Whirlpool TD 631 E (WH) Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
24
Wij danken u dat u een Ariston product heeft gekozen, veilig en gemakkelijk in het gebruik. Om het fornuis te leren
kennen moet het langdurig en zo goed mogelijk gebruikt worden. Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing te lezen.
Dank u.
A. Gasbranders
B. Roosters voor de pannen
C. Bedieningsknoppen van de gasbranders of
electrische kookplaten
D. Ontsteking gasbranders (slechts op enkele modellen
aanwezig)
F. Veiligheidsmechanisme (slechts op enkele modellen
aanwezig) - Dit treedt in werking als de vlam per
ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.) door de
gastoevoer van de brander te blokkeren
G. Electrische kookplaten (slechts op enkele modellen
aanwezig)
H. Controlelampje kookplaten (slechts op enkele
modellen aanwezig) - Bij de modellen met kookplaten
en ontsteking bevindt het controlelampje zich op het
knopje van de ontsteking.
Op iedere knop is de positie van de betreffende gasbrander
of electrische kookplaat (indien aanwezig) aangegeven.
Gasbranders
Deze verschillen in afmeting en sterkte. Kies de brander
die het beste past bij de doorsnede van de pan die u gaat
gebruiken.
De bedieningsknop werkt als volgt:
Uit
Maximum
Minimum
Voor het aansteken van één van de gasbranders houdt
u er een vlammetje bij of een gasaansteker, drukt u de
knop in en draait u hem tegen de klok in tot aan de positie
van maximum sterkte.
Bij de modellen met veiligheidsmechanisme “F” is het
noodzakelijk de knop voor ongeveer 6 seconden ingedrukt
te houden totdat het veiligheidsmechanisme dat Bij de
modellen met ontsteking “D”: voor het aansteken van
de gekozen gasbrander drukt u de betreffende knop in, u
draait hem tegen de klok in tot aan de positie van maximum
sterkte en u houdt hem ingedrukt totdat hij aan gaat.
Belangrijk: in het geval dat een gasvlam per ongeluk uit
gaat, draait u de knop op uit en wacht u tenminste een
minuut voordat u hem weer aansteekt.
Voor het uitdoven van de gasbrander moet u de knop
met de klok mee draaien totdat hij niet verder kan
(correspondeert met symbool “•”).
Electrische kookplaten (slechts op enkele modellen
aanwezig)
Deze verschillen in diameter en sterkte: “normale” of “snel-
le”; deze laatsten herkent u aan een rood teken in het
midden.
Voor het regelen van de sterkte draait u de betreffende
knop met de klok mee of tegen de klok in op 6 verschillende
posities:
0 Uit
1 Minimum sterkte
2÷5 Middelsterkten
6 Maximum sterkte
In het hoofdstuk “Practische raadgevingen voor het
gebruik” zijn de verhoudingen tussen de posities van de
knoppen en het gebruik van de kookplaten aangegeven.
Het controlelampje “H” gaat aan bij iedere positie van de
knop behalve de “uit”-positie.
Hoe het fornuis te gebruiken
D
F
A
B
C
G
B
C
A
1
2
3
4
5
6
H
Van dichtbij gezien
25
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u overgaat tot reinigen
of onderhoud.
Voor lange duurzaamheid van uw fornuis is het
belangrijk dat dit regelmatig wordt schoongemaakt.
Onthoud het volgende:
· Gebruik voor het reinigen geen stoomapparaat.
de geëmailleerde delen en de glazen worden gewassen
met lauw water; gebruik geen schuurmiddelen of
bijtende middelen die het kunnen beschadigen;
de losse delen van de gasbranders moeten vaak in
een lauw sop worden gewassen; verwijder eventueel
aangekoekte resten.
bij de kookvlakken met automatische ontsteking moet
het uiteinde van de electronische
ontstekingsmechanismen vaak zorgvuldig worden
schoongemaakt. Controleer dat de gaten voor de
gastoevoer niet verstopt zijn;
de electrische kookplaten worden met een vochtige
doek schoongemaakt waarna ze met een beetje olie
worden ingewreven als ze nog lauw zijn;
De kookplaat wordt schoon gemaakt met producten
voor het reinigen van glas. Gebruik nooit schurende
producten of schuursponzen die het glas kunnen
beschadigen.
De kookplaat moet regelmatig worden schoongemaakt
met een sopje. Eerst moeten eventuele etensresten
en vetspetters worden verwijderd met b.v. een
schrapertje (niet bijgeleverd) (afb.A).
Maak de kookplaat schoon als hij lauw is; gebruik een
schoonmaakmiddel dat geschikt is, wrijf met een
vochtige doek en droog hem af. Suiker of etenswaren
met een hoog suikergehalte moeten onmiddelijk
worden verwijderd met een schrapertje. Gebruik in
geen geval schuursponzen of schuurmiddelen, noch
chemisch aggressieve middelen zoals spray voor de
oven of ontvlekkingsmiddelen (afb.B);
Afb. A Afb. B
Het smeren van de kranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast
blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te
vervangen.
N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Het onderhoud
Practische raadgevingen voor het gebruik van de
gasbranders
Onthoud het volgende voor het verkrijgen van maximum
rendement:
gebruik op iedere gasbrander de pannen die erop
passen (zie tabel) zodat er geen vlammen onderuit
steken.
gebruik altijd pannen met een platte bodem en met
een deksel.
draai op het moment van het aan de kook raken de
knop op de minimum stand.
Branders ø Diameter pan (cm)
Snel (R) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Spaarbrander (A) 10 – 14
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u
naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de
branders en straalpijpen”.
Raadgevingen voor het gebruik
Practische raadgevingen voor het gebruik van de
electrische kookplaten
Voor het vermijden van warmteverlies en schade aan de
platen moet u pannen gebruiken met een platte bodem
en met een diameter die niet kleiner is dan die van de
plaat.
Positie Normale of snelle plaat
0
Uit
1 Groenten en vis
2
Aardappelen (gestoomd), soep,
capucijners, bonen
3
Doorkoken van grote hoevelheeden,
minestroni enz.
4
Braden (medium)
5
Braden (hard)
6
Bruin bakken of snel aan de kook brengen
Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten voor
ongeveer 4 minuten op maximum worden verwarmd,
zonder pannen. Gedurende deze beginfase wordt de
beschermlaag hard en maximaal resistent.
26
Zijn er problemen?
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet functioneert of
niet goed functioneert. Laten wij zien wat eraan gedaan
kan worden voordat u er hulp bij haalt.
Om te beginnen moet u controleren of er wel stroom en
gastoevoer is, en vooral of de gaskranen boven het fornuis
niet dicht zijn.
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig
Heeft u gecontroleerd of:
de gaten voor de gastoevoer van de brander zijn
verstopt;
alle onderdelen van de brander goed in elkaar gepast
zijn;
er tocht is nabij het kookvlak.
De vlam blijft niet aan
Heeft u gecontroleerd of:
u de knop goed heeft ingedrukt;
u de knop voldoende tijd ingedrukt heeft gehouden
voor het activeren van het veiligheidsmechanisme;
• de gaten voor de gastoevoer nabij het
veiligheidsmechanisme verstopt zijn.
De brander blijft niet aan als hij op minimum staat
Heeft u gecontroleerd of:
de gaten van de gastoevoer verstopt zijn;
er tocht is nabij het kookvlak;
de minimum stand niet goed is ingesteld (zie paragraaf
“Het regelen van de minimum stand”).
De pannen staan wankel
Heeft u gecontroleerd of:
de bodem van de pan perfect plat is;
de pan in het midden van de brander staat;
de roosters verkeerd staan.
Als ondanks deze controles het kookvlak niet functioneert
en de storing blijft bestaan dan moet u de Merloni
Technische Dienst voor Keukenapparatuur er bijhalen met
opgave van:
- het soort storing;
- het nummer van het model (Mod. ...) dat op uw
garantiebewijs staat.
Roep er nooit een niet-erkende installateur bij en weiger
altijd niet-originele onderdelen.
Veiligheid is een goede gewoonte
Deze gebruiksaanwijzing betreft een inbouwkookvlak
klasse 3.
Het apparaat is ontworpen voor niet-professioneel
gebruik en zijn kenmerken mogen niet veranderd
worden.
De instructies zijn alleen geldig voor de landen van
bestemming waarvan de symbolen voorkomen in dit
boekje en op het etiket met het registratienummer.
De electrische veiligheid van dit apparaat is slechts
dan
gegarandeerd als het op de juiste wijze is geaard zoals
voorgeschreven door de geldende veiligheidsnormen.
Vermijd dat kinderen en onbekwame personen in
aanraking komen met:
- de bedieningsknoppen en het apparaat in het
algemeen;
- de verpakking (plastic zakken, polystyreen, spijkers
enz.);
- het apparaat, gedurende en net na gebruik, gezien de
hitte ervan;
- het niet meer in gebruik zijnde apparaat; in dit geval
worden de onderdelen die gevaar kunnen opleveren
onklaar gemaakt.
De volgende handelingen moeten vermeden worden:
- het apparaat aanraken met vochtige lichaamsdelen;
- het gebruik van het fornuis als u blootsvoets bent;
- aan het apparaat of de voedingskabel trekken om deze
uit het stopcontact te trekken;
- verkeerde en gevaarlijke handelingen;
- het afsluiten van de ventilatie-openingen of hitte-afvoer;
- dat de snoer van kleine keukenapparatuur op de warme
delen van het apparaat terecht komen;
- het blootstellen aan atmosferische invloeden (regen,
zon);
- het gebruik van ontvlambare vloeistoffen in de
nabijheid;
- het gebruik van adapters, dubbelstekkers en/of
verlengsnoeren;
- het gebruik van wankele of vervormde pannen;
- De kookplaat is bestand tegen
temperatuurschommelingen en stoten. Als het
door scherpe voorwerpen wordt gestoten kan het
echter breken. In dat geval sluit u meteen de stroom
af en wend u zich tot een bevoegde installateur.
- het trachten te installeren of repareren zonder
tussenkomst van een erkende installateur.
In de volgende gevallen is het absoluut noodzakelijk
zich tot een erkende installateur te
wenden:
- het installeren (volgens de instructies van de fabrikant);
- als er twijfel bestaat betreffende het functioneren;
- het vervangen van het stopcontact in het geval de
stekker van het apparaat er niet in past.
In de volgende gevallen wendt u zich tot de door de
fabrikant erkende technische dienst:
- als u na het uitpakken onzeker bent over de conditie
van het apparaat;
- schade of vervanging van de voedingskabel;
- bij een storing of slecht functioneren; eis altijd originele
onderdelen;
Om de doelmatigheid en veiligheid van dit toestel te garanderen raden wij u aan:
voor reparaties alleen de Service Centers te bellen die door de fabrikant gemachtigd zijn.
altijd gebruik te maken van originele onderdelen.
27
Houd u zich aan de volgende regels:
- gebruik het fornuis alleen voor koken en voor niets
anders;
- controleer na het uitpakken dat het apparaat
onbeschadigd is;
- sluit de stroom altijd af in het geval van slecht
functioneren en voordat u gaat schoonmaken en
onderhoud uitvoeren;
- als het apparaat niet in gebruik is moet u de stroom
afsluiten en de gaskraan dicht doen (indien aanwezig);
- controleer altijd of de knoppen in de positie “•”/”
o
staan
als het fornuis niet in gebruik is;
- snijd de voedingskabel door na het afsluiten van de
stroom in het geval u het apparaat niet meer gebruikt.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan foute installatie
of onjuist en onredelijk gebruik.
Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat
deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze
uitvoert en volgens de geldende normen.
Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot
onderhoud of regelen overgaat.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor
de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling
van het apparaat) :
natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Het plaatsen
Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden
en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe
hebben voor de verbrandinsrook. Dit kan door middel
van een afzuigkap of door middel van een elektrische
ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de
apparatuur aanzet.
In het gevaal van een schoorsteen of Rechtstreeks naar buiten
vertakte rookleiding
(gereserveerd voor fornuizen)
b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van
luchttoevoer die noodzakelijk is voor de verbranding. De
luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per kW. Het
systeem kan worden uitgevoerd door rechtstreeks lucht
van buiten aan te voeren door een leiding met een
doorsnede van minstens 100 cm² en zodanig dat deze
niet belemmerd kan worden. Bij fornuizen zonder
veiligheidsmechanisme moeten de ventilatie-openingen
100% groter zijn, met een minimum van 200 cm² (afb.A).
Of op indirecte wijze vanuit aangrenzende vertrekken met
ventilatie naar buiten, die niet zijn: algemene ruimte van
het gebouw, ruimten met brandgevaar of slaapkamers
(afb.B).
Détail A Aangrenzend Te ventileren
vertrek vertrek
A
Voorbeelden ventilatie-opening Verhoging van de spleet
voor verbrandingslucht tussen deur en vloer
Afb. A Afb. B
c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt
kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v. door het
raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig, op
hoog te zetten.
d) (voor België)
Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar
beneden. De vertrekken die GPL flessen bevatten
moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen
naar buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De GPL
flessen, leeg of gedeeltelijk vol, mogen dus niet
geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager
zijn dan het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd in
het vertrek alleen de fles die u aan het gebruiken bent,
zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan
warmtebronnen (oven, open haard, kachel enz.) die een
temperatuur kunnen bereiken die hoger is dan 50°C.
Het installeren van inbouwkookplaten
Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes
als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt
staat met de achterkant van het fornuis mag niet van
brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de
achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur. Voor een juiste installering
van de fornuis moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht genomen worden:
a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn
en hier boven uitsteken, moeten op minstens 110 mm
van de rand van de plaat staan.
b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens
de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat
bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand
van minstens 650 mm.
c) De meubels naast de kap moeten minstens 420 mm van
het kookvlak verwijderd zijn, zoals in Afb. C.
Instrukties voor het installeren
28
HOOD
420
Min.
min.
650
mm. with hood
min.
700
mm. without hood
mm.
600
Min. mm.
420
Min. mm.
Afb. C
d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt
geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee
minstens 700 mm (milimeter) (Afb. C).
e) De ruimte die het meubel inneemt moet de afmetingen
hebben die op de figuren.
555 mm.
55 mm.
475 mm.
Voordat u overgaat tot bevestiging aan de aanrecht
moet u de afdichting (bijgeleverd) aanbrengen langs
de omtrek van de kookplaat zoals aangegeven in de
afbeelding.
Met. behulp van bijgeleverde haken kan de kookplaat op
een keukenblad met een dikte van 20 tot 40 mm vastgezet
worden. Om de plaat goed vast te zetten is het aan te
raden alle beschikbare haken te gebruiken.
Bevestigingsschema van het kookvlak
Positie van de haak voor top Positie van de haak voor top
hoogte H=30mm hoogte H=40mm
Á frente
Positie van de haak voor top
Atrás
hoogte
H=20mm
N.B: Gebruik de haken die zich in de "doos met onderdelen"
bevinden.
f) Als het kookvlak niet wordt geïnstalleerd op een
inbouwoven, dan is het noodzakelijk een houten paneel
aan te brengen als isolatie. Dit Moet geplaatst worden op
een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van
het kookvlak.
N.B: Als het fornuis boven een ingebouwde oven wordt
geinstalleerd, dan moet men de oven zodanig installeren
dat hij op twee houten lijsten rust; mocht hij op een
doorlopende plank rusten, dan moet deze aan de aschterkant
tenminste 45x560 mm ruimte laten.
560 mm.
45 mm.
Aansluiten gas
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet
worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende
normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is
ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het
omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals
beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende
types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten
(natuurlijk gas II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland),
dient men eerst de verbinder te monteren.R (Deze is op
aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder G”,die
er uit ziet als een “L , van de voedings-struktuur te monteren.
De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN
D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur
zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar
dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de
huidige Nationale Normen te voldoen.
29
L
G
R
Aansluiting met harde buis (koper of staal)
De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd
dat het geen enkele druk uitoefent op het apparaat. Op de
voedingsingang van het fornuis zit een L-aansluiting, die
gericht kan worden, met pakking. Als men de aansluiting
moet draaien, dan moet men de pakking vervangen
(bijgeleverd bij het fornuis). De aansluiting van het gas aan
het formuis is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
Aansluiting met stalen flexibile buis
Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat bevindt.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het
apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk 1/2 gas. Gebruik
uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de
voorgeschreven nationale normen. Het in werking stellen van
deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd dat de lengte
van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm
is. Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U
kontroleren dat de metalen slang niet in kontakt is met
beweegbare delen of dat hij knel zit.
Controle van de dichting
Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte
luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met zeepsop,
nooit met een vlam.
Elektrische aansluiting
De fornuizen met een drie-polige voedingskabel zijn ingesteld
op het gebruik van wisselstroom met een
verzorgingsspanning en frequentie zoals aangegeven op het
typeplaatje (aan de onderkant van het apparaat). De geel/
groene draad is voor het aarden. In het geval van installeren
boven een ingebouwde oven, moet de elektrische aansluiting
van het apparaat en van de oven apart worden uitgevoerd,
zowel voor veiligheidsredenen als om het eventueel uittrekken
van de oven mogelijk te maken.
Het aansluiten aan het net
Monteer een stekker die genormaliseerd is voor de lading
aangegeven op het typeplaatje; bij direkte aansluiting aan
het net moet men een veel-polige schakelaar aanbrengen
tussen het net en het fornuis met een minimum afstand van
3 mm tussen de kontaktpunten, die is aangepast aan de
lading en aan de geldende normen (de draad voor het aarden
mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij
nergens een temperatuur bereikt van meer dan 50°C. Voor
het aansluiten kontroleert men dat:
de zekering en het net de lading van het apparaat kunnen
verdragen (zie typeplaatje);
het net op efficiënte wijze is geaard volgens de normen
en voor-schriften van de wet;e e le disposizioni di legge;
het stopkontakt of de schakelaar gemakkelijk bereikbaar
zijn.
N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke,
aangezien deze oververhitting en branden kunnen
veroorzaken.
Aanpassing aan verschillende types gas (voor België)
Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type
gas dan waarvoor het gebruiksklaar is (aangegeven op het
typeplaatje onderaan het kookvlak of op de verpakking)
moeten de straalpijpen van de branders vervangen worden
op de volgende wijze:
verwijder de roosters en de branders;
schroef de straalpijpen los met een buissleutel van 7mm
en vervang ze met straalpijpen die geschikt zijn voor het
nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van branders
en straalpijpen”);
monteer de onderdelen weer;
aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u gaat
gebruiken; u vindt dit in het zakje met de bijgeleverde
straalpijpjes.
Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of variabel)
van wat is voorzien moet op de toevoerbuis een drukregelaar
worden aangebracht die voldoet aan de geldende Nationale
Normen (regulatoren voor gekanaliseerd gas).
Regulatie primaire lucht van de branders (voor België)
De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht
nodig.
Het regelen van de minimum stand (voor België)
Het regelen van de minimum stand:
zet het kraantje op minimum;
neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of
naast het staafje van het kraantje totdat u een regelmatige
vlam heeft;
N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden aangedraaid.
draai de knop snel van maximum op minimum om te zien
of de vlammen blijven branden;
als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme hebben
(thermo-element), dit niet functioneert met de branders
op minimum, dan moet de minimum gastoevoer verhoogd
worden door aan het regelschroefje te draaien.
Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de by-
pass weer worden aangebracht met lak of gelijksoortig
materiaal.
30
Kenmerken van de gaspitten en straalpijpen
Tabel 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Branders Doorsene-
e
(mm)
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Straal.
1/100
Bereik*
g/h
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Nom. Ger. (1) (mm) *** ** (mm) G20 G25
Snel
(Groot) (R)
100 3,00 0,7 41 39 86 218 214 116 286 332
Half snel
(Medium) (S)
75 1,65 0,4 30 28 64 120 118 96 157 183
Hulp
(Klein) (A)
55 1,00 0,4 30 28 50 73 71 71 95 111
Spanning van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
15
30
Tabel 1 (Voor Nederland) Natuurlijk gas
Gaspit Doorsenee
(mm)
Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Nom. Gered. (mm) G25
Snel (Groot) (R) 100 3,00 0,7 116 332
Half Snel (Medium) (S) 75 1,65 0,4 96 183
Hulp (Klein) (A) 55 1,00 0,4 71 111
Spaning van voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
* Met 15°C en 1013 mbar-droog gas
** P.C.S. Propaangas = 50,37 MJ/kg
*** P.C.S. Butangas = 49,47 MJ/kg
P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m
³
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m
³
(1) Allen voor apparaten met veiligheidsmechanisme om
gaslekkages te voorkomen (Ref. F).
Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen
van de gemeeschap:
- EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische
compatibiliteit) en successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke
modificaties.
- 2002/96/EC
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom.
Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo
het hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid
en het milieu te reduceren. Het symbool op het product
van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt,
het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van
vernietiging van hun oude apparaat.
TD 640... TD 631...

Documenttranscriptie

Wij danken u dat u een Ariston product heeft gekozen, veilig en gemakkelijk in het gebruik. Om het fornuis te leren kennen moet het langdurig en zo goed mogelijk gebruikt worden. Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing te lezen. Dank u. Van dichtbij gezien G F A B H C D 1 6 2 5 4 A. Gasbranders B. Roosters voor de pannen C. Bedieningsknoppen van de gasbranders of electrische kookplaten D. Ontsteking gasbranders (slechts op enkele modellen aanwezig) F. Veiligheidsmechanisme (slechts op enkele modellen aanwezig) - Dit treedt in werking als de vlam per ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.) door de gastoevoer van de brander te blokkeren G. Electrische kookplaten (slechts op enkele modellen aanwezig) H. Controlelampje kookplaten (slechts op enkele modellen aanwezig) - Bij de modellen met kookplaten en ontsteking bevindt het controlelampje zich op het knopje van de ontsteking. 3 A B C Hoe het fornuis te gebruiken Op iedere knop is de positie van de betreffende gasbrander of electrische kookplaat (indien aanwezig) aangegeven. gaat, draait u de knop op uit en wacht u tenminste een minuut voordat u hem weer aansteekt. Voor het uitdoven van de gasbrander moet u de knop met de klok mee draaien totdat hij niet verder kan (correspondeert met symbool “•”). Gasbranders Deze verschillen in afmeting en sterkte. Kies de brander die het beste past bij de doorsnede van de pan die u gaat gebruiken. De bedieningsknop werkt als volgt: • Uit Electrische kookplaten (slechts op enkele modellen aanwezig) Deze verschillen in diameter en sterkte: “normale” of “snelle”; deze laatsten herkent u aan een rood teken in het midden. Voor het regelen van de sterkte draait u de betreffende knop met de klok mee of tegen de klok in op 6 verschillende posities: 0 Uit 1 Minimum sterkte 2÷5 Middelsterkten 6 Maximum sterkte In het hoofdstuk “Practische raadgevingen voor het gebruik” zijn de verhoudingen tussen de posities van de knoppen en het gebruik van de kookplaten aangegeven. Het controlelampje “H” gaat aan bij iedere positie van de knop behalve de “uit”-positie. Maximum Minimum Voor het aansteken van één van de gasbranders houdt u er een vlammetje bij of een gasaansteker, drukt u de knop in en draait u hem tegen de klok in tot aan de positie van maximum sterkte. Bij de modellen met veiligheidsmechanisme “F” is het noodzakelijk de knop voor ongeveer 6 seconden ingedrukt te houden totdat het veiligheidsmechanisme dat Bij de modellen met ontsteking “D”: voor het aansteken van de gekozen gasbrander drukt u de betreffende knop in, u draait hem tegen de klok in tot aan de positie van maximum sterkte en u houdt hem ingedrukt totdat hij aan gaat. Belangrijk: in het geval dat een gasvlam per ongeluk uit 24 Het onderhoud Sluit altijd eerst de stroom af voordat u overgaat tot reinigen of onderhoud. Voor lange duurzaamheid van uw fornuis is het belangrijk dat dit regelmatig wordt schoongemaakt. Onthoud het volgende: · Gebruik voor het reinigen geen stoomapparaat. • de geëmailleerde delen en de glazen worden gewassen met lauw water; gebruik geen schuurmiddelen of bijtende middelen die het kunnen beschadigen; • de losse delen van de gasbranders moeten vaak in een lauw sop worden gewassen; verwijder eventueel aangekoekte resten. • bij de kookvlakken met automatische ontsteking moet het uiteinde van de electronische ontstekingsmechanismen vaak zorgvuldig worden schoongemaakt. Controleer dat de gaten voor de gastoevoer niet verstopt zijn; • de electrische kookplaten worden met een vochtige doek schoongemaakt waarna ze met een beetje olie worden ingewreven als ze nog lauw zijn; • De kookplaat wordt schoon gemaakt met producten voor het reinigen van glas. Gebruik nooit schurende producten of schuursponzen die het glas kunnen beschadigen. • De kookplaat moet regelmatig worden schoongemaakt met een sopje. Eerst moeten eventuele etensresten en vetspetters worden verwijderd met b.v. een schrapertje (niet bijgeleverd) (afb.A). Maak de kookplaat schoon als hij lauw is; gebruik een schoonmaakmiddel dat geschikt is, wrijf met een vochtige doek en droog hem af. Suiker of etenswaren met een hoog suikergehalte moeten onmiddelijk worden verwijderd met een schrapertje. Gebruik in geen geval schuursponzen of schuurmiddelen, noch chemisch aggressieve middelen zoals spray voor de oven of ontvlekkingsmiddelen (afb.B); Afb. A Afb. B Het smeren van de kranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te vervangen. N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. Raadgevingen voor het gebruik Practische raadgevingen voor het gebruik van de gasbranders Onthoud het volgende voor het verkrijgen van maximum rendement: • gebruik op iedere gasbrander de pannen die erop passen (zie tabel) zodat er geen vlammen onderuit steken. • gebruik altijd pannen met een platte bodem en met een deksel. • draai op het moment van het aan de kook raken de knop op de minimum stand. Branders Practische raadgevingen voor het gebruik van de electrische kookplaten Voor het vermijden van warmteverlies en schade aan de platen moet u pannen gebruiken met een platte bodem en met een diameter die niet kleiner is dan die van de plaat. Positie Normale of snelle plaat 0 Uit 1 Groenten en vis 2 Aardappelen (gestoomd), soep, capucijners, bonen 3 Doorkoken van grote hoevelheeden, minestroni enz. 4 Braden (medium) 5 Braden (hard) 6 Bruin bakken of snel aan de kook brengen ø Diameter pan (cm) Snel (R) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 Spaarbrander (A) 10 – 14 Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de branders en straalpijpen”. Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten voor ongeveer 4 minuten op maximum worden verwarmd, zonder pannen. Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag hard en maximaal resistent. 25 Zijn er problemen? Het kan gebeuren dat het kookvlak niet functioneert of niet goed functioneert. Laten wij zien wat eraan gedaan kan worden voordat u er hulp bij haalt. Om te beginnen moet u controleren of er wel stroom en gastoevoer is, en vooral of de gaskranen boven het fornuis niet dicht zijn. De brander blijft niet aan als hij op minimum staat Heeft u gecontroleerd of: • de gaten van de gastoevoer verstopt zijn; • er tocht is nabij het kookvlak; • de minimum stand niet goed is ingesteld (zie paragraaf “Het regelen van de minimum stand”). De brander gaat niet aan of de vlam is niet gelijkmatig Heeft u gecontroleerd of: • de gaten voor de gastoevoer van de brander zijn verstopt; • alle onderdelen van de brander goed in elkaar gepast zijn; • er tocht is nabij het kookvlak. De pannen staan wankel Heeft u gecontroleerd of: • de bodem van de pan perfect plat is; • de pan in het midden van de brander staat; • de roosters verkeerd staan. Als ondanks deze controles het kookvlak niet functioneert en de storing blijft bestaan dan moet u de Merloni Technische Dienst voor Keukenapparatuur er bijhalen met opgave van: - het soort storing; - het nummer van het model (Mod. ...) dat op uw garantiebewijs staat. Roep er nooit een niet-erkende installateur bij en weiger altijd niet-originele onderdelen. De vlam blijft niet aan Heeft u gecontroleerd of: • u de knop goed heeft ingedrukt; • u de knop voldoende tijd ingedrukt heeft gehouden voor het activeren van het veiligheidsmechanisme; • de gaten voor de gastoevoer nabij het veiligheidsmechanisme verstopt zijn. Veiligheid is een goede gewoonte Om de doelmatigheid en veiligheid van dit toestel te garanderen raden wij u aan: • voor reparaties alleen de Service Centers te bellen die door de fabrikant gemachtigd zijn. • altijd gebruik te maken van originele onderdelen. • • • • - Deze gebruiksaanwijzing betreft een inbouwkookvlak klasse 3. Het apparaat is ontworpen voor niet-professioneel gebruik en zijn kenmerken mogen niet veranderd worden. De instructies zijn alleen geldig voor de landen van bestemming waarvan de symbolen voorkomen in dit boekje en op het etiket met het registratienummer. De electrische veiligheid van dit apparaat is slechts d a n gegarandeerd als het op de juiste wijze is geaard zoals voorgeschreven door de geldende veiligheidsnormen. - Vermijd dat kinderen en onbekwame personen in aanraking komen met: - de bedieningsknoppen en het apparaat in het algemeen; - de verpakking (plastic zakken, polystyreen, spijkers enz.); - het apparaat, gedurende en net na gebruik, gezien de hitte ervan; - het niet meer in gebruik zijnde apparaat; in dit geval worden de onderdelen die gevaar kunnen opleveren onklaar gemaakt. - dat de snoer van kleine keukenapparatuur op de warme delen van het apparaat terecht komen; het blootstellen aan atmosferische invloeden (regen, zon); het gebruik van ontvlambare vloeistoffen in de nabijheid; het gebruik van adapters, dubbelstekkers en/of verlengsnoeren; het gebruik van wankele of vervormde pannen; De kookplaat is bestand tegen temperatuurschommelingen en stoten. Als het door scherpe voorwerpen wordt gestoten kan het echter breken. In dat geval sluit u meteen de stroom af en wend u zich tot een bevoegde installateur. het trachten te installeren of repareren zonder tussenkomst van een erkende installateur. In de volgende gevallen is het absoluut noodzakelijk zich tot een erkende installateur te wenden: - het installeren (volgens de instructies van de fabrikant); - als er twijfel bestaat betreffende het functioneren; - het vervangen van het stopcontact in het geval de stekker van het apparaat er niet in past. In de volgende gevallen wendt u zich tot de door de fabrikant erkende technische dienst: - als u na het uitpakken onzeker bent over de conditie van het apparaat; - schade of vervanging van de voedingskabel; - bij een storing of slecht functioneren; eis altijd originele onderdelen; De volgende handelingen moeten vermeden worden: - het apparaat aanraken met vochtige lichaamsdelen; - het gebruik van het fornuis als u blootsvoets bent; - aan het apparaat of de voedingskabel trekken om deze uit het stopcontact te trekken; - verkeerde en gevaarlijke handelingen; - het afsluiten van de ventilatie-openingen of hitte-afvoer; 26 Houd u zich aan de volgende regels: - gebruik het fornuis alleen voor koken en voor niets anders; - controleer na het uitpakken dat het apparaat onbeschadigd is; - sluit de stroom altijd af in het geval van slecht functioneren en voordat u gaat schoonmaken en onderhoud uitvoeren; - als het apparaat niet in gebruik is moet u de stroom • afsluiten en de gaskraan dicht doen (indien aanwezig); controleer altijd of de knoppen in de positie “•”/”o” staan als het fornuis niet in gebruik is; snijd de voedingskabel door na het afsluiten van de stroom in het geval u het apparaat niet meer gebruikt. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan foute installatie of onjuist en onredelijk gebruik. Instrukties voor het installeren Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze uitvoert en volgens de geldende normen. Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot onderhoud of regelen overgaat. De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling van het apparaat) : natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie; Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland. Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren. het gebouw, ruimten met brandgevaar of slaapkamers (afb.B). Het plaatsen Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen: NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België); NEN-1078 (voor Nederland). De volgende eisen moeten in acht genomen worden: a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe hebben voor de verbrandinsrook. Dit kan door middel van een afzuigkap of door middel van een elektrische ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de apparatuur aanzet. Voorbeelden ventilatie-opening voor verbrandingslucht In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding Détail A Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek A Verhoging van de spleet tussen deur en vloer Afb. A Afb. B c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v. door het raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig, op hoog te zetten. d) (voor België) Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar beneden. De vertrekken die GPL flessen bevatten moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen naar buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De GPL flessen, leeg of gedeeltelijk vol, mogen dus niet geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager zijn dan het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd in het vertrek alleen de fles die u aan het gebruiken bent, zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan warmtebronnen (oven, open haard, kachel enz.) die een temperatuur kunnen bereiken die hoger is dan 50°C. Het installeren van inbouwkookplaten Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt staat met de achterkant van het fornuis mag niet van brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. Voor een juiste installering van de fornuis moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht genomen worden: a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens 110 mm van de rand van de plaat staan. b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm. c) De meubels naast de kap moeten minstens 420 mm van het kookvlak verwijderd zijn, zoals in Afb. C. Rechtstreeks naar buiten (gereserveerd voor fornuizen) b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van luchttoevoer die noodzakelijk is voor de verbranding. De luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per kW. Het systeem kan worden uitgevoerd door rechtstreeks lucht van buiten aan te voeren door een leiding met een doorsnede van minstens 100 cm² en zodanig dat deze niet belemmerd kan worden. Bij fornuizen zonder veiligheidsmechanisme moeten de ventilatie-openingen 100% groter zijn, met een minimum van 200 cm² (afb.A). Of op indirecte wijze vanuit aangrenzende vertrekken met ventilatie naar buiten, die niet zijn: algemene ruimte van 27 Á frente 420 mm. 420 mm. Min. 600 mm. Min. Min. min. 650 mm. with hood min. 700 mm. without hood HOOD Positie van de haak voor top Atrás hoogte H=20mm N.B: Gebruik de haken die zich in de "doos met onderdelen" bevinden. f) Als het kookvlak niet wordt geïnstalleerd op een inbouwoven, dan is het noodzakelijk een houten paneel aan te brengen als isolatie. Dit Moet geplaatst worden op een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van het kookvlak. N.B: Als het fornuis boven een ingebouwde oven wordt geinstalleerd, dan moet men de oven zodanig installeren dat hij op twee houten lijsten rust; mocht hij op een doorlopende plank rusten, dan moet deze aan de aschterkant tenminste 45x560 mm ruimte laten. Afb. C d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee minstens 700 mm (milimeter) (Afb. C). e) De ruimte die het meubel inneemt moet de afmetingen hebben die op de figuren. 555 mm. . m mm . m 475 55 m. m 560 45 m m. Voordat u overgaat tot bevestiging aan de aanrecht moet u de afdichting (bijgeleverd) aanbrengen langs de omtrek van de kookplaat zoals aangegeven in de afbeelding. Aansluiten gas De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (natuurlijk gas II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. De aansluiting voert men uit met behulp van: - een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN D51-003) - of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder. Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te voldoen. Met. behulp van bijgeleverde haken kan de kookplaat op een keukenblad met een dikte van 20 tot 40 mm vastgezet worden. Om de plaat goed vast te zetten is het aan te raden alle beschikbare haken te gebruiken. Bevestigingsschema van het kookvlak Positie van de haak voor top hoogte H=30mm Positie van de haak voor top hoogte H=40mm 28 • het stopkontakt of de schakelaar gemakkelijk bereikbaar zijn. N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke, aangezien deze oververhitting en branden kunnen veroorzaken. L G Aanpassing aan verschillende types gas (voor België) Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type gas dan waarvoor het gebruiksklaar is (aangegeven op het typeplaatje onderaan het kookvlak of op de verpakking) moeten de straalpijpen van de branders vervangen worden op de volgende wijze: • verwijder de roosters en de branders; • schroef de straalpijpen los met een buissleutel van 7mm en vervang ze met straalpijpen die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van branders en straalpijpen”); • monteer de onderdelen weer; • aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken; u vindt dit in het zakje met de bijgeleverde straalpijpjes. Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of variabel) van wat is voorzien moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende Nationale Normen (regulatoren voor gekanaliseerd gas). R Aansluiting met harde buis (koper of staal) De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd dat het geen enkele druk uitoefent op het apparaat. Op de voedingsingang van het fornuis zit een L-aansluiting, die gericht kan worden, met pakking. Als men de aansluiting moet draaien, dan moet men de pakking vervangen (bijgeleverd bij het fornuis). De aansluiting van het gas aan het formuis is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. Aansluiting met stalen flexibile buis Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat bevindt. Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk 1/2 gas. Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de voorgeschreven nationale normen. Het in werking stellen van deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U kontroleren dat de metalen slang niet in kontakt is met beweegbare delen of dat hij knel zit. Regulatie primaire lucht van de branders (voor België) De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht nodig. Controle van de dichting Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met zeepsop, nooit met een vlam. Het regelen van de minimum stand (voor België) Het regelen van de minimum stand: • zet het kraantje op minimum; • neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast het staafje van het kraantje totdat u een regelmatige vlam heeft; N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden aangedraaid. Elektrische aansluiting De fornuizen met een drie-polige voedingskabel zijn ingesteld op het gebruik van wisselstroom met een verzorgingsspanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje (aan de onderkant van het apparaat). De geel/ groene draad is voor het aarden. In het geval van installeren boven een ingebouwde oven, moet de elektrische aansluiting van het apparaat en van de oven apart worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als om het eventueel uittrekken van de oven mogelijk te maken. Het aansluiten aan het net Monteer een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje; bij direkte aansluiting aan het net moet men een veel-polige schakelaar aanbrengen tussen het net en het fornuis met een minimum afstand van 3 mm tussen de kontaktpunten, die is aangepast aan de lading en aan de geldende normen (de draad voor het aarden mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt van meer dan 50°C. Voor het aansluiten kontroleert men dat: • de zekering en het net de lading van het apparaat kunnen verdragen (zie typeplaatje); • het net op efficiënte wijze is geaard volgens de normen en voor-schriften van de wet;e e le disposizioni di legge; • draai de knop snel van maximum op minimum om te zien of de vlammen blijven branden; • als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme hebben (thermo-element), dit niet functioneert met de branders op minimum, dan moet de minimum gastoevoer verhoogd worden door aan het regelschroefje te draaien. Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de bypass weer worden aangebracht met lak of gelijksoortig materiaal. 29 Kenmerken van de gaspitten en straalpijpen Tabel 1 (Voor Belgie) Branders Doorsenee (mm) Vloeibaar gas Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Nom. Ger. By-pass 1/100 (mm) Natuurlijk gas Straal. 1/100 Bereik* g/h Straal. 1/100 Bereik* l/h (1) (mm) *** ** (mm) G20 G25 Snel (Groot) (R) 100 3,00 0,7 41 39 86 218 214 116 286 332 Half snel (Medium) (S) 75 1,65 0,4 30 28 64 120 118 96 157 183 Hulp (Klein) (A) 55 1,00 0,4 30 28 50 73 71 71 95 111 28-30 20 35 37 25 45 20 15 25 25 15 30 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) Tabel 1 (Voor Nederland) Gaspit Natuurlijk gas Doorsenee (mm) Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* l/h Nom. Gered. (mm) G25 Snel (Groot) (R) 100 3,00 0,7 116 332 Half Snel (Medium) (S) 75 1,65 0,4 96 183 Hulp (Klein) (A) 55 1,00 0,4 71 111 Spaning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) * ** *** Met 15°C en 1013 mbar-droog gas P.C.S. Propaangas = 50,37 MJ/kg P.C.S. Butangas = 49,47 MJ/kg P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m³ P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m³ (1) Allen voor apparaten met veiligheidsmechanisme om gaslekkages te voorkomen (Ref. F). 25 20 30 De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen van de gemeeschap: - EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; - EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en successievelijke modificaties; - EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties; - EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties. - 2002/96/EC TD 640... 30 TD 631...
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62

Whirlpool TD 631 E (WH) Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding