Dell M210X Projector Gebruikershandleiding

Categorie
Tv's
Type
Gebruikershandleiding
Dellâ„¢ M210X-Projector
Gebruikershandleiding
Opmerkingen, Mededelingen en
Waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING bevat belangrijke informatie
die u helpt beter gebruik te maken van uw projector.
MEDEDELING: Een MEDEDELING duidt op potentiële schade
aan hardware of verlies van gegevens en vertelt u hoe u het
probleem kunt vermijden.
LET OP: Een WAARSCHUWING duidt op de mogelijkheid van
materiële schade, persoonlijk letsel of dood.
____________________
De informatie in dit document is onderhevig aan wijzigingen zonder
kennisgeving.
© 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Reproductie van deze materialen op elke willekeurige manier zonder de
schriftelijke goedkeuring van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in deze tekst zijn gebruikt: Dell en het DELL-logo zijn
handelsmerken van Dell Inc.; DLP en het DLP-logo zijn handelsmerken van
T
EXAS INSTRUMENTS INCORPORATED; Microsoft en Windows zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Andere handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document worden
gebruikt om te verwijzen naar de entiteiten die aanspraak maken op de merken
en namen van hun producten. Dell Inc. wijst elk eigendomsbelang in andere
handelsmerken en handelsnamen dan zijn eigen namen en merken af.
Model M210X
Juni 2010 Rev. A01
Inhoud 3
Inhoud
1 Uw Dell-Projector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Over uw Projector . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
2 Uw Projector Aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Aansluiten op een Computer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Een Computer Aansluiten via een VGA-kabel
. . . . . . . . . . 9
Aansluiten op een DVD-speler
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Aansluiten op een dvd-speler met een
S-videokabel
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Een DVD-speler Aansluiten met een
Composiet-videokabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Een DVD-speler Aansluiten met een
Component-videokabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Een DVD-speler Aansluiten met een HDMI-kabel
. . . . 13
3 Uw Projector Gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Uw Projector Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Uw Projector Uitschakelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het Geprojecteerde Beeld Aanpassen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De Projectorhoogte Verhogen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De Projectorhoogte Verlagen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Het Zoomen en de Focus van de Projector Aanpassen
. . . . 16
4 Inhoud
De Grootte van het Projectiebeeld Aanpassen . . . . . . . . . . . . 17
Het Bedieningspaneel Gebruiken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
De Afstandsbediening Gebruiken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De Batterijen van de Afstandsbediening Installeren
. . . . . . 24
Bedrijfsbereik met Afstandsbediening
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Het OSD Gebruiken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Hoofdmenu
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
AUTO AANPASSEN
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
INVOERSELECTIE
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
FOTO (in pc-stand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
FOTO (in Videostand)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
WEERGAVE (in pc-stand)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
WEERGAVE (in Videostand) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
LAMP
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
INSTELLEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
INFORMATIE
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
OVERIGE
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
4 Problemen met uw Projector Oplossen . . . . . . . . . . . 42
Geleidende Signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
De Lamp Vervangen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
5 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
6 Contact Opnemen met Dell
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
7 Bijlage: Woordenlijst
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Uw Dell-Projector 5
1
Uw Dell-Projector
Uw projector wordt geleverd met alle onderstaande items. Controleer of u alle
items hebt en neem contact op met Dellâ„¢ als er iets ontbreekt.
Inhoud verpakking
Voedingskabel 1,8m VGA-kabel (VGA naar VGA)
Draagtas Afstandsbediening
Cd met gebruikershandleiding &
documentatie
AAA-batterijen (2)
6 Uw Dell-Projector
Over uw Projector
LET OP: Veiligheidsrichtlijnen
1
Gebruik de projector niet in de buurt van apparaten die veel warmte genereren.
2
Gebruik de projector niet op zeer stofrijke plaatsen. Het stof kan defecten
veroorzaken aan het systeem en de projector zal automatisch worden
uitgeschakeld.
3
Controleer of de projector in een goed geventileerd gebied is geïnstalleerd.
4
Blokkeer nooit de ventilatiesleuven en andere openingen op de projector.
5
Zorg dat de projector werkt in een omgevingstemperatuur van 5ºC tot 35ºC.
1 Bedieningspaneel
2 Zoomring
3 Scherpstelring
4 Lens
5 Regelknop voor hoogteafstelling
6 IR-ontvangers
7 Lenskap
8 Lampdeksel
9 Regelwiel voor kantelhoek
10 Afstelbare voet
Bovenaanzicht
Onderaanzicht
810
9
1
2
3
4
5
7
6
Uw Dell-Projector 7
6
Probeer het aanraken van de ventilatie-uitlaat te vermijden omdat deze uitlaat
zeer warm kan worden nadat de projector ingeschakeld is geweest of onmiddellijk
nadat deze is uitgeschakeld.
7
Kijk niet in de lens terwijl de projector is ingeschakeld, anders kunt u oogletsels
oplopen.
8
Plaats geen objecten in de buurt van of voor de projector of dek de lens niet af
terwijl de projector is ingeschakeld, anders kan het object door de warmte smelten
of verbranden.
OPMERKING: Raadpleeg de
veiligheidsinformatie
die bij uw projector is
geleverd, voor meer details.
8 Uw Projector Aansluiten
2
Uw Projector Aansluiten
LET OP: Voordat u begint met een procedure van dit hoofdstuk, dient u de
veiligheidsrichtlijnen op pagina 6 na te leven.
1 Externe USB-aansluiting 6 Aansluiting voor de audio-uitgang
2 Aansluiting voor de VGA-ingang
(D-sub)
7 Aansluiting voor de audio-ingang
3 HDMI-aansluiting 8 Sleuf beveiligingskabel
4 S-video-aansluiting 9 Aansluiting voedingskabel
5 Composiet-video-aansluiting
3
4
5 6 7
1
2
8
9
Uw Projector Aansluiten 9
Aansluiten op een Computer
Een Computer Aansluiten via een VGA-kabel
OPMERKING: De usb-kabel wordt niet met de projector meegeleverd.
OPMERKING: De USB-kabel moet aangesloten zijn als u de functies Pagina
omhoog en Pagina omlaag op de afstandsbediening wilt gebruiken.
1 Voedingskabel
2 VGA- naar-VGA-kabel
3 USB-A-naar-USB-B-kabel
1
2
3
10 Uw Projector Aansluiten
Aansluiten op een DVD-speler
Aansluiten op een dvd-speler met een S-videokabel
OPMERKING: De S-video-kabel is niet geleverd bij uw projector. U kunt de
S-video-verlengkabel (15m/30m) via de website van Dell aanschaffen op
www.dell.com.
1 Voedingskabel
2 S-videokabel
1
2
Uw Projector Aansluiten 11
Een DVD-speler Aansluiten met een Composiet-videokabel
OPMERKING: De composiet-video-kabel is niet geleverd bij uw projector. U
kunt de Composiet-video-verlengkabel (15m/30m) via de website van Dell
aanschaffen op www.dell.com.
1 Voedingskabel
2 Composiet videokabel
1
2
12 Uw Projector Aansluiten
Een DVD-speler Aansluiten met een Component-videokabel
OPMERKING: De VGA-naar-component-videokabel is niet geleverd bij uw
projector. U kunt de VGA-naar-component-video-verlengkabel (15m/30m) via
de website van Dell aanschaffen op www.dell.com.
1 Voedingskabel
2 VGA-naar-component-videokabel
1
2
Uw Projector Aansluiten 13
Een DVD-speler Aansluiten met een HDMI-kabel
OPMERKING: De HDMI-kabel wordt niet met de projector meegeleverd. U
kunt de HDMI-kabel op de Dell website kopen op www.dell.com.
1 Voedingskabel
2 HDMI-kabel
1
2
14 Uw Projector Gebruiken
3
Uw Projector Gebruiken
Uw Projector Inschakelen
OPMERKING: Schakel de projector in voordat u de bron inschakelt (computer,
dvd-spelers, enz.). De voedingsknop knippert blauw tot u erop drukt.
1
Verwijder de lenskap.
2 Sluit de voedingskabel en de juiste signaalkabels op de projector aan.
Zie "Uw
Projector Aansluiten" op pagina 8 voor meer informatie over het aansluiten van de
projector.
3
Druk op de
voedingskno
(zie "Het Bedieningspaneel Gebruiken" op pagina 18
voor de locatie van de
voedingsknop)
.
4
Schakel uw bron in (computer, DVD-speler, enz.).
5
Sluit uw bron aan op de projector met de geschikte kabel. Zie "Uw Projector
Aansluiten" op pagina 8 voor instructies over het verbinden van uw bron met uw
projector.
6 Standaard is de invoerbron voor de projector ingesteld op VGA-In. Verander
zonodig de invoerbron van de projector.
7
Als er meerdere bronnen zijn aangesloten op de projector, druk dan op de knop
Bron
op de afstandsbediening of het bedieningspaneel om de gewenste bron te
selecteren. Zie "Het Bedieningspaneel Gebruiken" op pagina 18 en "De
Afstandsbediening Gebruiken" op pagina 21 om de knop
Bron
te zoeken.
Uw Projector Uitschakelen
MEDEDELING: Koppel de projector los nadat u het toestel correct hebt
afgesloten, zoals beschreven in de volgende procedure.
1
Druk op de
voedingsknop
.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de projector
op de juiste manier uit te schakelen.
OPMERKING: Het bericht "Druk op de voedingsknop om de projector uit
te schakelen." verschijnt op het scherm. Het bericht verdwijnt na 5 seconden.
U kunt ook op de knop Menu drukken om het bericht te verwijderen.
2
Druk opnieuw op de
voedingsknop
. De koelventilators blijven ongeveer 120
seconden actief.
Uw Projector Gebruiken 15
3
Om de projector snel uit te schakelen, houdt u op de voedingsknop 1 seconde
ingedrukt terwijl de koelventilators van de projector nog draaien.
OPMERKING: Wacht 60 seconden voordat u de projector opnieuw inschakelt
om de interne temperatuur de tijd te geven te stabiliseren.
4
Koppel de voedingskabel los van het stopcontact en de projector.
Het Geprojecteerde Beeld Aanpassen
De Projectorhoogte Verhogen
1
Druk op de knop voor de
regelbare voet
.
2
Verhoog de projector naar de gewenste weergavehoek en laat vervolgens de knop
los om de voet in deze positie te vergrendelen.
3
Gebruik het wiel voor het regelen van de kantelhoek om de weergavehoek fijn af te
stellen.
De Projectorhoogte Verlagen
1
Druk op de knop voor de
regelbare voet
.
2
Verlaag de projector en laat vervolgens de knop los om de voet in deze positie te
vergrendelen.
1 Regelknop voor de voetjes
2 Afstelbare voet (Kantelhoek: 0 tot 9,5 graden)
3 Regelwiel voor kantelhoek
3 3
1
2
16 Uw Projector Gebruiken
Het Zoomen en de Focus van de Projector
Aanpassen
LET OP: Om schade aan de projector te voorkomen, dient u te controleren of
de zoomlens en de afstelvoet volledig zijn ingetrokken voordat u de projector
verplaatst of voordat u de projector in zijn draagkoffer stopt.
1
Draai het zoomwiel om in en uit te zoomen.
2
Draai de scherpstelring tot het beeld duidelijk leesbaar is. De projector kan
scherpstellen op een afstand van 1 tot 12 m (3,28 tot 39,37 ft).
1 Zoomring
2 Scherpstelring
1
2
Uw Projector Gebruiken 17
De Grootte van het Projectiebeeld Aanpassen
275"
(698,50 cm)
206"
(523,24 cm)
160"
(406,40 cm)
115"
(292,10 cm)
69"
(175,26 cm)
22,89"
(58,14 cm)
302,8"(769,11 cm)
227"(576,58 cm)
177"(449,58 cm)
126"(320,04 cm)
76"(193,04 cm)
25"(63,50 cm)
39,37'(12,0m)
29,53'(9,0m)
22,97'(7,0m)
16,40'(5,0m)
9,84'(3,0m)
3,28'(1,0m)
Afstand projector-scherm
18 Uw Projector Gebruiken
Het Bedieningspaneel Gebruiken
Scherm
(diagonaal)
Max. 63,50 cm
(25")
193,04 cm
(76")
320,04 cm
(126")
449,58 cm
(177")
576,58 cm
(227")
769,11 cm
(302,8")
Min. 58,14 cm
(22,89")
175,26 cm
(69")
292,10 cm
(115")
406,40 cm
(160")
523,24 cm
(206")
698,50 cm
(275")
Schermgrootte
Max.
(BxH)
20,08" X
14,96"
60,63" X
45,28"
100,79" X
75,59"
141,34" X
105,91"
181,89" X
136,22"
242,13" X
181,89"
(51 cm X
38 cm)
(154 cm X
115 cm)
(256 cm X
192 cm)
(359 cm X
269 cm)
(462 cm X
346 cm)
(615 cm X
462 cm)
Min.
(BxH)
18,50" X
13,78"
55,12" X
41,34"
91,73" X
68,50"
128,35" X
96,06"
164,96" X
123,62"
219,69" X
123,62"
(47 cm X
35 cm)
(140 cm X
105 cm)
(233 cm X
174 cm)
(326 cm X
244 cm)
(419 cm X
314 cm)
(558 cm X
419 cm)
Hd
Max. 44 cm
(17,32")
133 cm
(52,36")
221 cm
(87,01")
310 cm
(122,05")
398 cm
(156,69")
531 cm
(209,06")
Min.
40 cm
(15,75")
120 cm
(47,24")
201 cm
(79,13")
281 cm
(110,63")
361 cm
(142,13")
481 cm
(189,37")
Afstand
1,0m
(3,28')
3,0m
(9,84')
5,0m
(16,40')
7,0m
(22,97')
9,0m
(29,53')
12 m
(39,37')
* Deze grafiek is uitsluitend bedoeld als referentie voor de gebruikers.
1 3
5
2
7
10
9
4
8
6
Uw Projector Gebruiken 19
1 Waarschuwingslampje
voor LAMP
Als de oranje indicator LAMP is opgelicht of knippert,
kan een van de volgende problemen optreden:
• De lamp nadert het einde van zijn bruikbare
levensduur
• De lampmodule is niet goed geïnstalleerd
• Defect lampaandrijving
• Fout kleurenwiel
Zie "Problemen met uw Projector Oplossen" op
pagina 42 en "Geleidende Signalen" op pagina 46
voor meer informatie.
2 Waarschuwingslampje
voor TEMP
Als de oranje indicator TEMP is opgelicht of
knippert, kan een van de volgende problemen
optreden:
• De interne temperatuur van de projector is te
hoog
• Fout kleurenwiel
Zie "Problemen met uw Projector Oplossen" op
pagina 42 en "Geleidende Signalen" op pagina 46
voor meer informatie.
3 Voeding Schakelt de projector in of uit. Zie "Uw Projector
Inschakelen" op pagina 14 en "Uw Projector
Uitschakelen" op pagina 14 voor meer informatie.
4 Omhoog /
Trapeziumcorrectie
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
Druk hierop om de beeldvervorming aan te
passen die door het kantelen van de projector
wordt veroorzaakt (+40/-35 graden).
5 Rechts / Auto
bijstellen
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
Druk hierop om de projector te synchroniseren
met de invoerbron.
OPMERKING: Auto afstellen zal niet werken
als het OSD (On-Screen Display) is
weergegeven.
6 IR-ontvanger Richt de afstandsbediening naar de IR-ontvanger
en druk op een knop.
20 Uw Projector Gebruiken
7 Omlaag /
Trape ziu mcor re ctie
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
Druk hierop om de beeldvervorming aan te
passen die door het kantelen van de projector
wordt veroorzaakt (+40/-35 graden).
8 Menu Druk hierop om het OSD te activeren. Gebruik
de richtingstoetsen en de knop Menu om te
navigeren door het OSD.
9 Links / Bron Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
Druk op deze knop om te bladeren door Analoge
RGB-, Composiet-, Component (YPbPr, via
VGA), HDMI- en S-video-bronnen wanneer
meerdere bronnen op de projector zijn
aangesloten.
10 Enter Druk hierop om de selectie van het item te
bevestigen.
Uw Projector Gebruiken 21
De Afstandsbediening Gebruiken
1
Voeding
Schakelt de projector in of uit. Zie "Uw Projector
Inschakelen" op pagina 14 en "Uw Projector
Uitschakelen" op pagina 14 voor meer informatie.
2
Enter
Druk hierop om de selectie te bevestigen.
3
Rechts
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
4
Omlaag
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
1
3
5
6
8
9
10
2
4
7
11
15
17
20
12
13
14
16
18
19
22 Uw Projector Gebruiken
5
Vastzetten
Indrukken om het beeld op het scherm te pauzeren.
6 Pagina omhoog Druk hierop om naar de vorige pagina te gaan.
OPMERKING: De USB-kabel moet worden
aangesloten als u de functie Pagina omhoog te
gebruiken.
7
Dempen
Druk hierop om het geluid van de luidspreker van de
projector te dempen of weer te geven.
8
Pagina omlaag
Druk hierop om naar de volgende pagina te gaan.
OPMERKING:
De USB-kabel moet worden
aangesloten als u de functie Pagina omlaag te
gebruiken.
9 Videostand De projector heeft vooraf ingestelde configuraties die
zijn geoptimaliseerd op deze knop om gegevens
(presentatiedia's) of video (films, spelletjes, enz.)
weer te geven.
Druk op de knop Videostand om te schakelen tussen
de Presentatiemodus, Heldere modus, Filmstand,
sRGB of Aangepaste modus.
Als u eenmaal op de knop Videostand drukt, wordt
de huidige weergavemodus weergegeven. Als u
opnieuw op de knop Videostand drukt, schakelt u
tussen de verschillende modi.
10 Leeg scherm Indrukken om het beeld te verbergen/weer te geven.
11
Omhoog
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
12
Links
Indrukken om te navigeren door de items van het
OSD-menu.
13
Menu
Druk hierop om het OSD te activeren.
14
Volume hoger
Druk hierop om het volume te verhogen.
15
Laser
Richt de afstandsbediening op het scherm en houd de
knop Laser ingedrukt om het laserlicht te activeren.
Let op: Kijk niet in het laserpunt wanneer deze
is ingeschakeld. Zorg dat het licht van de laser
niet in de ogen schijnt.
16
Volume lager
Druk hierop om het volume te verlagen.
17 Trapeziumcorrectie Druk hierop om de beeldvervorming aan te passen
die door het kantelen van de projector wordt
veroorzaakt (+40/-35 graden).
Uw Projector Gebruiken 23
18 Bron Indrukken om te schakelen tussen analoge RGB-,
Composiet-, Component- (YPbPr, via VGA), HDMI-
en S-videobronnen.
19 Auto aanpassen Druk hierop om de projector te synchroniseren met
de invoerbron. Automatisch aanpassen werkt niet als
het OSD wordt weergegeven.
20 Trapeziumcorrectie Druk hierop om de beeldvervorming aan te passen
die door het kantelen van de projector wordt
veroorzaakt (+40/-35 graden).
24 Uw Projector Gebruiken
De Batterijen van de Afstandsbediening
Installeren
OPMERKING: Verwijder de batterijen wanneer u de afstandsbediening niet
gebruikt.
1
Druk op het lipje om het deksel van het batterijvak op te
tillen.
2
Controleer de polariteitsmarkering (+/-) op de batterijen.
3
Plaats de batterijen en lijn hun polariteit correct uit volgens
de markering in het batterijvak.
OPMERKING: Vermijd het combineren van
verschillende types batterijen of het gebruik van nieuwe
en oude batterijen samen.
4
Schuif het battterijdeksel terug.
1
2
3
4
Uw Projector Gebruiken 25
Bedrijfsbereik met Afstandsbediening
OPMERKING: Het werkelijke bedrijfsbereik kan een beetje verschillen van het
schema. Als het batterijvermogen laag is, zal de afstandsbediening de
projector niet correct bedienen.
Bedrijfsbereik
Hoek ±45°
Afstand 10m/32,8voet
Afstand
Hoek
Hoek
Afstand
26 Uw Projector Gebruiken
Het OSD Gebruiken
• De projector beschikt over een meertalig OSD-menu dat kan worden weergegeven
met of zonder ingangsbron.
•
Druk op de knop Menu op het bedieningspaneel of op de afstandsbediening om
naar het hoofdmenu te gaan.
• Om door de tabbladen in het hoofdmenu te navigeren, drukt u op de knop
of
op het bedieningpaneel of de afstandsbediening van de projector..
• Om een submenu te selecteren, drukt u op de knop op het
bedieningspaneel of de afstandsbediening van uw projector.
•
Om een optie te selecteren, drukt u op
of
op het bedieningspaneel of de
afstandsbediening van uw projector. Wanneer een item is geselecteerd,
verandert de kleur naar donkerblauw.
• Gebruik de knop of op het bedieningspaneel of de afstandsbediening om
de instellingen aan te passen.
• Om terug te keren naar het hoofdmenu, gaat u naar het tabblad Vorige en drukt u
op de knop op het bedieningspaneel of de afstandsbediening.
• Om het OSD af te sluiten gaat u naar het tabblad AFSLUITEN en drukt u op de
knop of drukt u op het bedieningspaneel of de afstandsbediening op de knop
Menu
.
Hoofdmenu
AUTO AANPASSEN
Automatisch aanpassen stelt automatisch Horizontaal, Verticaal, Frequentie en
Tracking in de PC-modus in. Terwijl Auto afstellen bezig is, verschijnt het
volgende bericht op het scherm:
Uw Projector Gebruiken 27
INVOERSELECTIE
In het menu Invoerselectie kunt u de ingangsbron voor uw projector selecteren.
A
UTO BRON—
Selecteer
Uit
(standaard)
om het huidige ingangssignaal te
vergrendelen. Als u op de knop
Bron
drukt wanneer de modus
Auto
bron
is
ingesteld op
Uit
, kunt u het
ingangssignaal handmatig selecteren.
Selecteer
Aan
om de beschikbare
invoersignalen automatisch te
detecteren. Als u op de knop
Bron
drukt
wanneer de projector is ingeschakeld,
wordt het volgende beschikbare invoersignaal automatisch gezocht.
VGA—Druk op om het VGA signaal te detecteren.
S-VIDEO—Druk op om het S-Videosignaal te detecteren.
C
OMPOSIET VIDEO—Druk op om het Composiet-videosignaal te detecteren.
HDMI—Druk op om het HDMI-signaal te detecteren.
G
EAVANCEERD—Druk op om het menu Invoerselectie geavanceerd te activeren.
INVOERSELECTIE GEAVANCEERD
Via het menu Invoerselectie geavanceerd kunt u de ingangsbronnen in-of uitschakelen.
VGA—Gebruik en om de VGA ingang in of uit te schakelen.
S-V
IDEO—Gebruik en om de S-Video-ingang in of uit te schakelen.
C
OMPOSIET VIDEO—Gebruik en om de Composiet-video-ingang in of uit te
schakelen.
HDMI—Gebruik en om de HDMI-ingang in of uit te schakelen.
OPMERKING: De huidige ingangsbron kan niet worden uitgeschakeld. Op elk
ogenblik moeten minstens twee ingangsbronnen ingeschakeld zijn.
28 Uw Projector Gebruiken
FOTO (in pc-stand)
Met het menu Foto kunt u de weergave-instellingen van uw projector aanpassen.
Het menu Foto biedt de volgende opties:
V
IDEOSTAND—Hiermee kunt u de weergavestand optimaliseren: Presentatie,
Helder, Film, sRGB (biedt nauwkeurigere kleurweergave), en Aangep. (geef uw
voorkeursinstellingen op). Als u de instellingen aanpast voor Helderheid,
Contrast, Verzadiging, Scherpte, Tint en Geavanceerd, schakelt de projector
automatisch naar Aangepast.
OPMERKING: Als u de instellingen aanpast voor Helderheid, Contrast,
Verzadiging, Scherpte, Tint en Geavanceerd, schakelt de projector automatisch
naar Aangepast.
H
ELDERHEID—Gebruik en
om
de helderheid van het beeld aan te passen.
C
ONTRAST—Gebruik en om het beeldschermcontrast aan te passen.
G
EAVANCEERD—Druk op om het menu Foto geavanceerd te activeren. Zie
"FOTO GEAVANCEERD" op pagina 29.
FOTO (in Videostand)
Met het menu Foto kunt u de weergave-instellingen van uw projector aanpassen.
Het menu Foto biedt de volgende opties:
VIDEOSTAND—Hiermee kunt u de weergavestand optimaliseren: Presentatie,
Helder, Film, sRGB (biedt nauwkeurigere kleurweergave) en Aangepast (geef uw
voorkeursinstellingen op). Als u de instellingen aanpast voor Helderheid,
Contrast, Verzadiging, Scherpte, Tint en Geavanceerd, schakelt de projector
Uw Projector Gebruiken 29
automatisch naar Aangepast.
OPMERKING: Als u de instellingen aanpast voor Helderheid, Contrast,
Verzadiging, Scherpte, Tint en Geavanceerd, schakelt de projector automatisch
naar Aangepast.
H
ELDERHEID—Gebruik en om de helderheid van het beeld aan te passen.
C
ONTRAST—Gebruik en om het beeldschermcontrast aan te passen.
V
ERZADIGING—Hiermee kunt u de videobron aanpassen van zwart-wit tot volledig
verzadigde kleuren. Druk op om de hoeveelheid kleur in een afbeelding te
verlagen en op om deze hoeveelheid te verhogen.
S
CHERPTE—
Druk op om de scherpte te verlagen en op om de scherpte te verhogen.
TINT—
Druk op om de hoeveelheid groen in een afbeelding te verhogen en op
om de hoeveelheid rood in de afbeelding te verhogen (alleen beschikbaar voor NTSC).
GEAVANCEERD—Druk op om het menu Foto geavanceerd te activeren. Zie
"FOTO GEAVANCEERD" hieronder.
OPMERKING: Verzadiging, Scherpte en Tint zijn alleen beschikbaar wanneer
de ingangsbron Composiet of S-Video is.
FOTO GEAVANCEERD
Met het menu Foto geavanceerd kunt u de weergave-instellingen van uw projector
aanpassen. Het menu Foto geavanceerd biedt de volgende opties:
W
ITBALANS—Gebruik en om de witbalans van het beeldscherm aan te
passen.
K
LEURTEMP.—Hiermee kunt u de kleurtemperatuur aanpassen. Het scherm lijkt
koeler bij hogere kleurtemperaturen en warmer bij lagere kleurtemperaturen.
Wanneer u de waarden in het menu Kleur aanp. aanpast, wordt de aangepaste
stand geactiveerd. De waarden worden opgeslagen in de Aangepaste stand.
R
EGEL GEBRUIKTE KLEUR—Hiermee kunt u de rode, groen en blauwe kleuren
handmatig aanpassen.
30 Uw Projector Gebruiken
KLEURENRUIMTE—Hiermee kunt u de kleurenruimte selecteren. De opties zijn: RGB,
YCbCr en YPbPr.
WEERGAVE (in pc-stand)
Met het menu Weergave kunt u de weergave-instellingen van uw projector
aanpassen. Het menu Foto biedt de volgende opties:
B
EELDVERHOUDING—Hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding selecteren om de
weergave van het beeld aan te passen.
• Origineel — selecteer Origineel om de beeldverhouding te behouden in
overeenstemming met de invoerbron.
• 4:3 — De invoerbron past het beeld aan zodat het op het scherm past en
projecteert een 4:3 beeld.
• Breedbeeld — De invoerbron past het beeld aan zodat het past op de breedte
van het scherm om een breedbeeld te projecteren.
ZOOM —Druk op om het menu Zoom te activeren.
Selecteer het gebied waarop u wilt inzoomen en druk op om
de ingezoomde afbeelding te bekijken.
Pas de schaal van de foto aan door op of te
drukken en druk op om de foto weer te geven.
Z
OOMNAVIGATIE—Druk op om het menu Zoomnavigatie te
activeren.
Gebruik om te navigeren op het
projectiescherm.
HORIZONTALE POSITIE—Druk op om het beeld naar links te verplaatsen en op
om het naar rechts te verplaatsen.
Uw Projector Gebruiken 31
VERTICALE POSITIE—Druk op om het beeld omlaag te verplaatsen en om het
omhoog te verplaatsen.
F
REQUENTIE. Hiermee kunt u de klokfrequentie van de weergavegegevens wijzigen in
overeenstemming met de frequentie van de grafische kaart van uw computer. Als u
een verticale knipperende golf ziet, gebruik dan Frequentie om de balken te
minimaliseren. Dit is een onnauwkeurige aanpassing.
O
PSPORING. Synchroniseer de fase van het beeldschermsignaal met deze van de
grafische kaart. Als u een onstabiel of flikkerend beeld hebt, gebruik dan de functie
Opsporing om dit te corrigeren. Dit is een nauwkeurige aanpassing.
WEERGAVE (in Videostand)
Met het menu Weergave kunt u de weergave-instellingen van uw projector
aanpassen. Het menu Foto biedt de volgende opties:
B
EELDVERHOUDING—Hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding selecteren om de
weergave van het beeld aan te passen.
• Origineel — selecteer Origineel om de beeldverhouding te behouden in
overeenstemming met de invoerbron.
• 4:3 — De invoerbron past het beeld aan zodat het op het scherm past en
projecteert een 4:3 beeld.
• Breedbeeld — De invoerbron past het beeld aan zodat het past op de breedte
van het scherm om een breedbeeld te projecteren.
ZOOM—Druk op om het menu Zoom te activeren.
Selecteer het gebied waarop u wilt inzoomen en druk op om
de ingezoomde afbeelding te bekijken.
Pas de schaal van de foto aan door op of te
drukken en druk op om de foto weer te geven.
ZOOMNAVIGATIE—Druk op om het menu Zoomnavigatie te
activeren.
Gebruik om te navigeren op het
projectiescherm.
32 Uw Projector Gebruiken
LAMP
Met het menu Lamp kunt u de weergave-instellingen van uw projector aanpassen.
Het menu Lamp biedt de volgende opties:
L
AMPMODUS—Hiermee kunt u kiezen tussen de Normale en de ECO-modus.
De normale modus werkt op vol vermogensniveau. De ECO-modus werkt met een
lager verbruik wordt de levensduur van de lamp verlengd, werkt de projector stiller
en wordt de lichtuitvoer op het scherm verduisterd.
L
AMPUREN—Geeft de werkuren weer sinds de timer van de lamp opnieuw is
ingesteld.
R
ESET LAMPTIJD—Selecteer Ja om de lamptimer te resetten.
INSTELLEN
Met het menu Instelling kunt u de instellingen aanpassen voor Taal,
Projectormodus, Trapeziumcorrectie en 3D-weergave..
Uw Projector Gebruiken 33
TAAL—Hiermee kunt u de taal voor het OSD maken. Druk op om het menu
Ta al te activeren.
PROJECTORSTAND—Hiermee kunt u de projectorstand selecteren, afhankelijk van de
manier waarop de projector is gemonteerd.
• Projectie vooraan-bureau — Dit is de standaardoptie.
• Projectie achteraan-bureau — De projector keert het beeld om zodat u
kunt projecteren van achter een doorschijnend scherm.
A
UTO TRAPEZ. CORR.—Selecteer Aan om de automatische correctie in te schakelen
voor de verticale beeldvervorming die wordt veroorzaakt door het kantelen van de
projector.
V.
TRAPEZIUMCORR—Pas de verticale beeldvervorming die wordt veroorzaakt door het
kantelen van de projector, handmatig aan.
3D-
WEERGAVE—
Selecteer Aan om de functie 3D-weergave te starten. Standaard is
Uit.
OPMERKING:
1. Wanneer u een 3D-ervaring crëert, hebt u enkele andere componenten nodig,
zoals:
a PC/notebook met quad-buffer grafische kaart met signaaluitgang van 120 Hz.
b "Actieve" 3D-bril met DLP Linkâ„¢.
c 3D-inhoud. Zie "Opmerking 4".
d 3D-speler. (Voorbeeld: stereoscopische speler...)
2. Schakel de 3D-functie in wanneer deze voldoet aan een van de onderstaande
voorwaarden:
34 Uw Projector Gebruiken
a PC/notebook met videokaart, geschikt voor een uitgangssignaal van 120Hz via
VGA- of HDMI-kabel.
b Invoer van een reeks stereogegevens via Video en S-Video.
3. Wanneer de projector de ingangen (hierboven vermeld) detecteert, wordt de 3D-
weergave op het OSD "SETUP" - >"3D-weergave" ingeschakeld.
4. De huidige 3D-ondersteuningstijd zoals aangeduid:
a VGA/HDMI 1280 x 720 120 Hz
b Samengesteld/S-Video 60Hz
c Component 480i
5. Het aanbevolen VGA-signaal voor notebooks is de enkele modusuitvoer (dubbele
modus is niet aanbevolen).
3D synchr. omkeren—Als u een losse of overlappende foto ziet terwijl u een
DLP 3D-bril draagt, moet u mogelijk "Omkeren" uitvoeren om de beste
overeenkomst tussen de linker/rechterbeeldreeks te verkrijgen voor een
correct beeld. (Voor DLP 3D-bril)
Uw Projector Gebruiken 35
INFORMATIE
Het menu Informatie toont de huidige projectorinstellingen.
OVERIGE
Via het menu Overige kunt u de instellingen wijzigen voor Menu, Scherm, Audio,
Voeding, Beveiliging en Gesloten bijschrift (alleen voor NTSC). U kunt ook
Testpatroon en Standaard uitvoeren.
MENU-INSTELLINGEN—Selecteer en druk op om de menu-instellingen te
activeren. De menu-instellingen bestaan uit de volgende opties:
MENUPOSITIE—Hiermee kunt u de positie van het OSD-menu op het
scherm wijzigen.
36 Uw Projector Gebruiken
MENU TRANSPARANTIE—Hiermee kunt u het transparantieniveau van de
OSD-achtergrond wijzigen.
TIME-OUT MENU—Hiermee kunt u de tijd aanpassen voor Time-out OSD.
Het OSD verdwijnt standaard na 20 seconden inactiviteit.
MENU VERGREND.—Selecteer Aan om de optie Menu vergrend. in te
schakelen en het OSD-menu te verbergen. Selecteer UIT om Menu
vergrend. uit te schakelen. Als u de functie Menu vergrendelen wilt
uitschakelen en het OSD wilt verbergen, houdt u de knop Menu op het
bedieningspaneel of de afstandsbediening gedurende 15 seconden
ingedrukt en schakelt u vervolgens de functie uit.
SCHERMINSTELLINGEN—Selecteer en druk op om de scherminstellingen te
activeren. De scherminstellingen bestaan uit de volgende opties:
SCHERMOPNAME—Selecteer en druk op om het beeld op het scherm
vast te leggen. Het volgende bericht verschijnt op het scherm.
OPMERKING: Om een volledig beeld op te nemen, moet u ervoor
zorgen dat het invoersignaal dat met de projector is verbonden een
resolutie van 1024 x 768 heeft.
SCHERM—Selecteer Dell om het Dell-logo als achtergrond te gebruiken.
Selecteer Va stge le g d om het vastgelegde beeld als achtergrond te
gebruiken.
RESET—Selecteer en druk op om het vastgelegde beeld te verwijderen
en de standaardinstelling opnieuw in te stellen.
AUDIO-INSTELLINGEN—Selecteer en druk op om de audio-instellingen te
wijzigen. Het menu met de audio-istellingen bevat de volgende opties:
Uw Projector Gebruiken 37
AUDIO-INPUT—Selecteer de audio-ingangsbron. De opties zijn: Audio en
HDMI.
VOLUME—Druk op om het volume te verlagen en op om het te
verhogen.
DEMPEN—Hiermee kunt u de geluiden voor de audio-ingang en -uitgang
dempen.
STROOMINSTELLINGEN—Selecteer en druk op om de stroominstellingen te
activeren. Het menu Stroominstellingen bevat de volgende opties:
ENERGIEBESP.—Selecteer Uit om de modus Energie besparen uit te
schakelen. Standaard wordt de projector ingesteld om de modus Energie
besparen te starten wanneer er geen activiteit is gedurende 120 minuten.
Een waarschuwingsbericht verschijnt op het scherm met een aftelling van
60 seconden voordat naar de modus Energie besparen wordt
overgeschakeld. Druk op een willekeurige toets tijdens het aftellen om de
modus Energie besparen te stoppen.
U kunt ook een andere periode instellen om naar de modus Energie
besparen te gaan. De vertragingsduur is de duur die uw projector moet
wachten terwijl er geen signaaluitvoer is. Energie besparen kan worden
ingesteld op 30, 60, 90 of 120 minuten.
Als er tijdens de vertragingsduur geen signaal wordt gedetecteerd, schakelt
de projector de lamp uit en gaat deze naar de spaarstand. Als er tijdens de
vertragingsduur een invoersignaal wordt gedetecteerd, wordt de projector
automatisch ingeschakeld. Als er in de modus Energie besparen geen
invoersignaal wordt gedetecteerd binnen twee uur, gaat de projector van de
modus Energie besparen naar de modus Voeding UIT. Druk op de
voedingsknop om de projector in te schakelen.
S
NEL AFSLUITEN—Selecteer Ja om de projector uit te schakelen met één druk
op de voedingsknop. Met deze functie kan de projector snel worden
uitgeschakeld met een versnelde ventilatorsnelheid. Tijdens het snel
uitschakelen zal de akoestische ruis iets luider zijn dan verwacht.
OPMERKING: Wacht 60 seconden voordat u de projector opnieuw inschakelt
om de interne temperatuur de tijd te geven te stabiliseren. De projector zal
meer tijd nodig hebben voor het inschakelen als u probeert het apparaat
onmiddellijk opnieuw in te schakelen. De koelventilator zal gedurende
ongeveer 30 seconden op volle snelheid werken om de interne temperatuur te
stabiliseren.
38 Uw Projector Gebruiken
VEILIGHEIDSINSTELLINGEN—Selecteer en druk op om de veiligheidsinstellingen
te activeren. Via het menu Veiligheidsinstellingen kunt u de
wachtwoordbeveiliging inschakelen en instellen.
WACHTWOORD—Wanneer de wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld, de
voedingskabel op het stopcontact is aangesloten en de projector voor de
eerste keer wordt ingeschakeld, verschijnt een
wachtwoordbeveiligingsscherm waarin u wordt gevraagd een wachtwoord
op te geven. Deze functie is standaard uitgeschakeld. U kunt deze functie
inschakelen door Ingeschakeld te selecteren. Als het wachtwoord eerder
werd ingesteld, voert u eerst het wachtwoord in en selecteert u de functie.
De wachtwoordbeveiligingsfunctie wordt geactiveerd wanneer u de
projector de volgende keer inschakelt. Als u deze functie inschakelt, wordt
u gevraagd een projectorwachtwoord in te voeren nadat u de projector hebt
ingeschakeld.
1
Aanvraag 1ste maal wachtwoord invoeren:
a
Ga naar het menu
Overige
, druk op en selecteer vervolgens
Wachtwoord
voor het
Inschakelen
van de wachtwoordinstelling.
Uw Projector Gebruiken 39
b
Wanneer u de wachtwoordfunctie inschakelt, verschijnt een
scherm voor het invoeren van tekens. Typ een 4-cijferig getal in op
het scherm en druk op de knop .
c
Voer het wachtwoord opnieuw in om het te bevestigen.
d
Als de wachtwoordcontrole is gelukt, kunt u het gebruik van de
functies en zijn hulpmiddelen hervatten.
2
Als u een verkeerd wachtwoord hebt ingevoerd, krijgt u nog 2
kansen. Na drie ongeldige pogingen wordt de projector
automatisch uitgeschakeld.
OPMERKING: Als u uw wachtwoord vergeten bent, moet u contact
opnemen met DELLâ„¢ of een bevoegde onderhoudsdienst.
3
Om de wachtwoordfunctie uit te schakelen, selecteert u
Uit
om de
functie uit te schakelen.
4
Om het wachtwoord te verwijderen, selecteert u
Wis.
40 Uw Projector Gebruiken
WACHTW. WIJZIGEN—Typ het originele wachtwoord, voer vervolgens het
nieuwe wachtwoord in en bevestig het nieuwe wachtwoord opnieuw.
GESLOTEN BIJSCHRIFT—Selecteer Aan om het gesloten bijschrift in te schakelen en
het menu Gesloten bijschrift te activeren. Selecteer een geschikte optie voor de
gesloten bijschriften: CC1, CC2, CC3 en CC4.
Uw Projector Gebruiken 41
OPMERKING: De optie Gesloten bijschrift is alleen beschikbaar voor NTSC.
TESTPATROON—Testpatroon wordt gebruikt om de scherpstelling en resolutie te
testen.
U kunt Testpatroon in- of uitschakelen door Uit, 1 of 2 te selecteren. U kunt ook
Testpatroon 1 oproepen door de knoppen en op het bedieningspaneel
samen gedurende 2 seconden ingedrukt te houden. U kunt ook Testpatroon 2
oproepen door de knoppen en op het bedieningspaneel samen gedurende
2 seconden ingedrukt te houden.
STANDAARD—Selecteer en druk op om alle instellingen opniieuw in te stellen
naar de standaard fabrieksinstellingen. Het onderstaande bericht verschijnt.
Het opnieuw instellen van de items omvat zowel de instellingen van
computerbronnen als die van videobronnen.
Testpatroon 1:
Testpatroon 2:
42 Problemen met uw Projector Oplossen
4
Problemen met uw Projector
Oplossen
Als u problemen ondervindt met uw projector, raadpleeg dan de volgende tips voor
het oplossen van problemen. Neem contact op met Dellâ„¢ als het probleem zich
blijft voordoen. Zie Contact opnemen met Dellâ„¢ op pagina 54.
Probleem Mogelijke Oplossing
Er verschijnt geen beeld op
het scherm
• Controleer of de lenskap verwijderd is en of
de projector is ingeschakeld.
•
Controleer in het menu INPUT SELECT of
u de juiste ingang hebt geselecteerd.
•
Controleer of de externe grafische poort is
ingeschakeld. Als u een Dellâ„¢ laptop
computer gebruikt, drukt u op
(Fn+F8). Raadpleeg voor andere
computers de respectieve documentatie. Als
de beelden niet correct worden
weergegeven, moet u het
videostuurprogramma van uw computer
bijwerken. Zie voor Dellâ„¢ computers
support.dell.com.
• Controleer of alle kabels stevig zijn
aangesloten. Zie "Uw Projector Aansluiten"
op pagina 8.
• Controleer of de pinnen van de aansluitingen
niet zijn verbogen of gebroken.
• Controleer of de lamp veilig en correct is
geïnstalleerd (zie "De Lamp Vervangen" op
pagina 48).
•Gebruik
Tes tpa troon
in het menu
Overige
.
Controleer of de kleuren van het testpatroon
correct zijn.
Ontbrekende ingangsbron.
Kan niet schakelen naar
specifieke ingangsbron.
Ga naar Geavanceerd - Activeer/Blokkeer
bronnen en controleer of Invoerbron is
ingesteld op Inschak.
Problemen met uw Projector Oplossen 43
Gedeeltelijk, rollend of
onjuist weergegeven beeld
1
Druk op de knop
Auto-Bijstellen
op de
afstandsbediening of op het
bedieningspaneel.
2 Als u een Dellâ„¢ laptop gebruikt, stelt u de
resolutie van de computer in op XGA (1024
x 768):
a
Klik met de rechtermuisknop op een
ongebruikt gedeelte van het bureaublad
van Microsoft
®
Windows
®
, klik op
Eigenschappen
en selecteer vervolgens het
tabblad
Instellingen
.
b
Controleer of de instelling voor de externe
beeldschermpoort is ingesteld op
1024 x 768 pixels.
c
Druk op (Fn+F8).
Als u problemen ondervindt met het
aanpassen van de resolutie of als uw
beeldscherm vastloopt, start dan alle
apparatuur en de projector opnieuw op.
Als u niet een Dellâ„¢ laptop computer
gebruikt, moet u hiervoor uw handleiding
raadplegen. Als de beelden niet correct worden
weergegeven, moet u het
videostuurprogramma van uw computer
bijwerken. Zie voor Dellâ„¢ computers
support.dell.com.
Het scherm geeft uw
presentatie niet weer.
Als u een draagbare computer gebruikt, druk
dan op
(Fn+F8)
.
Beeld is instabiel of flikkert Pas het opsporen aan in het OSD-submenu
Weergave (alleen in de PC-modus).
Het beeld vertoont een
verticale flikkerende balk.
Pas de frequentie aan in het OSD-submenu
Weergave (alleen in de pc-modus).
De beeldkleur is onjuist
• Als het scherm de verkeerde signaaluitvoer
ontvangt van de grafische kaart, stelt u het
signaaltype in op
RGB
op het tabblad
Weergave
van het OSD-menu.
•Gebruik
Tes tpa troon
in het menu
Overige
.
Controleer of de kleuren van het testpatroon
correct zijn.
Probleem
(vervolg)
Mogelijke Oplossing
(vervolg)
44 Problemen met uw Projector Oplossen
Beeld is niet scherpgesteld 1
Stel de scherpstelring op de projectorlens bij.
2
Controleer of het projectiescherm op de
vereiste afstand van de projector is geplaatst.
(1m [3,28 ft] tot 12 m [39,37 ft]).
Het beeld wordt uitgerekt
wanneer 16:9 DVD wordt
weergegeven.
De projector detecteert automatisch het
formaat van het invoersignaal. De
beeldverhouding van het geprojecteerde beeld
wordt behouden in overeenstemming met het
formaat van het invoersignaal met een
originele instelling.
Als het beeld nog steeds uitgerekt is, pas dan
de hoogte-breedteverhouding aan in het
OSD-menu
Instelling
.
Het beeld is omgedraaid Selecteer Instelling in het OSD en pas de
projectiemodus aan.
Lamp is opgebrand of maakt
een knallend geluid
Als de lamp het einde van zijn levensduur
bereikt, kan deze opbranden of een luid
knallend geluid maken. In een dergelijke
situatie, wordt de projector niet opnieuw
ingeschakeld. Zie "De Lamp Vervangen" op
pagina 48 om de lamp te vervangen.
Het lampje van LAMP is
effen oranje
Als het lampje voor LAMP oranje blijft, dient
u de lamp te vervangen.
Het lampje van LAMP
knippert oranje
Als de indicator LAMP oranje knippert, is de
aansluiting van de lampmodule mogelijk
verstoord. Controleer de lampmodule en kijk
of deze module goed is geïnstalleerd.
Als het lampje
LAMP
en het
voedingslampje
knipperen oranje, de lampaandrijving is defect en
de projector wordt automatisch uitgeschakeld.
Als de indicators voor
LAMP
en
TEMP
oranje
knipperen en als het
voedingslampje
stabiel blauw
is, betekent dit een fout met het kleurenwiel en
wordt de projector automatisch uitgeschakeld.
Om de beschermingsmodus te wissen, houdt u de
voedingstoets gedurende 10 seconden ingedrukt.
Probleem
(vervolg)
Mogelijke Oplossing
(vervolg)
Problemen met uw Projector Oplossen 45
Het lampje van TEMP is
stabiel oranje
De projector is oververhit. Het scherm wordt
automatisch uitgeschakeld. Schakel het
scherm opnieuw in nadat de projector is
afgekoeld. Neem contact op met Dellâ„¢ als het
probleem zich blijft voordoen.
Het lampje van TEMP
knippert oranje
Een ventilator van de projector is defect en de
projector wordt automatisch uitgeschakeld.
Probeer de projectormodus te wissen door de
voedingsknop gedurende 10 seconden
ingedrukt te houden. Wacht ongeveer 5
minuten en probeer opnieuw in te schakelen.
Neem contact op met Dellâ„¢ als het probleem
zich blijft voordoen.
Het OSD verschijnt niet op
het scherm
Probeer dit op te lossen door de knop Menu op
het bedieningspaneel gedurende 15 seconden
ingedrukt te houden om het OSD te
ontgrendelen. Controleer de instelling Menu
vergrend. op pagina 36.
De afstandsbediening werkt
niet vlot of werkt slechts
binnen een zeer beperkt
bereik
Het batterijvermogen kan laag zijn. Controleer
of de laserstraal die door de afstandsbediening
wordt verzonden, te zwak is. Plaats in dat geval
2 nieuwe AAA-batterijen.
Probleem
(vervolg)
Mogelijke Oplossing
(vervolg)
46 Problemen met uw Projector Oplossen
Geleidende Signalen
Projectorstatus Beschrijving
Bedieningsknoppen Indicator
Voeding Menu Overige
TEMP
(oranje)
LAMP
(oranje)
Stand-bymodus Projector in stand-bymodus. Gereed om in
te schakelen.
BLAUW
Knipperend
UIT UIT UIT UIT
Opwarmmodus De projector heeft wat tijd nodig om op te
warmen en in te schakelen.
BLAUW BLAUW BLAUW UIT UIT
Lamp aan Projector in normale modus, gereed om
een beeld weer te geven.
Opmerking:
Het OSD-menu is niet
geopend.
BLAUW BLAUW UIT UIT UIT
Koelmodus De projector is bezig met afkoelen om uit
te schakelen.
BLAUW UIT UIT UIT UIT
Energiebesparing
smodus
De energiebesparingsmodus is geactiveerd.
Als er gedurende twee uur geen invoersignaal
wordt gedetecteerd, gaat de projector
automatisch naar de stand-bymodus
ORANJE
Knipperend
UIT UIT UIT UIT
Afkoelen vóór de
energiebesparing
smodus
De projector heeft ongeveer 60 seconden
nodig om af te koelen voordat deze naar
de energiebesparingsmodus gaat.
ORANJE UIT UIT UIT UIT
Projector
oververhit
De ventilatieopeningen zijn mogelijk
geblokkeerd of de omgevingstemperatuur is
hoger dan 35°C. De projector wordt
automatisch uitgeschakeld. Controleer of de
ventilatieopeningen niet zijn geblokkeerd en
of de omgevingstemperatuur binnen het
gebruiksbereik ligt. Neem contact op met
Dell als het probleem zich blijft voordoen.
UIT UIT UIT ORANJE UIT
Lamp oververhit De lamp is oververhit. De
ventilatieopeningen zijn mogelijk
geblokkeerd. De projector wordt
automatisch uitgeschakeld. Schakel het
scherm opnieuw in nadat de projector is
afgekoeld. Neem contact op met Dell als
het probleem zich blijft voordoen.
BLAUW UIT UIT ORANJE UIT
De
lampaandrijving
is oververhit
De lampaandrijving is oververhit. De
ventilatieopeningen zijn mogelijk
geblokkeerd. De projector wordt
automatisch uitgeschakeld. Schakel het
scherm opnieuw in nadat de projector is
afgekoeld. Neem contact op met Dell als
het probleem zich blijft voordoen.
ORANJE UIT UIT ORANJE UIT
Ventilator defect Een van de ventilators werkt niet. De
projector wordt automatisch
uitgeschakeld. Neem contact op met Dell
als het probleem zich blijft voordoen.
UIT UIT UIT
ORANJE
Knipperend
UIT
Lampaandrijving
defect
De lampaandrijving is defect. De
projector wordt automatisch
uitgeschakeld. Koppel de voedingskabel
los en schakel het beeldscherm na 3
minuten opnieuw in. Neem contact op
met Dell als dit probleem zich blijft
voordoen.
ORANJE
Knipperend
UIT UIT UIT
ORANJE
Knipperend
Kleurenwiel
defect
Het kleurenwiel kan niet worden gestart.
Er is een fout opgetreden in de projector
en de projector wordt automatisch
uitgeschakeld. Koppel na 3 minuten de
voedingskabel los en schakel het
beeldscherm opnieuw in. Neem contact
op met Dell als dit probleem zich blijft
voordoen.
BLAUW UIT UIT
ORANJE
Knipperend
ORANJE
Knipperend
Problemen met uw Projector Oplossen 47
Lamp defect De lamp werkt niet. Vervang de lamp. UIT UIT UIT UIT ORANJE
De aansluiting
van de
lampmodule is
mislukt
De aansluiting van de lampmodule is
mogelijk defect. Controleer de
lampmodule en kijk of deze module goed
is geïnstalleerd. Neem contact op met
Dell als het probleem zich blijft voordoen.
UIT UIT UIT UIT
ORANJE
Knipperend
48 Problemen met uw Projector Oplossen
De Lamp Vervangen
LET OP: Voordat u begint met een procedure van dit hoofdstuk, dient u de
veiligheidsrichtlijnen op pagina 6 na te leven.
Vervang de lamp als het bericht "De lamp nadert het einde van zijn nuttig
gebruik op vol vermogen. Vervanging aanbevolen!
www.dell.com/lamps" op het scherm verschijnt. Als het probleem zich blijft
voordoen nadat u de lamp hebt vervangen, dient u contact op te nemen met
Dellâ„¢. Zie Contact opnemen met Dellâ„¢ op pagina 54 voor meer informatie.
LET OP: Gebruik een originele lamp om een veilige en optimale
bedrijfstoestand van uw projector te garanderen.
LET OP: De lamp wordt zeer heet tijdens het gebruik. Probeer nooit de lamp te
vervangen voordat de projector minstens 30 minuten is afgekoeld.
LET OP: Raak nooit de gloeipeer of het glas van de lamp aan. Projectorlampen
zijn zeer breekbaar en kunnen uiteenspatten wanneer u deze aanraakt. De
glasscherven zijn scherp en kunnen letsels veroorzaken.
LET OP: Als de lamp uiteenspat, moet u alle gebroken stukjes uit de projector
verwijderen en wegwerpen of recycleren in overeenstemming met de lokale
of nationale wetgeving. Zie www.dell.com/hg voor meer informatie.
1
Schakel de projector uit en koppel de voedingskabel los.
2
Laat de projector gedurende minstens 30 minuten afkoelen.
3
Maak de 2 schroeven die het lampdeksel
vasthouden los en verwijder het deksel.
4
Maak de 2 schroeven die de lamp
vasthouden los.
5
Trek de lamp omhoog met de metalen
hendel.
OPMERKING: Dellâ„¢ kan eisen dat de
lampen die onder garantie worden
vervangen, worden teruggestuurd naar
Dellâ„¢. Neem anders contact op met uw
lokaal afvalverwerkingsbedrijf voor het
adres van de dichtstbijzijnde
verzamelplaats voor batterijen.
6
Plaats een nieuwe lamp.
7
Maak de 2 schroeven die de lamp
vasthouden vast.
Problemen met uw Projector Oplossen 49
8
Plaats het lampdeksel terug en maak de 2 schroeven vast.
9
Stel de gebruikstijd van de lamp opnieuw in door "Ja" voor
Reset lamp
op het
tabblad
Lamp
in het OSD-menu (zie menu Lamp op
pagina 32
). Wanneer en
nieuwe lampmodule wordt geplaatst, zal de projector deze automatisch
detecteren en de lampuren opnieuw instellen.
LET OP: Verwijderen van de lamp (alleen voor de Verenigde Staten)
De lamp(en) in dit product bevatten kwik en moeten worden gerecycleerd
of verwijderd volgens de lokale, regionale of nationale wetten. GA NAAR
WWW.DELL.COM/HG VOOR MEER INFORMATIE OF NEEM CONTACT OP MET
DE ELECTRONIC INDUSTRIES ALLIANCE OP WWW.EIAE.ORG. RAADPLEEG DE
SITE WWW.LAMPRECYCLE.ORG VOOR SPECIFIEKE INFORMATIE OVER HET
VERWIJDEREN VAN LAMPEN.
50 Specificaties
5
Specificaties
Lampklep 0,55" XGA S450 DMD, DarkChip3â„¢
Helderheid 2000 ANSI-lumen (max.)
Contrastverhouding 2100:1 standaard (volledig aan/volledig uit)
Gelijkvormigheid 85% standaard (Japan standaard - JBMA)
Aantal pixels 1024 x 768 (XGA)
Weergeefbare kleuren 1,07 miljoen kleuren
Snelheid kleurenwiel 2X
Projectielens F-Stop: F/ 2,41~2,55
Brandpuntsafstand, f=21,8~24 mm
1,1x handmatige zoomlens
Spreidingsverhouding =1,95~2,15 breedhoek en
tele
Grootte projectiescherm 581,407-7.691,12 mm (diagonaal)
Projectiebereik 1 m ~ 12 m
Videocompatibiliteit Composiet Video / S-Video: NTSC (J, M, 4.43), PAL
(B, D, G, H, I, M, N, Nc, 60), SECAM (B, D, G, K,
K1, L)
Component-video via VGA & HDMI: 1080i/p,
720p, 576i/p, 480i/p
Voeding Universeel AC 100-240 50-60 Hz met PFC-ingang
Energieverbruik Normale modus: 210 W ± 10% @ 110Vac
ECO-modus: 166 W ± 10% @ 110Vac
Energiebesparingsmodus: <12 W
Stand-bymodus: <1 W
Audio 1 luidspreker x 1 watt RMS
Geluidsniveau 39 dB(A) Normale modus, 32 dB(A) Eco-modus
Gewicht 1,18 kg (2,6 lbs)
Specificaties 51
Afmetingen (B x H x D) 205 x 75,9 x 155 mm
Omgeving Bedrijfstemperatuur: 5ºC - 35ºC (41ºF- 95ºF)
Vochtigheid: maximum 80%
Opslagtemperatuur: 0ºC tot 60ºC (32ºF tot 140ºF)
Vochtigheid: maximum 90%
Verzendtemperatuur: -20ºC tot 60ºC
(-4ºF tot 140ºF)
Vochtigheid: maximum 90%
I/O-aansluitingen Voeding: Een wisselstroomaansluiting (3 pin - C14-
ingang)
VGA-ingang: Eén 15-pin D-sub-aansluiting (blauw),
voor analoge RGB/Component-ingangssignalen.
S-Video-ingang: Eén standaard 4-pin min. DIN
S-Video-aansluiting voor Y/C-signaal.
Composiet video-ingang: Een gele RCA-stekker
voor CVBS-signaal.
HDMI-ingang: Eén HDMI-aansluiting als
ondersteuning voor HDMI 1.3. HDCP-compatibel.
Analoge audio-ingang: één 3,5 mm stereo mini
telefoonstekker (blauw).
Variabele audio-uitgang: Één 3,5 mm stereo mini
telefoonstekker (groen).
USB-poort: één USB-slave voor externe
ondersteuning.
Lamp OSRAM 165 W door gebruiker vervangbare lamp
(tot 5000 uren in eco-modus)
2,85"(72,5mm)
8,07"(205mm)
6,10"(155mm)
52 Specificaties
OPMERKING: De classificatie van de levensduur van de lamp is alleen een
beoordeling van de afname van helderheid. Dit is geen specificatie voor de tijd
tot de lamp defect raakt en geen licht meer geeft. De levensduur van de lamp
wordt gedefinieerd als de tijd die nodig is om meer dan 50 procent van een
lampmonsterbevolking de helderheid te laten verminderen met ongeveer 50
procent van de vastgestelde lumens van de opgegeven lamp. De classificatie
van de levensduur van de lamp wordt op geen enkele manier gegarandeerd. De
werkelijke bedrijfsduur van een projectorlamp zal verschillen afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de gebruikspatronen. Het gebruik van een
projector in veeleisende omstandigheden, zoals in stofrijke omgevingen, bij
hoge temperaturen, bij meerdere uren gebruikt per dag en bij abrupt
uitschakelen, zal zeer waarschijnlijk leiden tot een kortere bedrijfsduur van de
lamp of tot een mogelijk defect van de lamp.
Specificaties 53
Compatibiliteitsmodi (Analog/Digitale)
Resolutie
Vernieuwingsfreq
uentie (Hz)
Hsynch. frequentie
(KHz)
Pixelklok (MHz)
640 x 350 70,087 31,469 25,175
640 x 480 59,940 31,469 25,175
640 x 480 p60 59,940 31,469 25,175
720 x 480 p60 59,940 31,469 27,000
720 x 576 p50 50,000 31,250 27,000
720 x 400 70,087 31,469 28,322
640 x 480 75,000 37,500 31,500
848 x 480 60,000 31,020 33,750
640 x 480 85,008 43,269 36,000
800 x 600 60,317 37,879 40,000
800 x 600 75,000 46,875 49,500
800 x 600 85,061 53,674 56,250
1024 x 768 60,004 48,363 65,000
1280 x 720 p50 50,000 37,500 74,250
1280 x 720 p60 60,000 45,000 74,250
1920 x 1080 i50 50,000 28,125 74,250
1920 x 1080 i60 60,000 33,750 74,250
1280 x 720 59,855 44,772 74,500
1024 x 768 75,029 60,023 78,750
1280 x 800 59,810 49,702 83,500
1366 x 768 59,790 47,712 85,500
1360 x 768 60,015 47,712 85,500
1024 x 768 84,997 68,677 94,500
1440 x 900 59,887 55,935 106,500
1152 x 864 75,000 67,500 108,000
1280 x 960 60,000 60,000 108,000
1280 x 1024 60,020 63,981 108,000
1152 x 864 85,000 77,095 119,651
1400 x 1050 59,978 65,317 121,750
1280 x 800 84,880 71,554 122,500
1280 x 1024 75,025 79,976 135,000
1440 x 900 74,984 70,635 136,750
1680 x 1050 59,954 65,290 146,250
1280 x 960 85,002 85,938 148,500
1920 x 1080 60,000 67,500 148,500
1400 x 1050 74,867 82,278 156,000
1280 x 1024 85,024 91,146 157,000
1440 x 900 84,842 80,430 157,000
1600 x 1200 60,000 75,000 162,000
54 Contact Opnemen met Dell
Contact Opnemen met Dell
Klanten in de Verenigde Staten, kunnen het nummer 800-WWW-DELL
(800-999-3355) bellen.
OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u de
contactgegevens vinden op uw aankoopfactuur, de leveringsnota, de rekening
of in de productcatalogus van Dell.
Dellâ„¢ biedt meerdere opties voor online en telefonische ondersteuning en
service. De beschikbaarheid verschilt afhankelijk van het land en het
product en sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio.
Om contact op te nemen met Dell met betrekking tot de verkoop,
technische ondersteuning of klantendienst:
1
Bezoek
support.dell.com
.
2
Controleer uw land of regio in het vervolgkeuzemenu
Choose A
Country/Region (Een land/regio kiezen)
onderaan op de pagina.
3
Klik links op de pagina op
Contact Us (Contact opnemen met ons)
.
4
Selecteer de koppeling van de geschikte service of ondersteuning voor
uw behoeften.
5
Selecteer de voor u geschikte methode om contact op te nemen met
Dell.
Woordenlijst 55
Bijlage: Woordenlijst
ANSI lumen — Een standaard voor het meten van de helderheid. Deze waarde
wordt berekend door een vierkante meter van een beeld in negen gelijke
rechthoeken te splitsen, de waarde van de lux-lezing (of helderheid) in het midden
van elke rechthoek te meten en vervolgens een gemiddelde te maken van deze
negen punten.
Beeldverhouding — De populairste hoogte-breedteverhouding is 4:3 (4 bij 3). De
eerste televisie- en computervideoformaten hebben een hoogte-
breedteverhouding van 4:3. Dit betekent dat de breedte van het beeld 4/3 is van de
hoogte.
Helderheid —De hoeveelheid licht die van een beeld, een projectiebeeld of een
projectieapparaat wordt uitgezonden. De helderheid van de projector wordt
gemeten in ANSI-lumen.
Kleurtemperatuur —het uitzicht van de kleur van wit licht. Een lage
kleurtemperatuur impliceert een warmer licht (meer geel/rood) terwijl een hoge
kleurtemperatuur een kouder licht (meer blauw) impliceert. De standaardeenheid
voor de kleurtemperatuur is Kelvin (K).
Component Video —Een methode om kwaliteitsvideo te leveren in een formaat dat
bestaat uit het luminantiesignaal en twee afzonderlijke chrominantiesignalen die
worden gedefinieerd als Y'Pb'Pr' voor analoge componenten en Y'Cb'Cr voor
digitale componenten. Component video is beschikbaar op DVD-spelers.
Composiet Video —Een videosignaal dat luma (helderheid), chroma (kleur), burst
(kleurreferentie) en sync (horizontale en verticale synchronisatiesignalen)
combineert in een signaalgolfvorm die wordt gedragen via één draadpaar. Er zijn
drie soorten formaten: NTSC, PAL en SECAM.
Gecomprimeerde resolutie —Als de invoerbeelden een hogere resolutie hebben
dan de oorspronkelijke resolutie van de projector, wordt het resulterende beeld
geschaald volgens de oorspronkelijke resolutie van de projector. De aard van de
compressie in een digitaal apparaat betekent dat een deel van de beeldinhoud
verloren is.
Contrastverhouding —Het bereik van lichte en donkere waarden in een beeld, of de
verhouding tussen hun maximum- en minimumwaarden. Om deze verhouding te
meten worden door de projectiesector twee methoden gebruikt:
1
Volledig aan/uit
- meet de verhouding van de lichtuitvoer van een volledig wit
beeld (volledig aan) en de lichtuitvoer van een volledig zwart beeld (volledig uit).
2
ANSI
- meet een patroon van 16 afwisselende zwarte en witte rechthoeken. De
gemiddelde lichtuitvoer van de witte rechthoeken wordt gedeeld door de
56 Woordenlijst
gemiddelde lichtuitvoer van de zwarte rechthoeken om de
ANSI
-
contrastverhouding te bepalen.
Volledig aan/uit contrast is altijd groter dan het ANSI-contrast voor dezelfde
projector.
dB —decibel—Een eenheid die wordt gebruikt om het relatieve verschil,
doorgaans tussen twee akoestische of elektrische signalen, uit te drukken in
vermogen of intensiteit. Dit is gelijk aan het tienvoud van het gemeenschappelijke
logaritme van de verhouding tussen de twee niveaus.
Diagonaal scherm —Een methode om de grootte van een scherm of een
geprojecteerd beeld te meten. Dit wordt gemeten van de ene hoek naar de
tegenoverliggende hoek. Een scherm met een hoogte van 9FT. en een breedte van
12FT. heeft een diagonaal van 15FT. In dit document gaan we uit van de
veronderstelling dat de diagonale afmetingen gelden voor de traditionele 4:3-
verhouding van een computerbeeld zoals in het bovenstaande voorbeeld.
DLP
®
—Digital Light Processing™ (Digitale lichtverwerking)—Dit is een
reflectieve beeldtechnologie die door Texas Instruments is ontwikkeld en gebruik
maakt van kleine gemanipuleerde spiegels. Het licht dat door een kleurfilter
passeert, wordt naar de DLP-spiegels gestuurd die de RGB-kleuren schikken in een
beeld dat op het beeld wordt geprojecteerd, ook bekend als DMD.
DMD —digitaal Micro-Mirror Device (digitaal micro-spiegelapparaat)— Elke
DMD bestaat uit duizenden kantelende, microscopische spiegels in een
aluminiumlegering die op een verborgen draagvlak zijn gemonteerd.
Brandpuntsafstand —De afstand van het oppervlak van een lens naar zijn
brandpunt.
Frequentie —Dit is de snelheid van het herhalen van elektrische signalen in cycli
per seconde. Wordt gemeten in Hz (Hertz).
HDCP —High-Bandwidth Digital-Content Protection — Een specificatie die door
Intelâ„¢ Corporation is ontwikkeld om digitaal entertainment via digitale
interfaces, zoals DVI, HDMI te beschermen.
HDMI —High-Definition Multimedia Interface — HDMI draagt zowel niet-
gecomprimeerde hoge definitie video als digitale audio- en
apparaatbeheergegevens over via één aansluiting.
Hz (Hertz) —eenheid van frequentie.
Trapeziumcorrectie —Een hulpmiddel dat de vervorming van een geprojecteerd
beeld (doorgaans een effect met een brede bovenzijde en een smalle onderzijde)
corrigeert. Dit is meestal te wijten aan een verkeerde hoek tussen de projector en
het scherm.
Maximale afstand —De afstand van een scherm tot de projector kan de afstand
zijn die nodig is om een beeld te projecteren dat bruikbaar (helder genoeg) is in
een volledig verduisterde kamer.
Maximale beeldgrootte —Het grootste beeld dat een projector kan projecteren in
een verduisterde kamer. Dit is doorgaans beperkt door het focusbereik van de
optische onderdelen.
Woordenlijst 57
Minimale afstand —De dichtst mogelijke positie waarop een projector een beeld
kan scherpstellen op het scherm.
NTSC —National Television Standards Committee. De Noord-Amerikaanse
standaard voor video en uitzendingen met een videoformaat van 525 lijnen aan 30
beelden per seconde.
PAL —Phase Alternating Line. Een Europese standaard voor video en
uitzendingen met een videoformaat van 625 lijnen aan 25 beelden per seconde.
Beeld omkeren —Functie waarmee u het beeld horizontaal kunt spiegelen.
Wanneer tekst, afbeeldingen, enz. worden gebruikt bij een normale voorwaartse
projectie, worden ze achterwaarts weergegeven. Beeld omkeren wordt gebruikt
voor projectie achteraan.
RGB —rood, groen, blauw— Wordt doorgaans gebruikt om een beeldscherm te
beschrijven dat afzonderlijke signalen vereist voor elk van de drie kleuren.
S-Video —Een standaard voor videotransmissie die een 4 pin mini-DIN-
aansluiting gebruikt om video-informatie te verzenden via twee signaalkabels met
de naam luminantie (helderheid, Y) en chrominantie (kleur, C). S-Video wordt ook
Y/C genoemd.
SECAM —Een Franse en internationale zendstandaard voor video en
uitzendingen, nauw verwant met PAL maar met een andere methode voor het
verzenden van kleurinformatie.
SVGA —Super Video Graphics Array— 800 x 600 pixels.
SXGA —Super Extended Graphics Array,—1280 x 1024 pixels.
UXGA —Ultra Extended Graphics Array—1600 x 1200 pixels.
VGA —Video Graphics Array—640 x 480 pixels.
XGA —Extended Video Graphics Array— 1024 x 768 pixels.
Zoomlens —Lens met een variabele brandpuntsafstand waarmee operator zijn
beeld kan in- of uitzoomen om het kleiner of groter te maken.
Verhouding zoomlens —Is de verhouding tussen het kleinste en grootste beeld dat
een lens kan projecteren vanaf een vaste afstand. Een zoomlensverhouding van
1,4:1 betekent bijvoorbeeld dat een beeld van 10 ft. zonder zoom een beeld van 14
ft. zou zijn bij volledige zoom.
58 Index
Index
A
Aansluitingspoorten
Aansluiting voor de VGA-ingang
(D-sub)
8
Composiet-video-aansluiting
8
Externe USB-aansluiting
8
S-video-aansluiting
8
Afstandsbediening
21
IR-ontvanger
19
Audio
8
Audio-input
37
Audio-instellingen
36
B
Bedieningspaneel 18
C
Contact opnemen met Dell 5, 45,
48
D
De lamp vervangen 48
De projector aansluiten
Aansluiten met een
component-kabel
12
Aansluiten met een
composiet-kabel
11
Aansluiten met een
HDMI-kabel
13
Aansluiten met een S-videokabel
10
Composiet videokabel
11
HDMI-kabel
13
Op de computer
9
S-videokabel
10
USB naar USB-kabel
9
VGA- naar VGA-kabel
9
VGA-naar-YPbPr-kabel
12
Voedingskabel
9, 10, 11, 12, 13
De projector in-/uitschakelen
De projector inschakelen
14
De projector uitschakelen
14
De zoom en de focus van de projec-
tor aanpassen
16
Scherpstelring
16
Zoomring
16
Dell
contact opnemen
54
Dempen
37
E
Energie besparen 37
G
Gesloten bijschrift 40
Index 59
H
Het geprojecteerde beeld aanpas-
sen
15
de projector verlagen
Afstelbare voet
15
Regelknop voor de voetjes
15
Regelwiel voor kantelhoek
15
De projectorhoogte regelen
15
Hoofdeenheid
6
Bedieningspaneel
6
IR-ontvanger
6
Lens
6
Regelknop voor de voetjes
6
Scherpstelring
6
Zoomring
6
M
Menu Transparantie 36
Menu-instellingen
35
Menupositie
35
O
ondersteuning
contact opnemen met Dell
54
OSD
26
Hoofdmenu
26
Instelling
32
Invoerselectie
27
Lamp
32
Overige
35
Weergave (in pc-stand)
30
Weergave (in videostand)
31
P
Problemen oplossen 42
Contact opnemen met Dell
42
R
Reset 36
S
Scherm 36
Scherminstellingen
36
Schermopname
36
Snel afsluiten
37
Specificaties
Aantal pixels
50
Afmetingen
51
Audio
50
Contrastverhouding
50
Energieverbruik
50
Gelijkvormigheid
50
Geluidsniveau
50
Gewicht
50
Grootte projectiescherm
50
Helderheid
50
I/O-aansluitingen
51
Lamp
51
Lampklep
50
Omgevings-
51
Projectiebereik
50
Projectielens
50
Snelheid kleurenwiel
50
60 Index
Videocompatibiliteit 50
Voeding
50
Weergeefbare kleuren
50
Standaard
41
Stroominstellingen
37
T
telefoonnummers 54
Testpatroon
41
Time-out menu
36
V
Veiligheidsinstellingen 38
Volume
37
W
Wachtwoord 38
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Dell M210X Projector Gebruikershandleiding

Categorie
Tv's
Type
Gebruikershandleiding