NL
- 92 -
6.3 Vooraf instellen van het toerental
(fi g. 6, pos. 11)
•
De toerentalafstelring (11) maakt het mogelijk
het maximumtoerental vast te leggen. De
AAN/UIT-schakelaar (4) kan enkel nog tot het
vooraf ingestelde maximumtoerental worden
ingedrukt.
•
Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (11)
in de AAN/UIT-schakelaar (4).
•
Verricht deze afstelling niet tijdens het boren.
6.4 Omschakelaar “rechts-/lin
ksdraaiend”
(fi g. 6, pos. 9).
•
Enkel in stilstand omschakelen!
•
Stel de draairichting van de klopboormachine
af d.m.v. de omschakelaar “rechts-/linksdraai-
end” (9).
Draairichting Schakelaarstand
rechtsdraaiend (voorwaarts en boren)
rechts ingedrukt
linksdraaiend (terugloop) links ingedrukt
6.5 Omschakelaar boren / klopboren / beite-
len (fi g. 7)
•
Om de boren de knop (E) op de draaischa-
kelaar (3) indrukken en tegelijkertijd de
draaischakelaar (3) naar de schakelstand (A)
draaien.
•
Om te klopboren de knop (E) op de draai-
schakelaar (3) indrukken en tegelijkertijd de
draaischakelaar (3) naar de schakelstand B
draaien.
•
Om te beitelen de knop (E) op de draaischa-
kelaar (3) indrukken en tegelijkertijd de draai-
schakelaar (3) naar de schakelstand C draai-
en. In de stand C is de beitel niet gearrêteerd.
•
Om te beitelen de knop (E) op de draaischa-
kelaar (3) indrukken en tegelijkertijd de draai-
schakelaar (3) naar de schakelstand D draai-
en. In de stand D is de beitel gearrêteerd.
Aannwijzing!
Voor het hamerboren is er slechts een geringe
aandrukkracht nodig. Door een te hoge aan-
drukkracht wordt de motor onnodig belast. Boor
regelmatig controleren. Een botte boor bijslijpen
of vervangen.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien.
Gevaar! De koolborstels mogen enkel door een
bekwame elektricien worden vervangen.
8.3 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
8.4 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
•
Type van het toestel
•
Artikelnummer van het toestel
•
Ident-nummer van het toestel
•
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
Anl_RT_RH_20_1_SPK7.indb 92Anl_RT_RH_20_1_SPK7.indb 92 19.11.14 07:5119.11.14 07:51