Bauknecht KGN 20D2IN Use & Care

Type
Use & Care
Handleiding
USER MANUAL
1
INDEX
Gebruiks- en Onderhoudsgids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
LED-lampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Lichtsystemen (afhankelijk van het model) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Schabben en deurbalkons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Gebruik van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Eerste gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Koelvak en bewaren voedsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Verse etenswaren en dranken bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Diepvriescompartiment en bewaren voedsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Verwijderen van de vriesladecontainer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Tips voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Diepgevroren etenswaar: winkeltips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Houdbaarheidsperiode voedingsmiddelen bij verschillende temperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Functionele geluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Reinigen en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Vervanging afdichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Er is te veel wasmiddel gebruikt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
2
Algemene informatie
LED-lampje
Als het LED verlichtingssysteem niet werkt neem dan contact op met de Consumentenservice om het te laten vervangen.
Belangrijk: De binnenverlichting van het koelkastcompartiment gaat branden wanneer de deur van de koelkast geopend
wordt. Als de deur langer dan 8 minuten geopend blijft, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld.
Lichtsystemen (afhankelijk van het model)
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse G
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse B
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse A
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse G
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse G
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse G
Dit product bevat een
lichtbron van energie-
efficiëntieklasse F
Schabben en deurbalkons
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn uitneembaar. Het aantal van deze componenten kan per model verschillen.
Deur
Omkeren van de deur
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door Consumentenservice
valt dit niet onder de garantie. Het wordt aanbevolen om de scharnierzijde van de deur met twee personen om te keren. Volg de instructies
in Installatiegids.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
3
Gebruik van het apparaat
Eerste gebruik
Na de installatie, dient u minstens twee uren te wachten vooraleer het apparaat aan te sluiten op het stopcontact. Eenmaal
verbonden, begint het automatisch te werken. De ideale temperatuurinstellingen zijn af fabriek vooraf ingesteld. Wacht na het
inschakelen van het apparaat 4-6 uur totdat het de juiste bewaartemperatuur heeft bereikt.
Koelvak en bewaren voedsel
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterste binnenwand van
het koelkastcompartiment is een teken van de automatische ontdooifase. Het dooiwater loopt weg in een afvoeropening en
vervolgens in een bak, waar het verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed hebben op de
interne temperatuur van de twee vakken. Stel de temperatuur in aan de hand van deze factoren. Bij veel vocht in het koelkastcompartiment
kan er condensvorming ontstaan, vooral op de glasplaten. In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoffen in open pannen afsluit (bijv. een
pan bouillon), etenswaar met een hoog watergehalte (bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator inschakelt (indien hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
Ventilatie
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak resulteert in zones met verschillende temperaturen. Onvoldoende ventilatie
resulteert in een hoger energieverbruik en lagere koelprestaties.
Verse etenswaren en dranken bewaren
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas, zoals
fruit, groenten en salade, moeten altijd worden zodanig worden gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet achteruit
gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's of kool bewaren. Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel de
levensmiddelen in folie. Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven de
crisperlade voor groente en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders
voor vloeistoffen en etenswaar die geuren of smaken kunnen afgeven of opnemen, of dek de vloeistoffen of etenswaar af. Om
te voorkomen dat flessen omvallen, kunt u gebruik maken van de flessenhouder (beschikbaar op bepaalde modellen).
Diepvriescompartiment en bewaren voedsel
Met het diepvriescompartiment kan bevroren voedsel worden bewaard en kunnen verse voedingswaren worden ingevroren.
De hoeveelheid verse voedingswaren die in een bepaalde periode kan worden ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje.
Schik de verse etenswaar in het vriesvak in het diepvriescompartiment (zie de Beknopte Handleiding) en zorg voor voldoende
ruimte er rond zodat de lucht kan circuleren. Voorkom dat vers voedsel in direct contact komt met bevroren voedsel. De
laadlimieten zijn bepaald door manden, flappen, lades, schappen enz. Zorg ervoor dat deze onderdelen nog altijd gemakkelijk
kunnen sluiten na het laden. Voor meer opslagcapaciteit en om sneller in te vriezen, kan het diepvriescompartiment zonder de
laden worden gebruikt.
Verwijderen van de vriesladecontainer
1
2
Open de vriezerdeur.
De bovenste container aan de rechter- en linkerhoeken naar boven
trekken (1).
De lade verwijderen (2).
De bovenste container in de omgekeerde volgorde installeren.
Tips voor het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen
Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren levensmiddelen van een label en datum te voorzien. Door een label aan te
brengen kunt u levensmiddelen makkelijker herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet worden voordat de
kwaliteit ervan afneemt. Vries ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen dient u het te wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht-
en waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel of diepvriescontainers die geschikt zijn voor het invriezen
van verse levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede kwaliteit zijn.
Vries verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst in, om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur en de
smaak te behouden. Enkele vleessoorten (vooral wild) moeten worden opgehangen voordat deze worden ingevroren.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in de vriezer legt.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
4
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw
in, tenzij het voedsel na het ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Flessen met vloeistof mogen niet worden ingevroren.
Diepgevroren etenswaar: winkeltips
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
Controleer of de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een
verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij optimale
omstandigheden bewaard en het ontdooien is mogelijk al begonnen.
Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het einde van uw trip en vervoer het in een thermisch geïsoleerde
koeltas.
Leg bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in de vriezer.
Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid, vries het niet opnieuw in. Eet binnen 24 uur op.
Voorkom temperatuurschommelingen of beperk tot een minimum. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking
moet worden gerespecteerd.
Houd steeds rekening met de opslaginformatie op de verpakking.
Houdbaarheidsperiode voedingsmiddelen bij verschillende temperaturen
DIEPVRIESVAK
Product Bewaarperiode (-12°C) Aanbevolen
bewaarperiode (-18°C)
Bewaarperiode (-24°C)
Boter of margarine 1 maand 6 maanden 9 maanden
Vis 1 maand 1-3 maanden 6 maanden
Vruchten (met uitzondering
van citrusvruchten) &
Groenten
1 maand 8-12 maanden 12 maanden
Vlees- ham- worst
Gebraad (rund-varken-lam)
Biefstuk of koteletten (rund-
lam-varken)
1 maand 2 maanden
8-12 maanden
4 maanden
12 maanden
Melk, verse vloeistoffen, kaas,
ijs of sorbet
1 maand 1-3 maanden 5 maanden (niet aanbevolen
voor ijs)
Gevogelte (kip-kalkoen) 1 maand 5-7 maanden 9 maanden
KOELVAK
Product Bewaarperiode 0-3°C Bewaarperiode (3-6°C) Bewaarperiode 6-8°C
Blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam
3-4 weken 3-4 weken 3-4 weken
Tropisch fruit Niet aanbevolen 2-4 weken 3-4 weken
Bewaar kaas, melk,
zuivelproducten,
delicatessen, yoghurt
2-5 dagen 2-5 dagen 2-5 dagen
Koude vleeswaren, desserts,
vlees en vis en zelfbereid
voedsel
3-5 dagen 1-2 dagen Niet aanbevolen
Bewaar groenten en
fruit (met uitzondering
van tropisch fruit en
citrusvruchten)
15 dagen 10-12 dagen 4-7 dagen
Gebruiks- en Onderhoudsgids
5
Functionele geluiden
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal, omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het regelen van prestaties
aanwezig zijn die automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Een aantal functionele geluiden kunnen worden verminderd door middel van:
Optillen van het apparaat en op een egaal oppervlak installeren.
Scheiden en vermijden van contact tussen het apparaat en meubilair.
Controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst.
Controleren of de flessen en houders niet tegen elkaar komen.
Een aantal functionele geluiden die u zou kunnen horen
1. Een sisgeluid bij het voor de eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
2. Een borrelgeluid wanneer koelmiddel de leidingen instroomt.
3. BRRR-geluid van de compressor die loopt.
4. Een zoemgeluid wanneer de waterklep of de ventilator begint te
werken.
5. Een kraakgeluid wanneer de compressor start.
6. De KLIK is van de thermostaat die afstelt hoe vaak de compressor
draait.
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt
Bij geen gebruik
Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet en leeg, ontdooi (indien nodig) en reinig het apparaat.
Laat de deuren op een kier staan, zodat lucht in de compartimenten kan circuleren. Hierdoor voorkomt u de ontwikkeling van
schimmel en onaangename geuren.
Bij een stroomstoring
Houd de deuren gesloten, zodat de etenswaar zo lang mogelijk koel blijft. Vries gedeeltelijk ontdooide etenswaar niet opnieuw
in. Bij een langdurige stroomstoring is het mogelijk dat het blackout-alarm geactiveerd wordt (bij producten met elektronica).
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
6
Reinigen en onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht ontvlambare
vloeistoffen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol
of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Reinig het apparaat regelmatig met een doek en een oplossing van
lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel, speciaal voor de
binnenkant van koelkasten.
Reinig de buitenkant en de deurafdichting met een vochtige doek en
droog ze af met een zachte doek.
De condensor aan de achterkant van het apparaat moet regelmatig
met behulp van een stofzuiger worden schoongemaakt.
Belangrijk:
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of
daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze regelmatig schoon
met een stofzuiger.
Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater te garanderen,
dient u de binnenkant van de afvoer in de achterwand van het
koelkastcompartiment, in de buurt van de groenten- en fruitlade, schoon
te maken met behulp van het bijgeleverde gereedschap.
Gebruiks- en Onderhoudsgids
7
Vervanging afdichting
Gebruiks- en Onderhoudsgids
NL
8
Er is te veel wasmiddel gebruikt
DE DEUR IS GEBLOKKEERD, MET OF ZONDER
1. Kijk of u het probleem zelf kunt oplossen met behulp van de aanwijzingen in het hoofdstuk PROBLEEMOPLOSSING.
2. Zet het apparaat aan en uit om te controleren of het probleem is opgelost.
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS, NEEMT U CONTACT OP MET
DE DICHTSTBIJZIJNDE KLANTENSERVICE
Om assistentie te verkrijgen, bel naar het nummer dat u in het
garantieboekje vindt.
Wanneer u contact opneemt met onze Klantendienst, vermeld altijd:
De wasmachine uitschakelen en loskoppelen;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service op het
kenplaatje). Het servicenummer staat ook in het garantieboekje;
uw volledige adres;
Laat altijd het water weglopen vooraleer de deur te openen.
Wend u tot een erkend servicecentrum indien reparatie noodzakelijk is (alleen dan weet u zeker dat originele
vervangingsonderdelen worden gebruikt en de reparatie correct wordt uitgevoerd).
400011498903
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Bauknecht KGN 20D2IN Use & Care

Type
Use & Care