Bauknecht GTE 220 A3+ de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
1
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal.
F. Bedieningspaneel.
G. Zijrooster afkoeling motor.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Fig. 2)
1. Digitale temperatuurdisplay: geeft de temperatuur
binnenin de vriezer (ononderbroken weergave) of de
ingestelde temperatuur (knipperende weergave) aan.
2. Toets om een lagere temperatuur in te stellen: met
deze toets verlaagt u de temperatuur.
3. Toets om een hogere temperatuur in te stellen: met
deze toets verhoogt u de temperatuur.
4. Toets “Extra lading”: schakelt de functie voor grote
hoeveelheden in/uit.
5. Controlelampje “Extra lading” (geel): als het
lampje brandt, signaleert het dat de functie voor grote
hoeveelheden is geselecteerd.
6. Controlelampje “Green Intelligence” (blauw): als
het lampje brandt, signaleert het dat de functie “Green
Intelligence” is ingeschakeld (zie paragraaf “Functie
Green Intelligence”).
7. Resettoets alarm: schakelt het geluidsalarm en het
controlelampje voor het black-outalarm uit (zie de
paragraaf "Alarmen").
8. Controlelampje alarm (rood): knippert wanneer een
alarm zich voordoet (zie paragraaf “Alarmen”).
INSTALLATIE
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het apparaat. (Fig. 3)
Zorg dat de dop van het afvoerkanaal voor dooiwater
(indien aanwezig) correct gepositioneerd is (E).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand
en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten. (Afb. 4)
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien
aanwezig).
Maak de binnenkant van het apparaat schoon alvorens
het te gebruiken.
INSCHAKELEN VAN HET APPARAAT
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
Als het apparaat warm is (binnentemperatuur hoger
dan 0°C), verschijnen er twee streepjes op de digitale
indicator (1).
Het rode alarmlampje (8) knippert en het geluidsalarm
treedt in werking.
Het controlelampje “Green Intelligence” (6) brandt.
Druk op de resettoets (7) om het geluidsalarm uit te
schakelen.
Het geluidsalarm wordt uitgeschakeld, terwijl het rode
alarmlampje blijft knipperen.
Als het apparaat een temperatuur van ten minste -12°C
heeft bereikt, stopt het rode controlelampje (8) met
knipperen.
Nu kunnen er levensmiddelen in de vriezer worden
geplaatst.
Het controlelampje “Green Intelligence” (6) blijft branden
totdat de op de indicator ingestelde temperatuur is
bereikt.
OPMERKING: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af,
dus u kunt de deur van het apparaat niet onmiddellijk na
sluiting weer openen. Wacht enkele minuten voordat u de
deur van het apparaat opnieuw opent.
Dit apparaat beschikt over “skin condensor”-
technologie: de condensoreenheid is in de
wanden van de vriezer geïntegreerd. Om die
reden kunnen de zijkanten en voorzijde van het
product warm worden wanneer het product in
bedrijf is. Dit is normaal en vermindert het risico op
condensvorming bij zeer kritische omstandigheden
(zie de paragraaf “Opsporen van storingen”).
INSTELLEN VAN DE TEMPERATUUR
Het apparaat is gewoonlijk in de fabriek afgesteld om te
werken op de aanbevolen temperatuur van -18°C. De
ingestelde binnentemperatuur kan worden gewijzigd
tussen -17°C en -24°C of worden ingesteld op de
ENERGIEBESPARENDE modus (zie de paragraaf “ECO-
functie”). Ga als volgt te werk:
Druk eenmaal op één van de twee toetsen voor de
temperatuurregeling (2; 3).
De digitale indicator (I) knippert en geeft de temperatuur
aan die van tevoren is ingesteld.
Druk zo veel keer op de toets (3) als nodig is om een
hogere temperatuur in te stellen. Bij elke druk op de
toets neemt de waarde met 1°C toe. Tijdens dit proces
knippert de waarde die op de digitale indicator wordt
weergegeven.
Druk zo veel keer op de toets (2) als nodig is om de
temperatuur te verlagen. Bij elke druk op de toets neemt
de waarde met 1°C toe. Tijdens dit proces knippert de
waarde die op de digitale indicator wordt weergegeven.
Ongeveer 5 seconden nadat de toets voor het laatst is
ingedrukt wordt de ingestelde temperatuur opgeslagen
in het geheugen. De digitale indicator (1) stopt met
knipperen en geeft opnieuw de binnentemperatuur van
het apparaat weer.
Om op eender welk moment te controleren op welke
temperatuur het apparaat is ingesteld, drukt u op één van
de toetsen voor de temperatuurregeling. De ingestelde
waarde knippert 5 seconden, waarna opnieuw de
binnentemperatuur van de vriezer wordt weergegeven.
OPMERKING: als de stroom uitvalt, blijven de
instellingen hoe dan ook in het geheugen opgeslagen.
De tijd die nodig is om de ingestelde temperatuur ook
werkelijk in de vriezer te bereiken, kan variëren naar
gelang de klimaatomstandigheden en de gekozen
instelling; de temperatuurvariaties worden in ieder
geval met een zekere vertraging weergegeven.
ECO-functie
De ENERGIEBESPARENDE modus wordt aanbevolen
wanneer het apparaat maar gedeeltelijk is volgeladen, onder
het “e”-symbool binnen in het apparaat (indien aanwezig).
Om de ECO-functie in te stellen:
Druk op één van de toetsen voor de temperatuurregeling
(2; 3).
De digitale indicator (1) knippert en geeft de eerder
ingestelde temperatuur weer.
Druk zo veel keer op de toets (3) als nodig is om de
temperatuur te verhogen totdat de waarde EC op de
digitale indicator verschijnt.
OPMERKING: als u de vriesfunctie voor grote
hoeveelheden inschakelt wanneer het apparaat in
de ECO-modus werkt, wordt deze laatste functie
automatisch uitgeschakeld voor de gehele duur van
de functie.
FUNCTIE “GREEN INTELLIGENCE”
De functie Green Intelligence wordt in de volgende gevallen
automatisch ingeschakeld:
2
Openen van de deur
De functie treedt in werking bij iedere opening van
de deur die de binnentemperatuur van het apparaat
verhoogt tot een waarde waarbij de veilige bewaring van
levensmiddelen niet langer gegarandeerd is, en blijft
actief gedurende de tijd die nodig is om automatisch de
optimale conserveringscondities te herstellen.
Plaatsen van in te vriezen levensmiddelen
De functie treedt iedere keer dat er levensmiddelen
in de vriezer worden geplaatst in werking, en blijft
actief gedurende de tijd die nodig is om optimale
invriesomstandigheden te creëren, waarbij de juiste
balans tussen de kwaliteit van het invriezen en het
energieverbruik wordt gegarandeerd..
OPMERKING: de duur van de functie Green Intelligence
wordt niet alleen op basis van de hoeveelheid in te
vriezen levensmiddelen berekend, maar ook op basis
van de hoeveelheid levensmiddelen die reeds aanwezig
is in de vriezer, en van de buitentemperatuur. Daarom
zijn aanzienlijke variaties in de duur van deze functie vrij
normaal.
Toetsenblokkering
Met deze functie kunnen eventuele wijzigingen van de
instellingen doordat onopzettelijk op de toetsen wordt
gedrukt, voorkomen worden.
Als de functie eenmaal is ingeschakeld en op een
toets wordt gedrukt, wordt de bijbehorende functie niet
geactiveerd.
Om de toetsenblokkering in te schakelen, drukt u
ongeveer 3 seconden tegelijkertijd op de toetsen (2) en
(7) tot het display het symbool
weergeeft, waarna de
ingestelde temperatuur weer verschijnt.
Ga als volgt te werk om het toetsenbord te
deblokkeren: wanneer het symbool
verdwijnt, is de
toetsenblokkering uitgeschakeld.
ALARMEN
Alarm temperatuur
Signaleert dat de binnentemperatuur hoger dan -12°C
is. Het geluidsalarm wordt ingeschakeld en het rode
controlelampje (8) knippert. Het geluidsalarm kan
worden uitgeschakeld door op toets (7) te drukken. Het
controlelampje (8) blijft knipperen totdat de temperatuur
onder -12°C is gezakt.
Opmerking: in deze omstandigheden treedt het
controlelampje Green Intelligence automatisch in werking tot
de normale conserveringsomstandigheden hersteld zijn.
Alarm lange black-out
Geeft aan dat als gevolg van een black-out van het
elektriciteitsnet de binnentemperatuur is gestegen boven
-8°C.
Het geluidsalarm wordt ingeschakeld, het rode
controlelampje (8) knippert en de digitale indicator (I)
geeft knipperend de hoogst bereikte temperatuur tijdens
de black-out aan. Druk op de toets (7); geeft de digitale
indicator opnieuw de huidige binnentemperatuur weer.
Opmerking: in deze omstandigheden treedt het
controlelampje Green Intelligence automatisch in werking.
Alarm sensor
Signaleert een storing van de temperatuursensor.
Het geluidsalarm wordt ingeschakeld, het rode
controlelampje (8) knippert en de digitale indicator geeft
“SF” weer. In dit geval dient u zich tot de Klantenservice
te wenden.
OPMERKING: het temperatuuralarm kan ook worden
ingeschakeld nadat er verse levensmiddelen in de
vriezer zijn geplaatst of als de deur lang openstaat;
in dit geval komt de perfect conservering van de al
ingevroren levensmiddelen niet in het gedrang. Een
stroomuitval kan echter leiden tot een gevaarlijke
situatie voor wat betreft de conservering; wij adviseren
u in dat geval de staat van conservering van de
levensmiddelen te controleren.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te
vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, vershoudfolie, plastic zakjes,
polyetheen dozen met deksels, zolang ze maar geschikt
zijn voor het invriezen van levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Vries vers fruit en groenten zo mogelijk direct na de oogst
in om de voedingsstoen, de consistentie, de kleur en de
smaak te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze
in het apparaat legt.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van het apparaat (Afb 5):
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen
de al ingevroren levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit is ook
nuttig op het moment van gebruik van het ingevroren
voedsel.
Als u minder dan 10-12 kg levensmiddelen in de vriezer
plaatst, wordt de werking van het apparaat automatisch
geregeld door de functie “Green Intelligence” (zie het
hoofdstuk "De functie “Green Intelligence”) en hoeft u
verder niets te doen.
Als u grote hoeveelheden wilt invriezen en zo de
maximale vriescapaciteit van het apparaat wilt benutten,
dat vermeld staat op het typeplaatje, dan moet de
vriesfunctie voor grote hoeveelheden 24 uur voordat het
in te vriezen voedsel in het apparaat geplaatst wordt,
worden ingeschakeld.
Om de vriesfunctie voor grote hoeveelheden in te
schakelen, drukt u op toets (4). Het gele controlelampje
(5) gaat branden.
Na het plaatsen van de verse levensmiddelen adviseren
wij u om de deur van de vriezer 24 uur gesloten te
houden. Na verloop van die tijdsperiode kunnen de
levensmiddelen als ingevroren worden beschouwd.
Om de vriesfunctie voor grote hoeveelheden uit te
schakelen, drukt u op toets (4); als deze handeling niet
wordt uitgevoerd, zorgt het apparaat er automatisch voor
dat de functie na ongeveer 48 uur wordt uitgeschakeld.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Indeling van de ingevroren levensmiddelen
Laad het diepgevroren voedsel en deel het in; het is
raadzaam de datum waarop het voedsel geladen is te
vermelden op de verpakkingen, om ervoor te zorgen dat het
voedsel gebruikt wordt binnen de vervaldatums aangegeven
in maanden in afb. 6 voor elk type van voedsel.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Wanneer u bevroren levensmiddelen koopt, zorg dan dat:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen bedorven kan zijn. Indien
de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd
het product mogelijk niet bij optimale omstandigheden
bewaard en is mogelijk al deels ontdooid.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht
en in isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in het
apparaat.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of
3
tot een minimum worden beperkt. Neem de uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking in acht.
Volg altijd de opslaginstructies op de verpakking van
diepvriesproducten.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het ontdooide
levensmiddel gebruikt wordt voor de bereiding van
een gerecht dat gekookt wordt. Nadat het ontdooide
levensmiddel gekookt is, mag het opnieuw worden
ingevroren.
In geval van langdurige stroomuitval:
Open de deur van het apparaat niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant
van het apparaat te plaatsen. Op deze manier
kunt u de snelheid waarmee de temperatuur stijgt
beperken.
ONTDOOIEN APPARAAT
Het apparaat moet ontdooid worden wanneer de laag ijs op
de wanden 5-6 mm dik geworden is.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal alle voedsel uit het apparaat en bewaar het op een
heel koele plek of in thermisch isolerende zakken.
Laat de deur van het apparaat openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (afhankelijk
van model) (Afb. 8).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (afhankelijk
van model) en plaats hem zoals aangegeven in de
afbeelding 8.
Gebruik de scheider (afhankelijk van model) in het
product als een recipiënt om het resterende water in op
te vangen (D) zoals aangegeven in afb. 8. Als er geen
scheider is, gebruik dan een ondiepe kom.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het
ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan de
binnenkant van het apparaat te voorkomen, geen
puntige of scherpe metalen voorwerpen om het ijs
te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig
droog.
Plaats na het ontdooien de dop terug.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (indien
aanwezig)
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw
lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat
aan op het elektriciteitsnet.
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
1. Het rode controlelampje knippert.
• Is de stroom uitgevallen?
• Heeft u het ontdooien geactiveerd?
• Zijn er recent in te vriezen levensmiddelen in
geplaatst?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
• Zijn het ventilatierooster en de condensor schoon?
2. Het apparaat maakt veel lawaai.
• Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
• Staat het apparaat tegen andere meubels of
voorwerpen aan die trillingen kunnen veroorzaken?
• Is de verpakking van het onderstel van de vriezer
verwijderd?
Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een zacht
geluid maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is
geheel normaal.
3. Het geluidsalarm klinkt.
• Zie het hoofdstuk "Richtlijnen voor de functionering",
paragraaf “ALARMEN”.
4. De indicator is uit, het binnenlampje gaat niet aan
en de compressor werkt niet (apparaat is warm).
• Controleer of er een black-out is.
• Controleer of de stekker goed in het stopcontact is
gestoken.
• Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact en
zorg ervoor dat de voedingskabel intact is.
5. De indicator is uit, het binnenlampje gaat aan en de
compressor werkt onafgebroken.
• Neem contact op met de klantenservice.
6. Door op een toets te drukken wordt de
bijbehorende functie niet geactiveerd.
• Controleer of de functie toetsenblokkering
niet is ingeschakeld (zie hoofdstuk
“TOETSENBLOKKERING”).
7. De compressor werkt onafgebroken.
• Zijn er warme levensmiddelen in het apparaat gezet?
• Is de deur van het apparaat langdurig open geweest?
• Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de
buurt van een warmtebron?
• Heeft u ongewild de snelvriesfunctie ingeschakeld? (de
groene controlelampjes knipperen om beurten)
8. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
• Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het
dooiwater correct geplaatst?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat
beschadigd of vervormd? (Zie hoofdstuk "Installatie")
• Zijn de 4 beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
"Installatie")
9. Er vormt zich condens aan de buitenkant van de
vriezer.
• Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid
hoger dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is
in vochtige en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft
echter geen negatieve invloed op de prestaties van
het apparaat.
10. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is
niet overal even dik.
• Dit is normaal.
CONSUMENTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Consumentenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het
probleem is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat
los van de stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur
voordat u het opnieuw inschakelt.
3. Indien het probleem aanhoudt na deze actie, neemt u
contact op met de Klantenservice.
Vermeld het volgende:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (het nummer na het woord SERVICE
op het typeplaatje aan de achterzijde van het apparaat)
uw volledige adres;
uw telefoonnummer en zonecode.
4
400011227345
1
3
4 5
q et
y
i
w
r
u
2
6
8
9
CLASE/KLASSE
CLASSE/CLASS
°C °F
SN 10 - 32 50 - 90
N 16 - 32 61 - 90
ST 16 - 38 61 - 100
T 16 - 43 61 - 110
7
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4

Bauknecht GTE 220 A3+ de handleiding

Type
de handleiding