Zoppas ZOP34X Handleiding

Type
Handleiding
BEDIENUNGSANLEITUNG (Teil 1) 2
MODE D’EMPLOI (Partie 1) 9
GEBRUIKSAANWIJZING (Deel 1) 16
GESCHIRRSPÜLER
LAVE-VAISSELLE
AFWASAUTOMAAT
152981 11/3
F
NL
D
3 01/02
Installatie
Indien u tijdens de aflevering een schade aan het apparaat
hebt vastgesteld, meldt u dit dan, voor u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit apparaat of
de eigenschappen daarvan te veranderen.
Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaatsen
het apparaat niet op het aansluitsnoer staat.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische
huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit
apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe-
en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie
van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden.
Raak het verwarmingselement niet aan tijdens of direct na
het afwerken van het programma.
Indien het installatievoorschrift aangeeft dat het apparaat
aan het keukenmeubel moet worden vastgeschroefd dan
moet u zich daaraan houden om te voorkomen dat het
voorover kiept als de beladen onderkorf op de deur staat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door
volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te
laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken.
Houd alle verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen.
Houd afwasmiddel, glansmiddel en speciaal zout uit de
buurt van kinderen.
Tijdens het gebruik
De afwasautomaat is bedoeld en gemaakt voor het
afwassen van huishoudelijk kook-, eet- en drinkgerei.
Attributen welke bevuild zijn met verf, chemicaliën,
agressieve zuren en dergelijke, mogen niet in de
afwasautomaat.
Tenzij de gebruiksaanwijzing anders vermeldt,mag tijdens
het in werking zijn de vuldeur niet geopend worden; mocht
dat onverhoopt toch gebeuren, schakel het apparaat dan
voortijds geheel uit, eventueel door de steker uit de
wandcontactdoos te nemen.
Gebruik alleen speciale afwasmiddelen voor huishoud-
afwasmachines.
Sluit na gebruik altijd direct de vuldeur, teneinde te
voorkomen dat iemand over de openstaande deur struikelt.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
Schakel, tenzij de gebruiksaanwijzing anders aangeeft,
het apparaat na gebruik volledig uit en draai de
watertoevoerkraan dicht. Het verdient aanbeveling om
het apparaat door middel van een tegen barsten
beveiligde toevoerslang op de waterkraan aan te
sluiten. Een stijve polyethyleen slang is barstbestendig.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de binnenkant
van de machine. U zou zich kunnen bezeren aan
uitstekende metalen delen.
Tracht in geval van een storing of defect, dit apparaat
niet zelf te repareren.Reparaties welke door niet
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Afdanken
Materiaal met symbool kan gerecycled worden.
Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het
weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet, onbruikbaar.
Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting.
Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of
waar u het moet bezorgen, teneinde er zeker van te zijn dat
het apparaat zorgvuldig verschrot wordt.
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan
iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient
de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het
apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
16
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 16
Vóór het in gebruik nemen 17
Waterontharder instellen 17
Glansmiddel 18
Afwasmiddel 18
Praktische tips voor het afwassen 19
Onderhoud 20
Herstel van eenvoudige storingen 21
Installatie 22
Watertoevoer 22
Waterafvoer 22
Elektrische aansluiting 22
Inhoud
Waarschuwingen en belangrijke adviezen
Dit apparaat voldoet aan de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap:
- 73/23/EG van 19/02/73 (Laag spanning) en daaropvolgende wijzigingen;
- 89/336/EG van 03/05/89 (Elektromagnetische compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen.
17
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u:
1. controleren of de machine volgens de aanwijzingen is
aangesloten
2. alle transportbeveiligingen uit de machine verwijderen
3. de waterontharder instellen
4. 1 liter water in het zoutreservoir gieten en het dan met zout
vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
6. start het programma "Voorspoelen"
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch werkende
ontharder die kalkafzetting op het servies en in de machine
voorkomt. Hoe meer kalk het leidingwater bevat, des te harder
is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende schalen (zie
tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke waterhardheid in.
Informatie daarover kunt u krijgen bij het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 2 ingesteld. Als de
waterhardheid is uw woonplaats afwijkt, moet u de ontharder
verstellen.
*
Als de hardheid van het leidingwater onder het
hardheidsbereik dat overeenstemt met stand "1" ligt, dan
hoeft u geen zout te gebruiken omdat het water al zacht is.
Regel de waterontharder op stand "1", maar gebruik geen
zout. In dit geval (alleen voor modellen met controlelampje)
brandt het lampje "zout bijvullen" op het bedieningspaneel
voortdurend wanneer de afwasmachine aan staat.
Waterontharder verstellen
- M.b.v. een geldstuk of schroevendraaier de knop links
boven aan de voorzijde van de machine op de juiste
stand instellen.
Zoutreservoir vullen
Voordat u het toestel in gebruik neemt, moeten het
zoutreservoir en het glansmiddelreservoire gevuld worden.
Tijdens het gebruik moeten ze van tijd tot tijd worden bijgevuld.
Houd de reinigingsmiddelen en het zout altijd uit de buurt van
kinderen!
Gebruik alleen speciaal zout voor afwasmachines.
Alle andere soorten zout, vooral tafelzout, beschadigen de
waterontharder. Zout dat tijdens het vullen van het vat
wordt
gemorst kan corrosie bevorderen.Vul daarom alleen kort
voor het begin van een afwasprogramma zout bij.
Vullen:
1. Draai de dop van het zoutreservoir.
2. Giet 1 liter water in het zoutreservoir (dat is alleen voor het
eerste gebruik nodig).
3. Vul m.b.v. de trechter het zoutreservoir.
4. Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water
overloopt.
5. Verwijder gemorst zout van het schroefdraad en de dop.
6. Draai de dop weer stevig vast
.
Na de eerste vulling, hoeft u alleen maar regelmatig zout bij te
vullen.
De wijze waarop wordt aangegeven dat er zout bijgevuld moet
worden, hangt af van het model afwasmachine:
A) Het zoutvat moet regelmatig bijgevuld worden.De dop
heeft daarvoor in het midden een indicativenstertje.
Als het zoutvat gevuld is, is er een groene markering
te zien. Als het zout op is, is deze markering bijna
verdwenen. U weet dan dat u zout moet bijvullen.
B) Om u eraan te herinneren dat u moet bijvullen, brandt
het controlelampje.
Het speciale lampje zout bijvullen op het
bedieningspaneel blijft, als de afwasmachine
ingeschakeld is, nog 2 à 6 uur branden, nadat het zout is
bijgevuld. Bij gebruik van langzaam smeltend zout kan het
nog langer duren. Dit heeft echter geen negatieve invloed
op de werking van het apparaat.
C) Alleen voor modellen zonder zoutindicator:
Wij raden u aan, na 50 afwasprogrammes zout
bijtevullen. Deze berekning is baseert op een
gemiddelde waterhardheid van 3.
Het is normaal dat tijdens het zout vullen het water overloopt.
Waterhardheid
0 - 4
5 - 11
12 - 22
23 - 34
35 - 45
46 - 50
*
1
2
3
4
5
NEE
JA
JA
JA
JA
JA
in °dH
Stand
zout
gebruiken
2
AA05
1
3
5
4
2
Vóór het in gebruik nemen
SR11
18
Glansmiddel
Het glansmiddel is een "waterontspanner".
Het wordt, automatisch, vóór het drogen aan het spoelwater
toegevoegd.
De glansmiddelhouder, in de binnendeur, heeft een inhoud van
circa 110 ml. Dat is, al naar gelang de doseer-instelling,
voldoende voor 16 tot 40 afwasbeurten.
Vullen van de glansmiddelhouder
1. Draai de dop (A), linksom, van de houder.
2. Giet het glansmiddel in de houder tot de indicator (B)
geheel donker (vol) is.
(alleen voor modellen met controlelampje)
- Zodra het controlelampje op het bedieningspaneel gaat
branden, moet u glansmiddel bijvullen.
Draai de dop weer op de houder.
Giet nooit afwasmiddel in de glansmiddelhouder.Veeg gemorst
glansmiddel altijd met een doekje weg, anders wordt tijdens
het afwassen te veel schuim gevormd.
Dosering
De instelling van de dosering is afhankelijk van de bereikte
glans en van het droogresultaat. In de vulopening van de
glansmiddelhouder vindt u een zes-standen regelschijfje en de
markeringen 1 tot 6 (stand 1 is laagste, stand 6 hoogste
dosering).
Het beste is met stand 3 te beginnen.
Het schijfje (C) kunt u met een schroevendraaier of een mes
verdraaien.
Verhoog de dosering als op het serviesgoed druppels of
druppelvlekken achterblijven.Verlaag de dosering als het
serviesgoed witte, kleverige strepen vertoont.
Afwasmiddel
Gebruik uitsluitend speciale middelen voor huishoud-
afwasmachines.
Afwasmiddel doseren
Handel als volgt als u afwaspoeder gebruikt:
1. Open het afwasmiddelbakje door aan het palletje (D) te
trekken.
2. Doseer afwasmiddel volgens de aanwijzingzn in de
programmatabel (zie Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Lees ook de aanwijzingen op de verpakking van het
afwasmiddel.
3. Sluit het dekseltje.
4. Voor een programma met voorspoelen moet u ook een
kleine hoeveelheid afwasmiddel bovenop het klepje strooien
(zie Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Handel als volgt als u afwastabletten gebruikt:
1. Leg voor ieder programma 1 hele tablet in het
afwasmiddelbakje.
2. Sluit het dekseltje.
3. Leg voor programma’s met voorspoelen een stuk van
een andere tablet op het deksel van de afwasmiddelbakje.
Als u onvoldoende afwasmiddel doseert, veroorzaakt dat
een slecht afwasresultaat.Te veel afwasmiddel geeft geen
beter resultaat, maar alleen onnodige verspilling en belast
het milieu.
BIO-programma’s - fosfaatvrije
afwasmiddelen met enzymen
Dit model afwasmachine biedt u naast de traditionele
programma’s ook nieuwe Bio-programma’s, die speciaal voor
deze nieuwe geconcentreerde wasmiddelen zijn ontworpen.
Temperatuur en duur van deze programma’s zijn gekozen om
een optimale werking van de enzymen te bevorderen.Met
50°C-programma’s (indien aanwezig) bereikt u dezelfde
resultaten als met een 65°C-programma met traditionele
wasmiddelen.
BR01
BR03
BR02
DE17
DE02
19
Voor een goed resultaat
Potten, pannen, kopjes, glazen en dergelijke altijd met de
opening naar beneden.
In principe plaatst u alles scheef in de korven opdat het
afwaswater niet langs maar op en in het serviesgoed wordt
gesproeid.
Aangekoekte en aangebrande pannen moeten eerst worden
afgespoeld.
Lange messen en lepels horizontaal, bij voorkeur in de
bovenste korf.
Hoe minder het serviesgoed tegen elkaar staat hoe beter het
afwasresultaat.
Staat er echter heel licht, bijvoorbeeld kunststof, serviesgoed
tussen, probeer dan een zodanige opstelling dat de lichte
stukken niet van hun plaats kunnen worden gesproeid.
Water-, tijd- en energiebesparing
Het is niet nodig om normaal vuil serviesgoed en bestek eerst
onder de stromende kraan voor te spoelen. Plaats na de
maaltijd alles meteen in de machine en kies eventueel het
voorspoelen programma (zie het programma-overzicht). Dat
zorgt ervoor dat de resten alvast wat weggespoeld worden.Zet
alleen een goed gevulde machine in werking.
Niet alles is geschikt voor machinaal
afwassen
Tenzij de fabrikant van het artikel anders aangeeft, zijn de
volgende artikelen in de regel niet voor machinaal afwassen
geschikt:
Bestek met houten of hoornen aangelijmde grepen.
Houten borden en schalen, ongeglazuurde aardewerk en
handbeschilderd porselein. Decoraties op porselein kunnen
vervagen of verdwijnen.
Kristal en kunststof.
Indien niet uitdrukkelijk door de fabrikant aangegeven is dat
het artikel afwasmachinebestendig is, kunt u het beter met de
hand afwassen.Mocht u ze toch in de machine willen wassen,
plaats ze dan in de bovenste korf en kies een snel programma.
Na vele keren in de machine afwassen kunnen sommige
glassoorten mat worden.
Zilver bestek kan uitstekend in de machine afgewassen
worden, onder voorbehoud dat het tijdens het afwassen niet
met andere metalen in aanraking kan komen.
IJzer of gietijzer kan roest veroorzaken, waardoor andere
voorwerpen verkleuren.
Aluminium verkleurt.Koper, tin en messing kunnen vlekken
gaan vertonen.
Bij aankoop van nieuw serviesgoed
Onder glazuur gebakken motiefjes op serviesgoed van
porselein of aardewerk kunnen in de machine gewassen
worden, terwijl op glazuur gebakken motiefjes op den duur
verbleken.
Ook goudversieringen kunnen tegenwoordig in de machine. Zij
moeten wel van een garantiemerk van de fabrikant voorzien zijn.
Kies altijd serviesgoed met een vlakke bodem, zodat er geen
water in kan blijven staan (glazen, kopjes, kommen...).
Praktische tips voor het afwassen
20
Binnenkant van de machine
Maak de deurafdichting, de afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Reiniging van de afvoerzeef
(Na iedere afwasbeurt)
Voedselresten kunnen zich in de bodemzeef (A) ophopen;
daarom dient u de zeef regelmatig onder stromend water
schoon te maken.
U tilt de zeef met behulp van het handgreepje uit de machine.
Na het reinigen klikt u de zeef weer in de machinebodem terug.
Reiniging van de bodemzeef
(iedere week)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan beide kanten
onder stromend water met een borsteltje schoon.
Grote zeef losnemen:
1. Verwijder hiertoe de sproeiarm door deze omhoog te trekken.
2. Draai het asje (C) 90° naar links en haal de zeef uit de
machine.
3. Na het reinigen de zeef in omgekeerde volgorde weer
terugplaatsen.
4. Controleer of de zeef weer goed op z’n plek zit.De
hendel moet naar de voorkant van het toestel wijzen.
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats
zitten. Het is belangrijk de zeven te reinigen om een goede
werking van de machine te garanderen.
Buitenkant van het apparaat
Reinig de buitenkant van de machine en het bedieningspaneel
met een vochtig doekje. In geen geval agressieve
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken.Mocht dat toch
het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan
dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Als de machine langere tijd buiten
gebruik is
Wordt de machine voor langere tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Steker uit het stopcontact nemen.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van een
onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Steker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan losschroeven en
leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop blijft
staan.
Onderhoud
A
MA04
MA19
C
90°
B
MA05
MA20
MA21
MA18
21
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen.Wij adviseren u eerst onderstaande tabel te raadplegen
voordat u de servicedienst belt.
Storing Oplossing
De machine start niet De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De groepzekering is defect.
De machine neemt geen water in
De kraan is dichtgedraaid.
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De zeven zijn verstopt
Maak de zeven schoon (zie "Onderhoud").
De sproeiarmen draaien niet. Controleer of het servies goed staat
opgesteld.
De machine pompt niet af
De afvoerslang is geknikt.
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk dicht
De machine staat niet waterpas of is niet op de juiste wijze ingebouwd.
Het afwasresultaat is niet goed
De korven zijn te vol beladen.
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet draaien.
Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen is of zijn verstopt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water (inspoelbak).
Een of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is teoud en/of te
klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutvat zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de aard en/of
hoeveelheid van de bevuiling.
Kalkvlekken, strepen, waas op het
Kijk in alle gevallen naar zowel het zoutvat als de glansmiddelhouder.
serviesgoed In beide moet voldoende aanwezig zijn.
De afwas is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het programma te lang in de
machine gebleven.
Kunt u de oorzaak van een storing niet zelf opsporen en
verhelpen, belt u dan de servicedienst. Houd merk en
modelnummer van uw machine bij de hand; de servicedienst
zal u erom vragen.U vindt het merk en modelnummer op het
typeplaatje van de machine.
Belangrijk!
Reparaties aan electrische toestellen mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele
onderdelen worden gebruikt.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s
voor de gebruiker leiden.
Herstel van eenvoudige storingen
Prod.No.
........
Ser. No.
.........
Mod.
........
RA01
22
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij
aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
De machine mag met zowel een zijwand als de achterkant
tegen een muur staan.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 60°C,
aangesloten worden (zie "Technische gegevens"
Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Wij adviseren u echter dat niet te doen omdat dan de
afwasresultaten niet altijd goed zullen zijn en daarnaast ook de
koude spoelgangen met warm water gebeuren, zodat van
besparing nauwelijks sprake is.
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de
noodzakelijke opwarmtijd ontbreekt.Dat is echter tevens één
van de redenen waarom, met name bij sterk bevuilde afwas,
de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op een kraan
met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer met
snelaansluiting (press block).
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de waterstroom
niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de technische
gegevens vermelde waarde overschrijdt.
Belangrijk!
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet tijdens het
op z'n plaats schuiven van de machine. De slang mag niet
verlengd worden.U kunt echtr wel een langere, complete en
voor dit doel gemaakte slang kopen.
Alleen voor toevoerslangen die geleverd zijn met een zeefje!
Let erop dat het zeefje (A) goed op z’n plek zit.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet
kan wegglijden.
2. In een gootsteen, gebruik daarvoor de meegeleverde
slanghouder (indien aanwezig).
3. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter min.4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm (min.) en
100 cm (max.) boven de onderkant van het toestel liggen. De
afvoerslang kan links of rechts van de afwasmachine gedraaid
worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer dan 2
meter zijn en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan die
van de oorspronkelijke afvoerslang. Ook de binnendiameter
van de koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de
afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
Let op!
Al onze afwasmachine zijn voorzien van een
beveiliging die verhindert dat afvalwater in de
machine kan terugstromen. Als de sifon (afvoerpijp,
zwanenhals) van de gootsteen is voorzien van een
eenrichtingsklep, dan kan deze klep de waterlozing van de
afwasmachine storen.
Daarom raden wij aan de klep te verwijderen.
Elektrische aansluiting
De machine is gemaakt voor 230V met een frequentie van 50
Hz. Het gebruik op 60Hz (verhuizing naar dienovereenkomstig
land) is uitgesloten, daar de machine met synchroonmotoren
uitgerust is.
De aansluitwaarde is circa 2,30 kW, hetgeen een
groepzekering van minimaal 10A vereist.
De machine is voorzien van een 3-aderig aansluitsnoer en een
steker met aardcontacten.
De steker mag u alleen plaatsen in een stopcontact met
(aangesloten en functionerende) aardcontacten. De
aardverbinding dient deugdelijk te zijn.
Het stopcontact dient altijd bereikbaar te zijn, ook nadat de
machine onder- of ingebouwd is.
Indien het aansluitsnoer te kort blijkt te zijn, laat dan de
installateur het betreffende stopcontact verplaatsen of een
langer, op de aansluitwaarde van de machine aangepast,
aansluitsnoer aan de machine monteren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan deze
veiligheidsvoorschriften.
Installatie
CA17
A
CA02
CA16
A
CA03
min 30 cm
max 100 cm
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
CS09
2
31
max 100 cm
CS14
min 30 cm
max 100 cm
+ 2 m max
Ø 18
Ø 21
23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Zoppas ZOP34X Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren