7.
6.
8.
APPARAAT
9
NL
Soort wasgoed Temperatuurbereik Aanbevolen soort wasmiddel
Stevige witte was (koud -95°C) Zwaar wasmiddel
Fijne witte was (koud -40°C
Mild wasmiddel met witmaker en/of optische
heldermakers
Lichte kleuren/pasteltinten (koud -60°C)
Wasmiddel met witmaker en/of optische
heldermakers
Intensieve kleuren (koud -60°C)
Kleurwasmiddel zonder witmaker/optische
heldermakers
Zwarte/donkere kleuren (koud -60°C) speciale wasmiddelen voor zwart/donker wasgoed
* Zoek een waterontharder die geschikt is voor uw
wasmachine op www.bauknecht.eu.
WASMIDDELDOSEERBAKJE
1
2
1
3
4
2
Softener
AutomAtische dosering:
BeLAngriJK: Gebruik alleen vloeibaar
wasmiddel voor het vullen van de wasmiddeltanks
(“1” en “2”); gebruik nooit poederwasmiddel.
1. Tank 1
• Algemeen vloeibaar wasmiddel OF
Speciek vloeibaar wasmiddel (bv. voor kleuren,
wol, sportkleding enz.)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 600ml.
BeLAngriJK : Tank 1 nooit met wasverzachter
vullen.
2. Tank 2
• Wasverzachter OF
• Vloeibaar wasmiddel (algemeen of speciek
wasmiddel, zoals kleur, wol of wasmiddel voor
sportkleding)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 400 ml.
Kies uw gewenste conguratie onder degenen die
staan vermeld in de paragraaf AUTO DOSERING -
EERSTE GEBRUIK in de GIDS VOOR GEBRUIK EN
VERZORGING. De labels op de tank kleppen kunnen
gedraaid of verwisseld worden, om herinneren aan
de gekozen conguratie.
2
1
Softener
hAndmAtige dosering:
3. Wasmiddelvakje voor handmatige
dosering
• Poeder of vloeibare wasmiddel
• Nabehandelingsproducten
Zorg er bij het gebruik van poederwasmiddel dat
het bakje slechts tot de teken “max.” wordt gevuld.
4. De toets loslaten
Naar beneden drukken om het
wasmiddeldoseerbakje te verwijderen voor reiniging.
AAnBevoLen wAsmiddeLen voor de
verschiLLende soorten wAsgoed
10
TECHNISCHE GEGEVENS
VOORWATERAANSLUITING
WATERAANSLUITING
WATERTOEVOER Koud
WATERKRAAN schroefdraadaansluiting voor slang van 3/4”
MINIMALE TOEVOERDRUK WATER 100 kPa (1 bar)
MAXIMALE TOEVOERDRUK WATER 1000 kPa (10 bar)
BEDIENINGSPANEEL
1. Aan/uit-toets (Resetten/Aftappen indien het
ingedrukt wordt gehouden)
2. Instellingen
3. Auto dosering / Tank 1
4. Auto dosering / Tank 2
5. Fresh Care toets
6. Controlelampje detectie
7. Klaar in-toets
8. Temperatuurtoets
9. Toets centrifugeersnelheid
10. Optie-toets
(Toetsenvergrendeling indien het ingedrukt wordt
gehouden)
11. Start / Pauze-knop
12. Ok-toets (om te bevestigen)
13. UP-toets
14. DOWN-toets
15. Display
16. Optie-controlelampjes
17. Programmatoetsen
30’
1 2
40° 60°
kg
17.
1.
2. 8.3. 9.4. 5. 6. 10. 11.
16.15.
12.
13.
14.
7.
11
NL
DEUR
TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar)
ACCESSOIRES
Trek aan de hendel om de deur te openen.
• Tijdens de programmakeuze: het licht gaat aan
voor het laden van het wasgoed.
• Nadat het programma is gestart akker het
licht aan en uit terwijl het wasgoed wordt
geïnspecteerd.
Nadat het programma is beëindigd en de deur
wordt geopend gaat het licht even aan om het
wasgoed er uit te kunnen halen. Daarnagaat
het licht uit, om energie te besparen; raakeen
willekeurige toets aan om het weer in te schakelen.
Neem contact op met onze klantenservice om te
controleren of het volgende accessoire voor uw model
wasmachine (en droger) verkrijgbaar is
PLANK VOOR STAPELSET,
waarmee uw droger bovenop uw wasmachine
geïnstalleerd kan worden om ruimte te besparen
en om het in- en uitladen van uw droger te
vergemakkelijken.
Voor het sluiten van de deur de hendel vasthouden
en aanduwen, zodanig dat u de sluitklik hoort.
12
GEBRUIK VAN
HET APPARAAT
Wanneer u de stekker van de wasmachine in het
stopcontact steekt zal deze automatisch worden
ingeschakeld. Er zal gevraagd worden om de
gewenste taal van het display in te stellen.
Druk op de UP of DOWN toets om de gewenste taal
te selecteren, en bevestigen met de OK-toets.
Daarna kunt u de instelling van de waterhardheid
van uw wasmachine aanpassen aan uw regionale
waterhardheid. Dit is raadzaam, om de functie
Auto Dosering te optimaliseren. Kies tussen zacht/
gemiddeld/hard, en bevestigen door de OK-toets
in te drukken.
Bepaal tenslotte of u Tank 2 van het Automatische
doseringssysteem voor wasverzachter of
wasmiddel wilt gebruiken voor Tank 2 (raadpleeg
de paragrafen AUTO DOSERING).
Alle instellingen die u tijdens de eerste instelling
aanbrengt kunnen eventueel later weer gewijzigd
worden.
Voor het verwijderen van resten uit het
fabricageproces:
1. Kies het programma “Katoen” op een
temperatuur van 95 ° C.
2. Doe een klein beetje wasmiddel (maximaal
1/3 van de hoeveelheid die aanbevolen wordt
door de fabrikant voor licht vervuild wasgoed)
in het bakje voor handmatige dosering van het
wasmiddeldoseerbakje .
Schakel de toetsen voor Auto dosering uit (Tank 1 en
Tank 2): druk ze in, zodat het licht van de toets uit gaat.
3. Het programma starten zonder wasgoed.
Zie de paragraaf “DAGELIJKS GEBRUIK” voor
informatie over het selecteren en starten van een
programma.
FUNCTIE VOOR AUTO DOSERING
Het wasmiddeldoseerbakje van de wasmachine is
uitgerust met een systeem met twee tanks, voor de
automatische dosering van vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter.
Volg voordat u deze functie gebruikt de instructies
in de GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING/
AUTOMATISCHE DOSERING – EERSTE GEBRUIK
voorhet:
1. Instellen van de juiste waterhardheid
2. Instellen van de inhoud van tank 2. Tank
1 is standaard ingesteld voor een wasmiddel
(uwhoofdwasmiddel), en 2 Tank is ingesteld voor
wasverzachter. Wanneer u geen wasverzachter
gebruikt, Tank 2 voor een ander wasmiddel
instellen.
3. Controleren/aanpassen van de vooraf
ingestelde doseringshoeveelheden.
Het systeem wordt standaard met de volgende
doseringswaarden geleverd:
• 80 ml wasmiddel voor Tank 1
• 30 ml wasverzachter voor Tank 2
Deze vooraf ingestelde doseringswaarden moeten
worden aangepast aan de doseringswaarden die
staan vermeld op de verpakking van het wasmiddel
en de wasverzachter die u wilt gaan gebruiken.
Nadat de functie Auto dosering is ingesteld voor
gebruik de tanks vullen met de juiste inhoud en
de etiketten op de tanks dienovereenkomstig
installeren, zoals uiteengezet in de GIDS VOOR
GEBRUIKEN VERZORGING/AUTOMATISCHE
DOSERING – EERSTE GEBRUIK.
EERSTE GEBRUIK
13
NL
1. ALLE VOORWERPEN UIT DE
ZAKKEN HALEN
• Munten, pennen etc. kunnen uw
wasgoed en onderdelen van de
wasmachine beschadigen.
• Voorwerpen als papieren zakdoekjes zullen in
kleine stukjes uiteenvallen en handmatig moeten
worden verwijderd na het wassen.
2. RITSEN, KNOPEN OF
HAKENSLUITEN. LOSSE
RIEMEN OF LINTEN
VASTKNOPEN.
• Was kleine stukken (bijv. panty's, ceintuurs e.d.)
en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een waszak
of een kussensloop met rits. Haal de ringen van
de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in
een katoenen zak.
3. SORTEREN VOLGENS TYPE O SOORT
WEEFSEL / SYMBOOL OP VERZORGINGSLABEL
Katoen, gemengde vezels, strijkvrij/synthetisch,
wol, wasgoed dat met de hand moet worden
gewassen.
• Bonte was
Bonte en witte was scheiden. Nieuwe gekleurde
artikelen apart wassen.
• Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen
voor betere wasresultaten en een verdeling van
de stukken in de trommel.
• Fijne was
Tere weefsels apart wassen; ze vereisen een
zachte behandeling.
DAGELIJKS GEBRUIK
SORTEREN VAN HET WASGOED
14
De centrifugeersnelheid wijzigen, indien nodig
De centrifugeertoets indrukken; het display
geeft aan dat de centrifugeersnelheid kan
worden ingesteld.
• De centrifugeertoets herhaalde malen indrukken
• of de UP of DOWN-toets indrukken
totdat de gewenste centrifugeersnelheid of
Spoelstop op het display verschijnt.
Als u centrifugeersnelheid “0” kiest eindigt het
programma met het afpompen van het spoelwater.
Er zal geen centrifugeercyclus aan het einde
worden toegepast.
Als je “Spoelstop” kiest, zal het programma
na de spoelfase stoppen. Het wasgoed blijft
ondergedompeld in het laatste spoelwater
staan. Kijk voor meer informatie in de paragraaf
PROGRAMMA'S EN OPTIES / Spoelstop.
Selecteer opties, indien nodig
De optietoets indrukken. De opties die voor
het programma geselecteerd kunnen worden
verschijnen op het display.
• De UP of DOWN toets indrukken om door de lijst
met opties te navigeren.
Druk op de OK toets om een optie te selecteren;
het optiesymbool op het bedieningspaneel brandt.
Opties zijn mogelijk niet met elkaar te combineren.
Wanneer u een optie selecteert,wordt de niet-
combineerbare optie automatisch uitgeschakeld als
dit het geval is.
Een aantal opties / functies kunnen worden
geselecteerd door rechtstreeks op de toets te drukken:
1 2
Als een dergelijke optie niet voor het programma
geselecteerd kan worden wordt het automatisch
uitgeschakeld wanneer de toets wordt ingedrukt.
1. WAS IN DE MACHINE DOEN
Maak de deur open en doe de was in de
machine.
Plaats de stukken wasgoed één voor één in de
trommel zonder de machine te overladen. Houd
u aan de maximale belading die te vinden is in de
programmatabel.
Als de wasmachine te vol wordt gestopt, wordt het
wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
2. DEUR SLUITEN
Zorg ervoor dat er geen was vast
komt te zitten tussen het deurglas
en de rubberen sluitring.
• De deur zodanig sluiten dat u de sluitklik hoort.
3. KRAAN OPENDRAAIEN
• Zorg ervoor dat de wasmachine is
aangesloten op het netsnoer.
• Draai de kraan open.
4. DE WASMACHINE INSCHAKELEN
• Druk op de toets Aan/Uit. Er wordt een
animatie weergegeven en er is een geluid.
Wanneer op het display een programma wordt
aangegeven is de wasmachine bedrijfsklaar.
De programma-instellingen die u het laatst hebt
gebruikt zullen op het bedieningspaneel verschijnen.
5. HET GEWENSTE PROGRAMMA INSTELLEN
Keuze van het programma
Het toetssymbool op het bedieningspaneel
indrukken. Programmanaam, standaard duur,
temperatuur en centrifugeersnelheid, en ook de
maximale waslading verschijnen op het display.
Kijk voor meer informatie over programma's in
de paragraaf PROGRAMMA'S EN OPTIES en in de
SnelleReferentiegids.
Wijzig de temperatuur, indien nodig
De temperatuurtoets indrukken; het
display geeft aan dat de temperatuur kan
worden ingesteld.
• De temperatuurtoets herhaalde malen indrukken,
• of de toets UP of DOWN indrukken totdat de
benodigde temperatuur op het display verschijnt.
GEBRUIK VAN DE WASMACHINE
15
NL
Raadpleeg de paragraaf PROGRAMMA'S EN
OPTIES voor meer informatie.
6. WASMIDDEL TOEVOEGEN
• Wanneer u het wasmiddel handmatig wilt
toevoegen, het wasmiddeldoseerbakje
uitlichten en nu wasmiddel (en
nabehandelingsproducten) toevoegen,
zoals staat aangegeven in de paragraaf
WASMIDDELDOSEERBAKJE. Volg de aanwijzingen
op de verpakking van het wasmiddel. Wanneer u
VOORWAS of KLAAR IN hebt geselecteerd, volg
dan de aanwijzingen in de paragraaf OPTIES en
FUNCTIES.
Daarna het wasmiddeldoseerbakje zorgvuldig
sluiten.
Als u wilt dat de wasmachine het wasmiddel
automatisch doseert, gewoon controleren of de
functie Auto dosering is geactiveerd (raadpleeg
de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN/
Automatische dosering). Na het starten van
het programma wordt het wasmiddel door het
automatische doseringssysteem toegevoegd.
Controleer voor een juiste dosering of het
Automatische doseringssysteem aan uw
wasmiddel/ wasverzachter is aangepast (raadpleeg
AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK).
Correcte dosering van wasmiddel /
nabehandelingsproducten is belangrijk, omdat
• het wasresultaat wordt geoptimaliseerd
• het irritante resten van overtollige wasmiddel in
uw wasgoed voorkomt
• het geld bespaart door het voorkomen van
verspilling van overtollig wasmiddel
• het de machine beschermt door het voorkomen
van verkalking van onderdelen
het aandacht heeft voor het milieu door het
voorkomen van onnodige belasting voor het milieu
7. PROGRAMMA STARTEN
• “Start/Pauze” indrukken en ingedrukt
houden, totdat de toets ononderbroken
brandt; het programma wordt gestart.
• De trommel draait, en de lading wordt
gedetecteerd. Het display geeft de detectie
belading aan, terwijl op het bedieningspaneel
een animatie wordt afgespeeld.
• De resterende programmaduur die op het
display wordt aangegeven kan variëren. Factoren
als onbalans in de lading van het wasgoed of
schuimvorming kan een eect hebben op de
duur van het programma. Wanneer de resterende
programmaduur opnieuw wordt berekend geeft
het display de detectie aan en verschijnt er een
animatie op het display.
• Als de wasmachine een onbalans in de waslading
detecteert probeert de wasmachine automatisch
een evenwicht tot stand te brengen. Het display
geeft het evenwicht van de lading aan.
Raadpleeg de paragraaf “Probleemoplossing” voor
meer informatie over de onbalans in de waslading.
8. DE INSTELLINGEN VAN EEN PROGRAMMA
IN UITVOERING WIJZIGEN, INDIEN NODIG
U kunt de instellingen nog steeds wijzigen terwijl
een programma wordt uitgevoerd. De wijzigingen
zullen worden toegepast, mits de betreende
programmafase nog niet voltooid is. Als de
wijziging niet mogelijk is zal er bij het indrukken
van de toets een storingsgeluid klinken.
Temperatuur of
centrifugeersnelheidwijzigen:
De toets voor temperatuur of
centrifugeersnelheid indrukken; het display
geeft aan dat de temperatuur of
centrifugeersnelheid kan worden ingesteld.
De toets herhaaldelijk indrukken, totdat de
gewenste waarde op het display verschijnt.
Of selecteer de gewenste waarde door op
UP of DOWN te drukken.
Toevoegen of verwijderen van een optie:
De optietoets indrukken; de opties die voor
het programma kunnen worden geselecteerd
worden op het display aangegeven. Druk op de
OK-toets om een optie te selecteren of uit te
schakelen.
Druk op de knop om de opties die direct
door een toets te selecteren zijn te selecteren of
uit te schakelen.
1 2
Om de “Klaar in” vertraging te
veranderen:
De Klaar in toets indrukken; de
geselecteerde vertraging knippert op het
display. Terwijl het knippert kan de waarde
worden gewijzigd door op UP of DOWN
tedrukken.
16
Het programma loopt automatisch door nadat de
instelling is veranderd. Gebruik de
“Toetsenvergrendeling”, om te voorkomen dat een
lopend programma per ongeluk (bijvoorbeeld door
kinderen) wordt gewijzigd
(zie paragraaf
FUNCTIES).
Om de instellingen van een programma in uitvoering
te wijzigen kunt u ook:
“Start/Pauze” indrukken om het programma
inuitvoering te onderbreken
Uw Instellingen wijzigen
Druk opnieuw op “Start/Pauze” om het
programmate vervolgen.
Als u het programma heeft gewijzigd geen
wasmiddel voor het nieuwe programma
toevoegen.
9. ONDERBREEK EEN PROGRAMMA IN
UITVOERING EN OPEN DE DEUR, INDIEN
GEWENST
Nadat het programma is gestart geeft het display
aan wanneer het programma nog kan worden
onderbroken om kleding toe te voegen.
• “Start/Pauze” ingedrukt houden om een
programma in uitvoering te onderbreken
• Mits het waterpeil of de temperatuur niet
te hoog is, zal het controlelampje voor
“deur open”
oplichten. U kunt de deur openen,
bijvoorbeeld om was toe te voegen om
was er uit te halen die per ongeluk in de
wasmachine is gedaan.
• Druk op “Start/Pauze” om het programma
tevervolgen
10. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING
RESETTEN, INDIEN NODIG
• De “Aan/Uit” toets ingedrukt houden
totdat het display geeft aan dat het
programma is gewist. Het water wordt
afgepompt. Het programma wordt beëindigd en
de deur wordt ontgrendeld.
11. DE WASMACHINE UITSCHAKELEN
NADAT HET PROGRAMMA IS BEËINDIGD
• Het display geeft aan dat de cyclus is
voltooid, en het indicatorlampje voor
“Deur geopend” brandt- u kunt uw was
eruit halen.
• “Aan/Uit” indrukken om de wasmachine
uit te schakelen. Wanneer u de machine
niet uitschakelt wordt, ongeveer een
kwartier nadat het programma is beëindigd,
dewasmachine automatisch uitgeschakeld,
omenergie te besparen.
• De deur open laten staan, zodat de binnenkant
van de wasmachine kan drogen.
17
NL
PROGRAMMA'S EN OPTIES
Om het juiste programma voor uw soort wasgoed te
kiezen, altijd de instructies op de waslabels van het
wasgoed in acht nemen.
PROGRAMMA
Soort was en aanbevelingen
Waslabels
Instellingen
ECO KATOEN Normaal vervuild katoenen wasgoed.
Bij 40 °C en 60 °C standaard
katoenprogramma en meest
gewenst programma in termen
van gecombineerd water- en
energieverbruik. Basis voor de
aangegeven waarden op het
energielabel.
max.belading max
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Intensief
spoelen, Snelwas, Kleuren
15°, Fresh Care
KATOEN
Normaal tot sterk vervuilde en stevig
wasgoed van katoen en linnen,
zoals handdoeken, ondergoed,
beddengoed enz.
max.belading max
temperatuurbereik
Koud tot 95°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Voorwas,
Warm spoelen, Vlekken
15°, Zware vlekken,
Intensief spoelen, Snelwas,
Kleuren 15°, Fresh Care
GEMENGDE
WAS
Licht tot normaal vervuild stevig
wasgoed van katoen, linnen,
synthetische vezels en gemengde
weefsels.
Eectief programma van één uur.
Alleen soortgelijke kleuren samen in
één wasbeurt wassen.
max. belading 6,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Warm
spoelen, Vlekken 15°,
Intensief spoelen, Snelwas,
Kleuren 15°, Fresh Care
SYNTHETISCH
Normaal vervuild wasgoed van
synthetische vezels (zoals polyester,
polyacryl, viscose enz.) of gemengde
weefsels met katoen.
max. belading 3,5 kg
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Voorwas,
Vlekken 15°, Zware
vlekken, Intensief Spoelen,
Snelwas, Kleuren 15°,
Fresh Care
FIJNE WAS
Fijne was van tere stoen, die met
zachtheid behandeld moeten
worden.
max. belading 2,5 kg
temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid 1000
te selecteren opties voorwas,,
Snelwas, Kleuren 15°,
Fresh Care
18
PROGRAMMA
Soort was en aanbevelingen
Waslabels
Instellingen
WOL Wollen kleding met het wolmerk
die in de machine gewassen mag
worden, evenals wasgoed van zijde,
linnen, wol en viscose dat volgens
het etiket met de hand gewassen
moet worden.
Houd u aan de aanwijzingen van de
fabrikant op het waslabel.
max. belading 2,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid 1000
te selecteren opties Snelwas,
Kleuren 15°, Fresh Care
SNELWAS 30’
30’
Licht vervuild wasgoed zonder
vlekken, van katoen en/of
synthetische stoen.
Opfrisprogramma.
max. belading 3,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 30°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Kleuren
15°, Fresh Care
KLEUREN
Licht tot normaal vervuild wasgoed
van katoen, synthetische stoen of
hun mengsels; ook tere weefsels.
Draagt bij tot de bescherming
van de kleuren van uw wasgoed.
Gebruikeen wasmiddel dat geschikt
is voor de kleuren van uw wasgoed.
max. belading 6,6 kg
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid 1000
te selecteren opties Voorwas,
Vlekken 15°, Zware
vlekken, Snelwas,
Kleuren15°
CENTRIFUGE
REN
Apart intensief
centrifugeerprogramma.
Geschiktvoor robuust wasgoed.
max. belading max
temperatuurbereik --
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Fresh Care
SPOELEN+
CENTR.
Programma met apart spoelen en
intensief centrifugeren. Geschikt
voor robuust wasgoed.
max.belading max
temperatuurbereik --
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Intensief
spoelen, Fresh Care
AFPOMPEN
Afzonderlijk programma voor
het afpompen van het water,
zonder centrifugeren. Kan worden
geselecteerd als uw was in
Spoelstop staat, en u het water wilt
afpompen zonder de natte was
te centrifugeren. Als alternatief
voor het Afpomp programma
kunt u centrifugeersnelheid “0”
selecteren om de Spoelstop zonder
centrifugeren te beëindigen.
Geschikt voor tere was, zoals jne
kleding of gordijnen.
19
NL
PROGRAMMA
Soort was en aanbevelingen
Waslabels
Instellingen
SPECIALE
PROGRAMMA'S
Om een van de volgende
programma's in te stellen de positie
van de speciale programma's
selecteren. De DOWN en UP toetsen
indrukken om een van de hieronder
vermelde programma's te selecteren.
Het geselecteerde programma is
gemarkeerd met “>”.
De OK-toets indrukken om het
geselecteerde programma te
bevestigen.
OVERHEMDEN Overhemden en bloezen en
tere zakenkleding, gemaakt van
katoen,synthetische weefsels of
gemengde weefsels.
Zorgt voor zachte behandeling van
jne kleding.
max. belading 2,5 kg
temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid 1000
te selecteren opties voorwas,
Kleuren 15°, Snelwas,
Fresh Care
DEKBED Grote artikelen zoals slaapzakken,
wasbare dekens, badmatten, kussens
en dekbedden, gevuld met veren of
synthetisch materiaal.
Geschikt voor het wassen en
centrifugeren van grote stukken
wasgoed.
Houd u aan de aanwijzingen van de
fabrikant op het waslabel
max. belading 3,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid 1000
te selecteren opties Voorwas,
Bio Stain 15, Intensief
spoelen, Warm spoelen,
Kleuren 15°, Snelwas,
Fresh Care
BEDDENGOED Wit of bont beddengoed van
katoen en synthetische weefsels,
ofgemengde weefsels van beide.
Vermindert microben en reinigt
voorzichtig (ook delicaat
beddengoed). Via een grondige
spoelfase worden wasmiddel- en
pollenrestanten voorkomen.
max. belading 3,5 kg
temperatuurbereik
Koud tot 95°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Voorwas,
Bio Stain 15, Intensief
spoelen, Warm spoelen,
Kleuren 15°, Snelwas,
Fresh Care
KASJMIER Kasjmier kledingstukken van hoge
kwaliteit die in de wasmachine of op
de hand kunnen worden gewassen.
Gebruik vloeibaar wasmiddel
voor wollen was. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant op
hetwaslabel.
max. belading 2,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid
400rpm
te selecteren opties Kleuren
15°, Snelwas, Fresh Care
20
PROGRAMMA
Soort was en aanbevelingen
Waslabels
Instellingen
SPORTKLE
DING
Normaal vervuilde en bezwete
sportkleding van katoenen jersey
ofmicrovezels.
Met voorwascyclus. Eventueel kunt
u de hoeveelheid wasmiddel voor
de voorwasfase voor het wassen
van vuile sportkleding rechtstreeks
aan de trommel toevoegen in
een wasmiddelbal (volgens de
aanwijzingen op de verpakking van
het wasmiddel).
Gebruik geen wasverzachter dit kan
schade aanbrengen aan de elastische
weefsels die vaak in sportkleding
zitten.
max. belading 3,5 kg
temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Voorwas,
Bio Stain 15, Intensief
spoelen, Kleuren 15°,
Snelwas, Fresh Care
JEANS Normaal vervuild katoenen wasgoed
van spijkerstof of kledingstukken
van zwaar, op spijkerstof lijkend,
materiaal zoals broeken en jacks.
Voor donkere jeans wordt een
speciaal wasmiddel voor donkere
was aanbevolen.
max. belading 5,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Voorwas,
Bio Stain 15, Zware
vlekken, Intensief spoelen,
Warm spoelen, Kleuren
15°, Snelwas, Fresh Care
BABYKLEER
TJES
Normaal vervuilde babykleren van
katoen en/of linnen.
Het schuim wordt nog grondiger
uitgespoeld, waardoor de gevoelige
babyhuid beter wordt beschermd.
max. belading 5,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Intensief
spoelen, Kleuren 15°,
Snelwas, Fresh Care
MINI LADING Katoen en/of synthetisch wasgoed
gemaakt van stabiele weefseltypen.
Ideaal voor het zuinig wassen van
een kleine waslading.
Voorbehandeling van vlekken
aanbevolen. Niet geschikt voor
delicaat wasgoed.
max. belading 1,0 kg
temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid max
te selecteren opties Intensief
spoelen, Kleuren 15°,
Snelwas, Fresh Care
21
NL
TE SELECTEREN OPTIES MET BEHULP
VANDE TOETS OPTIES
De programmatabel geeft
een overzicht van mogelijke
combinaties van programma's
en opties. Niet alle combinaties
van programma's en opties
kunnen worden geselecteerd.
Ook zijn bepaalde opties niet te
combineren. In dat geval gaat
het controlelampje van de niet
te combineren optie knipperen
en wordt weer uitgeschakeld, en
klinkt er een signaal.
VOORWAS
Voegt een voorwascyclus toe aan het
gekozen programma.
Voor Zware vlekken wasgoed (bijv.
met zand of korrelig vuil). - Het
wasgoed grondig uitschudden
voordat u het in de wasmachine doet.
Voor het toevoegen van wasmiddel
aan de voorwasfase
• automatisch: zorg ervoor dat het
automatische doseringssysteem is
geactiveerd (Zie FUNCTIES / Auto
Dosering)
• handmatig: het wasmiddelgedeelte
voor de voorwasfase rechtstreeks
aan de trommel toevoegen in
een wasmiddelbal, voordat u het
programma start.
WARM SPOELEN
De spoelfase eindigt met warm
spoelen, wat de stoen rust geeft en
gaat over naar een zachte en kortere
centrifugeerfase.
De was voelt comfortabel warm aan
wanneer het kort na de beëindiging
van het programma er uit wordt
gehaald.
VLEKKEN 1
Help bij het verwijderen van alle
soorten vlekken met uitzondering
van vet/olie.
Het programma begint met een
fase van wassen met koud water.
Hetprogramma wordt met ongeveer
10 minuten verlengd.
Voorbehandeling aanbevolen voor
hardnekkige vlekken.
Niet te kiezen voor Katoen 95 °C.
KLEUREN 1
Draagt bij tot de bescherming van
de kleuren van uw wasgoed, door
ze te wassen met koud water (15°C).
Bespaart energie voor het verwarmen
van water terwijl tevens een goed
wasresultaat gewaarborgd is.
Geschikt voor licht vervuild gekleurd
wasgoed zonder vlekken.
Controleer of uw wasmiddel bij
koude wastemperaturen (15 of 20°C)
kan worden gebruikt.
Niet te kiezen voor Katoen 95 °C.
22
ZWARE VLEKKEN Helpt bij het reinigen van zwaar
vervuilde was met vlekken, door het
optimaliseren van de goede werking
van nabehandelingsproducten voor
het verwijderen van vlekken.
Voeg de juiste hoeveelheid
vlekkenverwijderaar (poeder) toe
in het bakje voor handmatige
wasmiddeldosering, samen met uw
wasmiddel. Bij deze optie alleen
waspoeder gebruiken. Houd u aan de
doseeraanwijzingen van de fabrikant.
Deze functie kan het programma met
maximaal 15 minuten verlengen.
BELANGRIJK: Geschikt voor gebruik
van vlekkenverwijderaars en
bleekmiddelen op basis van zuurstof.
Bleekmiddelen op basis van chloor
of perboraat mogen niet worden
gebruikt!
INTENSIEF SPOELEN
Helpt te voorkomen dat er resten
wasmiddel in het wasgoed
achterblijven, door verlenging van de
spoelfase.
Vooral geschikt voor het wassen van
babywas, voor mensen die lijden
aan allergieën en voor gebieden met
zacht water.
SNELWAS
Maakt sneller wassen mogelijk.
Verkort de duur van het programma,
terwijl een goed wasresultaat
behouden blijft.
Aanbevolen voor slechts licht
vervuild wasgoed.
Niet te kiezen voor Katoen 95 °C.
23
NL
OPTIES DIE DIRECT TE SELECTEREN ZIJN DOOR
HET INDRUKKEN VAN DE BETREFFENDE TOETS
FRESH CARE
Helpt uw wasgoed fris te houden
als u deze niet snel na aoop van
het programma uit de machine kan
worden gehaald.
Een paar minuten na het einde
van het programma begint de
wasmachine regelmatig te draaien.
Dit draaien duurt tot ongeveer 6 uur
na het einde van uw wasprogramma.
U kunt het op elk gewenst moment
stoppen door een willekeurige
toets in te drukken; de deur wordt
ontgrendeld en u kunt uw wasgoed
er uit halen.
TEMPERATUUR
Als u de temperatuur wilt wijzigen,
de temperatuurtoets indrukken en
de UP of DOWN-toets indrukken
om de gewenste temperatuur te
selecteren.
Wanneer u de wasmachine inschakelt
verschijnt het laatst gebruikte
programma en de temperatuurinstelling
op het bedieningspaneel.
Als u het programma wijzigt verschijnt
de standaard temperatuur van het
geselecteerde programma op het
display.
CENTRIFUGEREN
Als u de centrifugeersnelheid wilt
wijzigen, de centrifugeertoets indrukken
en de UP of DOWN-toets indrukken om
de gewenste centrifugeersnelheid te
selecteren.
Als u centrifugeersnelheid “0” kiest
wordt het spoelwater afgetapt aan het
einde van het programma en zal er geen
centrifugeercyclus aan het einde zijn.
Wanneer u de wasmachine inschakelt
verschijnt het laatst gebruikte
programma en de instelling van
de centrifugeersnelheid op het
bedieningspaneel.
Als u het programma wijzigt verschijnt
de standaard centrifugeersnelheid van
het geselecteerde programma op het
display.
SPOELSTOP
(te selecteren met de
centrifugeertoets)
Voorkomt automatisch centrifugeren
van de was aan het einde van
het programma. De was blijft in
het laatste spoelwater staan en
het programma wordt niet meer
voortgezet. Het display geeft aan
wanneer de wasmachine bij de
spoelstop is aangekomen.
Geschikt voor jne was die niet
geschikt is voor centrifugeren, of
met een lagere centrifugeersnelheid
gedraaid moet worden.
Niet geschikt voor zijde.
Ter afsluiting van de “Spoelstop”,
kiezen tussen:
water afpompen, niet centrifugeren:
de centrifugeertoets of de UP
of DOWN-toets indrukken, om
de centrifugeersnelheid “0” te
selecteren. Of het programma
Afpompen selecteren. Daarna Start/
Pauze indrukken Het water wordt
afgepompt en het programma
wordt beëindigd.
• centrifugeren van de was:
de standaard centrifugeersnelheid
knippert – de centrifugeercyclus
begint door op “Start/Pauze” te
drukken. Of selecteer een andere
centrifugeersnelheid door op
de centrifugeertoets of de UP of
DOWN-toets te drukken, en druk op
Start/Pauze.
24
FUNCTIES
AAN/UIT
De wasmachine inschakelen: Druk
op de toets START/PAUZE totdat de
letters.
Een lopend programma annuleren:
De “Aan/Uit” toets ingedrukt houden
totdat het display geeft aan dat het
programma is gewist de wasmachine
zal een afpompcyclus uitvoeren om
het programma te beëindigen.
De wasmachine uitschakelen
nadat het programma is
beëindigd:
de toets indrukken totdat de lichten
uit gaan.
START/PAUZE
• Het programma starten nadat u uw
instellingen hebt voltooid
• Een lopend programma
onderbreken
• Een onderbroken programma
voortzetten
TOETSENVERGREN
DELING
Met deze functie kunt u de
toetsen en de toetsen van het
bedieningspaneel vergrendelen
tegen ongewenste bediening,
bijvoorbeeld door kleine kinderen.
De wasmachine moet
ingeschakeld zijn.
Druk op de optietoets en houd
hem minimaal 3 seconden
ingedrukt;
het display geeft aan dat de
toetsen vergrendeld zijn.
Knoppen en toetsen zijn nu
vergrendeld. De enige werkende
functie is “Aan/Uit”, om de
wasmachine uit te schakelen.
– De toetsenvergrendeling
blijft geactiveerd, ook als u de
wasmachine uit en weer aan zet.
Om de knoppen/toets te
ontgrendelen de optietoets opnieuw
ten minste 3 seconden ingedrukt
houden, totdat het display aangeeft
dat de toetsen ontgrendeld zijn.
AUTO DOSERING
1
2
Zie afzonderlijke paragraaf
Automatische dosering - eerste
gebruik / dagelijks gebruik.
25
NL
KLAAR IN Het einde van uw programma
wordt verplaatst naar een later
tijdstip. Hierdoor kunt u proteren
van gunstiger energietarieven
(bv.'s nachts), of om de was op een
bepaalde tijd klaar te hebben.
Alleen als u handmatig wasmiddel
toevoegt: gebruik met deze functie
poeder - geen vloeibaar - wasmiddel
om het bakje voor handmatige
dosering te vullen.
Kies een vertraging tot maximaal
23:30 uur.
• Selecteer het programma, de
temperatuur en de extra functies.
• Druk op de toets “Klaar in” –
het licht van de toets gaat aan
en het display geeft aan dat de
“Klaar in” vertraging kan worden
ingevoerd.
• Druk op de UP of DOWN toets
om de gewenste periode te
selecteren tot aan het einde
van het programma.
• Wanneer u klaar bent met
uw instellingen bent drukt
u op “Start / Pauze” - de
verlichting van de toets
brandt ononderbroken. Het
display geeft aan dat de cyclus is
begonnen, en daarna het aftellen
van de resterende vertraging.
Dedeur wordt vergrendeld.
• Het programma begint
automatisch om te worden
beëindigd aan het einde van
de vertragingsperiode. Na de
start van het programma wordt
de resterende programmaduur
en de huidige programmafase
aangegeven.
Om de vertraging te wissen
• Op “Start/pauze” drukken om
de vertraging te wissen; Druk
nogmaals op “Start (Pauze)” om het
gekozen programma onmiddellijk
te starten
• of houd “Aan/Uit” ingedrukt om de
volledige programma-instelling te
wissen.
Als gevolg van factoren zoals
het evenwicht van de lading,
schuimverlaging of andere
onvoorziene invloeden op de
duur van het programma, kan het
gebeuren dat het programma eerder
of later eindigt dan is bepaald met de
functie “Klaar in”. In dit geval geeft
het display aan, na het einde van
het programma, dat het programma
eerder of later is beëindigd.
INSTELLINGEN
De volgende instellingen kunnen
gewijzigd worden:
Taal (= taalweergave / toetstonen
/ waarschuwing einde cyclus/
contrastweergave / waterhardheid
/ eco modus (automatische
uitschakelfunctie na einde
programma) / dispenser aan
of uit (permanent inschakelen
of uitschakelen automatische
wasmiddeldosering) / kalibratie
(doseerhoeveelheid van de Tanks
aanpassen aan de aanbevelingen
van uw wasmiddel of wasverzachter)
/ inhoud Tank 2 (= Tank 2 instellen
op wasmiddel of wasverzachter) /
fabrieksinstellingen (= terug naar
fabrieksinstellingen).
• Druk op de Instellingentoets en
houd hem minimaal 3 seconden
ingedrukt.
• De Up of DOWN-toets indrukken
om de instelling die u wilt
veranderen te selecteren; het wordt
gemarkeerd door een pijl. Bevestig
met de OK-toets.
• Druk op de UP of DOWN toets
om de instelling aan te passen;
bevestig met de OK-toets.
• Druk op de instellingentoets om
de instellingenmodus te verlaten,
of wacht enkele seconden totdat
de instellingenmodus automatisch
wordt verlaten.
26
INDICATOREN
DE DEUR KAN
GEOPEND
WORDEN
Deze indicator zal branden
• voordat u een programma hebt gestart
• wanneer u een programma hebt onderbroken en het waterniveau
niet te hoog is, of de was niet te warm is in deze programmafase
• wanneer een programma is voltooid en de was er uit gehaald kan
worden
WATER /
ENERGIE
CONTROLE
Geeft feedback over het energie- en waterverbruik van uw
programma-instelling. Hoe minder indicatoren er branden, des te
economischer is uw programma-instelling. Kan nog worden aangepast
na de lastafhankelijke fase van het laden van het wasgoed.
ONTKALKEN Een melding op het display zal u er regelmatig aan herinneren dat u
de wasmachine moet ontkalken. Zoek een ontkalker die geschikt is
voor de wasmachine (WPRO) op www.bauknecht.eu.
Om de herinnering op het display te wissen drukt u op de Ok-toets.
FOUT
MELDINGEN
Raadpleeg de paragraaf Probleemoplossing voor meer informatie.
27
NL
FUNCTIE AUTO DOSERING: AUTOMATISCHE
DOSERING WASMIDDEL / WASVERZACHTER
AutomAtische dosering:
1. Tank 1
• Algemeen vloeibaar wasmiddel
OF
• Speciek vloeibaar wasmiddel
Maximum hoeveelheid voor vullen: 600 ml
2. Tank 2
• Wasverzachter
OF
• Vloeibaar wasmiddel (algemeen of speciek
wasmiddel, zoals kleur, wol of wasmiddel voor
sportkleding)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 400 ml.
1
2
1
Softener
2
De vloeibare wasmiddelen en wasverzachter
(indien nodig) worden automatisch gedoseerd uit
de tanks van het wasmiddeldoseerbakje. Voor een
juiste dosering moet deze functie worden ingesteld
zoals vermeld in de paragraaf AUTO DOSERING /
EERSTE GEBRUIK.
BELANGRIJK:
• Nooit de tanks met poederwasmiddel vullen;
poederwasmiddel kan alleen worden gebruikt
met handmatige dosering (zie paragraaf
WASMIDDELDOSEERBAKJE).
• Wasverzachter kan alleen in Tank 2 van het
automatische doseringssysteem worden
gebruikt; handmatige dosering is niet mogelijk.
28
AUTO DOSERING / EERSTE GEBRUIK
Voordat het automatische doseringssysteem
gebruikt kan worden zijn er een aantal
voorbereidende stappen vereist.
1. Instellen van de juiste waterhardheid.
De correcte dosering van het wasmiddel hangt on-
der andere af van de lokale waterhardheid. Voorhard
water is een hogere dosering wasmiddel nodig dan
voor zacht water. Het waterhardheidsniveau in de
wasmachine is bij aankoop op “zacht” ingesteld.
Controleer eerst uw lokale waterhardheidsniveau,
via internet of door uw lokale instantie te raadple-
gen, of door middel van de waterhardheidstest die
bij uw machine is geleverd (indien aanwezig). Als
uw plaatselijke waterhardheid niet 'zacht' is moet
het waterhardheidsniveau van de wasmachine als
volgt worden aangepast:
De Insteltoets ingedrukt houden totdat het
instellingenmenu op het display verschijnt.
• Selecteer het waterhardheidsniveau in
het menu op de display door op UP of DOWN te
drukken. Bevestig met de OK-toets.
• Selecteer het waterhardheidsniveau dat
overeenkomt met uw lokale waterhardheid; kies
tussen zacht/gemiddeld/hard. Bevestig met de
OK-toets.
• Selecteer de optie “afsluiten”op het menu van het
display om de Instellingenmodus af te sluiten of
druk opnieuw op de toets “Instellingen”.
2. Instellen van de inhoud van tank 2.
Tank 1 is standaard ingesteld voor een wasmiddel
(uw hoofdwasmiddel), en 2 Tank is ingesteld voor
wasverzachter. Wanneer u geen wasverzachter
gebruikt, Tank 2 voor een ander wasmiddel
instellen (bv. speciek wasmiddel, zoals wol, kleur
of wasmiddel voor sportkleding).
De Insteltoets ingedrukt houden totdat het
instellingenmenu op het display verschijnt.
• Selecteer “Inhoud Tank 2” in het menu op
de display door op Up of Down te drukken.
Bevestigmet de OK-toets.
• Selecteer wasmiddel of wasverzachter.
Bevestigmet de OK-toets.
• Selecteer de optie “afsluiten”op het menu van het
display om de Instellingenmodus af te sluiten of
druk opnieuw op de toets “Instellingen”.
3. Pas de labels op de tank aan.
De labels van de tank zijn omkeerbaar en
uitwisselbaar. Zij dienen om u er aan te herinneren
welke inhoud u besloot te gebruiken voor de tanks
van de automatische dosering.
2
1
Softener
29
NL
Rangschik de labels volgens een van de volgende
combinaties die technisch mogelijk zijn:
Voorbeeld: wanneer u geen wasverzachter gebruikt
kunt u Tank 2 vullen met een vloeibaar speciaal
wasmiddel, bijvoorbeeld voor Wolwas of Sportkleding.
In dit geval zou u de label voor het hoofdwasmiddel
op Tank 1 kunnen plakken en het label “Kleur” op Tank
2 (zie paragraaf “Tanks aanpassen”).
Open de klep van de tank om een label te
verwijderen. Houdt het label op de buitenste rand,
waar de klep van de tank een kleine sleuf heeft, en
verwijder het voorzichtig.
MAX
MAX
2
1
Softener
Hecht het label op de klep van de tank door eerst de
kleine tab op de onderrand van het label in te steken.
Druk daarna het label naar beneden op zijn plaats.
2
1
Colors
Softener
1
2
Softener
Colors
Inhoud Tank 1 Inhoud Tank 2
Vloeibaar hoofdwasmiddel
en
Wasverzachter
Vloeibaar hoofdwasmiddel
en
Vloeibaar speciaal wasmiddel
Vloeibaar speciaal wasmiddel
en
Wasverzachter
Vloeibaar hoofdwasmiddel
en
Vloeibaar hoofdwasmiddel
Vloeibaar speciaal wasmiddel
en
Vloeibaar hoofdwasmiddel
30
4. Stel de hoeveelheden dosering voor de
tanks in.
De concentratie van wasmiddelen verkrijgbaar op
de markt varieert aanzienlijk; daarom moeten de
doseringswaarden van de auto doseringsfunctie
worden aangepast aan het wasmiddel /
wasverzachter dat u gebruikt.
De wasmachine wordt met de volgende
instellingen voor dosering geleverd:
• 80 ml wasmiddel voor Tank 1
• 30 ml wasverzachter voor Tank 2
Controleer eerst de aanbevelingen voor dosering
voor uw vloeibaar wasmiddel / wasverzachter:
• Voor vloeibaar wasmiddel: bekijk de aanbeveling
voor gemiddelde waterhardheid en gemiddelde
mate van vuilheid die op de es wasmiddel staan
aangegeven.
• Voor wasverzachter: controleer de hoeveelheid
dosering die op de es wasverzachter wordt
aanbevolen.
Wanneer de vastgestelde aanbevelingen voor
dosering afwijken van de voorgeprogrammeerde
instellingen voor dosering van de wasmachine,
moeten de doseringswaarden voor het auto
doseringssysteem worden aangepast.
• De insteltoets ingedrukt houden totdat het
display aangeeft dat u in de
instellingenmodus bent gegaan.
• De UP of DOWN toets indrukken om te navigeren
naar “10. AFSTELLEN” en bevestigen met de OK-
toets.
• Druk op de UP of DOWN toets om Tank 1
“WASMIDDEL ...ml” of Tank 2 “WASVERZACHTER/
WASMIDDEL ...ml” te selecteren en bevestigen
met de OK-toets. Het display geeft de
doseringswaarde aan die momenteel voor de
Tank die u hebt geselecteerd is opgeslagen.
• De UP of DOWN toets indrukken om de
aangegeven doseringswaarde aan te passen.
Daarna de nieuwe doseringswaarde bevestigen;
er komt een markeringsteken ernaast te staan.
• Selecteer “TERUG” om het instelmenu af te
sluiten; daarna “AFSLUITEN” selecteren en
bevestigen. Of wacht een paar seconden totdat
de instelmenu automatisch wordt beëindigd.
5. De tanks met wasmiddel / wasverzachter
vullen
De tanks zijn nu klaar om met wasmiddel /
wasverzachter te worden gevuld.
Denk eraan dat:
de maximale hoeveelheid vulling voor Tank 1 600 ml is
de maximale hoeveelheid vulling voor Tank 2 400 ml is
Tank 1 niet met wasverzachter mag worden gevuld
de tanks nooit met waspoeder vullen
De klep van de tank openen en voorzichtig het
vloeibare wasmiddel of de wasverzachter er in
gieten. Het merkteken “MAX” niet overschrijden.
MAX
MAX
2
Softener
MAX
31
NL
De klep van de tank sluiten en het
wasmiddeldoseerbakje terug duwen in het
doseercompartiment.
Het Automatische doseringssysteem is nu klaar
voor gebruik
Als u het wasmiddel liever handmatig doseert
en de Auto doseringsfunctie niet wilt gebruiken.
Kunt u de functie permanent uitschakelen, op de
volgende wijze:
• De insteltoets ingedrukt houden totdat het
display aangeeft dat u in de
instellingenmodus bent gegaan.
• De UP of DOWN toets indrukken om te navigeren
naar “9. AUTO DOSERING” en bevestigen met de
OK-toets.
• Druk op de UP of DOWN toets om te selecteren of
u de functie wilt inschakelen of uitschakelen, en
bevestigen met de OK-toets.
• Selecteer “TERUG” om het instelmenu af te
sluiten; daarna “AFSLUITEN” selecteren en
bevestigen. Of wacht een paar seconden totdat
de instelmenu automatisch wordt beëindigd.
Gebruik voor handmatige dosering van
het wasmiddel alleen het vakje voor
handmatige wasmiddeldosering (zie paragraaf
Wasmiddeldoseerbakje) – niet de Tanks gebruiken.
32
AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK
Zorg ervoor dat het wasmiddeldoseerbakje
correct is aangesloten
Als het wasmiddeldoseerbakje niet correct is
aangesloten kan er geen programma worden gestart
en wordt er op het display aangegeven dat het
doseerbakje moet worden aangesloten. Wanneer
het wasmiddeldoseerbakje vanuit de correcte positie
wordt verplaatst zal een lopende programma worden
onderbroken; nadat het wasmiddeldoseerbakje in
de juiste positie is terug gezet moet het programma
opnieuw worden gestart.
Zorg ervoor dat de auto dosering is ingeschakeld
Wanneer u een programma instelt worden de
toetsen voor auto dosering op het bedieningspaneel
standaard ingeschakeld (tenzij u de automatische
doseringsfunctie permanent hebt uitgeschakeld
– zie paragraaf “FUNCTIES / INSTELLINGEN”) – de
toetsen gaan branden, wat betekent dat de auto
dosering voor beide tanks is ingeschakeld.
1
2
Als u wilt dat de wasmachine wasmiddel / wasver-
zachter automatisch doseert moet u ervoor zorgen
dat de toets van de betreende tank gaat branden.
De tanks uitschakelen
Wanneer u bijvoorbeeld
• een speciaal wasmiddel wilt gebruiken waar de
tanks niet op ingericht zijn,
• of wanneer u geen wasverzachter wilt toevoegen,
moet u de auto dosering voor de betreende
tank uitschakelen door een simpele druk op de
knop van de overeenkomstige tank op het bedie-
ningspaneel.
Wanneer u het wasmiddel handmatig doseert
• moet u beide knoppen van de tank uitschakelen
(als beide tanks wasmiddel bevatten) OF
• de knop van Tank 2 ingeschakeld houden als u
wasverzachter wilt toevoegen, of de knop van
Tank 2 uitschakelen als u geen wasverzachter wilt
toevoegen (mits Tank 2 wasverzachter bevat).
Leveringen van wasmiddel / wasverzachter in
de tanks
Wanneer de levering van wasmiddel/wasverzach-
ter in een van de tanks laag is wordt op het display
een waarschuwing voor laag niveau getoond, wan-
neer de wasmachine wordt ingeschakeld, en ook
aan het einde van het programma. Bovendien knip-
pert het overeenkomstige lampje van de tanktoets
een aantal malen. Wanneer dit bericht voor de
eerste keer verschijnt is de levering in de aangege-
ven tank meestal voldoende voor nog twee of drie
programma's.
Wasmiddel opnieuw vullen: De klep van de betref-
fende tank openen en voorzichtig het wasmiddel
(of wasverzachter, als Tank 2 voor wasverzach-
ter is ingesteld) er in gieten. Let er op dat de
markering MAX-niveau niet wordt overschre-
den wanneer het wasmiddel of de wasverzachter
er in wordt gegoten
MAX
MAX
MAX
MAX
MAX
2
Softener
MAX
33
NL
• Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op
de beste manier, door de trommel altijd zo vol
mogelijk te laden voor de programma's, zoals
staat aangegeven in de programmatabel.
• Overschrijd de in de instructies van de
wasmiddelenfabrikant aangegeven dosering
wasmiddel niet. Gebruik de functie Auto
dosering; deze functie voorbereiden, zoals
aangegeven in “Auto dosering - eerste gebruik”.
• Gebruik “voorwas” alleen voor Zware vlekken
wasgoed.
• Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel of
maak ingedroogde vlekken nat voor het wassen,
om niet op hoge temperatuur te hoeven wassen.
BESPAARTIPS
• Bespaar energie door op 60°C te wassen in plaats
van 95°C, of op 40°C in plaats van 60°C. Gebruik
voor katoenen was bij voorkeur het Eco Katoen
programma, op 40°C of 60°C.
• Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen zodat er minder
water in het wasgoed achterblijft, voordat u een
wasdroger gaat gebruiken.
• Gebruik de optie “Kleuren 15°” voor licht vervuild
gekleurd wasgoed; het bespaart energie voor het
verwarmen van water.
34
ONDERHOUD EN
REINIGING
DE WASMACHINE
SCHOONMAKEN
VAN BUITEN
Gebruik een zachte vochtige doek om de buitenste
delen van de wasmachine schoon te reinigen.
Gebruik geen glas of reinigingsmiddelen voor
algemeen gebruik, schuurpoeder of dergelijke
om het bedieningspaneel schoon te maken - deze
stoen kunnen de afdrukken beschadigen.
WAARSCHUWING
Voor elke reinigings- en onderhoudsbeurt de
wasmachine uitschakelen en loskoppelen.
Gebruik geen brandbare vloeistoen om de
wasmachine schoon te maken.
VAN BINNEN
Als u het katoenprogramma bij 95°C niet
regelmatig gebruikt moet u dit programma af en
toe laten draaien, zonder wasgoed toe te voegen,
om de binnenkant schoon te houden.
Gebruik voor het ontkalken van de wasmachine
geschikte ontkalker, verkrijgbaar op
www.bauknecht.eu.
35
NL
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten
en scheuren. Als deze beschadigd is vervangen
door een nieuwe slang, beschikbaar via onze
Consumenten Service of uw gespecialiseerde dealer.
Afhankelijk van het type slang:
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft,
regelmatig controleren of de kleur plaatselijk wordt
geïntensiveerd. Zo ja, is de slang wellicht lek en
moet worden vervangen.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine
veiligheidsklepinspectievenster (zie pijl). Als het
rood is werd de waterstopfunctie in gang gezet
en moet de slang door een nieuwe worden
vervangen.
Om deze slang los te schroeven op de kleine
ontspanknop onder het aansluitgedeelte drukken
(indien beschikbaar), terwijl de slang wordt
losgeschroefd.
DE WATERTOEVOERSLANG
CONTROLEREN
36
1. De waterkraan dichtdraaien en de
toevoerslang losschroeven.
1
2
2. Het mazenlter aan het uiteinde van de slang
zorgvuldig reinigen met een jne borstel.
3. Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant
van de wasmachine handmatig los.
Het lter van de klep aan de achterkant van de
wasmachine weghalen met behulp van een
combinatietang en zorgvuldig reinigen.
DE MAZENFILTERS IN DE
WATERTOEVOERSLANGREINIGEN
4. Het lter opnieuw insteken. De toevoerslang
opnieuw aansluiten aan de waterkraan en
wasmachine. Geen gereedschap gebruiken om de
toevoerslang aan te sluiten. Open de waterkraan en
controleer of alle aansluitingen vast zitten.
2
1
37
NL
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE
SCHOONMAKEN
1.
Verwijder het wasmiddeldoseerbakje door
de ontspanknop naar beneden te drukken en het
wasmiddeldoseerbakje weg te trekken.
1
2
Softener
2. Verwijder voorzichtig het kapje van het
wasmiddeldoseerbakje. Wees tijdens het
verwijderen voorzichtig met de functionele
onderdelen aan de onderkant van het kapje.
Softener
3. OPTIONEEL: Als een tank nog een goede
hoeveelheid wasmiddel of wasverzachter bevat
kan dit voor hergebruik worden verzameld. De
twee rubberen stoppen achter op de onderkant
van het wasmiddeldoseerbakje kunnen verwijderd
worden. Verwijder zo nodig de stop en verzamel
het wasmiddel of de wasverzachter die er uit loopt
in een container.
4. Reinig de onderdelen zorgvuldig onder
stromend water en verwijder de resten wasmiddel
of wasverzachter. Let er vooral op dat de
functionele onderdelen op de achterkant van het
tankkapje niet beschadigd raken.
5. Maak de oppervlakken droog met een
zachtedoek.
6. Alleen wanneer u de rubberen stoppen hebt
verwijderd, om de inhoud van de tank te legen
(stap 3): De rubberen stoppen opnieuw aansluiten.
Zorg ervoor dat ze volledig zijn aangesloten, om
te voorkomen dat het wasmiddel per ongeluk kan
ontsnappen.
38
7. Het wasmiddeldoseerbakje opnieuw
monteren en terug duwen in het
doseercompartiment. Zorg ervoor dat het er
volledig is in geduwd; anders zal de wasmachine
niet werken.
1
2
Softener
39
NL
WAARSCHUWING
De wasmachine uitschakelen en loskoppelen,
voordat u het waterlter schoonmaakt
of resterend water afpompt. Als u een
heetwasprogramma gebruikt, wachten tot het
water is afgekoeld, voordat u het water afpompt.
Reinig het waterlter regelmatig, om te
voorkomen dat het water niet kan worden
afgepompt na het wassen, door verstopping van
het lter.
Als het water niet afgepompt kan worden geeft
het display aan dat het waterlter mogelijk
verstopt is.
Plaats een brede, vlakke bak onder het waterlter,
voor het verzamelen van het afvoerwater.
3. Water afpompen:
Als uw model wasmachine een noodslang heeft:
Verwijder de stop aan het einde van de slang en
laat het water in de bak stromen. Wanneer de
bak vol water is, de stop aan het uiteinde van de
slang aansluiten en de bak legen. Deze handeling
herhalen totdat er geen water meer uit komt.
Daarna de noodslang stevig afsluiten met de
stop en de slang opnieuw in de onderkant van de
wasmachine steken.
HET WATERFILTER REINIGEN /
RESTWATERAFPOMPEN
1.
De plint verwijderen: De klepjes links en rechts
indrukken om de plint los te maken en verwijderen.
2. Bak voor afvoerwater:
Als uw model wasmachine een noodslang heeft:
Zorg voor een platte bak voor het afvoerwater.
Verwijder de noodslang aan de onderkant van de
wasmachine.
Als uw model wasmachine geen noodslang heeft:
40
Als uw model wasmachine geen noodslang heeft:
Het lter langzaam tegen de klok in draaien
totdat het water er uit stroomt. Laat het water
wegstromen, zonder het lter te verwijderen.
Wanneer de container vol is, het waterlter sluiten
door het met de klok mee te draaien. Leeg de
bak. Deze handeling herhalen totdat al het water
isafgetapt.
4. Filter verwijderen: Leg een katoenen
doek onder het waterlter, zodat er een kleine
hoeveelheid restwater kan worden opgenomen.
Verwijder vervolgens het waterlter, door het
linksom te draaien.
5. Maak het waterlter schoon: verwijder de
resten in het lter en reinig het met stromend
water.
6. Het waterlter invoegen en de plint opnieuw
installeren: Het waterlter opnieuw invoegen door
het rechtsom te draaien. Zorg ervoor dat het zover
mogelijk wordt gedraaid; het lter handvat moet in
verticale positie staan. Als u de waterdichtheid van
het waterlter wilt testen, kunt u ongeveer 1 liter
water in het wasmiddeldoseerbakje gieten.
Daarna de plint opnieuw installeren.
1
2
41
NL
TRANSPORT EN
BEHANDELING
1.
Trek de stekker uit het stopcontact en sluit de
waterkraan.
2. Controleer of de deur van de wasmachine en
het wasmiddelbakje goed dicht zitten.
3. Koppel de toevoerslang los van de waterkraan
en verwijder de afvoerslang van uw aftappunt.
Verwijder al het restwater uit de slangen, en zet
ze zo vast dat ze niet beschadigd kunnen raken
tijdens het vervoer.
WAARSCHUWING
De wasmachine nooit optillen door het aan het
werkblad vast te houden.
4. De transportschroeven opnieuw vastzetten.
Volg de instructies voor het verwijderen van
de transportschroeven in de Installatiegids, in
omgekeerde volgorde.
Belangrijk: De wasmachine niet vervoeren wanneer
de transportschroeven niet zijn vastgezet.
42
Deze wasmachine is uitgerust met verschillende
automatische veiligheids- en feedbackfuncties.
Deze maken het mogelijk om storingen en
benodigd onderhoud te ontdekken en aan
tegeven.
PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
De wasmachine start niet, er
branden geen controlelampjes
Niet aangesloten op netsnoer Steek de stekker in het stopcontact
Stopcontact of zekering werkt niet Test de functie met een lamp,
herstel het defecte onderdeel
Stroomstoring De wasmachine gaat automatisch
verder wanneer er weer stroom is
De wasmachine start niet, hoewel
“Start/Pauze” is ingedrukt
Deur is niet goed gesloten De deur goed aanduwen om te
sluiten totdat u de sluitklik hoort
Toetsenvergrendeling is
geactiveerd
De toets met het toetsensymbool
ten minste 3 seconden
indrukken om te schakelen de
toetsenvergrendeling uit te
schakelen
Het wasmiddeldoseerbakje is niet
correct aangesloten
Het wasmiddeldoseerbakje
volledig in het
doseercompartiment duwen
De wasmachine stopt tijdens het
programma, en het “Start/Pauze”-
lampje knippert
Spoelstop (= positie van de
centrifugeertoets) is geactiveerd
Beëindig de spoelstop door het
water af te tappen of de was te
centrifugeren (zie “Spoelstop”-
FUNCTIES EN OPTIES).
Het programma werd
onderbroken, misschien is de deur
open gegaan
Zorg ervoor dat de deur gesloten is.
Druk op “Start/Pauze” om het
programma te vervolgen
Het veiligheidssysteem is
geactiveerd: het controlelampje
voor storing brandt en/of op
het display wordt de storing
weergegeven (F...); waterkraan dicht
Raadpleeg de paragraaf
“controlelampjes voor storing”.
Controleer of de waterkraan open
staat en of de toevoerslang geen
knikken heeft.
In het wasmiddeldoseerbakje
zitten resten wasmiddel nadat het
programma is beëindigd
De toevoerwaterdruk te
laag; het mazenlter van
de watertoevoerslang kan
geblokkeerd zijn
Controleer of de waterkraan
correct is geopend. Controleer de
mazenlters van de toevoerslang,
zie ONDERHOUD EN REINIGING /
De mazenilters in de toevoerslang
reinigen
De wasmachine trilt tijdens het
centrifugeren
De transportschroeven zijn niet
verwijderd (!)
Verwijder de transportschroeven
volgens de instructies in de
INSTALLATIEGIDS
De wasmachine staat niet even
hoog op alle vier de poten
De pootjes afstellen
(INSTALLATIEGIDS). Zorg ervoor
dat wasmachine op niveau en op
een stevige ondergrond staat.
Deze storingen zijn doorgaans zo klein dat ze
binnen enkele minuten verholpen kunnen worden.
Wanneer er een storing optreedt kan het
controlelampje detectie in het midden van het
bedieningspaneel gaan knipperen.
43
NL
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Centrifugeersnelheid “0” knippert
op het bedieningspaneel en/of de
was is nog erg nat
Onbalans van wasbelading
voorkwam centrifugeercyclus, ter
bescherming van de wasmachine
Indien u nat wasgoed wilt
centrifugeren, dient u meerdere
stukken wasgoed van verschillende
afmetingen toe te voegen en
het programma “Spoelen &
Centrifugeren” te starten.
Voorkom kleine wasladingen
bestaande uit enkele grote,
absorberende stukken wasgoed /
wassen verschillende maten van
stuks in een belading
Het centrifugeerresultaat is mager De knop “Centrifugeren”
is ingesteld op een lage
centrifugeersnelheid.
Selecteer en start het
“Centrifugeren” programma met
een hogere centrifugeersnelheid
(indien selecteerbaar).
Onbalans tijdens het centrifugeren
voorkwam uiteindelijke
centrifugeercyclus.
Zie regel hierboven.
Overmatige schuimvorming
voorkwam centrifugeren.
Start het programma “Spoelen &
centrifugeren”. Doe niet te veel
wasmiddel in de wasmachine.
Aanpassen en de functie
“Doseerhulp” gebruiken.
Er zitten resten wasmiddel op het
wasgoed na het wassen
Te veel waspoeder gebruikt /
kwaliteit van wasmiddel.
Voeg niet te veel wasmiddel toe.
Borstel het kledingstuk af.
Gebruik de optie “Intensief
spoelen” (indien selecteerbaar).
Gebruik vloeibaar wasmiddel /
gebruik van speciaal wasmiddel
voor zwarte of donkere was.
De wasmachine staat stil tijdens
programma / het programma
lijkt niet verder te gaan / tijdens
stilstand wordt er een animatie op
het display weergegeven
Programma loopt zonder
beweging van de trommel.
Stilstandfasen van ongeveer
2 minuten zijn bij een aantal
wasprogramma's normaal.
Door overmatige schuimvorming
(misschien door overdosering van
wasmiddel) is het programma
onderbroken. Kan meerdere
malen worden herhaald, totdat
de vermindering van schuim
voldoende is.
Het programma blijft automatisch
doorgaan, zodra de vermindering
van schuim voldoende is.
Als er Fod (= failure overdosering-
storing overdosering) op het
display staat, raadpleeg dan de
tabel STORING INDICATOREN EN
MELDINGEN.
Er kan onder- of overspanning
van netspanning worden
waargenomen.
Het programma blijft automatisch
doorgaan zodra de netspanning in
het juiste bereik is.
44
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Het programma duurt langer of
korter dan in eerste instantie op
het display / in de programmatabel
staat aangegeven.
De wasmachine wordt aangepast
aan factoren die van invloed
zijn op de duur, zoals de grootte
van de waslading, overmatige
schuimvorming, laden onbalans,
langere opwarmtijd als gevolg
van lage inlaattemperatuur
water enz. Wanneer de
programmaduur opnieuw wordt
berekend,verschijnt er een
animatie op het display.
Voorkom kleine wasladingen
met grote, absorberende stukken
wasgoed / voeg artikelen van
verschillende grootte toe.
Voeg niet te veel wasmiddel toe -
houd u aan de aanwijzingen van
de fabrikant over de dosering van
het wasmiddel. Aanpassen en de
functie “Doseerhulp” gebruiken.
De deur is vergrendeld, met of
zonder storingsindicatie, en het
programma wordt niet uitgevoerd.
De deur is vergrendeld bij
stroomuitval.
Het programma zal automatisch
verder gaan zodra er weer stroom is.
De wasmachine is in stilstand (zoals
beschreven in de vorige paragraaf
“De wasmachine staat stil...).
Het programma zal automatisch
worden voortgezet nadat de
oorsprong van de stilstand niet
meer blijft aanhouden.
Waterniveau of temperatuur te
hoog, of storing aan elektrisch
onderdeel.
Zie instructies voor storing
'Service': storing aan
deurvergrendeling “/ FdL / F29 in
paragraaf Storingsindicatoren.
Trommelverlichting (indien
beschikbaar) werkt niet meer.
Gloeilamp moet worden
vervangen.
Bel onze Consumenten Service om
de gloeilamp te verwisselen.
Er kan geen programma worden
gestart; het display geeft aan dat
het wasmiddeldoseerbakje niet
goed aangesloten is.
Het wasmiddeldoseerbakje is
niet volledig in het compartiment
aangesloten; het doseerbakje
maakt geen contact met het
aansluitpunt aan het uiteinde van
het compartiment.
Duw het wasmiddeldoseerbakje zo
ver mogelijk in het compartiment.
Op het display wordt de demo-
modus weergegeven
De demo-modus van de
wasmachine is bestemd voor
handelspartners en is niet
afgesloten na een demonstratie
Druk tegelijkertijd de tweede
knop rechts en de tweede knop
links op het bedieningspaneel in.
De demonstratie modus wordt
beëindigd en de wasmachine
kan worden gebruikt volgens de
bijgeleverde instructies.
45
NL
STORING INDICATOREN EN MELDINGEN
Hieronder een samenvatting van eventuele
storingsoorzaken en oplossingen.
Wanneer het probleem zich blijft voordoen, nadat
de oorzaak van de storing is verwijderd, Aan/Uit
Storingsindica-
tielampje gaat
branden
Bericht-
weergave
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Kraan
opendraaien
Niet of onvoldoende
watervoorziening
Waterkraan dicht
Knikken in toevoerslang
Waterdruk te laag
Mazenlters in
toevoerslang verstopt
De watertoevoerslang is
bevroren
Kraan opendraaien.
Let erop dat er geen knikken in de toevoerslang
zitten.
Zorg ervoor dat de waterdruk voldoende is.
De mazen lters in de toevoerslang reinigen
ONDERHOUD EN REINIGING).
Installeer de wasmachine bij een
omgevingstemperatuur van ten minste 5° C.
Nadat het probleem is verwijderd Start/Pauze
indrukken. Wanneer het probleem zich blijft voordoen
Aan/Uit ten minste drie seconden indrukken.
Waterlter
verstopt
Het afvalwater wordt niet
afgepompt
Knikken in afvoerslang
Afvoerslang geblokkeerd
of bevroren
Filter geblokkeerd
Pomp geblokkeerd
Controleer de afvoerslang op knikken.
Installeer de wasmachine bij een
omgevingstemperatuur van ten minste 5° C.
Het waterlter reinigen zoals beschreven in
paragraaf FILTER REINIGEN.
Nadat het probleem is verwijderd Start/Pauze
indrukken. Wanneer het probleem zich blijft voordoen
Aan/Uit ten minste drie seconden indrukken.
Teveel
Schuimvor
-
ming
Door overmatige
schuimvorming (misschien
door overdosering
van wasmiddel) is het
programma onderbroken.
De onderbreking meerdere
malen worden herhaald,
totdat de vermindering
van schuim voldoende is.
Start het programma “Spoelen & Centrifugeren”,
met de optie Intensief Spoelen.
Neem de aanwijzingen van de
wasmiddelenfabrikant in acht.
Aanpassen en de functie “Doseerhulp” gebruiken.
Zorg ervoor dat het waterlter schoon is.
Lading in
onbalans
Onbalans in
wasbelading voorkwam
centrifugeercyclus, ter
bescherming van de
wasmachine
Indien u nat wasgoed wilt centrifugeren, dient
u meerdere stukken wasgoed van verschillende
afmetingen toe te voegen en “Spoelen &
Centrifugeren” te starten.
Voorkom kleine wasladingen met grote,
absorberende stukken wasgoed. Was stukken van
verschillende afmetingen samen.
ten minste drie seconden indrukken. Als daarna de
storingsmelding nog steeds aanhoudt, de waterkraan
afsluiten, de wasmachine uitschakelen en afkoppelen
en contact opnemen met onze klantenservice.
Aanduiding op bedieningspaneel Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Indicatie “Deur open” knippert De deur kan niet
vergrendeld worden
Stevig op de deur drukken in het gebied van
het deurslot, om het te goed te kunnen sluiten.
Daarna “Start (Pauze)” indrukken. Wanneer
het probleem zich blijft voordoen Aan/Uit ten
minste drie seconden ingedrukt houden.
46
Storingsindica-
tielampje gaat
branden
Berichtweer
-
gave
Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
FdL
(of F29)
De deur kan niet ontgren
-
deld worden.
Stevig op de deur drukken in het gebied van
het deurslot, daarna Aan/Uit ten minste drie
seconden indrukken.
Als de hete cyclus is geselecteerd, wachten tot
het is afgekoeld en nogmaals gedurende ten
minste 3 seconden Aan/Uit indrukken.
De wasmachine inschakelen. Als de storing
nog steeds wordt weergegeven, de mogelijke
oorzaak controleren en eventueel verwijderen,
zoals aangegeven voor de storing “Filter
reinigen”. Daarna de wasmachine opnieuw
inschakelen. Wanneer de deur niet wordt
ontgrendeld Aan/Uit ten minste 3 seconden
indrukken.
Als de deur nog steeds niet ontgrendeld wordt
de paragraaf “DEUR – HOE TE OPEN BIJ EEN
STORING” raadplegen. Wachten totdat het
water is afgekoeld voordat het water wordt
afgetapt / de deur wordt geopend (voor hete
wasprogramma's).
Bel service
F24
Teveel wasgoed voor een
programma met kleine
maximale belading
Het programma “Spoelen en Centrifugeren”
selecteren en starten, om het onderbroken
programma te voltooien.
Voorkom dat de wasmachine overbeladen
wordt. Neem de maximale laadruimte van de
programma's in acht, zoals aangegeven in de
programmatabel.
Te veel toevoerwater Draai de waterkraan dicht. Aan/Uit ten minste
3 seconden indrukken voor het afpompen van
water; wacht totdat de afvoerfase is beëindigd
Er verschijnt Einde op het display) wacht totdat
de afvoerfase is beëindigd Er verschijnt Einde
op het display).
Draai de waterkraan opnieuw open. – Als het
water onmiddellijk in de wasmachine stroomt
(zonder dat een programma is gestart), is er
een storing van een elektrisch onderdeel.
De waterkraan dichtdraaien, de wasmachine
uitschakelen en loskoppelen. Contact opnemen
met onze Consumenten Service.
Bel service
F02
Storing waterstop –
waterlekkage waargenomen
in de onderste lade.
Start/Pauze indrukken. Wanneer het probleem
zich blijft voordoen Aan/Uit ten minste drie
seconden indrukken. Als de fout zich blijft
voordoen, neem dan contact op met de
Consumenten Service.
Bel service
F04 tot
Storing van een elektrisch
onderdeel
De “Aan/Uit toets minstens 3 seconden
indrukken om de storing te resetten. Als het
probleem blijft aanhouden de wasmachine
uitschakelen, de waterkraan sluiten en
loskoppelen; Bel de klantenservice.
47
NL
DEUR – HOE TE OPEN BIJ EEN STORING,
OMDEWAS ER UIT TE HALEN
Voordat u de deur opent, zoals beschreven in
onderstaande paragraaf, de storing “De deur is
vergrendeld, met of zonder storingsindicatie,
en het programma wordt niet uitgevoerd”
raadplegen. De deur kan zichzelf ontgrendelen, na
omstandigheden zoals bijvoorbeeld wanneer een
stroomstoring zich niet meer voordoet.
Als u uw wasgoed meteen er uit wilt halen,
eerst proberen de deur te ontgrendelen, zoals
beschreven in STORING INDICATOREN EN
MELDINGEN (FdL of F29). Alleen als de deur niet
kan worden geopend, zoals beschreven in de
eerder vermelde paragraaf, gaat u verder zoals
hieronder beschreven.
Bij een stroomstoring zal de wasmachine verder
gaan waar het werd onderbroken, zodra er weer
stroom is.
Als er een storing optreedt op de wasmachine
en de deur is vergrendeld, maar u moet uw was
uitnemen:
1. Eerst het resterende water afpompen, zoals
beschreven in de paragraaf “Resterende water
afpompen
2. Verwijder de schroef met een
schroevendraaier.
3. Dan de band gemarkeerd met “Deur open”
naar beneden trekken. U kunt nu de deur openen
en uw wasgoed er uit halen..
4. Daarna de band opnieuw vastzetten
door de schroef stevig vast te draaien met de
schroevendraaier.
5. De plint opnieuw installeren
De wasmachine uitschakelen en loskoppelen. De
waterkraan dichtdraaien.
Wacht totdat de trommel is gestopt met draaien.
Open nooit de deur terwijl de trommel in
beweging is.
Wachten totdat het water en het wasgoed is
afgekoeld, bij het wassen op hoge temperaturen.
Altijd het water afpompen voordat u de deur
opent, ofwel door Aan/Uit ingedrukt te houden
totdat “rES” op het display verschijnt, of door
het handmatig te doen, zoals beschreven in de
paragraaf RESTEREND WATER AFPOMPEN.
48
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT
ALS DAARNA DE STORING ZICH NOG STEEDS
VOORDOET, NEEM DAN CONTACT OP MET DE
CONSUMENTENSERVICE
Bel het nummer dat in het garantieboekje
staat,ofvolg de instructies op de website
www.bauknecht.eu
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen door het raadplegen van de
paragraafPROBLEEMOPLOSSING.
2. Zet de wasmachine uit en weer aan om te
controleren of het probleem is opgelost.
Geef altijd
• Een korte beschrijving van de storing
• Model van de wasmachine (zie typeplaatje aan de
binnenkant van de deur)
• Servicenummer (op servicesticker aan de
binnenkant van de deur; nummer na 'Service')
• Uw volledige adres en telefoonnummer.
Maak gebruik van onze bevoegde
Consumentenservice, om zeker te zijn van goed
herstel en gebruik originele reserveonderdelen
voor eventuele reparaties.
Fabrikant:
Whirlpool Europe s.r.l. Socio Unico
Viale Guido Borghi 27
21025 Comerio (VA)
Italy
49
NL
1. 2.
12 mm - 0,47 inch
17 mm - 0,67 inch
xxxxxxx xxxxx
xxxxxxx xxxxx
50
4.
3.
2 cm - 0,7 inch
51
NL
6. 7.
5.
xxxxxxx xxxxx
xxxxxxx xxxxx
52
10.
8. 9.
max 2,5 cm
max 0,9 inch
1
2
53
NL
13.
11. 12.
54
14.
max 125 cm
49 inch
min 60 cm
24 inch
max 125 cm
49 inch
min 60 cm
24 inch
max 125 cm
49 inch
min 60 cm
24 inch
55
NL
15.
Type D xxx
..............
xxx V ~ xx Hz
xx A
W
IPX4
E
V
D
xxxx xxxx xxxx
Whirlpool Europe s.r.l.
Viale G.Borghi 27
21025 Comerio - Italy
16.
400010822490
001
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Bauknecht WA ECO 83106 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding