Schwinn IC7 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 3
Waarschuwingsklevers / Serienummer 5
Specicaties 6
Voorafgaandaandemontage 6
Onderdelen 7
Montagemateriaal 8
Gereedschap 8
Montage 9
Schoenklemmen (schoenplaatjes) installeren 13
Het toestel nivelleren 14
Verplaatsen en opslaan van het toestel 14
Kenmerken 15
Noodstop 16
Consolekenmerken 16
Op afstand bediende hartslagmonitor 17
Schoenklemmen (schoenplaatjes) 18
Bedieningen 19
Afstellingen 19
Opstarten 21
Bewerkingsmodus 21
Maateenheden wijzigen (Engelse maten/
metrische maten) 21
Onderhoud 22
Batterijen van de console vervangen 23
Controleren van de riemspanning 23
Onderhoudsonderdelen 24
Problemen oplossen 25
Nautilus, Inc., www.nautilusinternational.com | Nautilus, Inc., 18225 NE Riverside Parkway, Portland, OR 97230 VS | © 2017
Nautilus, Inc. | ® verwijst naar handelsmerken die in de Verenigde Staten zijn geregistreerd. Deze merken mogen in andere landen
worden geregistreerd of anderszins worden beschermd door het gemeen recht. Schwinn, het Schwinn Quality-logo, IC7, Nautilus,
BowexenUniversalzijnhandelsmerkenineigendomvanofinlicentiegegevenaanNautilus,Inc.Polar®enOwnCode®zijn
geregistreerde handelsmerken van hun rechthebbenden.
INHOUDSOPGAVE
Bewaar het oorspronkelijke aankoopbewijs en noteer de volgende informatie om de
garantieondersteuning te valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale distributeur om uw productgarantie te registreren.
Als u vragen hebt of problemen ondervindt met uw product, neem dan contact op met uw lokale
Schwinn
®
-distributeur.
Om uw lokale distributeur te vinden gaat u naar: www.nautilusinternational.com
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat moeten altijd enkele fundamentele voorzorgsmaatregelen worden
nageleefd, zoals:
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
Lees aandachtig de montage-instructies. Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding
voor later gebruik.
Houd omstanders en kinderen te allen tijde uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren bent.
Plaats de batterijen pas in het toestel wanneer dit in de montagehandleiding gevraagd wordt.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder omstanders in gevaar te
brengen.
Sommige onderdelen van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp in van een tweede
persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk hanteerbare onderdelen zonder de
hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van het toestel in gevaar
kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u reserveonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserveonderdelen en montagemateriaal die
door Nautilus geleverd zijn. Als u geen originele reserveonderdelen gebruikt, dan kan dit een risico inhouden voor de
gebruikers, het toestel verhinderen om correct te werken en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet of stel het niet in werking totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte
werking in overeenstemming met de gebruikershandleiding.
Lees voor de eerste ingebruikneming aandachtig de volledige handleiding die bij dit toestel is meegeleverd. Bewaar de
handleiding voor later gebruik.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Verkeerde montage kan leiden tot lichamelijke letsels of
onjuiste werking.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een gegeven
moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact op met uw lokale
distributeur om de klevers te vervangen.
Laat geen kinderen toe in de buurt van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere voorzieningen van het toestel
kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 14 jaar.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
Controleer voor elk gebruik of het toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Gebruik het
toestel niet als u een probleem vaststelt. Controleer het zadel, de pedalen en de crankarmen grondig. Neem contact
op met uw lokale distributeur voor informatie over een eventuele reparatie.
• Maximalegebruikersgewicht:136kg.Gebruikhettoestelnietwanneerumeerweegt.
Dit toestel is alleen geschikt voor thuisgebruik.
4
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw vingers of andere
voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van het trainingstoestel.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Maak de pedalen stabiel voordat u erop gaat staan. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van het toestel.
Bij onderhoud zorgt u ervoor dat het toestel niet meer op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen. Houd de pedalen schoon en droog.
• Bewaaraanbeidezijdenvanhettoesteleenvrijeruimtevantenminste0,6m.Ditisdeaanbevolenveiligheidsafstand
voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Houd omstanders buiten deze
ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de voorschriften in deze
handleiding.
Voer alle regelmatige en periodieke onderhoudsprocedures uit die in de gebruikershandleiding worden aanbevolen.
• Umaggeenvoorwerpenineenopeningvanhettoestelstekenoflatenvallen.
Verstel en bevestig alle verstelbare onderdelen op een correcte en veilige manier. Zorg dat de verstelbare onderdelen
de gebruiker niet kunnen raken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te voorkomen.
Houd de batterijen uit de buurt van warmtebronnen of hete oppervlakken.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar. Verwijder lege batterijen en breng ze naar een inzamelpunt voor
een veilige verwerking.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door elkaar.
Kortsluit de aansluitklemmen op de batterijen niet.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met een verminderd lichamelijk, zintuiglijk of
mentaal vermogen, of personen zonder kennis over en ervaring met dit toestel, tenzij dit gebruik plaatsvindt onder het
toezicht van, of nadat men is geïnstrueerd over het gebruik van het toestel door, iemand die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Verlaag het tempo om de pedalen langzaam tot stilstand te brengen. Stap niet af voordat de pedalen volledig
stilstaan. Denk eraan dat bewegende pedalen tegen de achterkant van uw benen kunnen slaan.
5
WAARSCHUWINGSKLEVERS EN SERIENUMMER
Productspecicatie
Serienummer
6
SPECIFICATIES
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren en gebruiken. Voor een veilige werking moet het toestel op een harde en
vlakkeondergrondwordengeïnstalleerd.Voorzieeentrainingsruimtevanminimaal2,5mx1,8m.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het monteren van uw toestel:
Lees aandachtig de 'Belangrijke veiligheidsvoorschriften'
voor de montage.
Verzamel alle onderdelen die u nodig hebt bij iedere
montagestap.
Met behulp van de aanbevolen moersleutels draait u de
bouten en moeren naar rechts (met de klok mee) om
aan te spannen en naar links (tegen de klok in) om los
te draaien.
Wanneer u twee onderdelen aan elkaar vastmaakt, heft
u de onderdelen voorzichtig op en kijkt u door de bout-
gaten. Op die manier kunt u de bout gemakkelijker door
de gaten steken.
Voor de montage zijn twee personen nodig.
Maximale gebruikersgewicht:136kg
Totale benodigde ruimte (voetafdruk) van het toestel:2622cm2
Gewicht van het toestel: 46kg
Afmetingen: 123,7cmx53,9cmx126,6cm
Stroomvoorziening: 2AA-batterijen(SUM3)
Werkspanning: 3 V DC
Specicaties
Zet dit toestel NIET bij het afval. Het toestel moet worden gerecycled. Volg de voorgeschreven methoden op een
erkend afvalinzamelcentrum om dit product correct te recyclen.
0.6m
24”
1.8m
69”
2.5m
97”
0.6m
24”
0.6m
24”
0.6m
24”
7
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Hoofdframe 7 1 Pedaal, rechts
2 1 Stabilisatiesteun, vooraan 8 1 Pedaal, links
3 1 Stabilisatiesteun, achteraan 9 1 Bidonhouder
4 1 Zadelpen 10 1 Console
5 1 Zadel 11 2 AA-batterijen(SUM3)
6 1 Stuur 12 2 Schoenklemmen (schoenplaatjes)
ONDERDELEN
1
2
3
7
8
5
4
10
6
9
12
11
8
Gereedschap
Meegeleverd
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
#2
13 mm
14 mm
15 mm
6mm
Item Aantal Omschrijving
A 2 Verstelhendel, stuur/zadel
B 2 Vlakke sluitring, M10 Breed
C 1 Verstelhendel, stuurpen
A B C
9
1. Bevestig de stabilisatiesteunen aan het hoofdframe
Opmerking: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en zit dus niet in het zakje met montagemateriaal. Als er in
de beugel van de stabilisatiesteun een buis vooraf is geïnstalleerd, verwijder en leg deze dan veilig opzij.
MONTAGE
2. Bevestig het zadel op de zadelpen en het frame
NB: Controleer of de verstelknop (4a) zich vastzet in de gaten van de zadelpen.
1
2
3
*
*
*
X4
5
4
A
B
4a
10
3. Plaats het geassembleerde stuur in het frame
NB: Controleer of de verstelhendel (C) zich vastzet in de gaten van de stuurpen.
6
B
A
C
11
4. Bevestig de pedalen aan het gemonteerde frame
Opmerking: Het linkerpedaal is voorzien van een omgekeerde schroefdraad. Zorg dat de pedalen aan de juiste kant
van de fiets worden bevestigd. De richting moet worden bepaald vanuit een zithouding op de fiets. Het linkerpedaal is
gemarkeerd met een 'L'; het rechterpedaal met een 'R'.
5. Bevestig de bidonhouder aan het stuur
Opmerking: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en zit dus niet in het zakje met montagemateriaal.
9
*
X3
8
7
12
6. Plaats de batterijen in de console
Opmerking:VoordeconsolehebtuAA-batterijen(SUM3)nodig.Houdrekeningmetdeplus-/minindicatiesinhetbat-
terijvak.
!
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door
elkaar.
7. Sluit de console aan en bevestig hem
NB: Verwijder de vooraf geïnstalleerde schroeven(*) uit de achterkant van de console voordat u de kabel aansluit. Krimp
de kabel niet.
+
-
X2
10
11
10
X4
#2
*
13
8. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de onderdelen correct gemonteerd zijn.
Noteer het serienummer in het daarvoor bedoelde veld vooraan in deze handleiding.
Gebruik het toestel niet of stel het niet in werking totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op cor-
recte werking in overeenstemming met de gebruikershandleiding.
Installeren van schoenklemmen (schoenplaatjes) op etsschoenen (optioneel
accessoire)
Opmerking: De schoenplaatjes passen op zowel het rechter- als het linkerpedaal.
Benodigd gereedschap: tang, inbussleutel van 4 mm
1. Verwijder de rubberen afdekking aan de onderkant
vandeetsschoenmetbehulpvaneentang,zodatde
montagegaten voor het schoenplaatje bloot komen te
liggen.
Opmerking: Deze stap is mogelijk niet nodig,
afhankelijk van het schoentype.
2. Verwijder de inlegzool en zet de moer van het
schoenplaatje in positie boven de ovale gaten in de
schoen.
Opmerking: Deze stap is mogelijk niet nodig,
afhankelijk van het schoentype.
3. Zet langs de onderkant van de schoen een
schoenplaatje in positie boven de montagegaten, en
vervolgens ook een schoenplaatadapter. Zorg dat
de enkele pijl op het schoenplaatje naar de punt van
de schoen wijst. Haal de montagebouten van het
schoenplaatje aan (2,5 Nm).
4. Het schoenplaatje heeft een verstelbereik van 20 mm
van voren naar achteren en van 5 mm van links naar
rechts. Oefen het vast- en losklikken op het pedaal
slechts met één schoen tegelijk. Stel het schoenplaatje
verder af om de beste positie te vinden.
5. Haal de montagebouten van het schoenplaatje volledig
aan(5-6Nm)metbehulpvaneeninbussleutelvan4
mm.
4 mm
SR-168
14
VOORDAT U VAN START GAAT
Het toestel nivelleren
Het toestel moet worden genivelleerd als de trainingsruimte oneffen is. Aan weerszijden van de stabilisatiesteunen bevin-
den zich stelpootjes. Til de stabilisatiesteun lichtjes op om de verstelknop te ontlasten en draai vervolgens aan de knop
om de stabilisatievoet te verstellen.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, zodat ze niet loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou
lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
Zorg dat het toestel waterpas staat en stabiel is voordat u begint te trainen.
Verplaatsen en opslaan van het toestel
Omdeetsteverplaatsentrektuhetstuurvoorzichtignaaruterwijludevoorkantvandeetsomlaagduwt.Duwdeets
naar de gewenste plaats.
NB: Wees voorzichtig wanneer u het toestel verplaatst. Abrupte bewegingen kunnen de werking van de computer
beïnvloeden.
Verwijder de batterijen voor een veilige opslag van het toestel. Bewaar het
toestel op een veilige plaats, uit de buurt van kinderen en huisdieren.
15
A Console L Pedaal met voethouder
B Geassembleerd stuur M Vliegwiel
C Verstelhendel, stuurschuifmechanisme N Reminrichting
D Verstelhendel, stuurpen O Afdekking, aandrijfriem
E Verstelknop rem/weerstand P Voorste stabilisatiesteun
F Zadel Q Transportwiel
G Zadelschuifmechanisme R Batterijvak
H Verstelhendel, zadelschuifmechanisme S Telemetrische hartslagontvanger (HR)
I Verstelhendel, zadelpen T Bidonhouder
J Achterste stabilisatiesteun U Schoenklemmen (schoenplaatjes)
K Stelpootje
KENMERKEN
WAARSCHUWING! Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten
uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen ter informatie
worden gebruikt. Overmatig trainen kan ernstig letsel of de dood veroorzaken. Staak de training onmiddellijk als
u zich zwak voelt.
M
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
N
O
P
Q
K
T
U
R
S
16
Consolefuncties
De console verstrekt informatie over uw training op
de displayschermen.
Toetsenblokfuncties
MODUS-toets-Hiermeeselecteertufunctiesom
waarden te bewerken (trainingsdoel instellen).
RESET-toets - Hiermee reset u TIJD, AFSTAND en
CALORIEËN. Houd deze toets 3 seconden ingedrukt
om de console opnieuw op te starten.
- Druk op deze toets om de waarde te verhogen.
- Druk op deze toets om de waarde te verlagen.
De console maakt een geluidje wanneer een toets
wordt ingedrukt.
Programmagegevensdisplay
Gemiddeld RPM-bereik
Het displayveld RPM-bereik geeft de huidige gemiddelde omwentelingen per minuut (RPM) weer. Naarmate het toerental
toeneemt, gaan er meer indicatielampjes branden om het hogere toerentalbereik aan te geven. De bereiken zijn: 1-29,
30-59en60-120.
TIJD (TIME)
Het TIME-displayveld toont de tijd vanaf het begin tot het eind van de training. Om een tijdsdoel in te stellen voor de trai-
ningdruktuopMODUStotdathetTIME-veldknippert.Gebruikdepijltjestoetsenomhettijdsdoel(minuten)aantepas-
sen. Tijdens de training wordt op het display de resterende tijd weergegeven. Wanneer er volledig is afgeteld, maakt de
console een waarschuwingsgeluidje.
Demaximaletijdis99minutenen59seconden.
CALORIEËN (CALORIES)
Het CALORIES-displayveld toont het geschatte totale aantal calorieën vanaf het begin tot het eind van de training.
OmeencaloriedoelintestellenvoordetrainingdruktuopMODUStotdathetCALORIES-veldknippert.Gebruikde
pijltjestoetsen om de calorieën aan te passen. Tijdens de training wordt op het display het resterende aantal calorieën
weergegeven. Wanneer er volledig is afgeteld, maakt de console een waarschuwingsgeluidje.
Demaximalecaloriewaardeis999,9Kcal.
SNELHEID/TOERENTAL (SPEED/RPM)
Het SPEED/RPM-displayveld toont de huidige omwentelingen per minuut (RPM) of de berekende snelheid van de gebrui-
ker. In SCAN-modus worden RPM en SPEED afwisselend weergegeven.
DemaximaleSNELHEIDis99,9km/h.
Noodstop
Om de pedalen onmiddellijk te stoppen duwt u hard op de rem-/weerstandsverstelknop.
TIME SCAN
SPEED RPMCALORIES
DISTANCE PULSE
RESETTEN
MODUS
Gegevens-
display
Gemiddelde
RPM
<120
<60
<30
17
AFSTAND (DISTANCE)
Het DISTANCE-displayveld toont de afstand vanaf het begin tot het eind van de training. Om een afstandsdoel in
testellenvoordetrainingdruktuopMODUStotdathetDISTANCE-veldknippert.Gebruikdepijltjestoetsenomde
afstand aan te passen in stappen van 0,5 km (of mijl). Tijdens de training wordt op het display de resterende afstand
weergegeven. Wanneer er volledig is afgeteld, maakt de console een waarschuwingsgeluidje.
Demaximaleafstandswaardeis99,99.
De standaardeenheid voor afstand is kilometer (K). Om voor het starten van een training over te schakelen tussen kilome-
ter en mijl houdt u de pijltjestoetsen Omhoog en Omlaag gedurende 3 seconden samen ingedrukt. Druk op gelijk welke
toets om op te slaan.
HARTSLAG (PULSE)
HetPULSE-displaytoontdehartslaginslagenperminuut(BPM)vanafeentelemetrischehartslagsensor.Drukop
MODUSomdehartslagteactiveren.Dezedisplaywaardeisleegalsergeenhartslagsignaalwordtgedetecteerd.Het
hartslagbereik is 40 - 240 BPM.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden
berekend of opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is
onnauwkeurig en mag alleen ter informatie worden gebruikt.
Draadloze hartslagmeter
Het volgen van uw hartslag is een van de beste methoden om de intensiteit van uw training te controleren. De console
kantelemetrischehartslagsignalenaezendoormiddelvaneenhartslagborstbandzenderdieuitzendtopeenfrequentie
van 4,5 - 5,5 kHz.
Opmerking: De borstband moet een ongecodeerde hartslagborstband van Polar Electro zijn, of een ongecodeerd
POLAR
®
-compatibel model. (Gecodeerde POLAR
®
-hartslagbanden zoals POLAR
®
OwnCode
®
-borstbanden zullen niet
werken met deze apparatuur.)
Vraag uw arts om advies voordat u een draadloze borstband of een andere telemetrische hartslagmeter
gebruikt als u een pacemaker of een ander geïmplanteerd elektronisch apparaat draagt.
Hartslagberekeningen
Uwmaximalehartslagdaaltdoorgaansvan220slagenperminuut(BPM)alskindtotongeveer160BPMopdeleeftijd
van60.Dezedalingvandemaximalehartslagverlooptmeestallineair,metongeveeréénBPMperjaar.Erzijngeen
aanwijzingendatdedalingvandemaximalehartslagdoortrainingkanwordenbeïnvloed.Mensenvandezelfdeleeftijd
kunnenverschillendemaximalehartslagenhebben.Omdezewaardenauwkeurigteberekenenlegtudusbetereen
stresstest af in plaats van de formule op basis van de leeftijd toe te passen.
Uwhartslaginrusttoestandwordtbeïnvloeddoorduurtraining.Dedoorsneevolwasseneheefteenhartslagin
rusttoestand van ongeveer 72 slagen per minuut, terwijl intensief getrainde lopers 40 slagen per minuut of lager kunnen
halen.
De hartslagtabel is een schatting van welke hartslagzone (HRZ) effectief is om vet te verbranden en uw cardiovasculaire
conditie te verbeteren. Fysieke omstandigheden variëren. Daarom is het mogelijk dat uw individuele HRZ verschillende
slagen hoger of lager ligt dan wat wordt weergegeven.
Demeestefciëntemethodeomvetteverbrandentijdenshettrainenistebeginnenopeenlaagtempoendeintensiteit
geleidelijkteverhogentotdatuwhartslag60-85%vanuwmaximalehartslagbereikt.Gadooropdattempo,waarbijuuw
hartslag in die doelzone houdt gedurende meer dan 20 minuten. Hoe langer u uw doelhartslag aanhoudt, hoe meer vet
uw lichaam verbrandt.
18
Degraekiseenbeknopterichtlijnmetdedoorgaansvoorgesteldedoelhartslagwaardenvoorpersonenvanuwleeftijd.
Zoals we hierboven reeds vermeldden, kan uw optimale doelhartslag hoger of lager liggen. Vraag uw arts om advies in
verband met uw persoonlijke doelhartslagzone.
Opmerking:Zoalsdatmetalletrainingenentnessprogramma'shetgevalis,moetuookhierdeintensiteitendeduur
van de training naar eigen goeddunken verhogen.
20-24
Doelhartslag voor vetverbranding
Hartslag BPM (slagen per minuut)
Leeftijd
25-29
0
50
100
150
200
250
30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
196
191
186
181
176
171
166
161
156
151
146
167
162
158
154
150
145
141
137
133
128
126
Maximale Hartslag
Doelhartslagzone
(blijf binnen deze zone voor
een optimale vetverbranding)
118
115
112
109
106
103
100
97
94
91
88
Schoenklemmen (schoenplaatjes)
Voetpedalendiezijnuitgerustvooretsschoenenmetschoenplaatjes,zorgenvooreenveiligegripvandevoetopde
trainingsets.Demeegeleverdeschoenplaatjespassenopzowelhetrechter-alshetlinkerpedaal.
Zorg dat u voor het gebruik van de ets de werking van het klikmechanisme voor de pedalen en de schoen-
plaatjes (schoenen) begrijpt.
Houd de schoenplaatjes en bindingen schoon voor de goede werking van het mechanisme.
Controleer de schoenplaatjes regelmatig op slijtage. Vervang de schoenplaatjes wanneer ze versleten zijn.
Vervang de schoenplaatjes wanneer ze moeilijk beginnen los te komen of wanneer ze met veel minder in-
spanning beginnen los te komen dan in nieuwstaat.
De pedalen en schoenplaatjes zijn SPD-compatibel. Zij passen op elke schoenmaat met de juiste montagegaten:
schoenen met 'Standard 2-Hole MTB SPD Cleat Mounts' (MTB SPD = Mountain Bike Shimano Pedaling Dynamics).
19
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen. Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden
berekend of opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en
mag alleen ter informatie worden gebruikt.
3 keer per week gedurende 20 minuten per dag.
Plan trainingen op voorhand en probeer het schema te volgen.
Afstellen van het zadel
Hetjuistafstellenvanhetzadelhelptumaximaletrainingsefciëntieen-comfortte
garanderen, terwijl u het risico op lichamelijk letsel verkleint.
1. Met één pedaal naar voren plaatst u de hiel van uw voet op het laagste deel van
hetpedaal.Uwbeenmoetlichtgebogenzijnterhoogtevandeknie.
2. Als uw been te recht staat of uw voet het pedaal niet raakt, dan moet u het zadel
lager zetten. Als uw been te ver gebogen is, dan moet u het zadel hoger zetten.
Stap van het toestel af voordat u het zadel verstelt.
3. Draai en trek de verstelknop op de zadelpen los. Stel het zadel op de gewenste
hoogte af.
Plaats de zadelpen niet hoger dan de STOP-markering op de zadelpen.
4. Laat de verstelknop los om de borgpen vast te zetten. Controleer of de pen
volledig is vastgezet en draai de verstelknop helemaal aan.
5. Om het zadel dichter bij of verder van de console te zetten maakt u de verstelknop
van het zadel los. Schuif het zadel in de gewenste stand en draai de knop volledig vast.
Opmerking: Wanneer het zadel in de laagste stand staat, kan het zijn dat het frame u hindert om de hendel te draaien.
Trek en draai de hendel en zet hem vervolgens los om het mechanisme in de nieuwe stand te vergrendelen.
Plaatsing van de voet / Afstelling van de pedaalriem
Voetpedalenmetriemenhoudenuwvoetenveiligopdetrainingsets.
1. Plaats de bal van elke voet in de voethouders op de pedalen.
2. Maak de riem over uw schoen vast.
3. Herhaal dit voor de andere voet.
Richtuwtenenenknieënrechtnaarvorenomeenmaximaletrapkrachttegaranderen.Ukunt
de pedaalriemen verschillende trainingen na elkaar gebruiken zonder ze te verstellen.
20
Schoenklemmen (schoenplaatjes) gebruiken
Voetpedalendiezijnuitgerustvooretsschoenenmetschoenplaatjes,zorgenvooreen
veiligegripvandevoetopdetrainingsets.Draaidepedalen,zodatdevoethouderzich
onder het pedaal bevindt.
Zorg dat u voor het gebruik van de ets de werking van het klikmechanisme
voor de pedalen en de schoenplaatjes (schoenen) begrijpt.
1. Zorg dat de pijl op het pedaal naar voren wijst.
2. Duw het schoenplaatje omlaag en vooruit om het pedaal vast te klikken.
3. Herhaal dit voor de andere voet.
4. Oefen het vast- en losklikken van de pedalen
voordat u een training start.
Om de schoenplaatjes los te klikken van de pedalen
maakt u een buitenwaartse en daarna opwaartse
beweging met de hiel.
Voor gebruikers met een zeer laag lichaamsgewicht kan de bediening van het
klikmechanisme in de pedalen moeilijk zijn. In dat geval kan het nodig zijn om de
houdkracht van het mechanisme te verlagen. De houdkracht aanpassen:
1. De afstelbout vindt u in de opening aan de achterkant van het pedaal. De bout zit tus-
sen de 2 schroeven die de voethouder aan het pedaal vastmaken.
2. Draai de afstelbout met behulp van een inbussleutel van 3 mm. Om de houdkracht te
verlagen draait u naar links (tegen de klok in). Om de houdkracht te verhogen draait
u naar rechts (met de klok mee).
Afstellen van het stuur
De stand van het stuur verstellen:
1. Draai en trek de verstelknop op de stuurpen los. Stel het stuur op de gewenste hoogte af.
Plaats de stuurpen niet hoger dan de STOP-markering op de stuurpen.
2. Laat de verstelknop los om de borgpen vast te zetten. Controleer of de pen volledig is
vastgezet en draai de verstelknop helemaal aan.
NB: Plooi de kabels niet.
3. Om het stuur dichter bij of verder van de console te zetten maakt u de verstelknop van
het stuur los. Schuif het stuur in de gewenste stand en draai de knop volledig vast.
Opmerking: Wanneer het stuur in de achterste stand staat, kan het zijn dat het frame u
hindert om de hendel te draaien. Trek aan de hendel en draai hem terug. Vergrendel de
hendel vervolgens en draai eraan.
Rechterpedaal - (Voethouder niet
afgebeeld voor de duidelijkheid)
-
+
Vastklikken Losklikken
21
Opstartmodus
De console zal in de Opstart modus worden geplaatst wanneer er een toets wordt ingedrukt of wanneer hij een signaal
ontvangt van de toerentalsensor als gevolg van trapbewegingen.
Opmerking: Hetconsoledisplaywordtgedimdzodrahetbatterijpeil25%ofminderbedraagt.
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Als de console in een tijdspanne van ongeveer 4 minuten geen enkele input ontvangt, dan wordt hij automatisch uitge-
schakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaapstand staat.
Opmerking: DeconsoleheeftgeenAan/Uit-schakelaar.
De weerstand verstellen
Draai aan de weerstandsverstelknop om de weerstand en de werkbelasting aan te passen.
Bewerkingsmodus
Voorhetinstellenvaneentijds-,calorie-ofafstandsdoelvooruwtrainingdruktuopdeMODUS-toetstotdatuhet
gewenste veld bereikt. Het veld knippert. Gebruik de pijltjestoetsen Omhoog en Omlaag om de waarde aan te passen.
Opmerking: Druk op RESET om de waarde op nul te zetten (0).
DrukopMODUSomnaarhetvolgendeveldtegaan.
Begin te trappen om de bewerkingsmodus te verlaten.
Maateenheden wijzigen (Engelse maten/metrische maten)
Destandaardeenheidvoorafstandiskilometer(K).Ukuntoverschakelentussenkilometerenmijlvoordatueentraining
start of nadat u de console hebt gereset. Om de maateenheden te wijzigen houdt u OMHOOG en OMLAAG gedurende 3
seconden samen ingedrukt. Wanneer het display begint te knipperen, gebruikt u de pijlknop om de eenheden (K of M) te
wijzigen. Druk op gelijk welke toets om op te slaan.
22
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u alleen met de hulp
van een tweede persoon uitvoeren.
Het toestel moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit te voeren. De
eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud. Versleten of beschadigde
onderdelen moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen. Er mogen uitsluitend door de fabrikant
aangeleverde onderdelen worden gebruikt om het product te onderhouden en te repareren.
Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of
loskomen, neem dan contact op met uw lokale distributeur om de klevers te vervangen.
Schakel de stroomtoevoer naar het toestel volledig uit voordat u onderhoud uitvoert.
Dagelijks:
Inspecteer het trainingstoestel voor elk gebruik op loszittende, defecte, be-
schadigde of versleten onderdelen. Gebruik het toestel niet als u een probleem
vaststelt. Repareer of vervang alle onderdelen bij de eerste tekenen van slijtage.
Controleer of alle verstelknoppen goed vastzitten. Zet ze indien nodig beter vast.
Veeg na elke training vocht van het toestel en de console met behulp van een
vochtige doek.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
Wekelijks:
Maak het toestel schoon om stof of vuil te verwijderen.
Controleer of het zadel vlot kan worden versteld. Desnoods brengt u een dun
laagje smeermiddel op basis van silicone aan om het verstellen te vergemakke-
lijken.
Smeermiddel op basis van silicone is niet bedoeld voor consumptie
door de mens. Buiten het bereik van kinderen houden. Opbergen op
een veilige plaats.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
NB: Gebruik zo nodig alleen een mild afwasmiddel met een zachte doek om de
console schoon te maken. Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel
op basis van aardolie of met een product dat ammoniak bevat. Maak de console
niet schoon in direct zonlicht of bij hoge temperaturen. Zorg dat de console niet
nat wordt.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer de pedalen en crankarmen en draai ze eventueel aan. Controleer of
alle bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid. Zet ze indien nodig beter vast.
Controleer de spanning van de aandrijfriem.
ONDERHOUD
23
De batterijen van de console vervangen
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, wordt het consoledisplay gedimd.
Houd bij het vervangen van de batterijen rekening met de plus- en minindicaties in het batterijvak.
Opmerking:VoordeconsolehebtuAA-alkalinebatterijen(SUM3)nodig.
!
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar.
Gebruik alkalinebatterijen, gewone (koolstof-zink) of herlaadbare (Ni-Cd, Ni-MH, enz.) batterijen niet door
elkaar.
Denk eraan de batterijen te verwijderen om schade door corrosie te voorkomen als u het toestel voor een langere tijd niet
van plan bent te gebruiken.
+
-
X2
De spanning van de aandrijfriem controleren
Gaopdeetszittenentrapmeteensnelheidvanongeveer20RPM.Trapvervolgenszosnelukunt(plotseversnelling)
en voel of de aandrijfriem slipt. Als de pedalen normaal bewegen zonder te slippen, dan is de spanning correct. Als de
aandrijfriem slipt, raadpleeg dan de procedure 'De riemspanning aanpassen' in de onderhoudshandleiding.
24
Onderhoudsonderdelen
A Console I Crankarm Q Stelpootje
B Stuur J Pedaal met voethouder R Snelheidssensormagneet
C Verstelhendel K Zadel S Snelheidssensor
D Verstelhendel, stuurpen L Zadelpen T Aandrijfriem
E Rem-/weerstandsknop M Verstelknop van de zadelpen U Aandrijfpoelie
F Reminrichting N Voorste stabilisatiesteun V Datakabel
G Afdekking, aandrijfriem O Transportwiel W Vliegwiel
H Afdekking, aandrijfriem
binnenkant
P Achterste stabilisatiesteun
G
W
I
I
S
R
H
M
W
A
B
L
C
C
Q
P
Q
O
E
N
K
V
V
D
F
T
U
J
J
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
De console wil niet
opstarten
Controleer de batterijen. Zorg dat de batterijen correct geïnstalleerd zijn. Als de
batterijen correct geïnstalleerd zijn, vervang ze dan door
nieuwe batterijen.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn
ingevoerd en vastklikken.
Controleer of het
consoledisplay niet
beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat het consoledisplay gebarsten
of anderszins beschadigd is. Vervang de console, indien
beschadigd.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale distributeur voor verdere
hulp.
De weergegeven snelheid
is onnauwkeurig
Controleer de
positie van de
snelheidssensormagneet
De snelheidssensormagneet moet op het vliegwiel bevestigd
zijn.
De weergegeven snelheid
is altijd '0'/blijft in de
pauzestand vastzitten
Datakabel Controleer of de datakabel is aangesloten op de console en op
het gemonteerde frame.
Snelheidssensor Controleer of de toerentalsensormagneet en de
toerentalsensor bevestigd zijn.
Geen weergave van snel-
heid/toerental
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de
positie van de
snelheidssensormagneet
De snelheidssensormagneet moet op het vliegwiel bevestigd
zijn.
Controleer het
snelheidssensorblok
Het snelheidssensorblok moet gelijk worden gezet met de
magneet en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de
sensor indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt
aan de sensor of de aansluitdraad.
Consoledisplay is gedimd Batterijen Vervang de batterijen
Het toestel werkt,
maar de telemetrische
hartslagmeting wordt niet
weergegeven
Borstband (optioneel) De borstband moet 'POLAR
®
'-compatibel en ongecodeerd zijn.
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Batterijen borstband Als de band is voorzien van vervangbare batterijen, plaats dan
nieuwe batterijen.
Interferentie Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Vervang de borstband Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Vervang de console Als de hartslagmeting nog altijd niet werkt, vervang dan de
console.
26
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de batterijen. Zorg dat de batterijen correct geïnstalleerd zijn. Als de
batterijen correct geïnstalleerd zijn, vervang ze dan door
nieuwe batterijen.
Controleer de
positie van de
snelheidssensormagneet
De snelheidssensormagneet moet op het vliegwiel bevestigd
zijn.
Controleer het
snelheidssensorblok
Het snelheidssensorblok moet gelijk worden gezet met de
magneet en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de
sensor indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt
aan de sensor of de aansluitdraad.
Neem contact op met uw lokale distributeur voor verdere hulp.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Draai aan de stelpootjes om het toestel te nivelleren.
Controleer de vloer onder
het toestel
Het afstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende in
hetgevalvaneenextreemoneffenvloer.Verplaatshettoestel
naar een effen ruimte.
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Het pedaal moet stevig op de crankarm zijn gedraaid. Contro-
leer of de aansluiting niet verkeerd is vastgeschroefd.
Controleer de aansluiting
tussen de crankarm en
de as
De crankarm moet stevig op de as zijn gedraaid.
Controleer de spanning
van de aandrijfriem
Raadpleeg de procedure 'De riemspanning aanpassen' in de
onderhoudshandleiding.
Klikgeluid bij het trappen Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Verwijder de pedalen. Controleer of de schroefdraad niet vuil is
en monteer de pedalen opnieuw.
De zadelpen beweegt Controleer de borgpen Controleer of de verstelpen in een van de afstelgaten van de
zadelpen zit.
Controleer de vergrendel-
knop
Zorg dat de knop stevig is aangedraaid.
27
Nautilus® Bowex® Schwinn® Universal®
8016714.121517.B
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Schwinn IC7 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual