Toro TITAN Z5200 Zero-Turn-Radius Riding Mower Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FormNo.3359-823RevB
Titan
®
Z4800Zero-turnmaaiers
Titan
®
Z5200Zero-turnmaaiers
Modelnr.:74813—Serienr.:280000001enhoger
Modelnr.:74815—Serienr.:280000001enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
Inleiding
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomletselenschadeaandemachinete
voorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuisteen
veiligegebruikvandemachine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetTorovia
www.Toro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,omeendealertevindenofomuwproduct
teregistreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeServiceDealerofmetdeklantenservicevan
Toro.Zorgdatuhetmodelnummerenserienummer
vanhetproductbijdehandhebt.Delocatievanhet
plaatjemethetmodelnummerenhetserienummer
isaangegevenophetproduct.Ukuntdenummers
notereninderuimtehieronder:
Figuur1
achterdestoel
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
(Figuur2)metdevolgendeveiligheidssymbolen,die
duidenopeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingnog2woordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Inleiding.......................................................................2
Veiligheid.....................................................................3
Instructiesvoorveiligebedieningvan
zitmaaiers.........................................................3
Veiligebediening..................................................3
VeiligebedieningTorozitmaaiers..........................5
74813...................................................................6
74815...................................................................6
Hellingdiagram.....................................................7
Veiligheids-eninstructiestickers...........................8
Algemeenoverzichtvandemachine............................12
Bedieningsorganen.............................................13
Specicaties........................................................14
Systemen............................................................14
Afmetingen........................................................15
Torsievereisten...................................................16
Gebruiksaanwijzing....................................................16
Veiligheidstaatvoorop.......................................16
Aanbevolenbenzine...........................................17
Motoroliepeilcontroleren...................................19
Motorstarten.....................................................19
Bedieningvandemaaimessen.............................20
Motorafzetten...................................................20
HetVeiligheidssysteem.......................................20
Vooruitenachteruitrijden...................................21
Demachinestoppen...........................................22
Desporingafstellen............................................22
Demaaihoogteinstellen.....................................23
Bestuurdersstoelinstellen...................................23
Destoelophangingverstellen..............................23
Rijhendelsafstellen.............................................24
Machinemetdehandduwen...............................24
Zijuitworp..........................................................25
Zijuitworpgebruiken..........................................25
Machineinmulchmoduszetten...........................27
Transport...........................................................27
Tipsvoorbedieningengebruik..........................28
Onderhoud................................................................30
©2008—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Aanbevolenonderhoudsschema.............................30
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud................31
Destoelomhoogzetten......................................31
Toegangtotdeaccu............................................31
Smering..................................................................31
Delagerssmeren................................................31
Onderhoudmotor..................................................32
Onderhoudvanhetluchtlter.............................32
Motoroliepeilcontroleren...................................33
Onderhoudvandebougie..................................35
Ventilatorhuisreinigen........................................36
Onderhoudbrandstofsysteem................................36
Brandstofltervervangen...................................36
Onderhoudelektrischsysteem................................37
Accuopladen.....................................................37
Zekeringenenrelaisonderhoudsbeurt
geven.............................................................38
Onderhoudaandrijfsysteem....................................39
Bandenspanningcontroleren..............................39
Onderhoudhydraulischsysteem.............................40
Peilvanhydraulischevloeistof
controleren.....................................................40
Hydraulischeltervervangen..............................40
Onderhoudvanhetmaaidek...................................41
Onderhoudvandemaaimessen..........................41
Maaidekhorizontaalstellen.................................43
Schuinstandvanhetmaaidekinstellen.................43
Maaidekverwijderen...........................................44
Onderhouddrijfriemvanmaaidek......................45
MaaidekmonterenMaaidek................................46
Grasgeleidervervangen......................................46
Reiniging................................................................47
Onderkantvanmaaimachinewassen...................47
Stalling.......................................................................48
Reinigingenstalling............................................48
Problemen,oorzaakenremedie..................................49
Schema's....................................................................52
Veiligheid
Instructiesvoorveilige
bedieningvanzitmaaiers
DezemachinevoldoettenminsteaandeEuropese
normen,vankrachtophetmomentvanproductie.
Onjuistgebruikofonderhouddoordegebruiker
ofeigenaarkanechterletselveroorzaken.Omhet
risicovanletseltevermijden,dientuzichaande
volgendeveiligheidsinstructiestehoudenenaltijd
ophetveiligheidssymboolteletten,datbetekent
VOORZICHTIG,WAARSCHUWINGofGEVAAR
“instructievoorpersoonlijkeveiligheid”.Niet-naleving
vandeinstructiekanleidentotlichamelijkofdodelijk
letsel.
Veiligebediening
DevolgendeinstructieszijnontleendaandeENnorm
EN836:1997.
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijkdodelijk
letseltevoorkomen.
Instructie
Leesdezehandleidingaandachtigdoorvoordatu
demaaimachinegaatgebruiken.Zorgervoordatu
vertrouwdraaktmetbedieningsorganenenweethoe
udemachinemoetgebruiken.
Udienteroptoeteziendatdemachinenietdoor
kinderenwordtbediendofdoorvolwassenendie
nietvandeinstructiesopdehoogtezijn.Voor
debestuurderkaneenwettelijkeminimumleeftijd
gelden.
Houdiedereenweguithetgebiedwaarinude
machinegebruikt,metnamekinderenenhuisdieren.
Onthouddatdebestuurderverantwoordelijkisvoor
ongevallenofschadeaananderepersonenofhun
eigendommen.
Hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
Elkebestuurdermoetervoorzorgendathijofzij
professioneleenpraktischeinstructiekrijgt.Bijeen
dergelijkeinstructiemoetdenadrukliggenop:
zorgvuldigheidenconcentratiebijhetwerken
metzitmaaiers;
alsdemachineopeenhellingbegintteglijden,
kandatnietmetderemwordengecorrigeerd.
Debelangrijksteoorzakenvoorhetverliezenvan
decontrolezijn:
3
onvoldoendegripvandewielen,
tesnelrijden,
onjuistgebruikvanderem,
hettypemachineisnietgeschiktvoorhet
speciekewerk,
zichonvoldoendebewustzijnvande
speciekeomstandighedenvanhetterrein,
metnameophellingen,
onjuistebevestigingenverdelingvanlasten.
Vóóringebruikname
Draagtijdenshetmaaienaltijdeenlangebroeken
stevigeschoenen.Draaggeenschoenenmetopen
tenenenloopnietopblotevoeten.
Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachine
gaatgebruikengrondigenverwijdereventuele
voorwerpendiedoordemachinekunnenworden
uitgeworpen.
Waarschuwing-Brandstofislichtontvlambaar.
Bewaarbrandstofuitsluitendintanksofblikken
diespeciaaldaarvoorbedoeldzijn.
Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuis;tijdens
hetbijvullennietroken.
Vulzonodigbrandstofbijvoordatudemotor
aanzet.Nooitdedopvandebrandstoftank
verwijderenofbrandstofbijvullenalsdemotor
looptofheetis.
Probeerdemotorniettestartenalserbrandstof
isgemorst.Verwijderdemachinedanuitde
buurtvandeplekwaarisgemorst,envoorkom
elkevormvanopenvuurofvonkentotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
Zorgervoordatdeafsluitdoppenvan
brandstoftanksen-blikkenweergoedvastzitten.
Vervanggeluiddempersdiegebrekenvertonen.
Controleervóórhetgebruikdemessen,
bevestigingsboutenenhetmaaimechanismealtijd
opsporenvanslijtageofbeschadiging.Vervang
versletenofbeschadigdemessenenboutenaltijdals
completesetomeengoedebalanstebehouden.
Letopdatbijmachinesmetmeermaaimessen
anderemessenkunnengaandraaiendoordatueen
mesdraait.
Gebruiksaanwijzing
Letgoedop,verminderuwsnelheidenwees
voorzichtigalsueenbochtmaakt.Kijkachterom
ennaarlinksennaarrechtsvoordatuvanrichting
verandert.
Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,
omdatzichdaargiftigekoolmonoxidedampen
kunnenverzamelen.
Maaiuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
Allewerktuigkoppelingenuitschakelenenversnelling
invrijschakelenalvorensdemotortestarten.
Gebruikdemaaimachinenietophellingenvanmeer
dan15graden.
Denkeraandatelkehellinggevaarlijkis.Hetrijden
opmetgrasbegroeidehellingenvereistbijzondere
zorgvuldigheid.Omtevoorkomendatdemachine
kantelt:
nietplotselingstoppenofgaanrijdenbijhetop-
enafrijdenvanhellingen;
houddesnelheidlaagophellingeneninscherpe
bochten;
letopbultenenkuilenenandereverborgen
gevaren;
weesvoorzichtigalsulastensleept.
Gebruikuitsluitendgoedgekeurde
trekstangbevestigingspunten.
Beperkdebelastingtotwatuveiligkunt
beheersen.
Maakgeenscherpebochten.Gazorgvuldigte
werkalsuachteruitrijdt.
Letophetverkeeralsuindebuurtvaneenweg
werktofdezeoversteekt.
Zetdemaaimessenstilvoordatuandere
oppervlakkendangrasveldenoversteekt.
Bijgebruikvanwerktuigennooitdeuitwerpopening
naaromstanderstoerichtenofpersonenindebuurt
vandeinwerkingzijndemachinelatenkomen.
Gebruikdemachinenooitalsschermenofandere
beveiligingsmiddelenzijnbeschadigdofontbreken.
Veranderdeinstellingenvandemotornieten
voorkomoverbelastingvandemotor.Laatdemotor
nietmeteentehoogtoerentallopenomdatditde
kansopongevallenkanvergroten.
Voordatudebestuurdersplaatsverlaat:
aftakasuitschakelenenwerktuigenlatenzakken;
versnellinginneutraalstandzettenenparkeerrem
inwerkingstellen;
motorafzettenensleuteltjeuithetcontact
nemen.
Aandrijvingnaarwerktuigenuitschakelen,motor
afzettenenbougiekabel(s)losmakenofsleuteltjeuit
hetcontactnemen
4
voordatuverstoppingenlosmaaktofhet
uitwerpkanaalontstopt;
voordatudemaaimachinegaatcontroleren,
schoonmakenofanderewerkzaamhedengaat
uitvoeren;
alsueenvreemdvoorwerpraakt.Controleer
demaaimachineopbeschadigingenenvoeralle
benodigdereparatiesuitalvorensdezeweerte
gebruiken;
alsdemaaimachineabnormaaltrilt(direct
controleren).
Schakeldeaandrijvingnaardewerktuigenuitalsu
demachinetransporteertofnietgebruikt.
Zetdemotorafenschakeldeaandrijvingnaarde
werktuigenuit:
vóórhetbijvullenvanbrandstof;
vóórverwijderingvandegrasvanger;
voordatudemaaihoogteinstelt,tenzijdievanaf
debestuurderspositiekanwordeningesteld.
Zetdegashendelterugterwijldemotoruitloopt.Als
demachinemeteenbrandstofafsluitklepisuitgerust,
draaidezedandichtalshetmaaiwerkvoltooidis.
Onderhoudenstalling
Draaiallemoeren,boutenenschroevenregelmatig
strakaan,zodatdemachinesteedsveiligingebruikis.
Staldemachinenooitmetbrandstofindetankin
eengebouwwaardampenopenvlammenofvonken
kunnenbereiken.
Laatdemotorafkoelenvoordatudemachineineen
afgeslotenruimtestalt.
Houddemotor,geluiddemper,accubehuizingende
brandstofopslagplaatsvrijvanovertolligvet,grasen
bladerenombrandgevaarteverminderen.
Controleerdegrasvangerregelmatigopslijtageen
mankementen.
Vervangversletenofbeschadigdeonderdelenmet
hetoogopeenveiliggebruik.
Alsdebrandstoftankmoetwordenafgetapt,dient
ditbuitenplaatstevinden.
Alsudemachineparkeert,staltofonbewaakt
achterlaat,moetuhetmaaidekneerlaten.
VeiligebedieningToro
zitmaaiers
Devolgendelijstbevatveiligheidsinstructiesdie
speciekzijntoegesnedenopToroproducten,ofandere
veiligheidsinstructiesdienietzijnopgenomeninde
CEN-norm
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.Laatde
motornietbinnenshuisofineenafgeslotenruimte
lopen.
Houdhanden,voeten,haarenloszittende
kledingstukkenuitdebuurtvandeuitwerpopening,
deonderkantvandemaaimachineenbewegende
onderdelenalsdemotorloopt.
Raakgeenonderdelenvandemachineofwerktuigen
aandietijdenshetgebruikheetkunnenworden.
Laatdezeeerstafkoelenalvorenszeaftestellendan
welonderhouds-ofreparatiewerkzaamhedenuitte
voeren.
Accuzuurisgiftigenkanbrandwondenveroorzaken.
Voorkomcontactmetdehuid,ogenenkleding.
Beschermuwgezicht,ogenenkledingalsu
werkzaamhedenverrichtaandeaccu.
Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
GebruikaltijdorigineleToroonderdelenzodatde
originelestandaardenwordengehandhaafd.
GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurde
werktuigen.
Maaienophellingen
Maainooitopeenhellingvanmeerdan15graden.
Maainietindebuurtvansteilehellingen,greppels,
steilaopendeoeversofwater.Wielendieover
randenheenkomen,kunnentotgevolghebbendat
demachineomkiept,hetgeenernstigofdodelijk
letseldanwelverdrinkingkanveroorzaken.
Maainooitopeenhellingalshetgrasnatis.Bij
gladheidkunnendewielenhungripverliezen,
waardoorbestaatdekansdatzijgaanslippenenude
machtoverdemachineverliest.
Verandernietplotselingderijrichtingofdesnelheid
vandemachine.
Gebruikeenloopmaaieren/ofeenhandtrimmerin
debuurtvansteilehellingen,greppels,steilaopende
oeversofwater.
Verminderuwsnelheidenweesuiterstvoorzichtig
ophellingen.
Verwijderobstakelszoalsstenen,boomtakken,enz.
uithetmaaigebied,ofmarkeerdeze.Inhooggras
zijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
Letopgreppels,kuilen,stenen,gatenenverhogingen
inhetmaaigebieddiedewerkhoekveranderen,
omdatdemachinekanomkiepenoponeffenterrein.
5
Startnooitplotselingheuvelopwaartsopeenhelling,
wantditkantotgevolghebbendatdemachine
achteroverkiept.
Houderrekeningmeedatdewielenhungrip
kunnenverliezentijdenseenafdaling.Alshet
gewichtwordtverplaatstnaardevoorwielen,kunnen
deaandrijfwielengaanslippenenkuntunietmeer
remmenofsturen.
Nooitstartenofstoppenopeenhelling.Als
dewielengripverliezen,moetudemaaimessen
uitschakelenendeheuvellangzaamafrijden.
Ukuntdestabiliteitverbeterendoorwielgewichten
ofcontragewichtentegebruikenovereenkomstigde
aanwijzingenvandefabrikant.
Weesuiterstvoorzichtigmetgrasvangersofandere
werktuigen.Dezekunnendemachineminderstabiel
maken,waardoordekansontstaatdatudemacht
overdemachineverliest.
74813
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan93dBAuitop
hetgehoorvandegebruiker,gebaseerdopmetingen
bijidentiekemachinesvolgensEN836enISO11201
procedures.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengeluidsniveauvan105dBA,
gebaseerdopmetingenbijidentiekemachinesvolgens
ISO11094procedures.
Trilling
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveau
van2,5m/s
2
opdehandenenarmen,gebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensEN836en
EN1033procedures.
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveau
van0,7m/s
2
ophetgehelelichaam,gebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensprocedures
zoalsvastgelegdinEN836enEN1032.
74815
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan93dBAuitop
hetgehoorvandegebruiker,gebaseerdopmetingen
bijidentiekemachinesvolgensEN836enISO11201
procedures.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengeluidsniveauvan105dBA,
gebaseerdopmetingenbijidentiekemachinesvolgens
ISO11094procedures.
Trilling
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveau
van2,2m/s
2
opdehandenenarmen,gebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensEN836en
EN1033procedures.
Dezemachineheefteenmaximaaltrillingsniveau
van0,70m/s
2
ophetgehelelichaam,gebaseerdop
metingenbijidentiekemachinesvolgensprocedures
zoalsvastgelegdinEN836enEN1032.
6
Hellingdiagram
7
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
93-7009
1.WaarschuwingGebruik
demaaimachineniet
alsdegrasgeleider
omhooggeklaptof
verwijderdis;zorgervoor
datdegrasgeleideris
gemonteerd.
2.Handenofvoeten
kunnenworden
gesneden/geamputeerd,
maaimesBlijfuitde
buurtvanbewegende
onderdelen.
106-5517
1.WaarschuwingRaakhetheteoppervlaknietaan.
109-6008
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Duwdemachine.
2.Draaidevrijgaveknoplos,
verschuifdeknopenzet
dezevast.
109-6014
Geleidingvantractiedrijfriem
109-6029
1.Motor-afzetten6.Gassnel
2.Motor-lopen
7.ChokeAan
3.Motor-starten
8.Gaslangzaam
4.Aftakas,
aftakasschakelaar
9.Chokeuit
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
8
109-6035
Geleidingvandrijfriemvanmaaidek
109-6036
1.LeesdeGebruikershandleiding.
2.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactenleesdeinstructies
alvorensservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuitte
voeren.
3.Maaihoogte.
109-6210
1.LeesdeGebruikershandleiding.
2.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerden
wordengegrepen,ventilator,riemBlijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
109-6459
1.Risicoomgegrepenteworden,riemVeiligheidsschermen
nietopenenofverwijderenterwijldemotorloopt.Zorg
ervoordatzeophunplaatsblijven.
109-8759
1.Maaihoogte
109-9120
1.Zekering2.Diode
110-6691
1.Demachinekan
voorwerpenuitwerpen
Houdomstandersop
eenveiligeafstandvande
machine.
3.Handenofvoeten
kunnenworden
gesneden/geamputeerd
Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
2.Machinekanvoorwerpen
uitwerpen,maaidekZorg
ervoordatdegrasgeleider
ofgrasopvangsysteemop
zijnplaatszit.
9
109-9173
1.Parkeerrem4.Neutraalstand
2.Snel
5.Achteruit
3.Langzaam
6.Snelheidvandemachine
109-9182
1.Snelheidvandemachine
4.Neutraalstand
2.Snel
5.Achteruit
3.Langzaam
Symbolenopaftakas
1.AftakasUitgeschakeld2.AftakasIngeschakeld
BatterySymbols
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersop
veiligeafstandvande
accu.
2.Geenvonkenofvuuren
nietroken.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
4.Draagoogbescherming.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
10.Bevatlood;niet
weggooien.
Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
10
109-6016
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
4.Raadpleegdegebruikershandleidingvanhetmaaidekvoor
instructiesvoordeverwijdering.
2.Tijdsinterval
5.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistofenraadpleeg
degebruikershandleidingvoorverdereinstructies.
3.Controleerhetoliepeil.6.Controleerdebandenspanning.
109-8965
1.WaarschuwingLeesdeGebruikershandleiding.
2.Leesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuittevoeren;steldeparkeerreminwerking,verwijderhet
contactsleuteltjeenmaakdebougiekabellos.
3.DemachinekanvoorwerpenuitwerpenHoudomstandersopeenveiligeafstandvandemachineenverwijderrommelvoordatu
gaatmaaien;zorgervoordatdeafvoergeleiderisgemonteerd.
4.Kansdatdewielengripverliezenendebestuurderdemachtoverdemachineverliest,hellingen–Opeenhellingkunnendewielen
gripverliezendebestuurderdemachtoverdemachineverliezen,schakeldeaftakasuit,rijlangzaamdehellingaf.
5.Machinekankantelenmaakgeenabrupteenscherpebochtenophellingen,maaiuitsluitendophellingenvanminderdan15
graden,blijfopeenveiligeafstandvanwater,maaiuitsluitendopwaartsenneerwaartsophellingenvanminderdan15graden.
6.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,maaimesBlijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
7.Ledematenvanomstanderskunnenbekneldraken/afgesnedenwordentijdenshetachteruitrijdenNeemgeenpassagiersmee;
kijkachteromennaarbenedentijdenshetachteruitrijden.
11
Algemeenoverzicht
vandemachine
Figuur3
1.Antiscalpeerrol4.Bedieningspaneel7.Parkeerrem10.Voorstezwenkwiel
2.Grasgeleider
5.Bestuurderspositie8.Maaihoogtehendel
3.Maaihoogte-instelling6.Rijhendels9.Voetsteun
Figuur4
1.Wielvanachterwielaandrij-
ving
3.Brandstoftank
5.Motor7.Motorscherm
2.Maaidek4.Peilstokvoormotorolie
6.Luchtlter8.Bougiekabel(1van2)
12
Bedieningsorganen
Schakelbord
Opmerking:Zorgdatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganenvoordatudemotorstartende
machinegebruikt.
Figuur5
1.Contactschakelaar4.Gashendel
2.Aftakasschakelaar5.Choke
3.Urenteller
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwordtgebruiktomdemotorte
startenentestoppen:Deschakelaarheeftdriestanden:
"UIT","LOPEN"en"START"(Figuur5).Steek
hetsleuteltjeindecontactschakelaarendraaiditnaar
rechtsop"AAN".Draaihetsleuteltjenaarrechtsinde
volgendestandomdestartmotorinwerkingtestellen
(hetsleuteltjemoetindezestandtegendetegendrukveer
wordengehouden).
Opmerking:Deremmoetinwerkingwordengesteld,
derijhendelsnaarbuitenwordenbewogen(vergrendelde
neutraalstand)endeaftakasschakelaarop"UIT"worden
gezetomdemotortestarten.(Debestuurderhoeftniet
indestoeltezittenomdemotortestarten.)
AlsuhetsleuteltjeopUITdraait,wordtdemotor
afgezet;hetverdientechteraanbevelinghetsleuteltje
altijduithetcontactteverwijderenalsudemachine
verlaatomtevoorkomendatiemandperongelukde
motorstart
Aftakasschakelaar
Metdeaftakasschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool(Figuur6),schakeltudeaandrijvingnaar
demaaimessenaanofuit.Trekdeaftakasschakelaaruit
omdemaaimesseninteschakelen.
Zetdeaftakasschakelaarop"UIT"omdemaaimessen
uitteschakelen.
Figuur6
Chokeknop
Dedechokewordtgebruiktomeenkoudemotorte
starten.Laateenwarmemotornooitlopenalsde
chokeop"AAN"staat.Doordechokehendelnaar
vorenteduwen,zetudechokeop"AAN"endoorde
chokehendelnaarachterenteduwen,zetudechokeop
"UIT"(Figuur5).
Gashendel
Metdegashendelkanhettoerentalvandemotorworden
geregeld.Doordegashendelnaarvorenbewegenwordt
hetmotortoerentalverhoogdendezenaarachteren
tebewegenwordthettoerentalverlaagd.Doorde
gashendelnaarvorenindepaltedrukken,geeftuvol
gas(Figuur5).
Rijhendels
Derijhendelsbevindenzichaanbeidezijdenvande
stoel(Figuur3).
Derijhendelszijnsnelheidsgevoeligenbedienen
onafhankelijkewielmotoren.Alsueenhendelnaar
vorenofnaarachterenbeweegt,draaithetwielaan
dezelfdekantvooruitofachteruit;desnelheidvande
wielenisevenredigaanhoeverudehendelbeweegt.Als
uderijhendelsvanuitdemiddelstestandnaarbuiten
beweegt,vergrendeltudezeindeneutraalstand.Umoet
altijdderijhendelsindeneutraalstandzettenende
parkeerreminwerkingstellenalsudemachinestopt
ofonbeheerdachterlaat.Tijdenshettransportmoetu
altijddemachinewordenvastgezetendereminwerking
stellen.
Parkeerremhendel
Bevindtzichlinksvanhetbedieningspaneel(Figuur3).
Metderemhendelwordendeaandrijfwielengeblokkeerd
doordeparkeerrem.
Trekdehendelomhoogennaarachterenomderem
inwerkingtestellen.
13
Duwdehendelnaarvorenennaarbenedenomderem
vrijtezetten.
Maaihoogtehendel
Metdemaaihoogtehendelkuntuhetmaaidekopheffen
enneerlatenvanuitdebestuurdersstoel(Figuur3).Al
dehendelnaarvorenwordtgezet,vandebestuurder
af,wordthetmaaidekopgehevenvandegrondenals
dehendelnaarachterenwordtgezet,vandebestuurder
af,wordthetmaaidekneergelaten.Demaaihoogtemag
uitsluitendwordeningesteldalsdemachinestilstaat.
Urenteller
Bevindtzichophetbedieningspaneel.
Deurentellerisaangeslotenopeendrukschakelaarin
hetmotorblokregistreerthetaantalurendatdemotorin
bedrijfisgeweest(Figuur5).Alsdecontactschakelaarop
AANstaatzonderdatdemotordraait,zaldeurenteller
nietlopen.
Opmerking:Dezeschakelaarregistreertniethet
oliepeilenzaldebestuurdernietwaarschuwenalshet
oliepeiltelaagis.
Specicaties
Systemen
Motor
Motorspecicaties:Zedegebruikershandleidingvan
demotor
tpmVolgas3600±75(max)tpm(zonderlading)
stationair:1750(min)tpm
Brandstofsysteem
Inhoud:4,0gal.(15,1l)
Typebrandstof:Loodvrije,normalebenzine,
octaangetalvan87ofhoger.
BrandstoflterKohlerP/N2405010
Brandstofafsluitklep:Stappenvan1/4slag("AAN",
"UIT")
Elektrischsysteem
OpladingsysteemVliegwieldynamo
Laadvermogen:15A
Accutype:BCIGroepU1
Accuspanning12V
Polariteit:Negatieveaarde
Zekeringen:Steekzekeringen,25A,20Aen15A
DiodeTVS
Veiligheidssysteem
Deaftakasmoetuitgeschakeldendereminwerking
gesteldzijnenderijhendelsmoetennaarbuitenzijn
gezet(vergrendeldeneutraalstand)omdemachine
testarten.(Debestuurderhoeftnietindestoelte
zittenomdemotortestarten).
Debestuurdermoetindestoelzittenalsdeaftakas
isingeschakeld,deremisvrijgezetofderijhendels
wordenbewogen,omdatandersdemotorzalafslaan.
Demotorslaatafalsdelinkerofrechterrijhendel
danwelbeiderijhendelsuitdevergrendelde
neutraalstandwordengezetwanneerderemin
werkingisgesteld.
Bediening
Stuur-enrijhendels.
Opmerking:Derijhendelskunnenoptwee
hoogteswordengezet.
Mettweeafzonderlijkehendelsaanelkekant
vanhetbedieningspaneelkanhettoerentalofde
rijrichtingvandeaandrijfwielenwordengeregeld.
Demachinewordtbestuurddoordepositievan
dehendelstenopzichtevanelkaarrevariëren.
Alsuderijhendelsnaarbuitenbeweegt(in
sleuven),wordthetaandrijfsysteemvergrendeld
indeneutraalstand.
AftakasschakelaarSteltdeelektrischekoppeling
(naardrijfriem)inwerking,dieweerdemaaimessen
inschakelt.
Parkeerremhendel:steltparkeerreminwerking.
Penvoorinstellingvanhoogtevanmaaidek:hiermee
zetuhetmaaidekopdegewenstehoogte.
Hefhendelvanmaaidek:pedaalomhetmaaidekop
teheffen.
Stoel
Type:Standaardstoelmethogerugleuning,
schuimrubbervoering,geveerdeophangingen
armsteunen.
MontageScharnierendzodatdestoelomhoogkan
wordengekanteldombijdehydraulischepompen,de
accuenandereonderdelentekunnenkomen.Wordt
metsjortouwingekanteldpositiegehouden.Stoel
kanoverdestoelrailnaarvorenennaarachteren
wordenverschoven.
14
Armsteunen:Standaard–inhoogteverstelbare,met
schuimgevoerdearmsteunendieomhoogkunnen
wordengeklapt.
Veiligheidsschakelaarvanstoel:onderdeelvanhet
veiligheidssysteem.
Hydrostatischaandrijfsysteem
Hydrostatischepompen:TweegeïntegreerdeHydro
GearZT2800aandrijfsystemen.
Typehydraulischevloeistof:gebruikMobil115W-50
synthetischemotorolie.
Versnellingen:
0–11,3km/uurvooruit.
0–8,0km/uurachteruit.
Deaandrijfwielenzijnaanbeidezijdenvoorzienvan
eenontkoppelingsmechanisme,zodatdemachine
kanwordenvoortbewogenalsdemotornietloopt
ofderemisuitgeschakeld.
Bandenenwielen
Aandrijving:Voorzwenk-
wiel
Pneumatisch(gevuldmet
lucht)
Pneumatisch
(gevuldmet
lucht)
Maaidekmaat4852Alle
maaidekken
Hoeveelheid222
Bandenmaat
TurfTecTurfTec
Alle
maaidekken
Afmeting:
20x8,00-820x10,00-810x4
PlyRating44
Bandenspan-
ning
13psi
(90kPa)
13psi
(90kPa)
13psi
(90kPa)
Maaidek
Maaibreedte:
122cmmaaidek.:122cm
132cmmaaidek.:132cm
Uitworp:zijuitworp
Groottemessen:(3elk)
122cmmaaidek.:41,3cm
132cmmaaidek.:45,7cm
MesassenMassievestalenassenmetonderhoudsvrije
lagers.
Aandrijvingvanmaaidek:elektrischekoppeling
gemonteerdopverticalemotoras.Demessen
wordendirectvanafdemotoraangedrevendooréén
riem(metzelfspannendepoelie).
MaaidekHetvolledigzwevendemaaidekisbevestigd
aaneendraagframe.Maximalegazonbescherming
metdrieantiscalpeerrollen(beidemaaidekmaten).
Hetmaaidekontwerpmaaktgrasopvang,mulchenof
zijuitworpmogelijk.
Dieptemaaidek:
122cmmaaidek.:12,7cm
132cmmaaidek.:12,7cm
Maaihoogte-instelling:Meteenpedaalkanhet
maaidekwordeningesteldopeenhoogtevan3,8cm
tot11,4cminstappenvan1,3cm.
Mulchkit:Gemonteerd
Afmetingen
Totalebreedte:
122cmmaaidek.:132cmmaaidek.:
Zondermaaidek116cm119cm
Geleideromhoog
122cm135cm
Geleideromlaag
151cm163cm
Totalelengte:
122cmmaaidek132cmmaaidek
186cm186cm
Totalehoogte:
122cmmaaidek132cmmaaidek
106cm106cm
Spoorbreedte:(middentotmiddenvan
wielen,indebreedte)
122cmmaaidek132cmmaaidek
Aandrijfwielen
91cm93cm
Zwenkwielen85cm85cm
15
Wielbasis:(middenvanzwenkwieltot
middenvanaandrijfwiel)
122cmmaaidek132cmmaaidek
124cm124cm
Totalegewicht
122cmmaaidek132cmmaaidek
293kg299kg
Torsievereisten
LocatievanboutTorsie
Moervanaspoelie129–136Nm
Bevestigingsboutvanmes61–75Nm
Bevesrigingsboutenvanmotor37–46Nm
Nylocmoervanantiscalpeerrol37–46Nm
Wielmoeren95–122Nm
Bevesrigingsboutvan
koppeling(vasrgezetmet
schroefdraadlijm)
68–75Nm
Bougie20Nm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Veiligheidstaatvoorop
Leesaandachtigalleveiligheidsinstructiesen-stickers
inhethoofdstukVeiligebediening.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuletselvanuwgezinsleden,
omstanders,dierenenuzelfvoorkomen.
Bijmaaienopnatgrasofeensteilehelling
bestaatdekansdatdewielenslippenenude
machtoverdemachineverliest.
Wielendieoverrandenheenkomen,kunnen
totgevolghebbendatdemachineomkiept,
hetgeenernstigofdodelijkletseldanwel
verdrinkingkanveroorzaken.
Alsdewielengripverliezen,kandebestuurder
demachtoverhetstuurverliezen.
Omtevoorkómendatudecontroleoverde
machineverliestendezeomslaat,moetude
volgenderichtlijneninachtnemen:
Maainietindebuurtvansteilehellingenof
water.
Maainooitopeenhellingvanmeerdan
15graden.
Verminderuwsnelheidenweesuiterst
voorzichtigophellingen.
Alsuopeenhellingmaait,moetuopde
hellinglangzaamvanbenedennaarboven
werken.
Verandernietplotselingderijrichtingofde
snelheidvandemachine.
Draainaarbovenalsuopeenhellingvan
richtingverandert.Alsunaarbeneden
draait,kunnendewielengripverliezen.
Werktuigenveranderende
gebruikseigenschappenvandemachine.
Weesextravoorzichtigalsuwerktuigenmet
dezemachinegebruikt.
16
Figuur7
1.Veiligezonehierkuntudemachinegebruiken
2.Gebruikeenloopmaaieren/ofeenhandtrimmerindebuurt
vansteilehellingenenwater.
3.Water
Aanbevolenbenzine
GebruiknormaleLOODVRIJEbenzinevoor
automobielen(octaangetalminimaal87).
Belangrijk:Gebruiknooitmethanol,benzine
diemethanolbevat,gasoholdiemeerdan10%
ethanolbevat,benzine-additieven,superbenzineof
wasbenzineomdatditkanleidentotschadeaan
hetbrandstofsysteem.Geenoliebijdebenzine
mengen.
Onderbepaaldeomstandighedenisbenzine
uiterstontvlambaarenzijndedampen
explosief.
Brandofexplosiekanbrandwondenbiju
ofanderenenschadeaaneigendommen
veroorzaken.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudis.Eventueel
gemorstebenzineopnemen.
Umagdebrandstoftanknooitbinnenshuis
ofingeslotenaanhangwagenvullenof
aftappen.
Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.Vul
debrandstoftankbijmetbenzinetotaande
onderkantvandevulbuisvandetank.Deze
ruimteindetankgeeftbenzinedekansom
uittezetten.
Rooknooitwanneerumetbenzinebezig
bent,enhouddebrandstofwegvanopen
vuurofvonken.
Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatof
blikenbuitenbereikvankinderen.Koop
nooitmeerbenzinedanuin30dagenkunt
opmaken.
Gebruikhetvoertuiguitsluitendalshet
completeuitlaatsysteemisgemonteerden
naarbehorenwerkt.
17
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampen
totontbrandingkunnenbrengen.Brandof
explosievanbenzinekanbrandwondenof
materiëleschadeveroorzaken.
Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuit
debuurtvanhetvoertuigalvorensdetank
bijtevullen.
Benzinevatennietineenvrachtwagen
ofaanhangervullen,omdatbekledingof
kunststofbeplatinghetvatkanisoleren,
waardoordeafvoervanstatischelading
wordtbemoeilijkt.
Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhet
besteeenmachinemeteenbenzinemotor
eerstvandevrachtwagenofaanhangerhalen
enbijtankenalsdemachinemetdewielen
opdegrondstaat.
Alsditnietmogelijkis,verdienthetde
voorkeurdergelijkemachinesopeentruck
ofaanhangerbijtevullenuiteendraagbaar
vat,nietmetbehulpvaneenvulpistoolvan
eenpomp.
Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dient
udevulpijpvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvan
hetvattehouden,totdatuklaarbentmet
bijvullen.
Benzineisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenheeft
bijlaboratoriumdierenkankerveroorzaakt.
Onvoorzichtigheidkanleidentoternstigletsel
enziekte.
Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
Houduwgezichtuitdebuurtvaneen
vulpijpendeopeningvaneentankofeen
blik.
Houdzeuitdebuurtvanogenenhuid.
Probeerbrandstofnooitmetuwmondover
tehevelen.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedt
devolgendevoordelen:
Houdtdebenzineversgedurendestallingvan
30dagenofminder.Alsudemachinelanger
wiltstallen,moetudebenzineaftappenuitde
brandstoftank.
Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon..
Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemen
kunnenleiden.Voegdejuistehoeveelheid
stabilizer/conditioneraandebenzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestals
dezemetversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijd
stabilizer/conditioneromhetrisicovanharsachtige
afzettingeninhetbrandstofsysteemzokleinmogelijk
tehouden.
Benzine-/alcoholmengsels
Gasohol(maximaal10percentethylalcohol,90percent
loodvrijbenzinepervolume)istoegestaandoor
demotorfabrikantvoorbrandstofgebruik.Andere
benzine-/alcoholmengselszijnniettoegestaan.
Brandstoftankvullen
1.Zetdemotorafenzetderijhendelsinde
neutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
2.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
detankdop.
3.Vuldebrandstoftankbijmetbenzinetotaande
onderkantvandevulbuisvandetank(Figuur8).
Dezeruimteindevulbuisvandetankgeeftbenzine
dekansomuittezetten.Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.
18
Figuur8
1.Openingvanbenzinetank
3.Benzinetank
2.Ongeveertothiervullen
4.Draaidetankdopstevigvast.Gemorstebenzine
opnemen.
Motoroliepeilcontroleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruik
neemt,moetuhetoliepeilinhetcartervandemotor
controleren;zieOliepeilcontrolereninhethoofdstuk
Motoronderhoud.
Motorstarten
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenzetde
rijhendelsindeparkeerstandensteldeparkeerrem
inwerking.
2.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur9).
Figuur9
1.Bedieningspaneel
2.AftakasschakelaarUIT
3.Zetdegashendelophalfendebeweegde
chokehendelnaarvorenvoordatueenkoudemotor
start(Figuur10).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeft
udechokeniettegebruiken.
Figuur10
1.Bedieningspaneel
4.GasLANGZAAM
2.Chokeaan5.GasSNEL
3.Chokeuit
4.DraaihetcontactsleuteltjeopSTARTomde
startmotorinwerkingtestellen.Laathetsleuteltje
loszodrademotoraanslaat(Figuur11).
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan5secondeninwerking.Alsdemotor
nietwilstarten,moetunaelkepogingde
motor60secondenlatenafkoelen.Indienu
dezeinstructiesnietopvolgt,kandestartmotor
doorbranden.
Figuur11
1.Contactsleuteltje
START-stand
4.START
2.Bedieningspaneel
5.LOPEN
3.Choke
6.UIT
5.Alsdemotorafslaatofhapert,zetudechokehendel
weergedeeltelijknaarvorengedurendeeenpaar
seconden(Figuur11).
19
Bedieningvandemaaimessen
Metdeaftakasschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool,schakeltudeaandrijvingnaarde
maaimessenaanofuit.Dezeschakelaarregelthet
vermogenvanwerktuigendiewordenaangedreven
doordemotor,zoalshetmaaidekendemaaibladen.
Demaaimesseninschakelen
1.Zetderijhendelsvrijomdemachineinde
neutraalstandtezetten.
2.ZetdegashendelhalverwegeopSNEL.
Opmerking:Umoetdemaaimessenaltijd
inschakelenmetdegashendelophalf.
3.Trekdeaftakasschakelaaruitomdemaaimessenin
teschakelen(Figuur12).
Figuur12
1.Bedieningspaneel
2.Aftakasschakelaar
AAN-stand
4.Zetdegashendelhelemaalnaarvorenvoordatu
gaatmaaien.
Demaaimessenuitschakelen
Zetdegashendelophalf.Zetdeaftakasschakelaarop
UITomdemaaimessenuitteschakelen(Figuur13).
Figuur13
1.Bedieningspaneel
2.AftakasschakelaarUIT
Motorafzetten
1.ZetdegashendeltussenSNELenhalfgas
(Figuur11).
2.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUittezetten(Figuur13).
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUIT(Figuur11).
4.Maakdebougiekabellosvandebougie(s)omte
voorkomendatiemandperongelukdemachine
start,alvorensdezetetransporterenoftestallen.
HetVeiligheidssysteem
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvandemachine.
Ditkanlichamelijkletselveroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
demaaimessenzijnuitgeschakeld.
derijhendelsindeneutraalstandstaan.
deparkeerreminwerkingisgesteld.
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemotorwordt
gestopt,wanneer:
20
deparkeerremisuitgeschakeldendebestuurderde
machineverlaat.
deaftakasisingeschakeldendebestuurderde
machineverlaat.
deparkeerremisuitgeschakeldendehendelsnaar
binnenzijngezetendebestuurderdemachine
verlaat.
deparkeerremisingeschakeldenderijhendelsnaar
binnenzijngezet.
Veiligheidssysteemtesten
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.
1.Startcircuitcontroleren.Destartmotormoet
draaienalsdeparkeerremisingeschakeld,de
aftakasisuitgeschakeldenderijhendelsnaar
buitenzijngezetindevergrendeldeneutraalstand.
Debestuurderhoeftnietindestoeltezittenom
demotortestarten.
Probeertestartenterwijluindestoelzit,
deparkeerremisuitgeschakeld,deaftakas
uitgeschakeldenderijhendelsindevergrendelde
neutraalstandzijngezetdestartmotormagniet
draaien.
Probeertestartenterwijluindestoelzit,de
parkeerreminwerkingisgesteld,deaftakas
ingeschakeldenderijhendelsindevergrendelde
neutraalzstandzijngezetdestartmotormag
nietdraaien.
Probeertestartenterwijluindestoelzit,
deparkeerremisingeschakeld,deaftakasis
uitgeschakeldendelinkerrijhendelnaarbinnen
isgezet;destartmotormagnietdraaien.Herhaal
dezeprocedureterwijlderechterrijhendelnaar
binnenisgezetendaarnaterwijlbeidehendels
naarbinnenzijngezet-destartmotormagniet
draaien.
2.UitschakelcircuitscontrolerenLaatdemotorlopen
opeenderdegas,zetdeparkeerremvrijenkom
omhooguitdestoel(maarverlaatdemachine
niet);demotormoetafslaan.
Laatdemotorlopenopeenderdegas,schakelde
aftakasinenkomomhooguitdestoel(maar
verlaatdemachineniet);demotormoetafslaan.
Laatdemotorlopenopeenderdegas,zetde
parkeerremvrij,beweegderijhendelsnaarbinnen
enkomomhooguitdestoel(maarverlaatde
machineniet);demotormoetafslaan.
Laatdemotorweerlopenopeenderdegas,stelde
reminwerkingenbeweegdelinkerrijhendel
naarbinnendemotormoetafslaan.
Herhaaldeprocedure,maarbeweegnuderechter
rijhendelnaarbinnen.Beweegdaarnabeide
hendelsnaarbinnendemotormoetafslaan
ongeachtofdebestuurderwelofnietindestoelzit.
Opmerking:Alsdemachineaangeenvandezetesten
voldoet,magudezenietgebruiken.Neemcontactop
meteenerkende&ToroShortServiceDealer.
Belangrijk:Hetisbelangrijkdatde
veiligheidssystemenvoordebestuurderzijn
aangesloteneningoedegebruiksconditievoordat
ugaatmaaien.
Vooruitenachteruitrijden
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSnelomdebesteprestatieste
verkrijgen.Gebruikdemachinealtijdmetdegashendel
opSNEL(volgas).
Demachinekanzeersnelronddraaienalsueen
hendelteveelvóórdeanderehendelplaatst.
Debestuurderkandecontroleoverdemachine
verliezen;ditkanschadeaandemachineof
letselveroorzaken.
Weesvoorzichtigalsueenbochtmaakt.
Verminderdesnelheidvandemachine
voordatueenscherpebochtmaakt.
Kijkachteromennaarlinksennaarrechts
voordatuachteruitrijdt.
Vooruit
1.Zetdehendelsindemiddelste,onvergrendelde
stand.
2.Omvooruitterijden,duwtuderijhendelslangzaam
naarvoren(Figuur14).
21
Figuur14
1.Neutraalstand4.Vooruit
2.Centraleonvergrendelde
stand
5.Achteruit
3.Voorkantvandemachine
Omineenrechtelijnterijden,moetugelijkmatige
drukuitoefenenopbeiderijhendels(Figuur14).
Omtedraaien,trektuderijhendelnaarachterenin
derichtingwaarinuwiltdraaien(Figuur14).
Hoeverderuderijhendelsineenvanbeide
richtingenbeweegt,destesnellerzaldemachinein
degewensterichtingrijden.
Omtestoppen,zetubeiderijhendelsinde
neutraalstand.
Achteruit
1.Zetdehendelsindemiddelste,onvergrendelde
stand.
2.Omachteruitterijden,trektuderijhendelsnaar
achteren(Figuur14).
Omineenrechtelijnterijden,moetugelijkmatige
drukuitoefenenopbeiderijhendels(Figuur14).
Omtedraaien,vermindertudedrukopde
rijhendelsinderichtingwaarinuwiltdraaien
(Figuur14).
Omtestoppen,zetubeideindeneutraalstand.
Demachinestoppen
Omdemachinetestoppen,moetuderijhendelsinde
neutraalstandzettenennaarbuitenindeneutraalstand
duwen,deaftakasuitschakelen,degashendeltussen
SNELenhalfgaszettenenhetcontactsleuteltjeopUIT
draaien.Denkeromdatuhetsleuteltjeuithetcontact
haalt.
Desporingafstellen
Alsdemachinenaarrechtsofnaarlinksdraaitwanneer
udehendelstegelijknaarvorenduwt,moetdeaanslag
aandekanttegengesteldaanderichtingwaarinde
machinedraait,wordenafgesteld(Figuur15).Draai
deschroevenloswaarmeedeaanslagvanderijhendel
vastzit.Verschuifdeaanslagnaarachterentotdatde
machinerechtrijdt.Zetdeschroevenvastomde
aanslagindezepositietevergrendelen.Indiennodigde
rijhendelsopnieuwafstellen.
Figuur15
1.Schachtvan
bedieningsarm
3.Verstellingaanslag
2.Schroevenvanaanslag
22
Kinderenofomstanderskunnenletseloplopen
alszijdemachineverplaatsenofproberente
bedienenterwijldezeonbeheerdstaat.
Umoetaltijdhetcontactsleuteltjeverwijderen
enderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand
zettenendeparkeerreminwerkingstellen
wanneerudemachineonbeheerdlaat,ookalis
hetslechtsvooreenpaarminuten.
Demaaihoogteinstellen
1.Hefhetmaaidekopindetransportstand
(maaihoogte114mm)doorhetpedaalnaarvorente
duwen(Figuur16).Deveerbelastetransportpenzal
automatischaangrijpenenvastklikken,
Figuur16
1.Naarvorenduwen
4.Stelpenvoormaaihoogte
2.Maaihoogtepedaal5.Vrijgavehendelvoor
transport
3.Maaihoogtestanden
2.Zetdestelpenvoordemaaihoogteopdegewenste
hoogte.
3.Duwhetpedaalnaarvoren,trekdevrijgavehendel
voortransportomhoogenlaathetmaaidekneertot
devoorafingesteldehoogtedoorminderdrukmet
uwvoetuitteoefenenwaardoorhetpedaalnaar
achterenkanbewegen.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachterenverschuiven.
Depositievandestoelmoetzozijndatudemachine
hetbestkuntbedienenendatucomfortabelzit.
1.Duwdeinstelhendelnaarhetmiddenvande
machineomdestoelrailvrijtezetten(Figuur17).
Figuur17
1.Instelhendel
2.Verschuifdestoelindegewenstepositieenlaat
dehendellosomdestoeltevergrendelenindeze
positie.
Destoelophangingverstellen
Hetaantalstoelverenkanwordenveranderdomeen
optimaalrijcomfortteverkrijgen.Zwarebestuurders
kunnenmeerverengebruikenoponeffenterrein.
Minderverenhoeventewordengebruiktdoorlichte
gebruikersenbijmaaienopegaleengoedaangelegde
gazons.Zorgaltijdervoordathetaantalverenlinksen
rechtsgelijkisalsuverentoevoegtenverwijdert.
Figuur18
1.Bout3.Moer
2.Veer4.Extramontagegaten
Erkunnenmaximaalvijfverenwordenbevestigdaan
destoelbakmeteenmoereneenbout,zieFiguur18.
23
Raadpleegdeonderdelenhandleidingvoor
deonderdeelnummersvandeverenende
bevestigingselementen.
Rijhendelsafstellen
Dehoogteinstellen
Derijhendelskunnenhogeroflagerwordengesteld
overeenkomstigdewensenvandebestuurder.
1.Verwijderde2boutenwaarmeederijhendelszijn
bevestigdaandeschachtvandebedieningsarm
(Figuur19).
Figuur19
1.Schachtvan
bedieningsarm
4.Bout
2.Rijhendel
5.Sleufgaten
3.Ring
2.Zetderijhendelsindevolgendegroepgaten.Zet
dehendelvastmetde2bouten.
3.Stelvervolgensookdeandererijhendelsaf.
Hoekvanrijhendelsverstellen
Dehoekvanderijhendelskanwordenversteld
overeenkomstigdewensenvandebestuurder.
1.Verwijderdebovensteboutwaarmeederijhendels
isbevestigdaandeschachtvandebedieningsarm.
2.Draaideondersteboutlostotdatuderijhendels
naarvorenofnaarachterenkuntbewegen
(Figuur19).Draaidemoerenaanomderijhendels
vasttezettenindenieuwestand.
3.Stelvervolgensookdeandererijhendelsaf.
Machinemetdehandduwen
Belangrijk:Umoetdemachinealtijdmetde
handduwen.Slepenkanschadeaandemachine
veroorzaken.
Demachineduwen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotor
uit,verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdat
allebewegendedelentotstilstandzijngekomen
alvorensdebestuurdersstoelteverlaten.
3.Ganaardeomloop-vrijgaveknoppenaanbeide
zijdenvanhetmaaidek(Figuur20).
Figuur20
1.Voorkantvandemachine5.Duwstandvanhendel
2.Draaide
omloop-vrijgaveknop
linksom.
6.Draaide
omloop-vrijgaveknop
rechtsom.
3.Standvanhendelvoor
gebruikvanmachine.
7.Vrijgavehendel
4.Trekdehendelindeze
richting.
4.Zetdeknoplosdoordezelinksomtedraaien.
Trekvervolgensdevrijgavehendelopdeonderkant
vandemachine(Figuur20)naardeachterkant
vandemachineenzetdeknopweervastomde
vrijgaveknopindevrijestandtehouden.Herhaal
dezeprocedureaanbeidezijdenvandemachine.
5.Zetdeparkeerremvrij.Ukuntdemachinenumet
dehandduwen.
24
Gebruikvandemachine
Draaideomloopknoplos,drukdevrijgavehendelsnaar
vorenenzetdeknopweervastomhetaandrijfsysteem
inteschakelen(Figuur20).
Zijuitworp
Hetmaaidekisuitgerustmeteenscharnierende
grasgeleider,diehetmaaiselzijwaartsenomlaagnaar
hetgazonafvoert.
Zonderaangebrachtegrasgeleider,mulchkit
ofcompletegrasvangerkunnenuofanderen
inaanrakingmethetmaaimesofuitgeworpen
voorwerpenkomen.Contactmethetdraaiende
maaimesenuitgeworpenvoorwerpenkan
lichamelijkofdodelijkletselveroorzaken.
Verwijderdegrasgeleidernooitvanhet
maaidekomdathiermeehetmaaiselwordt
afgevoerdnaarhetgazon.Eenbeschadigde
grasgeleidermoetdirectwordenvervangen.
Steeknooithandenofvoetenonderhet
maaidek.
Probeernooithetuitwerpsysteemof
demaaimessentereinigenzonder
eerstdeaftakasuitteschakelenenhet
contactsleuteltjeopUITtedraaien.
Verwijderverderhetcontactsleuteltjeentrek
debougiekabelvandebougie(s).
Zijuitworpgebruiken
Vertrouwnooituitsluitendopeenmechanische
ofhydraulischekrikomhetmaaidekopteheffen
voorservice-ofonderhoudswerkzaamheden.
Ditkangevaarlijkzijn.Eenmechanischeof
hydraulischekrikkaneenmachinesomsniet
goedondersteunenofslechtfunctioneren,
waardoordemachinekanvallen.Ditkanletsel
veroorzaken.
V er tr ouw nooit
uitsluitendopeenmechanische
ofhydraulischekrikomhetmaaidekop
teheffen.Gebruikgoedekriksteunenof
gelijkwaardigemiddelenomdemachinete
ondersteunen.
1.Zetdemotoraf,wachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomen,stelde
parkeerreminwerkingenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
2.Hefhetmaaidekopindetransportstandof
zetdezeopdemaaihoogtevan11,4cm.Hef
deachterkantvandemachineopenplaats2
kriksteunenofgelijkwaardigeondersteuningen
onderdedwarsstangofdebuizenvandeachterste
aandrijfwielen.
3.Zethetuitwerpkanaalomhoog.Alsdemaaieris
gebruikt,moetudeonderkantvanhetmaaidek
schoonschrapen.
4.Verwijderdeaanwezigemessenvandemachine;zie
Onderhoudvandemaaimesseninhethoofdstuk
Onderhoudvanhetmaaidek.
Rechtermulchplaatverwijderen
Opmerking:Bewaarallebevestigingenomde
machineweerindemulchmodustezetten.
1.Verwijderdedrieborgmoerenwaarmeederechter
mulchplaatisbevestigdaanhetmaaidek(Figuur21).
Tweeboutenzittenopdeonderkantvanhet
maaidekbijdeuitwerpopeningendederdeopde
bovenkantvanhetmaaidek.
Figuur21
122cmmaaidekgetoond.
1.Mulchplaat,rechts
3.Borgmoer(5/16inch)
2.Rijtuigbout(5/16x3/4
inch)
4.Rijtuigbout(5/16x
2-1/4inch),borgringen
borgmoer(nietafgebeeld)
2.Brengdemulchplaatomlaagenverwijderdezevan
hetmaaidek.Deborgringenzorgenervoordatde
rijtuigboutenopdeplatenblijvenzittenendeplaten
onbeschadigdkunnenwordenverwijderd.
25
3.Uitsluitendvoormodellenmet122cmmaaidek.
Verwijderdedrijfriemkappenaandeuitwerpkant
vandemachine.Bewaarallelosseonderdelen.
Figuur22
122cmmaaidekgetoond.
1.Drijfriemkap,uitwerpkant4.Borgmoer(5/16inch),
bewarenvoorhergebruik
2.Borgmoer(5/16inch)5.Bout(5/16x5/8inch),
bewarenvoorhergebruik
3.Rijtuigbout(5/16x3/4
inch)
4.Verwijderdeborgmoerenindegatengetoondin
Figuur22.Bewaarallelosseonderdelen.
5.Zoekdeuitwerpplaatbijdelosseonderdelen.
Monteerdeuitwerpplaatopdeonderkantvanhet
maaidekzoalswordtgetoondinFiguur23.
Figuur23
122cmmaaidekgetoond.
1.Uitwerpplaat,lossen
onderdelen
3.Bout(5/16x5/8inch),
losseonderdelen
2.Rijtuigbout(5/16x3/4
inch),losseonderdelen
4.Borgmoer(5/16inch),
losseonderdelen
6.Zetdeplaatvastaanhetmaaidekmettwee
rijtuigbouten(5/16x3/4inch)entweeborgmoeren
(5/16inch).
7.Monteerderechterdrijfriemkap,alsdezeis
verwijderd,enenzetdezevastmetdebevestigingen
dieueerderhebtverwijderd.
Middelstemulchplaatverwijderen
Opmerking:Bewaarallebevestigingenomde
machineweerindemulchmodustezetten.
1.Verwijderdetweerijtuigboutenenborgmoeren
waarmeedemiddelstemulchplaatisbevestigdaan
hetmaaidek(Figuur24).
Figuur24
122cmmaaidekgetoond.
1.Middelstemulchplaat
3.Borgmoer(5/16inch)
2.Rijtuigbout(5/16x3/4
inch),bevestigdaanplaat
2.Brengdemulchplaatomlaagenverwijderdezevan
hetmaaidek.
Linkermulchplaatverwijderen
Opmerking:Bewaarallebevestigingenomde
machineweerindemulchmodustezetten.
gebruikboutenvanzijuitwerpkanaal
1.Verwijderdetweeborgmoerenwaarmeedelinker
mulchplaatisbevestigdaanhetmaaidek(Figuur25).
Brengdemulchplaatomlaagenverwijderdezevan
hetmaaidek.
26
Figuur25
122cmmaaidekgetoond.
1.Linkermulchplaat4.Bout
2.Rijtuigbout(5/16x3/4
inch)
5.Borgmoer
3.Borgmoer(5/16inch)
2.Plaatsdetweebouten(5/16x5/8inch)endetwee
borgmoeren(5/16inch),diezijnbewaardvoor
hergebruik,indegatendiezijnopengelateninhet
maaideknaverwijderingvandelinkermulchplaat
(Figuur25).
Nadatalleplatenzijnverwijderd,moetudestickers
voordepluggenvandegatenaanbrengenopde
aangegevenplaatsen:
Figuur26
1.stickersvoorplugvangat
Opmerking:Alsergeenpluggenzijn,moetubouten
meteendoorsnedevan5/16inchgebruikenomde
gatendichttemaken.Alleandereopengateninhet
maaidekmoetenwordendichtgemaaktmet5/16
boutenomtevoorkomendatzandofanderekleine
voorwerpendoorhetmaaidekwordenuitgeworpen.
Maaimessenmonteren
Monteerdemaaimessenmetdebevestigingselementen
dieueerderhebtverwijderd;zieOnderhoudvande
maaimesseninhethoofdstukOnderhoudvanhet
maaidek.Draaidemesboutenvastmeteentorsievan
129–142Nm.
Machineinmulchmodus
zetten
Bovenstaandestappenkunnenwordenuitgevoerdinde
omgekeerdevolgordemetallebevestigingsrelementen
diezijnverwijderdenbewaardtoenhetmaaidekinde
zijuitworp-moduswerdgezet.
Transport
Demachinevervoeren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar
vervoeromdemachinetetransporteren.Vergrendel
deremenblokkeerdewielen.Zetdemachine
goedvastopdeaanhangerofdevrachtwagenmet
behulpvanriemen,kettingen,kabelsoftouwen.Zorg
ervoordatdeaanhangerofvrachtwagenisvoorzien
vanallebenodigdeverlichtingenaanduidingendie
wettelijkvereistzijn.Zeteenaanhangervastmeteen
veiligheidsketting.
Dezemachineisnietvoorzienvan
richtingaanwijzers,verlichting,reectorenof
eenbordmetdeaanduiding"Langzaamrijdend
voertuig".Deelnameaanhetwegverkeer
zonderdezevoorzieningenisgevaarlijkenkan
leidentotongelukkendielichamelijkletsel
veroorzaken.Deelnameaanhetwegverkeer
zonderdezevoorzieningenisinstrijdmetde
wettelijkevoorschriftenendebestuurderkan
hiervoorwordenbekeurden/oftoteenboete
wordenveroordeeld.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
27
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtdekans
vergrootdatdemachineachteroverkiept.
Ditkanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken.
Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
machineeenhellingbaanop-/afrijdt.
Gebruikeenenkelehellingbaandiedevolle
breedtevandemachinebeslaat.Gebruik
geenafzonderlijkeoprijplatenvoorelkekant
vandemachine.
Alsuafzonderlijkeoprijplatenmoet
gebruiken,plaatsdanvoldoendeoprijplaten
zodatueenhellingbaanheeftmeteen
ononderbrokenoppervlakdatbrederisdan
demachine.
Zorgervoordatdehoektussende
hellingbaanendegrondoftussende
hellingbaanendeaanhangerofvrachtwagen
nietgroterisdan15graden.
Umagdesnelheidnietabruptverhogenals
udemachinedehellingbaanoprijdtomdat
andersdemachineachteroverkankiepen.
Umagdesnelheidnietabruptverlagenals
udemachinedehellingbaanafrijdtomdat
demachinedanachteroverkankiepen.
Eenmachineinladen
Gazeervoorzichtigtewerkalsueenmaaimachine
opeenaanhangerofeenvrachtwagenlaadt.Wij
adviserenugebruiktemakenvaneenhellingbaandie
devollebreedtevandemachinebeslaatenzobreed
isdatdezeuitsteektvoorbijdeachterwieleninplaats
vanafzonderlijkeoprijplatenvoorelkekantvande
maaimachine.Hetlagereachterdeelvanhetframe
steekttussendeachterwielennaarachterenuitenmoet
voorkomendatdemachineachteroverkiept.Een
hellingbaandiezichoverdevollebreedteuitstrekt,
geeftdeonderdelenvanhetframeeenoppervlak
datsteunbiedtalsdemachineachteroverdreigtte
kiepen.Alshetnietmogelijkiseenbredehellingbaante
gebruiken,moetuvoldoendeafzonderlijkeoprijplaten
gebruikenomeencompletehellingbaanafdoendete
kunnenvervangen.
Dehellingbaanmoetzolangzijndatdehoeken
tussendehellingbaanendegrondendehellingbaan
endeaanhangerofvrachtwagennietgroterzijndan
15graden.Eensteilerehoekkanertoeleidendat
onderdelenvanhetmaaidekblijvenhakenalsde
machinevandehellingbaannaardeaanhangerofde
vrachtwagenrolt.Steilerehoekenkunnenooktot
gevolghebbendatdemachineachteroverkiept.Alsu
demachineinlaadtopofindenabijheidvaneenhelling,
moetudeaanhangerofvrachtwagenzoplaatsen
datdezelageropdehellingstaatendehellingbaan
hogeropdehelling.Hierdoorwordtdehoekdiede
hellingbaanmaakt,zokleinmogelijk.Deaanhangerof
devrachtwagenmoetzohorizontaalmogelijkstaan.
Belangrijk:Probeerdemachineniettekerenals
dezeopdehellingbaanstaat;ukuntdecontrole
verliezenendekansbestaatdatdemachinevande
zijkantvandehellingbaanafrijdt.
Umagdesnelheidnietabruptverhogenalsude
machinedehellingbaanoprijdtenooknietabrupt
verlagenalsudemachinedehellingbaanafrijdt.In
beidegevallenbestaatdekansdatdemachinedan
achteroverkiept.
Tipsvoorbedieningen
gebruik
SNEL-standgashendel
Vooreenoptimaalmaairesultaateneenmaximale
luchtcirculatiemoetudegashendelopSnelzetten.
Omhetgrasgoedaftemaaienisluchtnodig;zet
demaaihoogtedusniettelaagenzorgervoordat
hetmaaidekniethelemaaldoorongemaaidgrasis
omgeven.Probeeraltijdéénzijkantvandemachinevrij
vanongemaaidgrastehouden,zodatluchtkanworden
aangezogen.
Wanneerueengazonvoordeeerste
keermaait
Laathetgrasietslangerdannormaal,omtevoorkomen
datoneffenhedeninhetgrasvolledigworden
weggemaaid.Inhetalgemeenkanhetbestdevoorheen
gebruiktemaaihoogtewordengekozen.Alsugras
vanmeerdan15cmlanggaatmaaien,kuntuhetbest
intweekeermaaienomeengoedmaairesultaatte
verkrijgen.
1/3vandelengtevanhetgrasafmaaien
Aanbevolenwordtnietmeerdanongeveer1/3vande
lengtevanhetgrasaftemaaien.Meerafmaaienwordt
afgeraden,tenzijhetgrasdunis,ofindelateherfst,
wanneerhetgraslangzamergroeit.
28
Maairichting
Maaiafwisselendinverschillenderichtingen,zodat
hetgrasrechtopblijftstaan.Ditzorgtookvooreen
betereverspreidingvanhetmaaisel,watdeverteringen
bemestingtengoedekomt.
Maaimetdejuisteregelmaat
Normaalgesprokenmoetuomdevierdagenmaaien.
Houderechterrekeningmeedatgrasniethethelejaar
doorevensnelgroeit.Omdezelfdemaaihoogtete
behouden,wateengoedegewoonteis,moetuinhet
vroegevoorjaarvakermaaien.Alsdegroeisnelheidin
dezomerafneemt,maaitumindervaak.Alsulangere
tijdniethebtkunnenmaaien,maaitueerstopeen
hogemaaistand.Maaitweedagenlateropeenlagere
maaistand.
Maaisnelheid
Omdemaairesultatenteverbeteren,moetumaaien
bijeenlagererijsnelheid.
Grasniettekortafmaaien
Alsdemaaibreedtevanhetmaaidekgroterisdandie
vanhetmaaidekdatuvoorheengebruikte,zetude
maaihoogteéénstandhoger.Hierdoorvoorkomtudat
oneffenhedentekortwordenafgemaaid.
Langgras
Alsuhetgrasietslangerdannormaalhebtlaten
groeienofalsheteenhoogvochtgehalteheeft,moetu
demaaihoogtehogerdannormaalinstellenenhetgras
opdezehoogtemaaien.Daarnahetgrasopdelagere,
normalehoogtemaaien.
Stoppentijdenshetmaaien
Alsudemachinetijdenhetmaaienmoetstoppen,kan
ereenkluitmaaiselophetgazonachterblijven.Omdit
tevoorkomen,moetudemesseninschakelenende
maaimachinerijdennaareengedeeltevanhetgazon
datalisgemaaid.
Onderkantvanhetmaaidek
schoonhouden
Verwijdernaelkgebruikmaaiselenvuilvande
onderkantvanhetmaaidek.Alszichgrasenvuilin
hetmaaidekverzamelt,leidtdatuiteindelijktoteen
onbevredigendmaairesultaat.
Onderhoudvanhetmaaimes
Zorggedurendehethelemaaiseizoenvooreenscherp
maaimes.Eenscherpmessnijdthetgrasgoedaf
zonderhettescheurenoftekwetsen.Doorscheurenen
kwetsenwordthetgrasbruinaanderanden,waardoor
hetlangzamergroeitengevoeligerisvoorziekten.
Controleerelkedagofdemaaimessenscherpzijnenof
zeversletenofbeschadigdzijn.Vijlregelmatigkerven
eninkepingenwegenslijpdemessenindienditnodig
is.Alseenmesbeschadigdofversletenis,moetudit
onmiddellijkvervangendooreenorigineelToromes.
GebruikuitsluitendToromessenvoordezemachine.
Anderemessenzijnniettoegestaan.
29
Onderhoud
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
Motorolieverversen.
Nadeeerste200
bedrijfsuren
Hydraulischltervervangen.
Bijelkgebruikofdagelijks
Veiligheidssysteemcontroleren.
Controleerhetluchtlteropvuile,losseofbeschadigdeonderdelen.
Controleerhetoliepeilvoordatudemotorstartendaarnaomde8bedrijfsuren.
Hetkoelvloeistofpeilindeexpansietankcontroleren.
Maaimessencontroleren.
Deonderkantvandemaaikastreinigen.
Omde25bedrijfsuren
Allesmeerpuntensmeren.
Filterelementeenonderhoudsbeurtgeven(vakerinzeerstofge,vuile
omstandigheden)
Motorolieverversenenltervervangenalsdemachineonderzwarebelastingof
bijhogetemperaturenwordtgebruikt.
Bandenspanningcontroleren.
Riemencontroleren.
Omde50bedrijfsuren
Papierelementeenonderhoudsbeurtgeven.(vakerinzeerstofge,vuile
omstandigheden)
Motorolieverversenenltervervangen.
Omde100bedrijfsuren
Hetelementvervangen.(vakerinzeerstofge,vuileomstandigheden)
Papierelementvervangen.(vakerinzeerstofge,vuileomstandigheden)
Ventilatorhuisreinigen.Vakerinvuileomstandigheden.
Brandstofltervervangen.
Omde200bedrijfsuren
Onderhoudvandebougie.
Omde500bedrijfsuren
Bougievervangen.
Vóórdestalling
Accuopladenenaccukabelsloskoppelen.
Voorafgaandeaandestallingmoetenalleonderhoudsprocedureswordenuitgevoerd.
Beschadigdeoppervlakkenbijwerken.
30
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Destoelomhoogzetten
Zorgervoordatderijhendelsindeneutraalstandstaan.
Tildestoelnaarvorentotdathetsjortouwstrakstaat.
Ombijdevolgendeonderdelentekunnenkomen,hoeft
uenkeldestoelomhoogtezetten.
12Vhulpzekering(12Vaccessoiretotmax.15A)
Zekeringen
Accukabels
Toegangtotdeaccu
Deaccubevindtzichonderhetbedieningspaneel.Om
toegangtekrijgentotdeaccu,zetudestoelomhoog
(Figuur27).
Figuur27
1.12Vhulpzekering
3.Stoel
2.Accu
Smering
Delagerssmeren
Typevet:Nr.2smeervetvooralgemenedoeleindenvan
NGLI-klasse.
Smeerdedraaipuntenvandevoorstezwenkwielenen
dewielen(Figuur28).
1
G007184
Figuur28
1.Voorstezwenkwiel
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Reinigdesmeernippels(Figuur28metFiguur29)
eendoek.Indiennodigverfvandevoorkantvande
nippelsafkrabben.
31
Figuur29
Bevindtzichopdeachterzijdevandestoel.
1.Leesdeinstructies
alvorensservice-ofon-
derhoudswerkzaamheden
uittevoeren.
4.Controleerhetoliepeil.
2.Smeerdedraaipuntenvan
despanpoelie.
5.Controleerhetpeil
vandehydraulische
vloeistofenraadpleeg
degebruikershandleiding
voorverdereinstructies.
3.Tijdsinterval.
6.Controleerde
bandenspanning.
4.Zettelkenseensmeerpistoolopeennippel
(Figuur28enFiguur29).Spuitvetindenippels
totdaternieuwvetbijdelagersnaarbuitenkomt.
5.Overtolligvetwegvegen.
Onderhoudmotor
Onderhoudvanhetluchtlter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetluchtlter
opvuile,losseofbeschadigde
onderdelen.
Hetluchtltervandezemotorisvoorzienvaneen
vervangbaarpapierelementmethogedichtheid,dat
isomgevendooreenschuimelement.Controleer
hetluchtlterdagelijksofvoordatudemotorstart.
Controleeroferaangekoektvuilenrommelrondhet
luchtlterzit.Zorgervoordatdeomgevingvanhet
luchtlterschoonblijft.Controleertevensoplosse
ofbeschadigdeonderdelen.Vervangalleverbogenof
beschadigdeonderdelenvanhetluchtlter.
Opmerking:Alsudemotorgebruiktterwijl
onderdelenvanhetluchtlterloszittenofbeschadigd
zijn,bestaatdekansdaterongelterdeluchtindemotor
komt.Hierdoorkandezevroegtijdigslijtenofdefect
raken.
Opmerking:Geefhetluchtltervakereen
onderhoudsbeurtalsdemachinewordtgebruiktinzeer
stofgeofvuileomstandigheden.
Figuur30
1.Luchtlterdeksel
3.Papierelement
2.Sluitingvanluchtlter4.Onderstukvanhet
luchtlter
32
Filterelementeenonderhoudsbeurt
geven
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsu-
ren—Filterelementeenonder-
houdsbeurtgeven(vakerinzeer
stofge,vuileomstandigheden)
Omde100bedrijfsuren—Het
elementvervangen.(vakerinzeer
stofge,vuileomstandigheden)
1.Opendeklepvanhetluchtlterdekselophet
ventilatorhuisomtoegangtekrijgentothet
luchtlterelement(Figuur30).
2.Maakdesluitinglosenverwijderhet
luchtlterelement(Figuur30).
3.Reinigdebodemvanhetluchtlteralsditnodigis,
encontroleerdeconditieervan.
4.Schuifhetlterelementvoorzichtigvanhet
papierelementaf.Controleerhetlterelement
opbeschadigingenofscheuren.Indiennodig
vervangen.
5.Washetlterelementinwatermeteen
reinigingsmiddel.Spoelhetlterelementgrondig
uittotdatallerestenvanhetreinigingsmiddelzijn
verwijderd.knijphetuitomovertolligwaterte
verwijderen(nietwringen)enlaathetelementaan
deluchtdrogen.
6.Drenkhetlterelementdoorendoorinmotorolie.
Knijpdeovertolligeolieeruit.
7.Monteerhetelementophetpapierelement.
8.Monteerhetluchtlteropdebodemvanhet
luchtlter.Maakdesluitingvast.
9.Sluitdeklepvanhetluchtlterdeksel.
Papierelementeenonderhoudsbeurt
geven
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Papierelementeenonder-
houdsbeurtgeven.(vakerinzeer
stofge,vuileomstandigheden)
Omde100bedrijfsu-
ren—Papierelementvervangen.
(vakerinzeerstofge,vuileomstan-
digheden)
1.Opendeklepvanhetluchtlterdekselophet
ventilatorhuisomtoegangtekrijgentothet
luchtlterelement(Figuur30).
2.Maakdesluitinglosenverwijderhet
luchtlterelement(Figuur30).
3.Schuifhetlterelementvoorzichtigvanhet
papierelementaf.Controleerhetlterelement
opbeschadigingenofscheuren.Indiennodig
vervangen.
4.Klopvoorzichtigophetpapierelementomvuilte
verwijderen.Umaghetpapierelementnooit
wassenofreinigenmetperslucht,omdatdit
hierdoorschadezaloplopen.Vervangeenvuil,
verbogenofbeschadigdelement.Behandelhet
nieuweelementvoorzichtig;gebruikhetnietalsde
afdichtingsvlakkenzijnverbogenofbeschadigd.
5.Reinigdebodemvanhetluchtlteralsditnodigis,
encontroleerdeconditieervan.
6.Monteerhetluchtlteropdebodemvanhet
luchtlter.Maakdesluitingvast.
7.Sluitdeklepvanhetluchtlterdeksel.
Motoroliepeilcontroleren.
Oliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
schakeldeaftakasuit,zetdemotoraf,stelde
parkeerreminwerkingenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
2.Controleerofdemotorisafgezet,horizontaalstaat
enisafgekoeldzodatdedeolietijdheeftomwegte
lopennaardeopvangbak.
3.Omtevoorkomendatervuil,maaisel,enz.inde
motorterechtkomt,moetudeomgevingvande
vuldop/peilstokreinigenvoordatudezeverwijdert.
4.Verwijderdeolievulbuis/peilstok;veegdeolie
eraf.Plaatsdepeilstokweerstevigopzijnplaats
(Figuur31).
33
Figuur31
1.Oliepeilstok3.Oliepeil
2.Vulbuis
5.Haaldepeilstokeruitencontroleerhetoliepeil.
Hetoliepeilmoettotaande"F"-markeringopde
peilstokstaan,maarniethoger.
6.Alshetoliepeiltelaagis,moetubijvullenmetolie
vanhetjuistetypetotdathetpeilde"F"-markering
opdepeilstokbereikt.Controleeraltijdhetoliepeil
metdepeilstokvoordatubijvultmetolie.
Opmerking:Omtevoorkomendatmotor
overmatigslijtofschadeoploopt,moetuervoor
zorgendatdeolieinhetcarteraltijdophetjuiste
peilstaat.Umagdemotornooitgebruikenals
hetoliepeilonderde"L"-markeringofbovende
"F-"markeringopdepeilstokstaat.
Olieverversenenolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren
Omde50bedrijfsurendaarna
Omde25bedrijfsuren
Typeolie:Reinigingsolie(API-onderhoudsclassicatie
SF,SG,SH,SJofhoger).
Carterinhoud:1,9literalshetlterwordtvervangen.
GebruikoliemetonderhoudsclassicatieSF,SG,
SH,SJofhogerzoalsgespeciceerdindetabelmet
"Viscositeitsklassen"(Figuur32).
Figuur32
Viscositeitsklassen
SAE30:5°Cenhogerisgeschiktvooralle
gebruiksdoeleindenboven5°C.Bijgebruikbeneden
5°Czaldemotormoeilijkstarten.
10W-30:-18tot38°Cisbetergeschiktvoorwisselende
temperatuursomstandigheden.Dezeviscositeitzorgt
voorbeterstartenbijkoudweer,maarkanertoe
leidendathetolieverbruiktoeneemtboven(27°C.
*Controleerhetoliepeilregelmatigbijhogere
temperaturen.
Synthetische5W-30:-30tot40°Cbiedtdebeste
beschermingbijalletemperaturenenzorgtookvoor
beterstartenmetminderolieverbruik.
5W-30:5°Cenlagerwordtaanbevolenvoorgebruikin
dewinterenlevertdebesteprestatiesbijkoudweer.
Umoetdeolieverversenenhetltervervangenalsde
motornogwarmis.Deolieisdanvloeibaarderenzal
verontreinigingenbetermeevoeren.Zorgervoordat
demotorhorizontaalstaatalsuoliebijvult,hetoliepeil
controleertofolieververst.
1.Startdemotorenlaatdezewarmlopen.Warmeolie
kanbeterwordenafgetapt.
2.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantietslager
staatdandeanderekantzodatalleoliekanweglopen.
3.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsnaarbuiten
indeneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
4.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltjeen
wachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenalvorensdebestuurderspositiete
verlaten.
5.Reinigdeomgevingvandeaftapplugenhetframe
vandemachine.Plaatseenopvangbakonderde
machinedirectonderdeaftapopeningzoalswordt
getoondinFiguur33
34
Figuur33
1.Olieaftapslang3.Opvangbak
2.Olieaftapplug
6.Verwijderdeolieaftapplug(Figuur33).Verwijderde
vuldop/peilstok(Figuur31).
Figuur34
1.Olielter
2.Pakking
7.Zorgervoordaterruimvoldoendetijdisomalle
olieaftetappen.
8.Verwijderhetoudelterenveegde
montagetussenstukschoon(Figuur34).
9.Alsalleolieisafgetapt,kuntudeaftapplugweer
terugplaatsen.Draaideplugvastmeteentorsie
van14Nm.Veegovertolligeolieophetframeweg
(Figuur33).
Opmerking:Deoudeolieafgevenbijeen
inzamelcentrum.
10.Smeereendunlaagjeschoneolieopderubberen
pakkingvanhetnieuwelter.
11.Plaatshetnieuweolielteropdemontagetussenstuk.
Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen
pakkingcontactmaaktmethettussenstuk.Draai
hetltervervolgensnogeenseen1/2tot3/4slag
(Figuur33).
12.Gietongeveer80%vandegespeciceerde
hoeveelheidolielangzaamindevulbuis.
13.Plaatsdevuldop/peilstokweerstevigopzijnplaats.
14.Controleerhetoliepeil(Figuur31);zieOliepeil
controleren.
15.Gietlangzaamoliebijtotdathetoliepeilde
VOL-markeringbereikt.
16.Plaatsdevuldop/peilstokweerstevigopzijnplaats.
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren/Omde
2jaar(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Omde500bedrijfsuren
Verwijderdebougie,controleerdeconditieervanen
steldeelektrodenafstandafindienditnodigis;ziede
instructiesvooronderhoudsintervallen.
Debougievoldoetaandeeisenmetbetrekkingtot
elektromagnetischeinterferentie.Gelijkwaardigebougies
vaneenandermerkkunnenookwordengebruikt.
Type:ChampionXC12YC
Elektrodenafstand:0,76mm
Bougieverwijderen
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsnaarbuiten
indeparkeerstand,zetdemotorafenverwijderhet
contactsleuteltje.
2.Trekdekabelvandebougie(Figuur35).Maakde
omgevingvandebougieschoonomtevoorkomen
datervuilindemotorkomt,watbeschadigingkan
veroorzaken.
Opmerking:Doordediepeuitsparingrondde
bougieisdoorblazenmetpersluchtgewoonlijkde
meesteffectievemanieromdeholtetereinigen.De
bougieisheelgoedbereikbaaralshetventilatorhuis
wordtverwijderdvoorreinigingswerkzaamheden.
3.Verwijderdebougieendemetalenafdichtring.
Figuur35
1.Plaatsvanbougieenkabel
Bougiecontroleren
1.Bekijkdebinnenkantvandebougie(Figuur36).
Alsdeisolatorlichtbruinofgrijsis,werktdemotor
35
naarbehoren.Eenzwartelaagopdeisolatorduidt
meestalopeenvuilluchtlter.
Belangrijk:Bougienooitschoonmaken.
Bougiealtijdvervangenbijzwartelaagopde
bougie,versletenelektroden,vettigelaagopde
bougieofscheuren.
2.Controleerdeafstandtussendecentraleelektrode
endemassa-elektrode(Figuur36).Verbuigde
massa-elektrodeomdejuisteafstandintestellen
indienditnodigis.
Figuur36
1.Massa-elektrode
3.Elektrodenafstand(nietop
schaalweergegeven)
2.Centraleelektrodemet
isolator
Bougiemonteren
1.Monteerdebougie.Controleerofde
elektrodenafstandcorrectis.
2.Draaidebougievastmeteentorsievan20Nm.
3.Sluitdebougiekabelaanopdebougie(Figuur35).
Ventilatorhuisreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiodeaan)
Vakerinvuileomstandigheden.
Methetoogopeengoedekoelingmoetuhet
grasscherm,dekoelribbenenanderebuitenvlakkenvan
demotorteallentijdeschoonhouden.
1.Verwijderhetventilatorhuisenandereuitlaatringen.
2.Reinigindiennodigdekoelribbenende
buitenvlakken.
3.Zorgervoordatdeuitlaatringenweerworden
gemonteerd.
Belangrijk:Alsudemotorgebruiktmeteen
verstoptgrasscherm,vuileofverstoptekoelribben,
en/ofzonderuitlaatringen,zalditleidentot
beschadigingvandemotoralsgevolgvan
oververhitting.
Onderhoud
brandstofsysteem
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandof
explosievanbenzinekanbrandwondenbijuof
anderenenmateriëleschadeveroorzaken.
Verrichtonderhoudswerkzaamhedenin
verbandmethetbrandstofsysteemalsde
motorkoudis.Doeditbuitenopeen
openterrein.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
Rooknooitalsubenzineaftaptenblijfuitde
buurtvanopenvuurofalsdekansbestaat
datbenzinedampendooreenvonkkunnen
ontbranden.
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren/Jaarlijks
(houdhierbijdekortsteperiodeaan)
Naverwijderingmagunooiteenvuillteropnieuwaan
debrandstofslangmonteren.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Hetbrandstoflterbevindtzichinde
brandstoeidingtussendetankendemotor.
4.Draaidebrandstofafsluitklep90°op"UIT".
5.Drukdeuiteindenvandeslangklemmennaarelkaar
toeenschuifzewegvanhetlter(Figuur37).
6.Trekhetlteruitdebrandstofslangen.
7.Monteerhetnieuwelterzodanigdatdepijlvoor
destroomrichtingvandebrandstoftankafnaarde
motorwijst.Schuifdeslangklemmenterugtotdicht
bijhetlter(Figuur37)omhetvasttezetten.
36
Figuur37
1.Brandstoftank6.Slangklemmen
2.Brandstofafsluitklepuit7.Brandstoeidingnaar
motor
3.Brandstofafsluitklep
8.Filter
4.Brandstofafsluitklep
open
9.Pijlvoorstroomrichting
5.Brandstoeidingvanaf
tank
8.Draaidebrandstofafsluitklepop"OPEN".
Onderhoudelektrisch
systeem
Accuopladen
Accuverwijderen
Accupolenofmetalengereedschappenkunnen
kortsluitingmakenmetmetalenonderdelen
vandemachine,waardoorvonkenkunnen
ontstaan.Hierdoorkunnenaccugassentot
ontplofngkomen,waardoorlichamelijkletsel
kanontstaan.
Zorgervoordatbijhetverwijderenof
installerenvandeaccudeaccupolennietin
aanrakingkomenmetmetalenonderdelen
vandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussende
accupolenenmetalenonderdelenvande
machine.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Zetdestoelomhoog.
4.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool
(Figuur38).Bewaarallebevestigingen.
Figuur38
1.Bevestigingvanaccu
5.Stofkapjevanaccupool
2.Vleugelmoer6.Pluspoolvandeaccu
3.Minpoolvandeaccu7.Accu
4.Bout,ringenmoer
37
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabels
totgevolghebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng
komen,waardoorlichamelijkletselkan
ontstaan.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu
losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
5.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool.
Schuifhetrubberenkapjevandepluskabel(rood)
terugoverdekabel.Maakdepluskabel(rood)los
vandeaccupool.Bewaarallebevestigingen.
6.Verwijderdebevestigingsbandvandeaccu
(Figuur38)entildeaccuuitdeaccubak.
Accuopladen
1.Verwijderdeaccuuithetchassis,zieAccu
verwijderen.
2.Alseenacculangetijdnietwordtopgeladenzullen
deprestatiesendelevensduurverminderen.Om
ervoortezorgendateenaccuoptimaleprestaties
leverteneenmaximalelevensduurkrijgt,moet
eenopgeslagenaccuwordenopgeladenalsde
nullastspanningdaaltnaar12,4V .
Opmerking:Omschadealsgevolgvanbevriezing
tevoorkomen,moetdeaccuvóórdewinteropslag
volledigwordenopgeladen.
3.Controleerdeaccuspanningmeteendigtale
voltmeter.Zoekdespanningswaardevandeaccuop
inonderstaandetabelenlaaddeaccuopgedurende
deaanbevolentijdsintervaltoteenspanningvan
12,6Vofhoger.
Belangrijk:Zorgervoordatdeminkabelsvan
deaccuzijnlosgekoppeld,encontroleerofde
gebruikteacculadereenoutputvan16Ven7A
ofminderheeftomtevoorkomendatdeaccu
schadeoploopt(zieonderstaandetabelvoor
aanbevoleninstellingenvandelader).
Voltage-
waarde
Laadpercen-
tage
Maximale
instellingen
vanlader
Oplaadinter-
val
12,6ofhoger100%16V/7AOpladenniet
vereist
12,4–12,6
75–100%16V/7A
30minuten
12,2–12,4
50–75%16V/7A
1uur
Voltage-
waarde
Laadpercen-
tage
Maximale
instellingen
vanlader
Oplaadinter-
val
12,0–12,2
25–50%14,4V/4A
2uur
11,7–12,0
0–25%14,4V/4A
3uur
11,7ofminder0%14,4V/2A6uurofmeer
4.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltude
acculaderuithetstopcontactenmaaktuvervolgens
deoplaadkabelslosvandeaccuklemmen(Figuur39).
Figuur39
1.Minpoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
2.Zwarte(-)oplaadkabel
4.Pluspoolvandeaccu
Opmerking:Gebruikdemachinenooitwanneer
deaccuislosgekoppeld;ditkanbeschadigingenaan
hetelektrischesysteemtotgevolghebben.
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuineenbakmetdeaccupolengericht
naardebedrijfstand(Figuur38).
2.Bevestigdepluskabel(rood)aandepluspool(+)
vandeaccumetdebevestigingendieueerderhebt
verwijderd.
3.Bevestigdeminkabelaandeminpool(-)vandeaccu
metdebevestigingendieueerderhebtverwijderd.
4.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolopde
pluspool(rood)vandeaccu.
5.Zetdeaccuvastmetdebevestigingsband(Figuur38).
Zekeringenenrelais
onderhoudsbeurtgeven
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvan
zekeringen.Dezebehoevengeenonderhoud.Alsereen
zekeringisdoorgebrand,moetuechterhetonderdeel
ofcircuitcontrolerenopdefectenofkortsluiting.
38
Erisookeenvervangbarerelaisnaastdezekering.
Raadpleegdeonderdelenhandleidingvoordejuiste
vervangingsonderdelen.
ZekeringBlok:
Hoofdleiding:25Asteekzekering
Laadcircuit:20Asteekzekering
Hulpstroomcircuit:15Asteekzekering
DiodeTVS
1.Zetdestoelomhoogomtoegangtekrijgentotde
zekeringhouder(Figuur40).
Figuur40
1.Kappen4.Laadcircuit20A
2.Relais
5.Hoofdleiding25A
3.Hulpstroomcircuit15A6.Diode
2.Verwijderdekappenzoalswordtgetoondin
Figuur40.
3.Omeenzekeringtevervangen,trektudezekering
omhoog.
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanningcontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren/Maande-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Zorgervoordatdevoor-enachterbandende
voorgeschrevenspanninghebben.Eenongelijke
bandenspanningkanleidentotonregelmatige
maairesultaten.Controleerdebandenspanningbijhet
ventiel(Figuur41).
Debandenspanningkanhetbestbijkoudebanden
wordengecontroleerd.
Achterbanden:13psi(90kPa)
Voorbanden(zwenkwielen):13psi(90kPa)
Figuur41
1.Ventiel
39
Onderhoudhydraulisch
systeem
Peilvanhydraulischevloeistof
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdeexpansietankenvulindiennodigbijmet
MOBIL115W-50synthetischevloeistoftotdeVOL
KOUD-streep.
Figuur42
1.Motor2.Expansietank
Hydraulischeltervervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste200bedrijfsuren
Opmerking:GebruikMobil115W-50synthetische
vloeistof.
1.Zetdemotoraf,wachttotdatallebewegende
onderdelenenlaatdemotorafkoelen.Verwijderhet
sleuteltjeensteldeparkeerreminwerking.
2.Ganaardetweeltersonderdetransmissies.
Verwijderdelterschermen
3.Reinigvoorzichtigdeomgevingvandelters.
Hetiszeerbelangrijkdatergeenrommelof
verontreinigingeninhethydraulischesysteem
terechtkomen.
4.Schroefdelterslosomzeteverwijderenlaatde
olieuithetaandrijfsysteemlopen.
Belangrijk:Alvorensnieuwelterste
monteren,moetueendunlaagjeolieopde
rubberenpakkingvandelterssmeren
Draaideltersrechtsomtotdatderubberenpakking
contactmaaktmethetltertussenstukenzetze
vervolgensnogeenextra1/2slagvast.
5.Verwijderdeontluchtingsplugopelketransmissieen
vulvloeistofbijviadeexpansietank;alservloeistof
naarbuitenkomt,plaatstudeontluchtingsplugterug.
Draaidebougievastmeteentorsievan20Nm.
BlijfbijvullenmetvloeistoftotdathetpeildeVOL
KOUD-streepopdeexpansietankbereikt.
Figuur43
1.Olielter
3.Linkerachterband
2.Ontluchtingsplug
6.Hefdeachterkantvandemachineomhoogen
plaatsdezeopkriksteunen(eengelijkwaardige
ondersteuning)totdatdeaandrijfwielenvrijkunnen
ronddraaien.
7.Startdemotorenzetdegashendelvooruitop
halfgas.Schakeldeparkeerremuit.
A.Zetdeomloopklepopenenlaatdemotorlopen;
beweegderijhendelslangzaam(5of6)keernaar
vorenennaarachteren.
B.Zetdeomloopklepdichtenlaatdemotorlopen;
beweegderijhendelslangzaam(5of6keer)
naarvorenennaarachteren.Controleerhet
vloeistofpeil;vulindiennodigbijmetvloeistof
nadatdemotorisgestopt.
C.Hetkannodigzijndestappenteherhalentotdat
alleluchtuithetsysteemisverwijderd.Alsde
transaxlezonderabnormalegeluidenwerktenbij
eennormaaltoerentalsoepelnaarvorenennaar
achterenkanbewegen,zitergeenluchtmeerin
detransaxle.
Umagdehydraulischevloeistofpasverversen(met
uitzonderingvandehoeveelheiddiekanwegstromenals
ueenltervervangt)alsdevloeistofisverontreinigdof
buitengewoonheetisgeweest.
Alsudevloeistofonnodigververst,bestaatdekansdat
hethydraulischesysteemschadeoplooptdoordater
verontreinigingenbinnendringen.
40
Onderhoudvanhet
maaidek
Onderhoudvande
maaimessen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Zorggedurendehethelemaaiseizoenvoorscherpe
maaimessen.Scherpemessensnijdenhetgrasgoedaf
zonderhettescheurenoftekwetsen.Doorscheurenen
kwetsenwordthetgrasbruinaanderanden,waardoor
hetlangzamergroeitengevoeligerisvoorziekten.
Controleerelkedagofdemaaimessenscherpzijnenof
zeversletenofbeschadigdzijn.Vijlregelmatigkerven
eninkepingenwegenslijpdemessenindienditnodig
is.Alseenmesbeschadigdofversletenis,moetudit
onmiddellijkvervangendooreenorigineelToromes.
Omhetslijpenenvervangentevergemakkelijken,ishet
handigextramesseninvoorraadtehebben.
Eenversletenofbeschadigdmeskanbrekenen
eenstukvanhetmeskanwordenuitgeworpen
inderichtingvandegebruikerofomstandersen
ernstiglichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
Controleeropgezettetijdenhetmaaimesop
slijtageofbeschadigingen.
Vervangeenversletenofbeschadigdmes.
Vóórcontroleenonderhoudvande
maaimessen
Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
schakeldeaftakasuit;zetvervolgensderijhendelsin
deneutraalstandensteldeparkeerreminwerking.
Zetdemotorafverwijderhetsleuteltjeenmaakde
bougiekabels(s)losvandebougie(s).
Demaaimessencontroleren
1.Controleerdesnijranden(Figuur44).Alsderanden
nietscherpzijnofbramenvertonen,moetude
maaimessenverwijderenenslijpen;zieMaaimessen
slijpen.
2.Controleerdemessen,inhetbijzonderhetgebogen
deel.Alsubeschadiging,slijtageofgroefvormingin
ditdeelconstateert(punt3inFiguur44),moetu
hetmesdirectvervangen.
Figuur44
1.Snijrand3.Slijtage/groefvorming
2.Gebogendeel
Controleopkrommemessen
1.Draaidemessentotdatdeuiteindeninde
lengterichtingliggen(Figuur45).Meetdeafstand
tusseneenhorizontaaloppervlakendesnijrandvan
demessen.Noteerdezeafstand.
Figuur45
1.Messeninlengterichting3.Hiermeten
2.Buitenstesnijranden
2.Draaidetegenovergesteldeuiteindenvandemessen
naarvoren.
3.Meetdeafstandtusseneenhorizontaaloppervlak
endesnijrandvandemessenopdezelfdeplaats
alsinbovengenoemdestap1.Hetverschiltussen
deafstandendiezijngemetenbijdeverschillende
stappen,magnietmeerdan3mmzijn.Alsdit
verschilmeerbedraagtdan3mm,ishetmeskrom
enmoethetwordenvervangen.ZieMaaimessen
verwijderenenMaaimessenmonteren.
Eenkromofbeschadigdmeskanbrekenenu
ofomstandersernstigletseltoebrengen.
Vervangaltijdeenkromofbeschadigdmes
dooreennieuwmes.
Vijlofmaaknooitscherpeinkepingeninde
snijrandenofhetoppervlakvanhetmes.
41
Controlerenoplossemessenof
beschadigdeveerschijfringen
1.Zeteensleutelopdemesboutenzetdezevastmet
eentorsievan61–75Nm.
2.Houddesleutelopdemesboutendemesasstilen
probeermeteenlapofeendikgevoerdehandschoen
hetmestebewegen.Alshetmestenopzichte
vanhetasschermdraaitzondermesasverdervast
tedraaien,isdespringschijfveerplatgedruktof
beschadigdenmoetenhetmesenderingworden
vervangen(Figuur46).ZieMaaimessenverwijderen
enMaaimessenmonteren.
3.Nadathetmesisverwijderd,moetudeveerschijfring
controleren.Alsderingisbeschadigd(hetoppervlak
vanderingisvertoontsporenvanbeschadiging)
ofplatgedrukt,moetendeboutenderingworden
vervangen.
Maaimessenverwijderen
Eenmesmoetwordenvervangenalsuvastvoorwerp
heeftgeraakt,ofalshetmesuitbalansofkromis.Om
debesteprestatiesteverkrijgenenerzekervantezijn
datdemachinealtijdveiligkanwordengebruikt,moet
utervervanginguitsluitendorigineleToro-messen
gebruiken.Gebruiktervervangingnooitmessenvan
anderefabrikantenomdatdittenkostevandeveiligheid
vandemachinekangaan.
Houdheteindevanhetmesvastmeteendikgevoerde
handschoen(ofzeteensleutelopdebovenste
schijfmoer).Verwijderdemesboutendering,de
klemringenhetmesvandespilas(Figuur46).
Figuur46
1.Mes3.Boutenring
2.Ring
Demaaimessenslijpen
1.Gebruikeenvijlomdesnijrandenaanbeide
uiteindenvanhetmesteslijpen(Figuur47).Houd
daarbijdeoorspronkelijkehoekinstand.Hetmes
blijftinbalansalsuvanbeidesnijrandendezelfde
hoeveelheidmateriaalverwijdert.
Figuur47
1.Onderoorspronkelijkehoekslijpen
2.Controleerdebalansvanhetmesmeteenmesbalans
(Figuur48).Alshetmeshorizontaalblijft,ishetin
balansengeschiktvoorgebruik.Alshetmesnietin
balansis,moetuwatmetaalafvijlenvanhetuiteinde
vandewiek(Figuur48).Herhaalditindiennodig
totdathetmesinbalansis.
Figuur48
1.Mes2.Mesbalans
Maaimessenmonteren
1.Monteerhetmesopdeas(Figuur46).
Belangrijk:Hetgebogendeelvanhetmesmoet
naardebinnenzijdevandemaaikastwijzenom
eengoedemaaikwaliteittegaranderen.
2.Houdheteindevanhetmesvastmeteendik
gevoerdehandschoen(ofzeteensleutelopde
bovensteschijfmoer).Monteerdeklemringenenhet
maaimesendering.
3.Draaidemesboutvastmeteentorsievan61–75Nm.
Alshetmesofdebevestigingselementenvan
hetmesverkeerdwordengemonteerd,bestaat
dekansdathetmeslosraakt,waardooruof
omstandersernstiglichamelijkofdodelijkletsel
kunnenoplopen.
MonteeraltijdorigineleToromessen,ringenen
mesboutenzoalswordtgetoond.
42
Maaidekhorizontaalstellen
Demaaimessenmoetenindwarsrichtinghorizontaal
staan.Controleerdehorizontalestandvanhetmaaidek
telkenswanneeruhetmaaidekmonteertofwanneerhet
maairesultaatonregelmatigis.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Controleerofalvierbandendevoorgeschreven
spanninghebben.Indiennodigmoetudebanden
oppompentotdatzedecorrectespanninghebben;
controleerallebandenenbrengdezeopspanning;
zieBandenspanningcontrolereninhethoofdstuk
Onderhoudvanhetaandrijfsysteem.Alseenvande
bandennietdevoorgeschrevenspanningheeft,moet
udeafstellingsprocdureuitvoeren.
4.Draaihetmaaimesvoorzichtigindwarsrichting
horizontaal.
5.Meetdeafstandtussendebuitenstesnijranden
endevlakkeondergrond(Figuur49).Alsbeide
afstandengroterzijndan5mm,moetendezeworden
bijgesteld;gaverdermetderestvandezeprocedure.
Figuur49
1.Maaimessenevenwijdig3.Hiermeten
2.Buitenstesnijranden
6.Controleerdeschuinstandvanhetmaaidektelkens
wanneeruditmonteert.Alsderandvanhetvoorste
mesniet1,6–7,9mmlagerstaatdanderandvanhet
achterstemes,moetuhetmaaidekafstellen.Alsdeze
afstandenafwijken,volgdandeaanwijzingenvanhet
hoofdstukSchuinstandvanhetmaaidekinstellen.
7.Hiervoormoetudeantiscalpeerrollenindebovenste
openingenzettenofzegeheelverwijderen.
8.Zetdemaaihoogtehendelinstandvan76mm.Plaats
tweeblokjesmeteendiktevan6,35cmonderde
achtersterandvandemaaikast;éénblokjeaanelke
kantvanhetmaaidek.Plaatstweeblokjesmeteen
diktevan5,89cmonderelkekantvandevoorste
randvanhetmaaidek,maarnietonderdebeugels
vandeantscalpeerrollen.
9.Draaihetmaaimesvoorzichtigindwarsrichting
horizontaal(Figuur49).
10.Draaideborgmoeren(item4)diewordengebruikt
omhetmaaidekhorizontaaltestellenlos,zodathet
maaidekstevigopallevierblokjesrust.Zorgervoor
datdemaaidekdragershelemaalbenedenzitten
(opdebovenkantvandegleuf)enhethefpedaal
tegendeaanslagwordtgedrukt;zetvervolgensde
borgmoerenomhetmaaidekhorizontaaltestellen
vast.
11.Controleernogmaalsofdeblokjesgoedonder
demaaikastpassen.Zorgervoordatalle
bevestigingsboutenvastzitten.
12.Gaverdermethethorizontaalstellenvanhet
maaidekdoordeschuinstandtecontroleren;
zieSchuinstandvanhetmaaidek(lengterichting)
instellen.
13.Controleernogmaalsdehorizontalestandvande
messenenherhaalindiennodigdeprocedureomhet
maaidekhorizontaaltestellen.
Figuur50
1.Hefarmvanmaaidek
3.Maaidekdrager
2.Float-bevestigingsmoer4.Borgmoeromhetmaaidek
horizontaaltestellen
Schuinstandvanhetmaaidek
instellen
1.Controleerdeschuinstandvanhetmaaidektelkens
wanneeruditmonteert.Alsderandvanhetvoorste
43
mesniet1,6–7,9mmlagerstaatdanderandvanhet
achterstemes,moetuhetmaaidekalsvolgtinstellen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
3.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
4.Controleerofalvierbandendevoorgeschreven
spanninghebben.Indiennodigmoetudebanden
oppompentotdatzedecorrectespanninghebben;
controleerallebandenenbrengdezeopspanning;
zieBandenspanningcontrolereninhethoofdstuk
Onderhoudvanhetaandrijfsysteem.
5.Controleerofdemaaimessenhorizontaalstaanen
steldezebijalsudeinstellingniethebtgecontroleerd;
zieMaaidekhorizontaalstellen.
6.Zetdemaaihoogtehendelinstandvan76mm.Plaats
tweeblokjesmeteendiktevan6,35cmonderde
achtersterandvandemaaikast;éénblokjeaanelke
kantvanhetmaaidek.Plaatstweeblokjesmeteen
diktevan5,89cmonderelkekantvandevoorste
randvanhetmaaidek,maarnietonderdebeugels
vandeantiscalpeerrollen.
7.Draaideborgmoeren(item4)diewordengebruikt
omhetmaaidekhorizontaaltestellenlos,zodathet
maaidekstevigopallevierblokjesrust.Zorgervoor
datdemaaidekdragershelemaalbenedenzitten
(opdebovenkantvandegleuf)enhethefpedaal
tegendeaanslagwordtgedrukt;zetvervolgensde
borgmoerenomhetmaaidekhorizontaaltestellen
vast(Figuur51).
Figuur51
1.Hefarmvanmaaidek
3.Maaidekdrager
2.Float-bevestigingsmoer4.Borgmoeromhetmaaidek
horizontaaltestellen
8.Draaidemessenvoorzichtigrond,totdatzijinde
lengterichtingwijzen(Figuur52).
9.Meetdeafstandtussenderandvanzowelhet
voorstemesalsderandvanhetachterstemestot
hethorizontaleoppervlak(Figuur52).Alsderand
vanhetvoorstemesniet1,6–7,9mmlagerstaatdan
derandvanhetachterstemes,moetudevoorste
maaidekdragerafstellen.
Figuur52
1.Messeninlengterichting3.Hiermeten
2.Buitenstesnijranden
10.Alsdeschuinstandcorrectis,moetunogmaals
controlerenofhetmaaidekhorizontaalstaat;zie
Maaidekhorizontaalstellen.
Maaidekverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
44
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Plaatsblokkenonderhetmaaidekomditte
ondersteunen.Zetdemaaihoogtehendelinde
laagstestand.
4.Verwijderdebevestigingselementenvande
maaidekdragerendehefarmvanhetmaaidekop
beidekantenvanhetmaaidek(Figuur53).
Figuur53
1.Hefarmvanmaaidek
2.Maaidekdrager
5.Verwijderdemoer,deboutendelagerbusvanhet
draaipuntvandesteunvanhetmaaidek(Figuur53).
Laatdevoorkantvanhetmaaidekvoorzichtigneer
opdegrond(Figuur54).
Figuur54
1.Hefarmvanmaaidek2.Steunvanmaaidek
6.Schuifhetmaaideknaarachterenomdedrijfriem
vanhetmaaidekteverwijderenvandemotorpoelie.
7.Schuifhetmaaidekwegvanonderdemachine.
Opmerking:Bewaaralleonderdelenvoorlatere
montage.
Onderhouddrijfriemvan
maaidek
Riemencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Controleerderiemenopscheuren,gerafelderanden,
schroeiplekkenofandereschade.Vervangbeschadigde
riemen.
Drijfriemvanmaaidekvervangen
Tekenendateenriemaanhetslijtenis,zijn:gieren
tijdenshetdraaienvanderiem,slippenvandemessen
tijdenshetmaaien,gerafelderanden,schroeiplekkenen
scheuren.Vervangderiemalsudezezakenconstateert.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Zetdemachineopeenmaaihoogtevan38mm.
4.Verwijderdedrijfriemkappenopdebuitensteassen.
5.Trekdespanpoelieinderichtingdiewordt
aangegevenenverwijderderiemvandepoelies.
Deveerisonderspanninggemonteerdenkan
lichamelijkletselveroorzaken.
Weesvoorzichtigalsuderiemverwijdert.
Figuur55
1.Buitenstepoelie
4.Drijfriemvanmaaidek
2.Veer5.Motorpoelie
3.Spanpoelie
6.Trekdespanpoeliein
dezerichting.
6.Legdenieuweriemronddemotorpoelieende
poeliesvanhetmaaidek.
45
7.Trekdespanpoelieinderichtingdiewordt
aangegevenenlaatderiemoverdespanpoelielopen.
8.Monteerdedrijfriemkappenopdebuitensteassen.
MaaidekmonterenMaaidek
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Schuifhetmaaidekonderdemachine.
4.Zetdemaaihoogtehendelindelaagstestand.
5.Bevestigdeachterstesteunvanhetmaaidekmetde
aanwezigebevestigingselementenaandehefarmvan
hetmaaidek(Figuur54).
6.Zetdebevestigingselementenvandemaaidekdrager
endehefarmvanhetmaaidekopbeidekantenvan
hetmaaidekvast(Figuur53).
7.Monteerdedrijfriemvanhetmaaidekopde
motorpoelie;zieDrijfriemvanmaaidekvervangen.
Grasgeleidervervangen
Alseenuitwerpopeningnietisafgesloten,kan
hetmaaidekvoorwerpeninderichtingvande
bestuurderofomstanderswerpen.Ditkan
ernstigletselveroorzaken.Daarnaastkuntu
ookincontactkomenmethetmes.
Gebruikdemaaimachinenooitzonder
mulchplaat,grasgeleiderofgrasvanger.
1.Ganaardeonderdelendiewordengetoondin
Figuur56.
Figuur56
1.Stang
4.Borgpen
2.Veer5.Beugelvangrasgeleider
3.Grasgeleider
6.Aanzichtvanassemblage
2.Schuifdestanguitdekorteafstandhouder,veeren
grasgeleider.Verwijdereenbeschadigdeofversleten
grasgeleider.
3.Monteereennieuwegrasgeleider.
4.Richtdeveerzodanigdathetkortestuknaarde
grasgeleiderenhetlangestuknaarhetmaaidekwijst
zoalswordtgetoondinFiguur56.Plaatsdeveerop
destangenschuifdestangmethetrechtedeeldoor
devoorstebeugelvandegrasgeleider,degrasgeleider
endeachterstebeugelvandegrasgeleider.
5.Deveerendestangmoetenzodanigworden
gemonteerddatdestangernietuitglijdtbijde
voorstebeugelendeveerdegrasgeleideromlaag
houdt.Zie(Figuur56)voordejuisterichting.
Belangrijk:Degrasgeleidermoetonder
veerspanningomlaagwordengehouden.Tilde
grasgeleideromhoogomtecontrolerenofdeze
volledigomlaagklapt.
6.Zetdegrasgeleidervastdooreenborgpendoorhet
gatinhetrechtedeelvandestangtesteken.Buig
derechteuiteindenvandepennaarachterenomde
penvasttezetten.
46
Reiniging
Onderkantvanmaaimachine
wassen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Telkensnadatudemaaimachineheeftgebruikt,moetu
deonderkantvandemachinewassenomtevoorkomen
daterzichgrasverzamelt.Hierdoorwordtgrasbeter
jngemaaktenhetmaaiselbeterverstrooid.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak
enschakeldeaftakasuit.
2.Beweegderijhendelsnaarbuitenindeneutraalstand,
steldeparkeerreminwerking,schakeldemotoruit,
verwijderhetcontactsleuteltjeenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenalvorens
debestuurdersstoelteverlaten.
3.Bevestigdeslangkoppelingaandewasaansluiting
vandemaaimachineendraaidewaterkraanhelemaal
open(Figuur57).
Opmerking:SmeerpetrolatumopdeO-ringvan
dewasaansluitingomdekoppelinggemakkelijkerte
bevestigenendeO-ringtebeschermen.
Figuur57
4.Zethetmaaidekindelaagstemaaistand.
5.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenstartde
motor.Schakeldeaftakasinenlaatdemachineéén
totdrieminutenlopen.
6.Schakeldeaftakasuit,zetdemotorafenhaal
hetsleuteltjeuithetcontact.Wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen.
7.Draaidekraandichtenmaakdesnelkoppelinglos
vandewasaansluiting.
Opmerking:Alsdemaaimachinenaéénwasbeurt
nietschoonis,moetudeze30minutenlaten
inweken.Herhaaldaarnadezeprocedure.
8.Laatdemotoropnieuwéénàdrieminutenlopenom
hetovertolligwaterteverwijderen.
Eengebrokenofontbrekendewasaansluiting
kanvoorwerpenuitwerpenofcontactmet
hetmaaimesveroorzaken,waardooruen
anderenletselkunnenoplopen.Contactmet
hetmaaimesofuitgeworpenvoorwerpen
kanernstiglichamelijkofdodelijkletsel
veroorzaken.
Eengebrokenofontbrekende
wasaansluitingmoetdirectworden
vervangen,voordatudemachineopnieuw
gebruikt.
Gatenindemachinedichtmakenmet
boutenenmoeren.
Steeknooituwhandenofvoetenonderde
machineofdooropeningenindemachine.
47
Stalling
Reinigingenstalling
1.Schakeldeaftakasuit,zetderijhendelsnaarbuiten
indeneutraalstand,steldeparkeerreminwerking,
zetdemotorafenverwijderhetcontactsleuteltje.
2.Maaisel,vuilenvetvandebuitenkantvandegehele
machineverwijderen,metnamevandemotor.
Vuilenkafvandebuitenkantvandecilinder,de
koelribbenvandecilinderkopenhetventilatorhuis
verwijderen.
Belangrijk:Ukuntdemachinemeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.Was
demachinenooitmeteenhogedrukreiniger.
Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde
buurtvanhetbedieningspaneel,demotor,de
hydraulischepompenendeaccu.
3.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlterinhethoofdstuk
Onderhoud.
4.Smeerenoliedemachine;ziehethoofdstukSmering.
5.Verversdecarterolieenvervanghetlter;zie
Motoroliepeilcontrolereninhethoofdstuk
Motoronderhoud.
6.Controleerdebandenspanning;zieBandenspanning
controlereninhethoofdstukOnderhoudvanhet
aandrijfsysteem.
7.Laaddeaccuop;zieOnderhoudvandeaccuinhet
hoofdstukOnderhoudvanhetelektrischesysteem.
8.Controleerdeconditievandemaaimessen,zie
OnderhoudvandemaaimesseninOnderhoudvan
hetmaaidek.
9.Alsdemachinelangerdan30dagennietwordt
gebruikt,moetdezewordenvoorbereidopstalling.
Demachinewordtalsvolgtvoorbereidopstalling.
A.Voegeenstabilizer/conditioneropaardoliebasis
toeaandebrandstofindetank.Volgde
mengvoorschriftenvandefabrikantvande
stabilizerop.Gebruikgeenstabilizerop
alcoholbasis(ethanolofmethanol).
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthet
bestalshetmetversebenzinewordtvermengd
enaltijdwordtgebruikt.
B.Laatdemotorvijfminutenlopenomdebrandstof
metdetoegevoegdestabilizer/conditionerdoor
hetbrandstofsysteemteverspreiden.
C.Zetdemotoraf,laatdezeafkoelenentapde
brandstoftankaf;zieBrandstoftankaftappenin
Onderhoudvanhetbrandstofsysteem.
D.Motoropnieuwstartenenlatenlopentotdat
dezeafslaat.
E.Chokedemotor.Startdemotorenlaatdeze
lopentotdatdemotornietmeerstart.
F.Umoetbrandstofopdejuistewijzeafvoeren.
Verwerkdezeovereenkomstigdeplaatselijk
geldendevoorschriften.
Belangrijk:Benzinewaaraan
stabilizer/conditioneristoegevoegd,
nietlangerdan30dagenbewaren.
10.Verwijderdebougie(s)encontroleerdetoestand
ervan;zieOnderhoudvandebougieinhethoofdstuk
Motoronderhoud.Nadatdebougie(s)uitdecilinder
is(zijn)verwijderd,gietutweeeetlepelsmotoroliein
hetbougiegat.Gebruikdestartmotoromdemotor
telatendraaienenzodeolieoverdecilinderwandte
verspreiden.Monteerdebougie(s).Debougiekabel
nietopdebougie(s)drukken.
11.Verwijdervuilenmaaiselvandebovenkantvanhet
maaidek.
12.Schraapdikaangekoektgrasenvuilvandeonderkant
vandemaaimachine.Spoelvervolgensdemachine
schoonmeteentuinslang.
13.Controleerdeconditievanderiemenvande
aandrijvingenhetmaaidek.
14.Controleerallebouten,schroevenenmoerenen
draaidezevast.Versletenofbeschadigdedelen
reparerenofvervangen.
15.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelakbij.
BijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkendeService
Dealer.
16.Staldemachineineenschone,drogegarageof
opslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontact
enbewaardezeopeenplaatsdieumakkelijk
kuntonthouden.Dekdemachineafomdezete
beschermenenschoontehouden.
48
Problemen,oorzaakenremedie
Belangrijk:Hetisbelangrijkdatdeveiligheidssystemenvoordebestuurderzijnaangesloteneningoede
gebruiksconditievoordatugaatmaaien.
Indienzicheenprobleemvoordoet,magusimpeleoorzakennietoverhethoofdzien.Bijvoorbeeld:
eenstartprobleemkanwordenveroorzaaktdooreenlegebrandstoftank.
Indevolgendetabelvindteenaantalvandemeestvoorkomendeoorzakenvanproblemen.Probeer
nooitbelangrijkeonderdelentevervangenofeenonderhoudsbeurttegevenofonderdelendieeen
specialetimingvandeafstelproceduresvereisen(zoalskleppen,toerenregelaar,enz.).Laatdit
doendooruwServiceDealer.
Opmerking:Alsuelektrischeconnectorenlosmaakt,maguhierbijNOOITaandradenofkabelstrekken.
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Demotoristezwaarbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.2.Hetcarterbijvullenmetolie.
3.Dekoelribbenenluchtkanalenonder
hetventilatorhuisvandemotorzijn
verstopt.
3.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
4.Hetluchtlterisvuil.4.Hetluchtlterelementreinigenof
vervangen.
Demotorraaktoververhit.
5.Vuil,waterofoudebrandstofin
brandstofsysteem.
5.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Deaftakasisingeschakeld.1.Aftakasuitschakelen.
2.Derijhendelsstaannietinde
parkeerstand.
2.Derijhendelsindeparkeerstand
zetten.
3.Debestuurderzitnietopde
bestuurdersstoel.
3.Plaatsnemenopdebestuurdersstoel.
4.Deaccuisleeg.4.Accuopladen.
5.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
5.Controlerenofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
6.Eenvandezekeringenisdoorgebrand.6.Dezekeringvervangen.
Destartmotorslaatnietaan.
7.Eenvanderelaisofschakelaarsis
defect.
7.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Brandstoftankleeg.1.Debrandstoftankvullen.
2.DechokestaatnietopAAN.2.DechokehendelopAANzetten.
3.Hetluchtlterisvuil.3.Hetluchtlterelementreinigenof
vervangen.
4.Debougiekabel(s)losofniet
aangesloten.
4.Debougiekabel(s)opdebougie
monteren.
5.Debougie(s)is(zijn)aangetast,vuil,
ofdeelektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougie(s)meteencorrect
afgesteldeelektrodenafstand
monteren.
6.Erzitvuilinhetbrandstoflter.6.Brandstofltervervangen.
7.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
7.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
8.Verkeerdebrandstofindetank.8.Brandstoftankaftappenenvullenmet
hetjuistetypebrandstof.
Motorstartniet,startmoeilijkofblijftniet
lopen.
9.Hetoliepeilinhetcarteristelaag.9.Hetcarterbijvullenmetolie.
49
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Motoroverbelast.1.Derijsnelheidverminderen.
2.Luchtltervuil.2.Hetluchtlterelementreinigenof
vervangen.
3.Oliepeilincartertelaag.
3.Hetcartermetolievullen.
4.Dekoelribbenenluchtkanalenvoorde
motorzijnverstopt.
4.Dekoelribbenenluchtkanalen
ontstoppen.
5.Debougie(s)is(zijn)aangetast,vuil,
ofdeelektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Nieuwebougie(s)meteencorrect
afgesteldeelektrodenafstand
monteren.
6.Ventilatieopeninginbrandstoftankdop
verstopt.
6.Deventilatieopeningindedopvande
brandstoftankontstoppen.
7.Vuilinbrandstoflter.7.Brandstofltervervangen.
8.Vuil,waterofoudebrandstofinhet
brandstofsysteem.
8.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
Motorlevertteweinigvermogen.
9.Verkeerdebrandstofindetank.9.Brandstoftankaftappenenvullenmet
hetjuistetypebrandstof.
1.Dedrijfriemenzijnversleten,losof
stuk.
1.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
2.Dedrijfriemenzittennietopdepoelies.
2.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
Demachinedrijftnietaan.
3.Deaandrijvingisindeomloop-modus.3.Haaldemachineuitdeomloop-modus.
ZiehethoofdstukMachinemetdehand
duwen.
1.Bevestigingsboutenvanmotorzitten
los.
1.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
2.Lossemotorpoelie,spanpoelieof
mespoelie.
2.Desbetreffendepoelievastzetten.
3.Motorpoeliebeschadigd.3.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
4.Hetmaaimes(demaaimessen)is(zijn)
verbogenofnietinbalans.
4.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
5.Meszitlos.5.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
vastdraaienendeveerschijfringen
vanhetmaaimescontroleren(zie
hethoofdstukOnderhoudvande
maaimessen).
Abnormaletrillingen
6.Mesasverbogen.6.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
1.Maaimes(sen)bot.1.Mes(sen)slijpen.
2.Maaimes(sen)verbogenofnietin
balans.
2.Nieuwemaaimes(sen)monteren.
3.Eenmeszitlos.3.Debevestigingsboutvanhetmaaimes
vastdraaienendeveerschijfringen
vanhetmaaimescontroleren(zie
hethoofdstukOnderhoudvande
maaimessen).
4.Hetmaaidekstaatniethorizontaal.4.Maaidekhorizontaalstelleneninde
correcteschuinstandstellen.
5.Eenantiscalpeerwielisnietcorrect
afgesteld.
5.Hoogtevanantiscalpeerwielafstellen.
6.Deonderkantvanhetmaaidekisvuil.
6.Onderkantvanhetmaaidek
schoonmaken.
7.Debandenvandeaandrijfwielen
hebbennietdejuistespanning.
7.Bandenopjuistespanningbrengen.
Onregelmatigemaaihoogte.
8.Mesasverbogen.8.Neemcontactopmeteenerkende
ServiceDealer.
50
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Drijfriemversleten,losofgebroken.1.Nieuwedrijfriemmonteren.
2.Drijfriemvanmaaimesisvanpoelieaf.2.Drijfriemmonterenenassenen
riemgeleidersopjuistestand
controleren.
3.Drijfriemvanmaaidekversleten,losof
gebroken.
3.Eennieuwedrijfriemmonteren.
4.Drijfriemvanmaaidekisvanpoelieaf.
4.Poelievanmaaidekmonterenen
controlerenofdespanpoelie,dearm
vandespanpoelieendeveercorrect
zijngeplaatstengoedfunctioneren.
Messendraaienniet.
5.Dedrijfriemvanhetmaaidekis
versleten,losofstuk.
5.Eennieuwedrijfriemmonteren.
51
Schema's
TERMINAL I
TERMINAL S
TERMINAL X
TERMINAL Y
TERMINAL B
TERMINAL A
3. START
POSITION
1. OFF
2. RUN
B + I + S
CIRCUIT "MAKE"
X + Y
NONE
B + I + A
IGNITION SWITCH
TERMINAL CONNECTIONS
TERMINAL A  VOLTAGE REGULATOR
TERMINAL B BATTERY
TERMINAL I  HOUR METER, PTO SWITCH
TERMINAL S  SOLENOID
TERMINAL X  SEAT SWITCH, ACCESSORIES
TERMINAL Y  HOUR METER, PTO SWITCH
CONNECTORS VIEWED FROM WIRE END
NOTE:
FUEL SOLENOID
BRAKE
SWITCH
RH
MOTION
CONTROL
LH
MOTION
CONTROL
STARTER LOCKOUT
& KILL RELAY
START
SOLENOID
GROUND
START
SOLENOID
SIGNAL
START
SOLENOID
B+
PTO
CLUTCH
GROUND
ALTERNATOR
OIL SWITCH
HOUR METER
ACCESSORIES
FUSE BLOCK
IGNITION SWITCH
SEAT SWITCH
PTO SWITCH
ORANGE
ORANGE
ORANGE
ORANGE
ORANGE
DARK GREEN
DARK GREEN
BROWN
BROWN
VIOLET
VIOLET
VIOLET
RED
RED
RED
Y S X A B
I
ORANGE
BLACK
PINK
LIGHT BLUE
LIGHT BLUE
PINK
PINK
PINK
PINK
PINK
PINK
DARK BLUE
RED
VIOLET
YELLOW
WHITE
BLACK
BLACK
DARK GREEN
DARK GREEN
DARK GREEN
BROWN
GRAY
BROWN
YELLOW
YELLOW
YELLOW
GREEN
GREEN
VIOLET
VIOLET
VIOLET
VIOLET
GRAY
VILOET
MAGNETO
ENGINE
BROWN
DARK GREEN
2
3
5
4
1
2
1
2
1
42135
1 1 1
AB
1
1
2
3
3 5 7 4 6 8 1 2
2 5 1 3 4
1
2 1
9 8 7 6 5 4 3 2 1
B
A
5
1
4
6
3
2
1
2
3
4
5
2
1
2 1
4
9 8 7
3
1
2
2
1
1
2
3
4
5
B
A
4
5
6
1
2
3
1
2
3
A
B
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
3
4
5
BLACK
BLACK
YELLOW
WHITE
YELLOW
DARK BLUE
G007525
Installatieschema(Rev.A)
52
Opmerkingen:
53
Opmerkingen:
54
Opmerkingen:
55
Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt
The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro
Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide
ondernemingen gezamenlijk de garantie alle Toro-producten die worden
gebruikt voor normale huiselijke doeleinden* te zullen repareren als deze
materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen. De volgende perioden zijn
van toepassing vanaf de datum van aankoop:
Producten Garantieperiode
TITAN Z maaiers en werktuigen 3 jaar beperkte garantie
TimeCutter Z maaiers en
werktuigen
3 jaar beperkte garantie
Alle accu’s 1 jaar beperkte garantie
Deze garantie dekt de kosten van onderdelen en werk, maar de
transportkosten van en naar de service-dealer zijn voor rekening van de
klant.
Deze garantie geldt voor consumenten TITAN Z en TimeCutter Z maaiers
en werktuigen.
*Normale huiselijke doeleinden betekent gebruik van het product op
het terrein dat bij uw huis hoort. Gebruik op meerdere locaties wordt
beschouwd als commercieel gebruik. Hierop is de garantie voor
commercieel gebruik van toepassing.
Garantie voor commercieel gebruik
Op Toro-consumentenproducten en -werktuigen die worden gebruikt
voor commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt
garantie verleend tegen materiaalgebreken of fabricagefouten gedurende
de volgende perioden vanaf de datum van aankoop:
Producten Garantieperiode
Luchtgekoelde gasmotoren 90 dagen beperkte garantie
Alle andere zaken 30 dagen beperkte garantie
Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice
Als u van mening bent dat uw Toro- product materiaalgebreken of
fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen:
1. Neem contact op met een erkende Toro- of Master Service Dealer voor
service. Kijk in de Gouden Gids van uw telefoonboek voor een dealer
bij u in de buurt (kijk onder “Gazonmaaiers”) of bezoek onze website op
www.Toro.com. Klanten in de VS kunnen ook gratis bellen naar: 866-
854-9035 voor ons 24-uurs Toro dealer locator systeem.
2. Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de Service
Dealer.
Als u om enige reden ontevreden bent over het onderzoek van de Service
Dealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact op te nemen met:
Customer Care Department, Consumer Division
Toro Warranty Company
8111 Lyndale Avenue South
Bloomington, MN 55420-1196
Gratis: 866-216-6029 (Amerikaanse klanten)
Gratis: 866-216-6030 (Canadese klanten)
Plichten van de eigenaar
U dient uw Toro-product te onderhouden zoals wordt beschreven in de
Gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht
of dit wordt uitgevoerd door de dealer of uzelf.
Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen
Er is geen andere uitdrukkelijke garantie behalve voor speciale
emissiesysteemdekking op sommige producten. Buiten deze uitdrukkelijke
garantie vallen:
Kosten van gewoon onderhoud of onderdelen, zoals lters, brandstof,
smeermiddelen, afstelling van onderdelen, slijpen van maaimessen,
afstelling van de rem en de koppeling.
Elk product of onderdeel dat is veranderd of verkeerd is gebruikt of
moet worden vervangen of worden gerepareerd als gevolg van normale
slijtage, ongelukken of gebrekkig onderhoud.
Reparatie die noodzakelijk is omdat de verkeerde brandstof is gebruikt,
vuil in het brandstofsysteem is terechtgekomen of het brandstofsysteem
niet goed is voorbereid op een periode van buitengebruikstelling van
langer dan drie maanden.
Ophaal- en a everkosten van en naar een Erkende Toro Service Dealer.
Algemene voorwaarden
Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten
worden uitgevoerd door een Erkende Service Dealer, waarbij door Toro
goedgekeurde vervangingsonderdelen dienen te worden gebruikt.
Op grond van deze garantie mogen reparaties uitsluitend worden
uitgevoerd door een Erkende Toro Service Dealer.
The Toro Company en de Toro Warranty Company zijn niet
aansprakelijk voor indirecte of bijkomende schade of gevolgschade
in samenhang met het gebruik van de Toro-producten die onder deze
garantie vallen, inclusief de kosten of uitgaven voor de levering van
vervangen materiaal of diensten gedurende een redelijke periode van
onbruikbaarheid of buitengebruikstelling tijdens de uitvoering van
reparatiewerkzaamheden op grond van deze garantie.
Sommige landen staan uitsluiting van bijkomende schade of
gevolgschade niet toe, zodat bovengenoemde uitsluitingen en
beperkingen in uw geval mogelijk niet van toepassing zijn.
Deze garantie geeft u speci eke juridische rechten; daarnaast kunt u
beschikken over andere rechten die per land kunnen verschillen.
Onderdeelnummer 374-0207 Rev. B
TITAN Z en
TimeCutter Z
maaiers
Een beperkte garantie van 3 jaar (beperkte garantie voor
commercieel gebruik)
De complete Toro-garantie
Andere landen dan de VS of Canada
Kopers van Toro-producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada, moeten contact opnemen met hun Toro Distributeur (Dealer) voor
de garantiebepalingen die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn. Als u om een of andere reden ontevreden bent over de service van uw
Distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt krijgen, verzoeken wij u contact op te nemen met de Toro-importeur. Als alle andere middelen
tekortschieten, kunt u zich wenden tot de Toro Warranty Company.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Toro TITAN Z5200 Zero-Turn-Radius Riding Mower Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor