Bauknecht EMCCD 6231 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
1
www.whirlpool.com
AMU 551
AMU 551
GEBRUIKSAANWIJZING
AMW 751
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
EMCCD 6231 EMCCI 8560
2
INSTALLATIE
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
V
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
IS. Controleer of de ovendeur goed sluit en of
de interne deurvergrendeling niet beschadigd
is. Haal de oven leeg en reinig de binnenkant
met een zachte, vochtige doek.
NA DE AANSLUITING
D
IT APPARAAT MOET WORDEN GEAARD . De fabrikant
kan niet aansprakelijk gesteld worden voor let-
sel aan personen of dieren noch voor materië-
le schade als het apparaat niet is geaard.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor
eventuele problemen die worden veroor-
zaakt doordat de gebruiker deze instruc-
ties niet in acht heeft genomen.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET als het netsnoer of de
stekker beschadigd is, als het apparaat niet
goed werkt of als het beschadigd of gevallen
is. Dompel het netsnoer of de stekker niet on-
der in water. Houd het snoer uit de buurt van
warme oppervlakken. Hierdoor kunnen elek-
trische schokken, brand of andere ongevallen
worden veroorzaakt.
V
ERWIJDER GEEN BESCHERMINGSPLAATJES VOOR AAN-
ZUIGOPENINGEN die zich aan
de zijkant in het ovenge-
deelte bevinden. Deze zor-
gen ervoor dat er geen vet
en voedseldeeltjes in de in-
voerkanalen van de mag-
netron terecht komen.
C
ONTROLEER of het ovengedeelte leeg is vóór de
montage.
C
ONTROLEER OF DE SPANNING op het typeplaatje
overeenstemt met de spanning in uw woning.
U
KUNT DE OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
HET APPARAAT MONTEREN
VOLG DE MEEGELEVERDE afzonderlijke montage-
instructies voor het installeren van het
apparaat.
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATERIALEN
in of bij de oven. De dampen kunnen brand of
een explosie veroorzaken.
GEBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, papier,
kruiden, hout, bloemen, fruit of andere brand-
bare materialen te drogen. Er kan brand ont-
staan.
L
AAT HET VOEDSEL NIET OVERKOKEN. Er kan brand
ontstaan.
L
AAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTER, vooral niet
wanneer er papier, plastic of andere brandbare
materialen bij het koken worden gebruikt. Het
papier kan verkolen of vlam vatten en sommi-
ge kunststoffen kunnen smelten wanneer u
het voedsel opwarmt.
A
LS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN BRAND VLIEGT
OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS, laat de ovendeur dan
dicht en schakel de oven uit. Verwijder de stekker
uit het stopcontact of sluit de stroom af via de ze-
kering of stroomonderbreker.
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE TOEKOMST
L
AAT KINDEREN HET APPARAAT ALLEEN zonder toezicht
van volwassenen gebruiken na voldoende uitleg
zodat het kind het apparaat veilig kan gebruiken
en de gevaren van onjuist gebruik begrijpt.
D
IT APPARAAT IS NIET BEDOELD VOOR gebruik door per-
sonen (waaronder kinderen) met een verminderd
fysiek, sensorisch of mentaal vermogen, tenzij er
toezicht is door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
TIJDENS GEBRUIK KUNNEN TOEGANKELIJKE DELEN VAN DE
OVEN HEET WORDEN; houd kleine kinderen uit de
buurt
T
IJDENS GEBRUIK KUNNEN TOEGANKELIJKE DELEN VAN DE
OVEN HEET WORDEN; houd kleine
kinderen uit de buurtGebruik uw
magnetron niet voor het verwar-
men van materiaal in luchtdicht
verzegelde schalen. Door de druktoename kun-
nen deze ontploffen of bij het openen schade ver-
oorzaken.
EIEREN
GEBRUIK UW MAGNETRON NIET om
hele eieren met of zonder
schaal te verwarmen, omdat
deze kunnen ontploffen, zelfs
nadat ze zijn verwarmd in de
magnetron.
C
ONTROLEER DE DEURAFDICHTINGEN en het gebied er
omheen regelmatig op beschadigingen. In geval
van beschadiging mag het apparaat niet worden
gebruikt voordat het is gerepareerd door een be-
voegde onderhoudsmonteur.
G
EBRUIK GEEN bijtende chemicaliën of gassen
in dit apparaat. Dit type oven is speciaal ont-
worpen voor het verwarmen en bereiden van
voedsel. De oven is niet geschikt voor industri-
eel of laboratoriumgebruik.
4
ALGEMEEN
D
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUISHOUD-
ELIJK GEBRUIK!
G
EBRUIK DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT zonder voed-
sel in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het appa-
raat beschadigd raken.
P
LAATS EEN GLAS WATER IN DE OVEN als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolf-
energie en de oven raakt niet beschadigd.
V
ERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u de
zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
GEBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie niet
kunt regelen.
VLOEISTOFFEN
B
IJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. De vloeistof kan
boven het kookpunt worden
oververhit zonder dat de vloei-
stof begint te borrelen. Als ge-
volg hiervan kan de hete vloei-
stof plotseling overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als
volgt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
flessen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder
in de oven te zetten en laat het lepeltje
erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend
voedsel bereidt of opwarmt.
W
ANNEER U BABYVOEDING in een zuigfles
of potje in de magnetron ver-
warmt, moet u het voedsel al-
tijd doorroeren en de tempera-
tuur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt
u ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt ver-
deeld en dat brandwonden worden voorkomen.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het
opwarmen verwijdert!
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
GEBRUIK NA HET KOKEN OVENHANDSCHOENEN om u
niet aan de schalen, pannen of hete ovendelen
te branden.
G
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
5
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
A
LS EEN METAALHOUDEND ACCESSOIRE in aanraking
komt met de binnenkant van de oven, terwijl
de oven werkt, kunnen er vonken overschieten
die de oven zouden kunnen beschadigen.
PLATEAUDRAGER
GEBRUIK ALTIJD DE PLATEAUDRAGER als
steun onder het glazen draaipla-
teau. Plaats nooit andere voorwer-
pen op de plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU
G
EBRUIK HET GLAZEN DRAAIPLATEAU bij alle toepas-
singen. Het vangt spetters, sap-
pen en kruimels op die anders
de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
C
ONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGEREI DAT U
GEBRUIKT geschikt is voor de
oven en microgolven
doorlaat.
ZORG ERVOOR DAT VOEDSEL EN KOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de oven.
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van
metaal of met metalen delen.
C
ONTROLEER ALTIJD of het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start.
CRISPHANDGREEP
G
EBRUIK DE MEEGELEVERDE SPECIALE
CRISPHANDGREEP om de hete crispplaat
uit de oven te halen.
CRISPPLAAT
L
EG HET VOEDSEL DIRECT OP DE CRISPPLAAT.
Gebruik altijd het gla-
zen draaiplateau als steun
wanneer u de crispplaat
gebruikt.
ZET GEEN KEUKENGEREI op de crispplaat
omdat deze erg heet wordt en het ge-
rei waarschijnlijk zal beschadigen.
DE CRISPPLAAT kan voorverwarmd worden voor
gebruik (max. 3 min). Gebruik altijd de crisp-
functie bij het voorverwarmen van de crisp-
plaat.
E
R ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze
geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
STARTBEVEILIGING / TOETSENVERGRENDELING
DEZE AUTOMATISCHE BEVEILIGING WORDT ÉÉN MINUUT
NADAT de oven teruggekeerd is in "stand-
by" geactiveerd. (De oven is in de
“standby”-modus als de 24-uursklok
wordt weergegeven of (als de klok niet
is ingesteld) als het display leeg is).
D
E DEUR MOET WORDEN GEOPEND EN GESLOTEN om er
bijvoorbeeld voedsel in te zetten, voordat de
veiligheidsvergrendeling wordt uitgeschakeld.
Anders verschijnt op het display “DOOR.
6
GAARHEID (ALLEEN BIJ AUTOMATISCHE FUNCTIES)
G
AARHEID IS BESCHIKBAAR bij de meeste automati-
sche functies. U heeft de mogelijkheid om het
eindresultaat persoonlijk aan te passen via de
functie Gaarheid instellen. Met deze functie
kunt u een hogere of lagere eindtemperatuur
instellen in vergelijking met de standaardin-
stelling.
W
ANNEER U een van deze functies gebruikt,
kiest de oven de standaardinstelling. Deze in-
stelling geeft gewoonlijk het beste resultaat.
Als het door u opgewarmde voedsel echter
te heet was om meteen te eten, kunt u dit ge-
makkelijk aanpassen voordat u de functie de
volgende keer gebruikt.
O
PMERKING:
DE GAARHEID kan alleen worden ingesteld of ge-
wijzigd gedurende de eerste 20 seconden na-
dat de oven gestart is.
B
IJ SOMMIGE AUTOMATISCHE FUNCTIES kan de oven
stoppen (afhankelijk van het gekozen pro-
gramma en de voedselcategorie) en kunnen
de verzoeken "STIR FOOD" (voedsel omroe-
ren) of "TURN FOOD" (voedsel omdraaien) ver-
schijnen.
GE AUTOMATISCHE FUNCTIES
k
k
an
d
d
e oven
ROEREN OF VOEDSEL OMDRAAIEN (ALLEEN BIJ AUTOMATISCHE FUNCTIES)
U DOET DIT DOOR EEN GAARHEIDSNIVEAU te kiezen
met de +/- toetsen, meteen nadat u op de
starttoets hebt gedrukt.
O
PMERKING: DE OVEN GAAT NA 1 MINUUT AUTOMATISCH
VERDER als het voedsel niet wordt omgedraaid/
omgeroerd. In dit geval zal het verwarmen lan-
ger duren.
V
ERDERGAAN MET DE BEREIDING:
Open de deur.
Roer of draai het voedsel om.
Sluit de deur en start opnieuw door de
starttoets in te drukken.
GAARHEID
N
IVEAU EFFECT
HOOG +2 GEEFT DE HOOGSTE EINDTEMPERATUUR
HOOG +1 GEEFT EEN HOGERE EINDTEMPERATUUR
MED 0GEEFT DE STANDAARDINSTELLING
LAAG -1 GEEFT EEN LAGERE EINDTEMPERATUUR
LAAG -2 GEEFT DE LAAGSTE EINDTEMPERATUUR
7
FOOD
q
w
TRY POUL (100g -
(100g - 2.0Kg) MEAT
WANNEER U DE AUTOMATISCHE FUNCTIES GEBRUIKT
moet de oven weten om welke voedselcate-
gorie het gaat om de juiste resultaten te berei-
ken. Wanneer u een voedselcategorie selec-
teert met de +/- toetsen, verschijnt het woord
FOOD en een cijfer van de voedselcategorie.
AFKOELEN
ALS EEN FUNCTIE VOLTOOID IS, kan de oven een af-
koelprocedure uitvoeren. Dit is normaal.
Na deze procedure wordt de oven automatisch
uitgeschakeld.
OMATISCHE FUNCTIES GEBRUIKT
VOEDSELCATEGORIEËN (ALLEEN BIJ AUTOMATISCHE FUNCTIES)
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt ge-
noemd of dat minder of meer weegt dan het
aanbevolen gewicht, moet u de procedure
voor “Bereiden en opwarmen met de magne-
tron" volgen.
D
E VOEDSELCATEGORIEËN staan in de tabellen bij
elke automatische functie.
DE AFKOELPROCEDURE kan zonder schadelijke ge-
volgen voor de oven worden onderbroken
door de deur te openen.
q
w
ategor
e
w
8
KLOKINSTELLING
L
AAT DE DEUR OPEN TERWIJL U DE KLOK IN-
STELT. Dit geeft u 5 minuten de tijd
om de klok in te stellen. Anders
moet elke stap binnen 60 secon-
den worden uitgevoerd.
WANNEER HET APPARAAT VOOR HET
EERST WORDT INGESCHAKELD, wordt u
gevraagd de tijd in te stellen.
N
A EEN STROOMUITVAL gaat de klok
knipperen en moet deze op-
nieuw ingesteld worden.
UW OVEN HEEFT een aantal functies
die kunnen worden aangepast
aan uw persoonlijke smaak.
INSTELLINGEN VERANDEREN
q
DRUK OP DE TOETS HANDMATIG ( ) tot "Setting" wordt weergegeven.
w
GEBRUIK DE +/- TOETSEN om één van de volgende instellingen te kiezen om aan te passen.
Clock (Klok)
Sound (Geluid)
ECO
Brightness (Helderheid)
e
DRUK OP DE STOPTOETS om de instellingsfunctie te verlaten en
alle veranderingen op te slaan als u klaar bent.
q
DRUK OP DE OK-TOETS . (De linkercijfers (uren) knipperen).
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de uren in te stellen.
e
DRUK OP DE OK-TOETS. (De twee rechtercijfers (minuten) knipperen).
r
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de minuten in te stellen.
t
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om uw verandering te bevestigen.
D
E KLOK IS INGESTELD EN IN WERKING.
ALS U DE KLOK VAN HET DISPLAY WILT VERWIJDEREN als deze eenmaal is in-
gesteld, dan gaat u opnieuw naar de klokinstelmodus en drukt u
op de stoptoets terwijl de cijfers knipperen.
q
w
r
e
t
q
w
9
q
w
e
GELUIDSINSTELLING
q
DRUK OP DE OK-TOETS .
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de zoemer IN of UIT te schakelen.
e
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om uw verandering te bevestigen.
ECO
q
DRUK OP DE OK-TOETS .
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de ECO-instelling IN of UIT te schakelen.
e
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om uw verandering te bevestigen.
A
LS ECO INGESCHAKELD IS, dan wordt het display na een bepaalde tijd
automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. Het wordt au-
tomatisch opnieuw ingeschakeld als u op een toets drukt of de
deur opendoet.
ALS OFF IS INGESTELD, dan wordt het display niet uitgeschakeld en is
de 24-uursklok altijd zichtbaar.
INSTELLINGEN VERANDEREN
q
w
e
10
GEBRUIK DEZE FUNCTIE als u een
kookwekker nodig heeft om de
tijd precies bij te houden, zo-
als voor het koken van eieren en
pasta of voor het laten rijzen van
deeg enz.
KOOKWEKKER
q
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de gewenste tijd in te stellen.
w
DRUK OP DE OK-TOETS .
W
ANNEER DE INGESTELDE TIJD VERSTREKEN IS hoort u een geluidssignaal.
ALS U OP DE STOPTOETS DRUKT voordat de kookwekker is afgelopen,
wordt deze teruggezet op nul.
INSTELLINGEN VERANDEREN
HELDERHEID
q
DRUK OP DE OK-TOETS .
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het door u gewenste helderheidsniveau in te stellen.
e
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
q
w
e
q
w
11
BEREIDEN EN OPWARMEN MET DE MAGNETRON
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor normale bereidingen en het opwarmen van bijvoorbeeld groenten, vis,
aardappelen en vlees.
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE TOETS HANDMATIG ( ) tot u de magnetronfunctie heeft gevonden.
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het magnetronvermogen in te stellen.
e
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
r
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
VERMOGEN
A
LS HET BEREIDINGSPROCES EENMAAL GESTART IS:
Kunt u de bereidingstijd eenvoudig met stappen van 30 secon-
den verlengen door op de starttoets te drukken. Bij elke druk op de
toets wordt de bereidingstijd met 30 seconden verlengd. U kunt de
kooktijd ook verlengen of verkorten door de +/- toetsen in
te drukken.
DOOR OP DE <<-TOETS te drukken te drukken kunt u terugke-
ren naar waar u de bereidingstijd en het vermogen kunt
veranderen. Beide kunnen worden veranderd met de +/-
toetsen tijdens het koken.
q
w
r
e
t
ALLEEN MAGNETRONFUNCTIE
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
1000 W
V
ERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, koffie, thee of ander voedsel met een hoog
watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager niveau kiezen.
800 W B
EREIDEN VAN GROENTEN, vlees etc.
650 W B
EREIDEN VAN vis.
500 W
V
OORZICHTIG BEREIDEN VAN eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het afmaken
van casseroles.
350 W L
ATEN SUDDEREN VAN STOOFSCHOTELS, smelten van boter en chocolade.
160 W ONTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
90 W IJ
S ZACHT laten worden
0 W A
LLEEN BIJ GEBRUIK van de kookwekker.
12
wq
e
SNELLE START
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE TOETS HANDMATIG ( ) tot u de crispfunctie heeft gevonden.
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
CRISP
q
DRUK OP DE STARTTOETS OM AUTOMATISCH TE STARTEN op vol vermogen en met de be-
reidingstijd ingesteld op 30 seconden. Elke keer dat de toets nogmaals wordt
ingedrukt, zal de tijd met 30 seconden verlengd worden.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het snel
opwarmen van voedsel met een
hoog watergehalte, zoals: heldere
soepen, koffie of thee.
U
KUNT DE KOOKTIJD OOK VERLENGEN OF VERKORTEN DOOR DE +/- TOETSEN in te
drukken nadat de functie is gestart.
M
ET DEZE FUNCTIE kunt u pizza's en
andere deegwaren bereiden en
opwarmen. De functie is ook ge-
schikt voor het bakken van spek,
eieren, worstjes, hamburgers enz.
D
E OVEN WERKT AUTOMATISCH met magnetron en grill om de crispplaat
op te warmen. Daardoor komt de crispplaat zeer snel op tempera-
tuur en wordt het voedsel bruin en krokant.
VERZEKER u ervan dat de crispplaat goed in het midden van het gla-
zen draaiplateau is geplaatst.
DE OVEN EN DE CRISPPLAAT worden heet wanneer u deze functie ge-
bruikt.
P
LAATS DE HETE CRISPPLAAT NIET op een oppervlak dat gevoelig is voor
warmte.
LET EROP DAT U DE PLAAT onder het grillelement niet aanraakt.
GEBRUIK OVENHANDSCHOENEN
of de bijgeleverde speciale crisphandgreep om de hete crisp-
plaat uit de oven te halen.
GEBRUIK ALLEEN DE bijgeleverde crispplaat
bij deze functie. Andere verkrijgbare
crispplaten zullen bij gebruik niet het
juiste resultaat geven.
q
13
GRILL
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE TOETS HANDMATIG ( ) tot u de grillfunctie heeft gevonden.
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
COMBIGRILL
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE TOETS HANDMATIG ( ) tot u de Combi-grillfunctie heeft gevonden.
w
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het magnetronvermogen in te stellen.
e
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
r
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
B
IJ GEBRUIK VAN DE GRILL is het maximale vermo-
gensniveau van de magnetron beperkt door
een fabrieksinstelling.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE om een bruin
korstje te geven aan gerechten.
D
RAAI HET VOEDSEL TIJDENS DE BEREIDING OM.
CONTROLEER VOORDAT U MET GRILLEN BEGINT OF HET KOOKGEREI dat u gebruikt
hittestendig is en geschikt voor de oven.
GEBRUIK GEEN PLASTIC KOOKGEREI bij het grillen. Dit smelt. Kookgerei van
hout of papier is evenmin geschikt.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE om gerechten
als gratins, lasagne, gevogelte en
gebakken aardappelen te bereiden.
w
q
e
w
q
e
r
t
COMBIGRILL
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
650 W
B
EREIDEN VAN groenten en gegrati-
neerde gerechten
350 - 500 W B
EREIDEN VAN gevogelte en lasagne
160 - 350 W
B
EREIDEN VAN vis en bevroren
gegratineerde gerechten
160 W B
EREIDEN VAN vlees
90 W G
RATINEREN VAN fruit
0 W
A
LLEEN EEN BRUIN KORSTJE GEVEN
tijdens de bereiding
14
HANDMATIG ONTDOOIEN
VOLG DE WERKWIJZE voor “Bereiden en opwarmen
met de magnetron” en kies vermogensniveau
160 W wanneer u handmatig ontdooit.
CONTROLEER EN INSPECTEER HET VOEDSEL REGELMATIG.
Ervaring zal u leren hoeveel tijd nodig is voor
verschillende hoeveelheden voedsel.
D
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooi-
en om.
BEVROREN VOEDSEL IN PLASTIC ZAKJES, plastic folie of
verpakkingen van karton kan rechtstreeks in
de oven geplaatst worden wanneer de
verpakking geen metalen delen bevat
(bijvoorbeeld metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING IS van invloed
op de ontdooitijd. Platte pakjes ont-
dooien sneller dan grote blokken.
H
AAL STUKKEN UIT ELKAAR wanneer ze beginnen te
ontdooien.
Afzonderlijke plakken ontdooien sneller.
SCHEID VERSCHILLENDE STUKKEN VOED-
SEL met stukjes aluminiumfolie
wanneer ze warm beginnen
te worden (b.v. kippenpo-
ten en vleugeltjes).
G
EKOOKT VOEDSEL, STOOFSCHOTELS EN VLEES-
SAUZEN ontdooien beter als u ze tijdens
het ontdooien doorroert.
W
ANNEER U ONTDOOIT is het beter het
voedsel iets bevroren te laten en het
voedsel even te laten staan om het ontdooi-
proces te voltooien.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOO-
IEN EVEN LAAT STAAN WORDT HET RE-
SULTAAT ALTIJD BETER, omdat de
temperatuur gelijkmatiger
door het voedsel verdeeld
wordt.
15
AUTOVERWARMEN
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-TOETS tot u de functie Auto-verwarmen heeft gevonden.
w
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
e
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de voedselcategorie te selecteren. (“FOOD” en de voedselcatego-
rie worden weergegeven).
r
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
t
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het gewicht in te stellen.
y
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
u
DRUK OP DE STARTTOETS.
e
t
w
r
y
q
u
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het op-
warmen van reeds bereid voed-
sel, zowel diepvries, koud als op
kamertemperatuur.
P
LAATS HET VOEDSEL op een bord of
schaal (magnetronbestendig en
ovenvast).
16
WANNEER U EEN MAALTIJD IN DE KOELKAST BEWAART
of op een bord om te worden verwarmd, leg
dan het dikkere voedsel aan
de buitenkant en het
dunnere in het mid-
den.
G
EBRUIK ALTIJD HET BIJGELEVERDE DEKSEL bij deze
functie (alleen voor het verwarmen van soe-
pen is dit deksel niet nodig)!
ALS HET VOEDSEL ZODANIG VERPAKT IS dat het
niet afgedekt kan worden, moet de ver-
pakking op 2-3 plaatsen worden inge-
sneden om de druk te laten ontsnap-
pen tijdens het verwarmen.
LEG DUNNE PLAKJES VLEES boven op elkaar of laat
ze overlappen.
DIKKERE PLAKKEN , bijvoorbeeld gehaktbrood en
worst, moeten dicht bij elkaar worden gelegd.
P
LASTIC FOLIE moet worden
ingeprikt met een vork om
de druk op te heffen en zo
openbarsten te voorkomen.
Tijdens het verhitten vindt
namelijk stoomvorming
plaats.
1-2
MINUTEN NAGAARTIJD ZORGT
ALTIJD VOOR EEN BETER resul-
taat, met name bij bevroren
voedsel.
AUTOVERWARMEN
VOEDSEL TIPS
q
MAALTIJD OP BORD (250 g - 500 g)
B
EREID HET VOEDSEL overeenkomstig de bovenstaan-
de aanbevelingen.
Afgedekt verwarmen.
w
SOEP (200 g - 800 g)
O
NAFGEDEKT OPWARMEN in afzonderlijke kommen of
in één grote kom.
e
BEVROREN PORTIE (250 g - 500 g)
V
OLG DE AANWIJZINGEN OP DE VERPAKKING m.b.t.
ventilatie, inprikken enz.
r
DRANKEN (0,1 - 0,5 l)
O
NAFGEDEKT OPWARMEN en gebruik een metalen
lepel in een kom of mok.
t DIEPVRIESLASAGNE (250 g - 500 g)
P
LAATS HET GERECHT in een oven- en
magnetronbestendige schaal.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevo-
len gewicht, moet u de procedure voor “Bereiden en opwarmen met de magnetron" volgen.
17
SNEL ONTDOOIEN
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-TOETS tot u de functie Rapid Defrost heeft gevonden.
w
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
e
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de voedselcategorie te selecteren. (“FOOD” en de voedselcatego-
rie worden weergegeven).
r
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
t
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het gewicht in te stellen.
y
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
u
DRUK OP DE STARTTOETS.
e
t
w
r
y
q
u
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het ont-
dooien van vlees, gevogelte, vis,
groente en brood.
Rapid Defrost mag alleen worden
gebruikt als het nettogewicht tus-
sen 100 g- 2,5 kg ligt.
P
LAATS HET VOEDSEL altijd op het gla-
zen draaiplateau.
18
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET VOEDSEL EEN HOGERE TEMPERATUUR HEEFT dan de diepvrie-
stemperatuur (-1C), moet een lager voedselgewicht wor-
den gekozen.
ALS HET VOEDSEL EEN LAGERE TEMPERATUUR HEEFT dan de diep-
vriestemperatuur (-18°C), moet een hoger voedselgewicht
worden gekozen.
GEWICHT:
VOOR DEZE FUNCTIE MOET het nettogewicht van het voedsel
bekend zijn. De oven berekent daarna automatisch de be-
nodigde tijd om het ontdooi-/bereidingsproces te voltooien.
A
LS HET GEWICHT LAGER OF HOGER IS DAN HET AANBEVOLEN GEWICHT: Volg de
werkwijze voor “Bereiden en opwarmen met de magnetron en kies
160 W voor het ontdooien.
SNEL ONTDOOIEN
VOEDSEL TIPS
q VLEES (100 g - 2,0 kg)
Gehakt, koteletten, biefstuk of braadvlees.
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
w GEVOGELTE (100 g - 2,5 kg)
Hele kip, in stukken of filets.
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
e VIS (100 g - 1,5 kg)
Heel, moten of filets.
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
r GROENTEN (100 g - 1,5 kg)
Gemengde groenten, doperwten, broccoli enz.
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
t BROOD (100 g - 1,0 kg)
Heel brood, zoete broodjes en kadetjes.
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevo-
len gewicht, moet u de procedure voor "Bereiden en opwarmen met de magnetron" aanhouden
en 160 W kiezen voor het ontdooien.
19
AUTOCRISP
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-TOETS tot u de Auto Crisp-functie heeft gevonden.
w
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
e
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de voedselcategorie te selecteren. (“FOOD” en de voedselcatego-
rie worden weergegeven).
r
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
t
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het gewicht in te stellen.
y
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
u
DRUK OP DE STARTTOETS.
GEBRUIK DEZE FUNCTIE OM uw voedsel
snel van diepvries- tot serveer-
temperatuur op te warmen.
AUTO CRISP WORDT ALLEEN GEBRUIKT
voor kant-en-klare diepvriespro-
ducten.
q
e
t
w
r
y
u
VOEDSEL TIPS
q
FRITES (200 g - 500 g)
V
ERDEEL DE FRITES gelijkmatig over de crisp-
plaat. Indien gewenst, bestrooien met zout.
ROER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
w
PIZZA, dunne bodem (200 g - 600 g)
V
OOR PIZZA'S met een dunne bodem.
e
PANPIZZA (300 g - 800 g)
V
OOR PIZZA'S met een dikke bodem.
r
KIPPENVLEUGELS (200 g - 500 g)
V
OOR KIPNUGGETS bestrijkt u de crispplaat met
olie en stelt u de gaarheid in op Lo 2.
DRAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
t
QUICHE (200 g - 500 g)
V
OOR QUICHES en hartige taarten.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL is genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevolen
gewicht, moet u de procedure voor "Bereiden en opwarmen met de magnetron" aanhouden.
20
AUTO SOFT
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-TOETS tot u de Auto Soft-functie heeft gevonden.
w
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
e
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de voedselcategorie te selecteren. (“FOOD” en de voedselcatego-
rie worden weergegeven).
r
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
t
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het gewicht in te stellen.
y
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
u
DRUK OP DE STARTTOETS.
q
e
t
w
r
y
u
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het zacht
laten worden van voedsel, om
het gemakkelijker te kunnen ver-
werken.
A
UTO SOFT WORDT GEBRUIKT voor
de voedingsmiddelen in onder-
staande tabel.
VOEDSEL TIPS
q
BOTER (50 g - 100 g)
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
ROER HET ook na het zachtworden.
w
MARGARINE (50 g - 100 g)
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
ROER HET na het zachtworden.
e
IJS (0,5 l - 1,0 l)
D
RAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
SERVEER HET SNEL voordat het verder smelt.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL is genoemd of dat minder of meer weegt dan het aan-
bevolen gewicht, moet u de procedure voor "Bereiden en opwarmen met de magne-
tron" aanhouden.
21
AUTO MELT
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-TOETS tot u de functie Auto-smelten heeft gevonden.
w
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
e
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de voedselcategorie te selecteren. (“FOOD” en de voedselcatego-
rie worden weergegeven).
r
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
t
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het gewicht in te stellen.
y
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
u
DRUK OP DE STARTTOETS.
q
e
t
w
r
y
u
GEBRUIK DEZE FUNCTIE om voedsel
eenvoudig te laten smelten zon-
der spatten.
A
UTO MELT WORDT GEBRUIKT voor
de voedingsmiddelen in onder-
staande tabel.
VOEDSEL TIPS
q
BOTER (50 g - 200 g)
R
OER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
ROER OOK na het smelten.
w
MARGARINE (50 g - 200 g)
R
OER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
ROER OOK na het smelten.
e
CHOCOLADE (50 g - 200 g)
B
REEK de chocolade in kleinere stukjes.
ROER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
ROER OOK na het smelten.
LET OP: bij chocolade met een hoog
cacaogehalte is Gaarheidsniveau high (+2)
nodig
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL is genoemd of dat minder of meer weegt dan het aan-
bevolen gewicht, moet u de procedure voor "Bereiden en opwarmen met de magnetron"
aanhouden.
22
AUTOBEREIDEN
GEBRUIK DEZE FUNCTIE UITSLUITEND
om voedsel te bereiden. Auto
cook mag alleen worden gebruikt
voor de voedselcategorieën in
de tabel.
P
LAATS HET VOEDSEL op een bord of
schaal (magnetronbestendig en
ovenvast).
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-TOETS tot u de functie Auto cook heeft gevonden.
w
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
e
DRUK OP DE +/- TOETSEN om de voedselcategorie te selecteren. (“FOOD” en de voedselcatego-
rie worden weergegeven).
r
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
t
DRUK OP DE +/- TOETSEN om het gewicht in te stellen.
y
DRUK OP DE OK-TOETS om uw selectie te bevestigen.
u
DRUK OP DE STARTTOETS.
e
w
r
q
y
t
u
23
PLASTIC FOLIE moet worden in-
geprikt met een vork
om de druk op te hef-
fen en zo openbar-
sten te voorkomen.
Tijdens het verhitten
vindt namelijk stoom-
vorming plaats.
AUTOBEREIDEN
GROENTEN UIT BLIK: Maak het blik altijd open en
giet de inhoud in een magnetronbesten-
dige schaal. Verwarm de groenten nooit
in het blik zelf.
K
OOK verse en ingevroren groenten of
groente uit blik altijd afgedekt.
AANBEVOLEN GEWICHT
q
GEBAKKEN AARDAPPELEN (200 g - 1 kg)
P
RIK DE AARDAPPELEN IN en doe ze in een
ovenvaste en magnetronbestendige schaal.
Draai de aardappelen om wanneer de oven
een pieptoon geeft. Houd er rekening mee dat
de oven, de schaal en het voedsel heet zijn.
DRAAI HET VOEDSEL als de oven dit aangeeft.
w
VERSE GROENTEN (200 g - 800 g)
S
NIJD DE GROENTE in stukken van gelijke
grootte. Voeg 2 tot 4 eetlepels water toe en
dek de groente af. Omroeren wanneer de
oven een pieptoon geeft.
R
OER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
e
DIEPVRIESGROENTEN (200 g - 800 g)
M
ET DEKSEL BEREIDEN. Omroeren wanneer de
oven een pieptoon geeft.
ROER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
r
GROENTEN UIT BLIK (200 g - 600 g)
B
EREIDEN IN EEN MAGNETRONBESTENDIGE SCHAAL
met deksel.
t
POPCORN (100 g)
B
EREID SLECHTS ÉÉN ZAK per keer. Wanneer u
meer popcorn nodig hebt, bereidt u de zak-
ken één voor één.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL is genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevolen
gewicht, moet u de procedure voor "Bereiden en opwarmen met de magnetron" aanhouden.
24
ONDERHOUD EN REINIGING
NORMAAL GESPROKEN IS SCHOONMAKEN de enige
vorm van onderhoud die nodig is.
GESCHIKT VOOR DE VAATWASMACHINE:
PLATEAUDRAGER.
G
LAZEN DRAAIPLATEAU.
CRISPHANDGREEP.
A
LS DE OVEN niet goed wordt schoongehouden,
kan dit tot aantasting van het ovenoppervlak
leiden, wat de levensduur van het apparaat
kan verkorten en mogelijk tot gevaarlijke situa-
ties kan leiden.
G
EBRUIK GEEN SCHUURSPONSJES,
SCHUURMIDDELEN, sponsjes
van staalwol, ruwe doe-
ken e.d.; deze kunnen het
bedieningspaneel en het oppervlak van de
binnen- en buitenkant van de oven beschadi-
gen. Gebruik een spons met een mild schoon-
maakmiddel of een tissue met een spray die
geschikt is voor het schoonmaken van glas.
Sproei het schoonmaakmiddel op de tissue.
SPRAY NIET direct op de oven.
V
ERWIJDER REGELMATIG, vooral als u ge-
morst heeft, het draaiplateau en
de plateaudrager en maak de
bodem van de magnetron goed
schoon.
D
EZE OVEN IS ONTWORPEN om met draaiplateau te
worden gebruikt.
G
EBRUIK DE MAGNETRON NIET wanneer u het
draaiplateau eruit heeft genomen om
het schoon te maken.
G
EBRUIK EEN MILD SCHOONMAAKMIDDEL, water en
een zachte doek om de ovenruimte, voor- en
achterkant van de deur en de deursponning
schoon te maken.
Z
ORG ERVOOR DAT ER GEEN VET- of voedselres-
ten in de deursponning achterblijven.
G
EBRUIK GEEN SCHOONMAAKAPPARATEN DIE MET
STOOM WERKEN wanneer u de magnetron
schoonmaakt.
U
HEEFT GEEN LAST VAN LUCHTJES als u regelma-
tig een kopje water met wat citroensap op het
draaiplateau plaatst en dit enkele minuten laat
koken.
I
N GEVAL VAN HARDNEKKIGE vlekken laat u geduren-
de 2 of 3 minuten een kopje water in de oven
koken. Vuil laat zich door de stoomvorming
makkelijker verwijderen.
ZORGVULDIGE REINIGING:
D
E CRISPPLAAT moet worden afge-
wassen in water met een
mild afwasmiddel. Sterk ver-
vuilde delen kunnen wor-
den schoongemaakt met een
schuursponsje en een mild schoonmaakmid-
del.
LAAT DE CRISPPLAAT ALTIJD afkoelen voordat u
deze schoonmaakt.
DOMPEL DE CRISPPLAAT NIET onder in water
en spoel de crispplaat niet af wanneer
deze heet is. Door snelle afkoeling kan
de crispplaat beschadigen.
GEBRUIK GEEN STAALWOLLEN SPONSJES. Deze
kunnen krassen veroorzaken op het op-
pervlak.
H
ET GRILLELEMENT hoeft niet gereinigd te worden
omdat de intense hitte vetspatten afbrandt,
maar het plafond van de oven moet wel re-
gelmatig gereinigd worden. Dit moet gebeu-
ren met warm water, reinigingsmiddel en een
spons. Als de grill niet regelmatig wordt ge-
bruikt, moet deze 10 minuten per maand wor-
den ingeschakeld om spatten af te branden,
om zo het risico op brand te voorkomen.
25
STORINGEN OPSPOREN
ALS DE OVEN NIET WERKT, bel dan pas de klanten-
service als u gecontroleerd heeft of:
Het draaiplateau en de drager van het
draaiplateau op hun plaats zitten.
De stekker goed in het stopcontact zit.
De deur goed gesloten is.
De zekeringen in orde zijn en er stroom is.
De oven voldoende ventilatie heeft.
Wacht 10 minuten en probeer dan de oven
opnieuw te laten werken.
Open en sluit de deur voordat u het op-
nieuw probeert.
ZO KUNT U ONNODIGE kosten besparen.
Als u de klantenservice belt, dient u het se-
rienummer en het typenummer van de oven
door te geven (zie het serviceplaatje). Raad-
pleeg het garantieboekje voor nadere infor-
matie.
A
LS HET NETSNOER MOET WORDEN VERVANGEN ,
moet dat gebeuren met een
origineel exemplaar, dat ver-
krijgbaar is via onze klan-
tenservice. Het netsnoer
mag uitsluitend door een be-
voegde onderhoudsmonteur
worden vervangen.
O
NDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MO-
GEN UITSLUITEND DOOR EEN BEVOEGDE
ONDERHOUDSMONTEUR WORDEN UIT-
GEVOERD. Het is gevaarlijk voor
ongetrainde personen om on-
derhoudswerkzaamheden of
reparaties uit te voeren waarbij
beschermkappen moeten worden verwij-
derd die bescherming bieden tegen bloot-
stelling aan de energie van microgolven.
VERWIJDER GEEN BESCHERMKAPPEN.
26
I
N OVEREENSTEMMING MET IEC 60705.
DE INTERNATIONALE ELEKTROTECHNISCHE COMMISSIE heeft een standaard ontworpen voor het vergelij-
kend testen van verwarmingsprestaties van verschillende magnetronovens. Voor deze oven advi-
seren wij het volgende:
I
IN
IN
O
O
VE
VE
RE
RE
EN
EN
ST
ST
EM
EM
MI
MI
NG
NG
M
M
ET
ET
I
I
I
EC
EC
EC
6
6
6
07
07
07
05
05
05
.
GEGEVENS VOOR HET TESTEN VAN DE VERWARMINGSPRESTATIES
TECHNISCHE SPECIFICATIES
VOEDINGSSPANNING 230 V/50 HZ
NOMINAAL INGANGSVERMOGEN 2300 W
Z
EKERING 10 A
U
ITGANGSVERMOGEN MAGNETRON 1000 W
G
RILLEN 800 W
A
FMETINGEN BUITENKANT (HXBXD) 385 X 595 X 468
A
FMETINGEN BINNENKANT (HXBXD) 200 X 405 X 380
Test Hoeveelheid Geschatte tijdsduur Vermogen Ovenschaal
12.3.1 1000 g 11 min 750 W Pyrex 3.227
12.3.2 475 g 5 min 750 W Pyrex 3.827
12.3.3 900 g 15 min 750 W Pyrex 3.838
13.3 500 g 2 min 12 sec Snel ontdooien
27
28
Whirlpool Sweden AB
NL
4619- 694- 70791
MILIEUTIPS
DE VERPAKKING kan volledig worden
gerecycled, zoals wordt aange-
geven door het recycling-
symbool. Voor de verwerking
dienen de plaatselijke voor-
schriften te worden nageleefd.
Houd verpakkingsmateriaal (plas-
tic zakken, polystyreen enz.) buiten het bereik
van kinderen.
D
IT APPARAAT is voorzien van het merkteken vol-
gens de Europese richtlijn 2002/96/EC inzake
Afgedankte elektrische en elektronische ap-
paraten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen die anders zouden kunnen wor-
den veroorzaakt door een onjuiste verwerking
van dit product.
H
ET SYMBOOL op het pro- duct of op de bij-
behorende documentatie
geeft aan dat dit product
niet als huishoudelijk afval
mag worden behandeld. In
plaats daarvan moet het wor-
den afgegeven bij een verza-
melpunt voor recycling van
elektrische en elektroni-
sche apparaten.
A
FDANKING moet worden
uitgevoerd in overeen-
stemming met de plaatse-
lijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
VOOR NADERE INFORMATIE over de behandeling, te-
rugwinning en recycling van dit product wordt
u verzocht contact op te nemen met het stads-
kantoor in uw woonplaats, uw afvalophaal-
dienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
SNIJD DE VOEDINGSKABEL VAN HET APPARAAT DOOR
voordat u het apparaat afdankt, zodat het on-
bruikbaar wordt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Bauknecht EMCCD 6231 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor