Bauknecht BCIF 3O33 DELTS Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
28
NL
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT PRODUCT.
Voor meer informatie en support, gelieve uw product te registreren op:
www.bauknecht.eu/register
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1. Bovenste rek
2. Bestekmand
3. Opvouwbare kleppen
4. Afsteller hoogte bovenste rek
5. Bovenste sproeierarm
6. Power Clean steun
7. Onderste rek
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
1. AAN-UIT-toets
2. PROGRAMMA'S 6 toetsen voor directe toegang tot veelgevraagde
wascyclussen's
3. EXTRA PROGRAMMA'S toets. Toegang tot andere programma's
4. INFO-toets. Geeft info over de geselecteerde wascyclus
5. DISPLAY - Zone met indicatoren
6. DISPLAY - Informatiezone
7. TERUG toets voor opties/instellingen
8. OK-toets. Selecteren/veranderen van opties en instellingen
9. VOLGENDE toets voor opties/instellingen
10. START toets
PRODUCTBESCHRIJVING
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid .
Het bedieningspaneel van de afwasmachine wordt geactiveerd door het indrukken van de AAN/UIT-toets.
Om energie te besparen wordt het bedieningspaneel na 10 minuten automatisch uitgeschakeld als er geen
wascyclus is gestart.
BEDIENINGSPANEEL
DISPLAY - INDICATOREN
A. STARTUITSTEL
B. ECO
C. MULTIZONE - Bestekmand
D. WATERKRAAN GESLOTEN
E. VOEG ZOUT TOE
F. MULTIZONE - Bovenste rek
G. MULTIZONE - Onderste rek
H. VOEG SPOELMIDD. TOE
I. TABLET
A B C
I H G F
D
E
1
7
2
3
4
6
5
11
13
12
10
8
9
0000 000 00000
Service:
NL
29
Na de eerste aansluiting van het apparaat op het stroomnet geeft het display
de informatie weer voor het instellen van het apparaat voor het eerste gebruik.
1. De taal selecteren
Druk op de toets „<” of „>”. om de
gewenste taal te selecteren.
Bevestig dit door op de OK-toets te
drukken.
Nadat de taal bevestigd is, doorloopt het apparaat het menu van de
conguratie voor het eerste gebruik.
2. De waterhardheidsgraad instellen
De waterhardheidsgraad is stan-
daard ingesteld op 3. Druk meerde-
re malen op de toets „<” of „>” om de
waterhardheidsgraad te wijzigen.
Bevestig dit door op de OK-toets
te drukken. De waterhardheids-
graad moet worden ingesteld
volgens de onderstaande tabel.
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de instel-
ling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke waterhardheid in uw
huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleverancier worden opgevraagd.
3. Het waterontharderbakje vullen
Wanneer de waterhardheidsgraad is
ingesteld, moet het waterontharder-
bakje worden gevuld met water en
speciaal regenereerzout.
Verwijder het onderste rek en draai
de dop van het reservoir los (linksom)
Eerst moet het reservoir worden
gevuld met water (~1,5 liter).
Druk vervolgens op de OK-toets om
de volgende stap uit te voeren.
Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de
rand (ongeveer 1 kg); het is niet ongewoon dat er wat water uitstroomt.
Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid-
del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de
waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Druk vervolgens op de OK-toets om de volgende stap uit te voeren.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
4. Het helderheidsniveau instellen
Het helderheidsniveau is standaard
ingesteld op 5. Druk meerdere
malen op de toets „<” of „>” om de
helderheid te wijzigen.
Bevestig dit door op de OK-toets te
drukken.
5. Bediening voor type afwasmiddel
Bij deze stap is het zeer belangrijk om te
kiezen welk type afwasmiddel er wordt
gebruikt (tablet/capsule of gel/poeder).
Als u voor de afwas liever gebruik
maakt van een Alles-in-een-afwas-
middel in de vorm van tabletten of
capsules, drukt u op „OK” en gaat u
vervolgens naar stap 7. Bediening
voor openen kraan op de volgen-
de pagina.
Het symbool op het display gaat branden. Als u voor de afwas
liever gebruik maakt van gel of poeder, drukt u op „<” of „>” en gaat u
vervolgens naar stap 6. Bediening voor glansspoelmiddel.
6. Bediening voor glansspoelmiddel*
*Het apparaat slaat deze stap over als bij de voorgaande stap voor een
Alles-in-een-afwasmiddel gekozen is.
NEDERLANDS INSTELLEN?
<> = WIJZIG OK = JA
NEDERLANDS
GEKOZEN
WATERHARDHEID = 3
<> = WIJZIG OK = JA
WATERHARDHEID
(1=MIN, 5=MAX)
WATER BIJVULLEN
GIET 1,5 LITER
OK = KLAAR
WATER IN
OK = KLAAR
HET ZOUTVAKJE
OK = KLAAR
ZOUT BIJVULLEN
STROOI 1 KG ZOUT IN
OK = KLAAR
HET ZOUTVAKJE
OK = KLAAR
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
Achtergebleven zoutoplossing of zoutkorrels kunnen leiden tot
corrosie waardoor de roestvrijstalen onderdelen onherstelbaar
beschadigd worden.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten die
hierop betrekking hebben.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzach-
ter en het verwarmingselement beschadigd raken.
HELDERHEID AANPASSEN
(1=MIN, 5=MAX)
HELDERHEID = 5
<> = WIJZIG OK = JA
SOORT AFWASMIDDEL
GEBRUIKT U
<> = NEE OK = JA
TABLETTEN?
<> = NEE OK = JA
“ALLES IN EEN”
<> = NEE OK = JA
GLANSMIDD. BIJVULLEN
VOEG SPOELMIDD. TOE
OK = KLAAR
IN HET RESERVOIR
OK = KLAAR
M
A
X
A
B
35
25
Tabel waterhardheid
Niveau
Duitse
graden °dH
Franse graden °fH
1 Zacht 0 - 6 0 - 10
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20
3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30
4 Hard 18 - 34 31 - 60
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
EERSTE GEBRUIK
30
NL
1. Open het doseerbakje C door de tab op het deksel in te drukken en
omhoog te trekken.
2. Breng het glansspoelmiddel zorgvuldig in tot aan de referentiegroef
van het maximum (110 ml) van de vulruimte A - voorkom morsen.
Wanneer dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk
met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
4. Bevestig dit door op de „OK” -toets te drukken.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
Peil glansspoelmiddel instellen
(niet nodig bij het gebruik van tabletten/capsules)
De dosering van het glansspoelmiddel kan worden aangepast aan het gebruik-
te afwasmiddel. Hoe lager de instelling, hoe minder glansspoelmiddel wordt
gebruikt. De fabrieksinstelling is niveau (5).
Om het te wijzigen volgt u de aanwijzingen in het deel “INSTELLINGEN / MENU”.
7. Bediening voor openen kraan
Controleer of de waterkraan open is. Als de kraan dicht is, opent u de
kraan en bevestigt u dit door op de „OK”-toets te drukken.
8. Bediening voor de eerste afwascyclus
Geadviseerd wordt om voorafgaand
aan het normale gebruik van het
apparaat eerst het afwasprogramma
Intensive uit te voeren om het appa-
raat te kalibreren.
Voeg afwasmiddel toe in doseerbak-
je B (zie onder) en druk vervolgens
op de „OK”-toets.
De intensieve wascyclus wordt
automatisch geselecteerd. Druk op
de „START”- toets en sluit de deur
van het apparaat binnen 4 sec.
De eerste afwascyclus kan vanwege
de automatische kalibratieprocedure
tot 20 minuten langer duren.
Na deze procedure is het apparaat gereed voor normaal gebruik.
AFWASMIDDEL TOEVOEGEN
Voor de beste was- en droogresultaten wordt het gecombineerde ge-
bruik van vaatwasmiddel, vloeibaar glansspoelmiddel en zout vereist.
Het is raadzaam om vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te
gebruiken, aangezien deze producten schadelijk voor het milieu zijn.
Goede wasresultaten zijn ook afhankelijk van de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel.
Het overschrijden van de aangegeven hoeveelheid leidt niet tot een
meer eectieve afwas en doet de milieuvervuiling toenemen.
De hoeveelheid kan aan de mate van vuilheid worden aangepast.
Gebruik bij normaal bevuilde stukken ongeveer 35 g (vaatwasmid-
del in poedervorm) of 35 ml (vloeibaar vaatwasmiddel) en een extra
theelepel vaatwasmiddel direct in de kuip. Als er tabletten worden
gebruikt is één tablet voldoende.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in
de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de
hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd
(minimaal 25 g/ml) door bijv. poeder/gel in de kuip over te slaan.
Druk om de vaatwasmiddeldoseer-
bakje te openen op toets A. Voer
het vaatwasmiddel alleen in het
droge doseerbakje B in. Plaats de
hoeveelheid vaatwasmiddel voor
voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van
het vaatwasmiddel de eerder
vermelde informatie om de juiste
hoeveelheid toe te voegen. in het
doseerbakje B zijn er indicaties
die helpen het vaatwasmiddel te doseren.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseer-
bakje en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het om-
hoog te trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste mo-
ment, volgens het programma.
Als u een Alles-in-een-afwasmiddel gebruikt, is het raadzaam om in
ieder geval zout toe te voegen, vooral als het water hard of zeer hard
is (volg de aanwijzingen op de verpakking).
A
B
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines
is bestemd.
KRAAN OPENEN
OPEN
OK = KLAAR
DE WATERKRAAN
OK = KLAAR
EERSTE WASCYCLUS
SVP DE INTENSIEVE
OK = KLAAR
CYCLUS INSCHAKELEN
OK = KLAAR
IN LEEG APPARAAT
OK = KLAAR
OM DE INSTALLATIE
OK = KLAAR
AF TE RONDEN
OK = KLAAR
NL
31
ADVIEZEN EN TIPS
REKKEN VULLEN
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het ser-
viesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder
stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en
niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar bene-
den gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor
het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpan-
nen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand wor-
den geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en
hogere wasprestaties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij
kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasma-
chine moet u ten minste eens per maand een programma met hoge
temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en
laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek ser-
viesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen
wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas
(bv. kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook
dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogram-
ma afgelopen is.
BESTEKLADE
Het derde rek werd ontworpen om het bestek te herbergen.
Rangschik het bestek zoals op de afbeelding.
Een aparte rangschikking voor het bestek maakt het oppakken na de
afwas eenvoudiger en verbetert de was- en droogprestaties.
Messen en ander scherp keukengerei moeten met de scherpe
kant naar beneden toe worden geschikt.
De geometrie van het rek maakt het mogelijk om kleine items als
koekopjes in het midden te plaatsen.
De bestekmand is uitgerust met twee schuifbladen, om optimaal ge-
bruik te maken van de hoogte van de ruimte eronder en om het laden
van hoge items in het bovenste rek mogelijk te maken.
32
NL
BOVENSTE REK
Laad delicaat en licht vaatwerk:
glazen, kopjes, schoteltjes, lage
saladekommen.
Het bovenste rek heeft opklap-
bare steunen die in een verticale
positie kunnen worden gebruikt
bij het schikken van thee/dessert-
schoteltjes of in een lagere positie
om kommen en schalen te laden.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen op
drie verschillende hoogtes worden geplaatst, voor een
optimale rangschikking van het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare klep-
pen worden geplaatst door de steel van elk glas in
de overeenkomstige sleuven in te voeren.
Voor optimale droogresultaten de opvouwbare
kleppen meer laten kantelen. Voor het wijzigen van
de hellingshoek de opvouwbare klep optillen licht-
jes schuiven en plaats deze zoals u wenst.
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden
afgesteld: hoge stand voor groot servies-
goed in de onderste mand en lage stand
om optimaal gebruik te maken van de
opklapbare steunen, door het creëren van
meer ruimte naar boven en botsen met de
items die in het onderste rek zijn geladen te
voorkomen.
Het bovenste rek is uitgerust met een hoog-
teversteller bovenste rek (zie afbeelding ,
zonder op de hefbomen te hoeven drukken,
opheen door gewoon de zijkanten van het
rek vast te houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat.
Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A aan de zij-
kanten van het rek drukken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wan-
neer het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen
en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om
aanraking met de sproeierarmen te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie
kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een horizon-
tale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
POWER CLEAN IN ONDERSTE REK
Power Clean® maakt gebruik van specia-
le waterstralen aan de achterzijde van de
ruimte voor een intensievere reiniging
van zeer vuile items.
Activeer POWER CLEAN op het paneel
tijdens het plaatsen van de pannen/
ovenschalen tegenover het Power Clean® component.
Het onderste rek heeft Power Clean, een speciale uittrekbare steun
aan de achterzijde van het rek, die kan worden gebruikt ter ondersteu-
ning van koekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze
minder ruimte in beslag nemen.
Power Clean® gebruiken:
1. Pas het Power Clean gebied (G) aan
door de achterste bordenhouders
omlaag te klappen om potten en
pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen
verticaal gekanteld in het Power
Clean gebied. Potten en pannen
moeten naar de krachtige water-
stralen toe gekanteld worden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
NL
33
De lijst met beschikbare wascyclussen en opties kunt u vinden in
de Wascyclussentabel op de volgende pagina. De Ecocyclus is de
defaultselectie. Als u de laatste gebruikte wascyclus als defaultselectie
wenst, kunt u dat veranderen in het „Instellingenmenu”.
U kunt een wascyclus selecteren door op 1 van de 6 toetsen voor directe
toegang tot wascyclussen te drukken of door herhaaldelijk op de toets
voor „Extra programma's te drukken. Wanneer de laatste wordt
bereikt, gaat u terug naar de eerste als u opnieuw op de toets drukt.
Druk op de wascyclustoets om de wascyclus te kiezen dat op basis van
de Wascyclussentabel past bij de mate van vervuiling van het servies-
goed. Informatie wordt op het display weergegeven:
1. Indicatoren
2. Naam van de gekozen wascyclus
3. Verticaal staae toont enkel de positie van de extra wascycluslijst
4. Energieverbruik van de gekozen wascyclus
5. Waterverbruik van de gekozen wascyclus
Drie seconden na de selectie van een was-
cyclus worden de duur en de temperatuur
ervan weergegeven (indien beschikbaar).
Druk op de „INFO”- toets om een beknopte beschrijving weer te
geven van de wascyclus en het water/energieverbruik.
Tijdens de selectiefase knippert de led van „START.
Aanvullende opties zijn beschikbaar voor de meeste wascyclussen (zie
het deel „Opties en Instellingen”). Wanneer een optie wordt gekozen,
wordt de naam ervan weergegeven rechts op het display.
Als er meer dan een optie is gekozen,
wordt een stip voor elke optie weer-
gegeven. Elke optienaam wordt 3 sec.
weergegeven met een volle stip.
Wanneer u de selectie van de wascyclus en de opties helemaal heeft
uitgevoerd, drukt u op de „START”-toets en sluit u de deur binnen de
4 seconden om de gekozen wascyclus te starten.
Nadat de wascyclus is beëindigd, gaat een geluidssignaal af en het
display toont:
Op het display kan extra informatie worden weergegeven:
• CONTROLEER ZOUT - zoutreservoir bijvullen.
• CONTR. SPOELMIDD. - glansspoelmiddel bijvullen.
•
ONTVET EN REINIG DE MACHINE. WIJ BEVELEN WPRO AAN.
- elke 50 wascyclussen wordt aanbevolen om de WPRO-reiniger te
gebruiken (volgens de aanwijzingen op de hulpstof ).
Na 10 minuten wordt het apparaat uitgeschakeld.
Open de deur van het apparaat (er kan hete stoom uit komen!) en
maak het apparaat leeg, te beginnen met het onderste rek.
Als het zoutreservoir moet worden bijgevuld, dan wordt geadvi-
seerd dit vlak voor de start van de volgende cyclus te doen.
SELECTEREN VAN EEN WASCYCLUS EN OPTIES
POWER
CLEAN
50° 3:40h
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden
gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: open de deur, houd
de „AAN/UIT”-toets ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de „AAN/UIT”-toets en selecteer
het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start de
wascyclus door de „START”-toets in te drukken en binnen 4 sec.
de deur te sluiten.
DE WASCYCLUS IN PAUZE ZETTEN (OM EXTRA STUKKEN IN TE
BRENGEN)
Open de deur en plaats het vaatwerk in de afwasmachine, (let op HETE
stoom!). Druk op de „START”-toets en sluit de deur binnen 4 sec. om
de cyclus te hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een
stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Om de cyclus te
hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken, drukt u op
de „START”-toets en sluit de deur binnen 4 sec.
ECO
1 2 3
45
EINDE PROGRAMMA
POWER
CLEAN
50° 3:40h
NORMAAL VERONTREINIGD VAATWERK.
STANDAARD PROGRAMMA,
WATER ENERGIE
34
NL
WASCYCLUSSENTABEL
CYCLUS Beschikbare opties *
Doseerbakje
wasmiddel
Duur van
wascyclus
(h:min)
**
Water
verbruik
(l/cyclus)
Energie
verbruik
(kWh/cyclus)
Droog-
fase
B KUIP
ECO 50°
TABLET,
STARTUITSTE,
POWER CLEAN
4:00 9,5 0,83
AUTOSENSOR
50-60°
TABLET,
STARTUITSTEL,
MULTIZONE,
POWER CLEAN, TURBO
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
1H WASH
& DRY 55°
TABLET,
STARTUITSTEL,
MULTIZONE
- 1:00 10,5 1,20
INTENSIEF
65 °C
TABLET,
STARTUITSTEL,
MULTIZONE,
POWER CLEAN, TURBO
- 2:50 16,0 1,60
EXPRESS 30’
50°
TABLET,
STARTUITSTEL,
MULTIZONE
- 0:30 9,0 0,55 -
GLAS
45°
TABLET,
STARTUITSTEL,
MULTIZONE
- 1:40 11,5 1,20
EXTRA PROGR - ter beschikking wanneer u op de toets drukt
DAGELIJKS 50°
TABLET,
STARTUITSTEL,
MULTIZONE
- 1:35 13,0 1,15
NACHT 50°
TABLET,
STARTUITSTEL
- 3:30 15,0 1,15
VOORSPOELEN
koud
STARTUITSTEL,
MULTIZONE
- - 0:12 4,5 0,01 -
HYGIËNISCH 65°
STARTUITSTEL
- 1:40 10,0 1,30
ZELFREINIGING 65°
STARTUITSTEL
- 0:50 8,0 0,85 -
1. ECO - Normaal verontreinigd vaatwerk, standaardprogramma, het meest eciënt met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
2. AUTOSENSOR - Voor normaal verontreinigd vaatwerk met ingedroogde voedselresten. Detecteert het verontreinigingsniveau en past het
programma automatisch aan.
3. 1H WASH & DRY - Licht tot normaal verontreinigd vaatwerk. Dagelijks programma voor niet-ingedroogde en verse verontreiniging,
zorgt in slechts 60 min voor schone en droge vaat.
4. INTENSIEF - Aanbevolen programma voor sterk verontreinigd vaatwerk, vooral geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt
worden bij delicaat vaatwerk).
5. EXPRESS 30’- Programma voor licht verontreinigd vaatwerk zonder ingedroogde voedselresten.
6. GLAS- Programma voor delicaat vaatwerk, gevoelig voor hoge temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
EXTRA PROGR
7. DAGELIJKS - Voor normaal verontreinigd vaatwerk. Dagelijks programma voor optimaal afwassen in kortere tijd.
8. NACHT - Geschikt voor gebruik van het apparaat 's nachts. Optimale eciëntie gegarandeerd.
9. VOORSPOELEN - Voor vaatwerk dat later afgewassen kan worden. Voor dit programma is geen afwasmiddel nodig.
10. HYGIËNISCH - Normaal of sterk verontreinigd vaatwerk, met extra antibacteriële afwasfase.
11. ZELFREINIGING - Programma voor het onderhoud van de afwasmachine. Reinigt de binnenkant van het apparaat met heet water.
Opmerkingen:
Merk op dat programmas zoals “1h Wash & Dry” of “Express” het meest eectief zijn voor licht verontreinigd vaatwerk.
Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen laten draaien wanneer deze vol is.
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242.
Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met:
dw_test_support@whirlpool.com
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is
afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid
en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma
met max. 20 min. verlengen.
Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 5 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
NL
35
OPTIES EN INSTELLINGEN
TABLET (Alles-in-één)
Deze instelling laat u toe de cyclusprestatie te optimaliseren op basis
van het gebruikte afwasmiddel. Activeer het indien u gecombineerd
afwasmiddel in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel, zout en afwa-
smiddel in 1 dosis).
Om de Tablet in te stellen, drukt u
op de „OK”-toets om het menu van
de instellingen te openen, door-
loop de instellingen met „< , >” tot
TABLET wordt weergegeven en
druk vervolgens op de „OK”-toets.
STARTUITSTEL
De start van de wascyclus kan uitgesteld worden met een tijdspanne die u kiest.
Om een uitstel in te stellen drukt u op de „OK”-toets om het menu van de
instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „STARTUITSTEL
wordt weergegeven en druk vervolgens op de „OK”-toets.
Bij elke druk op de toets “>” of “<“ wordt de uitgestelde start vooruitgezet met:
• 0:30 als de selectie minder dan 4 uur is,
• 1:00 als de selectie minder dan 12 uur is,
• 2 uur als de selectie meer dan 12 uur is.
Om het uitstel te verwijderen drukt u
op de toets „<” of „>” tot „UIT wordt
weergegeven.
De defaultwaarde is UIT.
Als een uitstel is geselecteerd, gaat
branden
Zodra u op de „OK”-toets drukt, is
het uitstel bevestigd. Op het display
verschijnt opnieuw het cyclusselec-
tiescherm waarop de waarde van het
uitstel te zien is.
Druk op „START” en sluit binnen 4 seconden de deur om het uitstel te starten
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk moet worden gewassen, kan het in een enkel rek
geladen worden. Met deze optie kiest u in welk rek u wenst af te wassen.
Om de Multizone in te stellen drukt u op de „OK”-toets om het menu van
de instellingen te openen, doorloop de instellingen met „< , >” tot „MULTI-
ZONE” wordt weergegeven en druk vervolgens op de „OK”-toets.
De MULTIZONE is standaard niet
actief en alle rekpictogrammen
branden.
Het pictogram van de multizone
gaat branden.
Het pictogram van de multizone
gaat branden.
Het pictogram van de multizone
gaat branden.
POWER CLEAN
Dankzij de extra waterstralen biedt deze optie een intensiever en krach-
tiger afwasprogramma op de betreende plek in het onderste rek.
De defaultwaarde is UIT.
Om de Power Clean in te stellen
drukt u op de „OK”-toets om het
menu van de instellingen te ope-
nen, doorloop de instellingen met
„< , >” tot „POWER CLEAN” wordt
weergegeven en druk vervolgens
op de „OK”-toets.
TURBO
Deze optie kan worden gebruikt om de duur van de hoofdwascyclussen te
verlagen, met behoud van de was- en droogprestaties.
Om de Turbo in te stellen drukt u op
de „OK”-toets om het menu van de
instellingen te openen, doorloop de in-
stellingen met „< , >” tot TURBO” wordt
weergegeven en druk vervolgens op
de „OK”-toets.
Telkens als u op de toets „>” of „<“ drukt,
staat de optie AAN of UIT. Bevestig dit
door op de „OK”-toets te drukken.
VLOERLICHT
Er wordt LED-licht op de vloer geprojecteerd om aan te geven dat de
afwasmachine in bedrijf is. Het licht blijft tijdens de wascyclus branden
en dooft op het einde van de wascyclus.
Deze functie is standaard actief, maar kan worden uitgeschakeld in
het “INSTELLINGENMENU”.
KUIPLICHT
Wanneer de functie actief is, worden de leds in de kuip automatisch aan/
uitgeschakeld zodra de gebruiker de deur respectievelijk opent/sluit.
Als de deur langer dan 10 min blijft openstaan, gaan de leds in de kuip
uit (om ze terug in te schakelen moet u de deur sluiten en opnieuw
openen). Deze functie is standaard actief maar kan worden uitgescha-
keld in het “INSTELLINGENMENU”.
TABLET UIT
TABLET AAN
TABLET AAN
POWER CLEAN UIT
POWER CLEAN AAN
POWER CLEAN AAN
TURBO UIT
TURBO AAN
TURBO AAN
STARTUITSTEL UIT
Bij elke wascyclus kan gebruik worden gemaakt van extra opties. Een volledige lijst met de beschikbare opties voor specieke wascyclussen
kunt u vinden in de Wascyclussentabel op de vorige pagina. Alle actieve opties worden op het display weergegeven.
Om een optie in te stellen drukt u op de „OK”-toets. De melding OPTIES INSTELLEN wordt enkele seconden weergegeven. Gebruik ver-
volgens de toets „<” of „>” om de optielijst te doorlopen. Druk op „OK om de optie te selecteren, in het menu van de instellingen gaat de led
boven de „OK”-toets branden.
Als de optie niet beschikbaar is, blijft het zichtbaar op zijn plek maar met „ ”
MULTIZONE OK
<ENKEL BESTEK>
<ALLE KORVEN> < >
<ONDERKORF> < >
<ENKEL BESTEK> < >
<BOVENKORF> < >
STARTUITSTEL UIT
<START OVER h> UIT
<START OVER h> 4:00
<START OVER h> 4:00
36
NL
INSTELLINGENMENU
Taal
Om de taal te veranderen drukt u
op de „OK”-toets om het menu van
de instellingen te openen, doorloop
de instellingen met „< , >” tot TAAL
wordt weergegeven en druk vervol-
gens op de „OK”-toets.
Eerste wascyclus
U kunt kiezen welke wascyclus stan-
daard wordt geselecteerd wanneer u het
apparaat aanzet:
ECO of LAATSTE KEUS.
Om de eerste wascyclus veranderen
drukt u op de „OK”-toets om het
menu van de instellingen te openen,
doorloop de instellingen met „< , >”
tot „
EERSTE CYCLUS
wordt weer-
gegeven en druk vervolgens op de
„OK”-toets.
Geluiden
Om de geluiden te veranderen drukt u
op de „OK”-toets om het menu van de
instellingen te openen, doorloop de
instellingen met „< , >” tot „GELUIDEN
wordt weergegeven en druk vervol-
gens op de „OK”-toets.
Kies uit 2 niveaus: Hoog; Laag. Kan ook
UIT zijn.
Hardheidsgraad
Om de waterhardheid te verande-
ren drukt u op de „OK”-toets om
het menu van de instellingen te
openen, doorloop de instellingen
met „< , >” tot WATERHARDHEID
wordt weergegeven en druk ver-
volgens op de „OK”-toets.
Om het juiste niveau in te stellen op basis van de waterhardheids-
graad, zie de tabel op pagina 2.
Schermhelderheid
Om de helderheid van het scherm
te veranderen drukt u op de
„OK”-toets om het menu van de
instellingen te openen, doorloop de
instellingen met „< , >” tot „SCHERM-
HELDERH. wordt weergegeven en
druk vervolgens op de „OK”-toets.
Kies uit vijf niveaus: 1, 2, 3, 4 en 5.
Vloerlicht
Om het vloerlicht te veranderen drukt
u op de „OK”-toets om het menu van
de
instellingen te openen, doorloop
de instellingen met „< , >” tot
VLOER-
LICHT
wordt weergegeven en druk
vervolgens op de „OK”-toets.
Kuiplicht
Om het kuiplicht te veranderen drukt
u op de „OK”-toets om het menu van
de instellingen te openen, doorloop
de instellingen met „< , >” tot KUIP-
LICHT wordt weergegeven en druk
vervolgens op de „OK”-toets.
Glansspoelmiddelpeil
Om het peil van het glansspoel-
middel te veranderen drukt u op
de „OK”-toets om het menu van de
instellingen te openen, doorloop
de instellingen met „< , >” tot
PEIL
SPOELMIDD.
wordt weergegeven en
druk vervolgens op de „OK”-toets.
Kies uit vijf niveaus: 1, 2, 3, 4 en 5.
Als het peil van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1, wordt geen
glansspoelmiddel afgegeven. Het controlelampje LAAG
GLANSSPOELMIDDEL brandt als het glansspoelmiddel op is.
De fabrieksinstelling is niveau (5).
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet, stel dan een laag getal in
(2-3).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn, stel dan
een hoog getal in (4-5).
Demo
Om de demo te zien, drukt u op de
„OK”-toets om het menu van de in-
stellingen te openen, doorloop de
instellingen met „< , >” tot „DEMO”
wordt weergegeven en druk ver-
volgens op de „OK”-toets.
Standaard fabriekswaarden instellen
Om de fabriekswaarden terug in
te stellen drukt u op de „OK”-toets
om het menu van de instellingen
te openen, doorloop de instellin-
gen met „< , >” tot „RESET INSTELL.
wordt weergegeven en druk vervol-
gens op de „OK”-toets.
Afsluiten
Om het instellingenmenu af te
sluiten drukt u op eender welke was-
cyclustoets of druk op de toets „< , >”
tot VERLATEN wordt weergegeven,
en druk vervolgens op de „OK”-toets.
1.TAAL OK
1.ENGLISH <>
1.NEDERLANDS
2.EERSTE CYCLUS OK
2.<ECO> <>
2.<LAATSTE KEUS>
3.GELUIDEN OK
3.<HOOG> <>
3.<UIT>
7.KUIPLICHT AAN
7.KUIPLICHT UIT
8.PEIL SPOELMIDD. 5
8.PEIL SPOELMIDD. 4
9.DEMO AAN
9.DEMO UIT
10.RESET INSTELL. AAN
10.RESET INSTELL. UIT
11.VERLATEN < >
Om de machine-instellingen te veranderen dient u het Instellingenmenu te openen.
Druk op de toets „OK” en doorloop de instellingen met „< , >” tot INSTELLINGEN wordt weergegeven en druk vervolgens op de „OK”-toets.
Om het instellingenmenu af te sluiten drukt u op eender welke wascyclustoets of druk op de toets „< , >” tot VERLATEN wordt weerge-
geven, en druk vervolgens op de „OK”-toets.
4.WATERHARDHEID 3
4.WATERHARDHEID 4
5.SCHERMHELDERH. 5
5.SCHERMHELDERH. 3
6.VLOERLICHT AAN
6.VLOERLICHT UIT
NL
37
REINIGING EN ONDERHOUD
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het
uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen ontvlamba-
re vloeistoen om de machine schoon te maken.
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat kun-
nen worden verwijderd met een doek die is bevoch-
tigd met water en een beetje azijn.
De externe oppervlakken van de machine en het be-
dieningspaneel kunnen met een niet-schurende doek,
bevochtigd met water worden gereinigd. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te voorkomen dat er
vocht wordt gevormd dat niet uit de machine kan.
Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddeldoseerbakjes
regelmatig met een vochtige spons. Dit zal voorkomen dat er voedsel in
de afdichtingen blijft zitten, de belangrijkste oorzaak achter het vormen
van onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als
deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrijgen
via onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer. Afhanke-
lijk van het type slang:
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig con-
troleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de slang
wellicht lek en moet worden vervangen.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine veiligheidsklepinspec-
tievenster.(zie pijl). Als het rood is werd de waterstopfunctie in gang
gezet en moet de slang door een nieuwe worden vervangen.
Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl
de slang wordt losgeschroefd.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn ge-
bruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitge-
voerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van
onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen
kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine
beschadigd raken.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en
het afvalwater correct weg stroomt.
Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten circu-
leren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als
het lter is losgeraakt.
Controleer het ltersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het
eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen bor-
stel en volgens de onderstaande instructies:
1. 1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJ-
DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart
detail) (Afb. 4).
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten
op de sproeierarmen vastzitten
en worden de openingen voor
het water sproeien geblokkeerd.
Het is daarom raadzaam dat u de
armen van tijd tot tijd controleert
en ze met een kleine niet-metalen
borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de
bovenste sproeierarm de kunst-
stof borgring linksom draaien. De
bovenste sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde met
het grotere aantal openingen naar boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan wor-
den verwijderd door het omhoog
te trekken.
A
A
B
C
21
43
38
NL
INSTALLATIE
LET OP: Als het apparaat op een bepaald moment moet worden ver-
plaatst, houd het dan rechtop; als dit absoluut noodzakelijk is, kan het
op de rug worden gekanteld.
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie mag alleen door
een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd.
De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar rechts of naar links
worden geplaatst, voor een zo goed mogelijke installatie.
Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knikken in de slangen
komen of dat de slangen geplet worden.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
• Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
• De toevoerslang strak aandraaien naar de gewenste positie en de
kraan open draaien.
Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan contact op met
een specialistische winkel of een erkende technicus.
De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in de tabel Techni-
sche Gegevens staan aangegeven - dan kan de afwasmachine naar
behoren functioneren.
Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de slang niet samen-
gedrukt is.
SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING VAN DE WATERTOEVOERSLANG :
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
Sluit de afvoerslang aan op een aftapleiding met een minimale diame-
ter van 2 cm A.
De afvoerslangaansluiting dient zich op een hoogte te bevinden van
40 tot 80 cm ten opzichte van de vloer of het oppervlak waarop de
afwasmachine staat.
Verwijder voordat u de waterafvoerslang aansluit op de gootsteenaf-
voer de plastic plug B.
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat overstromingen niet
voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoevoer blokkeert bij
defecten of lekken binnen het apparaat.
Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra veiligheidssys-
teem New Aqua Stop, dat anti-overstromingbeveiliging zelfs garan-
deert bij een breuk in de toevoerslang.
De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesne-
den, omdat het elektrische delen bevat.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: De watertoevoerslang mag onder geen be-
ding worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken ervoor zorgen dat:
• De aansluiting geaard is en aan de huidige regelgeving voldoet;
• Het stopcontact bestand is tegen de maximale belasting van het
apparaat, zoals staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnen-
kant van de deur (zie PRODUCTBESCHRIJVING).
• Het netspanningsvoltage binnen de waarden valt die staan aange-
geven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
• Het stopcontact compatibel is met de stekker van het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur om de stekker te
vervangen (zie CONSUMENTENSERVICE). Gebruik geen verlengkabels of
meervoudige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd moeten
de stroomkabel en het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn.
Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervangen door de fabri-
kant of een erkende technische hulpdienst, om alle mogelijke gevaren
te voorkomen.
Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele incidenten, als deze
voorschriften niet worden nageleefd.
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige vloer. Als de vloer
ongelijk is, kunnen de voorste poten van het apparaat worden afge-
steld, totdat het horizontaal staat. Als het apparaat correct waterpas
staat is het stabieler en is er veel minder kans dat het beweegt of
trillingen en lawaai veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet, plakt u de zelf-
klevende transparante strip onder de houten plank vast, om het te
beschermen tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten of achterzijde
tegen de aangrenzende kasten of de muur aankomen. Dit apparaat
kan ook worden ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste voet de rode
zeshoekige bus op het lagere middengedeelte aan de voorkant
van de afwasmachine draaien met een zeshoekig moersleutel met
een opening van 8 mm. De moersleutel naar rechts draaien om de
hoogte te vergroten en naar links om de hoogte te verkleinen.
AFMETINGEN EN CAPACITEIT:
MIN 40 cm
MAX 80 cm
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WATERINLAAT 3/4”
KRACHT VAN WATERDRUK
0,05 ÷ 1MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
BREEDTE 598mm
HOOGTE 820mm
DIEPTE 555mm
CAPACITEIT 14 standaard couverts
NL
39
PROBLEMEN OPLOSSEN
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed. Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te lopen
voordat u contact opneemt met de Consumentenservice.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Weergave op het display:
CONTROLEER ZOUT of
VOEG ZOUT TOE
Zoutreservoir is leeg.
Vul het reservoir met zout (zie pagina 29).
Pas de waterhardheidsgraad aan (zie pagina 29).
Weergave op het display:
CONTR. SPOELMIDD. of
VOEG SPOELMIDD. TOE
Glansspoelmiddelbakje is leeg. Vul het doseerbakje met glansspoelmiddel (zie pagina 29).
... werkt niet / start niet.
Het apparaat moet ingeschakeld zijn. Controleer de zekeringen in uw zekeringenkast als er geen stroom is.
De deur van het apparaat gaat niet dicht.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
De optie “Startuitstel” is ingescha-
keld.
Controleer of de optie "Startuitstel" geselecteerd is. Als dat het geval is,
start het apparaat pas als de ingestelde tijd verstreken is. Reset zo nodig de
actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in, selec-
teer een nieuwe wascyclus, druk op START en sluit de deur binnen 4 sec.
Weergave op het display: F6
symbool op het
display indicatoren
Waterdruk is te laag.
De waterkraan moet helemaal openstaan tijdens de watertoevoer
(minimale capaciteit: 0,5 liter per minuut).
Geknikte watertoevoerslang of
verstopte ingangslters.
De watertoevoerslang mag niet geknikt zijn en het ingangslter in de
waterkraanaansluiting mag niet vuil of verstopt zijn.
Weergave op het display: F3
Vuile lters. Reinig de lters.
Er zit een knik in de afvoerslang. De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Sifonslangaansluiting is gesloten.
De sluitschijf van de sifonslangaansluiting
moet verwijderd worden.
Weergave op het display: F2
Vuile lters of sproeiarmen. Reinig de lters en sproeiarmen.
Te weinig water in het systeem van
het apparaat.
Holle stukken (bijv. kommen, koppen) moeten
omgekeerd in het rek gelegd worden.
Afvoerslang onjuist aangesloten.
De afvoerslang moet correct aangesloten zijn (laat bij hoog geplaatste
apparaten min. 200 - 400 mm van de onderste rand van het apparaat
vrij) - zie Installatie.
Veel schuim in de machine.
Herhaal de cyclus zonder afwasmiddel of wacht tot het schuim
verdwijnt.
Waterdruk is te laag.
De waterkraan moet helemaal openstaan tijdens de watertoevoer
(minimale capaciteit: 0,5 liter per minuut).
Geknikte watertoevoerslang of
verstopte ingangslters.
De watertoevoerslang mag niet geknikt zijn en het ingangslter in de
waterkraanaansluiting mag niet vuil of verstopt zijn.
Weergave op het display:
DRUK OP START EN
SLUIT DE DEUR
Deur is niet binnen
4 seconden gesloten na het indruk-
ken van de toets.
Druk nogmaals en sluit de deur van het apparaat binnen 4 seconden.
Weergave op het display:
OPEN EN SLUIT
DE DEUR
De deur werd niet tussen de cycli
geopend.
Maak het apparaat leeg (indien dit niet eerder leeggemaakt is), open en
sluit de deur.
Weergave op het display: Fx
Apparaat heeft een technisch
defect.
Bel de klantenservice (meld de weergegeven storing).
Draai de kraan dicht.
40
NL
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De deur wordt niet
vergrendeld.
Rekken zitten niet vast aan het einde. Controleer of de rekken aan het einde vast zitten.
Het deurslot is niet vergrendeld. De deur krachtig aanduwen totdat u het "klak" geluid hoort.
De afwasmachine
maakt teveel
lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Er is een bovenmatige hoeveelheid
schuim geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie Het vaatwasmiddeldoseerbakje vullen). Reset
de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in,
selecteer een nieuwe programma, druk op START en sluit de deur binnen
4 sec. Voeg geen vaatwasmiddel toe.
Het vaatwerk is niet
droog.
Het geselecteerde programma heeft geen
droogfase.
Controleer in de programmatabel of het geselecteerde programma een
droogfase heeft.
Het glansspoelmiddel is op of de resolutie
is niet voldoende.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere doseringen af (zie Het glans-
spoelmiddelbakje bijvullen).
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag of
is van kunststof.
Een paar druppels water is normaal (zie Adviezen).
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerang-
schikt.
Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien,
ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie Rekken vullen).
Het wasprogramma is te zacht en/of de
eciëntie van het afwasmiddel is laag.
Selecteer een geschikte wascyclus (zie Programmatabel).
Er is een bovenmatige hoeveelheid
schuim geproduceerd (zie CONSUMEN-
TENSERVICE).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor
gebruik in afwasmachines (zie Het vaatwasmiddeldoseerbakje vullen). Reset
de actuele wascyclus: schakel de afwasmachine uit, vervolgens terug in,
selecteer een nieuwe programma, druk op START en sluit de deur binnen
4 sec. Voeg geen vaatwasmiddel toe.
De dop op het glansspoelmiddelcompar-
timent is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie Onderhoud en reiniging).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie Het zoutreservoir vullen).
Het vaatwerk en het
glaswerk vertoont
calcinatie of een
witachtige lm.
Het zoutniveau is te laag. Vul het zoutreservoir (zie Het zoutreservoir vullen).
De aanpassing van de waterhardheid is
niet voldoende.
Verhoog de waarden (Zie Tabel Waterhardheid).
De dop van het zoutreservoir is niet goed
gesloten.
Controleer of de dop van het zoutreservoir goed is gesloten.
Het glansspoelmiddel is opgebruikt of de
dosering is onvoldoende.
Het glansspoelmiddel toevoegen of hogere doseringen toepassen.
Het vaatwerk en het
glas hebben blauwe
strepen of een
blauwachtige tint.
De dosering van glansspoelmiddel is te
hoog.
Pas de doseringsaantallen hieronder aan.
PRODUCTFICHE
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden
gedownload van de website: docs.bauknecht.eu
IEC 436
:
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSER-
VICE
Onze contactgegevens staan in de garantie-
handleiding . Wanneer u contact neemt met
de Consumentenservice, gelieve de codes
te vermelden die op het typeplaatje van het
apparaat staan.
400011311510
10/2018 jk - Xerox Fabriano
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Bauknecht BCIF 3O33 DELTS Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding