KSV36AW41/11

Bosch KSV36AW41/11 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Bosch KSV36AW41/11 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
de Gebrauchsanleitung
en Instruction for Use
fr Mode d’emploi
it Istruzioni per I´uso
nl Gebruiksaanwijzing
KSV..
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen .................................. 67
Aanwijzingen over de afvoer .............. 70
Omvang van de levering .................... 71
De juiste plaats ..................................... 71
Let op de omgevingstemperatuur en
de beluchting ........................................ 72
Apparaat aansluiten ............................ 72
Kennismaking met het apparaat ....... 73
Apparaat inschakelen ......................... 74
Instellen van de temperatuur ............. 75
Alarm function ...................................... 75
Netto-inhoud .......................................... 75
De koelruimte ....................................... 75
Superkoelen .......................................... 77
Uitvoering .............................................. 77
Sticker „OK” .......................................... 78
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen ..................................... 78
Schoonmaken van het apparaat ...... 79
Verlichting (LED) .................................. 80
Energie besparen ................................ 80
Bedrijfsgeluiden ................................... 80
Kleine storingen zelf verhelpen ......... 81
Zelftest apparaat .................................. 82
Servicedienst ........................................ 82
nl
67
nlInhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en
het installatievoorschrift nauw-
keurig door. U vindt daarin
belangrijke informatie over plaat-
sing, gebruik en onderhoud van
het apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als de aanwij-
zingen en waarschuwingen in de
gebruiksaanwijzing niet in acht
worden genomen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing en het mon-
tagevoorschrift voor later
gebruik of voor een eventuele
latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvrien-
delijke maar brandbare koelmid-
del R600a. Let erop dat de
leidingen van het koelcircuit bij
het transport of de installatie
niet beschadigd worden. Koel-
middel dat naar buiten spuit kan
vlam vatten of tot oogletsel lei-
den.
Bij beschadiging
Open vuur of andere ontste-
kingsbronnen uit de buurt van
het apparaat houden;
Ruimte gedurende een paar
minuten goed luchten;
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact
trekken;
Contact opnemen met de
Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het
apparaat bevat, des te groter
moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld. In
een te kleine ruimte kan bij een
lek een ontvlambaar mengsel
van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het
vertrek minstens 1 m³ groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel
in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat.
nl
68
Als de aansluitkabel van het
apparaat beschadigd raakt,
moet deze worden vervangen
door de fabrikant, de klantenser-
vice of een andere gekwalifi-
ceerde persoon. Onvakkundige
installatie en reparaties kunnen
groot gevaar opleveren voor de
bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door de
fabrikant, de klantenservice of
een andere gekwalificeerde
persoon.
Er mogen alleen originele onder-
delen van de fabrikant gebruikt
worden. Alleen bij deze onder-
delen garandeert de fabrikant
dat ze aan de veiligheidseisen
voldoen.
Een verlengsnoer voor de aan-
sluitkabel mag uitsluitend via de
klantenservice worden aange-
schaft.
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in
het apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten,
elektrische ijsmaker etc.).
Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een
stoomreiniger ontdooien of
schoonmaken! De hete stoom
kan in de elektrische
onderdelen terechtkomen en
kortsluiting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
Gebruik geen puntige of
scherpe voorwerpen om een
laag ijs of rijp te verwijderen.
U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen.
Koelmiddel dat naar buiten
spuit kan vlam vatten oftot
oogletsel leiden.
Geen producten met brand-
bare drijfgassen (bijv. spuit-
bussen) en geen explosieve
stoffen in het apparaat
opslaan. Explosiegevaar!
nl
69
Plint, uittrekbare manden of
laden, deuren etc. niet als
opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Om te ontdooien of schoon te
maken: stekker uit het stop-
contact trekken resp. de zeke-
ring uitschakelen of
losdraaien. Altijd aan de stek-
ker trekken, nooit aan de aan-
sluitkabel.
Dranken met een hoog alco-
holpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewa-
ren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en deur-
dichtingen. Ze kunnen poreus
worden.
De be- en ontluchtingsopenin-
gen van het apparaat nooit
afdekken.
Vermijden van risico's voor
kinderen en kwetsbare
personen:
Kwetsbaar zijn
kinderen/personen met licha-
melijke, geestelijke of zintuige-
lijk beperkingen, evenals
personen die onvoldoende
kennis hebben over de veilige
bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en
kwetsbare personen begrijpen
wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid verant-
woordelijke persoon moet toe-
zicht houden op kinderen en
kwetsbare personen bij het
apparaat of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar
het apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud
toezicht houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
nl
70
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en
onderdelen ervan zijn geen
speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen
en folie!
Het apparaat is geen
speelgoed voor kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van
kinderen bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt om
levensmiddelen te koelen.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord
volgens EU richtlijn
2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de
veiligheidsbepalingen voor
elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg dat
de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat en
het verpakkingsmateriaal van het nieuwe
apparaat kunt (laten) afvoeren voor een
milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Euro-
pese richtlijn 2012/19/EU betref-
fende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equip-
ment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan
voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van
oude apparaten.
nl
71
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in
de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten
worden afgevoerd. Met het oog op een
doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit
tot het moment van transport niet
beschadigd worden.
Omvang van de
levering
Controleer na het uitpakken alle onder-
delen op eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
De juiste plaats
Elke droge, goed te ventileren ruimte is
geschikt. Het apparaat niet in de zon of
naast een fornuis, verwarmingsradiator
of een andere warmte bron plaatsen. Is
plaatsing naast een warmtebron niet te
vermijden, maak dan gebruik van een
isolerende plaat of neem de volgende
minimumafstanden tot de warmtebron
in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen
3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
De vloer op de plaats van opstelling mag
niet meegeven, vloer eventueel verstevi-
gen. Eventuele oneffenheden in de vloer
opheffen door er iets onder te leggen.
Afstand tot de wand
Afb. #
Het apparaat heeft geen wandafstand
aan de zijkant nodig. De laden en
legplateaus kunnen desondanks volledig
worden uitgeschoven.
Deuraanslag wisselen
(indien nodig)
Indien nodig: Wij raden u aan de deurop-
hanging door de Servicedienst te laten
verwisselen. De kosten voor het verwis-
selen van de deuraanslag kunt u opvra-
gen bij de Servicedienst in uw regio.
nl
72
m Waarschuwing
Tijdens het verwisselen van de deurop-
hanging mag het apparaat niet op het
elektriciteitsnet zijn aangesloten. Eerst
de stekker uit het stopcontact trekken.
Leg voldoende zacht materiaal op de
grond, om te voorkomen dat de achter-
kant van het apparaat beschadigd raakt.
Het apparaat voorzichtig op zijn rug leg-
gen.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat op de rug wordt
gelegd, mag de wandafstandhouder niet
gemonteerd zijn.
Let op de
omgevingstemperatuur
en de beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op het
typeplaatje, afb. 1.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel bin-
nen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse. Wan-
neer een apparaat uit klimaatklasse SN
wordt gebruikt bij een lagere binnentem-
peratuur, kunnen beschadigingen aan
het apparaat worden uitgesloten tot
een temperatuur van +5 °C.
Beluchting
Afb. $
De lucht aan de achterzijde van het
apparaat wordt warm. De verwarmde
lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de
koelmachine meer presteren. Waardoor
het energieverbruik toeneemt. De be en
ontluchtingsopeningen mogen dan ook
nooit worden afgedekt!
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het
apparaat”).
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
73
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Het apparaat aanslui-
ten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz wissel-
stroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet zijn beveiligd met een
zekering van 10 A tot 16 A.
Bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt op het typeplaatje con-
troleren of de aansluitspanning en de
stroomsoort overeenkomen met de waar-
den van uw elektriciteitsnet. U vindt deze
gegevens op het typeplaatje. Afb. 1
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden
aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoe-
dingsinverters en sinusinverters worden
gebruikt. Netvoedingsinverters worden
gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het
openbare elektriciteitsnet. Bij losstaande
systemen (bijv. op schepen of in berghut-
ten) die geen rechtstreekse aansluiting
op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
1–5 Bedieningselementen
6 Verlichting (LED)
7 Glasplaat
8 Dooiwaterafvoergootje
9 Groentelade
10 Schroefvoetjes
11 Boter en kaasvak
12* Eierrekje
13 Voorraadvak in de deur „EasyLift”
14 Vak voor grote flessen
nl
74
Bedieningselementen
Afb. "
Apparaat inschakelen
Afb. "
Het apparaat met de toets Aan/Uit 1
inschakelen.
De temperatuurindicatie 4 toont de
ingestelde temperatuur.
Het apparaat begint te koelen. De
verlichting is ingeschakeld wanneer
de deur open is.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Bewaar gevoelige levensmiddelen niet
warmer dan +4 °C.
Aanwijzingen bij het gebruik
Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje
rijp op de achterwand van de koel-
ruimte. U hoeft de dooiwaterdruppels
niet af te wissen of de rijp af te schra-
pen. De achterwand wordt automa-
tisch ontdooid. Het smeltwater wordt
in de smeltwatergoot opgevangen en
naar de koelmachine geleid, waar het
wordt verdampt.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan zich
condenswater vormen in de koel-
ruimte, vooral op glazen legplateaus.
Als dit het geval is, dient u de levens-
middelen verpakt te bewaren en een
lagere koelruimtetemperatuur te kie-
zen.
1 Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en uit
te schakelen.
2 Toets „super”
Dient voor het inschakelen van de
functie superkoelen (zie het
hoofdstuk Superkoelen).
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
4 Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
5 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
nl
75
Instellen van de
temperatuur
Afb. "
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
Alarm function
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend geluidssig-
naal) wordt ingeschakeld als de deur van
het apparaat langer dan twee minuten
openstaat. Door de deur te sluiten wordt
het alarmsignaal weer uitgeschakeld.
Alarm uitschakelen
Afb. "
De alarm-toets 5 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. 1
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor
het bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
In acht nemen bij het bewaren
Bewaar verse, onbeschadigde
levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit
en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en
afgevulde producten de door de
fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen, om aroma, kleur en
versheid te bewaren. Dit voorkomt
geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen en pas daarna
in het apparaat zetten.
nl
76
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen de
achterwand raken. Anders wordt de
luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
De koelste zone bevindt zich tussen
de aan de zijkant afgebeelde pijl en
de glasplaat eronder. Afb. %
Aanwijzing
Bewaar in de koudste zone gevoelige
levensmiddelen (bijv. vis, worst,
vlees).
De warmste zone bevindt zich boven-
aan in de deur en in de onderste
groentelade.
Aanwijzing
Bewaar bovenaan in de deur bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
Afb. &
De groentelade is de optimale plaats
voor het bewaren van vers fruit en verse
groente. Met een vochtigheidsregelaar
en een speciale afdichting kan de
luchtvochtigheid in de groentelade
worden aangepast. Hierdoor kunnen
vers fruit en verse groente tot tweemaal
zo lang worden bewaard als bij een
conventionele bewaarmethode.
De luchtvochtigheid in de groentelade
kunt u instellen afhankelijk van het soort
en de hoeveelheid bewaarde
levensmiddelen:
overwegend fruit en bij hoge belading
– lagere luchtvochtigheid
overwegend groente en bij gemengde
belading of geringe belading – hogere
luchtvochtigheid
Aanwijzingen
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
Afhankelijk van de soort en de hoe-
veelheid bewaarde levensmiddelen
kan zich condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater verwijde-
ren met een droge doek en de lucht-
vochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de voch-
tigheidsregelaar.
nl
77
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de
koelruimte ca. 15 uur zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het
superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is ingescha-
keld kunnen de bedrijfsgeluiden
toenemen.
In- en uitschakelen
Afb. "
Toets „super” 2 indrukken.
De toets brandt als het
superkoelsysteem is ingeschakeld.
Uitvoering
(niet bij alle modellen)
Glasplateaus
Afb. '
U kunt de plateaus en voorraadvakken
in de binnenruimte naar wens verplaat-
sen: Daartoe het legplateau uittrekken,
vooraan optillen en verwijderen.
Voorraadvak in de deur
Afb. (
Het plateau optillen en verwijderen.
Variabel legplateau
Afb. )
Het legplateau kan desgewenst omlaag
worden geklapt. Het legplateau naar
voren trekken, laten zakken en naar
achteren drukken.
Deze is geschikt voor het bewaren van
levensmiddelen en flessen.
Flessenrek
Afb. *
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden bewaard.
nl
78
Verstelbaar deur-legplateau
„EasyLift”
Afb. +
Het legplateau kan in de hoogte versteld
worden zonder dat het eruit gehaald
hoeft te worden.
De knoppen op de zijkant van het
legplateau gelijktijdig indrukken om het
legplateau naar beneden te verplaatsen.
Het kan naar boven worden verplaatst
zonder de knoppen in te drukken.
Flessenhouder
Afb. ,
De flessenhouder voorkomt dat de
flessen kantelen bij het openen en
sluiten van de deur.
Sticker „OK”
(niet bij alle modellen)
Met de „OK”-temperatuurcontrole kun-
nen temperaturen onder +4 °C worden
geregistreerd. Stel de temperatuur traps-
gewijs kouder in als de sticker niet „OK”
aangeeft.
Aanwijzing
Bij ingebruikneming van het apparaat
kan het tot 12 uur duren voor
de temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Apparaat uitschakelen
Afb. "
Toets Aan/Uit 1 indrukken.
De temperatuurindicatie 4 gaat uit en de
koelmachine wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Schoonmaken van het apparaat.
4. Deur van het apparat open laten.
nl
79
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride of
zuren bevatten.
Geen schuursponsjes gebruiken. Op
de metalen oppervlakken kan corrosie
ontstaan.
De legplateaus en voorraadvakken
mogen niet in de afwasmachine gerei-
nigd worden. Ze kunnen vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of
de zekering losdraaien resp.
uitschakelen!
3. Levensmiddelen verwijderen en op
een koele plaats bewaren.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een
zachte doek en lauw water met een
scheutje pH neutraal schoonmaakmid-
del. Het sop mag niet in de verlichting
terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
7. Het sop mag niet via het afvoergaatje
in het verdampingsgedeelte
terechtkomen.
8. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
9. Levensmiddelen weer aanbrengen.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd.
Glasplateaus eruit halen
Afb. '
Daartoe het plateau uittrekken, vooraan
optillen en verwijderen.
Legplateaus uit de deur nemen
Afb. (
Legplateaus optillen en verwijderen.
Bovenste groentelade eruit nemen
Afb. .
Groentelade tot aan de aanslag
uittrekken, vooraan optillen en
verwijderen.
Glasplateau boven de groentelade
verwijderen
Afb. -
Het glasplateau kunt u verwijderen en uit
elkaar nemen om het te reinigen.
Aanwijzing
De groentelade uittrekken voordat u het
glasplateau verwijderd.
Onderste groentelade eruit nemen
Afb. /
Groentelade tot aan de aanslag uittrek-
ken, vooraan optillen en verwijderen.
De groentelade aanbrengen door deze
op de rail te plaatsen en vast te laten
klikken.
Dooiwatergoot
Afb. 0
De dooiwatergoot en het afvoergat regel-
matig reinigen met wattenstaafjes o.i.d.,
zodat het dooiwater goed kan weglopen.
nl
80
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Het appa-
raat niet direct in de zon of in de buurt
van een warmtebron plaatsen zoals
een verwarmingsradiator of een for-
nuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Om een verhoogd stroomverbruik te
vermijden, moet de achterkant van het
apparaat af en toe worden gereinigd.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om
de geplande energieopname van het
apparaat te bereiken (zie montage-
handleiding). Een kleinere afstand tot
de muur heeft geen nadelige invloed
op de werking van het apparaat. Het
energieverbruik kan dan iets hoger
worden. De afstand van 75 mm mag
niet worden overschreden.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van
een waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat
ernaast wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
81
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur de
temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is
uitgeschakeld; de stekker zit
niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer
of er stroom is. Controleer de zekeringen.
De verlichting functioneert
niet.
De LED verlichting is kapot. Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”.
De deur stond te lang open.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten
uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van de deur brandt
de verlichting weer.
De bodem van de koelruimte
is nat.
De dooiwatergoot of het
afvoergat is verstopt.
Het dooiwatergootje en het afvoergaatje
schoonmaken (zie „Schoonmaken van het
apparaat”). Afb. 0
In de koelruimte is het te
koud.
De temperatuur is te koud
ingesteld.
Temperatuur warmer instellen.
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtingsope-
ningen zijn afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Het apparaat koelt niet, de
temperatuur-indicatie en
de verlichting branden.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Alarmtoets, afb "/5, gedurende
10 seconden ingedrukt houden tot een
bevestigingssignaal te horen is.
Na een tijdje controleren of het apparaat koelt.
nl
82
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen en binnen de
eerste 10 seconden de super-toets,
afb. "/2, gedurende 3–5 seconden
ingedrukt houden, tot er een
geluidssignaal klinkt.
Het zelftestprogramma start.
Terwijl de zelftest wordt uitgevoerd,
klinkt er een lang geluidssignaal.
Wanneer de zelftest is afgelopen en er
tweemaal een geluidssignaal klinkt, is uw
apparaat in orde.
Als de super-toets 10 seconden knippert
en er 5 geluidssignalen klinken, is er
sprake van een fout. Neem contact op
met de klantenservice.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de Ser-
vicedienst in uw omgeving kunt u vinden
in het telefoonboek of in de meegele-
verde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het
E-nummer (E-Nr.) en het FD-nummer
(FD) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het
typeplaatje. Afb. 1
Door vermelding van het fabrikaat- en
productnummer kunt u onnodige
voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u
zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL 088 424 4010
B 070 222 141
1/87