Laad het wasgoed, sluit de deur en draai de programmakeuzeknop
naar het gewenste programma; het controlelampje “Start/Pauze”
knippert. De op het display aangegeven temperatuur en
centrifugeersnelheid kunnen worden veranderd door op de toets
“Temperatuur” of op de toets “Centrifugeren” te drukken. Indien
u niet gebruik maakt van de “Doseerhulp” , dient u nu wasmiddel
toe te voegen. De wasmachine is ontworpen om energie te
besparen; wanneer u een programma heeft geselecteerd, maar dit
niet binnen een kwartier start, wordt de wasmachine na ongeveer
een kwartier automatisch uitgeschakeld. Schakel de wasmachine
opnieuw in door de programmakeuzeknop naar “O” en vervolgens
naar het gewenste programma terug te draaien.
WASGOED LADEN, DEUR SLUITEN EN
PROGRAMMA SELECTEREN
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE KIEZEN
Druk de knop van de gewenste extra functie in - het betreffende
indicatielampje gaat branden. Als de combinatie van programma,
extra functie(s) en temperatuur niet mogelijk is, gaat het
indicatielampje automatisch uit.
Knop “Clean+”
• Kies deze functie als u een vlekkenmiddel (in poedervorm,
bijvoorbeeld “Vanish”) gebruikt tijdens het wasprogramma.
Zodoende werkt het toevoegingsmiddel doelmatiger: uw was
wordt schoner en vlekken worden beter verwijderd.
• Gebruik met de maximale belading.
• Voeg de juiste hoeveelheid vlekkenmiddel (poeder) voor gebruik
tijdens het wasprogramma toe in het bakje voor het
hoofdwasmiddel, samen met het wasmiddel (gebruik alleen
waspoeder bij deze extra functie). Volg de doseerinstructies van
de fabrikant op.
• Kan verlengt het programma door tot 15 minuten.
• Geschikt voor het gebruik van vlekkenverwijderaars en
bleekmiddelen op basis van actieve zuurstof. Het is niet
toegestaan om chloor- of perboraatbleekmiddelen
te gebruiken!
Knop “Snel”
• Het maakt sneller wassen mogelijk door het verkorten van de
duur van het programma.
• Het is aanbevolen alleen voor de licht vervuilde kleding.
• Niet optioneel voor Katoen 95 °C.
Knop “Voorwas”
• Selecteer het voorwasprogramma bij het geselecteerde
programma toe en het programma zal ongeveer een kwartier
langer lopen.
• Aanbevolen voor zeer bevuild wasgoed (bijvoorbeeld zand of
korrelig vuil).
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas als u de
functie Voorwas heeft geselecteerd.
Knop “Intensief spoelen”
• Er wordt meer water toegevoegd en er wordt langer gespoeld.
• Deze functie is met name geschikt in gebieden met zeer zacht
water, voor wasgoed van baby’s en van personen die last hebben
van allergische reacties.
Knop “Vervuilingsgraad”
• Past de programmaduur aan het vervuilingsniveau van uw
wasgoed aan. Heeft ook een invloed op de aanbevolen hoeveel-
heid wasmiddel wanneer u de toets “Doseerhulp” gebruikt.
= licht vervuild - = normaal vervuild - = zwaar vervuild
Niet alle vervuilingsniveaus kunnen worden gekozen bij elk
programma.
Knop “Centrifugeren” (incl. “Spoelstop”)
• Aan ieder programma wordt automatisch een maximale
centrifugeersnelheid toegekend.
• Druk op de toets om een andere centrifugeersnelheid in te
stellen.
• Als u centrifugeersnelheid “0” kiest, wordt de laatste
centrifugeercyclus geannuleerd en wordt alleen het water
afgepompt. Er wordt echter wel tussentijds gecentrifugeerd
tijdens het spoelen.
• Als u “Spoelstop” selecteert, blijft het wasgoed in het laatste
spoelwater liggen zonder verder te gaan naar de laatste
centrifugecyclus om kreukvorming en verkleuring te voorkomen.
Voor de start en na het einde van een programma brandt het lampje
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Zolang er een
wasprogramma wordt uitgevoerd, blijft de deur vergrendeld en mag
deze in geen geval met kracht worden geopend. Als u een dringende
reden heeft om de deur te openen terwijl er een programma loopt,
raadpleeg dan “Reset een lopend programma voordat het afgelopen
is”.
Draai de kraan open en druk op de knop “Start/Pauze”.
Het indicatielampje naast de knop “Start/Pauze” gaat branden.
EEN PROGRAMMA EN/OF EXTRA FUNCTIES
WIJZIGEN NADAT EEN PROGRAMMA IS GESTART
1. Druk op de knop “Start/Pauze” om het programma te
onderbreken. De indicator knippert.
2. Selecteer het nieuwe programma, temperatuur, extra functies en
eventueel een andere centrifugeersnelheid
3. Druk nogmaals op de knop “Start/Pauze”.
Het nieuwe programma wordt hervat vanaf het punt waarop het
vorige programma is afgebroken.
Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
EEN LOPEND PROGRAMMA VOOR HET EINDE
RESETTEN
Met de toets “Reset/Afpompen” wordt een programma voor het
einde afgebroken.
• Druk op de toets “Reset/Afpompen” en houd deze een paar
seconden ingedrukt tot er een animatie op het display verschijnt.
Het water wordt afgepompt. Het kan een tijdje duren voordat
de deur geopend kan worden.
CONTROLELAMPJE OVERDOSERING WASMIDDEL
Dit symbool gaat op het eind van het programma branden als u te
veel wasmiddel heeft gebruikt. Gebruik de volgende keer minder
wasmiddel. Als het symbool brandt en “Fod” op het display
verschijnt, werd het wasproces onderbroken door te veel schuim;
zie “Problemen oplossen” in de gebruiksaanwijzing.
Met de toets “Doseerhulp” kunt u uw wasmachine de aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel voor uw belading was laten aanduiden,
afhankelijk van het geselecteerde vervuilingsniveau en de grootte
van de lading.
• Zo vermijdt u overdosering, wat u helpt om wasmiddel te
besparen en het milieu en de gevoelige huid te beschermen.
• Voor u deze functie gebruikt, moet u de wasmachine aanpassen
aan de doseerhoeveelheden aanbevolen voor de wasmiddelen
die u gebruikt. Controleer ook dat de hardheid van het water in
uw regio overeenstemt met de waterhardheid “zacht” van uw
wasmachine. Pas dit aan als de waterhardheid niet overeenstemt.
• Selecteer het programma, de functies en het einde van de cyclus
VOOR u de toets “Doseerhulp” gebruikt.
Voor meer details kunt u de aparte gebruiksaanwijzing voor
“Doseerhulp” raadplegen.
AANBEVELING DOSERING WASMIDDEL
KINDERSLOT
Door het activeren van het kinderslot voorkomt u dat kinderen
een wascyclus starten of de instellingen van een lopend programma
veranderen. Het kinderslot kan niet in- of uitgeschakeld worden als
de programmakeuzeknop op de “O”-stand staat. Om het kinderslot
in te schakelen:
• Draai de programmakeuzeknop op een programmastand, of laat
een programma zoals gebruikelijk lopen.
• Druk gelijktijdig op de 2 toetsen gemarkeerd met het
sleutelsymbool en houd deze enkele seconden lang
ingedrukt. Op het display wordt kort een sleutelsymbool
weergegeven om aan te geven dat het kinderslot is ingeschakeld.
Elke keer als u probeert een programma-instelling te veranderen
terwijl het kinderslot is ingeschakeld, zal het sleutelsymbool even
op het display verschijnen. De programma-instelling kan niet meer
veranderd worden. Het enige wat u kunt doen is de wasmachine
uitschakelen door de programmakeuzeknop op de stand “O” te
zetten. Om het kinderslot uit te schakelen:
• Druk nogmaals gelijktijdig op de 2 toetsen gemarkeerd met het
sleutelsymbool en houd deze enkele seconden lang ingedrukt.
Om “Spoelstop” in te schakelen drukt u meerdere malen op de
toets “Centrifugeren” tot het symbool “Spoelstop” op het display
gaat branden.
- Het wasprogramma stopt bij “Spoelstop” wanneer het
“Spoelstop” symbool op het display knippert; het “Start/Pauze”
controlelampje knippert eveneens.
- Om de “Spoelstop” te beëindigen, drukt u op “Start/Pauze” -
het wasgoed wordt dan met de standaard centrifugeersnelheid
gecentrifugeerd. U kunt ook met de toets “Centrifugeren” een
andere centrifugeersnelheid kiezen voordat u de
centrifugeercyclus met “Start/Pauze” start.
- Om de “Spoelstop” te beëindigen door het water af te pompen
zonder centrifugeren, drukt u op de toets “Centrifugeren” totdat
snelheid “0” op de display verschijnt; vervolgens drukt u op
“Start/Pauze” om met afpompen te beginnen.
- Laat het wasgoed (met name zijde!) in de functie “Spoelstop”
niet te lang in het spoelwater staan.
Whirlpool is a registered trademark of Whirlpool USA.
5019 300 02057
VERBRUIKSGEGEVENS
Stroomverbruik: in uitgeschakelde modus 0,16 W/in ingeschakelde modus 0,16 W.
De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn vastgesteld in genormaliseerde omstandigheden in overeenstemming met IEC/EN 60456. In de thuissituatie kunnen ze
variëren afhankelijk van de individuele watertoevoerdruk en -temperatuur, de belading en het type wasprogramma. De aangegeven verbruiksgegevens zijn gebaseerd op
een inlaatwatertemperatuur van ca. 15 °C via de koude vulklep en de hete vulklep (indien aanwezig). Indien uw wasmachine is uitgerust met een warmwater-inlaatklep, zal
het energieverbruik afnemen als de machine via de klep op de warmwatervoorziening wordt aangesloten; de opwarmtijden worden dan korten, afhankelijk van de
watertemperatuur in het warmwatersysteem. Water- en energieverbruik verwijzen naar de standaardinstelling van de programma’s, aan de temperaturen en lading
aangeduid in de tabel. Als u de instellingen van de functies of wijzigingen aanpast, verandert ook de centrifugeersnelheid en de verbruiksgegevens.
De programmaduur kan afwijken van bovengenoemde waarden, omdat deze afhankelijk is van de werkingscondities op dat tijdstip (zie ook “Problemen oplossen” in
de gebruiksaanwijzing).
Gemiddelde inhoud van de resterende vochtigheid (%). Na de beëindiging van het programma en het centrifugeren bij de hoogste snelheid, in de default programma
instelling.
* Referentieprogramma’s voor het energielabel. Vanwege energiebesparing kan de werkelijke watertemperatuur afwijken van de verklaarde cyclustemperatuur.
** Om de watertemperatuur te verlagen, wordt koud water toegevoegd aan het einde van de hoofdwascyclus voordat het water wordt afgepompt.
*** Automatische aanpassing van de programmaduur na detectie van de hoeveelheid wasgoed.
Programma
Temperatuur
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
zonder “Snel”
Approx. programme duration
(hours : minutes)
%
zonder “Snel” met “Snel”
Gemengde was 40 4.0 45 0.50 1:00 - 55
Katoen 95 7.0 74** 2.10 2:10 - 55
Katoen
*
60 7.0 50 0.84 4:00 2:30
53
Katoen
*
60 3.5 40 0.63 3:00 ***
Katoen
*
40 3.5 40 0.61 3:00 ***
Katoen 40 7.0 69 0.80 3:15 2:15 53
Syntetisch 60 3.0 50** 1.00 2:15 0:59
35
Syntetisch 40 3.0 46 0.70 2:15 0:59
Fijne was 30 1.5 60 0.50 0:45 -
Wol/Handwas 40 1.0 45 0.50 0:40 -
Witte was (met Clean+) 40 7.0 69 0.80 3:30 -
Lichte kleuren 40 4.5 65 0.50 1:20 -
Dark 40 4.5 45 0.60 1:40 1:15
SuperEco 60 7.0 69 0.84 4:00 -
AquaEco 40 3.0 19 0.45 1:00 -
Kort 15´ 30 3.0 30 0.20 0:15
Jeans 40 4.5 60 0.60 1:30 1:15
In geval van een storing lees “Handleiding voor het oplossen van
problemen” in deze handleiding.
“Kraan dicht”: nde klep is gesloten of de watertoevoer
is ontoereikend.
”Service”: gebrek of storing van elektrische componenten.
”Pomp schoonmaken”: afvalwater wordt niet weggepompt
De toerental op de display knippert: onbalans bij het
centrifugeren.
EINDE PROGRAMMA
Het controlelampje “Deur open” brandt en de display toont “End”
(Einde). Na ongeveer een kwartier wordt de wasmachine volledig
uitgeschakeld, waardoor minder energie wordt verbruikt.
1. Draai de programmakeuzeknop naar “O”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
4. Laat de deur half open zodat de trommel kan drogen.
FOUTINDICATIES
De fasewijzer van het programma toont de huidige programmafase,
en gaat van links naar rechts langs Wassen, Spoelen en
Centrifugeren/Afpompen.
Met de “Start selectie” kunt u het tijdstip instellen waarop de was
gedaan wordt, bijvoorbeeld’s nachts bij het voordelige
elektriciteitstarief. Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u de functie
“Startselectie” gebruikt.
• Stel het programma, de temperatuur en de extra functies in.
• Druk de knop “Start selectie” om de tijd van de vertraging tot 23
uur uit te kunnen stellen.
• Druk op de knop “Start/Pauze”. Het aftellen van de vertraagde
start is begonnen. Het symbool van de startvertraging en de
dubbelepunt tussen uur en minuut zal knikkeren.
• Indicatie van het tijdsverloop verdwijnt na de start van
het programma en wordt door de resterende tijd van het
programma vervangen.
• Indien u op de knop “Hulp bij de dosering” drukt: kies het
tijdsverloop van de start VOOR het drukken op de knop “Hulp
bij de dosering”. Het aftellen van het tijdsverloop van de start
het start nadat u de tweede keer op de knop “Start/Pauze” zal
drukken (zie de individuele instructies voor het gebruik van de
functie “Hulp bij de dosering”).
Annulering van “Start selectie”
...voor het op de knop “Start/Pauze” te drukken:
• Druk op de knop “Reset/Afpompen” of stel de uitstelling van
de start op “0:00” - tijd van het tijdsverloop verdwijnt na enkele
seconden.
... na het starten van het programma:
• Druk op de knop “Start/Pauze” - tijdsverloop van de start
verdwijnt van de display. Indien u het gekozen programma
onmiddellijk wilt starten, druk nog eens op de knop “Start/
Pauze”.
START-SELECTIE
CONTROLELAMPJE “DEUR OPEN”
EEN PROGRAMMA STARTEN