3
Toets 7 = kleine letters = p q r s 7 ß
grote letters = P Q R S 7
P
W R
Toets 8 = kleine letters = t u v 8 ù ü
grote letters = T U V 8 Ü
h
Toets 9 = kleine letters = w x y z 9
grote letters = W X Y Z 9
N
Toets 0 = 0 ! ? ¡
¿ & §
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets * = * . , " ' : ; + - = < >
Toets # = # ( ) [ ] { } _ \ | ~ ^
Functietoets F2: om cyclisch een van de volgende op-
ties te kiezen: alleen hoofdletters, alleen kleine letters
en hoofdletters alleen voor de eerste letter van de zin.
Om de cursor naar links (bovenste gedeelte van de
toets) of naar rechts (onderste gedeelte van de toets) te
verschuiven.
Functietoets F1: om het teken links van de cursor te
wissen.
Tijdens het invoeren van de tekst, verschijnt midden
onder op het display het max. aantal tekens dat u kunt
invoeren (160). Dit aantal neemt af bij elk ingevoerd
teken, zodat u kunt zien hoeveel tekens u heeft gebruikt
en hoeveel er nog beschikbaar zijn.
Als u dit wenst, kunt u in het bericht ook een nummer uit
het adresboek opnemen. Om een nummer in te voe-
ren, volgt u de procedure vanaf punt 5; anders gaat u
direct door naar punt 12.
5. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VERZEND NAAR
6. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
VOEG NR. IN
7. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
VOEG NR. IN
8. Druk op de functietoets F2:
Het display geeft, in alfabetische volgorde, de naam
(indien ingesteld) en het fax- of telefoonnummer weer
die gekoppeld zijn aan de 60 beschikbare posities (00-
59) indien eerder geprogrammeerd (raadpleeg de "Ge-
bruiksaanwijzing" van het faxapparaat, hoofdstuk
"Functies voor verzenden en ontvangen").
9. Om het nummer te zoeken dat u in het bericht wilt invoe-
gen, kunt u:
1. Op het onderste of bovenste gedeelte van de toets
drukken tot het gewenste nummer of de naam
op het display verschijnen.
of
2. Druk op de toets met de beginletter van de gewenste
naam. De handset zoekt de naam in alfabetische
volgorde op.
10. Om het weergegeven nummer te selecteren, drukt u op
de functietoets F3:
12. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
Het faxtoestel start de verzending en op het display
verschijnt het bericht "VERZENDING".
Als de verzending correct is voltooid, verschijnt hierna
op het display gedurende enkele seconden het bericht
"TX VOLTOOID".
Als de verzending niet tot een goed einde is gebracht,
verschijnt hierna op het display gedurende enkele se-
conden het bericht "TX FOUT" gevolgd door een
geluidssignaal en de fouten-LED "
" gaat branden.
In beide gevallen verschijnt na de verzending op het
display:
SMS OPSLAAN
NEE
13. Om de andere beschikbare optie weer te geven, drukt
u op de toetsen:
Op het display verschijnt:
SMS OPSLAAN
JA
14. Om de instelling te bevestigen, drukt u op de toets:
15. Om het bericht van het display te verwijderen en de
fouten-LED "
" te doven drukt u op de toets:
OPSTELLEN EN VERZENDEN VAN EEN BERICHT VANAF
DE
HANDSET
1. Druk op het bovenste of onderste gedeelte van de toets
tot op het display verschijnt:
BERICHT MENU
2. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
BERICHT INTOETSEN
3. Druk op de functietoets F3:
Op het display verschijnt:
NIEUW BERICHT
4. Vorm de tekst van het bericht (max. 160 tekens). Hier-
toe drukt u op de toetsen:
- Om in sequentie de volgende tekens in te voeren:
Toets 1 = spatie 1 @ $ ¥ £
€
% / °
Toets 2 = kleine letters = a b c 2 ä à å æ ç
grote letters = A B C 2 Ä Å Æ
Toets 3 = kleine letters = d e f 3 è é
grote letters = D E F 3 É
D U
Toets 4 = kleine letters = g h i 4 ì
grote letters = G H I 4
C
Toets 5 = kleine letters = j k l 5
grote letters = J K L 5
K
Toets 6 = kleine letters = m n o 6 ñ ò ö ø
grote letters = M N O 6 Ñ Ö Ø
X