AEG A51010HSW0 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
2 www.aeg.com
WE DENKEN AAN U
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. U koos voor een product dat jaren
professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen
met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u erop vertrouwen dat u keer
op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhouds-
informatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Als u contact opneemt met onze geautoriseerde serviceafdeling, zorg dan dat u de
volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie.
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE ............................................................................................ 3
2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .......................................................................................... 4
3. BEDIENING .................................................................................................................... 6
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK ...................................................................................... 6
5. DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................................... 6
6. AANWIJZINGEN EN TIPS ............................................................................................. 7
7. ONDERHOUD EN REINIGING ..................................................................................... 8
8. PROBLEEMOPLOSSING ............................................................................................... 9
9. INSTALLATIE ................................................................................................................. 11
10. GELUIDEN .................................................................................................................... 12
11. TECHNISCHE INFORMATIE ....................................................................................... 13
12. MILIEUBESCHERMING ............................................................................................... 13
3 NEDERLANDS
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor instal-
latie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door
een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het
apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren
of andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
• Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies;
dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde mo-
dellen.
• Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen
die door de fabrikant zijn aanbevolen.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
4 www.aeg.com
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietech-
nicus mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen,
ovens of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden
die te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als
u het wilt verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon
-
teur worden gemaakt.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact op met de
Servicedienst of een elektrotechni
-
cus om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan
de hoogte van het stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereik
-
baar is.
Trek niet aan het netsnoer om het ap
-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplos-
middelen of metalen voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel is beschadigd, moet de
fabrikant, diens technische dienst of een ander
gekwaliceerd persoon deze vervangen, om een
gevaarlijke situatie te voorkomen.
• Als het apparaat is uitgerust met een ijsmachine of
een waterkraantje, vult u deze alleen met drinkwater.
• Als het apparaat een wateraansluiting vereist, gebruikt
u hiervoor alleen een drinkwaterleiding.
• De druk van de watertoevoer (minimaal en maximaal)
moet liggen tussen 1 bar (0,1 MPa) en 10 bar (1 MPa).
5 NEDERLANDS
2.3 Toepassing
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
De specicatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat ten-
zij uitdrukkelijk geschikt verklaard door
de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit
niet beschadigt. Het bevat isobu-
taan (R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere ontste-
kingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de kunststof-
onderdelen van het apparaat.
Plaats geen frisdranken in het vriesvak.
Dit zal extra druk in de drankes
veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door ont-
vlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijdert of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan
het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Alleen bevoegde
personen mogen de eenheid onder-
houden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig deze indien no-
dig. Indien de afvoer verstopt is, zal er
water op de bodem van het apparaat
liggen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder het deksel om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiemateri-
alen van dit apparaat zijn ozonvrien-
delijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact op met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
6 www.aeg.com
3. BEDIENING
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de thermostaatknop naar de
volgeladen positie en wacht 24 uur
voordat u voedsel in de koelkast
plaatst, zodat de correcte tempera-
tuur kan worden bereikt.
Het controlelampje gaat aan.
3. Stel de thermostaatknop in aan de
hand van de hoeveelheid opgesla-
gen voeding.
3.2 Uitschakelen
Draai de thermostaatknop naar de
UIT-positie om het apparaat uit te
schakelen.
3.3 Temperatuurregeling
De temperatuur in het apparaat wordt
geregeld door de thermostaatknop op
het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om het apparaat in
werking te stellen:
Draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude te
verkrijgen.
Draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude
te verkrijgen.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken over
Veiligheid.
4.1 De binnenkant
schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, dient u de binnenkant en
de interne accessoires met lauwwarm
water en wat neutrale zeep te wassen om
de typische geur van een nieuw product
weg te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP!
Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen. Deze beschadi-
gen de lak.
5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken over
Veiligheid.
5.1 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invrie-
zen van vers voedsel en om diepvries-
voedsel langere tijd te bewaren.
3.1 Inschakelen
A
B
C
D
A) THERMOSTAATKNOP
B) ACTIEF
C) ALARM
D) STROOM
7 NEDERLANDS
Omdat het deksel is uitgerust met een
strak sluitende afsluiting, is het niet
gemakkelijk om hem direct na het sluiten
opnieuw te openen (door het vacuüm
dat aan de binnenkant wordt gevormd)
Wacht een paar minuten voordat u het
apparaat weer opent
5.4 Opslagmanden
De onderstaande afbeelding toont
hoeveel manden in de verschillende vrie-
zermodellen kunnen worden geplaatst.
De manden schuiven in elkaar.
520mm
233mm
U kunt extra manden kopen bij uw plaat-
selijke klantenservice.
De maximale hoeveelheid voedsel die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt
aangegeven op het typeplaatje.
1
Het invriesproces duurt 24 uur: vries tij-
dens deze periode geen ander voedsel in.
5.2 Het bewaren van
ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet is gebruikt, in
-
schakelt, moet het apparaat voordat u er
producten in plaatst eerst minstens 24 uur
werken met de thermostaatknop in de
volgeladen positie.
LET OP!
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen dan de
duur die op de kaart met techni
-
sche kenmerken onder "maximale
bewaartijd bij stroomuitval" is ver
-
meld, moet het ontdooide voedsel
snel geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden en dan
weer worden ingevroren (nadat het
is afgekoeld).
5.3 Het deksel openen en
sluiten
LET OP!
Trek nooit met grote kracht aan
het handvat.
1 Zie "Technische gegevens"
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken over
Veiligheid.
6.1 Tips voor het invriezen
Om u te helpen het voedsel zo goed mo-
gelijk in te vriezen, volgen hier een paar
belangrijke tips:
De maximale hoeveelheid voedsel die
in 24 uur ingevroren kan worden, staat
vermeld op het typeplaatje.
Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg
gedurende deze periode niet meer in
te vriezen voedsel toe.
Vries alleen verse en grondig schoon-
gemaakte levensmiddelen van uitste-
kende kwaliteit in.
Bereid het voedsel in kleine porties
voor. Zo kan het snel en volledig
worden ingevroren en zo kunt u later
alleen die hoeveelheid laten ontdooi-
en die u nodig hebt.
8 www.aeg.com
6.2 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat
te verkrijgen, doet u het volgende:
Verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op ge-
schikte wijze door de detailhandelaar
werden opgeslagen.
Zorg ervoor dat de ingevroren levens-
middelen zo snel mogelijk van de win-
kel naar uw vriezer gebracht worden.
Open het deksel niet vaker of langer
dan strikt noodzakelijk.
Als voedsel eenmaal ontdooid is, be-
derft het snel en kan het niet opnieuw
worden ingevroren.
Bewaar het voedsel niet langer dan
de door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken over
Veiligheid.
7.1 Periodieke reiniging
LET OP!
Trek voordat u welke onderhouds-
handeling dan ook verricht, de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen schoonmaakmidde-
len, schuurmiddelen, sterk gepar-
fumeerde schoonmaakproducten
of boenwas om de binnenkant van
het apparaat schoon te maken.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem
niet beschadigt. Het is niet nodig
om het compressorgedeelte
schoon te maken.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Maak het apparaat en de toebehoren
regelmatig schoon met lauwwarm
water en neutrale zeep.
Maak de afsluiting van het deksel voor-
zichtig schoon
3. Maak het apparaat volledig droog.
4. Steek de stekker in het stopcontact.
5. Schakel het apparaat in.
7.2 De vriezer ontdooien
LET OP!
Gebruik nooit scherpe metalen
hulpmiddelen om de rijp van de
verdamper te krabben, deze zou
beschadigd kunnen raken. Ge-
bruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces
te versnellen, behalve die mid-
delen die door de fabrikant zijn
aanbevolen. Een temperatuurstij-
ging tijdens het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen, kan
de veilige bewaartijd verkorten.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 10-15 mm heeft
bereikt.
De hoeveelheid rijp op de wanden van
het apparaat wordt vergroot door een
hoge mate van vocht in de buitenom-
geving en als het voedsel niet goed is
verpakt.
Het beste moment om de vriezer te ont-
dooien is wanneer deze geen of weinig
voedsel bevat.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen kran-
tenpapier en leg het op een koele
plaats.
Wikkel het voedsel in aluminiumfolie
of plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn.
Leg vers, nog niet ingevroren voedsel
niet tegen het al ingevroren voedsel
aan, om te voorkomen dat dit laatste
warm wordt.
Mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt
dat het voedsel minder lang in de
vriezer goed blijft.
Ingevroren vloeistoffen kunnen aan de
huid vastvriezen als ze rechtstreeks uit
het vriesvak geconsumeerd worden.
Het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
9 NEDERLANDS
3. Laat het deksel open, haal de dop
van de dooiwaterafvoer en vang al
het dooiwater op in een bak. Gebruik
een schraper om het ijs snel te ver-
wijderen.
4. Na aoop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
Sluit de deksel.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
twee tot drie uur in deze instelling
werken.
7. Zet het eerder verwijderde voedsel
terug in het vriesvak.
7.3 Periodes dat het apparaat
niet wordt gebruikt
Als het apparaat niet in gebruik is gedu-
rende lange periodes, moet u de volgen-
de voorzorgsmaatregelen nemen:
1. Trek de stekker van het apparaat uit
het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Ontdooi het apparaat en toebehoren
en maak alles schoon.
4. Laat het deksel open om onaangena-
me geurtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan,
vraag dan iemand om het zo nu
en dan te controleren, om te voor-
komen dat het bewaarde voedsel
bederft als de stroom uitvalt.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken over
Veiligheid.
8.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt
niet.
Het apparaat is uitgescha-
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Neem contact op met een
gekwaliceerd elektricien.
Het apparaat maakt
lawaai.
Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
De afstandsstukken tussen
de achterkant van de kast
en de leidingen zitten los.
Zet ze weer op hun plaats.
Het deksel sluit niet
volledig.
De pakkingen van het dek-
sel zijn vies of plakkerig.
Maak de pakkingen van het
deksel schoon.
Er is te veel rijp. Verwijder de overmatige rijp.
Het deksel wordt geblok-
keerd door voedselverpak-
kingen.
Rangschik de verpakkingen op
de juiste wijze. Zie de sticker op
het apparaat.
10 www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het deksel gaat
moeilijk open.
De pakkingen van het dek-
sel zijn vies of plakkerig.
Maak de pakkingen van het
deksel schoon.
De compressor werkt
continu.
De temperatuur is niet
goed ingesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Bediening".
Er zijn grote hoeveelheden
in te vriezen voedsel tege-
lijk in de vriezer geplaatst.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempe-
ratuur.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie de aanduiding van de kli-
maatklasse op het typeplaatje.
Het voedsel dat in het
apparaat werd geplaatst,
was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het
opslaat.
Het deksel is te vaak geo-
pend.
Laat het deksel niet langer open
dan nodig is.
Het deksel is niet goed
gesloten.
Controleer of het deksel goed
sluit en dat de pakkingen onbe-
schadigd en schoon zijn.
Er is te veel rijp en ijs. Het deksel is niet correct
gesloten of de afdichting is
vervormd of vies.
Zie "Het deksel sluiten".
De dop van de waterafvoer
bevindt zich niet op de
juiste plaats.
Plaats de dop voor de wateraf-
voer op de juiste manier.
De producten zijn niet op
de juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is niet
goed ingesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Bediening".
Het deksel is niet goed
dicht of niet strak genoeg
gesloten.
Controleer of het deksel goed
sluit en dat de pakkingen onbe-
schadigd en schoon zijn.
De temperatuur in
het apparaat is te
laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere tempe-
ratuur in.
Het deksel is niet goed
gesloten.
Zie "Het deksel sluiten".
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het
conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Bewaar minder producten
tegelijk.
De dikte van de rijp be-
draagt meer dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
Het deksel is te vaak geo-
pend.
Open het deksel alleen als het
nodig is.
Er is geen koude lucht-
circulatie in het apparaat
aanwezig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
11 NEDERLANDS
8.2 Klantenservice
Als het apparaat nog steeds niet naar be-
horen werkt na uitvoeren van de boven-
staande controles, neem dan contact op
met de dichtstbijzijnde klantenservice.
Om snel geholpen te kunnen worden
is het van belang dat u het model en
serienummer van uw apparaat doorgeeft.
Deze kunt u vinden op het garantiebe-
wijs of op het typeplaatje aan de rechter-
kant aan de buitenkant van het apparaat.
9. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken over
Veiligheid.
9.1 Opstelling
LET OP!
Wanneer u een oud apparaat met
een slot of een vergrendeling op
het deksel afvoert, moet u ervoor
zorgen dat dit onklaar wordt
gemaakt om te voorkomen dat
kleine kinderen erin opgesloten
raken.
Het apparaat moet geïnstalleerd worden
op een droge, goed geventileerde plaats
binnen waar de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse die
vermeld is op het typeplaatje van het
apparaat:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ºC tot +32 ºC
N +16 ºC tot +32 ºC
ST +16 ºC tot +38 ºC
T +16 ºC tot +43 ºC
Bij bepaalde modeltypes kunnen
er functionele problemen ont-
staan als deze temperaturen niet
worden gerespecteerd. De juiste
werking van het apparaat kan
enkel gegarandeerd worden als
het opgegeven temperatuurbereik
wordt gerespecteerd. Als u vragen
hebt m.b.t. de montagelocatie
van het apparaat, raadpleeg dan
de dealer, uw klantenservice of de
dichtstbijzijnde technische dienst.
De stekker van het apparaat moet
na installatie toegankelijk zijn.
9.2 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact. De
netsnoerstekker is voorzien van een
contact voor dit doel. Als het stopcon-
tact niet geaard is, sluit het apparaat
dan aan op een afzonderlijk aarde-
punt, in overeenstemming met de
geldende regels. Raadpleeg hiervoor
een gekwaliceerd elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande vei-
ligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Dit apparaat voldoet aan de Europese
Richtlijnen.
9.3 Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
1. Plaats de vriezer in horizontale posi-
tie op een stevig oppervlak. De kist
moet op alle vier de voetjes staan.
2. Zorg ervoor dat de ruimte tussen het
apparaat en de achterwand 5 cm is.
3. Zorg ervoor dat de ruimte tussen het
apparaat en de zijkanten 5 cm is.
12 www.aeg.com
10. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
CLICK!
CLICK!
SSSRRR!
SSSRRR!
BRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
BLUBB!
BLUBB!
CRACK!CRACK!
13 NEDERLANDS
12. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezond-
heid te beschermen en recycle het afval
van elektrische en elektronische appa-
raten.
Gooi apparaten die zijn gemarkeerd met
het symbool
niet weg met het gewone
huishoudelijke afval. Breng het product
naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
11. TECHNISCHE INFORMATIE
11.1 Technische gegevens
Hoogte mm 837
Breedte mm 563
Diepte mm 526
Maximale bewaartijd bij stroomuitval uur 30
Spanning Volt 220-240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de buiten- of binnenkant
van het apparaat en op het energielabel.

Documenttranscriptie

2 www.aeg.com INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................................. 3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ........................................................................................... 4 BEDIENING..................................................................................................................... 6 VOOR HET EERSTE GEBRUIK....................................................................................... 6 DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................... 6 AANWIJZINGEN EN TIPS.............................................................................................. 7 ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................................... 8 PROBLEEMOPLOSSING................................................................................................ 9 INSTALLATIE.................................................................................................................. 11 GELUIDEN..................................................................................................................... 12 TECHNISCHE INFORMATIE........................................................................................ 13 MILIEUBESCHERMING................................................................................................ 13 WE DENKEN AAN U Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u erop vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Als u contact opneemt met onze geautoriseerde serviceafdeling, zorg dan dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie. Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: ––Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen ––Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen • Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. • Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. • Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. • Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. 4 www.aeg.com • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. • Als de voedingskabel is beschadigd, moet de fabrikant, diens technische dienst of een ander gekwalificeerd persoon deze vervangen, om een gevaarlijke situatie te voorkomen. • Als het apparaat is uitgerust met een ijsmachine of een waterkraantje, vult u deze alleen met drinkwater. • Als het apparaat een wateraansluiting vereist, gebruikt u hiervoor alleen een drinkwaterleiding. • De druk van de watertoevoer (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 1 bar (0,1 MPa) en 10 bar (1 MPa). 2. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 2.1 Installatie   WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten. • De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst. • Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. • Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders. • Til de voorkant van het apparaat op als u het wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. 2.2 Elektrische aansluiting   WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact op met de Servicedienst of een elektrotechnicus om de elektrische onderdelen te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan de hoogte van het stopcontact. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. NEDERLANDS 2.3 Toepassing  AARSCHUWING! W Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen frisdranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijdert of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. 5 2.4 Onderhoud en reiniging  WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Alleen bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig deze indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. 2.5 Verwijdering  AARSCHUWING! W Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder het deksel om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. 6 www.aeg.com 3. BEDIENING 3.1 Inschakelen A) B) C) D) A B C THERMOSTAATKNOP ACTIEF ALARM STROOM D 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Draai de thermostaatknop naar de volgeladen positie en wacht 24 uur voordat u voedsel in de koelkast plaatst, zodat de correcte temperatuur kan worden bereikt. Het controlelampje gaat aan. 3. Stel de thermostaatknop in aan de hand van de hoeveelheid opgeslagen voeding. 3.2 Uitschakelen Draai de thermostaatknop naar de UIT-positie om het apparaat uit te schakelen. 3.3 Temperatuurregeling De temperatuur in het apparaat wordt geregeld door de thermostaatknop op het bedieningspaneel. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen: • Draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen. • Draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen. 4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK  WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken over Veiligheid. 4.1 De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, dient u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en wat neutrale zeep te wassen om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.  LET OP! Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadigen de lak. 5. DAGELIJKS GEBRUIK  WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken over Veiligheid. 5.1 Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. NEDERLANDS De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het typeplaatje. 1 Het invriesproces duurt 24 uur: vries tijdens deze periode geen ander voedsel in. 5.2 Het bewaren van ingevroren voedsel 7 Omdat het deksel is uitgerust met een strak sluitende afsluiting, is het niet gemakkelijk om hem direct na het sluiten opnieuw te openen (door het vacuüm dat aan de binnenkant wordt gevormd) Wacht een paar minuten voordat u het apparaat weer opent 5.4 Opslagmanden Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet is gebruikt, inschakelt, moet het apparaat voordat u er producten in plaatst eerst minstens 24 uur werken met de thermostaatknop in de volgeladen positie.  LET OP! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het is afgekoeld). 5.3 Het deksel openen en sluiten  LET OP! Trek nooit met grote kracht aan het handvat. De onderstaande afbeelding toont hoeveel manden in de verschillende vriezermodellen kunnen worden geplaatst. De manden schuiven in elkaar. 520mm 233mm U kunt extra manden kopen bij uw plaatselijke klantenservice. 6. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken over Veiligheid. 6.1 Tips voor het invriezen Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips: • De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje. 1 Zie "Technische gegevens" • Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe. • Vries alleen verse en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in. • Bereid het voedsel in kleine porties voor. Zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig hebt. 8 www.aeg.com • Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn. • Leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel aan, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt. • Mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel minder lang in de vriezer goed blijft. • Ingevroren vloeistoffen kunnen aan de huid vastvriezen als ze rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd worden. • Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. 6.2 Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, doet u het volgende: • Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen. • Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden. • Open het deksel niet vaker of langer dan strikt noodzakelijk. • Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren. • Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. 7. ONDERHOUD EN REINIGING  WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken over Veiligheid. 7.1 Periodieke reiniging  LET OP! Trek voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact.  Gebruik geen schoonmaakmiddelen, schuurmiddelen, sterk geparfumeerde schoonmaakproducten of boenwas om de binnenkant van het apparaat schoon te maken. Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt. Het is niet nodig om het compressorgedeelte schoon te maken. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Maak het apparaat en de toebehoren regelmatig schoon met lauwwarm water en neutrale zeep. Maak de afsluiting van het deksel voorzichtig schoon 3. Maak het apparaat volledig droog. 4. Steek de stekker in het stopcontact. 5. Schakel het apparaat in. 7.2 De vriezer ontdooien  LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 10-15 mm heeft bereikt. De hoeveelheid rijp op de wanden van het apparaat wordt vergroot door een hoge mate van vocht in de buitenomgeving en als het voedsel niet goed is verpakt. Het beste moment om de vriezer te ontdooien is wanneer deze geen of weinig voedsel bevat. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. NEDERLANDS 3. Laat het deksel open, haal de dop van de dooiwaterafvoer en vang al het dooiwater op in een bak. Gebruik een schraper om het ijs snel te verwijderen. 4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. Sluit de deksel. 5. Schakel het apparaat in. 6. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat twee tot drie uur in deze instelling werken. 7. Zet het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak. 7.3 Periodes dat het apparaat niet wordt gebruikt Als het apparaat niet in gebruik is gedurende lange periodes, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen: 1. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact. 2. Verwijder al het voedsel. 3. Ontdooi het apparaat en toebehoren en maak alles schoon. 4. Laat het deksel open om onaangename geurtjes te voorkomen.  Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft als de stroom uitvalt. 8. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken over Veiligheid. 8.1 Wat moet u doen als… Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. De afstandsstukken tussen de achterkant van de kast en de leidingen zitten los. Zet ze weer op hun plaats. De pakkingen van het deksel zijn vies of plakkerig. Maak de pakkingen van het deksel schoon. Er is te veel rijp. Verwijder de overmatige rijp. Het deksel wordt geblokkeerd door voedselverpakkingen. Rangschik de verpakkingen op de juiste wijze. Zie de sticker op het apparaat. Het apparaat maakt lawaai. Het deksel sluit niet volledig. 9 10 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het deksel gaat moeilijk open. De pakkingen van het deksel zijn vies of plakkerig. Maak de pakkingen van het deksel schoon. De compressor werkt continu. De temperatuur is niet goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk "Bediening". Er zijn grote hoeveelheden in te vriezen voedsel tegelijk in de vriezer geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie de aanduiding van de klimaatklasse op het typeplaatje. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. Het deksel is te vaak geopend. Laat het deksel niet langer open dan nodig is. Het deksel is niet goed gesloten. Controleer of het deksel goed sluit en dat de pakkingen onbeschadigd en schoon zijn. Het deksel is niet correct gesloten of de afdichting is vervormd of vies. Zie "Het deksel sluiten". De dop van de waterafvoer bevindt zich niet op de juiste plaats. Plaats de dop voor de waterafvoer op de juiste manier. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is niet goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk "Bediening". Het deksel is niet goed dicht of niet strak genoeg gesloten. Controleer of het deksel goed sluit en dat de pakkingen onbeschadigd en schoon zijn. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. Het deksel is niet goed gesloten. Zie "Het deksel sluiten". De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Bewaar minder producten tegelijk. De dikte van de rijp bedraagt meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. Het deksel is te vaak geopend. Open het deksel alleen als het nodig is. Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. Er is te veel rijp en ijs. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. NEDERLANDS 8.2 Klantenservice Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na uitvoeren van de bovenstaande controles, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. 11 Om snel geholpen te kunnen worden is het van belang dat u het model en serienummer van uw apparaat doorgeeft. Deze kunt u vinden op het garantiebewijs of op het typeplaatje aan de rechterkant aan de buitenkant van het apparaat. 9. INSTALLATIE  WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken over Veiligheid. 9.1 Opstelling  LET OP! Wanneer u een oud apparaat met een slot of een vergrendeling op het deksel afvoert, moet u ervoor zorgen dat dit onklaar wordt gemaakt om te voorkomen dat kleine kinderen erin opgesloten raken. Het apparaat moet geïnstalleerd worden op een droge, goed geventileerde plaats binnen waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat: Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10 ºC tot +32 ºC N +16 ºC tot +32 ºC ST +16 ºC tot +38 ºC T +16 ºC tot +43 ºC  ij bepaalde modeltypes kunnen B er functionele problemen ontstaan als deze temperaturen niet worden gerespecteerd. De juiste werking van het apparaat kan enkel gegarandeerd worden als het opgegeven temperatuurbereik wordt gerespecteerd. Als u vragen hebt m.b.t. de montagelocatie van het apparaat, raadpleeg dan de dealer, uw klantenservice of de dichtstbijzijnde technische dienst.  e stekker van het apparaat moet D na installatie toegankelijk zijn. 9.2 Elektrische aansluiting • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen. 9.3 Ventilatievereisten De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 1. Plaats de vriezer in horizontale positie op een stevig oppervlak. De kist moet op alle vier de voetjes staan. 2. Zorg ervoor dat de ruimte tussen het apparaat en de achterwand 5 cm is. 3. Zorg ervoor dat de ruimte tussen het apparaat en de zijkanten 5 cm is. 12 www.aeg.com 10. GELUIDEN Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie). SSS RRR ! HISSS! OK B! UB BL SSSRRR! HISSS! BLUBB! SSSRRR! HISSS! BLUBB! CLICK! BRRR! CRACK! K! IC CL BRRR! CR AC K! CLICK! BRRR! CRACK! NEDERLANDS 11. TECHNISCHE INFORMATIE 11.1 Technische gegevens Hoogte mm 837 Breedte mm 563 Diepte mm 526 Maximale bewaartijd bij stroomuitval uur 30 Spanning Volt 220-240 Frequentie Hz 50 De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de buiten- of binnenkant van het apparaat en op het energielabel. 12. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten die zijn gemarkeerd met het symbool niet weg met het gewone huishoudelijke afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

AEG A51010HSW0 Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding