Canon FS306 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding
CEL-SP3PA281
Digitale Video Camcorder
Gebruiksaanwijzing
2
Inleiding
Belangrijke gebruiksinstructies
WAARSCHUWING!
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN. VERWIJDER DAAROM DE
AFDEKKING (OF ACHTERZIJDE) NIET. IN HET APPARAAT BEVINDEN ZICH
GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER ZELF MAG OF KAN REPAREREN.
LAAT DIT DOEN DOOR GEKWALIFICEERD ONDERHOUDSPERSONEEL.
WAARSCHUWING!
VOORKOM BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN. STEL DIT PRODUCT
DAAROM NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT.
VOORZICHTIG:
VOORKOM ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN STORENDE INTERFERENTIES. GEBRUIK
DAAROM ALLEEN DE AANBEVOLEN ACCESSOIRES.
VOORZICHTIG:
HAAL DE STEKKER VAN HET NETSNOER UIT HET STOPCONTACT ALS U HET APPARAAT NIET GEBRUIKT.
WAARSCHUWING:
Voorkom elektrische schokken door het apparaat niet bloot te stellen aan waterdruppels of waterspetters.
De stekker moet u gebruiken om het apparaat uit te schakelen. U moet de stekker direct kunnen bereiken als zich
een ongeval voordoet.
Als de compacte netadapter ingeschakeld is, mag u deze niet in een doek wikkelen of met een doek afdekken, of in
een besloten, te krappe ruimte leggen. Doet u dat wel, dan kan de compacte netadapter te heet worden of de
plastic behuizing vervormd raken, waardoor u mogelijk bloot komt te staan aan elektrische schokken of brand kan
optreden.
Het identificatieplaatje CA-570 bevindt zich aan de onderzijde.
De camcorder kan beschadigd raken als een ander apparaat dan de compacte netadapter CA-570
wordt gebruikt.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie (en EER).
Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in overeenstemming met de
AEEA-richtlijn (2002/96/EC), de richtlijn 2006/66/EC betreffende batterijen en accu's
en/of de plaatselijk geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd,
niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid.
Dit product dient te worden ingeleverd bij een hiervoor aangewezen inzamelpunt, bijv.
door dit in te leveren bij een hiertoe erkend verkooppunt bij aankoop van een gelijksoortig product, of bij
een officiële inzameldienst voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur (EEA) en
batterijen en accu's. Door de potentiële gevaarlijke stoffen die gewoonlijk gepaard gaan met EEA, kan
onjuiste verwerking van dit type afval mogelijk nadelige gevolgen hebben voor het milieu en de menselijke
gezondheid. Uw medewerking bij het op juiste wijze weggooien van dit product draagt bij tot effectief
gebruik van natuurlijke bronnen.
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op
www.canon-europe.com/environment
.
(EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
3
Kennismaking met de camcorder
Wat is er zo speciaal aan het opnemen met
flashgeheugen?
Uw video’s en foto’s worden opgeslagen in het interne geheugen (alleen / ) of
op een geheugenkaart (SD- of SDHC-kaart). Opnames maken met het flashgeheugen
houdt in dat er geen bewegende delen aanwezig zijn in de opname-eenheid van de
camcorder. Hierdoor is de camcorder kleiner, lichter en sneller.
Andere eigenschappen van deze camcorder
Of u nu gebruik maakt van de camcorder als beginneling of als ervaren gebruiker, deze
camcorder heeft talloze functies die heel eenvoudig te gebruiken zijn. Hierna ziet u slechts
een paar voorbeelden van de vele functies die kunnen bijdragen aan het plezier van het
maken van opnames.
Dubbele opname ( 21): In de modus voor dubbele opname ( -modus) maakt u
heel eenvoudig een opname door een knop in te drukken en de zoomregelaar te
bedienen. De camcorder zorgt voor de rest!
Beeldstabilisatie ( 79): Dynamic IS biedt compensatie voor camcordertrillingen als u
tijdens het lopen video-opnamen maakt. Dit geeft u meer vrijheid en mobiliteit als u films
opneemt.
Opnameprogramma’s voor speciale scènes (Special Scene) ( 40): Bij het maken van
opnames onder uiteenlopende omstandigheden (bijvoorbeeld aan het strand), selecteert
de camcorder automatisch de optimale instellingen voor de situatie.
Functie vooropname (Pre-recording) ( 45): Om ervoor te zorgen dat u de zeldzame
momenten niet mist, begint de camcorder 3 seconden voordat u een opname maakt met
opnemen.
Momentopname van een video (Video Snapshot) ( 43): Hiermee kunt u een montage
maken van scènes en zelfs van muziek voorzien bij het afspelen.
4
Inhoudsopgave
Inleiding ________________________________
3 Kennismaking met de camcorder
8 Wat u moet weten over deze handleiding
10 Overzicht
10 Meegeleverde accessoires en CD-ROM’s
11 Overzicht van bedieningselementen
13 Schermgegevens
Voorbereidingen __________________________
16 Beginnen
16 De accu opladen
18 De accessoires voorbereiden
19 De stand en helderheid van het LCD-scherm bijstellen
21 Basisbediening van de camcorder
21 Bedieningsmodi
22 Joystick en joystickaanduiding
23 Gebruik van de menu’s
25 Eerste instellingen
25 De datum en tijd instellen
25 De taal wijzigen
26 De tijdzone wijzigen
27 Bij gebruik van een geheugenkaart
27 Geheugenkaarten die u met de camcorder kunt gebruiken
27 Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen
28 / Het geheugen selecteren waar de opgenomen
beelden moeten worden opgeslagen
28 Het interne geheugen (alleen / ) of de
geheugenkaart initialiseren
5
Inhoudsopgave
Video ____________________________________
30 Elementaire opnamefuncties
30 Video opnemen
31 De videokwaliteit selecteren (opnamemodus)
31 Zoomen: Optische, Geavanceerde en Digitale zoom
33 Snelstartfunctie (Quick Start)
34 Elementaire weergavefuncties
34 Video afspelen
35 Selecteren welke opnamen u wilt afspelen
36 Scènes aan de hand van de opnamedatum selecteren
37 Het begin voor het afspelen selecteren op de filmtijdlijn
38 Vooraf opnamen van het indexscherm selecteren
39 Scènes verwijderen
40 Geavanceerde functies
40 Opnameprogramma voor Speciale Scènes
41 De sluitersnelheid en andere functies bedienen tijdens het
opnemen
43 Mini-videolamp
43 Video Snapshot
45 Vooropnamefunctie
46 Zelfontspanner
46 Automatische tegenlichtcorrectie en handmatige
belichtingsinstelling
47 Handmatige scherpstelling
48 Witbalans
49 Beeldeffecten
49 Digitale effecten
50 Schermgegevens en datacodering
51 De afspeellijst en bewerkingen van scènes
51 Splitsen van scènes
52 De afspeellijst bewerken: Scènes aan de afspeellijst
toevoegen, verwijderen en verplaatsen
54 / Scènes kopiëren
6
Foto’s ___________________________________
55 Elementaire opnamefuncties
55 Foto’s maken
55 De grootte en kwaliteit van foto’s selecteren
56 Een foto wissen direct nadat deze is gemaakt
57 Elementaire weergavefuncties
57 Foto’s bekijken
59 Foto’s tijdens weergave vergroten
59 Foto’s verwijderen
61 Aanvullende functies
61 Histogramweergave
61 Foto’s beveiligen
62 / Foto’s kopiëren
63 Andere functies voor het maken van foto’s
63 Foto’s afdrukken
63 Foto’s afdrukken
64 De afdrukinstellingen selecteren
66 Afdrukopdrachten
Externe aansluitingen ______________________
69 Aansluitpunten op de camcorder
69 Aansluitschema’s
70 Opnamen afspelen op een TV-scherm
71 Uw opnamen opslaan
71 Op uw computer opnamen opslaan
71 Persoonlijke DVD-schijven en foto-DVD’s maken
74 Kopieeropdrachten
74 Uw opnamen kopiëren naar een externe videorecorder
75 Foto’s kopiëren naar een computer
7
Inhoudsopgave
Aanvullende informatie ______________________
77 Bijlage: Menu-opties - Overzicht
77 FUNC.-menu
79 Instellingsmenu’s
85 Problemen?
85 Problemen oplossen
89 Overzicht van berichten
97 Wat u wel en niet moet doen
97 Hoe u de camcorder moet behandelen
100 De batterij verwijderen
101 Voeding/overig
101 Gebruik van de camcorder in het buitenland
102 Muziekbestanden
103 Algemene informatie
103 Systeemschema
104 Optionele accessoires
106 Specificaties
109 Index
Inleiding
8
Bedankt dat u hebt gekozen voor de Canon LEGRIA FS37/FS36/FS307/FS306/
FS305*. Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u de camcorder in gebruik
neemt en bewaar de handleiding op een gemakkelijk bereikbare plaats, zodat u deze
later altijd kunt raadplegen. Mocht uw camcorder niet goed werken, raadpleeg dan
de tabel Problemen oplossen ( 85).
* De verkrijgbaarheid verschilt per regio.
Conventies die in deze handleiding worden toegepast
BELANGRIJK: Onder BELANGRIJK in deze handleiding wordt een
beschrijving gegeven van de voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de
bediening van de camcorder.
OPMERKINGEN: Onder OPMERKINGEN in deze handleiding wordt een
beschrijving gegeven van de overige functies die een aanvulling vormen op de
basisbediening van de camcorder.
WAAR U OP MOET LETTEN: Beperkingen of vereisten voor de beschreven
functies.
: Paginanummer ter referentie.
: Informatie die alleen van toepassing is op het model dat staat afgebeeld in
het pictogram.
In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt:
Indien niet aangegeven als “geheugenkaart” of als “intern geheugen” heeft de term
“geheugen” betrekking op beide (alleen
/ ).
“Scène” heeft betrekking op één filmeenheid vanaf het moment waarop u op de
-toets drukt om met opnemen te beginnen totdat u nog een keer op deze
toets drukt om een pauze in te lassen.
De foto’s in deze handleiding zijn gesimuleerde foto’s die zijn gemaakt met een
fotocamera. Tenzij anders aangegeven, hebben afbeeldingen en pictogrammen
betrekking op de .
Wat u moet weten over deze handleiding
Voor sommige bedieningshandelingen is het nodig dat u ook de handleiding van
de optionele DVD-brander DW-100 raadpleegt. Dit wordt aangegeven met het
pictogram en de naam van het relevante hoofdstuk of gedeelte.
Start/Stop
9
Vierkante haakjes [ ] worden gebruikt
voor menu-opties zoals die op het
scherm worden weergegeven. In
tabellen in deze handleiding is de
standaardwaarde vet afgedrukt.
Bijvoorbeeld [AAN], [UIT]
In deze handleiding wordt de pijl gebruikt om menuselecties in te
korten. Raadpleeg Gebruik van de menu’s ( 23) voor een
gedetailleerde beschrijving hiervan.
Namen van andere toetsen en
schakelaars dan die van de joystick
worden aangeduid binnen een
“toets”-kader.
Bijvoorbeeld .
FUNC.
Inleiding
10
Overzi cht
De volgende accessoires worden met de camcorder meegeleverd.
De volgende CD-ROM’s en software worden met de camcorder meegeleverd.
* De CD-ROM bevat de gebruikshandleiding voor de software (elektronische versie als PDF-
bestand).
Meegeleverde accessoires en CD-ROM’s
Compacte netadapter
CA-570 (incl. netsnoer)
Accu BP-808 Stereovideokabel STV-250N
Gele • Rode • Witte stekkers
USB-kabel IFC-300PCU
Beknopte handleiding
De CD-ROM* PIXELA Application - Disc 1 en de ‘PIXELA Applications
Installatiehandleiding’
- ImageMixer 3 SE Transfer Utility - Voor het opslaan en kopiëren van films.
- Music Transfer Utility - Voor het kopiëren van muziekbestanden naar een
geheugenkaart die is aangesloten op een computer en die tijdens het afspelen van
scènes op de camcorder kunnen worden gebruikt.
De CD-ROM* PIXELA Application - Disc 2
- ImageMixer 3 SE Video Tools - Voor het beheren, bewerken en afspelen van films.
De CD-ROM Gebruiksaanwijzing / Muziekgegevens-disc Bevat de complete
gebruiksaanwijzing van de camcorder (PDF-bestand) en de muziekbestanden die u
tijdens het afspelen van opnamen kunt gebruiken als achtergrondmuziek. Deze CD-
ROM kunt u niet op een CD-speler afspelen. De muziekbestanden op deze CD-ROM
zijn uitsluitend bestemd voor gebruik in combinatie met de bijgeleverde PIXELA-
applicaties, Music Transfer Utility en ImageMixer 3 SE Video Tools. Raadpleeg voor
meer bijzonderheden de ‘Music Transfer Utility Softwarehandleiding’ en de
‘ImageMixer 3 SE Softwarehandleiding’ op de CD-ROM PIXELA Application - Disc 1.
11
Overzicht van bedieningselementen
Aanzicht linkerzijde
Vooraanzicht
Aanzicht rechterzijde
RESET-knop ( 88)
VIDEO SNAP (Video Snapshot)-toets
( 43)/
(afdrukken/delen)-toets ( 64)
DISP. (schermgegevens)-toets
( 50, 61)/
BATT. INFO-toets ( 15)
USB-aansluitpunt ( 69)
AV OUT-aansluitpunt ( 69)
Luidspreker ( 34)
Bevestigingspunt riem ( 18)
ACCESS (geheugen lezen)-indicator
( 30, 55)
Handgreepriem
DC IN-aansluitpunt ( 16)
Mini-videolamp ( 43)
Stereomicrofoon
Inleiding
12
Achteraanzicht
Onderaanzicht
Bovenaanzicht
LCD-scherm ( 19)
ON/OFF(CHG) (aan/uit- en oplaad)-
indicator ( 17)
Camerakeuzewiel ( 21)
Start/Stop-toets ( 30)
(camera/afspelen)-toets ( 22)
PLAYLIST-toets ( 51)/
Inzoom T (telepositie)-toets ( 31)
(stop)-toets ( 34)/
Uitzoom W (groothoek)-toets ( 31)
/ (afspelen/pauze)-toets ( 34)/
START/STOP-toets ( 30)
FUNC.-toets ( 23, 77)
Joystick ( 22)
PHOTO-toets ( 55)
Zoomregelaar ( 31)
POWER-toets
Aansluitpunt statief ( 97)
Ontgrendelingslipje accu ( 17)
Geheugenkaartsleuf ( 27)
Accucompartiment ( 16)
Afdekking accucompartiment/Afdekking
geheugenkaartsleuf
Serienummer
Het serienummer bevindt zich aan de
buitenkant van de afdekking van het
accucompartiment.
13
Films opnemen
Films afspelen
(Tijdens afspelen)
Schermgegevens
Bedieningsmodus ( 21)
Opnameprogramma ( 40, 41)
Witbalans ( 48)
Beeldeffecten ( 49)
Digitale effecten ( 49)
Opnamemodus ( 31)
Handmatige scherpstelling ( 47)
Beeldstabilisator ( 79)
Functie vooropname ( 45)
Opname/afspeelfunctie ( 15)
Aantal opgenomen scènes
(opnamepauze)/Tijdscodering (uren :
minuten : seconden, tijdens het opnemen)
Resterende opnameduur
Op de geheugenkaart
/ In het interne
geheugen
Resterende tijd batterijgebruik ( 15)
Windscherm uitgeschakeld ( 79)
Tegenlichtcorrectie ( 46)
Joystickaanduiding ( 22)
Mini-videolamp ( 43)
Horizontaalmarkering ( 81)
Audioniveau-indicator ( 81)
Tijdcode/afspeelduur
(uren : minuten : seconden)
Scènenummer
Datacodering ( 81)
Inleiding
14
Foto’s maken
Foto’s weergeven
Zoom ( 31), Belichting
( 46)
Opnameprogramma ( 40, 41)
Witbalans ( 48)
Beeldeffect ( 49)
Digitaal effect ( 49)
Fotokwaliteit/grootte ( 55)
Handmatige scherpstelling ( 47)
Resterende tijd batterijgebruik ( 15)
Aantal nog te maken foto’s ( 15)
Op de geheugenkaart
/ In het interne
geheugen
Zelfontspanner ( 46)
AF-kader ( 80)
Joystickaanduiding ( 22)
Mini-videolamp ( 43)
Scherpstellings- en
belichtingsvergrendeling ( 55)
Camcordertrillingswaarschuwing ( 80)
Fotonummer ( 15, 84)
Huidige foto / totaal aantal foto’s
Histogram ( 61)
Datum en tijd van opname
Symbool dat foto beveiligd is ( 61)
Handmatige belichting ( 46)
Fotogrootte ( 55)
Bestandsgrootte
Diafragmagetal
Sluitersnelheid ( 41)
15
Opname/afspeelfuncties
Opnemen, Opnamepauze,
Afspelen, Afspeelpauze,
Versneld afspelen,
Versneld achteruit afspelen,
Vertraagd afspelen,
Vertraagd achteruit afspelen
Resterende opnameduur
Als er geen ruimte meer beschikbaar is in het
geheugen, zal [ EINDE] (intern geheugen,
alleen / /) of [ EINDE]
(geheugenkaart) worden getoond en zal het
opnemen stoppen.
, Resterende tijd batterijgebruik
Het pictogram laat een grove schatting zien van
de resterende lading van de accu als een deel
van een volledig opgeladen accu. Naast het
pictogram wordt in minuten de resterende
opname/afspeeltijd van de accu getoond.
• Als in rood wordt weergegeven, dan moet
u de accu door een volledig opgeladen accu
vervangen.
• Wanneer u een lege accu plaatst, wordt
mogelijk de voeding uitgeschakeld zonder dat
wordt getoond.
• De accu moet de eerste keer volledig
opgeladen zijn en u moet de camcorder
gebruiken totdat de accu volledig leeg is.
Hiermee zorgt u ervoor dat de resterende
opnametijd nauwkeurig wordt weergegeven.
• Mogelijk wordt de resterende accucapaciteit
niet nauwkeurig aangegeven. Dit hangt af van
de omstandigheden waaronder de camcorder
en accu worden gebruikt.
• Als de camcorder uit staat, moet u op
drukken om de laadtoestand van
de accu weer te geven. Het Intelligent System
zal gedurende 5 seconden de laadtoestand (als
een verhouding) en de resterende opnametijd
weergeven. Wanneer de accu volledig leeg is,
wordt de informatie over de accu niet
weergegeven.
Aantal beschikbare foto’s
in rood: Geen kaart aanwezig
in groen: 6 of meer foto’s
in geel: 1 tot 5 foto’s
in rood: Er kunnen geen foto’s meer
worden gemaakt
• Tijdens het bekijken van foto’s is het scherm
altijd groen.
• Het kan voorkomen dat het getal dat aangeeft
hoeveel foto’s nog kunnen worden gemaakt,
niet afneemt nadat een foto is gemaakt. Ook
kan het voorkomen dat het aantal foto’s dat nog
kan worden gemaakt, op het display na een
opname ineens met 2 afneemt, afhankelijk van
de opnameomstandigheden.
Fotonummer
Het fotonummer geeft de naam en locatie aan van
het bestand op de geheugenkaart. Voorbeeld: de
bestandsnaam van een foto met het nummer
101-0107 is “IMG_0107.JPG”, opgeslagen onder
de map “DCIM\101CANON”.
BATT.INFO
16
Voorbereidingen
In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van de elementaire
bedieningshandelingen, zoals het navigeren door menu’s, en de
instellingen die u de eerste keer moet verrichten. Zo raakt u snel
vertrouwd met uw camcorder.
De accu opladen
De camcorder kan van stroom worden
voorzien met een accu of rechtstreeks
met de compacte netadapter. Laad de
accu vóór gebruik op.
Raadpleeg de tabellen op pagina 104-
105 voor informatie over de geschatte
oplaad-, opname- en afspeeltijd met
een volledige accu.
1 Sluit het netsnoer aan op de
compacte netadapter.
2 Steek de stekker van het netsnoer
in een stopcontact.
3 Sluit de compacte netadapter aan
op het DC IN-aansluitpunt van de
camcorder.
4 Schuif de afdekking van het
accucompartiment naar de
achterkant van de camcorder en
open het compartiment.
5 Schuif de accu voorzichtig
helemaal naar binnen en druk er
voorzichtig op totdat de accu
vastklikt.
6 Sluit de afdekking en schuif die
voorzichtig in de richting van de
lens totdat u een klik hoort.
Beginnen
DC IN-
aansluitpunt
17
7 Het laden begint zodra de
camcorder is uitgeschakeld.
De ON/OFF(CHG)-indicator begint
in rood te knipperen. De indicator
gaat uit als de accu is opgeladen.
Indien de indicator snel knippert,
raadpleeg dan Problemen
oplossen ( 85).
1 Koppel de compacte netadapter
van de camcorder los.
2 Trek de stekker uit het
stopcontact en het netsnoer uit
de compacte netadapter.
1 Schuif de afdekking van het
accucompartiment naar de
achterkant van de camcorder en
open het compartiment.
2 Druk op het ontgrendelingslipje en
verwijder de accu.
3 Sluit de afdekking en schuif die
voorzichtig in de richting van de
lens totdat u een klik hoort.
BELANGRIJK
Zet de camcorder uit voordat u de
compacte netadapter aansluit of
verwijdert. Nadat u de camcorder hebt
uitgezet, worden belangrijke gegevens
in het geheugen opgeslagen. Wacht
totdat de ON/OFF (CHG)-indicator uit
gaat.
Het verdient aanbeveling om de accu op
te laden bij een temperatuur tussen
10 °C en 30 °C. De accu wordt niet
opgeladen als de temperatuur lager is
dan 0 °C of hoger dan 40 °C .
Sluit op het DC IN-aansluitpunt van de
camcorder of op de compacte
netadapter geen elektrische apparatuur
aan die niet uitdrukkelijk is aanbevolen
voor gebruik met deze camcorder.
Sluit de bijgeleverde compacte
netadapter niet aan op
ZODRA DE ACCU VOLLEDIG OPGELADEN IS
ON/OFF(CHG)-indicator
DE ACCU VERWIJDEREN
Ontgrendelingslipje accu
Voorbereidingen
18
spanningsomzetters bij reizen naar
andere continenten of op speciale
stroombronnen zoals die in vliegtuigen
en schepen, DC-AC-omzetters, etc.
Anders kan het apparaat uitvallen of te
heet worden.
OPMERKINGEN
Zet de camcorder uit voordat u de accu
oplaadt. De accu zal niet worden
opgeladen wanneer de camcorder aan
staat.
Als resterende accucapaciteit een
probleem vormt, kunt u de camcorder
van stroom voorzien met de compacte
netadapter, zodat de accustroom niet
wordt verbruikt.
Opgeladen accu’s ontladen zich op
natuurlijke wijze. Zorg er daarom voor
dat u de accu op de dag van gebruik, of
de dag ervoor, oplaadt. U bent dan
verzekerd van een volle accu.
Wij raden u aan 2 tot 3 maal zoveel
opgeladen accu’s bij de hand te houden
dan u nodig denkt te hebben.
De accessoires voorbereiden
Maak de handgreepriem vast.
Stel de handgreepriem zo af dat u met
uw wijsvinger de zoomregelaar en met
uw duim de -toets kunt
bereiken.
1 Trek de flap van het beklede
gedeelte van de handgreep
omhoog en maak het riempje los
van de klittenbandbekleding.
2 Trek aan het riempje om het eerst
uit de voorste bevestiging te
halen, schuif het riempje uit de
handgreep en haal het uit de
achterste bevestiging op de
camcorder.
Voer het bevestigingsuiteinde van de
polsband door de achterste
bevestiging op de camcorder, voer
het bandje door de lus en sluit de
flap.
DE HANDGREEPRIEM VERWIJDEREN
EEN POLSBAND BEVESTIGEN
Start/Stop
19
U kunt de polsriem uit oogpunt van
bedieningsgemak en bescherming ook
bevestigen aan het riembevestigingspunt
op de handgreepriem.
Voer de uiteinden van de
schouderriem door het
riembevestigingspunt op de
handgreepriem en stel de lengte van
de riem bij.
Ook kunt u de handgreepriem
verwijderen en de schouderriem aan de
achterste bevestiging op de camcorder
vastmaken.
1 Voer het uiteinde van het bandje
door de achterste bevestiging op
de camcorder.
2 Trek het bandje door de beklede
handgreep en voer het door de
voorste bevestiging op de
camcorder.
3 Stel de handgreepriem naar eigen
keuze in, maak het bandje aan de
klittenbandbekleding vast en sluit
de flap.
De stand en helderheid van het LCD-
scherm bijstellen
Het LCD-paneel draaien
Open het LCD-paneel 90 graden
U kunt het paneel 90 graden naar
beneden draaien.
U kunt het paneel 180 graden naar de
lens draaien. 180 graden draaien van
het LCD-paneel komt van pas als u
uzelf wilt opnemen met gebruik van
de zelfontspanner.
OPMERKINGEN
Over het LCD-scherm: Het scherm is
gefabriceerd met uiterst verfijnde
technieken. Meer dan 99,99 % van de
pixels functioneert correct. Minder dan
0,01 % van de pixels kan af en toe
mislukken of wordt weergegeven als
zwarte, rode, blauwe of groene punten. Dit
heeft geen invloed op het opgenomen
EEN SCHOUDERRIEM BEVESTIGEN
DE HANDGREEPRIEM OPNIEUW BEVESTIGEN
180°
90°
180°
Het onderwerp kan het LCD-scherm bekijken
Voorbereidingen
20
beeld en betekent niet dat er problemen
zijn.
LCD-achtergrondverlichting
U kunt de helderheid van het scherm
instellen op gedimd, normaal of helder.
Om het scherm te dimmen, schakel
[LCD-DIMMER] in (s 81). Om te
schakelen tussen normaal en helder of
om [LCD-DIMMER] uit te schakelen,
voert u de volgende handelingen uit.
Met de camcorder ingeschakeld,
houdt u langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Herhaal de handeling als u wilt
schakelen tussen normaal en helder.
OPMERKINGEN
Deze instelling heeft geen invloed op de
helderheid van de opname.
Gebruik van de heldere instelling bekort
de effectieve gebruiksduur van de accu.
Staat de helderheid van het scherm
ingesteld op normaal, dan zal de
helderheid automatisch wijzigen naar
helder wanneer u de compacte
netadapter aansluit.
DISP.
21
Bedieningsmodi
De bedieningsmodus van de camcorder
wordt bepaald door de stand van de
-toets en de stand van het
programmakeuzewiel. In deze
handleiding betekent dat u de
functie in de getoonde bedieningsmodus
kunt gebruiken en betekent dat de
functie niet beschikbaar is. Bekijk de
volgende tabel voor een overzicht van de
bedieningsmodi.
Opnemen: Dubbele opname (Dual Shot) en
flexibele camcorder-instellingen (Flexible
recording)
Voor het maken van films en video’s
heeft de camcorder twee
standaardmodi: Dubbele opname
(Dual Shot) ( -modus) voor
beginners of wanneer u geen zin hebt
de camera-instellingen te wijzigen, en
flexibel opnemen waarmee u de
camcorder-instellingen naar eigen
voorkeur kunt aanpassen.
Zet het programmakeuzewiel op om
de -modus in te schakelen. U hoeft
zich geen zorgen meer te maken over de
instellingen en kunt video-opnamen
maken door eenvoudigweg te
gebruiken of foto’s te maken door
eenvoudigweg te gebruiken. U
kunt ook gebruik maken van de
zoomregelaar, Quick Start ( 33) en
Video Snapshot ( 43).
Voor het aanpassen van de instellingen
van de camera, moet u het
programmakeuzewiel voor films zetten
op en voor foto’s op . U hebt
Basisbediening van de
camcorder
Bedieningsmod
us
Weergegeven
pictogram
Functie
Films of foto’s opnemen met het geheugen (Dual Shot) 21
(groen)
Films opnemen met het geheugen 30
(blauw)
Foto’s opnemen met het geheugen 55
(groen)
Film uit het geheugen afspelen (druk op terwijl het
camerakeuzewiel in de modus of
staat)
34
(blauw)
Foto’s uit het geheugen bekijken (druk op terwijl het
camerakeuzewiel in de modus staat)
57
Start/Stop
PHOTO
Voorbereidingen
22
toegang tot de menu’s en kunt naar eigen
voorkeur de instellingen aanpassen. Ook
in deze modus krijgt u via de camcorder
ondersteuning voor de instellingen. U
kunt bijvoorbeeld de
opnameprogramma’s voor speciale
scènes gebruiken ( 40) om in één keer
een optimale instelling te kiezen voor
speciale omstandigheden tijdens een
opname.
Opnamen afspelen
Druk op als u wilt schakelen
tussen de opnamestand die wordt
aangegeven door het
programmakeuzewiel en de
afspeelstand (
/ het
geselecteerde opnamemedium blijft
hetzelfde). Wanneer het
programmakeuzewiel op of op
staat, zal door het indrukken van
de camcorder overschakelen naar de
afspeelstand voor films. Wanneer het
programmakeuzewiel op , staat, zal
door het indrukken van de
camcorder overschakelen naar de
afspeelstand voor foto’s.
Ook als de camcorder uitstaat, zal door
het indrukken van de camcorder
in de gekozen afspeelstand opstarten.
OPMERKINGEN
In de -modus hebt u geen toegang
tot de menu’s of de joystickaanduiding,
maar u kunt deze instellingen eerst
aanpassen voordat u de camcorder in de
-modus zet.
- Opnamemodus voor films
- Grootte/kwaliteit van foto’s
- Breedbeeld
- Automatische langzame sluitertijd
- Alle instellingen in het menu
[ SYSTEEM SETUP]
- LCD-schermdimmer
- Demonstratiemodus
- Beeldstabilisator (als u eerder de optie
[ DYNAMISCH] hebt geselecteerd,
wordt [BEELD STAB] ingesteld op [
DYNAMISCH]; als u eerder de optie
[ STANDAARD] of [ UIT] hebt
geselecteerd, wordt [BEELD STAB]
ingesteld op [ STANDAARD].)
Joystick en joystickaanduiding
Gebruik de joystick om de menu’s van
de camcorder te gebruiken.
De functies die verschijnen tijdens de
joystickaanduiding hangen af van de
bedieningsmodus. Standaard is de
joystickaanduiding minimaal. Druk op
de joystick ( ) voor weergave daarvan.
Tijdens de - of -modus
selecteert u met ( ) en functie en
drukt u op om de instelling te
veranderen. Bij bepaalde functies moet
Druk op de joystick zelf ( ) om de
instellingen op te slaan of een actie te
bevestigen. Op menuschermen wordt dit
aangegeven met het pictogram
( ).
Druk de joystick omhoog, omlaag, naar
links of rechts ( , ) om een item
te selecteren of instellingen te wijzigen.
OFF
OFF
OFF
A
M
23
u verdere aanpassingen doen
(aangeduid met kleine pijlen).
Tijdens de afspeelstand selecteert u
met ( ) een “rij” functies en drukt u
op om toegang te krijgen tot de
middelste functie of verplaatst u de
joystick ( ) naar links of naar rechts
om een functie links of rechts van de rij
te kiezen.
In elke modus zal na een aantal
seconden de joystickaanduiding weer
minimaal worden, maar u kunt nog
steeds gebruik maken van de gekozen
optie. U kunt ook op de joystick ( )
drukken om de joystickaanduiding te
verbergen.
Gebruik van de menu’s
Veel camcorderfuncties kunnen worden
ingesteld met de menu’s die u kunt
openen door op de toets FUNC. te
drukken ( ). Stel de camcorder in
op de flexibele opnamestand als u de
menu’s wilt openen. In de -modus
keren de meeste menu-instellingen,
enkele uitgezonderd, terug naar de
standaardwaarden.
Raadpleeg de bijlage Menu-opties -
Overzicht ( 77) voor informatie over
de beschikbare menu-opties en
instellingen.
In het FUNC.-menueen optie selecteren in
de opnamestand
1 Druk op .
2 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het pictogram van de functie
die u wilt wijzigen.
Niet-beschikbare menu-onderdelen
worden gedimd weergegeven.
3 Kies uit de beschikbare opties in
de balk aan de onderzijde met
de gewenste instelling.
De geselecteerde instelling wordt
geaccentueerd in een oranje kleur.
Bij sommige instellingen moet u
verdere keuzes maken en/of op
drukken. Volg de extra
bedieningsaanduidingen die op
het scherm verschijnen (zoals het
pictogram , kleine pijlen,
etc.).
4 Druk op om de instellingen
op te slaan en het menu te sluiten.
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Voorbereidingen
24
Een optie selecteren in de
instellingsmenu’s
1 Druk op .
2 Selecteer met ( , ) het
pictogram en druk op om
de instellingsmenu’s te openen.
U kunt ook langer dan 1
seconde ingedrukt houden om het
scherm van de instellingsmenu’s
rechtstreeks te openen.
3 Selecteer in de linkerkolom met
( ) het gewenste menu en druk
op .
De titel van het geselecteerde menu
verschijnt aan de bovenzijde van het
scherm en daaronder ziet u de lijst
met opties.
4 Selecteer met ( ) de optie die u
wilt wijzigen en druk op .
De oranje keuzebalk geeft de
momenteel geselecteerde menu-
instelling aan. Items die niet
beschikbaar zijn, worden in zwart
weergegeven.
Druk ( ) op de joystick in om
terug te keren naar het
menukeuzescherm (stap 3).
5 Selecteer met ( ) de gewenste
instelling en druk op om de
instelling op te slaan.
6 Druk op .
U kunt op elk moment op
drukken om het menu te sluiten.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
25
De datum en tijd instellen
U moet de datum en tijd van de
camcorder instellen voordat u deze
kunt gebruiken. Het [DATE/TIME-
DATUM/TIJD] -scherm zal automatisch
verschijnen als de klok niet is ingesteld.
Als het scherm [DATE/TIME-DATUM/
TIJD] verschijnt, wordt het jaar
weergegeven in oranje en aangeduid
met omhoog/omlaag-pijlen.
1 Wijzig met ( ) het jaar en ga met
( ) naar de maand.
2 Wijzig de rest van de velden
(maand, dag, uur en minuten) op
dezelfde wijze.
3 Selecteer met ( ) de optie [OK] en
druk op om de klok te starten
en het instellingsscherm te sluiten.
BELANGRIJK
Als u de camcorder circa 3 maanden niet
gebruikt, raakt de ingebouwde
oplaadbare lithiumbatterij mogelijk geheel
leeg en verliest u daardoor de datum- en
tijdinstelling. Laad in dat geval de
ingebouwde lithiumbatterij op ( 99) en
stel opnieuw de tijdzone, datum en tijd in.
De datum wordt alleen in het eerste
instellingsscherm weergegeven in de
notatie jaar-maand-dag. In de volgende
schermen verschijnen de datum en tijd als
dag-maand-jaar (bijvoorbeeld
[1.JAN.2010 12:00 AM]). De datumnotatie
kunt u wijzigen ( 84).
U kunt de datum/tijd ook later wijzigen (op
een ander moment dan tijdens de eerste
instellingen). Het [DATE/TIME-DATUM/
TIJD]-scherm openen:
[ MENU]
[ DATE/TIME SETUP-DAT/TIJD
SETUP]
[DATE/TIME-DATUM/TIJD]
De taal wijzigen
Opties
Standaardwaarde
[ MENU]
[ DISPLAY SETUP/SCHERM
SETUP]*
[LANGUAGE /TAAL ]*
Gewenste taal
*
Als u de camcorder voor de eerste keer instelt of
nadat u deze hebt gereset, worden alle
schermgegevens weergegeven in de Engelse
taal (de standaardtaal). Selecteer [
DISPLAY
SETUP/SCHERM SETUP] [LANGUAGE /
TAAL] en kies uw taal.
Eerste instellingen
( 21)
[][MELAYU][]
[DEUTSCH][NEDERLANDS][ ]
[][POLSKI][]
[ENGLISH]
[PORTUGUÊS][ ]
[ESPAÑOL][ ] [ ]
[FRANÇAIS][TÜRKÇE][]
[ITALIANO][ ] [ ]
[MAGYAR][ ]
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Voorbereidingen
26
OPMERKINGEN
Als u per ongeluk de taal hebt
veranderd, selecteer het menu-
onderdeel met de -markering en
wijzig de instelling.
De symbolen en die in
sommige menuschermen verschijnen,
hebben betrekking op de namen van
toetsen op de camcorder en veranderen
niet, ongeacht de taal die is
geselecteerd.
De tijdzone wijzigen
Kies de tijdzone die bij uw locatie past.
De standaardinstelling is Parijs.
[ MENU]
[ DAT/TIJD SETUP]
[T.ZONE/DST]
De eigen tijdzone*
[ MENU]
[ DAT/TIJD SETUP]
[T.ZONE/DST]
De tijd op uw bestemming*
* Als u de tijd wilt aanpassen aan de
zomertijd, selecteer dan de gebiedsnaam
die is gemarkeerd met een .
( 21)
DE EIGEN TIJDZONE INSTELLEN
FUNC.
FUNC.
ALS U OP REIS BENT
FUNC.
FUNC.
27
Geheugenkaarten die u met de
camcorder kunt gebruiken
U kunt met deze camcorder voor het
maken van films en foto’s gebruik maken
van SDHC (SD hoge capaciteits)-
geheugenkaarten en SD-
geheugenkaarten. Deze zijn in de winkel
verkrijgbaar. Het kan echter zijn dat u,
afhankelijk van de geheugenkaart, op de
geheugenkaart geen films kunt opnemen.
Raadpleeg de volgende tabel.
Vanaf oktober 2009 is de
filmopnamefunctie getest met gebruik
van SD/SDHC-geheugenkaarten die zijn
gemaakt door Panasonic, SanDisk en
Toshiba.
OPMERKINGEN
Over de SD-snelheidsklasse (Speed Class): De
SD-snelheidsklasse is de minimale
gegarandeerde snelheid van SD/SDHC-
geheugenkaarten tijdens
gegevensoverdracht. Bekijk bij aanschaf van
een geheugenkaart het logo voor de
snelheidsklasse op de verpakking.
Een geheugenkaart plaatsen en
verwijderen
U moet een geheugenkaart altijd eerst
initialiseren voordat u deze met de
camcorder kunt gebruiken ( 28).
1 Zet de camcorder uit.
Controleer of de ON/OFF(CHG) (aan/
uit- en oplaad)-indicator
uitgeschakeld is.
2 Schuif de afdekking van de
geheugenkaartsleuf naar de
achterkant van de camcorder en
open de sleuf.
Bij gebruik van een
geheugenkaart
Geschikte geheugenkaarten voor het opnemen van films
*Het kan zijn, afhankelijk van de geheugenkaart, dat u op de geheugenkaart geen films kunt
opnemen.
Geheugenkaart Capaciteit SD-snelheidsklasse Films opnemen
SD-geheugenkaarten
Minder dan 64 MB
128 MB t/m 2 GB *
512 MB t/m 2 GB
, ,
,
SDHC-geheugenkaarten 4 GB t/m 32 GB
, ,
,
Voorbereidingen
28
3 Steek de geheugenkaart in zijn
geheel, met het label naar de
achterkant van de camcorder
gericht, recht in de
geheugenkaartsleuf totdat de
kaart vastklikt.
4 Sluit de afdekking en schuif die
voorzichtig in de richting van de
lens totdat u een klik hoort.
Forceer de afdekking niet om deze te
sluiten als u de geheugenkaart niet
op de juiste wijze hebt geplaatst.
BELANGRIJK
Geheugenkaarten hebben een voor- en
achterzijde die van elkaar verschillen. De
camcorder kan defect raken als u een
geheugenkaart verkeerd om in de
camcorder plaatst.
OPMERKINGEN
De geheugenkaart verwijderen: Druk eenmaal
de geheugenkaart in om deze te
ontgrendelen. De geheugenkaart springt
vervolgens naar buiten. Trek de kaart
daarna in zijn geheel naar buiten.
/ Het geheugen selecteren
waar de opgenomen beelden moeten
worden opgeslagen
U kunt uw films en foto’s opslaan in het
interne geheugen of op de
geheugenkaart. Het interne geheugen is
het standaardmedium voor het
opnemen van beide.
[ MENU]
[ GEHEUGEN OPER.]
[MEDIA:FILMS] of
[MEDIA:BEELD.]
Het geheugen dat u wilt gebruiken*
Druk op
* Voor elk medium kunt u de totale, de reeds
gebruikte en de globaal nog beschikbare
ruimte nagaan. De globaal nog beschikbare
ruimte hangt af van de opnamemodus (voor
films) of de afmeting/kwaliteit (voor foto’s)
die u gebruikt.
Het interne geheugen (alleen /
) of de geheugenkaart
initialiseren
Voordat u een geheugenkaart de eerste
keer met de camcorder gebruikt, moet u
de geheugenkaart eerst initialiseren. U
kunt een geheugenkaart of het interne
geheugen (alleen
/ ) ook
initialiseren om alle gegevens in het
betreffende geheugen permanent te
verwijderen.
( 21)
FUNC.
FUNC.
29
/ Het interne geheugen is in
de fabriek al geïnitialiseerd.
Opties
/
[ MENU]
[ GEHEUGEN OPER.]
[INITIALISEREN] De te
initialiseren geheugenkaart
Initialisatiemethode
[JA]* [OK]
//
[ MENU]
[ GEHEUGEN OPER.]
[INITIALISEREN]
Initialisatiemethode
[JA]* [OK]
* Druk op als u de volledige initialisatie
wilt annuleren terwijl deze bezig is. Alle
opnamen worden gewist, maar u kunt
zonder problemen het opnamemedium
gebruiken.
BELANGRIJK
Initialisatie van het geheugen houdt in
dat alle gegevens permanent worden
gewist. Verloren geraakte opnamen kunt
u dan niet meer terughalen. Zorg er
daarom voor dat u van belangrijke
opnamen eerst een kopie maakt op een
extern apparaat ( 71).
Als het geheugen wordt geïnitialiseerd,
worden ook de muziekbestanden
gewist.
- Gebruikers van Windows: Gebruik de
bijgeleverde software Music Transfer
Utility om de muziekbestanden
op de bijgeleverde CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc te kopiëren
naar een geheugenkaart die
aangesloten is op een computer.
Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikshandleiding (PDF-bestand)
van de software.
- Gebruikers van Mac OS: Gebruik de
Finder om de muziekbestanden op de
bijgeleverde CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc te kopiëren
naar een geheugenkaart die
aangesloten is op een computer.
Raadpleeg Muziekbestanden ( 102)
voor de mappenstructuur van het
geheugen en de CD-ROM.
Tijdens het initialisatieproces mag u de
stroombron niet verwijderen of de
camcorder uitzetten. U mag op de
camcorder ook geen
bedieningshandelingen uitvoeren
(behalve de initialisatie stopzetten als
dat nodig is).
( 21)
[INITIALISEREN]
Hiermee wist u de bestandstoewijzingstabel
maar de opgeslagen gegevens worden niet
fysiek gewist.
[COMPL.INIT.]
Wist alle gegevens volledig.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
30
Video
In dit hoofdstuk vindt u functies die te maken hebben met het maken
van films, inclusief het opnemen, het afspelen en bewerken van het
geheugen.
Video opnemen
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Schakel de camcorder in.
/ U kunt kiezen welk
geheugen wordt gebruikt voor het
opnemen van films ( 28).
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
De opname wordt gestart; druk
nog een keer op als u
een pauze wilt inlassen.
U kunt ook op op het
LCD-paneel drukken.
1 Controleer of de ACCESS-
indicator uit staat.
2 Zet de camcorder uit.
3 Sluit het LCD-paneel.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. Als u zich daar niet aan
houdt, kunt u gegevens voorgoed
kwijtraken of het geheugen beschadigen.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Over de stroombesparingsstand:
Bij gebruik
van de accu schakelt de camcorder
zichzelf automatisch uit als er vijf minuten
lang geen bedieningshandelingen zijn
verricht. Dit wordt gedaan om stroom te
besparen ( 83). Druk op om de
camcorder aan te zetten.
Als u opnamen maakt op heldere
plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te
maken van het LCD-scherm. Als u
daarentegen opnamen maakt op donkere
plaatsen, kan het LCD-paneel hinderlijk
zijn voor personen die zich in de buurt
bevinden. Wijzijg in een dergelijk geval de
helderheid van het LCD-scherm ( 19,
82).
Elementaire opnamefuncties
( 21)
Start/Stop
Start/Stop
START/STOP
NADAT U KLAAR BENT MET OPNEMEN
31
De videokwaliteit selecteren
(opnamemodus)
De camcorder heeft 3 opnamemodi.
Door de opnamemodus te wijzigen,
verandert ook de resterende
opnametijd in het geheugen. Selecteer
de XP-modus voor een betere
filmkwaliteit; selecteer LP voor een
langere opnameduur. De volgende
tabel geeft bij benadering aan hoe lang
u kunt opnemen.
[ STANDAARD PLAY 6Mbps]
Gewenste opnamemodus
OPMERKINGEN
De camcorder maakt gebruik van een
variabele bit rate (VBR) om video te
coderen; de feitelijke opnameduur zal
daarom afhangen van de inhoud van de
scènes.
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de -modus zet.
Zoomen: Optische, Geavanceerde en
Digitale zoom
De camcorder is voorzien van drie
zoomtypes: optisch (37x), geavanceerd
(41x) en digitaal (
/ /
2000x, 2300x, 1800x).
In de -modus zijn alle drie
beschikbaar. In de -modus zijn de
geavanceerde en optische zoom
( 21)
FUNC.
FUNC.
Opnametijden voor films bij benadering
Standaardwaarde
Bij een opname groter dan 4 GB, wordt deze verdeeld in scènes die kleiner zijn dan 4 GB.
Opnamemodus XP SP
LP
Geheugen
Geheugenkaart van 1 GB 10 min. 20 min. 35 min.
Geheugenkaart van 2 GB 25 min. 40 min. 1 uur 15 min.
Geheugenkaart van 4 GB 55 min. 1 uur 20 min. 2 uur 35 min.
Intern geheugen/
geheugenkaart van 8 GB
1 uur 50 min. 2 uur 45 min. 5 uur 10 min.
Intern geheugen/
geheugenkaart van 16 GB
3 uur 40 min. 5 uur 30 min. 10 uur 25 min.
Geheugenkaart van 32 GB 7 uur 20 min. 11 uur 5 min. 20 uur 50 min.
Video
32
beschikbaar; in de -modus is alleen
de optische zoom beschikbaar.
Gebruik van de zoom
Verplaats de zoomregelaar naar W
als u wilt uitzoomen (groothoek).
Verplaats de zoomregelaar naar T als
u wilt inzoomen (telefoto).
Druk zachtjes voor een langzame zoom;
druk harder voor een snellere zoom. U
kunt [ZOOMSNELHEID] ( 79) ook
instellen op een van de vaste snelheden
(3 is het snelst, 1 het langzaamst).
OPMERKINGEN
Houd tot het onderwerp een afstand van
ten minste 1 meter aan. Bij volledige
groothoek kunt u tot op niet minder dan
1 cm op een onderwerp scherpstellen.
Bij gebruik van geavanceerde zoom zal
bij volledige groothoek de beeldhoek
breder zijn.
Als [BEELD STAB] is ingesteld op [
DYNAMISCH], is het maximale
zoombereik 2100x (alleen ),
1800x (alleen ) of 1600x (alleen
).
Als [ZOOMSNELHEID] is ingesteld op
[ VARIABEL]:
- In de opnamepauzemodus is de
zoomsnelheid groter dan wanneer u
aan het opnemen bent.
- Als u gebruik maakt van de T- en W-
toets op het LCD-paneel, zal de
( 21)
Over de zoomtypes
Optisch:
Het zoombereik is beperkt tot de optische vergrotingsverhouding van de lens.
Geavanceerd:
In aanvulling op het optische zoombereik wordt door de camcorder
het beeld digitaal verwerkt om een groter zoombereik te verkrijgen zonder dat de
beeldkwaliteit verslechtert. In de -modus wordt geavanceerde zoom gebruikt
behalve wanneer [BEELD STAB] is ingesteld op [ DYNAMISCH] of wanneer
[BREEDBEELD] ingesteld is op [ UIT]. In de -modus wordt geavanceerde
zoom gebruikt behalve wanneer [BEELD STAB] is ingesteld op [ DYNAMISCH].
In beide gevallen blijft de optische zoom beschikbaar.
Digitaal:
Dit is de [D. ZOOM]-instelling in het menu [CAMERA SETUP] ( 79). Als u
deze optie selecteert, schakelt de camcorder over op digitale zoom (lichtblauw gebied
op de zoomindicator) als u verder inzoomt dan het optische zoombereik (wit gebied
op de zoomindicator). Met de digitale zoom wordt het beeld digitaal verwerkt. De
beeldkwaliteit zal daarom verslechteren naarmate u meer inzoomt.
W Uitzoomen T Inzoomen
33
zoomsnelheid constant ingesteld
staan op [ SNELHEID 3].
Snelstartfunctie (Quick Start)
Als u het LCD-paneel sluit terwijl de
camcorder ingeschakeld is, komt de
camcorder in de standby-modus. In de
standby-modus verbruikt de camcorder
slechts de helft van de stroom die
wordt gebruikt voor het maken van
opnamen, waardoor u bij gebruik van
een accu bespaart op stroom. Ook zal
bij het openen van het LCD-paneel of
bij het draaien aan het
camerakeuzewiel de camcorder binnen
ongeveer 1 seconde* gereed zijn voor
het maken van opnamen.
* De werkelijke tijd hangt af van de
opnameomstandigheden.
1 Sluit het LCD-paneel terwijl de
camcorder ingeschakeld is en in
een opnamestand staat.
U hoort een pieptoon en de ON/
OFF(CHG) (aan/uit-oplaad)-indicator
verandert in oranje om aan te geven
dat de camcorder in de standby-
modus staat.
2 Open het LCD-paneel als u het
opnemen wilt hervatten.
De ON/OFF(CHG)-indicator wordt
weer groen en de camcorder is
gereed voor het maken van
opnamen.
BELANGRIJK
Verwijder de stroombron niet tijdens de
standby-modus (terwijl de ON/OFF(CHG)-
indicator in oranje brandt).
OPMERKINGEN
De camcorder komt niet in de standby-
modus als het LCD-paneel gesloten
wordt terwijl de ACCESS-indicator
brandt of knippert of terwijl een menu
wordt weergegeven. De camcorder
komt mogelijk ook niet in de standby-
modus als het LCD-paneel gesloten
wordt terwijl de afdekking van de
geheugenkaartsleuf openstaat of
wanneer de accu onvoldoende
opgeladen is. Controleer of de ON/OFF
(CHG)-indicator in oranje verandert.
De camcorder wordt uitgeschakeld als u
deze 10 minuten lang in de standby-
modus laat staan, ongeacht de instelling
van [SPAARSTAND] ( 83). Druk op
om de camcorder aan te zetten.
U kunt selecteren hoe lang het moet
duren voordat de camcorder wordt
uitgeschakeld of u kunt de snelstartfunctie
geheel uitschakelen met de optie [QUICK
START] ( 83).
( 21)
Video
34
Video afspelen
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Druk op .
Ook als de camcorder uit staat, zal
door het indrukken van de
camcorder in de afspeelstand
opstarten.
Na een paar seconden verschijnt
het indexscherm van de originele
films.
3 Zet met ( , ) het
selectiekader naar de scène die u
wilt afspelen.
Druk op de joystick ( ) in om het
selectiekader uit te breiden en
doorzoek met ( ) alle
indexpagina’s. Druk op de joystick
( ) in om terug te keren naar het
indexscherm.
4 Druk op of om met
afspelen te beginnen.
De camcorder begint met afspelen
vanaf de geselecteerde scène tot
het eind van de laatst opgenomen
scène.
Druk nog een keer op als u
een pauze wilt inlassen.
Druk op als u het afspelen
wilt stopzetten en terug wilt keren
naar het indexscherm.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Druk op de joystick ( ) in om de
bovenste rij te kiezen.
3 Stel met ( ) het volume bij.
Om het volume uit te zetten, houdt u
op de joystick ( ) in de richting van
ingedrukt totdat de volumebalk
weg is.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
Het kan voorkomen dat u films die u met
deze camcorder op de geheugenkaart
Elementaire weergavefuncties
( 21)
HET VOLUME WIJZIGEN TIJDENS HET AFSPELEN
/
/
35
hebt opgenomen, niet op een ander
apparaat kunt afspelen. In dat geval
moet u met deze camcorder de films op
de geheugenkaart afspelen.
Het kan zijn dat u op deze camcorder
geen films kunt afspelen die met een
ander apparaat op de geheugenkaart
zijn opgenomen.
OPMERKINGEN
Afhankelijk van de
opnameomstandigheden is tussen scènes
mogelijk een korte pauze in de video- of
geluidsweergave merkbaar.
Speciale afspeelstanden
Gebruik de joystickaanduiding (
22) om
de speciale afspeelstanden te activeren.
Tijdens de speciale afspeelstanden is er
geen geluid mogelijk.
Versneld vooruit afspelen
Vanuit de normale afspeelsnelheid kunt
u overgaan op het sneller afspelen van
scènes. Iedere keer dat u de handeling
uitvoert, wordt de afspeelsnelheid
verhoogd met 5x
15x
60x.
Geef de joystickaanduiding weer met
. Selecteer met ( ) de middelste rij
. Druk ( ) op de joystick in de
richting van of .
In slow motion afspelen
Vanuit de pauzemodus tijdens het
afspelen, kunt u overgaan op het
vertraagd afspelen van scènes.
Vertraagd afspelen gebeurt op 1/8 van
de normale snelheid; Vertraagd
achteruit afspelen gebeurt op 1/12 van
de normale snelheid.
Geef de joystickaanduiding weer met
. Selecteer met ( ) de middelste rij
. Druk ( ) op de joystick in de
richting van of .
Scènes overslaan
Een scène overslaan:
Geef de joystickaanduiding weer met .
Selecteer met ( ) de onderste rij .
Druk ( ) op de joystick in de richting van
.
Teruggaan naar het begin van de scène of
naar de vorige scène:
Geef de joystickaanduiding weer met .
Selecteer met ( ) de onderste rij .
Druk ( ) op de joystick in de richting van
*.
* Druk nog een keer om naar het begin van de
vorige scène te gaan.
Speciale afspeelstanden stopzetten
Druk tijdens een speciale afspeelstand
op als u terug wilt gaan naar de
aanvankelijke afspeelstand.
OPMERKINGEN
Tijdens sommige speciale
afspeelstanden ziet u in het
afspeelbeeld mogelijk videoproblemen
(blokken, strepen, etc.).
Op het scherm wordt bij benadering de
snelheid weergegeven.
Selecteren welke opnamen u wilt
afspelen
Op het indexscherm kunt u voor het
afspelen kiezen uit films of foto’s. U
kunt ook gebruik maken van de tabs
boven in het scherm om het medium
voor het afspelen van de opnamen te
kiezen (alleen
/ ).
1 Schuif in het indexscherm met
( ) het oranje keuzekader naar
de tabs aan de bovenzijde van het
scherm.
( 21)
/
Video
36
/
//
Films
Foto’s
Opnamen in het interne
geheugen
Opnamen op de
geheugenkaart
2 Selecteer met ( ) het
opnamemedium (alleen
/
) en het opnametype
(scènes of foto’s).
3 Keer met ( ) weer terug naar het
indexscherm om de scène of foto
te selecteren.
Scènes aan de hand van de
opnamedatum selecteren
U kunt zoeken naar alle opnamen die u
op een bepaalde dag hebt gemaakt
(bijvoorbeeld: het zoeken naar alle films
van een speciale gebeurtenis).
WAAR U OP MOET LETTEN
Het zoeken op datum kan alleen vanuit het
indexscherm van de originele films
worden uitgevoerd.
Selecteren uit de opnamelijst
1 Open het indexscherm van de
originele films.
U kunt vanuit dit indexscherm ook
op drukken om het
indexscherm voor Video
Snapshot-scènes te openen.
/ U kunt de scènes
selecteren in het interne geheugen
of op de geheugenkaart (
35).
2 Open de opnamelijst.
[ SCENE ZOEKEN]
[DATUM SELECT]
In de opnamenlijst ziet u alle
datums waarop een opname is
gemaakt. Op de dagaanduiding
verschijnt een oranje selectiekader.
Op het miniatuurtje ziet u de eerste
opgenomen scène van die dag.
Daaronder ziet u het aantal
opgenomen scènes en de totale
opnametijd van diezelfde dag.
3 Wijzig met ( ) de dag en ga met
( ) naar de maand of het jaar.
4 Wijzig de andere velden op
dezelfde manier voor het
selecteren van de datum en druk
op .
Het indexscherm zal verschijnen met
het selectiekader op de eerste
opgenomen scène van de
geselecteerde datum.
( 21)
VIDEO SNAP
FUNC.
37
Selectie maken in een kalenderscherm
1 Open het indexscherm van de
originele films.
U kunt vanuit dit indexscherm ook
op drukken om het
indexscherm voor Video
Snapshot-scènes te openen.
/ U kunt de scènes
selecteren in het interne geheugen
of op de geheugenkaart (
35).
2 Open het kalenderscherm.
[ SCENE ZOEKEN]
[KALENDER]
Het kalenderscherm verschijnt.
Datums met scènes (films die zijn
opgenomen op die datum) zijn wit
gekleurd. Datums zonder
opnamen zijn zwart.
3 Plaats met ( , ) de cursor op
de gewenste datum.
Wanneer de cursor op een wit
gekleurde datum staat, verschijnt
er naast de kalender een miniatuur
van een foto van de eerste
opgenomen scène van die datum.
Daaronder ziet u het aantal
opgenomen scènes en de totale
opnametijd van diezelfde dag.
Om sneller naar een andere maand
te gaan, selecteert u met ( ) het
veld voor het jaar of de maand en
met ( ) past u het veld aan.
4 Druk op om terug te keren
naar het indexscherm.
Het oranje selectiekader verschijnt
op de eerste opgenomen scène van
de geselecteerde datum.
OPMERKINGEN
U kunt zelf bepalen op welke dag van de
week de weergave van de kalender
begint ( 82).
U kunt op elk moment op
drukken om terug te keren naar het
indexscherm.
Het begin voor het afspelen selecteren
op de filmtijdlijn
U kunt de tijdlijn van een scène
weergeven en daarop het moment van
afspelen selecteren. Dit is erg handig
als u een lange scène vanaf een
bepaald punt wilt afspelen.
1 Op het indexscherm kiest u welke
scène u wilt bekijken en drukt u op
.
Het tijdlijnscherm verschijnt. Op de
grote miniatuur ziet u het eerste
beeld van de scène. Daaronder
toont de tijdlijn de beeldjes die met
een vast interval uit de scène zijn
genomen.
Druk nog een keer op om
terug te keren naar het
indexscherm.
VIDEO SNAP
FUNC.
( 21)
FUNC.
DISP.
DISP.
Video
38
2 Selecteer met ( ) op de tijdlijn
het afspeelbegin.
3 Druk op om met afspelen te
beginnen.
Plaats met ( ) het oranje
selectiekader op de grote miniatuur
en selecteer met ( ) een andere
scène.
Verplaats met ( ) het oranje
selectiekader naar de schuifbalk
onder de tijdlijn en geef met ( ) de
vorige/volgende 5 beelden in de
scène weer.
Gewenst interval
Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren
U kunt vooraf een aantal films of foto’s
van het indexscherm selecteren om
later op deze allemaal in een keer
dezelfde handeling uit te voeren.
-modus: Verwijderen ( 39),
kopiëren (alleen
/ ; 54)
of de geselecteerde scènes aan de
afspeellijst toevoegen ( 52).
-modus: Verwijderen (
59),
kopiëren (alleen
/ ; 62)
of de geselecteerde foto’s beveiligen
(
61) of ze allemaal markeren met
een afdrukopdracht (
66) of met een
kopieeropdracht (
74).
1 Selecteer het indexscherm voor
films of foto’s.
U kunt vanuit het indexscherm
voor films ook op
drukken om het indexscherm voor
Video Snapshot-scènes te
openen.
/ U kunt de opnamen
selecteren in het interne geheugen
of op de geheugenkaart (
35).
2 Open het selectiescherm.
[ SELECTEER]
[INDIVIDUELE SCENES] of
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Het selectiescherm verschijnt.
3 Ga in het indexscherm met ( ,
) van de ene scène of foto naar
de andere en druk op om een
scène/foto te selecteren.
Er verschijnt een vinkje bij de
geselecteerde scènes/foto’s.
EEN ANDERE SCENE SELECTEREN
DE VERSCHILLENDE PAGINA’S VAN DE TIJDLIJN
WEERGEGEVEN
DE AFSTAND TUSSEN BEELDEN WIJZIGEN
Interval tussen beeldjes
Paginaschuifbalk
Tijdlijn
Datum en tijd van opname
Lengte scène
Huidige scène/totaal aantal scènes
Gekozen beeldje voor afspeelbegin
FUNC. FUNC.
( 21)
VIDEO SNAP
FUNC.
39
Herhaal deze stap voor alle
scènes/foto’s die u wilt toevoegen
aan uw selectie (tot 100).
4 Druk twee keer op om het
menu te sluiten.
[ SELECTEER]
[VERWIJDER ALLE SELECTIE]
[JA] [OK]
OPMERKINGEN
De selectie van scènes/foto’s wordt
ongedaan gemaakt als u de camcorder
uitschakelt of de bedieningsmodus
verandert.
U kunt geen scènes van de afspeellijst
toevoegen aan de selectie.
Scènes verwijderen
Originele scènes die u niet wilt
behouden, kunt u verwijderen. Door
scènes te verwijderen creëert u ook
ruimte in het geheugen Als u scènes
wilt verwijderen uit de afspeellijst,
raadpleeg dan Scènes verwijderen uit
de afspeellijst ( 53).
Opties
1 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verwijderen, of een
scène die is opgenomen op de
datum die u wilt verwijderen.
Deze stap hoeft u niet uit te voeren
als u alle scènes of de scènes die u
eerder heeft geselecteerd, wilt
verwijderen.
2 Verwijder de scène(s).
[ WISSEN]
Gewenste optie [JA]* [OK]
* Van ieder gekozen optie, behalve [ÉÉN
SCENE], kunt u door op te drukken de
voortgang van de activiteit onderbreken.
Sommige scènes zullen desondanks
worden verwijderd.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig als u originele
opnamen verwijdert. Zodra de opnamen
zijn verwijderd, bent u deze voorgoed
kwijt.
DE HELE SELECTIE ONGEDAAN MAKEN
Het totaal aantal geselecteerde scènes
Geselecteerde scènes
FUNC.
FUNC.
FUNC.
( 21)
[ALLE SCENES]
Verwijdert alle scènes.
[ALLE SCENES (DEZE DAG)]
Verwijdert alle op de geselecteerde dag
opgenomen scènes.
[ÉÉN SCENE]
Verwijdert alleen de geselecteerde scène.
[GESELECTEERDE SCENES]
Verwijdert alle scènes die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren (
38).
FUNC.
FUNC.
Video
40
Maak een back-up van belangrijke
scènes voordat u deze wist ( 71).
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen als de ACCESS-
indicator aan is of knippert (tijdens het
verwijderen van scènes).
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Wanneer u een scène van het
indexscherm voor originele films wist,
wordt die scène ook uit de afspeellijst
verwijderd.
Indien u alle films wilt verwijderen en alle
opnameruimte weer vrij wilt maken, dan
zou u ook kunnen kiezen voor het
initialiseren van het geheugen ( 28).
Mogelijk kunt u geen scènes
verwijderen die zijn opgenomen of
bewerkt met een ander apparaat en die
vervolgens werden gekopieerd naar een
geheugenkaart die was aangesloten op
een computer.
Opnameprogramma voor Speciale
Scènes
Het is heel gemakkelijk opnamen te
maken in een zeer helder skioord of alle
kleuren van een zonsondergang of
vuurwerk vast te leggen. U hoeft alleen
maar het opnameprogramma van de
Speciale Scènes te selecteren.
Raadpleeg de volgende tabel voor meer
informatie over de beschikbare opties.
[ PROGRAMMA AE]
[
PORTRET]
Druk op om de
opnameprogramma’s van de
speciale scènes (SCN) op te roepen
Gewenst opnameprogramma
OPMERKINGEN
[ NACHT]
- Bewegende onderwerpen kunnen een
nabeeld met sporen achterlaten.
- De beeldkwaliteit is mogelijk niet zo
goed als bij de andere programma’s.
- Op het scherm kunnen witte punten
verschijnen.
- Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet zo goed als bij andere
opnameprogramma’s. In dat geval
moet u handmatig scherp stellen.
Geavanceerde functies
( 21)
FUNC.
FUNC.
41
[ VUURWERK]
- Wij raden u aan gebruik te maken van
een statief om camcordertrillingen te
voorkomen. Maak in ieder geval
gebruik van een statief in de -
modus, omdat de sluitertijd in die
modus langer wordt.
[ PORTRET]/[ SPORT]/[
STRAND]/[ SNEEUW]
- Tijdens het afspelen wordt het beeld
mogelijk niet vloeiend weergegeven.
•[ PORTRET]
- Het wazige effect van de achtergrond
neemt toe hoe meer u inzoomt (T).
[ SNEEUW]/[
STRAND]
- Het onderwerp kan overbelicht raken
op bewolkte dagen of op
beschaduwde plaatsen. Controleer
het beeld op het scherm.
De sluitersnelheid en andere functies
bedienen tijdens het opnemen
Gebruik het (AE)-programma voor
automatische belichting om functies als
witbalans en beeldeffecten te
gebruiken, of om prioriteit te geven aan
de sluitersnelheid.
Gebruik snellere sluitertijden om snel
bewegende objecten op te nemen.
Gebruik langzamere sluitertijden om
bewegingen waziger te maken,
waardoor het effect van beweging
wordt versterkt.
( 21)
[ PORTRET]
De camcorder maakt
gebruik van een
groot diafragma.
Details die de
aandacht afleiden, worden tijdens de
scherpstelling van het onderwerp waziger.
[ STRAND]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken op een zonnig
strand. Hiermee
voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht
wordt.
[ SPORT]
Gebruik deze modus
om sportscènes
zoals tennis of golf
op te nemen.
[ ZONSONDERG.]
Gebruik deze modus
om in rijke kleuren
zonsondergangen op
te nemen.
[ NACHT]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken op slecht
verlichte plaatsen.
[ SPOTLIGHT]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken van scènes
onder spotlights.
[ SNEEUW]
Gebruik deze modus
om opnamen te
maken op heldere
skipistes. Hiermee
voorkomt u dat het onderwerp onderbelicht
wordt.
[ VUURWERK]
Gebruik deze modus
om vuurwerk op te
nemen.
Video
42
Opties
Standaardwaarde
[ PROGRAMMA AE]
Gewenste opnameprogramma*
*Als u [ SLUITERT.P-AE] selecteert, druk
dan niet op , maar ga in plaats
hiervan verder met de procedure hieronder.
1 Zet met ( ) de sluitersnelheid op
de gewenste waarde en druk dan
op .
2Druk op .
Richtlijnen voor sluitertijden
Merk op dat op het scherm alleen de
noemer wordt weergegeven – [ 250]
geeft een sluitertijd aan van 1/250
seconde, etc.
* Alleen in de -modus.
**Alleen in de -modus.
OPMERKINGEN
[ SLUITERT.P-AE]
- Als u de sluitertijd instelt, gaat het
weergegeven getal knipperen indien de
waarde niet geschikt is voor de
opnameomstandigheden. Selecteer in
dat geval een andere waarde.
- Als u op donkere plaatsen een lange
sluitertijd gebruikt, kunt u een helderder
beeld krijgen, maar kan de beeldkwaliteit
minder zijn en werkt de automatische
scherpstelling mogelijk niet goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u
opneemt met hoge sluitertijden.
[ PROGRAMMA AE]
De camcorder stelt automatisch het diafragma
en de sluitertijd zo in dat voor het onderwerp een
optimale belichting wordt verkregen.
[ SLUITERT.P-AE]
Stel de sluitertijdwaarde in. De camcorder stelt
automatisch de juiste diafragmawaarde in.
DE SLUITERTIJD INSTELLEN
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
1/2*, 1/3*, 1/6, 1/12, 1/25
Voor het maken van opnamen op slecht verlichte
plaatsen.
1/50
Voor normale omstandigheden.
1/120
Voor het opnemen van sportscènes in een zaal.
1/250, 1/500, 1/1000**
Voor het maken van opnamen vanuit een auto of
trein, of voor het opnemen van snel bewegende
objecten, zoals achtbanen.
1/2000**
Voor het maken van opnamen van sportscènes
buiten op zonnige dagen.
43
Mini-videolamp
U kunt de mini-videolamp gebruiken
voor het opnemen van video of het
maken van foto’s op donkere plaatsen.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( )
[VIDEOLAMP ] en druk op .
Op het scherm verschijnt .
Druk nogmaals op om de mini-
videolamp uit te zetten.
Video Snapshot
Neem een aantal korte scènes op, voeg
daar muziek aan toe en geniet op een
andere manier van de films. Door de
muziek te veranderen, geeft u een heel
andere sfeer aan de scènes. U kunt ook
alleen die scènes die u wilt bekijken,
toevoegen aan de afspeellijst (
51) en
daarna de volgorde veranderen.
Scènes opnemen
1 Druk op .
Het licht van de toets gaat
branden.
Op het scherm verschijnt een
blauwe rand.
2 Druk op .
De camcorder neemt ongeveer 4
seconden op en gaat dan
automatisch in de
opnamepauzemodus.
De blauwe rand wordt zwart en
geeft aan hoeveel tijd er ongeveer
is verlopen. Bij het einde van een
opname zal het scherm van de
camcorder even zwart worden. Dit
lijkt op het open en dichtgaan van
de sluiter van een camera.
Scènes gemaakt met Video
Snapshot worden in het
indexscherm aangegeven met een
-markering.
( 21)
( 21)
VIDEO SNAP
Start/Stop
Video
44
Muziek toevoegen aan scènes
WAAR U OP MOET LETTEN
- Gebruikers van Windows: Gebruik de
bijgeleverde software
Music Transfer Utility
om de muziekbestanden op de bijgeleverde
CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc
te kopiëren naar een
geheugenkaart die aangesloten is op een
computer. Raadpleeg voor meer informatie
de gebruikshandleiding (PDF-bestand) van
de software.
- Gebruikers van Mac OS: Gebruik de Finder
om de muziekbestanden op de bijgeleverde
CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc
te kopiëren naar een
geheugenkaart die aangesloten is op een
computer. Raadpleeg
Muziekbestanden
( 102) voor de mappenstructuur van het
geheugen en de CD-ROM.
1 In het indexscherm van de
originele films drukt u op
.
Het licht van de toets gaat branden.
Er verschijnt een indexscherm met
alleen scènes gemaakt met Video
Snapshot.
2 De achtergrondmuziek instellen.
[ KIES MUZIEK]
Selecteer met ( ) een nummer*
Druk tweemaal op
* Druk op om het nummer te starten/
stoppen. Selecteer [UIT] om het originele
geluid van de scènes in te stellen.
Controleer of de scènes en
muziekbestanden aanwezig zijn op
de geheugenkaart.
Tijdens het afspelen van de opname
wordt de geselecteerde
achtergrondmuziek afgespeeld in
plaats van de originele audio van de
scène.
De scènes afspelen
Selecteer een scène waarmee u het
afspelen wilt beginnen en druk op .
Tijdens versneld afspelen is het geluid
uitgeschakeld.
1 In het selectiescherm voor
muzieknummers selecteert u met
( ) een nummer dat u wilt
verwijderen.
2 Selecteer met ( ) en druk op
.
3 Selecteer met ( ) de optie [JA] en
druk op .
Druk twee keer op om terug
te keren naar het indexscherm.
BELANGRIJK
Muziekbestanden die naar het geheugen zijn
gekopieerd, mogen zonder toestemming van
de houder van de auteursrechten niet
worden gebruikt behalve voor zaken die zijn
toegestaan krachtens toepasselijke wetten
(bijvoorbeeld voor persoonlijk gebruik). Zorg
ervoor dat u de toepasselijke wetten in acht
neemt als u gebruik maakt van
muziekbestanden.
OPMERKINGEN
Gebruikers van Windows: Raadpleeg
voor meer informatie de
gebruikshandleiding (PDF-bestand) van
de bijgeleverde software Music
Transfer Utility.
Video Snapshot wordt uitgeschakeld bij
het overgaan naar de afspeelstand van de
camcorder.
Als het geheugen wordt geïnitialiseerd,
worden ook de muziekbestanden gewist.
( 21)
VIDEO SNAP
FUNC.
FUNC.
( 21)
EEN MUZIEKNUMMER VERWIJDEREN
/
FUNC.
45
- Gebruikers van Windows: Gebruik de
bijgeleverde software Music Transfer
Utility om de muziekbestanden
op de bijgeleverde CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc te kopiëren
naar een geheugenkaart die
aangesloten is op een computer.
Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikshandleiding (PDF-bestand)
van de software.
-
Gebruikers van Mac OS: Gebruik de
Finder om de muziekbestanden
op de bijgeleverde CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc te kopiëren
naar een geheugenkaart die
aangesloten is op een computer.
Raadpleeg Muziekbestanden
( 102)
voor de mappenstructuur van het
geheugen en de CD-ROM.
Voordat u muziekbestanden kopieert,
raden wij u aan te controleren of er
genoeg ruimte aanwezig is op de
geheugenkaart (circa 5 keer de grootte
van de muziekbestanden). Bij te weinig
ruimte kunnen de video en audio niet
correct worden afgespeeld.
Als tijdens het kopiëren van
muziekbestanden de verbinding wordt
onderbroken, kunnen die bestanden
mogelijk niet worden afgespeeld. In een
dergelijk geval moet u die
muziekbestanden wissen ( 44) en de
bestanden opnieuw kopiëren.
Vooropnamefunctie
Om ervoor te zorgen dat u de
belangrijke momenten niet mist, begint
de camcorder 3 seconden voordat u op
drukt met het maken van een
opname. Dit is vooral handig wanneer
het moeilijk is in te schatten wanneer u
moet beginnen met opnemen.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) de optie [PRE-
OPN. ] en druk op .
verschijnt.
Druk nog een keer op om de
vooropnamefunctie uit te zetten.
3 Druk op om met
opnemen te beginnen.
De opname bevat ook de 3
seconden voordat werd
ingedrukt.
OPMERKINGEN
Als vooropname is ingeschakeld, worden
alle bewerkingsgeluiden uitgezet.
De camcorder zal niet de volledige 3
seconden opnemen als binnen de 3
seconden een van de volgende
handelingen niet wordt uitgevoerd.
- Inschakeling van de vooropnamefunctie
- Verlaten van de standby-modus
- Stopzetten van een opname
De vooropnamefunctie zal worden
uitgeschakeld bij de volgende
handelingen:
- Het FUNC.-menu of de
instellingsmenu’s worden geopend
- De camcorder blijft langer dan 5 minuten
ongebruikt
- De bedieningsmodus wordt gewijzigd
- Video Snapshot wordt ingeschakeld
- De camcorder wordt in de standby-
modus gezet
Start/Stop
( 21)
Start/Stop
Start/Stop
Video
46
Zelfontspanner
[ MENU]
[ CAMERA SETUP]
[ZELFTIMER] [AAN ]
verschijnt.
-modus:
Druk tijdens de opnamepauzemodus
op .
De camcorder begint met opnemen
nadat 10 seconden is afgeteld. Op het
scherm ziet u dat er wordt afgeteld.
-modus:
Druk op ; eerst slechts
halverwege om de autofocus te
activeren en daarna volledig.
De camcorder maakt de foto nadat 10
seconden is afgeteld. Op het scherm
ziet u dat er wordt afgeteld.
OPMERKINGEN
Als het LCD-paneel naar de lens is
gekeerd, raden wij u aan de
joystickaanduiding te verbergen en het
-pictogram groter te maken door op
( ) van de joystick te drukken.
De zelfontspanner wordt uitgeschakeld
bij de volgende handelingen.
- Het indrukken van (tijdens
het opnemen van films) of
(tijdens het maken van foto’s) nadat
het aftellen is begonnen
- Het uitzetten van de camcorder
- Het wijzigen van de programmakeuze
- De camcorder in standby zetten
Automatische tegenlichtcorrectie en
handmatige belichtingsinstelling
Soms kunnen onderwerpen met
achtergrondverlichting te donker
(onderbelicht) overkomen of kunnen
onderwerpen onder zeer sterke
lichtbronnen te helder of verblindend
(overbelicht) overkomen. Dit kunt u
corrigeren door handmatig de
belichting in te stellen of gebruik te
maken van de automatische
tegenlichtcorrectie.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een opnameprogramma, [
VUURWERK] uitgezonderd.
Automatische tegenlichtcorrectie
U kunt de camcorder tegenlicht
automatisch laten corrigeren bij het
opnemen van een voorwerp met een
sterke lichtbron als achtergrond.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) de optie
[BLC ] en druk op .
Op het scherm verschijnt .
Druk nog een keer op voor het
afsluiten van de modus voor
tegenlichtcorrectie.
( 21)
FUNC.
FUNC.
Start/Stop
PHOTO
Start/Stop
PHOTO
( 21)
47
Handmatige instelling van de belichting
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [EXP ] en
druk op .
Op het scherm verschijnen de
indicator voor instelling van
de belichting en de neutrale
waarde [±0].
Het instelbereik en de lengte van
de belichtingsinstellingsindicator
hangen af van de aanvankelijke
helderheid van het beeld.
3 Stel met ( ) de helderheid van
de foto in.
Bij het bedienen van de
zoomregelaar tijdens de
vergrendeling van de belichting,
verandert de helderheid van de foto.
Wanneer de belichting is
vergrendeld, kunt u door op te
drukken, terugkeren naar
automatische belichting.
Handmatige scherpstelling
Automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet goed bij de onderwerpen
hieronder. Stel in een dergelijk geval
handmatig scherp.
Reflecterende oppervlakken
Onderwerpen met weinig contrast of
zonder verticale lijnen
Snel bewegende onderwerpen
Opnamen via natte ramen
Nachtscènes
WAAR U OP MOET LETTEN
Stel de zoom in voordat u de procedure
start.
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [FOCUS ]
en druk op .
Op het scherm verschijnt [MF].
3 Stel met ( ) zonodig het beeld
scherp.
De scherpstelling wordt
vergrendeld.
Wanneer het scherpstellen is
vergrendeld dan kunt u door op
te drukken, terugkeren naar
automatische scherpstelling.
Oneindige scherpstelling
Gebruik deze functie als u wilt
scherpstellen op verafgelegen
onderwerpen zoals bergen of vuurwerk.
In plaats van stap 3 in de vorige
procedure:
Druk op de joystick ( ) in de richting
van en houd hem ingedrukt.
verschijnt.
Wanneer u in- of uitzoomt of op de
joystick ( ) ingedrukt houdt, dan
wijzigt in [MF] en keert de
camcorder terug naar handmatige
instelling.
( 21)
Video
48
Witbalans
De witbalansfunctie helpt u bij het
nauwkeurig reproduceren van kleuren
onder verschillende
lichtomstandigheden, zodat witte
objecten in uw opnamen altijd echt wit
overkomen.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een ander
opnameprogramma dan de
opnameprogramma’s van de Speciale
Scènes.
Opties
Standaardwaarde
[ AUTO]
Gewenste optie*
* Als u [ INSTELLEN] selecteert, druk dan
niet op , maar ga in plaats hiervan
verder met de procedure hieronder.
1 Richt de camcorder op een wit
object, zoom in totdat het object
het gehele scherm vult en druk op
.
Als de instelling is voltooid, stopt
met knipperen en blijft dit symbool
branden. De camcorder onthoudt de
handmatig ingestelde witbalans ook
als u de camcorder uitzet.
2 Druk op om de instelling op
te slaan en het menu te sluiten.
OPMERKINGEN
Als u de witbalans handmatig instelt:
- Stel de witbalans op een voldoende
verlichte plaats handmatig in
- Stel [D. ZOOM] in op [ UIT].
- Stel de witbalans opnieuw in als de
lichtomstandigheden veranderen.
- Afhankelijk van de lichtbron blijft
mogelijk knipperen. Het resultaat zal
echter nog steeds beter zijn dan met
de optie [ AUTO].
De handmatig aangepaste witbalans
levert betere resultaten op in de
volgende gevallen:
- Bij veranderende lichtomstandigheden
- Bij close-ups
- Bij onderwerpen met één kleur (lucht,
zee of bos)
- Onder kwiklampen en bepaalde typen
TL-verlichting
( 21)
[ AUTO]
De camcorder stelt de witbalans automatisch in
op natuurlijke kleuren.
[ DAG LICHT]
Voor het maken van buitenshuisopnamen op een
heldere dag.
[ LAMPLICHT]
Voor het maken van opnamen onder
wolfraamverlichting en TL-buizen van het
wolfraamtype (3 golflengten).
[ INSTELLEN]
Gebruik deze handmatige modus om witte
onderwerpen onder een gekleurde verlichting wit
uit te laten komen.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
DE WITBALANS HANDMATIG INSTELLEN
FUNC.
49
Beeldeffecten
U kunt de beeldeffecten gebruiken om
de kleurverzadiging en het contrast te
wijzigen, zodat u beelden kunt maken
met speciale kleureffecten.
WAAR U OP MOET LETTEN
Selecteer een ander opnameprogramma
dan de opnameprogramma’s van de
Speciale Scènes.
Opties
Standaardwaarde
[ BEELDEFFECT UIT]
Gewenste optie
Digitale effecten
Opties
Standaardwaarde
* Alleen deze digitale effecten zijn
beschikbaar in de modus .
Instelling
[ D.EFFECT UIT]
Gewenste fader/effect*
**
* U kunt het digitale effect op het scherm
vooraf bekijken.
** Het pictogram van het geselecteerde
digitale effect wordt weergegeven.
( 21)
[ BEELDEFFECT UIT]
Hiermee maakt u opnamen zonder
beeldverbeterende effecten.
[ VIVID]
Hiermee benadrukt u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ NEUTRAAL]
Hiermee verzacht u het contrast en de
kleurverzadiging.
[ ZACHT HUIDEFFECT]
Hiermee verzacht u de details van de huid om het
onderwerp een complimenteuzer uiterlijk te
geven. Gebruik deze
instelling als u in close-up een
persoon filmt; dan krijgt u het beste effect. Houd
er rekening mee dat
gebieden die vergelijkbaar zijn met de huidkleur,
enigszins minder gedetailleerd zijn.
FUNC.
FUNC.
( 21)
[ D.EFFECT UIT]
Selecteer deze instelling als u geen gebruik wilt
maken van de digitale effecten.
[ FADE-T] (fade activeren),
[ WEGVEGEN]
Selecteer een van de faders om met een fade
vanaf of naar een zwart scherm een scène te
beginnen of te beëindigen.
[ ZWART-WIT]*
Maakt opnamen in zwart-wit.
[ SEPIA]*
Maakt opnamen in sepia-kleuren voor een
"antieke" uitstraling.
[ KUNST], [ MOZAÏEK]
Selecteer een van deze digitale effecten om uw
opnamen smaakvoller te maken.
FUNC.
FUNC.
Video
50
Faders en effecten toepassen
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) [D.EFFECT ]
en druk op .
Het pictogram van het
geselecteerde effect wordt groen.
Druk nog een keer op om het
digitaal effect uit te zetten (het
pictogram wordt weer wit).
Activeer de geselecteerde fader in de
opnamepauzemodus ( ), en druk
vervolgens op om de opname
te beginnen met een fade in.
Activeer de geselecteerde fader terwijl
u opneemt ( ), en druk vervolgens op
om uit te faden en een pauze
in te lassen.
-modus: Activeer het
geselecteerde effect terwijl u opneemt
of tijdens de opnamepauzemodus.
-modus: Activeer het
geselecteerde effect en druk
vervolgens op om de foto te
maken.
OPMERKINGEN
Als u een fader gebruikt, wordt deze niet
alleen toegepast op het beeld maar ook
op het geluid. Als u een effect gebruikt,
wordt het geluid normaal opgenomen.
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling ook als u de digitale
effecten uitschakelt of het
opnameprogramma wijzigt.
Schermgegevens en datacodering
Elke opgenomen scène of foto krijgt
van de camcorder een datacodering die
bestaat uit de datum, tijd en informatie
over de camera-instellingen tijdens de
opname. Bij het bekijken van een foto
ziet u alle gegevens in een
informatiepictogram verschijnen.
Tijdens het afspelen van films kunt u
met de instelling [DATA CODE] bepalen
wat er wordt weergegeven ( 82). U
kunt ook de meeste schermgegevens
in- of uitschakelen.
Door herhaaldelijk op te
drukken, worden de gegevens als
volgt op het scherm weergegeven.
-, -modus:
Alle gegevens ingeschakeld
De meeste gegevens zijn
uitgeschakeld*
-modus:
Alle gegevens ingeschakeld
INFADEN
UITFADEN
EEN EFFECT ACTIVEREN
Start/Stop
Start/Stop
PHOTO
DISP.
51
Alleen de datacodering
Alle gegevens uitgeschakeld
-modus:
Alle gegevens ingeschakeld
Alleen reguliere gegevens (verwijdert
het histogram en
informatiepictogrammen)
Alle gegevens uitgeschakeld
* De volgende pictogrammen verschijnen
zelfs als alle andere schermgegevens zijn
uitgeschakeld: De pictogrammen en
(in de -modus), het -pictogram
en de AF-kaders als de autofocus
vergrendeld is (in de -modus),
schermtekens (beide opnamemodi).
Splitsen van scènes
U kunt scènes splitsen (alleen originele
scènes) om de beste delen te bewaren
en later de rest weg te snijden.
1 Open het indexscherm van de
originele films.
/ U kunt de films
selecteren in het interne geheugen of
op de geheugenkaart (
35).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt splitsen.
3 Open het scherm voor het splitsen
van scènes.
[ SPLITSEN]
Er wordt gestart met het afspelen
van de geselecteerde scène.
4 Selecteer met ( ) het pictogram
en druk op waar u de
scène wilt splitsen.
U kunt de volgende pictogrammen
gebruiken om exact een punt uit
de scène op te zoeken.
/ : Versneld afspelen
achteruit/vooruit.
/ : Direct naar het begin/
einde van de huidige
scène gaan.
/ : Beeld achteruit/vooruit.
Druk op of om het
afspelen stop te zetten en het
splitsingsscherm te verlaten.
5 Selecteer met ( ) de optie [JA] en
druk op .
De afspeellijst en bewerkingen
van scènes
( 21)
FUNC.
FUNC.
Video
52
Op het scherm verschijnt een
voortgangsbalk.
U kunt op drukken als u de
bewerking wilt onderbreken terwijl
deze wordt uitgevoerd.
6 Druk op als het
bevestigingsscherm verschijnt.
De video-opname vanaf het
splitsingspunt tot het eind van de
scène verschijnt als een nieuwe
scène in het indexscherm.
OPMERKINGEN
In deze modus wordt tijdens het afspelen
van de scènes alleen gepauzeerd op punten
waar de scène kan worden gesplitst.
De volgende scènes kunnen niet worden
gesplitst:
- Scènes die behoren tot scèneselectie
(gemarkeerd met een -vinkje). Haal
vooraf de selectiemarkering weg.
- Scènes die te kort zijn (korter dan
5 seconden).
- Scènes gemaakt met Video Snapshot
- Scènes die zijn opgenomen met een
ander apparaat en vervolgens werden
gekopieerd naar een geheugenkaart
die was aangesloten op een computer.
De eerste en de laatste 2 seconden van
een scène kunnen niet worden gesplitst.
Tijdens het afspelen van een gesplitste
scène kan het zijn dat op het punt waar de
scène werd gesplitst onregelmatigheden
in het beeld/geluid voorkomen.
De afspeellijst bewerken: Scènes aan
de afspeellijst toevoegen, verwijderen
en verplaatsen
Maak een afspeellijst om in de door u
gewenste volgorde alleen de scènes af
te spelen waaraan u de voorkeur geeft
en deze zelfs te combineren met
muziek zoals u Video Snapshot-scènes
met muziek kunt combineren (
43). U
kunt ook een afspeellijst aanmaken met
alleen scènes gemaakt met Video
Snapshot (
43). Verplaatsing of
verwijdering van scènes in de afspeellijst
heeft geen invloed op de originele
opnamen.
Scènes toevoegen aan de afspeellijst.
Opties
1 Open het indexscherm van de
originele films.
U kunt vanuit dit indexscherm ook
op drukken om het
indexscherm voor Video
Snapshot-scènes te openen.
/ U kunt de films
selecteren in het interne geheugen
of op de geheugenkaart (
35).
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u aan de afspeellijst wilt
toevoegen of een scène waarvan u
de datum aan de afspeellijst wilt
toevoegen.
Deze stap hoeft niet te worden
uitgevoerd voor scènes die vooraf
zijn geselecteerd.
( 21)
[ALLE SCENES (DEZE DAG)]
Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die
gemaakt zijn op dezelfde dag als de gekozen
scène.
[ÉÉN SCENE]
Voegt aan de afspeellijst alleen die scène toe die
gemarkeerd is met het oranje selectiekader.
[GESELECTEERDE SCENES]
Voegt aan de afspeellijst alle scènes toe die
vooraf zijn geselecteerd (gemarkeerd met een
vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen van het
indexscherm selecteren ( 38).
VIDEO SNAP
53
3 Voeg de scène(s) toe aan de
afspeellijst.
[ AAN PLAYLIST
TOEV.] Gewenste optie [JA]
Aan het einde van de bewerking
wordt [AAN PLAYLIST TOEGEV.]
weergegeven.
/ Scènes worden
toegevoegd aan de afspeellijst op
het medium waarop de scènes zijn
opgenomen.
Om de afspeellijst te controleren,
drukt u op .
OPMERKINGEN
/ U kunt scènes kopiëren
vanaf het interne geheugen naar de
geheugenkaart ( 54) als u in de
afspeellijst van de geheugenkaart ook
scènes wilt opslaan die oorspronkelijk
werden opgenomen in het interne
geheugen.
Mogelijk kunt u aan de afspeellijst geen
scènes toevoegen als deze werden
opgenomen of bewerkt met een ander
apparaat en vervolgens werden
gekopieerd naar een geheugenkaart die
was aangesloten op een computer, of
wanneer er op de geheugenkaart
onvoldoende ruimte aanwezig is.
Scènes verwijderen uit de afspeellijst
Verwijdering van scènes uit de
afspeellijst heeft geen invloed op uw
originele opnamen.
Opties
1 Open het indexscherm van de
afspeellijst.
In het indexscherm van de originele
films drukt u op .
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verwijderen.
Deze stap is niet nodig om alle
scènes te verwijderen.
3 Verwijder de scène(s).
[ WISSEN]
Gewenste optie [JA] [OK]
Scènes verplaatsen in de afspeellijst
Verplaats de scènes in de afspeellijst
om deze af te spelen in de door u
gewenste volgorde.
1 Open het indexscherm van de
afspeellijst.
In het indexscherm van de originele
films drukt u op .
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u wilt verplaatsen.
3 Open het scherm om scènes te
verplaatsen.
[ VERPLAATS]
4 Verplaats met ( , ) de oranje
markering naar de gewenste
positie van de scène en druk op
.
De originele positie van de scène en
de huidige positie van de markering
worden weergegeven aan de
onderzijde van het scherm.
5 Selecteer met ( ) de optie [JA] en
druk op om de scène te
verplaatsen.
OPMERKINGEN
Mogelijk kunt u geen scènes uit de
afspeellijst verplaatsen omdat er niet
genoeg ruimte in het geheugen is.
[ALLE SCENES]
Verwijdert alle scènes van de afspeellijst.
[ÉÉN SCENE]
Verwijdert van de afspeellijst alleen de scène die
gemarkeerd is met het oranje selectiekader.
FUNC.
PLAYLIST
PLAYLIST
FUNC.
FUNC.
PLAYLIST
FUNC.
Video
54
/ Scènes kopiëren
Originele films of de volledige afspeellijst
kunnen alleen vanuit het interne
geheugen naar de corresponderende
locatie op de geheugenkaart worden
gekopieerd.
/
Gebruik deze
functie om films te kopiëren vanuit het
interne geheugen naar de geheugenkaart
om deze met muzieknummers te kunnen
afspelen.
Originele films kopiëren
Opties
1 Open het indexscherm van de
originele films in het interne
geheugen.
2 Selecteer met ( , ) de scène
die u aan de geheugenkaart wilt
toevoegen of een scène waarvan u
de datum wilt kopiëren.
Deze stap hoeft u niet uit te voeren
als u alle scènes of de scènes die u
eerder heeft geselecteerd, wilt
kopiëren.
3 Kopieer de scène(s).
[ KOPIËREN]
Gewenste optie [JA]*
[OK]
* Druk op als u de bewerking wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
De gehele afspeellijst kopiëren
1 Open het indexscherm van de
afspeellijst van het interne
geheugen.
In het indexscherm van de originele
films in het interne geheugen, drukt u
op .
2 Kopieer de scène(s).
[ KOPIËREN]
[JA]* [OK]
* Druk op als u de bewerking wilt
onderbreken terwijl deze wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
U kunt geen films kopiëren als er niet
genoeg ruimte is in het geheugen.
Als de afdekking van de
geheugenkaartsleuf open is of als de
LOCK-schakelaar van de geheugenkaart
op de stand beveiligen
staat, kunt u geen
films naar de geheugenkaart kopiëren.
( 21)
[ALLE SCENES]
Kopieert alle scènes naar de geheugenkaart.
[ALLE SCENES (DEZE DAG)]
Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
gemaakt zijn op dezelfde dag als de gekozen
scène.
[ÉÉN SCENE]
Kopieert naar de geheugenkaart alleen de scène
die gemarkeerd is met het oranje selectiekader.
[GESELECTEERDE SCENES]
Kopieert naar de geheugenkaart alle scènes die
vooraf zijn geselecteerd (gemarkeerd met een
vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen van het
indexscherm selecteren ( 38).
FUNC.
FUNC.
PLAYLIST
FUNC.
FUNC.
55
Foto’s
Raadpleeg dit hoofdstuk voor meer informatie over het maken van
foto’s – van het vastleggen en weergeven van foto’s tot het afdrukken
hiervan.
Foto’s maken
1 Zet het camerakeuzewiel op of
.
2 Schakel de camcorder in.
/ U kunt kiezen welk
geheugen wordt gebruikt voor het
maken van foto’s ( 28).
3 Druk half in.
Zodra automatisch scherp is gesteld,
verandert in een groene kleur en
verschijnen er een of meer AF-
kaders.
4 Druk volledig in.
De ACCESS-indicator zal tijdens het
maken van de foto knipperen.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de
ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Als het onderwerp niet geschikt is voor
automatische scherpstelling, verandert
in een gele kleur. Stel dan handmatig
scherp (
47).
De grootte en kwaliteit van foto’s
selecteren
Foto’s worden gemaakt als JPG-
bestanden. Als vuistregel geldt:
selecteer een grotere fotogrootte voor
een hogere kwaliteit.
Opties
In de volgende tabel ziet u de opties
voor de fotogroottes en bij benadering
het aantal foto’s dat kan worden
gemaakt op geheugenkaarten van
diverse grootte.
Elementaire opnamefuncties
( 21)
PHOTO
( 21)
PHOTO
Foto’s
56
[ 1024x768]
Gewenste fotogrootte*
Gewenste fotokwaliteit*
* Druk op om te wisselen tussen de
selectie van grootte en kwaliteit. Het getal
in de rechterhoek geeft bij benadering aan
hoeveel foto’s kunnen worden gemaakt bij
de huidige instelling van de kwaliteit en
grootte.
OPMERKINGEN
De camcorder onthoudt de laatst
gebruikte instelling, zelfs wanneer u de
camcorder in de stand zet.
Gebruik bij het afdrukken van foto’s de
richtlijnen hieronder voor het bepalen
van de afdrukgrootte.
Een foto wissen direct nadat deze is
gemaakt
U kunt de laatst gemaakte foto wissen
terwijl u deze bekijkt binnen de
tijdsduur die u hebt ingesteld bij de
optie [BEKIJKEN] of onmiddellijk nadat
u de foto hebt gemaakt als de optie
[BEKIJKEN] op [ UIT] ingesteld is.
Terwijl u de foto bekijkt onmiddellijk
nadat u deze hebt gemaakt:
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Druk op .
3 Selecteer met ( ) de optie [JA]
en druk op .
Fotogrootte Aanbevolen gebruik
L 1024x768 Voor het afdrukken van
foto’s op L-grootte
(9 x 13 cm) of
ansichtkaartgrootte
(10 x 14,8 cm).
S 640x480 Voor het verzenden van
foto’s als e-mailbijlagen of
publicatie op het Web.
FUNC.
FUNC.
( 21)
Het aantal foto’s dat bij benadering op een geheugenkaart past
Standaardwaarde
1
: [SUPERFIJN], : [FIJN], : [NORMAAL]
2
Bij benadering het aantal foto’s dat feitelijk op de geheugenkaart kan worden opgenomen.
(Het maximale getal dat op het scherm kan worden weergegeven om het aantal resterende
foto’s aan te duiden is 9999.)
Geheugenkaart 128 MB 512 MB 1 GB
Fotokwaliteit
1
Fotogrootte
L 1024x768
235 345 695 940 1.370 2.740 1.885 2.745 5.490
S 640x480 585 850 1.530 2.320 3.350 6.035 4.645 6.710 12.085
2
57
Foto’s bekijken
Als het programmakeuzewiel op of
staat:
1 Druk op .
Ook als de camcorder uit staat, zal
door het indrukken van de
camcorder in de afspeelstand
opstarten.
Na een paar seconden verschijnt
het indexscherm van de originele
films.
2 Verplaats met ( ) het oranje
keuzekader naar de tabs bovenin
het scherm.
3 Selecteer met ( ) de tab met de
foto’s die u wilt afspelen.
/ U kunt wisselen
tussen de foto’s die gemaakt zijn
met het interne geheugen en die
met de geheugenkaart zijn
gemaakt. Raadpleeg Selecteren
welke opnamen u wilt afspelen
( 35).
4 Keer met ( ) terug naar het
indexscherm.
5 Selecteer met ( , ) een foto.
Verplaats het oranje selectiekader
naar de foto die u wilt bekijken.
Druk op de joystick ( ) in om het
selectiekader uit te breiden en
doorzoek met ( ) alle
indexpagina’s. Druk op de joystick
( ) in om terug te keren naar het
indexscherm.
6 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en
de geselecteerde foto verschijnt op
het scherm.
7 Druk ( ) op de joystick in om van
de ene naar de andere foto te
gaan.
Houd ( ) op de joystick ingedrukt
om de foto’s snel te doorlopen.
Als het programmakeuzewiel op
staat:
1 Druk op .
Ook als de camcorder uit staat, zal
door het indrukken van de
camcorder in de afspeelstand
opstarten.
De foto die u als laatste gemaakt
hebt, zal verschijnen.
2 Druk ( ) op de joystick in om van
de ene naar de andere foto te
gaan.
Houd ( ) op de joystick ingedrukt
om de foto’s snel te doorlopen.
Elementaire weergavefuncties
( 21)
Foto’s
58
Van de ene foto naar een andere foto
springen en hierbij andere foto’s overslaan
Als u een groot aantal foto’s hebt gemaakt,
kunt u per keer van een bepaalde foto naar
een andere foto springen en hierbij 10 of
100 foto’s overslaan.
1
Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) en druk op
.
3 Selecteer met ( ) de optie [
VOLGENDE 10] of [ VOLGENDE
100].
4 Sla met ( ) het aantal
geselecteerde foto’s over en druk
op .
Indexscherm
1 Verplaats de zoomregelaar naar W.
Het indexscherm van de foto’s
verschijnt.
/ U kunt wisselen
tussen de foto’s die gemaakt zijn
met het interne geheugen en die
met de geheugenkaart zijn
gemaakt. Raadpleeg Selecteren
welke opnamen u wilt afspelen
( 35).
2 Selecteer met ( , ) een foto.
Verplaats het oranje selectiekader
naar de foto die u wilt bekijken.
Druk op de joystick ( ) in om het
selectiekader uit te breiden en
doorzoek met ( ) alle
indexpagina’s. Druk op de joystick
( ) in om terug te keren naar het
indexscherm.
3 Druk op .
Het indexscherm wordt gesloten en
de geselecteerde foto verschijnt op
het scherm.
Diashow
U kunt alle foto’s gebruiken om een
diashow af te spelen en u kunt de show
ook van muziek voorzien.
1
Selecteer de eerste foto van de
diashow.
2
Druk op om de foto’s na elkaar
weer te geven.
Druk op om de diashow te
stoppen.
WAAR U OP MOET LETTEN
- Gebruikers van Windows: Gebruik de
bijgeleverde software
Music Transfer Utility
om de muziekbestanden op de bijgeleverde
CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc
te kopiëren naar een
geheugenkaart die aangesloten is op een
computer. Raadpleeg voor meer informatie
de gebruikshandleiding (PDF-bestand) van
de software.
- Gebruikers van Mac OS: Gebruik de Finder
om de muziekbestanden op de bijgeleverde
CD-ROM
Gebruiksaanwijzing/
Muziekgegevens-disc
te kopiëren naar een
geheugenkaart die aangesloten is op een
computer. Raadpleeg
Muziekbestanden
( 102) voor de mappenstructuur van het
geheugen en de CD-ROM.
1 In het indexscherm voor foto’s
drukt u op .
VOLGENDE 10
DE DIASHOW VAN MUZIEK VOORZIEN
/
FUNC.
59
2 Kies een nummer dat u samen met
de diashow wilt afspelen.
[ KIES MUZIEK]
Selecteer met ( ) een nummer*
* Druk op om het nummer te starten/
stoppen.
U kunt muziekbestanden verwijderen
om zo ruimte in het geheugen vrij te
maken ( 44).
Raadpleeg
Het volume aanpassen
( 34) voor informatie over het
aanpassen van het luidsprekervolume.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
De hieronder genoemde soorten foto’s
die werden gekopieerd naar een
geheugenkaart die was aangesloten op
een computer, worden mogelijk niet
correct weergegeven.
- Foto’s die niet met deze camcorder zijn
gemaakt.
- Foto’s bewerkt op of geupload naar een
computer.
- Foto’s waarvan de bestandsnamen zijn
gewijzigd.
OPMERKINGEN
Als u een diashow met muziek wilt
afspelen, zorg er dan voor dat de foto’s
en muziekbestanden aanwezig zijn op
de geheugenkaart.
De achtergrondmuziek wordt mogelijk
niet correct afgespeeld als u een
diashow weergeeft vanaf een
geheugenkaart met een lage
overdrachtssnelheid.
Foto’s tijdens weergave vergroten
Foto’s kunt u tijdens weergave vijfmaal
zo groot maken.
1 Verplaats de zoomregelaar naar T.
De foto wordt tweemaal zo groot
weergegeven en er verschijnt een
kader dat de positie van het
vergrote gebied aanduidt.
Verplaats de zoomregelaar naar T
als u de foto verder wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt verkleinen
tot minder dan tweemaal,
verplaats de zoomregelaar dan
naar W.
wordt weergegeven bij foto’s
die u niet kunt vergroten.
2 Verplaats met ( , ) het kader
naar het deel van het beeld dat u
wilt vergroten.
Als u de vergroting wilt annuleren,
verplaats de zoomregelaar dan naar
W totdat het kader verdwijnt.
Foto’s verwijderen
Foto’s die u niet wilt behouden, kunt u
verwijderen.
FUNC.
FUNC. FUNC.
( 21)
( 21)
Foto’s
60
Eén enkele foto verwijderen
1 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt wissen.
2 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
3 Selecteer met ( ) en druk op
.
4 Selecteer met ( ) de optie [JA]
en druk op .
Foto’s van het indexscherm verwijderen
Opties
1 Open het indexscherm voor foto’s.
Verplaats de zoomregelaar naar W.
/ U kunt wisselen
tussen de foto’s die gemaakt zijn
met het interne geheugen en die
met de geheugenkaart zijn
gemaakt. Raadpleeg Selecteren
welke opnamen u wilt afspelen
( 35).
2 Selecteer met ( , ) de foto
die u wilt verwijderen.
Deze stap hoeft u niet uit te voeren
als u alle foto’s of de foto’s die u
eerder hebt geselecteerd, wilt
verwijderen.
3 Verwijder de foto(’s).
[ WISSEN]
Gewenste optie [JA]*
[OK]
* Als u een andere optie heeft gekozen als
[ÉÉN BEELD], kunt u door op te
drukken de voortgang van de activiteit
onderbreken. Sommige foto’s zullen
desondanks worden verwijderd.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het verwijderen van
foto’s. Verwijderde foto’s bent u voorgoed
kwijt.
OPMERKINGEN
Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen.
[ALLE FOTO’S]
Verwijdert alle foto’s.
[ÉÉN BEELD]
Verwijdert alleen de foto die met het oranje
selectiekader is gemarkeerd.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Verwijdert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren ( 38).
FUNC.
FUNC.
61
Histogramweergave
Tijdens het bekijken van foto’s kunt u
het histogram weergeven, evenals de
pictogrammen van alle functies die ten
tijde van de opname werden gebruikt.
Gebruik het histogram als een
referentie om de juiste belichting van de
foto te controleren.
Het gebied rechts van het histogram
vertegenwoordigt de lichte gebieden en
de linkerzijde de schaduwen. Een foto
waarvan het histogram naar rechts
piekt, is relatief helder; terwijl een foto
waarvan het histogram naar links piekt,
relatief donker is.
OPMERKINGEN
Het histogram verschijnt ook tijdens het
bekijken van de foto gedurende de tijd die
is ingesteld met de optie [BEKIJKEN]. U
kunt ervoor kiezen het histogram uit te
zetten door te drukken op
( 50).
Foto’s beveiligen
U kunt foto’s beveiligen tegen ongewild
wissen.
Eén enkele foto beveiligen
1 Open het fotoselectiescherm.
[ BEVEILIG]
Op het scherm verschijnt [
BEVEILIG].
2
Selecteer met ( ) de foto die u wilt
beveiligen.
3
Druk op om de foto te
beveiligen.
Op de balk aan de onderzijde
verschijnt en de foto kan dan niet
meer worden verwijderd. Druk nog een
keer op als u de beveiliging wilt
verwijderen.
4
Herhaal stap 2 en 3 om nog meer
foto’s te beveiligen of druk
tweemaal op om het menu te
sluiten.
Foto’s van het indexscherm beveiligen
Opties
Aanvullende functies
( 21)
Schaduwen
Pixeltelling
Lichte
gebieden
DISP.
( 21)
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Opent hetzelfde scherm dat is beschreven onder
Eén enkele foto beveiligen ( 61). Om de foto
te beveiligen, begint u bij stap 3 van die
procedure.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Beveiligt alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren ( 38).
[VERWIJDER ALLE SELECTIE]
Verwijdert de beveiliging van alle foto’s.
FUNC.
FUNC.
Foto’s
62
[ BEVEILIG]
Gewenste optie [JA] [OK]
BELANGRIJK
Door het opnamemedium te initialiseren
( 28) worden alle opnamen gewist,
inclusief de beveiligde foto’s.
/ Foto’s kopiëren
U kunt foto’s alleen maar van het
interne geheugen naar de
geheugenkaart kopiëren.
Eén foto kopiëren
1 Open in weergave voor één foto
de foto die u wilt kopiëren ( 58).
2 Kopieer de foto naar de
geheugenkaart.
[ KOPIËREN] Druk
op [JA] Druk twee keer op
Foto’s van het indexscherm kopiëren
Opties
1 Open het indexscherm voor foto’s
die zijn gemaakt in het interne
geheugen.
Verplaats de zoomregelaar naar W
en selecteer vervolgens de tab
(intern geheugen).
2 Als u slechts één foto wilt
kopiëren, selecteer met ( , )
de foto.
3 Kopieer de foto(’s).
[
KOPIËREN]
Gewenste optie [JA]*
[OK]**
* Als u [GESELECTEERDE FOTO’S] of [ALLE
FOTO’S] hebt gekozen, kunt u door op
te drukken de voortgang van de activiteit
onderbreken.
**Deze stap is niet nodig als u één enkele foto
kopieert.
BELANGRIJK
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
OPMERKINGEN
Wanneer er niet genoeg vrije ruimte op
de geheugenkaart is, kopieert de
camcorder zoveel mogelijk foto’s
voordat de bewerking wordt stopgezet.
( 21)
[ALLE FOTO’S]
Kopieert alle foto’s.
[ÉÉN BEELD]
Kopieert alleen de foto die met het oranje
selectiekader is gemarkeerd.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Kopieert alle foto’s die eerder waren
geselecteerd (gemarkeerd met een vinkje ).
Raadpleeg Vooraf opnamen van het indexscherm
selecteren ( 38).
FUNC.
FUNC.
63
Als de afdekking van de
geheugenkaartsleuf open is of als de
LOCK-schakelaar van de
geheugenkaart op de stand beveiligen
staat, kunt u geen foto’s naar de
geheugenkaart kopiëren.
Andere functies voor het maken van foto’s
Foto’s afdrukken
De camcorder kan worden aangesloten
op elke printer die compatibel is met
PictBridge. U kunt als afdrukopdracht
vooraf de foto’s markeren die u wilt
afdrukken en het gewenste aantal
exemplaren instellen ( 66).
Canon-printers: SELPHY-printers uit de
CP-, DS- en ES-serie en inktjet-printers
met het PictBridge-logo.
De camcorder aansluiten op de printer
1 Schakel de printer in.
2 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB-
kabel.
Aansluitmethode . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 69).
Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [PC/PRINTER] en
druk op .
/ Selecteer vooraf het
geheugen met de foto’s die u wilt
afdrukken ( 35).
Als het indexscherm voor foto’s
verschijnt, verplaats u de
zoomregelaar naar T om een foto
weer te geven.
verschijnt en verandert in .
U kunt ook de volgende functies
gebruiken...
De volgende functies en programma’s
van de camcorder kunt u gebruiken
voor het opnemen van video of voor
het maken van foto’s. De manier
waarop u deze functies moet instellen
en gebruiken, is al in detail besproken.
Daarom geven wij alleen een verwijzing
naar de relevante pagina in het
“Video”-hoofdstuk.
Zoom ( 31)
Quick Start ( 33)
Opnameprogramma’s ( 40, 41)
Mini-videolamp ( 43)
Zelfontspanner ( 46)
Automatische tegenlichtcorrectie en
handmatige belichtingsinstelling ( 46)
Handmatige scherpstelling ( 47)
Witbalans ( 48)
Beeldeffecten ( 49)
Digitale effecten ( 49)
Foto’s afdrukken
( 21)
Foto’s
64
De (afdrukken/delen)-toets
gaat branden en de huidige
afdrukinstellingen worden circa 6
seconden weergegeven.
BELANGRIJK
Indien blijft knipperen (langer dan
1 minuut) of indien niet verschijnt,
dan is de camcorder niet op de juiste
wijze aangesloten op de printer. Haal in
dat geval de USB-kabel uit de
camcorder en zet de camcorder en
printer uit. Zet beide apparaten na korte
tijd weer aan, zet de camcorder in de
stand en herstel de verbinding.
Ook als u een printer hebt aangesloten
op de camcorder wordt deze tijdens de
volgende bedieningshandelingen niet
herkend.
- Alle foto’s wissen.
- Alle overzetopdrachten wissen.
- Alle afdrukopdrachten wissen.
OPMERKINGEN
wordt weergegeven bij foto’s die u
niet kunt afdrukken.
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Raadpleeg ook de printerhandleiding.
Als u de optionele DVD-brander DW-
100 niet wilt gebruiken, kunt u [USB-
INSTELL.] instellen op [ PC/
PRINTER]
( 83) waardoor niet elke
keer wanneer u de camcorder op een
printer aansluit het selectiescherm voor
het apparaattype wordt getoond.
De aansluiting op een PictBridge-
compatibele printer werkt niet als de
geheugenkaart 1.800 foto’s of meer
bevat.
Het verdient aanbeveling het aantal
foto’s op de geheugenkaart niet hoger
te laten worden dan 100. Dat garandeert
een optimale prestatie.
Verwijder de USB-kabel voordat u de
bedieningsmodus wijzigt.
Foto’s afdrukken met de
(afdrukken/delen)-toets
U kunt zonder dat u de instellingen
wijzigt, een foto afdrukken door
in te drukken.
1 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt afdrukken.
2 Druk op .
Het afdrukken begint. De -
toets knippert en blijft branden als
het afdrukken klaar is.
Om verder te gaan met het
afdrukken, kiest u met ( ) een
andere foto.
De afdrukinstellingen selecteren
U kunt voor een afdruk het aantal
exemplaren en andere instellingen
selecteren. De instellingsopties variëren
afhankelijk van uw printermodel.
( 21)
65
Opties
OPMERKINGEN
Het hangt van het printermodel af wat de
instellingsopties zijn voor het afdrukken en
wat de [STANDAARD]-instellingen zijn.
Raadpleeg voor bijzonderheden de
printerhandleiding.
Foto’s afdrukken nadat u de
afdrukinstellingen hebt gewijzigd
1 Druk op de joystick ( ) in voor het
weergeven van de
joystickaanduiding.
2 Selecteer met ( ) en druk op
.
Het instelmenu verschijnt.
3 Selecteer in het instelmenu met
( , ) de functie die u wilt
wijzigen en druk op .
4 Selecteer met ( ) de gewenste
instellingsoptie en druk op .
5 Selecteer met ( , ) de optie
[PRINT] en druk op .
Het afdrukken begint. Het
instelmenu verdwijnt wanneer alle
foto’s zijn afgedrukt.
Om verder te gaan met het
afdrukken, kiest u met ( ) een
andere foto.
1 Druk tijdens het afdrukken op .
2 Selecteer met ( ) de optie [OK]
en druk op .
Haal de kabel uit de camcorder en printer
en schakel de camcorder uit.
[PAPIER]
[ PAPIER FORMAAT]: Het hangt van het
printermodel af welke papierformaten
beschikbaar zijn.
[ PAPIER TYPE]: Selecteer [PHOTO], [FAST
PHOTO], [NORMAAL] of [STANDAARD].
[ PAGINAINDELING]: Selecteer [STANDAARD],
[OMKADERD] of een van de volgende pagina-
indelingen.
[RANDLOOS]: De foto wordt vergroot en wordt
aan de randen mogelijk iets afgesneden om op
het papier te passen.
[2-PLUS], [4-PLUS], [8-PLUS], [9-PLUS], [16-
PLUS]: Raadpleeg de verticale balk op pagina 66.
[ ] (Datum afdrukken)
Selecteer [AAN], [UIT] of [STANDAARD].
[ ] (Afdrukeffect)
Alleen beschikbaar met printers die compatibel
zijn met de beeldoptimalisatiefunctie (Image
Optimize). Selecteer [AAN], [UIT] of
[STANDAARD].
Canon inktjet/SELPHY DS-printers: U kunt ook
[VIVID], [NR] of [VIVID+NR] selecteren.
[ ] (Aantal exemplaren)
Selecteer 1-99 exemplaren.
HET AFDRUKKEN ANNULEREN
NADAT U KLAAR BENT MET AFDRUKKEN
Huidige papierinstellingen (papierformaat,
papiertype en pagina-indeling)
Datum afdrukken
Afdrukeffect
Aantal exemplaren
Papierinstellingen
Foto’s
66
Als er zich tijdens het afdrukken een fout
voordoet, verschijnt er een foutbericht
(bijvoorbeeld [GEEN PAPIER] ) op de
camcorder. Los het probleem op met
behulp van de foutenlijst
( 95) en de
handleiding van de printer.
Canon’s PictBridge-compatibele printers:
Als
het afdrukken niet automatisch wordt
hervat nadat u het probleem hebt
verholpen, selecteer dan [DOORGAAN]
en druk op om het afdrukken te
hervatten. Als die optie niet beschikbaar
is, selecteer dan [STOP] en druk op
en begin opnieuw met afdrukken vanaf
het begin.
Overige printers of wanneer de fout aanhoudt
bij gebruik van een Canon-printer: Als het
afdrukken niet automatisch wordt
hervat, verwijder dan de USB-kabel en
zet de camcorder uit. Zet na korte tijd
de camcorder weer aan en herstel de
USB-verbinding.
BELANGRIJK
Met een PictBridge-compatibele printer
worden mogelijk niet op correcte wijze
de hieronder genoemde foto’s afgedrukt
die werden gekopieerd naar een
geheugenkaart die aangesloten was op
een computer: foto’s waarvan de
bestandsnamen zijn gewijzigd of die
werden gemaakt, bewerkt of gewijzigd
met een ander apparaat dan deze
camcorder.
Als [BEZIG.] niet verdwijnt, verwijder
dan de USB-kabel en herstel na korte
tijd de verbinding.
Afdrukopdrachten
U kunt als afdrukopdracht vooraf de
foto’s markeren die u wilt afdrukken en
het gewenste aantal exemplaren
instellen. Later kunt u de
afdrukopdrachten eenvoudig afdrukken
door de camcorder aan te sluiten op
een met PictBridge compatibele printer
( 63). U kunt afdrukopdrachten
instellen voor maximaal 998 foto’s.
AFDRUKFOUTEN
( 21)
Meerdere beelden afdrukken op hetzelfde vel [2-PLUS], [4-PLUS], etc.
Bij gebruik van Canon-printers kunt u dezelfde foto meerdere malen afdrukken op
hetzelfde vel. Gebruik de volgende tabel als richtlijn voor het aanbevolen aantal
exemplaren, afhankelijk van de [ PAPIER FORMAAT]-instelling.
1
U kunt ook de speciale stickervellen gebruiken.
2
Met de [8-PLUS]-instelling kunt u ook de speciale stickervellen gebruiken (alleen SELPHY
CP-printers).
SELPHY CP: Als u het brede fotopapier gebruikt met de [STANDAARD]-instelling, kunt u
ook [2-PLUS] of [4-PLUS] gebruiken.
[ PAPIER FORMAAT] [5,4 x 8,6 cm] [9 x 13 cm] [10 x 14,8 cm] [A4]
Canon-printer
Inkjet-printers SELPHY DS 2, 4, 9 of 16
1
4
SELPHY CP/ES 2, 4 of 8
2
2 of 4 2 of 4
67
Foto’s selecteren om af te drukken
(afdrukopdracht)
Stel de afdrukopdrachten in voordat u
de bijgeleverde USB-kabel op de
camcorder aansluit.
Eén enkele foto markeren met een
afdrukopdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
[ PRINT OPDR.]
Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt markeren voor een
afdrukopdracht.
3 Druk op om de
afdrukopdracht in te stellen.
Het aantal exemplaren wordt
weergegeven in oranje.
4 Stel met ( ) het aantal gewenste
exemplaren in en druk op .
Stel het aantal exemplaren in op 0
als u de afdrukopdracht wilt
annuleren.
5 Herhaal stap 2 t/m 4 als u nog
meer foto’s wilt markeren met een
afdrukopdracht of druk tweemaal
op om het menu te sluiten.
Vanuit het indexscherm afdrukopdrachten
instellen
Opties
[ PRINT OPDR.]
Gewenste optie [JA] [OK]
Foto’s afdrukken die zijn gemarkeerd met
een afdrukopdracht
1 Sluit de camcorder op de printer
aan met de bijgeleverde USB-
kabel.
Aansluitmethode . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 69).
2 Open het instelmenu.
[ MENU]
[ PRINT]
Het instelmenu verschijnt.
Als er geen foto’s gemarkeerd
staan voor een afdrukopdracht,
verschijnt [STEL PRINTOPDR.
IN].
3 Selecteer met ( , ) de optie
[PRINT] en druk op .
FUNC.
FUNC.
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Opent hetzelfde scherm dat is beschreven onder
Eén enkele foto markeren met een
afdrukopdracht ( 67). Om de afdrukopdracht
in te stellen, begint u bij stap 3 van die
procedure.
[GESELECT. FOTOS(1 KOP.)]
Stelt een afdrukopdracht in van 1 exemplaar van
elke foto die vooraf is geselecteerd (gemarkeerd
met een vinkje ). Raadpleeg Vooraf opnamen
van het indexscherm selecteren ( 38).
[VERWIJDER ALLES]
Verwijdert alle afdrukopdrachten.
FUNC.
FUNC.
FUNC.
Foto’s
68
Het afdrukken begint. Het
instelmenu verdwijnt wanneer alle
foto’s zijn afgedrukt.
OPMERKINGEN
De aangesloten printer bepaalt of u voor
stap 3 al bepaalde afdrukinstellingen
kunt wijzigen ( 64).
Raadpleeg pagina 65 als u het
afdrukken wilt annuleren.
Het afdrukken hervatten: Open het
instelmenu zoals beschreven in stap 2.
Selecteer in het menu van de
afdrukinstellingen de optie [HERVAT]*
en druk op . De resterende foto’s
worden afgedrukt.
Het afdrukken kan niet worden hervat
als de afdrukopdrachtinstellingen zijn
gewijzigd of als u een foto met
afdrukopdrachtinstellingen hebt
verwijderd.
* Wanneer de afdrukopdracht na de
eerste foto wordt onderbroken,
verschijnt hiervoor in de plaats
[PRINT].
69
Externe aansluitingen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de camcorder aansluit op een extern
apparaat zoals een TV, videorecorder of computer.
Aansluitschema’s
Aansluitpunten op de camcorder
AV OUT-aansluitpunt
Toegang: Open het LCD-paneel.
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt onderdrukt
als de stereovideokabel STV-250N op de camcorder
aangesloten is.
USB-aansluitpunt
Toegang: Open het LCD-paneel.
Aansluitmethode
Type: Analoog Alleen uitgang
Aansluiten op een TV of een videorecorder met audio/video-ingangen. Als de TV de
beeldverhouding niet automatisch kan detecteren en aanpassen ( 83), wijzig dan
met [TV TYPE] de juiste verhouding (breedbeeld of 4:3).
VIDEO
AUDIO
R
L
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
Externe aansluitingen
70
Sluit de camcorder aan op een TV om
samen met familie en vrienden van uw
opnamen te genieten.
1
Zet de camcorder en TV uit.
2
Sluit de camcorder aan op de TV.
Raadpleeg
Aansluitschema’s
(
69)
en selecteer de meest geschikte
aansluitmethode voor uw TV.
3
Zet de aangesloten TV aan.
Selecteer op de TV als video-ingang
hetzelfde aansluitpunt als het
aansluitpunt waarop u de camcorder
hebt aangesloten. Raadpleeg de
gebruikshandleiding van de
aangesloten TV.
4
Stel de camcorder in op de -
modus ( 34) of op de -modus
( 57).
Begin met het afspelen van films of
foto’s.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Geluid uit de ingebouwde luidspreker wordt
onderdrukt als de stereovideokabel
STV-250N op de camcorder aangesloten is.
Wijzig het volume op de TV.
Wanneer u 16:9 films afspeelt op een
standaard-TV met een beeldverhouding
van 4:3, zal de TV automatisch
overschakelen naar breedbeeld als de TV
compatibel is met het WSS-systeem. In
andere gevallen moet u de hoogte/
breedteverhouding van uw TV handmatig
wijzigen.
Aansluitmethode
In alle opzichten exact dezelfde aansluitmethode als de aansluitmethode
hierboven.
Aansluiten op een standaard-TV- of videorecorder met SCART-ingang. Vereist een
SCART-adapter (in de winkel verkrijgbaar).
Aansluitmethode
Type: Aansluiting voor digitale gegevens Alleen uitgang
Aansluiten op een computer om uw opnamen op de computer op te slaan, of
aansluiten op de optionele DVD-brander DW-100 om van uw opnamen DVD-schijven te
maken, of aansluiten op een printer om foto’s af te drukken.
Stereovideokabel STV-250N
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
SCART-adapter
(in de winkel verkrijgbaar)
USB-kabel (bijgeleverd)
Opnamen afspelen op een TV-
scherm
( 21)
71
Op uw computer opnamen opslaan
Films die u met deze camcorder hebt
opgenomen, worden opgeslagen op de
geheugenkaart of in het interne
geheugen (alleen
/ /).
Vanwege de beperkte ruimte op een
geheugenkaart raden wij u aan
regelmatig op de computer een back-
up van de films te maken.
PIXELA ImageMixer 3 SE
Met de bijgeleverde software
ImageMixer 3 SE Transfer Utility kunt
u opnamen vanuit uw camcorder
kopiëren naar uw computer. Op de
computer kunt u netjes de video’s in
albums rangschikken en commentaar
toevoegen voor snelle en makkelijke
zoekopdrachten. Met de bijgeleverde
software ImageMixer 3 SE Video
To o l s kunt u ook scènes bewerken,
converteren en de grootte hiervan
wijzigen om deze naar uw website te
uploaden of mee te nemen met een
draagbare videospeler, en nog meer.
Meer informatie over de beschikbare
functies vindt u in de
gebruikshandleiding (PDF-bestand) van
de software. Meer informatie over het
installeren van de software vindt u in de
PIXELA Applications
Installatiehandleiding.
De opnamen opslaan zonder een
computer
Als u er de voorkeur aan geeft de
opnamen op te slaan zonder een
computer te gebruiken, kunt u de
optionele DVD-brander DW-100
gebruiken om van uw films DVD-
schijven en van uw foto’s foto-DVD’s te
maken ( 71). U kunt de camcorder
ook aansluiten op een extern
opnameapparaat (DVD- of HDD-
recorder, videorecorder, etc.) om
kopieën van uw films op te slaan
( 74).
BELANGRIJK
Wanneer de camcorder is
aangesloten op een computer: Vanuit
de computer kunt u beter geen mappen
en bestanden die scènes bevatten, op
de camcorder openen, wijzigen of
verwijderen, omdat u het risico loopt
gegevens definitief kwijt te raken.
Is de camcorder aangesloten op een
computer, dan moet u de afdekking van
de geheugenkaartsleuf niet openen en
de geheugenkaart niet verwijderen.
Persoonlijke DVD-schijven en foto-
DVD’s maken
U kunt de camcorder aansluiten op de
optionele DVD-brander DW-100 om
van uw films DVD-schijven en van uw
foto’s foto-DVD’s te maken. Meer
informatie over de aansluiting en
bediening vindt u in de
gebruikshandleiding van de DW-100.
Raadpleeg deze paragraaf, samen met
andere relevante paragrafen in de
gebruikshandleiding van de DW-100.
Uw opnamen opslaan
Externe aansluitingen
72
Opties voor het maken van DVD-schijven
( -modus)
Opties voor het maken van foto-DVD’s
(stand )
Voorbereidingen op de camcorder
1 Zet de camcorder in de -
modus om van uw films DVD-
schijven of in de -modus om
van uw foto’s foto-DVD’s te
maken.
Lever met de compacte
netadapter stroom aan de
camcorder.
/ Selecteer vooraf het
geheugen met de scènes of foto’s
die u wilt toevoegen ( 35).
2 Selecteer de scènes of foto’s die u
aan de schijf wilt toevoegen.
[ MENU]
[ SYSTEEM SETUP]
[VOEG T.DISC] Gewenste optie
De camcorder aansluiten op de DVD-
brander en een schijf samenstellen
1 Schakel de DVD-brander in.
Raadpleeg DVD’s maken.
2 Sluit de camcorder aan op de
DVD-brander met de bijgeleverde
USB-kabel.
Aansluitmethode . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 69) en
Aansluitingen.
Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [DVD-BRANDER] en
druk op .
Als de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt [GEEN DISC]
op het scherm.
3 Plaats een nog niet gebruikte
schijf in de DVD-brander.
Gebruik de OPEN/CLOSE-toets op
de DVD-brander om de schijflade
te openen en sluiten.
Nadat de schijf herkend is,
verschijnt op een informatiescherm
het type DVD, de geschatte tijd
voor het samenstellen en het
aantal schijven dat daarvoor nodig
is (met de schijf in de lade als
uitgangspunt).
Als u een DVD-RW-schijf plaatst
die al gegevens bevat, verschijnt
het bericht [DE SCHIJF IS
BESCHREVEN]. Om de gegevens
te overschrijven (de inhoud van de
schijf wissen), druk op ,
selecteer [JA] en druk weer op .
( 21)
[ALLE SCENES]
Alle scènes aan de schijf toevoegen.
[PLAYLIST]
Voegt alleen de scènes toe die in de afspeellijst
staan ( 51).
[ALLE FOTO’S]
Voegt alle foto’s aan de diashow aan de schijf
toe.
[ OVERD.OPDR.]
Voegt alleen de foto’s toe die zijn gemarkeerd
met een kopieeropdracht ( 74).
FUNC.
FUNC.
73
4 Druk op de starttoets van de DVD-
brander.
Op het scherm verschijnt een
voortgangsbalk.
Na het indrukken van de starttoets
(tijdens het beschrijven van de
schijf) kunt u de bewerking niet
meer annuleren.
Wanneer de schijf (of de laatste
schijf bij meerdere schijven) is
afgesloten, verschijnt [TAKEN
UITGEVOERD] op het scherm.
Haal de schijf eruit en sluit de lade.
Nadat een schijf is afgesloten, wordt de
schijf automatisch uitgeworpen en
verschijnt [VOER EEN LEGE SCHIJF IN
EN SLUIT DE LADE] op het scherm.
Voer de volgende schijf in en sluit de
lade.
Nadat de bewerking is afgesloten,
verschijnt [VOER EEN LEGE SCHIJF IN]
op het scherm. Voer een lege schijf in
en sluit de lade.
Schijven die zijn opgenomen met deze
camcorder en de DVD-brander, kunt u
afspelen op DVD-spelers en computers
die aan de volgende eisen voldoen:
Compatibel met de schijven die u
hebt gemaakt (DVD-R/DVD-R DL/
DVD-RW-schijven)
Compatibel met DVD-Video-
specificaties
DVD-afspeelsoftware die
geïnstalleerd en actief is (bij gebruik
van computers)
Raadpleeg de gebruikshandleiding van
het externe apparaat en zorg ervoor dat
het compatibel is.
BELANGRIJK
Terwijl de camcorder aangesloten is op
de DVD-brander mag u de afdekking
van de geheugenkaartsleuf niet openen
en de geheugenkaart niet verwijderen.
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator op
de camcorder brandt of knippert. U kunt
uw gegevens anders voorgoed
kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de USB-kabel niet.
- Verwijder de stroombron niet en zet de
camcorder of DVD-brander niet uit.
Bij het samenstellen van schijven met de
optionele DVD-brander DW-100 kunt u
met de optie [PLAYLIST] geen scènes
toevoegen die zijn opgenomen met een
geactiveerde vooropnamefunctie en
geen gesplitste scènes toevoegen.
Raadpleeg Waarschuwingen
bij gebruik voor informatie over hoe u de
schijven moet behandelen.
OPMERKINGEN
Als de LOCK-schakelaar op de
geheugenkaart in de
schrijfbeveiligingsstand staat, kunt u
geen schijf maken met films die op de
geheugenkaart staan.
U hebt geen toegang tot het FUNC.-
menu en de instellingsmenu’s terwijl de
camcorder is aangesloten op de DVD-
brander.
Verwijder de USB-kabel voordat u de
bedieningsmodus wijzigt.
ALS U MEERDERE SCHIJVEN MOET GEBRUIKEN
EEN EXTRA KOPIE MAKEN VAN DEZELFDE
SCHIJF
EEN DVD-SCHIJF AFSPELEN
Externe aansluitingen
74
De benodigde tijd voor stap 2 hangt af
van het aantal scènes dat u op een
schijf wilt plaatsen. Wij raden u aan het
aantal scènes te beperken tot minder
dan 2.000. (De verbindingstijd zal dan
ongeveer 3,5 minuut bedragen).
Kopieeropdrachten
Met kopieeropdrachten kunt u vooraf
markeren welke foto’s u wilt toevoegen
als u een foto-DVD maakt met de
optionele DVD-brander DW-100. U kunt
kopieeropdrachten instellen voor
maximaal 998 foto’s.
Foto’s selecteren om te kopiëren
(kopieeropdracht)
Stel de kopieeropdrachten in voordat u
de camcorder aansluit op de DW-100.
/ Selecteer eerst het
geheugen met de foto’s die u wilt
toevoegen ( 35).
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht
1 Open het fotoselectiescherm.
[ TRANSFER. OPDR.]
Op het scherm verschijnt .
2 Selecteer met ( ) de foto die u
wilt markeren voor een
kopieeropdracht.
3 Druk op om de
kopieeropdracht in te stellen.
Een vinkje verschijnt in het vakje
naast het pictogram voor de
kopieeropdracht . Druk nog een
keer op als u de
kopieeropdracht wilt annuleren.
4 Herhaal stap 2 t/m 3 als u nog
meer foto’s wilt markeren met een
kopieeropdracht of druk tweemaal
op om het menu te sluiten.
Vanuit het indexscherm
kopieeropdrachten instellen
Opties
[ TRANSFER. OPDR.]
Gewenste optie [JA] [OK]
Uw opnamen kopiëren naar een externe
videorecorder
De opnamen kunt u kopiëren door de
camcorder aan te sluiten op een
videorecorder of een digitaal
videoapparaat.
( 21)
FUNC.
[INDIVIDUELE FOTO’S]
Opent hetzelfde scherm dat is beschreven onder
Eén enkele foto markeren met een
kopieeropdracht (
74). Begin bij stap 3 van
die procedure om de kopieeropdracht in te
stellen.
[GESELECTEERDE FOTO’S]
Markeert alle foto’s die vooraf zijn geselecteerd
(gemarkeerd met een vinkje ) met een
kopieeropdracht. Raadpleeg Vooraf opnamen van
het indexscherm selecteren ( 38).
[VERWIJDER ALLES]
Verwijdert alle kopieeropdrachten.
( 21)
FUNC.
FUNC.
FUNC.
75
Aansluiten
Sluit de camcorder aan op de
videorecorder met gebruik van
aansluitmethode of . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 69).
Opnemen
1 Extern apparaat: Plaats een lege
cassette of schijf en zet het
apparaat in de
opnamepauzestand.
2 Camcorder: Lokaliseer de scène
die u wilt kopiëren en las kort vóór
de scène een afspeelpauze in.
3 Camcorder: Speel de film verder
af.
4 Extern apparaat: Begin op te
nemen wanneer de scène
verschijnt die u wilt kopiëren. Stop
met opnemen wanneer het
kopiëren voltooid is.
5 Camcorder: Stop met afspelen.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Standaard worden de schermgegevens
ingebed in het video-uitvoersignaal. U
kunt de schermgegevens wijzigen door
herhaaldelijk op ( 50) te
drukken.
Foto’s kopiëren naar een computer
U kunt de camcorder aansluiten op een
computer met de bijgeleverde USB-
kabel om foto’s uit het geheugen van
de camcorder te kopiëren naar de
computer. De procedure varieert
afhankelijk van het besturingssysteem
van uw computer.
1 Zet de camcorder in de modus
.
/ Selecteer eerst het
geheugen met de foto’s die u wilt
kopiëren ( 35).
2 Sluit de camcorder aan op de
computer met de USB-kabel.
Aansluitmethode . Raadpleeg
Aansluitschema’s ( 69).
Als het scherm voor selectie van
het apparaattype verschijnt,
selecteer dan [PC/PRINTER] en
druk op .
De toets licht op.
3 Open [Computer].
4 Open [Canon FS37]* en open
vervolgens [Verwisselbare opslag].
5 Open de map [DCIM] en
vervolgens de map die de foto’s
bevat die u wilt kopiëren.
6 Kopieer de gewenste foto’s naar
de computer.
* Het hangt van uw camcordermodel af
welke tekst wordt weergegeven.
3 Open [My Computer] en
vervolgens [Canon FS37]*.
4 Kopieer de gewenste foto’s naar
de computer.
* Het hangt van uw camcordermodel af
welke tekst wordt weergegeven.
DISP.
( 21)
AANSLUITING OP EEN COMPUTER DIE DRAAIT
OP
WINDOWS 7 OF WINDOWS VISTA
AANSLUITING OP EEN COMPUTER DIE DRAAIT
OP
WINDOWS XP
Externe aansluitingen
76
3 Open [Macintosh HD] en
vervolgens de map [Applications].
4 Start het Image Capture-
programma.
5 Kopieer de gewenste fotos naar
de computer.
BELANGRIJK
Is de camcorder aangesloten op de
computer, dan mag u de afdekking van
de geheugenkaartsleuf niet openen en
de geheugenkaart niet verwijderen.
Neem de onderstaande voorschriften in
acht wanneer de ACCESS-indicator
brandt of knippert. U kunt uw gegevens
anders voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet.
- Verwijder de USB-kabel niet.
- Zet de camcorder of computer niet uit.
- Wijzig de bedieningsmodus niet.
Het kan zijn dat door het type software
en de specificaties/instellingen van de
computer, de bediening niet correct
functioneert.
Als u de fotobestanden op de computer
wilt gebruiken, moet u er eerst kopieën
van maken. Gebruik de gekopieerde
bestanden en bewaar de originele.
Ook als u de camcorder hebt
aangesloten op de computer wordt
deze tijdens de volgende
bedieningshandelingen niet herkend.
- Alle foto’s wissen.
- Alle overzetopdrachten wissen.
- Alle afdrukopdrachten wissen.
OPMERKINGEN
Het verdient aanbeveling de camcorder
van stroom te voorzien via de compacte
netadapter.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding
van uw computer.
Als u de optionele DVD-brander DW-
100 niet wilt gebruiken, kunt u [USB-
INSTELL.] instellen op [ PC/
PRINTER] ( 83) waardoor niet elke
keer wanneer u de camcorder op een
computer aansluit het selectiescherm
voor het apparaattype wordt getoond.
Afhankelijk van het aantal foto’s op de
geheugenkaart Windows: 1.800 of meer
foto’s; Macintosh: 1.000 foto’s of meer),
kunt u wellicht geen foto’s naar de
computer kopiëren. Probeer in dat geval
een kaartlezer te gebruiken.
Verwijder de USB-kabel voordat u de
bedieningsmodus wijzigt.
AANSLUITING OP EEN COMPUTER DIE DRAAIT
OP
MAC OS
77
Aanvullende informatie
Dit hoofdstuk behandelt oplossingen voor problemen,
schermberichten, tips voor het behandelen en onderhouden van de
camcorder, en andere informatie.
Menuonderdelen die niet beschikbaar zijn, hebben een grijze kleur in het FUNC.-
menu en een zwarte kleur in de instellingsmenu’s. Raadpleeg Gebruik van de menu’s
( 23) voor meer informatie over de wijze waarop u een onderdeel selecteert.
Raadpleeg de pagina waarnaar wordt verwezen voor bijzonderheden over elke
functie. Menu-opties zonder een pagina waarnaar wordt verwezen, worden hieronder
in de tabellen nader verklaard.
FUNC .-men u
FUNC. -menu (Opnamestanden)
Bijlage: Menu-opties - Overzicht
Menu-onderdeel Instelopties
Opnameprogramma’s [ PROGRAMMA AE], [ SLUITERT.P-AE] zz41
[ PORTRET], [ SPORT], [ NACHT], [ SNEEUW],
[ STRAND], [ ZONSONDERG.], [ SPOTLIGHT],
[ VUURWERK]
zz40
Witbalans [ AUTO], [ DAG LICHT], [ LAMPLICHT],
[ INSTELLEN]
zz48
Beeldeffecten [ BEELDEFFECT UIT], [ VIVID],
[ NEUTRAAL], [ ZACHT HUIDEFFECT]
zz49
Digitale effecten [ D.EFFECT UIT], [ FADE-T], [ WEGVEGEN],
[ ZWART-WIT], [ SEPIA], [ KUNST],
[
MOZAÏEK]
z 49
[ D.EFFECT UIT], [ ZWART-WIT], [ SEPIA] z
Opnamemodus [ HOGE KWALITEIT 9Mbps],
[ STANDAARD PLAY 6Mbps],
[ LONG PLAY 3Mbps]
z 31
Afmetingen/kwaliteit
van foto’s
[L 1024x768], [S 640x480]
[ SUPERFIJN], [ FIJN], [ NORMAAL]
z 55
Aanvullende informatie
78
FUNC. -menu (Afspeelstanden)
Menu-onderdeel Instelopties
[KIES MUZIEK] [UIT], lijst van muziekbestanden op de camcorder z
1
z 44
[SELECTEER] [INDIVIDUELE SCENES], [VERWIJDER ALLE SELECTIE],
[ANNULEREN]
z
2
38
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO’S], [VERWIJDER ALLE SELECTIE],
[ANNULEREN]
z 38
/
[KOPIËREN]
[ALLE SCENES], [ALLE SCENES (DEZE DAG)], [ÉÉN
SCENE], [GESELECTEERDE SCENES], [ANNULEREN]
z
2
54
[NEE], [JA] z
3
54
Bij weergave van één foto: [NEE], [JA] z 62
Van het indexscherm:
[ALLE FOTO’S], [ÉÉN BEELD], [GESELECTEERDE FOTO’S],
[ANNULEREN]
z 62
[AAN PLAYLIST TOEV.] [ALLE SCENES (DEZE DAG)], [ÉÉN SCENE],
[GESELECTEERDE SCENES], [ANNULEREN]
z
2
51
[SPLITSEN] z
4
51
[VERPLAATS] z
3
53
[BEVEILIG] Bij weergave van één foto: -
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO’S], [GESELECTEERDE FOTO’S],
[VERWIJDER ALLE SELECTIE], [ANNULEREN]
z 61
[PRINT OPDR.] Bij weergave van één foto: 0-99 exemplaren
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO’S], [GESELECT. FOTOS(1 KOP.)],
[VERWIJDER ALLES], [ANNULEREN]
z 66
[TRANSFER. OPDR.] Bij weergave van één foto: -
Van het indexscherm:
[INDIVIDUELE FOTO’S], [GESELECTEERDE FOTO’S],
[VERWIJDER ALLES], [ANNULEREN]
z 74
79
1
Optie is niet beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen.
2
Optie beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen en het indexscherm van Video
Snapshot.
3
Optie beschikbaar in het indexscherm van de afspeellijst en het indexscherm van de afspeellijst van
Video Snapshot.
4
Optie is beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen.
Instellingsmenu’s
Instelling camera (zoomtype, beeldstabilisator, etc.)
CAMERA SETUP
* Optie alleen beschikbaar als het opnameprogramma staat ingesteld op [ PROGRAMMA AE].
[BEELD STAB]:
De beeldstabilisator biedt compensatie voor camcordertrillingen. U kunt de
mate van compensatie selecteren.
[ DYNAMISCH]:
Deze instelling biedt compensatie voor camcordertrillingen die sterker zijn,
bijvoorbeeld als u opnamen maakt terwijl u loopt, en is effectiever wanneer de zoom volledige
groothoek nadert.
[ STANDAARD]: Deze instelling biedt compensatie voor minder sterke camcordertrillingen,
bijvoorbeeld als u opnamen maakt terwijl u stilstaat, en is geschikt voor natuurlijk ogende
scènes. De beeldhoek is breder bij maximale groothoek.
Als de camcordertrillingen te sterk zijn, kunnen deze door de beeldstabilisator mogelijk niet
volledig worden gecompenseerd. De beeldstabilisator kan niet alle bewegingsonscherpte
weghalen als de camcorder of het onderwerp te veel beweegt.
[WISSEN] [ALLE SCENES], [ALLE SCENES (DEZE DAG)], [ÉÉN SCENE],
[GESELECTEERDE SCENES], [ANNULEREN]
z
2
39
[ALLE SCENES], [ÉÉN SCENE], [ANNULEREN]
z
3
53
Bij weergave van één foto: [NEE], [JA]
Van het indexscherm:
[ALLE FOTO’S], [ÉÉN BEELD], [GESELECTEERDE FOTO’S],
[ANNULEREN]
z
60
[SCENE ZOEKEN] [KALENDER], [DATUM SELECT], [ANNULEREN]
z
2
36
Menu-onderdeel Instelopties
[ZELFTIMER] [ AAN ], [ UIT] zz46
[D. ZOOM] [ AAN], [ UIT] z 31
[ZOOMSNELHEID] [ VARIABEL], [ SNELHEID 3],
[ SNELHEID 2], [ SNELHEID 1]
zz31
[BEELD STAB] [ DYNAMISCH], [ STANDAARD], [ UIT] z ––
[BREEDBEELD] [ AAN], [ UIT] z ––
[FOCUS PRI.] [ AAN:AiAF], [ AAN:CENTRUM], [ UIT] z
[A.LZ.SLUITER]
*
[ AAN], [ UIT] zz
[ANTI WIND] [ AUTO], [ UIT ] z ––
[BEKIJKEN] [ UIT], [ 2 sec], [ 4 sec], [ 6 sec],
[ 8 sec], [ 10 sec]
z
Menu-onderdeel Instelopties
Aanvullende informatie
80
De beeldstabilisator functioneert niet volledig bij onderwerpen met een laag contrast, met een
zich herhalend patroon of zonder verticale lijnen.
Als [BEELD STAB] ingesteld is op [ DYNAMISCH] en de beweging op de achtergrond
niet natuurlijk lijkt, selecteer dan [ STANDAARD] of [
UIT].
Het verdient aanbeveling bij gebruik van een statief de beeldstabilisator op [
UIT] te
zetten.
[BREEDBEELD]:
De camcorder gebruikt het volle bereik van de beeldsensor waardoor u 16:9-
opnamen met een hoge resolutie kunt maken.
Aangezien het scherm op de camcorder een hoogte/breedteverhouding heeft van 16:9,
worden opnamen met een hoogte/breedteverhouding van 4:3 weergegeven in het midden
van het scherm met zwarte balken aan de zijkanten.
Afspelen van een breedbeeldopname:
TV-toestellen die compatibel zijn met het systeem
WSS, schakelen automatisch over op de breedbeeldstand (16:9). In andere gevallen moet u
de hoogte/breedteverhouding van uw TV handmatig wijzigen. Indien een breedbeeldopname
wordt afgespeeld op een TV met een normale hoogte/breedteverhouding (4:3), wijzig dan de
optie [TV TYPE] dienovereenkomstig ( 83).
De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling, zelfs wanneer u de camcorder in de
stand zet.
[FOCUS PRI.]:
Als scherpstellingsvoorkeuze is geactiveerd, maakt de camcorder alleen een
foto nadat automatisch scherp is gesteld. U kunt ook een keuze maken uit de AF-kaders.
[ AAN:AiAF]: Er worden uit de negen beschikbare kaders automatisch een of meer AF-
kaders geselecteerd waarop de scherpstelling plaatsvindt.
[ AAN:CENTRUM]: In deze stand verschijnt in het midden van het scherm één enkel
scherpstellingskader en het beeld wordt hierop automatisch scherp gesteld.
[ UIT]: Er verschijnt geen AF-kader en de foto wordt direct na het indrukken van
gemaakt.
Als het opnameprogramma is ingesteld op [ VUURWERK], wordt de
scherpstellingsvoorkeuze automatisch ingesteld op [ UIT].
[A.LZ.SLUITER]:
De camcorder gebruikt op plaatsen met onvoldoende verlichting automatisch
lange sluitertijden om heldere opnamen te maken.
De camcorder gebruikt sluitertijden tot minimaal 1/25 (1/12 in de stand ).
U kunt de instelling wijzigen als de camcorder staat ingesteld op de - of -modus.
De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling, zelfs wanneer u de camcorder in de
stand zet.
Zet de lange sluitertijd op [ UIT] als een nabeeld met sporen verschijnt.
Als het symbool (camcordertrillingswaarschuwing) verschijnt, dan verdient het
aanbeveling de camcorder te stabiliseren, bijvoorbeeld door deze op een statief te plaatsen.
[ANTI WIND]:
De camcorder vermindert automatisch het achtergrondgeluid van de wind als u
buiten opnamen maakt.
Sommige geluiden met lage frequentie worden samen met het geluid van de wind
onderdrukt. Als u opnamen maakt in een omgeving die niet wordt beïnvloed door wind of als
u geluiden met lage frequenties wilt opnemen, dan verdient het aanbeveling het windscherm
op [ UIT ] te zetten.
[BEKIJKEN]: Hiermee selecteert u hoe lang de foto wordt getoond na opslag in het
geheugen van een opname.
Een foto blijft oneindig weergegeven als u op drukt terwijl u de foto bekijkt. Druk
half in om terug te keren naar het normale display.
PHOTO
DISP.
PHOTO
81
Bewerkingen van het geheugen (Initialisatie, etc.)
/ GEHEUGEN OPER.
* Optie beschikbaar in het indexscherm van originele opnamen en het indexscherm van Video Snapshot.
[GEHEUG.INF.]/ [KAARTINFO]: Toont een scherm dat laat zien hoeveel van het interne
geheugen (alleen / ) of van de geheugenkaart in gebruik is (totale opnametijd
en het totaal aantal foto’s) en hoeveel er ongeveer nog beschikbaar is voor opnamen.
De geschatte cijfers voor de resterende opnametijd voor films en het resterende aantal
foto’s zijn bij benadering gegeven en hangen af van de huidige opnamemodus en
fotokwaliteit/grootte.
/ De totale ruimte voor het interne geheugen kan minder zijn dan de
capaciteit die staat vermeld onder Specificaties ( 106).
In het scherm [KAARTINFO] kunt u ook de snelheidsklasse van de geheugenkaart
controleren.
Het maximale getal dat op het scherm kan worden weergegeven om het aantal
resterende foto’s aan te duiden is 99999.
Instelling display (LCD-helderheid, taal, etc.)
SCHERM SETUP
Menu-onderdeel Instelopties
/
[GEHEUG.INF.]
zzzz
[KAARTINFO] zzzz
/
[MEDIA:FILMS]
[INGEB.GEHGEN], [KAART] zz ––28
/
[MEDIA:BEELD.]
[INGEB.GEHGEN], [KAART] zz ––28
[INITIALISEREN] /
[INGEB.GEHGEN],
[KAART], [ANNULEREN]
zzz
*
z 28
[INITIALISEREN], [COMPL.INIT.],
[ANNULEREN]
Menu-onderdeel Instelopties
[HELDERHEID] zzzz
[LCD-DIMMER] [ AAN], [ UIT] zzzz
[AUDIO NIVEAU] [ AAN], [ UIT] z ––––
[TV SCHERM] [ AAN], [ UIT] zz –––
[DATA CODE] [ DATUM], [ TIJD],
[ DATUM&TIJD], [ CAMERA
DATA]
––z ––
[MARKERINGEN] [ UIT], [ HOR. WIT], [
HOR. GRIJS], [ WIT RASTER], [
RAS. GRIJS]
zz –––
Aanvullende informatie
82
[HELDERHEID]: Stelt de helderheid van het LCD-scherm in.
Wijziging van de helderheid van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid
van uw opnamen of op de helderheid van het afspeelbeeld op de TV.
[LCD-DIMMER]: Als deze functie staat ingesteld op [ AAN], dan wordt het LCD-
scherm gedimd. Dit is heel handig wanneer u de camcorder gebruikt in een omgeving waar
het licht van de LCD storend is.
De dimmer van het LCD-scherm zet u uit door deze instelling op [ UIT] te zetten of
door langer dan 2 seconden in te drukken.
Het dimmen van het LCD-scherm heeft geen invloed op de helderheid van de opnamen
of op de helderheid van het afspeelbeeld op de TV.
Als de dimmer van het LCD-scherm uit staat, krijgt het scherm de helderheid die het bij
de vorige instelling had.
[AUDIO NIVEAU]:Toont de audioniveau-indicator op het LCD-scherm, waardoor u het
opnameniveau van het geluid tijdens een opname kunt controleren.
[TV SCHERM]: Als deze optie op [ AAN] staat, worden de schermgegevens van de
camcorder ook weergegeven op een aangesloten TV of monitor wanneer u deze
aangesloten heeft via de stereovideokabel STV-250N.
[DATA CODE]: Toont de datum en/of tijd waarop de scène werd opgenomen.
[ CAMERA DATA]: Toont het diafragma (f-stop) en de sluitertijd die tijdens de opname
werden gebruikt.
[MARKERINGEN]: U kunt in het midden van het scherm een raster of een horizontale lijn
weergeven. Gebruik de markeringen als referentie om ervoor te zorgen dat uw onderwerp
juist wordt ingekaderd (verticaal en/of horizontaal).
Gebruik van de markeringen heeft geen invloed op de opnamen.
[START WEEK]: Hiermee selecteert u de dag waarmee de week begint voor de
kalenderweergave op het scherm ( 36).
[TAAL ] [ ],[DEUTSCH], [ ]
[ENGLISH], [ESPOL], [FRANÇAIS],
[ITALIANO], [MAGYAR], [MELAYU],
[NEDERLANDS], [POLSKI], [PORTUGUÊS],
[ ], [TÜRKÇE], [ ],
[ ], [ ], [ ],
[ ], [ ], [ ],
[], [ ]
zzzz25
[START WEEK] [ZATERDAG], [ZONDAG], [MAANDAG] ––z ––
[DEMO MODUS] [ AAN], [ UIT] zz –––
Menu-onderdeel Instelopties
DISP.
Laag Hoog
Audionivea
83
[DEMO MODUS]: Met de demonstratiemodus kunt u de belangrijkste functies van de
camcorder bekijken. De demonstratiefunctie wordt automatisch gestart als de camcorder
van stroom wordt voorzien met de netadapter en u de camcorder langer dan 5 minuten
ingeschakeld laat staan.
Druk op een willekeurige toets of zet de camcorder uit als u de demonstratiefunctie wilt
stopzetten zodra deze is gestart.
Instelling systeem (luidsprekervolume, pieptoon, etc.)
SYSTEEM SETUP
[ACCU.INFO]:
Toont een scherm waarmee u de acculading (als een percentage) kunt
controleren en de resterende opnametijd ( -, -modus) of afspeeltijd ( -, -
modus).
[PIEPJE]:
Bij sommige handelingen (het aanzetten van de camcorder, het aftellen van de
zelfontspanner, etc.) is een pieptoon te horen.
[SPAARSTAND]:
Bij gebruik van de accu schakelt de camcorder zichzelf automatisch uit als er
vijf minuten lang geen bedieningshandelingen zijn verricht. Dit wordt gedaan om stroom te
besparen.
Ongeveer 30 seconden voordat de camcorder wordt uitgeschakeld, verschijnt het bericht
[AUTOMATISCH UIT] .
In de standby-stand wordt de camcorder uitgeschakeld nadat de tijd is verstreken die is
ingesteld met de optie [QUICK START].
U kunt de energiebesparingsmodus niet instellen wanneer de compacte netadapter is
aangesloten op de camcorder.
[QUICK START]: Selecteer of u de Quick Start-functie ( 33) wilt activeren wanneer u in
een opnamestand het LCD-paneel sluit en hoe lang het moet duren voordat de camcorder
de standby-modus beëindigt en automatisch wordt uitgeschakeld.
Menu-onderdeel Instelopties
[ACCU.INFO] zzzz
[PIEPJE] [ HOOG VOLUME],
[ LAAG VOLUME], [ UIT]
zzzz
[SPAARSTAND] [ AAN], [ UIT] zzzz
[QUICK START] [ UIT], [ 10 min],
[ 20 min], [ 30 min]
zz –––
[LUIDSPR. VOL] zz
[TV TYPE] [ NORMALE TV],
[ BREEDB TV]
––zz
[USB-INSTELL.] [ DVD-BRANDER], [ PC/PRINTER],
[ VERB.&CONF.]
––zz
[VOEG T.DISC] [ALLE SCENES], [PLAYLIST] z 71
[ALLE FOTO’S], [ OVERD.OPDR.] z 71
[BEELDNUMMERS] [ RESET], [ CONTINU] z z
[FIRMWARE] z
Aanvullende informatie
84
[LUIDSPR. VOL]: Regel met ( ) het afspeelvolume. Het volume kunt u ook met de
joystickaanduiding regelen ( 34).
[TV TYPE]: Als u het beeld volledig en in de juiste hoogte/breedteverhouding wilt
weergeven, moet u de instelling selecteren op basis van het televisietype waarop u de
camcorder aansluit.
[ NORMALE TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 4:3.
[ BREEDB TV]: TV’s met een hoogte/breedteverhouding van 16:9.
Staat het TV-type ingesteld op [ NORMALE TV], dan wordt de opname niet over het
volledige weergavegebied van het LCD-scherm weergegeven.
[USB-INSTELL.]: Selecteer het verbindingsprotocol voor het aansluiten van de camcorder
op een extern apparaat met de USB-kabel.
[ DVD-BRANDER]: Voor het aansluiten op enkel en alleen de optionele DVD-brander
DW-100.
[ PC/PRINTER]: Voor het aansluiten van een computer, printer of soortgelijke USB-
randapparatuur.
[ VERB.&CONF.]: Voor het maken van een selectie in een scherm dat verschijnt als de
camcorder wordt aangesloten op het externe apparaat.
[BEELDNUMMERS]: Selecteer de fotonummeringsmethode die u wilt gebruiken op een
nieuwe geheugenkaart.
Aan foto’s worden automatisch opeenvolgende nummers toegewezen van 0101 t/m 9900,
en deze worden opgeslagen in mappen van maximaal 100 foto’s. Mappen worden
genummerd van 101 t/m 998.
[ RESET]: Telkens wanneer u een nieuwe geheugenkaart plaatst, begint de
fotonummering opnieuw vanaf 101-0101.
[ CONTINU]: De fotonummering gaat verder bij het nummer dat volgt op het nummer
van de laatste foto die met de camcorder is gemaakt.
Als de geplaatste geheugenkaart al een foto met een groter nummer bevat, wordt aan
een nieuwe foto een nummer toegewezen dat één hoger is dan dat van de laatste foto
op de geheugenkaart.
Het verdient aanbeveling de instelling [ CONTINU] te gebruiken.
[FIRMWARE]: U kunt controleren wat de huidige versie is van de camcorderfirmware.
Deze menuoptie is gewoonlijk niet beschikbaar.
Datum/tijd in stellen
DAT/TIJD SETUP
[DATUM FORM.]: Selecteer voor de meeste weergaven op het scherm het formaat voor
de datum en (indien geselecteerd) voor de datum op de foto’s bij het afdrukken.
Menu-onderdeel Instelopties
[T.ZONE/DST] Overzicht van tijdzones van de wereld. zzzz26
[DATUM/TIJD] zzzz25
[DATUM FORM.] [J.M.D (2010.1.1 AM 12:00)],
[M.D,J (JAN. 1, 2010 12:00 AM)],
[D.M.J (1.JAN.2010 12:00 AM)]
zzzz
85
Pro blemen?
Loop eerst door de lijst hieronder wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik
van uw camcorder. Soms bestaat er een simpele oplossing voor iets waarvan u
denkt dat het een camcorderstoring is - lees daarom eerst de tekst in het vak
“EERST CONTROLEREN” voordat u vervolgt met de meer gedetailleerde problemen
en oplossingen. Neem contact op met uw dealer of een Canon Service Center als het
probleem aanhoudt.
EERST CONTROLEREN
Stroombron
De camcorder gaat niet aan of schakelt zichzelf uit.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 16).
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Ik kan de accu niet opladen.
- Zorg ervoor dat de camcorder uit staat, zodat u met opladen kunt beginnen.
- De temperatuur van de accu is lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C. Als de accu te koud is, warm deze dan op.
Is de accu te warm, laat hem dan afkoelen tot de temperatuur lager is dan 40 °C.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
- De camcorder kan niet met de aangesloten accu communiceren. Dergelijke accu’s kunnen niet met deze
camcorder worden opgeladen.
De compacte netadapter produceert geluid.
- Een zacht geluid is hoorbaar als de compacte netadapter op een stopcontact wordt aangesloten. Dit is
normaal en duidt niet op een storing.
Problemen oplossen
Voeding
Is de accu opgeladen? Is de compacte netadapter op de juiste wijze aangesloten op de
camcorder? ( 16)
Opnemen
Hebt u de camcorder aan gezet en ingesteld in de opnamemodus? ( 21)
Als u opnamen maakt op een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de
camcorder geplaatst? ( 27)
Afspelen
Hebt u de camcorder aan gezet en ingesteld in de afspeelmodus? ( 21)
Als u opnamen afspeelt vanaf een geheugenkaart, is deze dan op de juiste wijze in de
camcorder geplaatst? ( 27) Bevat de geheugenkaart opnamen?
Aanvullende informatie
86
Na lang gebruik van de camcorder wordt deze heet.
- De camcorder kan warm worden nadat deze een lange tijd ononderbroken is gebruikt; dit is normaal en duidt
niet op een storing. Als de camcorder snel warm wordt of dat deze zo warm wordt dat u hem niet aan kunt
raken, duidt dit op een probleem met de camcorder. Neem contact op met een Canon Service Center.
De accu is zelfs bij normale temperaturen snel leeg.
- De accu heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Schaf een nieuwe accu aan.
Opnemen
De camcorder begint niet met opnemen als ik op druk.
- U kunt geen opnamen maken terwijl de camcorder eerdere opnamen wegschrijft naar het geheugen (terwijl
de ACCESS-indicator brandt of knippert).
- Het geheugen zit vol of bevat al 3.999 scènes (het maximum aantal scènes). Verwijder een aantal opnamen
( 39) of initialiseer het geheugen ( 28) om ruimte vrij te maken.
Het punt waar ik op drukte, komt niet overeen met het begin/einde van de opname.
- Tussen het indrukken van en de feitelijke start van de opname doet zich een korte pauze voor. Dit
is normaal en duidt niet op een storing.
- Wanneer u de vooropnamefunctie gebruikt, zal het begin van de scène afwijken van het moment dat
werd ingedrukt.
De camcorder stelt niet scherp.
- De automatische scherpstelling werkt niet op het onderwerp. Stel met de hand scherp (
47).
- De lens is vuil. Reinig de lens met een zacht lensreinigingsdoekje (
101). Gebruik nooit tissuepapier om de
lens te reinigen.
Het beeld ziet er enigszins gekromd uit als een onderwerp snel voorbij de lens flitst.
- Dit is een verschijnsel dat kenmerkend is voor CMOS-beeldsensors. Als een onderwerp zeer snel langs de
voorzijde van de camcorder beweegt, kan het beeld er enigszins gekromd uitzien. Dit is normaal en duidt niet
op een storing.
Wijziging van de opnamestand tussen opnemen ( )/opnamepauze ( )/afspelen ( ) duurt langer dan
normaal.
- Als het geheugen een groot aantal scènes bevat, dan kunnen sommige bewerkingen langer duren dan
normaal. Sla uw opnamen op een extern apparaat op ( 71) en initialiseer het geheugen ( 28).
Het is niet mogelijk om goede film- of foto-opnamen te maken.
- Dit kan zich voordoen na het herhaaldelijk maken/verwijderen van films en foto’s. Sla uw opnamen op een
extern apparaat op ( 71) en initialiseer het geheugen ( 28).
Afspelen
Ik kan geen scènes toevoegen aan de afspeellijst.
- Er kunnen niet meer dan 99 scènes of 100 uur aan scènes op de afspeellijst.
- Mogelijk kunt u geen scènes aan de afspeellijst toevoegen als deze zijn opgenomen of bewerkt met een ander
apparaat en vervolgens werden gekopieerd naar een geheugenkaart die was aangesloten op een computer.
Start/Stop
Start/Stop
Start/Stop
Start/Stop
87
Ik kan scènes niet verwijderen
- Mogelijk kunt u geen scènes verwijderen die zijn opgenomen of bewerkt met een ander apparaat en die
vervolgens werden gekopieerd naar een geheugenkaart die was aangesloten op een computer.
Het verwijderen van scènes neemt meer tijd in beslag dan gewoonlijk.
- Als het geheugen een groot aantal scènes bevat, dan kunnen sommige bewerkingen langer duren dan
normaal. Sla uw opnamen op een extern apparaat op ( 71) en initialiseer het geheugen ( 28).
U kunt een foto niet wissen
- De foto is beveiligd. Verwijder de beveiliging ( 61).
U kunt een muzieknummer niet afspelen.
- Als de muzieknummers werden gewist toen het geheugen werd geïnitialiseerd, kopieer de muziekbestanden
dan terug naar het geheugen.Gebruikers van Windows: Gebruik de bijgeleverde software Music Transfer
Utility om de muziekbestanden op de bijgeleverde CD-ROM Gebruiksaanwijzing/Muziekgegevens-disc te
kopiëren naar een geheugenkaart die aangesloten is op een computer. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikshandleiding (PDF-bestand) van de software.Gebruikers van Mac OS: Gebruik de Finder om de
muziekbestanden op de bijgeleverde CD-ROM Gebruiksaanwijzing/Muziekgegevens-disc te kopiëren naar
een geheugenkaart die aangesloten is op een computer. Raadpleeg Muziekbestanden ( 102) voor de
mappenstructuur van het geheugen en de CD-ROM.
Wanneer opnamen samen met muziek worden afgespeeld, worden het beeld en het geluid niet correct
weergegeven (het afspelen slaat over of stopt).
- Dit gebeurt wanneer muziekbestanden worden overgezet en er niet genoeg ruimte in het geheugen is
(ongeveer 5 keer de grootte van de muziekbestanden). Zorg dat er genoeg ruimte is en zet daarna de
muziekbestanden weer over.
Bij het afspelen van een diashow vergt het overgaan van de ene naar de andere foto meer tijd of er zijn korte
onderbrekingen in het geluid.
- Dit kan zich voordoen als u een geheugenkaart gebruikt die geen snelheidsklasse vermeldt of als u foto’s
weergeeft die zijn gemaakt met een ander apparaat en vervolgens werden gekopieerd naar een
geheugenkaart die aangesloten was op een computer. Speel foto’s af die zijn opgenomen met deze
camcorder op een geheugenkaart met een snelheidsklasse 2 of hoger.
Indicatoren en schermgegevens
brandt in rood.
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 16).
Op het scherm verschijnt .
- De camcorder kan niet met de accu communiceren waardoor de resterende accutijd niet kan worden
weergegeven.
brandt in rood.
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. Zet de camcorder uit. Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
terug. Initialiseer de geheugenkaart ( 28) als het scherm niet terugkeert naar normale weergave.
- De geheugenkaart is vol. Vervang de geheugenkaart of verwijder enkele opnamen ( 39, 59) om ruimte vrij
te maken op de geheugenkaart.
De ON/OFF(CHG) (aan/uit-oplaad)-indicator knippert snel terwijl de camcorder bezig is met opladen.
- (knippert éénmaal per 0,5 seconde)
Het opladen is stopgezet omdat de compacte netadapter of accu defect is. Neem contact op met een Canon
Service Center.
Aanvullende informatie
88
De ON/OFF(CHG) (aan/uit-oplaad)-indicator knippert heel langzaam terwijl de camcorder bezig is met opladen.
- (één flits om de 2 seconden)
De temperatuur van de accu is gedaald tot beneden de 0 °C of gestegen tot boven de 40 °C. Als de accu te
koud is, warm deze dan op. Is de accu te warm, laat hem dan afkoelen tot de temperatuur lager is dan 40 °C.
- Laad de accu op bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C.
- De accu is beschadigd. Gebruik een andere accu.
Beeld en geluid
Het LCD-scherm is gedimd.
- De dimmer van het LCD-scherm is ingeschakeld. Om de dimmer uit te zetten, drukt u langer dan 2 seconden
op .
De schermgegevens verschijnen en verdwijnen herhaaldelijk.
- De accu is leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 16).
- Verwijder de accu en sluit deze opnieuw goed aan.
Op het scherm worden abnormale karakters weergegeven en de camcorder functioneert niet naar behoren.
- Verwijder de stroombron en sluit deze na enige tijd weer aan. Als het probleem aanhoudt, verwijder dan de
stroombron en druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop. Door op de RESET-knop te drukken, worden
alle instellingen teruggezet naar de oorspronkelijke waarden.
Op het scherm verschijnt videoruis.
- Plaats de camcorder niet in de buurt van apparaten die een sterk magnetisch veld uitzenden (plasma-TV’s,
mobieltjes, etc.).
Het geluid is vervormd of wordt opgenomen op een lager niveau.
- Bij het maken van opnamen bij harde geluiden (zoals vuurwerk, shows of concerten), kan het geluid vervormd
raken of wordt het geluid niet op het feitelijke niveau opgenomen. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
Het beeld wordt correct weergegeven maar de ingebouwde luidspreker produceert geen geluid.
- Het luidsprekervolume staat uit. Regel het volume ( 34).
- Indien de stereovideokabel STV-250N op de camcorder aangesloten is, verwijder deze dan.
Geheugenkaart en accessoires
Ik kan de geheugenkaart niet plaatsen.
- U houdt de geheugenkaart verkeerd vast. Keer de geheugenkaart om en plaats de kaart in de camcorder
( 27).
Ik kan geen opnamen maken op de geheugenkaart.
- De geheugenkaart is vol. Wis een aantal opnamen om ruimte vrij te maken of vervang de geheugenkaart.
- Initialiseer de geheugenkaart ( 28) als u deze voor de eerste keer met de camcorder gebruikt.
- De LOCK-schakelaar op de SD- of SDHC-geheugenkaart staat zo ingesteld dat gegevens op de kaart niet per
ongeluk kunnen worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
- Om films te kunnen opnemen, moet u een compatibele geheugenkaart gebruiken ( 27).
- De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Zet [BEELDNUMMERS] op [RESET]
( 83) en plaats een nieuwe geheugenkaart in het apparaat.
- Het kan zijn dat de camcorder geen opnamen kan maken op een geheugenkaart die eerder op een ander
apparaat is gebruikt.
DISP.
89
Aansluiten van externe apparaten
Op het TV-scherm verschijnt videoruis.
- Als u de camcorder gebruikt in een kamer waar een TV staat, houd dan tussen de camcorder en het netsnoer
en de antennekabels van de TV voldoende afstand aan.
De camcorder geeft een goede weergave maar er is geen beeld op het TV-scherm.
- De video-ingang op de TV is niet afgestemd op het videoaansluitpunt waarop u de camcorder hebt
aangesloten. Selecteer de juiste video-ingang.
De computer herkent de camcorder niet, hoewel de camcorder correct aangesloten is.
- [USB-INSTELL.] staat ingesteld op [DVD-BRANDER]. Zet het op [PC/PRINTER] of op [VERB.&CONF.] ( 83).
- Verwijder de USB-kabel en zet de camcorder uit. Zet na korte tijd de camcorder weer aan en herstel de
verbinding.
- Sluit de camcorder aan op een andere USB-poort van de computer.
De printer werkt niet, hoewel de camcorder en printer goed zijn aangesloten.
- [USB-INSTELL.] staat ingesteld op [DVD-BRANDER]. Zet het op [PC/PRINTER] of op [VERB.&CONF.] ( 83).
- Verwijder de USB-kabel. Zet de printer uit en daarna weer aan, en herstel de verbinding.
De camcorder herkent de DVD-brander DW-100 niet, hoewel deze correct aangesloten is.
- [USB-INSTELL.] staat ingesteld op [PC/PRINTER]. Zet het op [DVD-BRANDER] of op [VERB.&CONF.] ( 83).
Overzicht van berichten
Hierna volgt een lijst met camcorderberichten, gevolgd door afzonderlijke lijsten met
berichten die betrekking hebben op het afdrukken ( 95) en met berichten die
alleen verschijnen als de optionele DVD-brander DW-100 wordt gebruikt ( 94).
AAN AFSPEELLIJST TOEVOEGEN NIET MOGELIJK
- Er kunnen niet meer dan 100 uur aan scènes op de afspeellijst.
BACK-UP OPNAMEN REGELMATIG
- Bij het aanzetten van de camcorder kan dit bericht verschijnen. Maak regelmatig een back-up van de
opnamen omdat bij een storing in het apparaat u opnamen kunt kwijtraken ( 71).
BEZIG… NETVOEDING NIET LOSKOPPELEN
- De camcorder werkt het geheugen bij. Verwijder de compacte netadapter of accu niet.
BUFFEROVERLOOP OPNAME IS BEEINDIGD
- De snelheid van de gegevensoverdracht was te hoog voor de gebruikte geheugenkaart en het opnemen werd
stopgezet. Vervang de geheugenkaart door een kaart met Speed Class 2, 4, 6 of 10.
CAMCORDER INGESTELD OP VIDEOMODUS
- U hebt op gedrukt terwijl het camerakeuzewiel ingesteld staat op .
(op alfabetische volgorde)
PHOTO
Aanvullende informatie
90
CONTROLEER KRT
- Ik krijg geen toegang tot de geheugenkaart. Controleer de geheugenkaart en zorg ervoor dat de kaart correct
geplaatst is ( 27).
- Er is een geheugenkaartfout opgetreden. De camcorder kan de foto niet maken of niet weergeven.
- U hebt een MultiMedia Card (MMC) in de camcorder geplaatst. Vervang deze door een SD/SDHC-
geheugenkaart die compatibel is voor gebruik met deze camcorder.
- Als na het verdwijnen van het bericht het symbool in rood oplicht, doe dan het volgende: Zet de
camcorder uit, verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. Als weer in groen verandert, kunt
u het opnemen/afspelen hervatten.
- Initialiseer de geheugenkaart ( 28). (hierdoor wist u alle opnamen op de geheugenkaart.)
DE CAMCORDER STAAT OP FOTO MODUS
- U hebt op gedrukt terwijl het camerakeuzewiel ingesteld staat op .
DE KAART IS TEGEN WISSEN BESCHERMD
- De LOCK-schakelaar op de SD- of SDHC-geheugenkaart staat zo ingesteld dat gegevens op de kaart niet per
ongeluk kunnen worden gewist. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
DIT BEELD KAN NIET WORDEN GEWIST
- Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen. Schakel voor het verwijderen de beveiliging uit.
FOUT IN BENAMING
- De map- en bestandsnummers hebben hun maximale waarde bereikt. Stel [BEELDNUMMERS] in op [RESET]
( 83) en wis alle foto’s op de geheugenkaart of initialiseer de kaart.
GEEN BEELDEN
- Er zijn geen foto’s om weer te geven.
GEEN KAART
- In de camcorder is geen geheugenkaart aanwezig.
GEEN SCENES
- Er zijn geen opgenomen scènes in het gekozen geheugen.
/ GEEN TOEGANG TOT INGEBOUWD GEHEUGEN
- Er is een probleem met het interne geheugen.
GEHEUGENKAARTDEKSEL STAAT OPEN
- Plaats een geheugenkaart en sluit de afdekking van de geheugenkaartsleuf ( 27).
HET IS EVT. NT MOG. OM FILMS OP TE NEMEN OP DEZE KAART
- Het kan zijn dat u geen films kunt opnemen op geheugenkaarten die geen snelheidsklasse-aanduiding
hebben. Vervang de geheugenkaart door een geheugenkaart met een snelheidsklasse 2 of hoger
/ INGEB. GEHEUGEN FOUT
- Het interne geheugen kon niet worden gelezen. Dit kan duiden op een probleem met de camcorder. Neem
contact op met een Canon Service Center.
/ INGEB. GEHEUGEN VOL
- Het interne geheugen is vol ([ EINDE] verschijnt op het scherm). Verwijder een aantal opnamen ( 39,
59) om ruimte vrij te maken.
/ INGEB.GEHGEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- Er is een probleem dat de toegang tot het interne geheugen verhindert. Initialiseer het interne geheugen met
deze camcorder ( 28).
Start/Stop
91
/ INGEBOUW GEHEUGEN AAN HET LEZEN
- Bezig met lezen van gegevens vanuit het interne geheugen.
KAART INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- Er is een probleem dat de toegang tot de geheugenkaart verhindert. Initialiseer met deze camcorder de
geheugenkaart ( 28).
KAART KAN DATA NIET HERKENNEN
- De geheugenkaart bevat scènes die zijn opgenomen met een ander televisiesysteem (NTSC).
/ KAART MAXIMUM AANTAL SCENES BEREIKT
- De geheugenkaart bevat reeds 3.999 scènes (het maximale aantal); er kunnen op de geheugenkaart geen
scènes meer worden opgenomen. Verwijder een aantal opnamen ( 39) om ruimte vrij te maken.
KAART AAN HET LEZEN
- Bezig met lezen van gegevens vanaf de geheugenkaart.
KAART VOL.
- De geheugenkaart is vol. Wis een aantal opnamen ( 39, 59) om ruimte vrij te maken of vervang de
geheugenkaart.
KAN DATA NIET HERKENNEN
- U hebt in de camcorder een geheugenkaart geplaatst met daarop gegevens die met een ander
televisiesysteem (NTSC) zijn opgenomen.
KAN DATA NIET VINDEN
- Een beschadigd bestand kon niet worden hersteld.
/ KAN FILMS IN INGEB. GEH. NIET AFSPELEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- Het interne geheugen van de camcorder is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer het interne geheugen
met deze camcorder ( 28).
KAN FILMS OP DEZE KAART NIET AFSPELEN
- Films die op een geheugenkaart met minder dan 64 MB zitten, kunnen niet worden afgespeeld.
KAN FILMS OP DEZE KAART NIET AFSPELEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze camcorder de geheugenkaart
( 28).
KAN GEEN FILMS OPNEMEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE CAMCORDER
- De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze camcorder de geheugenkaart
( 28).
KAN GEEN FILMS OPNEMEN OP DEZE KAART
- Films kunnen niet worden opgenomen op een geheugenkaart met minder dan 64 MB opslagcapaciteit.
/ KAN GEEN FILMS OPNEMEN OP INGEBOUWD GEHEUGEN INITIAL. ALLEEN MET DEZE
CAMCORDER
- Het interne geheugen van de camcorder is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer het interne geheugen
met deze camcorder ( 28).
KAN NIET COMMUNICEREN MET ACCUPACK VERDER DIT ACCUPACK GEBRUIKEN?
- U hebt een accu aangesloten die door Canon voor gebruik met deze camcorder niet wordt aanbevolen.
- Als u een accu gebruikt die door Canon aanbevolen is voor gebruik met deze camcorder, is er mogelijk een
probleem met de camcorder of accu. Neem contact op met een Canon Service Center.
Aanvullende informatie
92
/ KAN NIET KOPIËREN
- Het totale aantal scènes dat u hebt geselecteerd om te worden gekopieerd, past niet op de beschikbare
ruimte van de geheugenkaart. Verwijder een aantal opnamen op de geheugenkaart ( 39, 59) of verlaag
het aantal te kopiëren scènes.
KAN NIET OPNEMEN
- Er is een probleem met het geheugen.
- Dit bericht kan ook verschijnen als zich condens heeft gevormd ( 101). Wacht totdat de camcorder
volledig droog is voordat u het gebruik hervat.
KAN NIET OPNEMEN CONTROLEER KRT
- Er is een probleem met de geheugenkaart.
/ KAN NIET OPNEMEN GEEN TOEGANG TOT INGEBOUWD GEHEUGEN
- Er is een probleem met het interne geheugen.
KAN NIET WEERGEVEN
- Er is een probleem met het geheugen.
KAN NIET WEERGEVEN CONTROLEER KRT
- Er is een probleem met de geheugenkaart.
/ KAN NIET WEERGEVEN GEEN TOEGANG TOT INGEBOUWD GEHEUGEN
- Er is een probleem met het interne geheugen.
KAN NIET WIJZIGEN
- U kunt originele opnamen of scènes in de afspeellijst niet verplaatsen of verwijderen.
KAN NIET WIJZIGEN CONTROLEER KRT
- De geheugenkaart is met een computer geïnitialiseerd. Initialiseer met deze camcorder de geheugenkaart
( 28).
KAN NU NIET IN DE STANDBY MODUS
- De camcorder kan niet naar de standby-modus als de accu niet genoeg stroom kan leveren.
KAN SCENE NIET SPLITSEN. INITIALISEREN ALLEEN MET DE CAMCORDER.
- De scène kon niet worden gesplitst omdat de gegevens niet konden worden toegevoegd aan de gegevens van
het bestandenbeheer van de camcorder. Maak een backup van uw opnamen ( 71) en initialiseer het
geheugen ( 28).
- Gebruik de bijgeleverde software ImageMixer 3 SE Transfer Utility om de scène te kopiëren naar een
computer en te splitsen.
LCD-SCHERM IS GEDIMD
- Houd langer dan 2 seconden ingedrukt.
LEEST KAART VERWIJDER KAART NIET
- U opende de afdekking van de geheugenkaartsleuf terwijl de camcorder bewerkingen uitvoerde op de
geheugenkaart of daarmee begon. Verwijder de geheugenkaart niet voordat dit bericht verdwenen is.
MAXIMUM AANTAL SCENES BEREIKT
- Het maximale aantal scènes is bereikt. Verwijder een aantal scènes ( 39).
- De scène kon niet aan de afspeellijst worden toegevoegd ( 52). Er kunnen niet meer dan 99 scènes op de
afspeellijst worden geplaatst. Verwijder een aantal scènes ( 53).
DISP.
93
NETVOEDING AANSLUITEN
- Als de camcorder in de -modus staat en verbonden is met de computer, verschijnt dit bericht wanneer
de camcorder door de accu van stroom wordt voorzien. Sluit de compacte netadapter aan op de computer.
NIET BESCHIKBAAR IN DUAL SHOT
- U hebt een toets ingedrukt die in de stand niet kan worden gebruikt. Draai het camerakeuzewiel naar
een flexibele opnamemodus ( of ).
NIET GENOEG RUIMTE KAN SCENE NIET OPDELEN
- De scène kon niet worden gesplitst omdat er niet genoeg vrije ruimte in het geheugen was. Verwijder een
aantal scènes ( 39).
NOODZAAK OM BESTAND. TE HERST. OP KAART. WIJZIG POSITIE LOCKSCHAK. OP KAART.
- Dit bericht verschijnt de volgende keer dat u de camcorder aanzet nadat de voedingstoevoer per abuis was
onderbroken terwijl de camcorder bezig was met het wegschrijven van gegevens naar de geheugenkaart, en
later de stand van de LOCK-schakelaar van de kaart werd gewijzigd om ongewild wissen van gegevens te
voorkomen. Wijzig de stand van de LOCK-schakelaar.
OVERDRACHTOPDR. FOUT
- U hebt geprobeerd meer dan 998 kopieeropdrachten in te stellen. Verlaag het aantal foto’s dat is gemarkeerd
met een kopieeropdracht.
PLAYLIST IS VOL. KAN SCENE NIET SPLITSEN.
- De scène kon niet worden gesplitst. Er kunnen niet meer dan 99 scènes op de afspeellijst worden geplaatst.
Verwijder een aantal scènes ( 39).
PRINTOPDRACHT FOUT
- U hebt geprobeerd om meer dan 998 foto’s te selecteren voor de afdrukopdracht.
PROCES GEANNULEERD
- Het proces werd onderbroken door tussenkomst van de gebruiker.
SCENE OPGENOMEN MET ANDER APPARAAT. KAN SCENE NIET SPLITSEN.
- U kunt met deze camcorder geen scènes splitsen die zijn opgenomen met een ander apparaat en die
vervolgens werden gekopieerd naar een geheugenkaart die was aangesloten op een computer.
SOMMIGE FOTOS KUNNEN NIET WORDEN GEWIST
- Beveiligde foto’s kunt u niet verwijderen. Schakel voor het verwijderen de beveiliging uit.
SOMMIGE SCENES KONDEN NIET WORDEN TOEGEVOEGD
- De scène kon niet aan de afspeellijst worden toegevoegd. Er kunnen niet meer dan 99 scènes op de
afspeellijst worden geplaatst. Verwijder een aantal scènes uit de afspeellijst ( 53).
SOMMIGE SCENES KUNNEN NIET WORDEN GEWIST
- U kunt geen films verwijderen die werden beveiligd/bewerkt met andere apparaten en vervolgens werden
gekopieerd naar een geheugenkaart die was aangesloten op een computer.
TERWIJL DE CAMCORDER MET DE PC VERBONDEN IS, USB-KABEL EN NETVOEDING NIET LOSKOPPELEN
UITSCHAKELEN OF MODUS WIJZIGEN NIET MOGELIJK
- Wanneer de camcorder in de -modus staat en met een USB-kabel is aangesloten op de computer, kunt
u de camcorder niet bedienen. Als u de USB-kabel of stroombron verwijdert terwijl deze boodschap wordt
getoond, kan dit ertoe leiden dat u uw camcorderopnamen voorgoed kwijtraakt. Gebruik de functie "Hardware
veilig verwijderen" van de computer om de verbinding te ontkoppelen en verwijder daarna de USB-kabel
voordat u de camcorder weer gebruikt.
Aanvullende informatie
94
TEVEEL FOTO'S KOPPEL USB-KABEL LOS
- Verwijder de USB-kabel en verlaag het aantal foto’s op de geheugenkaart tot minder dan 1.800.
Als een dialoogvenster op het computerscherm verschijnt, sluit het dan. Verwijder de USB-kabel en herstel na
korte tijd de verbinding.
VERWISSEL DE ACCU
- De accu is vrijwel leeg. Vervang de accu of laad deze op ( 16).
Berichten die betrekking hebben op de optionele DVD-brander DW-100
Wanneer er een bericht verschijnt terwijl de camcorder is aangesloten op de
optionele DVD-brander DW-100, raadpleeg dan de volgende paragraaf en ook de
gebruiksaanwijzing van de DVD-brander.
DISC A/H LADEN
- Bezig met lezen van gegevens vanaf de schijf.
FOUT BIJ LEZEN DATA.
- Fout bij het lezen van de opnamen van de camcorder.
- Controleer of de USB-kabel niet per abuis is verwijderd.
GEEN BEELDEN
- Er zijn geen foto’s aanwezig die u aan de schijf kunt toevoegen.
GEEN DISC
- Plaats een schijf in de DVD-brander.
- Dit bericht kan ook verschijnen als er zich condens heeft gevormd. Wacht totdat de DVD-brander volledig is
opgedroogd voordat u het gebruik hervat ( 101).
GEEN SCENES
- Er zijn geen films om aan de schijf te worden toegevoegd.
GN OVERDRACHTOPDR.
- U hebt gekozen voor het maken van een DVD met de instelling [OVERD.OPDR.], maar er zijn geen foto’s
gemarkeerd met een kopieeropdracht ( 74).
KAN DATA NIET VINDEN
- Een beschadigd bestand kon niet worden hersteld.
KAN SCHIJF NIET LEZEN CONTROLEER SCHIJF
- Tijdens de schijfopnamestand kan dit bericht verschijnen als u een in de winkel gekochte DVD-schijf (een
DVD-schijf met films, software, etc.) of een mini-DVD-schijf van 8 cm plaatst.
- Tijdens de schijfafspeelstand kan dit bericht verschijnen als u een in de winkel gekochte DVD-schijf of een
nog niet gebruikte DVD-schijf plaatst.
NETVOEDING AANSLUITEN
- De camcorder wordt gevoed door de accu. Sluit de compacte netadapter aan op de computer.
OPERATIE GEANNULEERD
- De USB-kabel werd verwijderd en het proces werd geannuleerd. Controleer de USB-aansluiting.
95
SCHIJFLEESFOUT CONTROLEER SCHIJF
- Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het lezen van de schijf of tijdens een poging om te schrijven op de
schijf.
- Dit bericht kan ook verschijnen als er zich condens heeft gevormd. Wacht totdat de DVD-brander volledig is
opgedroogd voordat u het gebruik hervat ( 101).
- De schijf is mogelijk niet goed geplaatst. Verwijder de schijf en plaats deze terug.
SLUIT DEKSEL GEHEUGENKAART
- De afdekking van de geheugenkaartsleuf staat open. Sluit de afdekking nadat een geheugenkaart correct is
geplaatst ( 27).
Berichten die betrekking hebben op "direct afdrukken" (Direct Print)
ABSORPTIEKUSSEN INKT VOL
- Selecteer [DOORGAAN] om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met een Canon Service Center
(raadpleeg het overzicht dat met de printer is mee geleverd) om het absorptiekussen te vervangen.
BESTANDSFOUT
- U hebt geprobeerd een foto af te drukken die een andere compressie heeft. Of u hebt geprobeerd een foto af
te drukken die is bewerkt op een computer of die is gemaakt met een andere camcorder en vervolgens werd
gekopieerd naar een geheugenkaart die aangesloten was op een computer.
COMMUNICATIE FOUT
- De printer wordt geconfronteerd met een fout in de gegevensoverdracht. Stop met afdrukken, verwijder de
USB-kabel en zet de printer uit. Zet na een tijdje de printer weer aan en sluit de USB-kabel weer aan. Als u
afdrukt met de toets , controleer dan de afdrukinstellingen.
Of u probeerde vanaf een geheugenkaart met een groot aantal foto’s een afdruk te maken. Verlaag het aantal
foto’s.
CONTROLEER PRINT INSTEL.
- U kunt de huidige afdrukinstellingen niet gebruiken om foto’s af te drukken met de toets .
GEEN INKT
- De inktcassette is niet aanwezig of de inkt is op.
GEEN PAPIER
- Het papier is niet op de juiste wijze geplaatst of er is geen papier aanwezig.
GEEN PRINTKOP
- Er is in de printer geen printkop geïnstalleerd of de printkop is defect.
HARDWARE FOUT
- Stop met afdrukken. Zet de printer uit en weer aan. Controleer de printerstatus. Als de printer met een batterij
uitgerust is, kan deze uitgeput zijn. Schakel in dat geval de printer uit, vervang de batterij en schakel de
printer weer in.
INKTFOUT
- Er is een probleem met de inkt. Vervang de inktcassette.
KAN NIET PRINTEN
- U hebt geprobeerd een foto af te drukken die een andere compressie heeft. Of u hebt geprobeerd een foto af
te drukken die is bewerkt op een computer of die is gemaakt met een andere camcorder en vervolgens werd
gekopieerd naar een geheugenkaart die aangesloten was op een computer.
Aanvullende informatie
96
LAAG INKTNIVEAU
- De inktcassette moet snel worden vervangen. Selecteer [DOORGAAN] om door te gaan met afdrukken.
PAPIER INVOER FOUT
- Er is een fout opgetreden met de papierhendel. Stel de papierselectiehendel in de juiste stand in.
PAPIER STORING
- Het papier is tijdens het afdrukken vastgelopen. Selecteer [STOP] om het afdrukken te annuleren. Verwijder
het vastgelopen papier, voeg opnieuw papier toe en probeer het opnieuw.
PAPIERFORMAAT ONJUIST
- De papierinstellingen van de camcorder zijn in tegenstrijd met de printerinstellingen.
PAPIERFOUT
- Er is een probleem met het papier. Het papier is niet correct doorgevoerd of het papierformaat is verkeerd.
Ook kan de papieruitvoerlade gesloten zijn. Open de lade dan om foto’s af te kunnen drukken.
PRINT FOUT
- Stop met afdrukken, verwijder de USB-kabel en zet de printer uit. Zet na een tijdje de printer weer aan en sluit
de USB-kabel weer aan. Controleer de printerstatus.
- Als u afdrukt met de toets , controleer dan de afdrukinstellingen.
PRINTER BEZIG
- De printer is bezig met afdrukken. Controleer de printerstatus.
PRINTER DEKSEL OPEN
- Maak het printerdeksel goed dicht.
PRINTERFOUT
- Er heeft zich een defect voorgedaan dat mogelijk moet worden gerepareerd. (Canon inktjet-printers: het
groene voedingslampje en oranje foutlampje van de printer knipperen afwisselend.)
- Verwijder de USB-kabel en zet de printer uit. Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact en neem
contact op met de klantenservice in uw regio.
PRINT X BEELDEN NIET
- U hebt geprobeerd de afdrukopdrachtinstellingen te gebruiken voor het afdrukken van X foto’s die een andere
compressie hebben. Of u hebt geprobeerd X foto’s af te drukken die zijn bewerkt op een computer of die zijn
gemaakt met een andere camcorder en vervolgens werden gekopieerd naar een geheugenkaart die
aangesloten was op een computer.
STEL PRINTOPDR. IN
- Geen enkele foto is gemarkeerd met een afdrukopdracht.
OPMERKINGEN
Over Canon Inktjet/SELPHY DS-printers: Als op de printer de foutindicator knippert of op het
bedieningspaneel van de printer een foutbericht verschijnt, raadpleeg dan de
printerhandleiding.
Hebt u na het bekijken van deze lijst en de gebruiksaanwijzing van de printer het
probleem nog niet opgelost, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Canon
Service Center (raadpleeg het overzicht dat met de printer is mee geleverd).
97
Wat u wel en niet moet doen
Camcorder
Zorg ervoor dat u de volgende
voorzorgsmaatregelen neemt om
verzekerd te zijn van een optimaal
resultaat.
Sla uw opnamen regelmatig op een
extern apparaat op. Zorg ervoor dat
u de opnamen naar een extern apparaat
(bijvoorbeeld: een computer of een
digitale videorecorder) overzet ( 71)
en dat u regelmatig een back-up maakt.
Hierdoor beveiligt u belangrijke
opnamen in geval van schade en zorgt u
voor meer ruimte in het geheugen.
Canon kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor verlies van gegevens.
Wanneer u een polsband of
schouderriem gebruikt, zorg er dan voor
dat de camcorder niet heen en weer kan
bewegen en een voorwerp kan raken.
Houd de camcorder niet vast aan het
LCD-paneel. Wees voorzichtig wanneer
u het LCD-paneel sluit.
Laat de camcorder niet achter op
plaatsen met hoge temperaturen (zoals
in een auto of onder direct zonlicht) of
hoge vochtigheid.
Gebruik de camcorder niet in de buurt
van sterke elektrische of magnetische
velden zoals boven een TV, in de buurt
van plasma-TV’s of mobiele telefoons.
Richt de lens niet op sterke
lichtbronnen. Laat de camcorder niet
gericht op een helder onderwerp.
Gebruik en bewaar de camcorder niet
op stoffige of zanderige plaatsen. De
camcorder is niet waterdicht – vermijd
daarom ook water, modder of zout. De
camcorder en/of lens kan beschadigd
raken als dergelijke substanties de
camcorder binnendringen.
Let op hitte die door
verlichtingsapparatuur wordt
afgegeven.
Demonteer de camcorder niet. Als de
camcorder niet naar behoren werkt,
neem dan contact op met een
deskundige reparateur.
Ga voorzichtig met de camcorder om.
Stel de camcorder niet bloot aan
schokken of trillingen, omdat hierdoor
schade kan ontstaan.
Als u de camcorder op een statief
bevestigt, zorg er dan voor dat de
bevestigingsschroef van het statief
korter is dan 5,5 mm. Gebruik van
andere statieven kan de camcorder
beschadigen.
Probeer bij het opnemen van films
een kalm, stabiel beeld te krijgen.
Als u tijdens het opnemen de
camcorder te veel beweegt en vaak
snel zoomt en panoramisch filmt, kan
dit tot onrustige scènes leiden. In
extreme gevallen kan het afspelen
van dergelijke scènes tot gevolg
hebben dat door de visuele
waarneming bij u bewegingsziekte
wordt veroorzaakt. Als u een
dergelijke reactie ervaart, stop dan
onmiddellijk met afspelen en wacht
een tijdje totdat u verdergaat.
De camcorder voor langere tijd opbergen
Indien u van plan bent de camcorder
lange tijd niet te gebruiken, berg deze dan
op een plaats op die vrij is van stof, bij
lage vochtigheid en bij een temperatuur
die niet hoger wordt dan 30 °C.
Hoe u de camcorder moet
behandelen
5,5 mm
Aanvullende informatie
98
Accu
Vuile polen kunnen tot gevolg hebben
dat het contact tussen de accu en de
camcorder niet goed is. Veeg de
polen schoon met een zachte, droge
doek.
Resterende accutijd
Als de weergegeven resterende
accutijd niet juist is, laad de accu dan
volledig op. Het is echter ook mogelijk
dat juiste tijd niet wordt weergegeven
wanneer een volledig geladen accu
continue wordt gebruikt bij hoge
temperaturen of dat de accu heel lang
niet is gebruikt. Ten gevolge daarvan,
afhankelijk van de levensduur van de
accu, wordt niet de juiste tijd
weergegeven. Gebruik daarom de
weergegeven tijd op het scherm als
indicatie.
De camcorder voor langere tijd opbergen
Berg accu’s op een droge plaats op
waar de temperatuur niet hoger wordt
dan 30
°C.
U verlengt de levensduur van de accu
door deze volledig te ontladen
voordat u de accu opbergt.
Accu’s moet u minstens eenmaal per
jaar volledig opladen en volledig
ontladen.
Betreft accu’s zonder de Intelligent
System-markering
Om veiligheidsredenen worden
accu’s zonder de Intelligent System-
markering
( 104) niet opgeladen, ook niet als
u dergelijke accu’s in deze camcorder
of de optionele acculader CG-800E
plaatst.
Als u in de camcorder andere accu’s
gebruikt dan originele Canon-accu’s,
verschijnt en wordt de
resterende accutijd niet getoond.
Geheugenkaart
Het verdient aanbeveling om op uw
computer een backup te maken van
de opnamen op de geheugenkaart.
Gegevens kunnen vanwege
geheugenkaartdefecten of
blootstelling aan statische elektriciteit
beschadigd of verloren raken. Canon
geeft geen garanties betreffende
GEVAAR!
Behandel de accu met de nodige
voorzichtigheid.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur (de accu kan exploderen).
Stel de accu niet bloot aan
temperaturen die hoger zijn dan
60 °C. Laat de accu niet achter in de
buurt van een ingeschakeld
verwarmingsapparaat of binnen een
auto bij heet weer.
Probeer de accu niet uit elkaar te
halen of er aan te knutselen.
Laat de accu niet vallen en stel de
accu niet bloot aan schokken.
Laat de accu niet nat worden.
VOORZICHTIG:
Er is gevaar voor een explosie als u
de accu verkeerd aansluit. Gebruik
alleen hetzelfde type accu.
99
corrupte gegevens of gegevens die
verloren zijn gegaan.
Raak de contactpunten niet aan en
stel deze niet bloot aan stof of vuil.
Gebruik geen geheugenkaarten op
plaatsen die blootstaan aan sterke
magnetische velden.
Laat geheugenkaarten niet achter op
plaatsen met een hoge vochtigheid
en hoge temperaturen.
Demonteer of verbuig een
geheugenkaart niet, laat een
geheugenkaart niet vallen en stel een
geheugenkaart niet bloot aan
schokken of water.
Controleer hoe u de geheugenkaart
naar de camcorder gericht houdt
voordat u deze in de camcorder
plaatst. Als u een geheugenkaart
verkeerd om in de sleuf probeert te
plaatsen, kan de geheugenkaart of
camcorder beschadigd raken.
Plak geen labels of stickers op de
geheugenkaart.
Op SD/SDHC-geheugenkaarten zit
een schakelaar waarmee u kunt
voorkomen dat de kaart wordt
beschreven of dat de inhoud per
ongeluk wordt gewist. Als u de
geheugenkaart tegen schrijven wilt
beschermen, zet de schakelaar dan in
de LOCK-stand.
Ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij
De camcorder is uitgerust met een
interne oplaadbare lithiumbatterij om de
datum/tijdinstellingen en andere
instellingen te kunnen behouden. De
interne lithiumbatterij wordt opgeladen
tijdens gebruik van de camcorder; de
batterij raakt echter geheel leeg als u de
camcorder circa 3 maanden niet
gebruikt.
De interne lithiumbatterij laadt u als volgt
opnieuw op: Sluit de compacte
netadapter aan op de camcorder en
laat de camcorder hierop ongeveer 24
uur aangesloten staan terwijl de
camcorder uit staat.
De camcorder afdanken
Wanneer u films verwijdert of het
interne geheugen (alleen
//
) of de geheugenkaart
initialiseert, wordt alleen de
bestandstoewijzingstabel gewijzigd en
worden opgeslagen gegevens niet
fysiek verwijderd. Neem de vereiste
voorzorgsmaatregelen als u de
camcorder of geheugenkaart afdankt,
bijvoorbeeld door de camcorder fysiek
te beschadigen om te voorkomen dat
privé-gegevens openbaar worden.
/ Indien u de camcorder
overdraagt aan een ander, initialiseer
dan het interne geheugen met de
instelling [COMPL.INIT.] ( 28), vul het
geheugen vervolgens met onbelangrijke
opnamen en voer nog een keer met
dezelfde methode de initialisatie uit.
Hierdoor wordt het uiterst moeilijk om
de oorspronkelijke opnamen terug te
halen.
LOCK-schakelaar
Aanvullende informatie
100
Als u de camcorder afdankt, verwijder
dan eerst de interne lithiumbatterij.
1 Verwijder met een
schroevendraaier de 8 schroeven
zoals getoond in de afbeelding.
2 Maak de afdekking aan de zijkant
los en verwijder de schroef zoals
getoond in de afbeelding.
3 Verwijder de 7 schroeven zoals
getoond in de afbeelding en maak
vervolgens de afdekking aan de
bovenzijde los.
4 Verwijder de 4 flex circuit-
connectoren en 2 dradensets
zoals getoond in de afbeelding,
verwijder vervolgens de voorste
lenseenheid, linkerpaneel (samen
met het LCD-paneel), onderste
paneel en achterste paneel.
5 Pak de lithiumbatterij stevig vast
met een isolatietang en verwijder
de batterij uit het bord.
De batterij verwijderen
101
Reinigen
Camcorderhuis
Gebruik een zachte, droge doek om
het camcorderhuis te reinigen.
Gebruik nooit met chemicaliën
behandelde doeken of vluchtige
oplosmiddelen zoals verfverdunner.
Lens
De automatische scherpstelling werkt
mogelijk niet correct als het
lensoppervlak vuil is.
Verwijder stof of vuildeeltjes met een
blaaskwastje (geen spuitbus
gebruiken).
Gebruik een schoon, zacht
lensreinigingsdoekje om de lens
voorzichtig schoon te maken. Gebruik
nooit tissuepapier.
LCD-scherm
Reinig het LCD-scherm met een
schoon, zacht lensreinigingsdoekje.
Bij plotselinge
temperatuurschommelingen kan zich
op het oppervlak van het scherm
condens voordoen. Veeg het vocht
weg met een zachte, droge doek.
Condens
Als u de camcorder snel verplaatst van
een gebied met warme temperaturen
naar een gebied met koude
temperaturen of omgekeerd, dan kan er
op de interne oppervlakken condens
(waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik de
camcorder niet als condens wordt
gesignaleerd. Als u de camcorder blijft
gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende situaties
voordoen:
Als de camcorder snel wordt verplaatst
van koude naar warme plaatsen
Wanneer de camcorder wordt
achtergelaten in een vochtige kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt
verwarmd
Stel de camcorder niet bloot aan
plotselinge of extreme
temperatuurswijzigingen.
Plaats de camcorder in een luchtdichte
zak en laat de camcorder langzaam op
temperatuur komen voordat u het uit de
zak haalt.
De camcorder gaat automatisch uit.
Hoe lang het precies duurt voordat de
waterdruppeltjes zijn verdampt, hangt af
van de locatie en weersomstandigheden.
Als vuistregel geldt: wacht 2 uur voordat u
het gebruik van de camcorder hervat.
Gebruik van de camcorder in het
buitenland
Stroombronnen
U kunt de compacte netadapter
gebruiken in elk land met een
netvoeding tussen 100 en 240 V
wisselstroom en 50/60 Hz om de
camcorder te bedienen en de accu op
te laden. Raadpleeg een Canon Service
Center voor informatie over
stekkeradapters voor gebruik van de
camcorder in het buitenland.
Voeding/overig
CONDENS VOORKOMEN
ALS CONDENS IS ONTDEKT
Aanvullende informatie
102
Opnamen afspelen op een TV-scherm
U kunt uw opnamen alleen afspelen op
TV’s die compatibel zijn met het PAL-
systeem. PAL (of het compatibele
SECAM-systeem) wordt gebruikt in de
volgende regio’s/landen:
Europa: In heel Europa en Rusland.
Amerika: Alleen in Argentinië, Brazilië,
Uruguay en de Franse overzeese
gebieden (Frans-Guyana, Guadeloupe,
Martinique, etc.). Azië: De meeste
landen van Azië (behalve in Japan, de
Filippijnen, Zuid-Korea, Taiwan en
Myanmar). Afrika: Alle landen van
Afrika en Afrikaanse eilanden.
Australië/Oceanië: Australië, Nieuw-
Zeeland, Papoea Nieuw-Guinea; de
meeste eilanden van de Pacific
(behalve Micronesië, Samoa, Tonga en
US-gebiedsdelen zoals Guam en
Amerikaans Samoa).
Muziekbestanden
Hieronder vindt u de specificaties van
de muziekbestanden die compatibel
zijn met de camcorder.
Audiocodering: Lineair PCM
Audiosampling: 48 kHz, 16 bits,
2 kanalen
Minimale lengte: 10 seconden
Bestandsextensie: WAV
De muziekbestanden worden in het
geheugen opgeslagen met de volgende
mappenstructuur.
De bijgeleverde CD-ROM
Gebruiksaanwijzing / Muziekgegevens-
disc bevat een map met de naam
[MUSIC].
- Gebruikers van Windows: In deze map
vindt u twee mappen, genaamd [MUSIC
1] en [MUSIC 2]. Gebruik
muzieknummers naar wens uit beide
mappen. Kopieer de muziekbestanden
op de CD-ROM naar de map
[MY_MUSIC] op de geheugenkaart.
- Gebruikers van Mac: Deze map bevat de
muzieknummers die u kunt kopiëren
naar de geheugenkaart. Gebruik de
Finder om de muziekbestanden in de
map [MUSIC] op de CD-ROM te
kopiëren naar de map [MY_MUSIC] op
de geheugenkaart.
[CANON]
[PRIVATE]
[MY MUSIC]
MUSIC_01.WAV t/m
MUSIC_99.WAV
103
Alge mene in formatie
Systeemschema
(De verkrijgbaarheid verschilt per regio)
Acculader
CG-800E
Stereovideokabel
STV-250N
Zachte draagtas
SC-2000
Polsriem WS-20
Schouderriem SS-600/SS-650
SD/SDHC-
geheugenkaart
Accu
BP-808
Computer
TV
Kaartlezer/schrijver
Met PictBridge
compatibele
printers
USB-kabel IFC-
300PCU
Video/DVD-recorder
DVD-brander DW-100
DVD-schijven
SCART-adapter
Compacte netadapter
CA-570
Aanvullende informatie
104
Accu’s
Als u extra accu’s nodig hebt, kies dan
altijd de BP-808.
Als u accu’s met de aanduiding Intelligent
System gebruikt, kan de camcorder met de accu communiceren en de resterende
gebruikstijd weergeven (met een nauwkeurigheid van 1 minuut). Deze accu’s kunt u
alleen gebruiken met camcorders en opladers die compatibel zijn met het Intelligent
System.
Acculader CG-800E
Gebruik de acculader om accu’s op te
laden.
Oplaadduur
De oplaadduur voor de diverse accu’s in de volgende tabel is bij benadering gegeven
en varieert al naargelang de oplaadomstandigheden en de aanvankelijke laadstatus
van de accu.
* Wanneer de camcorder een lege accu 20 minuten heeft opgeladen, kan de accu 3 keer langer
dan die oplaadtijd worden gebruikt. Met andere woorden, u kunt met de camcorder 60 minuten
opnemen nadat de accu 20 minuten is opgeladen.
Optionele accessoires
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is zodanig ontworpen dat het uitstekende prestaties levert wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met originele Canon-accessoires. Canon kan niet
aansprakelijk worden gehouden voor schade aan dit product en/of ongelukken zoals
brand, etc. als gevolg van defecten in niet-originele Canon-accessoires (zoals lekkage
en/of explosie van een accu). Let erop dat deze garantie niet geldt voor reparaties die
het gevolg zijn van defecten in niet-originele Canon-accessoires, hoewel u dergelijke
reparaties wel tegen betaling kunt laten verrichten.
Oplaadomstandigheden Oplaadtijd
Bij gebruik van de camcorder 140 min.*
Gebruik van de acculader CG-800E 105 min.
105
Opname- en afspeelduur
De opname- en afspeelduur in de tabel hieronder is bij benadering gegeven en is
afhankelijk van de opnamemodus en de oplaad-, opname- en
afspeelomstandigheden. De effectieve gebruikstijd van de accu kan afnemen als u
opnamen maakt in koude omstandigheden, bij gebruik van de meer heldere
scherminstellingen, etc.
Het interne geheugen gebruiken (alleen / )
Bij gebruik van een geheugenkaart
* Geschatte tijden voor het opnemen met herhaalde bedieningshandelingen, zoals
starten/stoppen, zoomen, voeding aan/uit.
Schouderriem
U kunt een schouderriem bevestigen voor
meer stevigheid en betere hanteerbaarheid.
Zachte draagtas SC-2000
Een handige camcordertas met gevoerde
vakjes en genoeg ruimte voor accessoires.
Opnamemodus
XP SP LP
Gebruikstijd
Maximale opnameduur 210 min. 210 min. 210 min.
Gebruikelijke opnameduur* 105 min. 105 min. 105 min.
Afspeelduur 295 min. 295 min. 295 min.
Opnamemodus
XP SP LP
Gebruikstijd
Maximale opnameduur 205 min. 210 min. 205 min.
Gebruikelijke opnameduur* 100 min. 105 min. 105 min.
Afspeelduur 285 min. 290 min. 290 min.
Dit merkteken is het symbool van originele Canon-videoaccessoires.
Als u gebruik maakt van Canon-videoapparatuur, raden wij u aan om
gebruik te maken van accessoires of producten van het Canon-merk
met hetzelfde merkteken.
Aanvullende informatie
106
LEGRIA FS37/FS36/FS307/FS306/FS305
Specificaties
Systeem
Opnamesysteem Films: SD-Video
Videocompressie: MPEG-2
Audiocompressie: Dolby Digital 2ch (AC-3)
Foto’s: DCF (Design rule for camera file system), compatibel met
Exif
1
Ver. 2.2 en met DPOF
Fotocompressie: JPEG (Superfijn, Fijn, Normaal)
Televisiesysteem PAL-kleurensignaal van de CCIR-standaard (625 lijnen, 50 velden)
Opnamemedia
Intern flashgeheugen, 16 GB; SD- of SDHC (SD High Capacity)-geheugenkaart
(niet bijgeleverd)
Intern flashgeheugen, 8 GB; SD- of SDHC (SD High Capacity)-geheugenkaart
(niet bijgeleverd)
// SD- of SDHC (SD hoge capaciteits)-geheugenkaart
(niet inbegrepen)
Maximale opnametijd
(bij benadering)
intern geheugen, 16 GB;
XP: 3 uur 40 min., SP: 5 uur 30 min., LP: 10 uur 25 min.
intern geheugen, 8 GB;
XP: 1 uur 50 min., SP: 2 uur 45 min., LP: 5 uur 10 min.
Geheugenkaart van 4 GB
XP: 55 min., SP: 1 uur 20 min., LP: 2 uur 35 min.
Beeldsensor CCD type 1/6, circa 800.000 pixels
Effectief aantal pixels
2
(alle waarden zijn waarden bij benadering)
16:9-films (geavanceerde zoom, [BEELD STAB] ingesteld op [UIT] of [STANDAARD])
440.000 (T) /540.000 (W) pixels
(optische zoom, [BEELD STAB] ingesteld op [DYNAMISCH])
440.000 pixels
4:3-films (optische zoom) 400.000 pixels
Foto’s 530.000 pixels
LCD-scherm 6,7 cm (2,7 inch), breedbeeld, TFT-kleur, circa 123.000 punten
Microfoon Electreet condensator stereomicrofoon
Lens f=2,6-96,2 mm, F/2,0-5.2, 37x optische zoom
35 mm-equivalent (alle getallen zijn waarden bij benadering)
16:9-films (geavanceerde zoom, [BEELD STAB] ingesteld op [UIT] of [STANDAARD])
40,5-1.676 mm
(optische zoom, [BEELD STAB] ingesteld op [DYNAMISCH])
45,3-1.676 mm
4:3-films (geavanceerde zoom) 49,8-1.843 mm
Foto’s 43,6-1.613 mm
Lenssamenstelling 10 elementen in 8 groepen (1 dubbelzijdig, asferisch element)
AF-systeem TTL-autofocus, handmatige scherpstelling beschikbaar
Minimale scherpstellingsafstand 1 m; 1 cm bij maximale groothoek
Witbalans Automatische witbalans, voorkeuze (DAG LICHT, LAMPLICHT) of handmatig
107
Compacte netadapter CA-570
Minimale verlichting Opnameprogramma [NACHT], sluitertijd ingesteld op 1/6:
1,1 lx
[PROGRAMMA AE], Automatische langzame sluiter [AAN], sluitersnelheid op 1/25:
4,5 lx
Aanbevolen verlichting Meer dan 100 lx
Beeldstabilisatie Elektronische ([DYNAMISCH]-instelling beschikbaar bij het opnemen van films)
Afmetingen van foto’s 1024 x 768, 640 x 480 pixels
1
Deze camcorder ondersteunt Exif 2.2 (ook “Exif Print” genoemd). Exif Print is een standaard voor verbetering van de communicatie
tussen camcorders en printers. Door een met Exif Print compatibele printer aan te sluiten, gebruikt en optimaliseert u de
beeldgegevens die tijdens opname met de camcorder zijn gemaakt. Hierdoor worden afdrukken van zeer hoge kwaliteit
geproduceerd.
2
Als er twee waarden worden gegeven, dan duidt de eerste op de waarde bij gebruik van maximale telefoto (T) en de tweede op de
waarde bij gebruik van maximale groothoek (W).
Aansluitpunten
AV OUT-aansluitpunt Mini-jack van 3,5 mm; alleen uitvoer
Video: 1 Vp-p/75 asymmetrisch
Audio: –10 dBV (47 k belasting) / 3 k of minder
USB-aansluitpunt mini-B, USB 2.0 (Hi-Speed USB); alleen uitvoer
Voeding/overig
Voeding (nominaal) 7,4 V DC (accu), 8,4 V DC (compacte netadapter)
Opgenomen vermogen
(SP-modus, AF ingeschakeld)
1,8 W (LCD-scherm, normale helderheid)
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D) 55 x 59 x 121 mm exclusief de handgreepriem
Gewicht (alleen camcorderhuis) 225 g, zonder de handgreepriem
Voeding 100 – 240 V AC, 50/60 Hz
Nominale uitgangsspanning /
nominaal verbruik
8,4 V DC, 1,5 A / 29 VA (100 V) – 39 VA (240 V)
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Afmetingen 52 x 29 x 90 mm
Gewicht 135 g
Aanvullende informatie
108
Accu BP-808
Gewicht en afmetingen zijn bij benadering gegeven. Fouten en omissies
voorbehouden. De informatie in deze handleiding geldt vanaf mei 2010.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Accutype Oplaadbare lithium-ion-accu, compatibel met Intelligent System
Nominale spanning 7,4 V DC
Gebruikstemperatuur 0 – 40 °C
Capaciteit accu 890 mAh
Afmetingen 30,7 × 23,3 × 40,2 mm
Gewicht 46 g
109
A
A
Accu
Accucapaciteit . . . . . . . . . . . . . . . .15
Indicator resterende accucapaciteit 15
Opladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Afdrukken/delen-toets . . . . . . . . . . . . . .64
Afdrukopdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66
Afspeellijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51
Afspelen
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
Audioniveau-indicator . . . . . . . . . . . . . .81
Automatische langzame sluitertijd . . . .80
Automatische scherpstelling (AF):
AF-beeld
(9-punts AiAF/Centraal) . . . . . . . . . . .80
AV OUT-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . .69
B
Beeldeffecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Beeldstabilisator . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Belichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Buitenland, gebruik van de
camcorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
C
Condens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
D
Datacodering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
Datum en tijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
Datumnotatie . . . . . . . . . . . . . . . . .84
Tijdzone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Zomertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Diashow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58
Digitale effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49
Direct afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Dual Shot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
E
Een back-up maken van opnamen . . . 71
F
Foto’s afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Foto’s bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Foto’s beveiligen . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Foto’s vergroten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Fotogrootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Fotokwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Fotonummers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Foutberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
FUNC.-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 77
G
Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Groothoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
H
Handmatige belichtingsinstelling . . . . . 46
Het geheugen initialiseren . . . . . . . . . . 28
Histogram . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Hoogte/breedteverhouding van een
aangesloten TV
(TV-type) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
I
Indexscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 58
Instellingsmenu’s . . . . . . . . . . . . . . 24, 80
Interne ondersteuningsbatterij . . . . . . . 99
J
Joystick . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Joystickaanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . 22
K
Kalenderweergave . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Kopieeropdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Index
Aanvullende informatie
110
Kopiëren naar computer
Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Kopiëren van opnamen naar een computer
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Kopiëren*
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
L
LCD-scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
M
Markeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Medium selecteren voor opslag van
opnamen*
voor het afspelen . . . . . . . . . . . . . . 35
Medium selecteren*
voor de opnamen . . . . . . . . . . . . . . 28
Mini-videolamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Muziekbestanden . . . . . . . . . . . . . . . . 102
N
Nacht (opnameprogramma) . . . . . . . . . 41
O
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101
Opnamemodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Opnamen maken
Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Opnameprogramma’s . . . . . . . . . . . 40, 41
Opnametijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Opnemen
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
P
P (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . . 41
Persoonlijke DVD’s maken . . . . . . . . . . 71
Pieptoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Portret (opnameprogramma) . . . . . . . . 41
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . 85
R
RESET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
S
Schermgegevens, selecteren welke
worden weergegeven . . . . . . . . . 50, 61
Schermpictogrammen . . . . . . . . . . . . . 13
Scherpstelling
Handmatig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Scherpstellingsvoorkeuze . . . . . . . 79
SD/SDHC- geheugenkaart . . . . . . . . . . 27
Serienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Sluitertijd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Sneeuw (opnameprogramma) . . . . . . . 41
Snelstartfunctie (Quick Start) . . . . . . . . 33
Speciale scènes
(opnameprogramma’s) . . . . . . . . . . . 40
Splitsen van scènes . . . . . . . . . . . . . . . 51
Sport (opnameprogramma) . . . . . . . . . 41
Spotlight (opnameprogramma) . . . . . . 41
Strand (opnameprogramma) . . . . . . . . 41
Stroombesparing . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
T
Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Tegenlichtcorrectie . . . . . . . . . . . . . . . 46
Telepositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Tijdlijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Tv (opnameprogramma) . . . . . . . . . . . . 41
U
USB-aansluitpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
V
Verbinding met externe apparaten . . . 69
Verwijderen/wissen van
Films . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39, 53
Foto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 59
VIDEO SNAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Video Snapshot . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34, 84
* Alleen / .
111
Vooropname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Vuurwerk (opnameprogramma) . . . . . . .41
W
Windscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Witbalans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48
Z
Zelfontspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
Zoeken naar scènes aan de hand
van de datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Zonsondergang (opnameprogramma) . .41
Zoom
Geavanceerde zoom . . . . . . . . . . .31
Zoomsnelheid . . . . . . . . . . . . . .31, 79
Informatie over handelsmerken
Het SD-logo is een handelsmerk. Het SDHC-logo is een handelsmerk.
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de VS en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby” en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
Overige namen en producten die hierboven niet zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken zijn van de betreffende ondernemingen.
ELK ANDER GEBRUIK VAN DIT PRODUCT DAN HET PERSOONLIJK GEBRUIK DOOR CONSUMENTEN IN
OVEREENSTEMMING MET DE MPEG-2-STANDAARD VOOR HET CODEREN VAN VIDEOINFORMATIE VOOR VOORBESPEELDE MEDIA IS
UITDRUKKELIJK VERBODEN, TENZIJ DE GEBRUIKER BESCHIKT OVER EEN LICENTIE ONDER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE PATENTEN IN
DE MPEG 2 PATENT PORTFOLIO. DEZE LICENTIE IS VERKRIJGBAAR BIJ MPEG LA, L.L.C, 250 STEELE STREET, SUITE 300, DENVER,
COLORADO 80206.
Canon Austria GmbH
Oberlaaer Straße 233
A-1100 Wien
Canon Helpdesk:
Tel: 0810 0810 09 (zum Ortstarif)
www.canon.at
Canon Belgium N.V. / S.A.
Berkenlaan 3
1831 Diegem (Machelen)
Tel: (02)-7220411
Fax: (02)-7213274
www.canon.be
Canon CZ s.r.o.
Nám. Na Santince 2440
Praha 6
Helpdesk: (+420) 296 335 619
www.canon.cz
Canon Danmark A/S
Knud Højgaards Vej 1
2860 Søborg
Tlf: 70 15 50 05
Fax: 70 15 50 25
www.canon.dk
Canon Deutschland GmbH
Europark Fichtenhain A10
D-47807 Krefeld
Canon Helpdesk: Tel:
0180 / 500 6022
(0,14 /Min. - DTAG;
Mobilfunk ggf. abweichend)
www.canon.de
Canon España, S.A.
Avenida de Europa, 6
Parque Empresarial La Moraleja
28108 ALCOBENDAS
Madrid - Spain
Atención al Cliente:
Tel.: 901 900 012
e-mail: info@canon.es
Canon France SAS
Canon Communication & Image
17, Quai du Président Paul Doumer
92414 Courbevoie CEDEX
Tél: (01)-41 30 15 15
www.canon.fr
Canon Hungária Kft.
1031 Budapest
Záhony u. 7
Helpdesk: 06 1 235 5315
www.canon.hu
Canon Italia
S.p.A.
Consumer Imaging Marketing
Via Milano,8
20097 - San Donato Milanese (MI)
Tel: (02)-82481
Fax: (02)-82484600
www.canon.it
Canon Luxembourg SA
Rue des joncs, 21
L-1818 Howald
Tel: (352) 48 47 961
www.canon.lu
Canon Nederland N.V.
Bovenkerkerweg 59-61
1185 XB Amstelveen
Helpdesk: 0900-202 2915 (0,13 €/min)
www.canon.nl
Canon Oy
Huopalahdentie 24
FIN-00351 Helsinki
puh. 010 544 20
www.canon.fi
Helpdesk: 020 366 466
(0,02 €/min + pvm/mpm)
www.canon.fi/support
Canon Polska Sp. z o.o.
Pomoc Techniczna (Helpdesk)
Telefon 00800 22 666767
www.canon.pl
Canon Portugal, S.A.
Rua Alfredo Silva, 14 - Alfragide
2610-016 Amadora
Portugal
Tel. +351 214 704 000
Fax +351 214 704 112
E-mail : inf[email protected]t
www.canon.pt
Canon (Schweiz) AG
Industriestrasse 12
CH-8305 Dietlikon
Canon Helpdesk: Tel. 0848 833 838
Canon Slovakia s.r.o.
Karadžičova 8
821 08 Bratislava
Helpdesk: tel. No +421 (2) 50 102 612
www.canon.sk
Canon (Suisse) SA
Industriestrasse 12
CH-8305 Dietlikon
Canon Helpdesk: Tel. 0848 833 838
Canon Svenska AB
169 88 Solna
Tel: 08-744 85 00
Helpdesk: 08-519 923 69
www.canon.se
Canon UK Ltd.
CCI Service Centre,
Unit 130
Centennial Park, Borehamwood
Hertfordshire, WD6 3SE, England
Telephone 0870-241-2161
Canon Europa N.V.
P.O. Box 2262, 1180 EG Amstelveen, The Netherlands
Ondersteuning voor de meegeleverde PIXELA-software kunt u krijgen via de helpdesk
van PIXELA (informatie hierover in de PIXELA Applications Installatiehandleiding).
© CANON INC. 2010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Canon FS306 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding