Documenttranscriptie

BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (FIG 1) A B C D E F G J K P Bovenste handvat Motorblok Overloopsensor Connector van het motorblok Connector van de kan Zijhandvat Niveau-indicator (MAX/MIN) binnen in de kan H Voedingsaansluiting I Kan Netsnoer Mes met 4 lemmeten Bedieningspaneel P1 Programma voor roomsoep P2 Programma voor soep met stukjes P3 Programma voor vruchtenmoes P4 Programma voor automatisch reinigen P5 Programma voor mixen P6 Controlelampje voor warmhouden P7 Starten of stoppen van programma’s GEBRUIK VAN HET APPARAAT • Reinig het apparaat volgens de reiningsaanwijzingen voordat u dit voor de eerste keer gebruikt. • Uw apparaat heeft 5 automatische programma’s die vanaf het bedieningspaneel worden bestuurd (P). Temperatuur (max) Bereidingstijd Mixen P1 – Roomsoep (fijne textuur) 100°C 23 min 5 x 20 s ON – 10 s OFF P2 – Soep met stukjes (textuur met stukjes) 100°C 25 min Zonder mixen P3 – Vruchtenmoes 100°C 20 min 2 x 3 s ON/ 5 s OFF, 2 x 10 s ON/ 5 s OFF Opwarmen 3 min 6 x 15 s ON – 15 s OFF Zonder mixen 4 min 5 x 25 s ON – 15 s OFF P4 – Automatisch reinigen P5 – Mixen NL 71 INGEBRUIKNAME • Houd met de ene hand de kan aan het zijhandvat vast, pak met de andere hand het bovenste handvat vast en til het motorblok weg (fig 1). • Doe de ingrediënten in de kan (fig 2). Tips: –– Doe altijd eerst de groenten in de kan en daarna de andere ingrediënten (rijst, vlees). –– Snijd de ingrediënten in blokjes van ongeveer 2 cm. –– Laat ingrediënten eerst ontdooien voordat u ze in de kan doet. • Voeg vervolgens water toe. Voor programma P1 en P2 moet het niveau strikt tussen het MAX- en MIN-streepje (fig 3) liggen. Voor programma P3 kunt u maximaal 800 gr fruit in de kan doen met minimaal 150 ml vocht. • Roer het vocht en de ingrediënten door elkaar (fig 4). • Zorg dat de twee connectoren (D en E) zich recht tegenover elkaar bevinden en plaats het motorblok terug op de kan (fig 5) • Steek de voedingsaansluiting in het zijhandvat en steek de stekker in het stopcontact (fig 6). • Alle functies knipperen nu. EEN PROGRAMMA STARTEN • Kies het gewenste programma door op de toets van dat programma te drukken (fig 7). Uitsluitend het gekozen programma knippert nu. • Druk nogmaals op de toets om het programma te starten. Het apparaat geeft een geluidssignaal af, de start-toets en die van het gekozen programma blijven verlicht tot aan het einde van het programma (fig 8). • Zodra het programma is afgelopen, geeft het apparaat een geluidssignaal af. Na het einde van programma P1, P2 en P3 blijft het apparaat gedurende 40 minuten automatisch in de warmhoudstand en gaat het warmhoudlampje branden (fig 9). Opmerkingen: U kunt een programma op elk moment beëindigen door opnieuw op de start/stop-knop te drukken. Als u programma onderbreekt door opnieuw op de start/stop-knop te drukken of het motorblok weg te nemen, moet u het programma opnieuw starten nadat u het apparaat gedurende 20 minuten heeft laten afkoelen. • Haal de stekker uit het stopcontact en het netsnoer vervolgens uit de kan. • Houd met de ene hand de kan aan het zijhandvat vast, pak met de andere hand het bovenste handvat vast en til het motorblok weg (fig 1). • U kunt nu de soep, smoothie of vruchtenmoes uitgieten in een kom. Tip: Voor een nog gladdere soep kunt u vervolgens het programma mixen (P5) kiezen. Om te leren omgaan met uw apparaat raden wij u aan om recepten uit het receptenboekje uit te proberen. 72 REINIGING VAN HET APPARAAT • Reinig uw apparaat vóór het eerste gebruik aan de hand van de hieronder beschreven reinigingscyclus: –– Open het apparaat (fig 1) en vul de kan met 1,2 liter warm kraanwater (tot aan het MAXniveau) (fig 3). –– Sluit het apparaat (fig 5) en steek de stekker in het stopcontact (fig 6). –– Kies het programma automatisch reinigen (P4) en start dit door op de start/stop-toets te drukken (fig 10). –– Er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat het programma is afgelopen. Open dan het apparaat (fig 1), schenk het water uit de kan en spoel de kan om (fig 11). • Het apparaat mag niet in een vloeistof worden ondergedompeld. Houd het motorblok (B) en de kan niet (I) onder stromend water. • Indien nodig kunt u de lemmeten van het mes onder de kraan afspoelen wanneer het apparaat is afgekoeld (fig 12). U kunt dan ook de binnenkant van de kan en het motorblok met een vochtige doek afnemen. • Mocht de kan dan nog niet helemaal schoon zijn, kunt u de kan vullen met water en wat afwasmiddel. Laat de kan een paar uur staan en reinig vervolgens de binnenkant met een schuursponsje. • Spoel de kan vervolgens om. • Wees voorzichtig wanneer u het motorblok wegneemt (B) en de scherpe lemmeten schoonmaakt. • Gebruik een vochtige doek om de buitenkant van het motorblok (B) en de wanden van de kan (I) te reinigen. Droog het apparaat vervolgens zorgvuldig af. • Doe geen afwasmiddel in de kan tijdens het “easy cleaning”-programma (de kan zou kunnen overlopen tijdens de reinigingscyclus). • Het apparaat is niet vaatwasmachinebestendig. • ADVIES: Bepaalde levensmiddelen kunnen de pan van uw apparaat bevlekken. Dit levert geen gevaar op voor uw apparaat of uw gezondheid. Om eventuele vlekken te verwijderen, doe water met een beetje van het middel dat u gewoonlijk voor uw vaatwerk gebruikt (1 tablet, vloeistof, poeder) in de pan van het apparaat. Laat gedurende een nacht weken. Wrijf vervolgens lichtjes met een spons totdat alle vlekken verdwenen zijn. NL 73 UW APPARAAT WERKT NIET. WAT NU? PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN De stekker zit niet in het stopcontact. Doe de stekker van het apparaat in het stopcontact. Zorg dat het netsnoer goed in het zijhandvat zit en de stekker goed in het stopcontact. Het motorblok (B) is niet goed aangebracht of is geblokkeerd. Haal een deel van de ingrediënten uit de kan. Zorg ervoor dat de inhoud het MAX-niveau niet overschrijdt en dat de ingrediënten gelijkmatig zijn verdeeld op de bodem van de kan. Het apparaat staat niet op een vlakke ondergrond, het apparaat staat niet stabiel. Zet het apparaat op een vlakke ondergrond stabiel neer. Te veel ingrediënten in de kan. Verminder de hoeveelheid ingrediënten. De overloopsensor (C) is vuil. Reinig de sensor (C). Te veel ingrediënten in de kan. Verminder de hoeveelheid ingrediënten. Er zijn te grove of te harde ingrediënten gebruikt. Maak de ingrediënten kleiner of verminder de hoeveelheid ingrediënten. Aandrijving stopt door overbelasting-beveiliging. Laat uw apparaat ten minste 20 minuten afkoelen en maak de ingrediënten kleiner of verminder de hoeveelheid ingrediënten Voeg vloeistof toe. Er is vocht in het apparaat gekomen. Laat het apparaat gedurende 24 uur drogen voordat u de stekker van het apparaat weer in het stopcontact steekt. Het apparaat werkt niet Overmatige trillingen De kan loopt over De bereiding is niet goed gemixt Het apparaat veroorzaakt kortsluiting 74 PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN Uw apparaat geeft constant geluidssignalen af en alle LED-lampjes knipperen Vuile overstromingssensor (C) Uw apparaat is uitgerust met een overloopsensor (C). De inhoud van de kan mag niet boven het MAX-niveau (fig 3) uitkomen. Te veel ingrediënten in de kan. Begin opnieuw en kies het juiste programma. U heeft niet het juiste programma gekozen. Start again, choosing the right programme. Niet genoeg of te veel vloeistof. Controleer of het vloeistofniveau zich tussen het MIN-en MAX-niveau voor P1 en P2 bevindt (fig 3). Zorg dat u voor P3 150 ml tot 300 ml vocht gebruikt. De inhoud is niet homogeen genoeg. Roer het vocht en de ingrediënten door elkaar (fig 4). U hebt melk in de kan warmgemaakt. Het soepapparaat is niet geschikt om melk in warm te maken. De bereiding is niet goed gelukt of vastgekoekt op bodem van de kan Werkt het apparaat nog steeds niet? Neem contact op met een erkend servicecentrum (zie de lijst in het serviceboekje). RECYCLING • Verwijdering van verpakkingsmateriaal en van het apparaat. De verpakking bestaat uitsluitend uit materialen die geen gevaar vormen voor het milieu en kunnen worden verwijderd overeenkomstig de geldende bepalingen voor recycling. Vraag voor het wegwerpen van het apparaat om inlichtingen bij de bevoegde dienst in uw gemeente. NL • Elektronische of elektrische producten aan het einde van hun levensduur: Wees vriendelijk voor het milieu! Uw apparaat bevat veel materialen die geschikt zijn voor hergebruik of recycling. Breng het naar een verzamelpunt voor verwerking. De Europese Richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) bepaalt dat elektrische apparaten niet met het gewone huisvuil mogen worden meegegeven. Afgedankte apparaten moeten gescheiden worden ingezameld om het recyclen en herwinnen van de daarin gebruikte materialen te optimaliseren en potentiële schade voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. 75