36
De deur van het apparaat en die
van de kast met een hoek van
ongeveer 90° openen. IJzer (B) in
geleider (A) aanbrengen. De deu-
ren samen vasthouden en de
gaten aangeven zoals in de teke-
ning. De ijzers weghalen en gaten
van Ø2 mm. boren op een afstand
van 8 mm. van de buitenrand van
de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
41
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-
vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24
uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter,
als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm-
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navul-
lingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen sprin-
gen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs
exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog
alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
• Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat
ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op
andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
Om veiligheidsredenen moet u alle laden niet verwijderen.
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen
levensmiddelen in de bovenste lade van het apparaat plaatsen. Niet-
bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevro-
ren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
2. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Opsteekruitertjes voor de laden worden meegeleverd. Om de inhoud
van de diverse laden te markeren de ruitertjes boven de betreffende
symbolen steken (zie hoofdstuk “Symbolen bewaarde producten/Diep-
vrieskalender”).Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang
openen van de deur voorkomen en wordt stroom bespaard.