CASTOR CWM1200I Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING NOTICE D'UTILISATION
WASAUTOMAAT
LAVE-LINGE
CWM 1000 I
CWM 1200 I
CWM 1400 I
2
UW NIEUWE WASAUTOMAAT
Deze nieuwe wasmachine voldoet aan alle eisen voor
een moderne behandeling van uw wasgoed, met
besparing van water, stroom en wasmiddel.
De temperatuurregelaar staat een nauwkeurige
temperatuurkeuze toe, afhankelijk van het type en
de vuilgraad van het wasgoed.
De automatische sopafkoeling boven 60°C voor
het afpompen voorkomt dat kunststof
afvoerbuizen vervormen.
Het speciale wolprogramma wast uw wolwas,
dankzij de heel delicate trommelbeweging, veilig
en zonder krimpen.
Tips voor zuinig wassen
De programma’s zonder voorwas zijn bedoeld voor
normaal vuil wasgoed. Ze besparen wasmiddel en
water in vergelijking met een programma met
voorwas.
U wast het zuinigst met een volle trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
AFDANKEN
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van
het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet
onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder
de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het
oude apparaat ophaalt of waar u het moet
bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat het
apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt.
Alle met deze symbool gemerkte materialen
zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder bezwaar
bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE< voor polyethyleen
>PS< voor polystyreen
>PP< voor polypropyleen
Wij adviseren u, het karton in een container voor
oud papier te deponeren.
INHOUD
3
NEDERLAND
S
Waarschuwingen 4
Beschrijving van de machine 5
Installatie 6
Transportbeveiliging 6
Plaatsen 6
Watertoevoer 7
Waterafvoer 7
Elektrische aansluiting 7
Vóór het in gebruik nemen 7
Technische gegevens 8
Gebruik 9
Bedieningspaneel 9
Beschrijving van de bedieningselementen 10
Adviezen en tips voor het wassen 11
Was niet te lang opsparen 11
Sorteren 11
Temperaturen 11
Hoeveel wasgoed in de trommel? 11
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 11
Welke wasmiddelen gebruiken? 12
Traditionele poeder-wasmiddelen 12
Vloeibare wasmiddelen 12
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 12
Wasverzachter 12
Waterontharder 13
Adviesprogramma’s 14-15
Textielbehandelingssymbolen 16
Volgorde van handelingen 17
Onderhoud 18
De buitenkant 18
De wasmiddelhouder 18
Voorzorgsmaatregelen bij vriestemperaturen 18
Het toevoerfilter 18
Het afvoerfilter 19
Eenvoudige storingen 20
4
WAARSCHUWINGEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat
behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of
verkocht worden, of zou het apparaat in het huis
van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de
nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en
de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen
beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en
andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen
te hebben, alvorens u het apparaat installeert
en/of in gebruik neemt.
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het
apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u
het apparaat installeert en/of in gebruik neemt,
direct aan uw leverancier.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik
zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van
het apparaat zolang het in werking is.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan
het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn
van het niet of niet geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie
of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet
voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen
niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in
de wasautomaat gewacht worden tot het artikel
volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg
zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-,
inkt-,
roest- en grasvlekken. Was bh’s met beugels
niet in de wasautomaat.
Objecten zoals munten, veiligheidsspelden,
naalden, spijkers, schroeven en andere harde of
scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote
dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst
of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval
is, laat de machine dan eerst het water afpompen.
Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de
trommel van de wasautomaat (voorlader) te
kruipen. Hebt u zo’n huisdier, controleer dan eerst
en sluit daarna pas de vuldeur.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter
voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
steker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Service - Reparaties
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd worden,
kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg
ELGROEP SERVICE.
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
5
NEDERLAND
S
01 Wasmiddelhouder
02 Programmakaart
03 Controlelampje “lichtnet”
04 AAN/UIT-toets
05 Functietoetsen
06 Temperatuurregelaar
07 Programmakeuzeknop
08 Deurhandgreep
09 Afvoerfilter
10 Verstelbare voetjes
Wasmiddelhouder
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
60°- 95°
60°- 95°
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
A
B
B
C
C
D
F
G
H
H
J
K
L
M
N
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
30°- 40°
öko
CWM 1400 I
8
9
2
4
13567
2 4
10
60°- 95°
60°- 95°
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
A
B
B
C
C
D
F
G
H
H
J
K
L
M
N
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
30°- 40°
öko
CWM 1200 I
13
567
8
9
C0026
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
Schroef met de meegeleverde sleutel de rechter
schroef aan de achterkant van de machine los.
Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van
de machine en het plakband waarmee de 2 plastic
zakken aan de voorkant van het apparaat bevestigd zijn.
Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de
machine, terwijl hij naar het midden van de machine
getrokken wordt.
Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine.
Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige
schroeven uit de achterwand.
Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten
waar de schroeven in zaten.
Dicht de vrijgekomen gaten af met de meegeleverde
stopsels. U vindt deze stopsels op de achterkant van
de machine.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat
versterken, over tenminste twee draagbalken. De
verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele
centimeters buiten de machine steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken. Raadpleeg uw
leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich
binnen het bereik van de machineslangen en het
aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
6
INSTALLATIE
P0255
P0234
P0233
2
1
P0256
P0020
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
7
NEDERLAND
S
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat
vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de
wastrommel en de kuip verwijderd worden.
Programma: bonte was 60°C, met een halve
maatbeker wasmiddel.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel
van het in- of uitdraaien van een of twee van de
verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat,
stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan
circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de
voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer
belangrijk. Draai, na het waterpas stellen, de
contramoeren van alle vier de voetjes stevig tegen de
machinebodem. Gebruik hiervoor een
schroevendraaier.
Watertoevoer
Draai de wartel van de toevoerslang stevig op de 3/4"
schroefdraad van de kraan.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de
slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen verdraaid
worden. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor
zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende
water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de
bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak
in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op
tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter
moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de vloer
en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog lopen.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en steker met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact
met (aangesloten en functionerende) aardcontacten;
de machine dient deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten «vaste aansluiting» gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
A
P0003
P0022
P0023
P0021
P0254
P0509
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade
of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan
bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
8
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 57 cm
Netspanning/-Frequentie 220-230 V / 50 Hz
Aansluitwaarde 3250 W
Zekeren met minimaal 16 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 05 N/cm
2
maximum 80 N/cm
2
Maximum vulgewicht Katoen 4,5 kg
Synthetica 2 kg
Fijne was 2 kg
Wol 1 kg
Centrifugeertoerental maximum 1400/min. (CWM 1400 I)
1200/min. (CWM 1200 I)
1000/min. (CWM 1000 I)
Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
9
NEDERLAND
S
GEBRUIK
Bedieningspaneel
1 Programmakaart
2 Controlelampje “lichtnet”
3 Toets “AAN/UIT”
4 Toets “verlaagde centrifugeertoerental”
5 Toets “half-volle belading”
6 Toets “intensief spoelen” (alleen voor CWM 1400 I)
7 Toets “energie besparen”
8 Draaiknop voor temperatuurkeuze
9 Draaiknop voor programmakeuze
60°- 95°
60°- 95°
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
A
B
B
C
C
D
F
G
H
H
J
K
L
M
N
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
30°- 40°
CWM 1400 I
öko
1
23
4
56
78 9
60°- 95°
60°- 95°
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
A
B
B
C
C
D
F
G
H
H
J
K
L
M
N
40°- 60°
40°- 60°
30°- 40°
30°- 40°
30°- 40°
CWM 1200 I
öko
1
2
3457 8 9
10
Beschrijving van de
bedieningselementen
1 Programmakaart
De programmakaart bevindt zich op het front van de
wasmiddelhouder.
2 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het
programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit
door nogmaals indrukken van deze toets.
3 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
4 Toets “verlaagde
centrifugeertoerental”
Door deze toets in te drukken verlaagt u het
centrifugeertoerental als volgt:
voor katoen en linnen:
- van 1200 resp. 1000/min tot 650/min
- van 1400/min tot 1050/min
voor synthetica, fijne was en wol (programma M):
- van 650/min tot 450/min voor CWM 1200 I
en CWM 1000 I
- van 650/min tot 550/min voor CWM 1400 I.
5 Toets “half-volle belading”
Door het voortijds indrukken van deze toets spoelt de
machine bij de programma’s voor katoen en linnen
met minder water.
Wij adviseren u de toets in te drukken als de trommel
minder dan half vol is.
6 Toets “intensief spoelen”
(alleen voor CWM 1400 I)
Bij de programma’s voor katoen en linnen spoelt de
machine 3 keer.
Bij voortijds indrukken van deze toets zal de machine
4 keer in plaats van 3 keer spoelen.
Een extra spoelgang kan gewenst zijn in gebieden
met zeer zacht water of bij allergie voor bepaalde
chemische bestanddelen, zoals deze in wasmiddelen
voorkomen.
7 Toets “energie besparen”
Door het voortijds indrukken van deze toets bij de
programma’s B,C resp. H en het kiezen van een
lagere soptemperatuur (zie programma-tabel)spaart u
aanzienlijk op het energieverbruik. De wastijd is
automatisch even lang als bij een hogere
temperatuurkeuze.
8 Draaiknop voor temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling kiest u
de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen. U kunt ook met de
temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen,
door de knop op in te stellen.
9 Draaiknop voor programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom draaiend,
het gewenste programma.
11
NEDERLAND
S
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij
u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de
maximaal toegestane belading van de trommel niet te
overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet,
is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere
manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
Halfvolle of iets meer dan half-volle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
“kreukherstellende stoffen” vallen onder synthetica.
Eenderde van de trommel voor fijnwas en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Voor synthetica, mengsels en fijnwas is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen
we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.
Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen
uit borst- en broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde
oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel.
Adviezen en tips voor
het wassen.
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is
want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel
niet in de krachtige katoen-programma’s mag
wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst
een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/
katoen, vallen onder «synthetica».
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder «fijnwas».
Het wolwasprogramma is een speciaal programma
voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten
en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze
krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor witte- of kookecht-gekleurd katoen en
linnen, zoals beddegoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak “kookwas”
genoemd.
60°C: voor normaal vuile kookwas, voor
lichtgekleurde bontwas en voor witte- en
lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze tempertuur ten eerste als dit door het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil
is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon
wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel
zondermeer op 40°C gewassen mag worden, zult u
op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C
tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijnwas, is dat
vaak het geval.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te
houden.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere harde
materialen behoren niet in de wasautomaat; zij
kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat.
12
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of
een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan
gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine,
wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw was- of droogautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in de
machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant
van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let
daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het
waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna
uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook
nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij
een klein wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas,
bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fijnwas-
middelen, machine-wolwasmiddelen en biologische
voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u
geen voorwas doet, direct in het vakje voor het
hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine
starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Gebruik, omdat uw nieuwe machine ook (heet) kan
drogen nooit een doseerbol of andere
doseermiddelen welke door de hitte kunnen
smelten.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s,
MICRO’s en dergelijke).
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard
past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze
wasmiddelen minder nodig hebt.
Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem
voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en
zonder verspilling verdeeld wordt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt
dan niet statisch (knetteren, kleven).
Houdt u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of
de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
13
NEDERLAND
S
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U
ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Bereik
1
2
3
4
zacht
middelmatig
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
00-15
16-25
26-37
meer dan 37
Eigenschap
Duitse
schaal
Franse
schaal
Waterhardheid
14
(* ) Verbruik bij 60°C programma en 4,5 kg katoenen wasgoed:
Water (liters) 68
Energie (kWh) 1,2
Tijdsduur (min.) 120
Deze gegevens gelden voor het verbruiksetiket, volgens EEC norm 92/75.
Wasprogramma’s voor katoen en linnen
Maximum belading: 4,5 kg
Programma-
knop op
A
Temp.
(°C)
Programma
voor
Korte beschrijving
Eventuelle
aanvullende
functies
60°- 95°
Kookwas met
voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 60°-95°C
Spoelen
Lang centrifugeren
B
60°- 95°
Kookwas
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 60°-95°C
Spoelen
Lang centrifugeren
B +
40°- 60°
E-Kookwas
(licht tot normaal vuil)
Wassen 40°-60°C
Spoelen
Lang centrifugeren
C (*)
40°- 60°
Bontwas
(normaal vuil)
Wassen 40°-60°C
Spoelen
Lang centrifugeren
C +
30°- 40°
E-Bontwas
(licht tot normaal vuil)
Wassen 30°-40°C
Spoelen
Lang centrifugeren
D
Spoelen Spoelen met wasverzachter
Lang centrifugeren
F
Centrifugeren
Afpompen en lang centrifugeren
(alleen CWM 1400 I)
15
NEDERLAND
S
Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen indien het
wasgoed niet direkt na het beëindigen van het programma uit de machine zou worden genomen. Om het water af
te pompen kiest u het programma M of N.
Wasprogramma’s voor synthetica, fijne was en wol
Maximum belading: 2 kg, wol 1 kg
Programma-
knop op
G
Temp.
(°C)
Programma
voor
Korte beschrijving
40°- 60°
Synthetica
met voorwas
(erg vuil)
Voorwassen 40°C
Wassen 40°- 60°C
Spoelen
Spoelstop
H
40°- 60°
Synthetica
zonder voorwas
(normaal vuil)
Wassen 40°- 60°C
Spoelen
Spoelstop
H +
30°- 40°
E-Synthetica
(licht tot normaal vuil)
Wassen 30°- 40°C
Spoelen
Spoelstop
J
30°- 40°
Fijne was
Wassen 30°- 40°C
Spoelen
Spoelstop
K
30°- 40°
Wol
Wassen 30°- 40°C
Spoelen
Spoelstop
L
Spoelen Spoelen met wasverzachter
Spoelstop
M
Kort centrifugeren
Afpompen en kort centrifugeren
N
Afpompen
Eventuelle
aanvullende
functies
16
Textielbehandelingssymbolen
TEXTIELBEHANDELINGSSYMBOLEN
«Plak op uw
wasmachine»
«Plak op uw
wasmachine»
40
40
40
60
60
95
95
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
De getallen in de tobben geven de hoogst toelaatbare temperaturen aan: deze niet overschrijden.
Tot de gewone wasprogramma's behoren ook E-, spaar- en halve wasprogramma's.
Anti-kreukprogramma's: voor artikelen die synthetische vezels bevatten en/of kreukherstellend zijn gemaakt; machine
beladen met de helft van het maximale gewicht. Handwas lauw of koud.
Wolwas in de machine: uitsluitend Superwash en alleen met door het internationaal Wol Secretariaat (IWS) goedgekeurde
programma's. Belading:
1
/
3
tot
1
/
4
van het maximale gewicht.
Artikelen met P of F in de cirkel kunnen meestal niet worden ontvlekt met tetra of tri.
De letters zijn vooral bestemd voor de chemisch reiniger. Zij geven het te gebruiken oplosmiddel aan. Reiniging met F is nauwelijks mogelijk.
De streep onder de cirkel betekent: lichte belading, hoge vlotverhouding, weinig mechanische beweging, korte reinigings, -spoel- en
centrifugeertijden; en vooral: geen water toevoegen.
Koud bleken met bleekwater of geconcentreerd chloorbleekmiddel in verdunde oplossing mogelijk
Niet mogelijk
Niet strijkenLauw strijkenWarm strijken
Hittegevoelige textiel
Heet strijken
Gewone reiniging
Normale textiel
Speciale reiniging Niet chemisch reinigen
Niet drogen in droogtrommel
De punten verwijzen naar de punten op de regelknop van het strijkijzer.
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Gewoon
programma
Anti-kreuk-
programma
Wolwas-
programma
Alleen snelle
handwas
Niet wassen,
ook niet weken
WASSEN
BLEKEN
STRIJKEN
CHEMISCH
REINIGEN=
STOMEN=
DRY CLEANING
TROMMEL-
DROGEN
A
P
F
P
F
Meer informatie in het boekje «Textiel ABC», te verkrijgen door overmaking van f 15,36 op gironummer 666402 van VTWS, Delft. Telefoon (015) 61 12 05
17
NEDERLAND
S
Doe het wasgoed in de trommel
Open de vuldeur . Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
Doe wasmiddel in het vakje
Trek de wasmiddelhouder uit het bedieningspaneel tot
hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch
voorwasmiddel in het vakje .
Doe, eventueel, wasverzachter in het
vakje
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het nivo MAX niet.
Kies, indien gewenst, extra functies.
Stel de temperatuur in
Draai de knop voor de temperatuurregeling op de
gewenste temperatuur.
Kies het gewenste programma
en start de machine
Draai de programmaknop rechtsom op het gewenste
programma.
Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnetcontrolelampje
licht op en de machine start.
De machine is klaar
De machine stopt automatisch.
Heeft u de machine een programma met spoelstop
laten doen, dan moet het laatste spoelwater door het
kiezen van het programma M of N afgepompt worden.
Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te
openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling
nodig om te ontgrendelen.
Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te
drukken. Het lichtnet-controlelampje gaat uit.
Volgorde van handelingen
C0025
C0024
M0023
B
T0003
M0011
95
Draai de kraan dicht en neem de steker uit het
stopcontact of trek de badkamertrekschakelaar op
UIT.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de
machine uit kan dampen.
18
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, in te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken,
verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan
zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
Voorzorgsmaatregelen bij
vriestemperaturen
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
- Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
- Stel een willekeurig wasprogramma in en zet de
machine enkele seconden lang aan.
- Leg het uiteinde van de afvoerslang in een kom en
laat de machine enkele seconden lang afpompen.
- Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wil gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger
dan 0°C is.
Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Trekt u het filter uit z’n behuizing.
Reinig het met een borsteltje en plaats het weer terug.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
ONDERHOUD
C0023
P0038
P0041
C0027
19
NEDERLAND
S
Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van
grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal
onherroepelijk programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het
filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
P0011
P0132
P0133
P0040
20
EENVOUDIGE STORINGEN
Het centrifugeren begint traag
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in
werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de
draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en
het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt
is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet
u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen
en opnieuw het centrifugeerprogramma kiezen.
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer en zijn de
contramoeren goed tegen de machinebodem
gedraaid?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
De deur kan niet geopend worden
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld?
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
raadpleegt u dan de servicedienst.
Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de
servicedienst zal u er om vragen.
De machine start niet
Kijk of u de vuldeur goed gesloten hebt.
Kijk of de betreffende groepzekering heel is.
Kijk of u de programmaknop juist ingesteld en de
AAN/UIT-toets ingedrukt hebt.
De machine neemt geen water op:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfiltertje verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de afvoer
weer uit:
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich
op een te laag punt, ten opzichte van de vloer
waarop de machine staat. Raadpleeg het betref-
fende hoofdstuk.
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Programma met spoelstop gekozen?
Er ligt water op de vloer:
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt?
Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt
u dus even of de slang nat is.
Is de wasmiddelhouder schoon?
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de machine overladen?
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
P0042
Typeplaatje
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

CASTOR CWM1200I Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren