Fujitsu AUXS024GLEH Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ONDERDEEL Nr. 9383490019
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BINNENUNIT (3D stroom cassette type)
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
Nederlands
AUXS018GLEH
AUXS024GLEH
Nl-1
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Voordat u het apparaat gebruikt, lees deze “VOORZORGSMAATRE-
GELEN” grondig door en bedien dit apparaat op de juiste manier.
Alle aanwijzingen in deze sectie zorgen voor een veiliger gebruik van
het apparaat, leef ze aldus altijd na.
“WAARSCHUWING” en “OPGELET” hebben in deze aanwijzingen de
volgende betekenis:
WAARSCHUWING
Deze markering geeft procedures aan die
indien ze verkeerd worden uitgevoerd, kun-
nen leiden tot ernstig letsel of de dood van de
gebruiker.
OPGELET
Deze markering geeft procedures aan die
indien ze verkeerd worden uitgevoerd, kunnen
leiden tot persoonlijk letsel van de gebruiker of
schade aan eigendommen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
WAARSCHUWING
Stel uzelf niet langdurig bloot aan de directe wind van de airconditioner
.
Steek geen vingers of voorwerpen in de uitlaatpoort of de inlaatroosters
.
Uitgezonderd bij een NOODGEVAL, schakel de hoofd- of subschake-
laar van de binnenapparaten tijdens de werking nooit uit. Dit leidt tot
een storing van de compressor en het lekken van water. Stop eerst
het binnenapparaat met behulp van de bedieningseenheid, omzetter
of extern invoerapparaat en schakel dan pas de schakelaar uit. Be-
dien het apparaat altijd via de bedieningseenheid, omzetter of extern
invoerapparaat.
Als het snoer van dit apparaat beschadigd is, laat het alleen vervangen
door een erkende vakman. Speciaal gereedschap en een speciek
snoer zijn vereist.
Als er koelmiddel lekt, doof eventuele vlammen, lucht de kamer en
neem contact op met een erkende vakman.
OPGELET
Plaats geen dieren of planten in de directe luchtstroom van het apparaat
.
Richt de luchtstroom niet naar open haarden of verwarmingstoestellen
.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatpoort nooit wordt belemmerd of afgedekt.
Klim niet op of plaats geen voorwerpen op de airconditioner.
Plaats geen bloemenvazen of andere houders met water op de aircon-
ditioner.
Hang geen voorwerpen aan het binnenapparaat.
Plaats geen andere elektronische apparatuur of meubels. Anderszins,
kan water vanuit het product mogelijke schade aan of storing van het
apparaat of meubels veroorzaken.
Schakel de elektrische schakelaar altijd uit voordat u de airconditioner
of luchtlter schoonmaakt.
Giet geen water of een schoonmaakmiddel direct op het apparaat en
maak het apparaat niet met deze middelen schoon.
Zorg dat de airconditioner niet in direct contact met water komt.
Bedien de airconditioner niet als uw handen nat zijn.
Controleer de installatiestand op schade.
● Gebruik het apparaat alleen met de luchtlters geïnstalleerd.
Drink geen water dat door de airconditioner wordt afgevoerd.
Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
Gebruik geen ontvlambare gassen in de buurt van de airconditioner.
Raak de leidingen tijdens de werking van het apparaat niet aan.
Zorg voor een afstand van minstens 1 m tussen elektrische apparaten
en binnen- of buiteneenheid.
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder kinderen) met
beperkte fysische, visuele of mentale mogelijkheden, of die een gebrek
hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen omtrent het gebruik van het apparaat door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht
over kinderen zodat ze niet met het apparaat spelen.
Indien unit langer dan een maand niet wordt gebruikt, voert u een ven-
tilatie bewerking uit alvorens de normale bewerking te starten, teneinde
de interne onderdelen te laten drogen.
Opmerking:
Als u de bedrijfsmodus in het warmteterugwinningssysteem wijzigt, kan
het enige tijd duren voordat het apparaat opnieuw gebruiksklaar is. Dit
is geen fout.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE
OPGELET
Probeer niet om deze airconditioner eigenhandig te installeren.
Dit apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd
kunnen worden. Raadpleeg altijd een erkende vakman als reparatie
nodig is.
Als u het apparaat in een andere ruimte wilt installeren, raadpleeg een
erkende vakman om het apparaat te ontkoppelen en te installeren.
Het apparaat moet worden geaard.
Zorg dat de afvoerwerkzaamheden voor de uitlaat juist zijn uitge-
voerd.
Installeer de airconditioner niet in de buurt van een open haard of
ander verwarmingstoestel.
Houd kinderen uit de buurt wanneer u een binnen- of buitenapparaat
installeert.
BESCHRIJVING VAN DE ONDER-
DELEN
(1)
(2)-1
(2)-2
(2)-3
(1) Luchtlter (in het inlaatrooster)
(2) Luchtstroom richting kleppen
De naam van de afvoeropeningen (in “Indivuduele Horizontal Hold In-
stelling” bij een bedrade afstandsbediening). Raadpleeg de “LUCHT-
STROOM RICHTING”.
(2)-1: Afvoer 1 (Middelste ventilator)
(2)-2: Afvoer 2 (Zijventilator)
(2)-3: Afvoer 3 (Zijventilator)
(3) IR-Ontvanger (optioneel)
(4)
(3)
(5)
(6)
(7)
(8)
(4) OPERATION-controlelampje (groen): Het gaat
branden wanneer het in gebruik is.
(5) TIMER-controlelampje (oranje): Het gaat branden
wanneer de timer werkt.
(6) FILTER-controlelampje (rood): Lampjes branden
wanneer het tijd is het lter te reinigen. Reinig het
lter in overeenstemming met “REINIGING EN
ONDERHOUD”. Zodra het reinigen is uitgevoerd,
schakelt u het indicatielampje uit door middel van
de resetten functie van het Filter op de afstandsbe-
diening.
(7) Handmatige auto knop: wordt gebruikt om te bedienen
wanneer de afstandsbediening niet beschikbaar is
.
(8) Signaalontvanger van de afstandsbediening: Is de
plek waar de afstandsbedieningsignaal ontvanger
de signalen van de afstandsbediening ontvangt.
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................................................... 1
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN .............................................. 1
MANUAL AUTO WERKING ..................................................................... 2
COMFORT LUCHTSTROOM .................................................................. 2
LUCHTSTROOM RICHTING .................................................................. 2
GEBRUIKSTIPS ...................................................................................... 3
REINIGING EN ONDERHOUD ............................................................... 4
PROBLEEMOPLOSSING ....................................................................... 5
SPECIFICATIES ...................................................................................... 6
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ONDERDEEL Nr. 9383490019
VRF-systeem binnenunit (3D stroom cassette type)
Nl-2
Bedieningseenheid (optioneel)
Types van afstandsbediening:
● Draadloze afstandsbediening
● Bedrade afstandsbediening
● Eenvoudige afstandsbediening
Voor de juiste bediening, raadpleeg de gebruikershandleiding van elk
apparaat.
MANUAL AUTO WERKING
Gebruik de MANUAL AUTO werking in geval de draadloze afstandsbe-
diening verloren of niet voorhanden is.
*Beperkt indien slechts de IR-Ontvanger kit is bevestigd.
OPGELET
Druk niet met uw natte handen of een scherp voorwerp op de knop MA-
NUAL AUTO, dit kan een elektrische schok of storing veroorzaken.
Werking starten
Druk op de knop MANUAL AUTO op de IR-Ontvanger.
De werking kan met de volgende instelling ingesteld worden.
Bedrijfsmodus AUTO:
Als de Auto-modus niet geselecteerd kan wor-
den, werkt het apparaat in dezelfde modus als
het andere apparaat in hetzelfde systeem. (Als
het andere binnenapparaat in hetzelfde systeem
niet werkt, dan koelt de airconditioner.)
Ventilatorsnelheid AUTO
Temperatuurinstel-
ling
23 °C
Werking stoppen
Druk op de knop MANUAL AUTO op de IR-Ontvanger.
COMFORT LUCHTSTROOM
Luchtstroom richting (verticaal/horizontaal) is ingesteld teneinde de
airconditioning voor de gehele kamer te verzorgen.
Het wordt aanbevolen deze instelling te gebruiken.
Terwijl de Comfort luchtstroom is ingesteld, staat de richting van de lucht-
stroom op één punt gericht en kan niet handmatig worden ingesteld.
Om deze instelling te kunnen gebruiken, is een specieke bedrade
afstandsbediening vereist. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met geauthorizeerd servicepersoneel.
Voor de instellingsprocedure, raadpleeg de bedieningshandleiding van
de afstandsbediening.
LUCHTSTROOM RICHTING
De verticale en horizontale luchtstroom richting kan worden bediend met
de afstandsbediening.
Horizontale luchtstroom richting
De horizontale luchtstroom richting kan worden bediend met de afstands-
bediening.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
Individueel HT Hold
Elke luchtstroom richting kan individueel door middel van de afstandsbe-
diening worden ingesteld.
Om deze instelling te kunnen gebruiken, is een specieke bedrade
afstandsbediening vereist. Voor meer informatie kunt u contact opnemen
met geauthorizeerd servicepersoneel.
Voor de instellingsprocedure, raadpleeg de bedieningshandleiding van de
afstandsbediening.
Nl-3
Lage omgevingskoeling
Als de buitentemperatuur zakt, is het mogelijk dat de ventilatoren van
het buitenunit naar Low Speed (langzaam) schakelen of dat een van
de ventilatoren tijdelijk stopt.
Verwarmingsvermogen
De verwarmingsmodus werkt volgens het warmtepompprincipe,
waarbij warmte uit de buitenlucht wordt opgenomen en vervolgens in
de binnenruimte wordt afgegeven. De bedrijfsprestaties nemen aldus
af naarmate de buitentemperatuur zakt. Als u het gevoel hebt dat het
apparaat onvoldoende warmte produceert, raden wij u aan om deze
airconditioner in combinatie met een ander verwarmingstoestel te
gebruiken.
De verwarmingsmodus warmt de volledige ruimte op door de lucht in
de ruimte te laten circuleren. Na het inschakelen van de airconditioner
kan het aldus enige tijd duren voordat de kamer is verwarmd.
Microcomputer-gestuurd automatisch ontdooien
Als de verwarmingsmodus bij een lage buitentemperatuur en hoge
vochtigheid wordt gebruikt, kan er ijs op het buitenapparaat worden
gevormd waardoor de prestaties afnemen. Om dit te vermijden is het
apparaat uitgerust met een microcomputer-gestuurde automatische
ontdooifunctie. Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk
stoppen en zal het ontdooicircuit kortstondig werken (circa 4 tot 15
minuten).
Tijdens de automatische ontdooiing zal het OPERATION-controlelamp-
je (groen) knipperen (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd).
Olieterugwinningsproces
Er vindt regelmatig een olieterugwinningsproces plaats dat ervoor zorgt
dat de compressorolie naar het buitenunit terugkeert. Tijdens het olie-
terugwinningsproces knippert het OPERATION controlelampje (groen)
circa 10 minuten (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd).
Temperatuur- en luchtvochtigheidsbereik
De temperatuur en vochtigheid, die voor de werking van dit apparaat
nodig zijn, zijn in onderstaande tabel vermeld.
Kool-/droogmodus Verwarmingsmodus
Buitentempe-
ratuur
Raadpleeg de specicaties van de buitenapparaten.
Binnentempe-
ratuur
18 tot 32 °C DB 10 tot 30 °C DB
Luchtvochtig-
heid binnen
Circa 80% of lager
Als de airconditioner bij een hogere temperatuur wordt gebruikt dan
hierboven vermeld, kan de ingebouwde beveiligingscircuit in werking
worden gesteld om schade aan het intern circuit te vermijden. Het is
tevens mogelijk dat in de koel- en droogmodi, wanneer het apparaat
bij een lagere temperatuur wordt gebruikt dan hierboven vermeld,
de warmtewisselaar bevriest, dit kan het lekken van water of andere
schade veroorzaken.
Als het apparaat gedurende een lange periode bij een hoge lucht-
vochtigheid wordt gebruikt, kan condensatie op de buitenkant van het
binnenapparaat worden gevormd, die op de vloer of andere voorwer-
pen eronder kan druppelen.
Gebruik dit apparaat alleen voor het koelen, verwarmen, ontvochtigen
en het circuleren van lucht in kamers van normale woningen.
Verticale luchtstroom richting
De verticale luchtstroom richting kan worden bediend met de afstands-
bediening.
Draaien
De draaiende verticale luchtstroom richting kan worden ingesteld.
GEBRUIKSTIPS
Werking en vermogen
Over de prioriteitsstatus en de stand-bystatus
Er kunnen meerdere binnenapparaten binnen hetzelfde systeem
verbonden worden. De keuze aan bedrijfsmodi is beperkt naargelang
het systeem.
Koelen prioriteitsstatus:
Wanneer de andere binnenunits binnen hetzelfde systeem in de koel-
of droogmodus werken, is het niet mogelijk om gelijktijdig verwarmen
te selecteren.
Verwarmen prioriteitsstatus:
Wanneer de andere binnenunits binnen hetzelfde systeem in de ver-
warmingsmodus werken, is het niet mogelijk om gelijktijdig koelen of
drogen te selecteren.
Stand-bystatus:
De stand-bystatus wordt geactiveerd wanneer 2 of meerdere binnen-
apparaten in een verschillende modus worden opgestart. Alle bin-
nenapparaten die zich niet in de prioriteitsmodus bevinden worden in
stand-by gezet totdat de prioriteitsmodus wordt gewijzigd (de werking
start zodra de prioriteit wordt gewijzigd).
Het OPERATION controlelampje (groen) brandt en het TIMER contro-
lelampje (oranje) knippert (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd).
Nl-4
REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET
Voordat u het apparaat schoonmaakt, schakel het apparaat uit en
ontkoppel het van de voeding.
Sta tijdens het schoonmaken niet op een onstabiele ondergrond.
● Als u de luchtlters verwijdert of vervangt, raak de warmtewisselaar
niet aan. Risico op persoonlijk letsel.
Zorg ervoor dat het inlaatrooster stevig wordt gemonteerd.
Maak de binnenkant van het apparaat niet zelf schoon. Om de bin-
nenkant schoon te maken, neem altijd contact op met een erkende
vakman.
Maak de behuizing van het apparaat niet schoon met water warmer
dan 40 °C, agressieve schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen zoals
benzeen of verdunner.
Verwijder geen enkel deel uit het apparaat met uitzondering van het
lter.
● Indien er zich vuil ophoopt op het luchtlter zal de luchtstroom vermin-
deren, leidend tot een lagere efciëntie en meer geluid.
● Bij normaal gebruik moeten de luchtlters elke twee maanden worden
schoongemaakt.
Reiniging van de luchtlters
Wanneer de lter indicator wordt weergegeven op de
IR-ontvanger of de bedrade afstandsbediening, moet
u het lter verwijderen en reinigen.
*
Het schema geeft het achteraanzicht gezien vanaf de diagonaal erachter
.
1. Verwijder de drie haken om vrij te geven en plaats
het inlaatrooster.
Haken
Achterzijde
Voorzijde
Draai de schroeven los en verwijder de twee hangende draden.
Schroef vastdraaien
2. Houd de handgreep vast om het luchtlter op te
tillen.
* Het schema toont het verwijderde inlaatrooster voor een verklarend doel.
Handgrepen
Luchtlter
Haken losmaken
Luchtlter
(Zijaanzicht)
Achterzijde
Voorzijde
3. Verwijder drie haken.
Haken
4. Trek het luchtlter naar beneden om het te verwij-
deren. Op dezelfde wijze, verwijdert u tevens het
andere luchtlter.
5. Reiniging de luchtlters.
Verwijder het stof van de luchtlters door stofzuigen of ze te wassen.
Na het wassen moeten de lters goed drogen in een gebied beschermd
tegen zonlicht.
Stof kan van de luchtlter worden gereinigd met een stofzuiger, of door
het wassen van het lter in een oplossing van mild schoonmaakmiddel
en warm water. Als u het lter wast, laat u deze goed drogen op een
plaats in de schaduw voordat u hem weer terugplaatst.
Indien er zich vuil ophoopt op het luchtlter zal de luchtstroom vermin-
deren, leidend tot een lagere efciëntie en meer geluid.
6. Bevestig de twee luchtlters
Als eerste houd u twee handgrepen van het luchtlter vast om het op
te tillen boven de interne instelling.
Nl-5
7. Plaats drie haken.
Haken
8. Houd de handgreep naar beneden en bevestig de
haken.
Handgrepen
Plaats de haken
Luchtlter
Luchtlter
9. Plaats de twee hangende draden.
Draai de schroeven vast en plaats de twee hangende draden.
Schroef vastdraaien
10. Til het inlaatrooster omhoog en plaats de drie
haken.
Haken
● Na het inschakelen van de stroom drukt u op de lterknop op de af-
standsbediening teneinde de lterlamp uit te schakelen. (Raadpleeg de
gebruikershandleiding inbegrepen bij de afstandsbediening voor meer
informatie.)
Reinigen van het chassis
Was het chassis met warm water, en droog het dan met een schone en
zachte doek.
Wanneer het apparaat gedurende een lange periode niet gebruikt zal worden
Laat de schakelaar minstens 12 uur ingeschakeld voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
PROBLEEMOPLOSSING
De volgende omstandigheden zijn geen defecten of
storingen.
Het werkt niet onmiddellijk:
Als het apparaat wordt gestopt en vervolgens onmiddellijk opnieuw
wordt gestart, werkt de compressor niet gedurende 3 minuten om het
doorbranden van de zekeringen te vermijden.
Wanneer de elektrische schakelaar wordt uitgeschakeld en opnieuw
wordt ingeschakeld, werkt het beveiligingscircuit circa 3 minuten. Het
apparaat zal gedurende deze periode niet werken.
Luchtstroom is zwak of stopt:
Als de verwarmingsmodus is ingeschakeld, is het mogelijk dat de
ventilator van het binnenapparaat tijdelijk stopt om de interne delen op
te warmen.
Als de kamertemperatuur tijdens het verwarmen boven de thermo-
staatinstelling komt, stopt zowel het buitenapparaat als de ventilator
van het binnenapparaat. Als u de kamer meer wilt verwarmen, stel de
thermostaat op een hogere instelling in.
Tijdens het olieterugwinningsproces kan de luchtstroom gedurende
circa 10 minuten stoppen. (Zie bladzijde 3)
Het apparaat zal tijdens het verwarmen tijdelijk stoppen (tussen 4 en
15 minuten) wanneer de automatische ontdooimodus in werking treedt.
(Zie bladzijde 3)
De ventilator kan tijdens het droogproces of wanneer het apparaat over
de kamertemperatuur waakt op een lage snelheid werken.
In het AUTO waakproces werkt de ventilator op een lage snelheid.
Knipperende lampjes (Wanneer de IR-Ontvanger is geïnstalleerd) :
Het OPERATION controlelampje (groen) knippert:
Een olieterugwinningsproces wordt uitgevoerd. (Zie bladzijde 3)
Het OPERATION controlelampje (groen) knippert:
Een automatisch ontdooiproces wordt uitgevoerd. (Zie bladzijde 3)
Het OPERATION controlelampje (groen) en het TIMER controlelampje
(oranje) knipperen afwisselend:
Het apparaat werkt opnieuw normaal na een stroomonderbreking.
Het OPERATION controlelampje (groen) en het TIMER controlelampje
(oranje) knipperen gelijktijdig:
Het apparaat werkt in de testmodus. Neem contact op met een mana-
ger, onderhoud kan gaande zijn.
Het OPERATION controlelampje (groen) brandt en het TIMER contro-
lelampje (oranje) knippert:
Dit is de stand-bystatus. (Zie bladzijde 3)
Er worden geluiden gehoord:
In de volgende omstandigheden kunt u het stromen van water vanaf
het binnenapparaat horen en maakt het apparaat tijdens de werking
meer lawaai. Dit wordt veroorzaakt door het stromen van koelmiddel.
Wanneer de werking start
Wanneer het olieterugwinningsproces stopt
Wanneer het automatisch ontdooiproces stopt
Tijdens de werking kan een licht piepgeluid worden gehoord. Dit is het
resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van het paneel dat
door een wijziging van de temperatuur wordt veroorzaakt.
Een sissend geluid kan occasioneel tijdens het verwarmen worden
gehoord. Dit geluid wordt door het automatisch ontdooiproces veroor-
zaakt. (Zie bladzijde 3)
Geuren:
Het binnenapparaat kan geuren afgeven. Deze geuren worden door
kamergeuren (meubilair, tabak, etc.) veroorzaakt, die door de aircondi-
tioner worden aangezogen.
Er komt damp uit het binnenapparaat:
Een dunne nevel kan tijdens het koelen door het binnenapparaat
worden afgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een plotselinge afkoe-
ling van de kamerlucht door de lucht die door de airconditioner wordt
afgegeven, wat tot condensatie en nevelvorming leidt.
Er komt stoom uit het binnenapparaat:
De ventilator van het buitenapparaat kan tijdens het verwarmen wor-
den gestopt en stoom kan uit het apparaat opstijgen. Dit wordt door het
automatisch ontdooiproces veroorzaakt. (Zie bladzijde 3)
Water stroomt uit het buitenapparaat:
Water kan door het automatisch ontdooiproces tijdens het verwarmen
uit het buitenapparaat stromen.
Nl-6
De volgende omstandigheden kunnen geen defect
zijn, controleer nogmaals.
Het werkt helemaal niet:
Is er een stroomonderbreking?
Is de zekering doorgebrand of is de beveiligingsschakelaar geacti-
veerd?
Is de hoofdschakelaar op de stand OFF ingesteld?
Probeert u het apparaat op een andere modus te laten werken dan de
prioriteitsmodus? (Zie bladzijde 3)
Is het apparaat in de stand-bystatus? (Zie bladzijde 3)
De bedrijfsmodus kan niet worden gewijzigd:
Probeert u het apparaat op een andere modus te laten werken dan de
prioriteitsomstandigheden? (Zie bladzijde 3)
Zwakke prestaties tijdens het koelen (of verwarmen):
Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat) juist aange-
past?
● Is de luchtlter vuil? (Zie bladzijde 4)
Is de inlaat- of uitlaatpoort van de airconditioner verstopt?
Staat er een raam of deur open?
Tijdens het koelen, is er een raam die fel zonlicht binnenlaat? (Doe de
gordijnen dicht.)
Tijdens het koelen, bevinden er zich verwarmingstoestellen, computers
of veel mensen in de kamer?
Is de ventilatorsnelheid te laag ingesteld?
Temperatuur zakt niet zoals gewenst.:
Stel de temperatuur lager dan de kamertemperatuur in en gebruikt het.
De temperatuur zakt niet zoals gewenst naargelang de kameromstan-
digheden. (Bij een hoge vochtigheid of hoge kamertemperatuur.) (Zie
bladzijde 3)
In de volgende omstandigheden, stop onmiddellijk
met het gebruik van het apparaat en neem contact op
met een erkende vakman.
Het probleem kan niet worden opgelost, zelfs na het uitvoeren van de
controles die in de sectie probleemoplossing zijn vermeld.
Het FILTER-controlelampje (rood) knippert zeer snel.(Wanneer de
IR-Ontvanger is geïnstalleerd)
De bedrade afstandsbediening of eenvoudige afstandsbediening geeft
Er aan (wanneer aangesloten).
Er is een brandgeur.
SPECIFICATIES
MODEL
AUXS018GLEH AUXS024GLEH
VOEDINGSBRON 220-240V ~ 50Hz, 230V ~ 60Hz
BESCHIKBAAR SPANNINGS-
BEREIK
198 tot 264 V (50 Hz), 198 tot 253 V (60 Hz)
KOELCAPA
-
CITEIT
[kW]
5,6 7,1
[Btu/h] 19.100 24.200
VERWAR
-
MINGSCA-
PACITEIT
[kW]
6,3 8,0
[Btu/h]
21.500 27.300
INGANGSVER-
MOGEN
[W]
20 30
STROOM [A] 0,22 0,31
GELUIDSDRUKNIVEAU
HOOG dB [A] 38 43
MID -
HOOG
dB [A] 36 42
MIDDEN dB [A] 35 41
MID - LAAG
dB [A] 35 40
LAAG dB [A] 33 38
STIL dB [A] 29 29
AFMETINGEN & GEWICHT
HOOGTE [mm] 200
BREEDTE [mm] 1.240
DIEPTE [mm] 500
GEWICHT [kg] 25
Informatie over akoestisch geluid:
Het maximum geluidsdrukniveau is minder dan 70 dB (A) voor zowel
het binnen- als het buitenapparaat. In overeenstemming met IEC 704-1
en ISO 3744.
● Dit product bevat geuoreerde broeikasgassen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Fujitsu AUXS024GLEH Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor