* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als... Mogelijke oorzaken Oplossingen
Het bedieningspaneel is
uitgeschakeld, het apparaat
werkt niet.
Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat zijn.
Ga na of:
• er geen stroomstoring is;
• de stekker correct in het stopcontact is gestoken en een eventuele
bipolaire voedingsschakelaar in de correcte stand staat (voor
voedingsspanning naar het apparaat);
• de beschermingstoestellen voor huishoudelijke elektrische
systemen correct werken;
• de voedingskabel niet is beschadigd.
Het apparaat kan in de stand Aan/stand-
by staan.
Schakel het apparaat in door kortstondig op de knop
te drukken
(zie de functie Aan/Stand-by).
Het interieurlampje werkt
niet.
Het lampje dient mogelijk te worden
vervangen. Storing van een technische
component.
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en neem contact op
met het Technische Servicecentrum als u een vervanging nodig hebt.
Het interieurlampje
knippert.
Deuralarm actief.
Het alarm wordt geactiveerd wanneer
de deur van het koelkastcompartiment
langere tijd open blijft.
Sluit de koelkastdeur om het alarm te stoppen.
Controleer of het lampje werkt door de deur weer te openen.
De temperatuur binnenin
de compartimenten is niet
laag genoeg.
Dit kan verschillende oorzaken hebben
(zie 'Oplossingen').
Ga na of:
• de deur goed sluit;
• het apparaat niet is geïnstalleerd in de buurt van een warmtebron;
• de ingestelde temperatuur voldoende is;
• de circulatie van lucht door de ventilatieroosters onderin het
apparaat niet belemmerd wordt (zie de installatiehandleiding).
Er bevindt zich
water onderin het
koelkastcompartiment.
De afvoer voor dooiwater is
geblokkeerd.
Reinig de drainage van het dooiwater (zie deel "Reiniging en
Onderhoud").
Overmatige
hoeveelheid ijs in het
diepvriescompartiment.
De deur van het diepvriescompartiment
is niet goed gesloten.
Ga na of niets verhindert dat de deur goed sluit.
• Ontdooi het diepvriescompartiment.
• Ga na of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De voorste rand van
het apparaat, bij de
afdichtingen van de deur,
is heet.
Dit is geen defect. Hierdoor wordt de
vorming van condens voorkomen.
Een oplossing is niet nodig.
Een of meer groene
symbolen knipperen
voortdurend en de
ingestelde temperatuur kan
niet worden gewijzigd.
Storingsalarm.
Het alarm duidt een storing in een
technische component aan.
Contacteer het Technisch Servicecentrum.
De temperatuur van het
koelvak is te laag.
• De ingestelde temperatuur is te
laag.
• Er is mogelijk een grote
hoeveelheid verse etenswaar in het
diepvriescompartiment geplaatst.
• Probeer een minder lage temperatuur in te stellen.
• Als verse etenswaar in het diepvriescompartiment geplaatst is,
wacht dan tot de etenswaar volledig ingevroren is.
• Schakel de ventilator uit (als er een is) volgens de procedure
beschreven in de bovenstaande paragraaf “VENTILATOR”.
U kunt de Veiligheidsinstructies, de Handleiding, de Productche en de Energiegegevens downloaden:
• Bezoek onze website docs . bauknecht . eu
• Gebruik makend van de QR-code
• Anders, contacteer onze Klantenservice (Het telefoonnummer staat in het garantieboekje). Wanneer u
contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het identicatieplaatje van het
apparaat staan.
400011423820