Bauknecht WH2010 A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
1. Handgreep
2. Veiligheidssluiting (indien aanwezig)
3. Afdichting
4. Dop afvoerkanaal voor dooiwater (indien aanwezig)
5. Bedieningspaneel
6. Mand (indien aanwezig)
7. Condensator (aan de achterkant)
INSTALLATIE
Raadpleeg het hoofdstuk “ALVORENS HET
APPARAAT TE GEBRUIKEN”.
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het product.
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (4).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand
en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten.
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
1. Thermostaat: maakt het mogelijk om de interne
temperatuur van het apparaat te regelen.
2. Rood controlelampje (indien aanwezig): als dit lampje
brandt wordt aangegeven dat de temperatuur aan de
binnenkant van het product nog niet laag genoeg is.
3. Groen controlelampje (indien aanwezig): als dit lampje
brandt wordt aangegeven dat het product ingeschakeld is.
4. Geel/oranje verlichte knop (indien aanwezig):
activeert/deactiveert de snelvriesfunctie.
De configuratie van het bedieningspaneel kan
afhankelijk van de modellen variëren.
Inbedrijfstelling van het product
De temperatuur van het product is in de farbriek ingesteld
voor de functionering bij een aanbevolen temperatuur van
-18°C.
Sluit het product aan.
Het groene controlelampje begint te branden (indien
voorzien).
Ook het rode controlelampje wordt geactiveerd (indien
voorzien), aangezien aan de binnenkant van het product de
temperatuur nog niet laag genoeg is om hier
levensmiddelen in te bewaren. Dit controlelampje
deactiveert zich normaal gesproken binnen zes uur na de
inschakeling.
Verzeker u, na het apparaat aangesloten te hebben en als
de correcte temperatuur bereikt is (hier is ongeveer een
uur voor nodig en de deur mag tijdens deze fase niet
worden geopend), ervan dat de snelvriesfunctie
gedeactiveerd is (het gele controlelampje, waar voorzien,
brandt niet).
Plaats de levensmiddelen alleen in het product als het rode
controlelampje (waar voorzien) niet langer brandt.
De afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus u kunt de
deur van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting weer
openen. Wacht enkele minuten voordat u de deur van het
apparaat opnieuw opent.
Instelling van de temperatuur
Stel met behulp van de thermostaat de correcte temperatuur
in. Voer de volgende procedure uit om de temperatuur van
het product in te stellen
Draai de thermostaatknop op stand 1 als u een minder
lage bewaringstemperatuur wenst in te stellen.
Draai de thermostaatknop op stand 6 als u een lagere
bewaringstemperatuur wenst in te stellen.
In het geval van een halve lading, of te wel als de lading aan
de binnenkant van het apparaat (indien aanwezig) op het
"e" symbool ingesteld is, raden we u aan om de
thermostaat op lagere standen in te stellen (op de stand "e"
als deze op de schaal voor het instellen van de thermostaat
aangegeven staat).
Klimaatklasse
Omg. temp.
(°C)
Omg. temp.
(°F)
SN Van 10 tot 32 Van 50 tot 90
N Van 16 tot 32 Van 61 tot 90
ST Van 16 tot 38 Van 61 tot 100
T Van 16 tot 43 Van 61 tot 110
CO Small
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Het product dat u heeft aangeschaft is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk gebruik en voor de conservering van
diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en
voor het maken van ijsblokjes.
De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De
fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan
voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in acht
nemen van deze voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting niet
vervormd is. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de
levering van het product van eventuele schade op de hoogte
te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in werking
te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten
functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting
door een gekwalificeerd technicus worden verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik
te nemen.
Controleer voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet
aansluit, of de spanning overeenkomt met de gegevens op
het serienummerplaatje op de achterkant van het apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te
vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic zakjes
of diepvriesbakken met deksel.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de
kleur en de smaak te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze
in de vriezer zet.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van de vriezer:
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen
levensmiddelen niet direct
tegen de al ingevroren
levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen
raden wij aan de
levensmiddelen in kleine pakjes
te verdelen; dit zal ook van pas
komen bij het gebruiken van
het ingevroren voedsel
1.Druk ten minste 24 uur
voordat u verse
levensmiddelen in het apparaat
gaat leggen op de
snelvriestoets.
2.Leg het in te vriezen voedsel in de vriezer en houd de
klep 24 uur gesloten. De snelvriesfunctie schakelt
automatisch uit na ongeveer 50 uur.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat (indien aanwezig)
Indeling van de
ingevroren
levensmiddelen
Zet de ingevroren
levensmiddelen in de
vriezer en deel ze in; het is
raadzaam om de
invriesdatum op de
verpakking aan te geven,
om te zorgen dat het product tijdig geconsumeerd wordt.
Tips voor het bewaren van diepvriesproducten
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende
punten letten:
de verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in beschadigde
verpakkingen in kwaliteit achteruitgegaan kan zijn. Als een
pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet
onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en
in isolerende tassen worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het conserveren van
diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking: ontdooide of gedeeltelijk ontdooide
levensmiddelen moeten onmiddellijk worden
geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw in, tenzij het
ontdooide levensmiddel gebruikt wordt voor de bereiding
van een gerecht dat gekookt wordt. Nadat het ontdooide
levensmiddel gekookt is, mag het opnieuw worden
ingevroren. Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van
de vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u de
snelheid waarmee de temperatuur stijgt beperken.
MAANDEN
VOEDSEL
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op de
voedingskabel staat.
Bewaar geen dranken in glas in de vriezer, omdat deze kunnen
barsten.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen,
omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen
veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af
voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen; hierdoor
neemt het energieverbruik toe.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of andere
elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit
voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken.
Installeer het apparaat waterpas op een vloer die het gewicht
kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen
en het gebruik van het apparaat.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte.
Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de
temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die gebaseerd zijn
op de klimaatklasse die op het typeplaatje aan de achterkant van
het apparaat staat aangegeven. Het is mogelijk dat het apparaat
niet goed functioneert als het langere tijd in een ruimte wordt
gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het
genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als het
voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer niet
beschadigd wordt (bv. parket). Geadviseerd wordt om het
apparaat leeg te maken voordat u het verplaatst.
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen die het
ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant, als die
van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door
personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens, of
zonder ervaring of kennis van het apparaat, behalve als zij
tijdens het gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Om het risico van verstikking en opsluiting in de koelkast
te vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan
in het apparaat te spelen of zich erin te verstoppen.
De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door
een bevoegd persoon.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het stopcontact
te trekken of via de tweepolige schakelaar die voor het
stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in
(indien bijgeleverd).
Open het deksel van het apparaat zo weinig mogelijk.
ONTDOOIEN VAN DE VRIEZER
Wij raden u aan de vriezer te
ontdooien wanneer het ijs op de
wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit de
vriezer, wikkel ze strak tegen elkaar
in kranten en berg ze op op een
koele plaats of in een isolerende tas.
Laat de deur van de vriezer
openstaan.
Verwijder de binnendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (indien aanwezig)
en plaats hem zoals aangegeven op de afbeelding.
Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater op te
vangen. Gebruik indien beschikbaar de afscheider.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs op
de wanden van de vriezer los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van de vriezer.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te
voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen
om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak
niet kunstmatig.
Maak de binnenkant van de vriezer zorgvuldig droog.
Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn
behuizing.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van
storingen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige spons
met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig).
Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant van het
apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat, dient
u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik geen
schuurpasta's of schuursponsjes, vlekkenmiddelen (bv.
aceton, trichloorethyleen) of azijn om het product te
reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te reinigen
en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET
DEURLAMPJE (INDIEN AANWEZIG)
Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de
hand van de aanwijzingen van de
afbeelding en in de aangegeven volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met
dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan op
het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het rode controlelampje (waar voorzien) blijft branden.
Is de stroom uitgevallen?
Heeft u het ontdooien geactiveerd?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
IStaat de thermostaat op de correcte stand?
Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
2. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen aan die
trillingen kunnen veroorzaken?
Is de verpakking van het onderstel van de vriezer verwijderd?
GEBRUIKSAANWIJZING
Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een zacht geluid
maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is geheel
normaal.
3. Het groene controlelampje (waar voorzien) brandt niet en
het product functioneert niet.
Is de stroom uitgevallen?
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de voedingskabel niet beschadigd?
4. Het groene controlelampje (waar voorzien) brandt niet en
het product functioneert.
Het groene controlelampje is stuk. Neem contact op met de
Klantenservice voor de vervanging hiervan.
5. De compressor werkt onafgebroken.
Heeft u misschien warm voedsel in de vriezer gezet?
Is de deur van de vriezer langdurig open geweest?
Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt van
een warmtebron?
Staat de thermostaat op de correcte stand?
Heeft u ongewild de knop voor de snelvriesfunctie ingedrukt
(waar voorzien)?
6. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater correct
geplaatst?
Is de deur van het apparaat goed dicht?
Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of
vervormd? (Zie hoofdstuk "Installatie")
Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
"Installatie")
7. Er vormt zich condens aan de buitenkant van de vriezer.
Condensvorming is normaal onder bepaalde klimatologische
omstandigheden (luchtvochtigheid hoger dan 85%) of als het
apparaat geïnstalleerd is in vochtige en slecht geventileerde
ruimtes. Dit heeft echter geen negatieve invloed op de prestaties
van de vriezer.
8. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het
recyclingssymbool . Voor de verwerking moeten de plaatselijke
voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van
kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan
vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled. Dit apparaat is in overeenstemming verklaard met de
Europese Richtlijn 2002/96/CE, Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke
gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval
mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden
afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en
elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren
en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het
apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke voorschriften
voor afvalverwerking. Lever het apparaat in bij een erkend
verzamelpunt; laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen
onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is.
Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en
recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen
met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de
winkel waar u het product heeft aangeschaft.
Gegevens:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a (HFC) of
R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat. Voor
apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat
geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar
is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen
van het koelcircuit niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas bevatten dat onder
het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een hermetisch
verzegeld systeem. Koelgas: R134a heeft een globaal
verwarmingsvermogen (GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het bewaren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de
Verordening (EG) nr. 1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- de veiligheidsvereisten van de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
(die in plaats komt van de Richtlijn 73/23/EEG en latere
wijzigingen daarop);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn 2004/108/CE.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op
de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1.Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak
is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
• de aard van de storing,
• het model,
• het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE
op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
• il proprio indirizzo completo,
• uw telefoonnummer.

Documenttranscriptie

GEBRUIKSAANWIJZING NL 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Handgreep Veiligheidssluiting (indien aanwezig) Afdichting Dop afvoerkanaal voor dooiwater (indien aanwezig) Bedieningspaneel Mand (indien aanwezig) Condensator (aan de achterkant) Klimaatklasse SN N ST T Omg. temp. (°C) Van 10 tot 32 Van 16 tot 32 Van 16 tot 38 Van 16 tot 43 Omg. temp. (°F) Van 50 tot 90 Van 61 tot 90 Van 61 tot 100 Van 61 tot 110 INSTALLATIE • Raadpleeg het hoofdstuk “ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN”. • Haal het apparaat uit de verpakking. • Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en het product. • Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater (indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (4). • Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat, dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten. • Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig). CO Small 1. Thermostaat: maakt het mogelijk om de interne temperatuur van het apparaat te regelen. 2. Rood controlelampje (indien aanwezig): als dit lampje brandt wordt aangegeven dat de temperatuur aan de binnenkant van het product nog niet laag genoeg is. 3. Groen controlelampje (indien aanwezig): als dit lampje brandt wordt aangegeven dat het product ingeschakeld is. 4. Geel/oranje verlichte knop (indien aanwezig): activeert/deactiveert de snelvriesfunctie. De configuratie van het bedieningspaneel kan afhankelijk van de modellen variëren. Inbedrijfstelling van het product • De temperatuur van het product is in de farbriek ingesteld voor de functionering bij een aanbevolen temperatuur van -18°C. • Sluit het product aan. • Het groene controlelampje begint te branden (indien voorzien). • Ook het rode controlelampje wordt geactiveerd (indien voorzien), aangezien aan de binnenkant van het product de temperatuur nog niet laag genoeg is om hier levensmiddelen in te bewaren. Dit controlelampje deactiveert zich normaal gesproken binnen zes uur na de inschakeling. • Verzeker u, na het apparaat aangesloten te hebben en als de correcte temperatuur bereikt is (hier is ongeveer een uur voor nodig en de deur mag tijdens deze fase niet worden geopend), ervan dat de snelvriesfunctie gedeactiveerd is (het gele controlelampje, waar voorzien, brandt niet). • Plaats de levensmiddelen alleen in het product als het rode controlelampje (waar voorzien) niet langer brandt. • De afdichting sluit de vriezer hermetisch af, dus u kunt de deur van het apparaat niet onmiddellijk na sluiting weer openen. Wacht enkele minuten voordat u de deur van het apparaat opnieuw opent. Instelling van de temperatuur Stel met behulp van de thermostaat de correcte temperatuur in. Voer de volgende procedure uit om de temperatuur van het product in te stellen • Draai de thermostaatknop op stand 1 als u een minder lage bewaringstemperatuur wenst in te stellen. • Draai de thermostaatknop op stand 6 als u een lagere bewaringstemperatuur wenst in te stellen. • In het geval van een halve lading, of te wel als de lading aan de binnenkant van het apparaat (indien aanwezig) op het "e" symbool ingesteld is, raden we u aan om de thermostaat op lagere standen in te stellen (op de stand "e" als deze op de schaal voor het instellen van de thermostaat aangegeven staat). GEBRUIKSAANWIJZING ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN Het product dat u heeft aangeschaft is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik en voor de conservering van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en voor het maken van ijsblokjes. De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen, dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften. 1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting niet vervormd is. Uw leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld. 2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. 3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. 4. Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen. INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN Klaarmaken van verse levensmiddelen om in te vriezen • Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic zakjes of diepvriesbakken met deksel. • De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede kwaliteit zijn. • Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de kleur en de smaak te behouden. • Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in de vriezer zet. Invriezen van verse levensmiddelen • Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de verticale wanden van de vriezer: A) - in te vriezen levensmiddelen, B) - reeds ingevroren levensmiddelen. • Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de al ingevroren levensmiddelen aan. • Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit zal ook van pas komen bij het gebruiken van het ingevroren voedsel 1. Druk ten minste 24 uur voordat u verse levensmiddelen in het apparaat gaat leggen op de snelvriestoets. 2. Leg het in te vriezen voedsel in de vriezer en houd de klep 24 uur gesloten. De snelvriesfunctie schakelt automatisch uit na ongeveer 50 uur. CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN Raadpleeg de tabel op het apparaat (indien aanwezig) Indeling van de MAANDEN VOEDSEL ingevroren levensmiddelen Zet de ingevroren levensmiddelen in de vriezer en deel ze in; het is raadzaam om de invriesdatum op de verpakking aan te geven, om te zorgen dat het product tijdig geconsumeerd wordt. Tips voor het bewaren van diepvriesproducten Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten: • de verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in beschadigde verpakkingen in kwaliteit achteruitgegaan kan zijn. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid. • De diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht en in isolerende tassen worden vervoerd. • Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de vriezer. • Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot een minimum worden beperkt. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd. • De instructies op de verpakking voor het conserveren van diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd. Opmerking: ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel gebruikt wordt voor de bereiding van een gerecht dat gekookt wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren. Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt: • Open de deur van de vriezer niet, behalve om de vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van de vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u de snelheid waarmee de temperatuur stijgt beperken. • Controleer voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet aansluit, of de spanning overeenkomt met de gegevens op het serienummerplaatje op de achterkant van het apparaat. • Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de elektrische aansluiting. GEBRUIKSAANWIJZING VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN • Zorg ervoor dat het product na de installatie niet op de voedingskabel staat. • Bewaar geen dranken in glas in de vriezer, omdat deze kunnen barsten. • Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden kunnen veroorzaken. • Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint. • Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het aan direct zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen; hierdoor neemt het energieverbruik toe. • Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. • Installeer het apparaat waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het apparaat. • Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die gebaseerd zijn op de klimaatklasse die op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat staat aangegeven. Het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het langere tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik. • Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als het voor korte tijd leeg is. • Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer niet beschadigd wordt (bv. parket). Geadviseerd wordt om het apparaat leeg te maken voordat u het verplaatst. • Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen die het ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant zijn aanbevolen. • Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant, als die van een ander type zijn dan aanbevolen door de fabrikant. • Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens, of zonder ervaring of kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik instructies ontvangen van of begeleid worden door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Om het risico van verstikking en opsluiting in de koelkast te vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in het apparaat te spelen of zich erin te verstoppen. • De voedingskabel mag uitsluitend worden vervangen door een bevoegd persoon. • Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters. • Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen worden afgekoppeld door de stekker uit het stopcontact te trekken of via de tweepolige schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst. • Controleer of de spanning op het typeplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning. • Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (indien bijgeleverd). • Open het deksel van het apparaat zo weinig mogelijk. ONTDOOIEN VAN DE VRIEZER Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op de wanden 5-6 mm dik is geworden. • Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. • Haal de levensmiddelen uit de vriezer, wikkel ze strak tegen elkaar in kranten en berg ze op op een koele plaats of in een isolerende tas. • Laat de deur van de vriezer openstaan. • Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (indien aanwezig). • Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (indien aanwezig) en plaats hem zoals aangegeven op de afbeelding. • Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater op te vangen. Gebruik indien beschikbaar de afscheider. • U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het ijs op de wanden van de vriezer los te maken. • Verwijder het ijs van de bodem van de vriezer. • Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen. • Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak niet kunstmatig. • Maak de binnenkant van de vriezer zorgvuldig droog. • Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn behuizing. REINIGING EN ONDERHOUD • Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen van storingen). • Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige spons met lauw water en/of een neutraal schoonmaakmiddel. • Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig). • Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant van het apparaat. Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat, dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik geen schuurpasta's of schuursponsjes, vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen) of azijn om het product te reinigen. Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te reinigen en te onderhouden. VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (INDIEN AANWEZIG) • Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. • Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven volgorde. • Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen. • Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet. OPSPOREN VAN STORINGEN 1. Het rode controlelampje (waar voorzien) blijft branden. • Is de stroom uitgevallen? • Heeft u het ontdooien geactiveerd? • Is de deur van het apparaat goed dicht? • Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron? • IStaat de thermostaat op de correcte stand? • Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon? 2. Het apparaat maakt erg veel lawaai. • Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd? • Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen aan die trillingen kunnen veroorzaken? • Is de verpakking van het onderstel van de vriezer verwijderd? GEBRUIKSAANWIJZING Opmerking: de circulatie van het koelgas kan een zacht geluid maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is geheel normaal. 3. Het groene controlelampje (waar voorzien) brandt niet en het product functioneert niet. • Is de stroom uitgevallen? • Zit de stekker goed in het stopcontact? • Is de voedingskabel niet beschadigd? 4. Het groene controlelampje (waar voorzien) brandt niet en het product functioneert. • Het groene controlelampje is stuk. Neem contact op met de Klantenservice voor de vervanging hiervan. 5. De compressor werkt onafgebroken. • Heeft u misschien warm voedsel in de vriezer gezet? • Is de deur van de vriezer langdurig open geweest? • Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt van een warmtebron? • Staat de thermostaat op de correcte stand? • Heeft u ongewild de knop voor de snelvriesfunctie ingedrukt (waar voorzien)? 6. Te veel ijsvorming op de bovenranden. • Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater correct geplaatst? • Is de deur van het apparaat goed dicht? • Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd of vervormd? (Zie hoofdstuk "Installatie") • Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk "Installatie") 7. Er vormt zich condens aan de buitenkant van de vriezer. • Condensvorming is normaal onder bepaalde klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid hoger dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in vochtige en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft echter geen negatieve invloed op de prestaties van de vriezer. 8. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet overal even dik. • Dit is normaal. MILIEUTIPS 1. Verpakking Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool . Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen. 2. Afdanken van het apparaat Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is in overeenstemming verklaard met de KLANTENSERVICE Voordat u contact opneemt met de Klantenservice: 1.Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen. 2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur. 3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de Klantenservice. Europese Richtlijn 2002/96/CE, Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen. Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking. Lever het apparaat in bij een erkend verzamelpunt; laat het apparaat zelfs niet voor enkele dagen onbewaakt achter, omdat het een bron van gevaar voor kinderen is. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft. Gegevens: Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat. Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn. Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een hermetisch verzegeld systeem. Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen (GWP) van 1300. Conformiteitsverklaring • Dit apparaat is bestemd voor het bewaren van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Verordening (EG) nr. 1935/2004. • Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met: - de veiligheidsvereisten van de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (die in plaats komt van de Richtlijn 73/23/EEG en latere wijzigingen daarop); - de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn 2004/108/CE. • De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënte werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard. Vermeld de volgende gegevens: • de aard van de storing, • het model, • het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat) • il proprio indirizzo completo, • uw telefoonnummer.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Bauknecht WH2010 A+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor