27
Het schoonmaken gebeurt in functie van het gebruik,
minstens 1 maal om de 2 maanden.
* In het geval van een toestel in filterversie is het noodzakelijk
de actieve koolstoffilter regelmatig te vervangen(tek.16-
20Z). Om de koolstof filter te verwijderen wordt eerst de
vetfilter verwijderd (tek.4A-16B).
Vervolgens trekt men aan het daarvoor voorziene plastic
lipje van de koolstoffilter en duwt men deze van zijn
plaats. De koolstoffilter wordt met de tegenovergestelde
bewerking weer aangebracht. Het vervangen van de
koolstoffilter gebeurt in functie van het gebruik, minstens
1 maal om de 6 maanden.
* Voor het onderhoud van het toestel zelf wordt
aangeraden gebruik te maken van lauw water en een
neutraal schoonmaakmiddel, en het gebruik van
produkten die schuurmiddelen bevatten te vermijden.
Voor het onderhoud van stalen apparaten wordt
aangeraden specifieke produkten te gebruiken , en de
instructies op het produkt te volgen.
* Opgepast: Eerst het apparaat scheiden van het lichtnet,
vooraleer over te gaan tot het vervangen van de lampen.
De vetfilter verwijderen, en als deze aanwezig is, ook de
actieve koolstoffilter. Wanneer men de gesprongen lamp
gelokaliseerd heeft, deze in tegenuurwerkrichting draaien
en vervangen. Opletten dat de lampen van hetzelfde type
zijn.
* Om de halogeen lampjes te verwisselen dient eerst
het afdekringetje (tek.18A), door zachtjes met een
schroevedraaier te wrikken, verwijderd te worden. Daarna
kan het glas afgenomen worden. (tek.18B) - tijdens deze
bewerking moet voorzichtig om worden gegaan met het
glas.
Verwijder het lampie (tek.18C) zonder het met de blote
handen aan te pakken en plaats een nieuwe lamp van
dezelfde soort. Na deze omwisseling dient het glas en
het afdekringetje weer teruggeplaatst te worden. Om de
koudlichtlamp te vervangen, de lamp losdraaien (tek.
19) terwijl men een kleine schroevedraaier of een ander
puntig instrument tussen de lamp en de verchroomde
lampensteun steekt en de lamp vervangen door een
andere lamp met dezelfde kenmerken.
* Om risikos voorkómen, moet het voedingskabel in
geval van beschadinging door de fabrikant, de service
dienst of door ander bekwaam vakpersoneel worden
vervangen.
ONDERHOUD
* Een nauwkeurig onderhoud verzekerd een goede
werking en een langdurig rendement.
* Een speciale zorg moet gegeven worden aan het
antivetpaneel. Het verwijderen van de metalen vetfilter
gebeurt door het daarvoor voorziene handvat naar de
achterzijde van de dampkap te duwen en de filter naar
beneden te draaien en los te maken van zijn plaats (tek.
3B-4A). De filter wordt met de tegenovergestelde
bewerking weer aangebracht. Na 30 bedrijfsuren
(modellen SL - Module luxe uitvoering) zal het
bedieningspaneel d.m.v. het knipperen van de knopjes,
aangeven dat het vetfilter gereinigd dient te worden. In
de SLTC modellen (uitvoering met Touch Control) wordt
de verzadiging van het vetfilter aangegeven door middel
van het flikkeren van de twee centraal geplaatste
druktoetsen (Fig. 21 C). Druk op de knop van de
naloopautomaat om het apparaat te resetten. Het
schoonmaken van de vetfilter kan met de hand of in de
vaatwasmachine gebeuren.
Standaard configuratie:
De fabrieksconfiguratie voorziet dat alle systemen “
afzuigkap-afstandsbediening” dezelfde uitzendcode hebben
(dip-switch n° 6-7-8-9-10 op ON).
In het geval dat er in dezelfde ruimte of in de onmiddellijke
nabijheid 2 systemen “afzuigkap-afstandsbediening”
geïnstalleerd zijn die dezelfde uitzendcode hebben, zouden
deze door elkaar beïnvloed kunnen worden en is het dus
noodzakelijk de code van 1 afstandsbediening te wijzigen.
Wijziging van de uitzendcode:
Om de uitzendcode van de afstandsbediening te wijzigen
gaat men als volgt te werk: het dekseltje voor het
vervangen van de batterijen openen, naar keuze één van
de dip-switch n° 7-8-9-10 op OFF plaatsen ( de dip-
switch n°6 blijft op ON).
Aanleren van de nieuwe uitzendcode:
Na het wijzigen van de uitzendcode van de afstandsbediening
moet men aan de elektronische centrale van de afzuigkap
de nieuwe uitzendcode als volgt aanleren: de algemene
schakelaar van de afzuigkap af zetten (tek. 4B-3A), de
elektrische voeding van de elektronische centrale opnieuw
aanzetten, vanaf dit moment heeft men 15 seconden om op
de toets te drukken zodat de centrale zich kan
synchroniseren met de nieuwe code.
Noodtoets:
Indien de afstandsbediening niet werkt, op de noodtoest
(tek. 4B-3A) drukken die zich naast de verlichtingstoets
bevindt om het toestel af te zetten. Na eventuele
reparaties, de noodtoets herstellen.
De luxe modellen:
zijn uitgerust met een electronische beveiliging die
ervoor zorgt dat het apparaat automatisch na 4 uur in
berijf zijn, uitschakelt.