5019 637 01025
Haal het filter uit de doos (in de groente- en fruitlade (artikel 5)) en
plaats het in het rooster (artikel 1c). Voor optimale prestaties van het
antibacteriële filter, dit om de 6 maanden vervangen.
1. Verwijder het filter en dank het geheel af (omhulsel rooster +
patroon).
2. Vervang het filter door een nieuw exemplaar.
3. De instructies voor de vervanging zijn bij het filter gevoegd.
Dit type filter is verkrijgbaar bij onze Klantenservice.
Vervangen van het lampje
Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u
het lampje vervangt. Als de binnenverlichting niet werkt
1. het lampenkapje verwijderen: Steek uw vingers in de
ventilatiegaten aan de zijkant (1), trek het deksel voorzichtig naar
buiten en naar boven.
2. Controleer het lampje. Indien nodig draait u het kapotte lampje los
en vervangt het door een nieuw lampje (met een maximaal
vermogen van 15W).
3. Monteer het lampenkapje weer en zet het op zijn plaats. Het
lampje niet zonder kapje gebruiken.
RICHTLIJNEN VOOR HET SELECTEREN VAN
DE FUNCTIES
Functies en instellingen
Uitschakeling alarm - hiervoor moet u tegelijkertijd op de twee
temperatuurinstellingsknoppen en op de modaliteit “Afwezig” drukken.
Snelvriezen: Deze functie moet worden geactiveerd voordat er
verse producten worden ingevroren
- Druk meermaals op de toets “Instelling temperatuur” om de
functie te starten: er gaan 3 groene controlelampjes tegelijkertijd
branden. Deze functie wordt na 24 uur automatisch buiten
werking gesteld. Om de functie eerder uit te schakelen:
- Druk nogmaals op de toets “Instelling temperatuur” - de
controlelampjes van de temperatuurinstelling keren terug naar het
eerder ingestelde niveau
Selectie van de temperatuur
- U kunt kiezen tussen 5 niveaus
voor het instellen van de temperatuur van het koelvak/vriesvak
(niveau 1, niveau 2, niveau 3, niveau 4, niveau 5) door op de
temperatuurselectieknop te drukken .
Modaliteit stand-by/ Modaliteit koeling.
Hiermee kunt u het apparaat inschakelen of in stand-by zetten.
Deze functie werkt ook als het alarm geactiveerd wordt of als zich
een storing voordoet.
• Status AAN: Wanneer het apparaat in stand-by staat en
“ingeschakeld” is, drukt u gedurende 3 seconden op de toets “stand-by”
• Het apparaat is ingeschakeld;
• alle functies zouden geactiveerd moeten zijn
• Status STAND-BY: Wanneer het apparaat ingeschakeld is, drukt u
gedurende 3 seconden op de toets “stand-by” om het uit te schakelen.
• Als u de toets “stand-by” gedurende 3 seconden ingedrukt houdt,
gaat het apparaat in STAND-BY staan
• Het apparaat GAAT UIT, en alle vermogen is gedeactiveerd
• Alle functies zouden gedeactiveerd moeten zijn;
• Alle lampjeszouden UIT moeten zijn;
• De verlichting zou uit moeten zijn.
Opmerking:
Door tegelijkertijd op “Stand-by” en “Temperatuurinstelling” te
drukken om de melding van alarmen te controleren (aangegeven
door de controlelampjes 1, 2 en 3) wordt deze functie geblokkeerd.
“Black-out” Alarm (storing in de stroomtoevoer) - in geval van
onderbreking van de stroomtoevoer, controleert het apparaat
automatisch de temperatuursverandering in het vriesvak. Wanneer
de stroom terugkeert, wordt het alarm “Black-out” hersteld en
controleert het apparaat of de temperatuur hoger is dan het
toegestane niveau. Dit wordt aangegeven door:
- het knipperen van het groene lampje (4, 5, 6).
- Activering van een geluidssignaal.
Als het “Black-out”-alarm geactiveerd wordt, adviseren wij u als
volgt te werk te gaan:
- Als de levensmiddelen in de vriezer niet meer bevroren zijn, maar
nog wel koud zijn, zet ze dan meteen in de koelkast en eet ze
binnen 24 uur op.
- Als het voedsel in de vriezer bevroren is, zal het opnieuw worden
ingevroren nadat het ontdooid is door de onderbreking van de
stroomtoevoer. Wij adviseren u het voedsel dat opnieuw
ingevroren is niet te consumeren, vanwege het verlies aan
voedingswaarde en omdat het schadelijk voor de gezondheid zou
kunnen zijn.
Opmerking: Het “Black-out”-alarm staat niet garant voor de
kwaliteit en de veiligheid van het voedsel, indien dit geconsumeerd
wordt. Het geeft alleen aan dat het noodzakelijk is om de kwaliteit
van het voedsel dat aanwezig is in de koel- en vriesvakken te
controleren. Om het alarm uit te schakelen, houdt u de toets
“Instelling temperatuur” en Modaliteit party tegelijkertijd
ingedrukt tot de bijbehorende lampjes uit gaan.
- De temperatuur voor de normale werkingscyclus wordt opnieuw
ingesteld en het geluidssignaal stopt.
Andere storingen van het apparaat die aangegeven worden door de controlelampjes.
In geval van abnormale werking van het apparaat gaan alle controlelampjes voor het instellen van de temperatuur knipperen en klinkt er een
geluidssignaal. Nadat de toetsen “Instelling temperatuur” & “stand-by” (“reset alarm”), ingedrukt worden gehouden stopt het geluidssignaal en
de bijbehorende lampjes gaan branden, er wordt een alarmcode weergegeven (de mogelijke alarmcodes zijn vermeld in de onderstaande tabellen).
Nadat u de toetsen heeft losgelaten (“reset alarm”), gaan de lampjes knipperen tot het probleem is opgelost. In het geval van het verschijnen
van een van de alarmcodes zoals aangegeven in de tabel, zullen de functies van het koel- en vriesvak, zoals de regeling van de temperatuur, en
de modaliteit party niet beschikbaar zijn, totdat het probleem is opgelost.
Als zich verschillende alarmtoestanden tegelijkertijd voordoen, wordt het alarm met de hoogste prioriteit (aangegeven door code 01) aangegeven
Nadat u de alarmcode (tussen 01 en 05) heeft gevonden
• kunt u de oorzaak van alarmcode 04 wegnemen door de deur geheel te sluiten.
• Alarmcode 05: deze alarmtoestand wordt opgeheven zodra de vereiste minimumtemperatuur bereikt is.
• Andere alarmtoestanden (code 01, 02, 03): neem contact op met de Klantenservice en vermeld de alarmcode.
Prioriteit van het alarm
Betekenis van de temperatuurcontrolelampjes
Controlelampje 1 Controlelampje 2 Controlelampje 3
Alarm sensor temperatuur verdamper vriesvak 01 UIT UIT AAN
Alarm sensor temperatuur verdamper koelvak 02 UIT AAN UIT
Alarm sensor omgevingstemperatuur koelvak 03 AAN UIT UIT
Alarm deur 04 UIT UIT UIT
B.O.A 05 -- -