Installatie CoolAir SPX1200I
92
• Vermijd onnodige en veelvuldige mechanische belasting van de voedings-
leiding tussen verdamper- en condensatoreenheid. Beschadigingen kunnen
leiden tot koelmiddellekkage en tot beperking van het vermogen van de
installatie.
• De meegeleverde montageonderdelen mogen bij de montage niet eigen-
machtig worden gewijzigd.
• De ventilatieopeningen (roosters) mogen niet worden afgedekt (minimum-
afstand tot andere aanbouwdelen: 10 cm).
• U kunt de installatie zowel via de hoofdverdeler van de vrachtwagen als
direct met de accu verbinden. Hierbij dient u de voorkeur te geven aan de
aansluiting via de hoofdverdeler. Bij enkele voertuigen worden grotere ver-
bruikers bij aansluiting via de hoofdverdeler na korte tijd uitgeschakeld,
wanneer de stroombehoefte te hoog is. Vraag de fabrikant van uw voertuig
naar de specificaties van de hoofdverdeler.
• Neem bij de installatie van het systeem en bij de elektrische aansluiting de
richtlijnen van de fabrikant van de opbouw in acht.
6.3 Montagepositie bepalen
De montagepositie van de installatie moet aan de volgende criteria voldoen:
• Onderhoudswerkzaamheden moeten eenvoudig kunnen worden uitge-
voerd.
• Er moet voldoende ruimte zijn voor de koelmiddelleiding.
• De lengte van de koelmiddelleiding (ca. 2,1 m) moet voldoende zijn om de
condensator- en verdampereenheid te verbinden. De leiding mag niet
gespannen worden gelegd (afb. 3).
• Het bevestigingsoppervlak moet zo vlak mogelijk zijn. Bij oneffen oppervlak-
ken moeten afstandshulzen worden gebruikt. Bij het gebruik van afstands-
hulzen moeten langere bevestigingsschroeven met voldoende trekvastheid
(niet bij de montageset inbegrepen) worden gebruikt.
I
INSTRUCTIE
De meegeleverde bevestigingsschroeven M6 x 40 zijn afgestemd op het
gebruik van de meegeleverde afstandshulzen l = 25 mm (bijv. MAN TGX).
De meegeleverde bevestigingsschroeven M6 x 110 zijn afgestemd op het
gebruik van de meegeleverde afstandshulzen l = 40 mm (bijv. Volvo FH vanaf
bouwjaar 2013) (twee afstandshulzen per schroef).
Door de afstandshulzen te combineren kunnen verschillende afstanden tussen
de achterwand van de bestuurderscabine en de binnenbekleding worden
gerealiseerd.
De schroef mag niet meer dan 15 mm uit de moer steken.
Indien geen of andere afstandshulzen gebruikt worden, moeten de
bevestigingsschroeven worden aangepast. Anders kan de behuizing van de
installatie beschadigd raken.
63;,,VERRN6HLWH)UHLWDJ6HSWHPEHU