TQ 740 ES (OP)

Whirlpool TQ 740 ES (OP) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Whirlpool TQ 740 ES (OP) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
27
Wij danken u dat u een Ariston product heeft gekozen, veilig en gemakkelijk in het gebruik. Om het fornuis te leren
kennen moet het langdurig en zo goed mogelijk gebruikt worden. Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing te lezen.
Dank u.
A. Gasbranders
B. Roosters voor de pannen
C. Bedieningsknoppen van de gasbranders
D. Ontsteking gasbranders (slechts op enkele modellen
aanwezig)
F. Veiligheidsmechanisme (slechts op enkele modellen
aanwezig) - Dit treedt in werking als de vlam per
ongeluk is uitgegaan (overkoken, tocht enz.) door de
gastoevoer van de brander te blokkeren
Van dichtbij gezien
D
F
A
B
C
28
Op iedere knop is de positie van de betreffende
gasbrander.
Gasbranders
Deze verschillen in afmeting en sterkte. Kies de brander
die het beste past bij de doorsnede van de pan die u gaat
gebruiken.
De bedieningsknop werkt als volgt:
Uit
Maximum
Minimum
Enkele modellen zijn voorzien van ontsteking in de
bedieningsknoppen zelf (u ziet het symbool naast
iedere bedieningsknop).
De modellen zijn voorzien van ingebouwde onsteking
in de knop. Voor het aansteken van de gekozen brander
hoeft u slechts de betreffende knop in te drukken, dan
tegen de klok in te draaien totaan de maximum positie
terwijl u hem ingedrukt houdt totdat de brander aan is
en dan nog 3-4 seconden totdat het veiligheidssysteem
"F", dat de vlam automatisch aan houdt, verwarmd is.
Voor het uitdoven van de gasbrander moet u de knop
met de klok mee draaien totdat hij niet verder kan
(correspondeert met symbool “•”).
Belangrijk: in het geval dat een gasvlam per ongeluk uit
gaat, draait u de knop op uit en wacht u tenminste een
minuut voordat u hem weer aansteekt.
Hoe het fornuis te gebruiken
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u overgaat tot reinigen
of onderhoud.
Voor lange duurzaamheid van uw fornuis is het
belangrijk dat dit regelmatig wordt schoongemaakt.
Onthoud het volgende:
· Gebruik voor het reinigen geen stoomapparaat.
de geëmailleerde delen en de glazen worden gewassen
met lauw water; gebruik geen schuurmiddelen of
bijtende middelen die het kunnen beschadigen;
de losse delen van de gasbranders moeten vaak in
een lauw sop worden gewassen; verwijder eventueel
aangekoekte resten.
bij de kookvlakken met automatische ontsteking moet
het uiteinde van de electronische
ontstekingsmechanismen vaak zorgvuldig worden
schoongemaakt. Controleer dat de gaten voor de
gastoevoer niet verstopt zijn;
De kookplaat wordt schoon gemaakt met producten
voor het reinigen van glas. Gebruik nooit schurende
producten of schuursponzen die het glas kunnen
beschadigen.
De kookplaat moet regelmatig worden schoongemaakt
met een sopje. Eerst moeten eventuele etensresten
en vetspetters worden verwijderd met b.v. een
schrapertje (niet bijgeleverd) (afb.A).
Maak de kookplaat schoon als hij lauw is; gebruik een
schoonmaakmiddel dat geschikt is, wrijf met een
vochtige doek en droog hem af. Suiker of etenswaren
met een hoog suikergehalte moeten onmiddelijk
worden verwijderd met een schrapertje. Gebruik in
geen geval schuursponzen of schuurmiddelen, noch
chemisch aggressieve middelen zoals spray voor de
oven of ontvlekkingsmiddelen (afb.B);
Afb. A Afb. B
Het smeren van de kranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast
blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te
vervangen.
N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Het onderhoud
29
Practische raadgevingen voor het gebruik van de
gasbranders
Onthoud het volgende voor het verkrijgen van maximum
rendement:
gebruik op iedere gasbrander de pannen die erop
passen (zie tabel) zodat er geen vlammen onderuit
steken.
gebruik altijd pannen met een platte bodem en met
een deksel.
draai op het moment van het aan de kook raken de
knop op de minimum stand.
Raadgevingen voor het gebruik
Branders ø Diameter pan (cm)
Snel (R) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Spaarbrander (A) 10 – 14
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u
naar de afbeeldingen in paragraaf “Kenmerken van de
branders en straalpijpen”.
Zijn er problemen?
Het kan gebeuren dat het kookvlak niet functioneert of
niet goed functioneert. Laten wij zien wat eraan gedaan
kan worden voordat u er hulp bij haalt.
Om te beginnen moet u controleren of er wel stroom en
gastoevoer is, en vooral of de gaskranen boven het fornuis
niet dicht zijn.
De brander gaat niet aan of de vlam is niet
gelijkmatig
Heeft u gecontroleerd of:
de gaten voor de gastoevoer van de brander zijn
verstopt;
alle onderdelen van de brander goed in elkaar gepast
zijn;
er tocht is nabij het kookvlak.
De vlam blijft niet aan
Heeft u gecontroleerd of:
u de knop goed heeft ingedrukt;
u de knop voldoende tijd ingedrukt heeft gehouden
voor het activeren van het veiligheidsmechanisme;
• de gaten voor de gastoevoer nabij het
veiligheidsmechanisme verstopt zijn.
De brander blijft niet aan als hij op minimum staat
Heeft u gecontroleerd of:
de gaten van de gastoevoer verstopt zijn;
er tocht is nabij het kookvlak;
de minimum stand niet goed is ingesteld (zie paragraaf
“Het regelen van de minimum stand”).
De pannen staan wankel
Heeft u gecontroleerd of:
de bodem van de pan perfect plat is;
de pan in het midden van de brander staat;
de roosters verkeerd staan.
Als ondanks deze controles het kookvlak niet functioneert
en de storing blijft bestaan dan moet u de Merloni
Technische Dienst voor Keukenapparatuur er bijhalen met
opgave van:
- het soort storing;
- het nummer van het model (Mod. ...) dat op uw
garantiebewijs staat.
Roep er nooit een niet-erkende installateur bij en weiger
altijd niet-originele onderdelen.
30
Veiligheid is een goede gewoonte
Deze gebruiksaanwijzing betreft een inbouwkookvlak
klasse 3.
Het apparaat is ontworpen voor niet-professioneel
gebruik en zijn kenmerken mogen niet veranderd
worden.
De instructies zijn alleen geldig voor de landen van
bestemming waarvan de symbolen voorkomen in dit
boekje en op het etiket met het registratienummer.
De electrische veiligheid van dit apparaat is slechts
dan
gegarandeerd als het op de juiste wijze is geaard zoals
voorgeschreven door de geldende veiligheidsnormen.
Vermijd dat kinderen en onbekwame personen in
aanraking komen met:
- de bedieningsknoppen en het apparaat in het
algemeen;
- de verpakking (plastic zakken, polystyreen, spijkers
enz.);
- het apparaat, gedurende en net na gebruik, gezien de
hitte ervan;
- het niet meer in gebruik zijnde apparaat; in dit geval
worden de onderdelen die gevaar kunnen opleveren
onklaar gemaakt.
De volgende handelingen moeten vermeden worden:
- het apparaat aanraken met vochtige lichaamsdelen;
- het gebruik van het fornuis als u blootsvoets bent;
- aan het apparaat of de voedingskabel trekken om deze
uit het stopcontact te trekken;
- verkeerde en gevaarlijke handelingen;
- het afsluiten van de ventilatie-openingen of hitte-afvoer;
- dat de snoer van kleine keukenapparatuur op de warme
delen van het apparaat terecht komen;
- het blootstellen aan atmosferische invloeden (regen,
zon);
- het gebruik van ontvlambare vloeistoffen in de
nabijheid;
- het gebruik van adapters, dubbelstekkers en/of
verlengsnoeren;
- het gebruik van wankele of vervormde pannen;
- De kookplaat is bestand tegen
temperatuurschommelingen en stoten. Als het
door scherpe voorwerpen wordt gestoten kan het
echter breken. In dat geval sluit u meteen de stroom
af en wend u zich tot een bevoegde installateur.
- het trachten te installeren of repareren zonder
tussenkomst van een erkende installateur.
In de volgende gevallen is het absoluut noodzakelijk
zich tot een erkende installateur te
wenden:
- het installeren (volgens de instructies van de fabrikant);
- als er twijfel bestaat betreffende het functioneren;
- het vervangen van het stopcontact in het geval de
stekker van het apparaat er niet in past.
In de volgende gevallen wendt u zich tot de door de
fabrikant erkende technische dienst:
- als u na het uitpakken onzeker bent over de conditie
van het apparaat;
- schade of vervanging van de voedingskabel;
- bij een storing of slecht functioneren; eis altijd originele
onderdelen;
Houd u zich aan de volgende regels:
- gebruik het fornuis alleen voor koken en voor niets
anders;
- controleer na het uitpakken dat het apparaat
onbeschadigd is;
- sluit de stroom altijd af in het geval van slecht
functioneren en voordat u gaat schoonmaken en
onderhoud uitvoeren;
- als het apparaat niet in gebruik is moet u de stroom
afsluiten en de gaskraan dicht doen (indien aanwezig);
- controleer altijd of de knoppen in de positie “•”/”
o
staan
als het fornuis niet in gebruik is;
- snijd de voedingskabel door na het afsluiten van de
stroom in het geval u het apparaat niet meer gebruikt.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
eventuele schade die te wijten is aan foute installatie
of onjuist en onredelijk gebruik.
Om de doelmatigheid en veiligheid van dit toestel te garanderen raden wij u aan:
voor reparaties alleen de Service Centers te bellen die door de fabrikant gemachtigd zijn.
altijd gebruik te maken van originele onderdelen.
31
Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat
deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze
uitvoert en volgens de geldende normen.
Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot
onderhoud of regelen overgaat.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor
de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling
van het apparaat) :
natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Het plaatsen
Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden
en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens
de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe
hebben voor de verbrandinsrook. Dit kan door middel
van een afzuigkap of door middel van een elektrische
ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de
apparatuur aanzet.
In het gevaal van een schoorsteen of Rechtstreeks naar buiten
vertakte rookleiding
(gereserveerd voor fornuizen)
b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van
luchttoevoer die noodzakelijk is voor de verbranding. De
luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per kW. Het
systeem kan worden uitgevoerd door rechtstreeks lucht
van buiten aan te voeren door een leiding met een
doorsnede van minstens 100 cm² en zodanig dat deze
niet belemmerd kan worden. Bij fornuizen zonder
veiligheidsmechanisme moeten de ventilatie-openingen
100% groter zijn, met een minimum van 200 cm² (afb.A).
Of op indirecte wijze vanuit aangrenzende vertrekken met
ventilatie naar buiten, die niet zijn: algemene ruimte van
het gebouw, ruimten met brandgevaar of slaapkamers
(afb.B).
Détail A Aangrenzend Te ventileren
vertrek vertrek
A
Voorbeelden ventilatie-opening Verhoging van de spleet
voor verbrandingslucht tussen deur en vloer
Afb. A Afb. B
c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt
kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v. door het
raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig, op
hoog te zetten.
d) (voor België)
Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar
beneden. De vertrekken die GPL flessen bevatten
moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen
naar buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De GPL
flessen, leeg of gedeeltelijk vol, mogen dus niet
geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager
zijn dan het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd in
het vertrek alleen de fles die u aan het gebruiken bent,
zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan
warmtebronnen (oven, open haard, kachel enz.) die een
temperatuur kunnen bereiken die hoger is dan 50°C.
Het installeren van inbouwkookplaten
Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes
als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt
staat met de achterkant van het fornuis mag niet van
brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de
achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C
hoger dan de kamertemperatuur. Voor een juiste installering
van de fornuis moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht genomen worden:
a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn
en hier boven uitsteken, moeten op minstens 110 mm
van de rand van de plaat staan.
b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens
de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat
bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand
van minstens 650 mm.
c) De meubels naast de kap moeten minstens 420 mm van
het kookvlak verwijderd zijn, zoals in Afb. C.
HOOD
420
Min.
min.
650
mm. with hood
min.
700
mm. without hood
mm.
600
Min. mm.
420
Min. mm.
Afb. C
d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt
geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee
minstens 700 mm (milimeter) (Afb. C).
e) De ruimte die het meubel inneemt moet de afmetingen
hebben die op de figuren.
Instrukties voor het installeren
32
555 mm
55 mm
475 mm
Voordat u overgaat tot bevestiging aan de aanrecht
moet u de afdichting (bijgeleverd) aanbrengen langs
de omtrek van de kookplaat zoals aangegeven in de
afbeelding.
Met. behulp van bijgeleverde haken kan de kookplaat op
een keukenblad met een dikte van 20 tot 40 mm vastgezet
worden. Om de plaat goed vast te zetten is het aan te
raden alle beschikbare haken te gebruiken.
Bevestigingsschema van het kookvlak
Positie van de haak voor top Positie van de haak voor top
hoogte H=30mm hoogte H=40mm
Á frente
Positie van de haak voor top
Atrás
hoogte
H=20mm
N.B: Gebruik de haken die zich in de "doos met onderdelen"
bevinden.
f) Als het kookvlak niet wordt geïnstalleerd op een
inbouwoven, dan is het noodzakelijk een houten paneel
aan te brengen als isolatie. Dit Moet geplaatst worden op
een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van
het kookvlak.
N.B: Als het fornuis boven een ingebouwde oven wordt
geinstalleerd, dan moet men de oven zodanig installeren
dat hij op twee houten lijsten rust; mocht hij op een
doorlopende plank rusten, dan moet deze aan de aschterkant
tenminste 45x560 mm ruimte laten.
560 mm.
45 mm.
Aansluiten gas
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet
worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende
normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is
ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het
omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals
beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende
types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten
(natuurlijk gas II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland),
dient men eerst de verbinder te monteren.R (bijgeleverd)
Tevens dient men zijn pakking op de verbinder G”,die er uit
ziet als een “L , van de voedings-struktuur te monteren. De
verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN
D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur
zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar
dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de
huidige Nationale Normen te voldoen.
L
G
R
Aansluiting met harde buis (koper of staal)
De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd
dat het geen enkele druk uitoefent op het apparaat. Op de
voedingsingang van het fornuis zit een L-aansluiting, die
gericht kan worden, met pakking. Als men de aansluiting
moet draaien, dan moet men de pakking vervangen
(bijgeleverd bij het fornuis). De aansluiting van het gas aan
het formuis is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
Aansluiting met stalen flexibile buis
Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat bevindt.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het
apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk 1/2 gas. Gebruik
33
uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de
voorgeschreven nationale normen. Het in werking stellen van
deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd dat de lengte
van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm
is. Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U
kontroleren dat de metalen slang niet in kontakt is met
beweegbare delen of dat hij knel zit.
Controle van de dichting
Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte
luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met zeepsop,
nooit met een vlam.
Elektrische aansluiting
De fornuizen met een drie-polige voedingskabel zijn ingesteld
op het gebruik van wisselstroom met een
verzorgingsspanning en frequentie zoals aangegeven op het
typeplaatje (aan de onderkant van het apparaat). De geel/
groene draad is voor het aarden. In het geval van installeren
boven een ingebouwde oven, moet de elektrische aansluiting
van het apparaat en van de oven apart worden uitgevoerd,
zowel voor veiligheidsredenen als om het eventueel uittrekken
van de oven mogelijk te maken.
Het aansluiten aan het net
Monteer een stekker die genormaliseerd is voor de lading
aangegeven op het typeplaatje; bij direkte aansluiting aan
het net moet men een veel-polige schakelaar aanbrengen
tussen het net en het fornuis met een minimum afstand van
3 mm tussen de kontaktpunten, die is aangepast aan de
lading en aan de geldende normen (de draad voor het aarden
mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij
nergens een temperatuur bereikt van meer dan 50°C. Voor
het aansluiten kontroleert men dat:
de zekering en het net de lading van het apparaat kunnen
verdragen (zie typeplaatje);
het net op efficiënte wijze is geaard volgens de normen
en voor-schriften van de wet;e e le disposizioni di legge;
het stopkontakt of de schakelaar gemakkelijk bereikbaar
zijn.
N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke,
aangezien deze oververhitting en branden kunnen
veroorzaken.
Aanpassing aan verschillende types gas (voor België)
Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type
gas dan waarvoor het gebruiksklaar is (aangegeven op het
typeplaatje onderaan het kookvlak of op de verpakking)
moeten de straalpijpen van de branders vervangen worden
op de volgende wijze:
verwijder de roosters en de branders;
schroef de straalpijpen los met een buissleutel van 7mm
en vervang ze met straalpijpen die geschikt zijn voor het
nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van branders
en straalpijpen”);
monteer de onderdelen weer;
aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het
etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u gaat
gebruiken; u vindt dit in het zakje met de bijgeleverde
straalpijpjes.
Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of variabel)
van wat is voorzien moet op de toevoerbuis een drukregelaar
worden aangebracht die voldoet aan de geldende Nationale
Normen (regulatoren voor gekanaliseerd gas).
Regulatie primaire lucht van de branders (voor België)
De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht
nodig.
Het regelen van de minimum stand (voor België)
Het regelen van de minimum stand:
zet het kraantje op minimum;
neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of
naast het staafje van het kraantje totdat u een regelmatige
vlam heeft;
N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden aangedraaid.
draai de knop snel van maximum op minimum om te zien
of de vlammen blijven branden;
als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme hebben
(thermo-element), dit niet functioneert met de branders
op minimum, dan moet de minimum gastoevoer verhoogd
worden door aan het regelschroefje te draaien.
Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de by-
pass weer worden aangebracht met lak of gelijksoortig
materiaal.
34
Kenmerken van de gaspitten en straalpijpen
Tabel 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Branders Doorsene-
e
(mm)
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
By-pass
1/100
(mm)
Straal.
1/100
Bereik*
g/h
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Nom. Ger. (1) (mm) *** ** (mm) G20 G25
Snel
(Groot) (R)
100 3,00 0,7 41 39 86 218 214 116 286 332
Half snel
(Medium) (S)
75 1,65 0,4 30 28 64 120 118 96 157 183
Hulp
(Klein) (A)
55 1,00 0,4 30 28 50 73 71 71 95 111
Spanning van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
15
30
Tabel 1 (Voor Nederland) Natuurlijk gas
Gaspit Doorsenee
(mm)
Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Nom. Gered. (mm) G25
Snel (Groot) (R) 100 3,00 0,7 116 332
Half Snel (Medium) (S) 75 1,65 0,4 96 183
Hulp (Klein) (A) 55 1,00 0,4 71 111
Spaning van voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
* Met 15°C en 1013 mbar-droog gas
** P.C.S. Propaangas = 50,37 MJ/kg
*** P.C.S. Butangas = 49,47 MJ/kg
P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m
³
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m
³
(1) Allen voor apparaten met veiligheidsmechanisme om
gaslekkages te voorkomen (Ref. F).
Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen
van de gemeeschap:
- EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en
successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische
compatibiliteit) en successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke
modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke
modificaties.
- 2002/96/EC
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist
dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen
vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom.
Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om
zo het hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid
en het milieu te reduceren. Het symbool op het product
van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat
vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van
vernietiging van hun oude apparaat.
TQ 740 ES...
A
S
SR
/