Yamaha RX-V363 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16
Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek
waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op
A
STANDBY/ON te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
19 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
20 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Dit toestel is niet afgesloten van de stroomvoorziening
zolang het is aangesloten op het stopcontact, ook niet
wanneer u het toestel zelf uitschakelt met
A
STANDBY/ON
. Deze staat wordt ook wel ‘standby’
of waakstand genoemd. In deze toestand is het toestel
ontworpen om een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
Kenmerken ............................................................. 2
Van start ................................................................. 3
Snelstartgids ........................................................... 4
Voorbereiding: Controleer de onderdelen ................ 4
Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ....................... 5
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere
componenten aan .................................................. 6
Stap 3: Zet het toestel aan en druk op de
SCENE 1 toets ...................................................... 7
Wat wilt u doen met dit toestel? ............................... 8
Verbindingen .......................................................... 9
Achterpaneel ............................................................. 9
Luidsprekers opstellen ............................................ 10
Aansluiten van luidsprekers .................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 13
Informatie over HDMI™ ........................................ 14
Aansluiten van videocomponenten ......................... 15
Aansluiten van audiocomponenten ......................... 17
Verbindingen met de VIDEO AUX aansluitingen
op het voorpaneel ............................................... 18
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 18
Aansluiten van het netsnoer .................................... 19
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 19
Display voorpaneel ................................................. 20
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan
uw kamer (YPAO) ........................................... 22
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 22
Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 25
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ....... 25
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 28
Weergave .............................................................. 29
Basisbediening ........................................................ 29
Aanvullende mogelijkheden ................................... 30
Geluidsveldprogramma’s ................................... 34
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 34
FM/AM afstemmen ............................................. 37
Automatisch afstemmen ......................................... 37
Handmatig afstemmen ............................................ 37
Automatisch voorprogrammeren ............................ 38
Handmatig voorprogrammeren ............................... 38
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 39
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 39
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
...... 40
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 40
Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
.............................................. 41
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) ..................... 42
Opnemen .............................................................. 43
Instelmenu .............................................................44
Gebruiken van het instelmenu ................................ 45
1 SOUND MENU ................................................... 46
2 INPUT MENU ..................................................... 49
3 OPTION MENU .................................................. 51
Geavanceerde setup .............................................52
Oplossen van problemen ......................................53
Woordenlijst .........................................................58
Technische gegevens .............................................60
Index ......................................................................61
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel ...............................................................i
Afstandsbediening ................................................. ii
Inhoud
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX (AANHANGSEL)
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
•“
A
STANDBY/ON” of “
4
DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
•Het ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
Kenmerken
2 Nl
Ingebouwde 5-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(1 kHz, 0,9% THV, 6 )
Voor: 100 W/kanaal
Midden: 100 W
Surround: 100 W/kanaal
SCENE selectiefunctie
Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’
(voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
Mogelijkheid tot het aanpassen van SCENE sjablonen
Decoders en DSP schakelingen
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
multikanaals surroundweergave
Compressed Music Enhancer stand
Dolby Digital decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder
DTS decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen)
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
Component video ingangen/uitgang
(3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR
OUT)
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Extra mogelijkheden voor afstandsbediening
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn gedeponeerde
handelsmerken van DTS, Inc.
Kenmerken
Van start
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleren van de meegeleverde
accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
Afstandsbediening
Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4)
AM ringantenne
FM binnenantenne
Optimalisatie-microfoon
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Van start
Opmerkingen
1
3
2
Snelstartgids
4 Nl
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven
waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw
eigen thuisbioscoop.
Breng de volgende onderdelen in gereedheid.
Luidsprekers
Voor-luidspreker ................................ x 2
Midden-luidspreker ............................ x 1
Surround-luidspreker ........................ x 2
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee
voor-luidsprekers nodig.
Actieve subwoofer ................................. x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabel ................................... x 5
Subwooferkabel ...................................... x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
DVD-speler .............................................. x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm............................................ x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel .............................................. x 2
Kies een RCA (tulpstekker) composiet
videokabel.
Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1
Snelstartgids
Rechter
voor-luidspreker
Subwoofer
Linker
surround-luidspreker
Linker
voor-luidspreker
Rechter
surround-luidspreker
Midden-luidspreker
Beeldscherm
DVD-speler
Geniet van uw DVD’s!
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
P. 5
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
Stap 3: Zet het toestel aan en
druk op de SCENE 1 toets
P. 6
P. 7
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Snelstartgids
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op
de “+” (rood) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die
van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2
Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers
Midden- en surround-luidsprekers
4 Verbind de subwooferkabel met de
ingangsaansluiting van de subwoofer en met
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting van dit
toestel.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
LRLR
LR
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
12 3 4
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker
voor-luidspreker
Los Inbrengen Vast
Naar de linker
surround-luidspreker
Naar de
midden-luidspreker
Naar de rechter
surround-luidspreker
Indrukken Inbrengen Loslaten
SUBWOOFER
OUTPUT
aansluiting
Subwooferkabel
Ingangsaansluiting
AV-receiver
Subwoofer
Snelstartgids
6 Nl
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw
DVD-speler en met de DVD VIDEO aansluiting
van dit toestel.
3 Verbind de videokabel met de video
ingangsaansluiting van uw beeldscherm en
met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van
dit toestel.
4 Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
LRLR
LR
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit
toestel als die van de DVD-speler allebei
uit het stopcontact gehaald zijn.
Coaxiaal digitale
audio
uitgangsaansluiting
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
DVD-speler
AV-receiver
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
DVD VIDEO aansluiting
DVD-speler
AV-receiver
Voor andere aansluitingen
Gebruiken van andere
luidsprekercombinaties
P. 10
Aansluiten van een beeldscherm en een
DVD-speler
P. 15
Aansluiten van een
kabel-TV/satellietontvanger en een
DVD-recorder
P. 15
Apparatuur verbinden met de HDMI
aansluitingen
P. 16
Apparatuur verbinden met de COMPONENT
VIDEO aansluitingen
P. 16
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
P. 18
Aansluiten van een CD-speler en een
MD-recorder
P. 17
Aansluiten van een DVD-speler via een
analoge multikanaals audioverbinding
P. 17
Aansluiten van een FM/AM buitenantenne
P. 18
Beeldscherm
AV-receiver
Video
ingangsaansluiting
Videokabel
VIDEO MONITOR
OUT aansluiting
Snelstartgids
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen
van dit toestel.
2 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel.
3 Druk op
P
SCENE 1.
De melding “DVD Movie Viewing” zal op het
display op het voorpaneel verschijnen en dit toestel
zal zijn eigen instellingen automatisch aanpassen aan
DVD weergave.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit
toestel in de SCENE stand staat.
4 Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
5
Verdraai
H
VOLUME
om het volume te regelen.
Wanneer u een andere signaalbron of een ander
geluidsveldprogramma selecteert, wordt de SCENE functie
uitgeschakeld en zal de indicator van de SCENE toets uit gaan.
Over de SCENE functie
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan
zetten en uw favoriete signaalbron en
geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE
sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De
SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van
signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie automatisch
in werking stellen en de weergave laten beginnen. Raadpleeg de
handleiding van de DVD-speler in kwestie voor meer informatie.
Gebruiken van de andere SCENE toetsen
Stap 3: Zet het toestel aan en druk
op de SCENE 1 toets
Opmerking
Standaard
SCENE
toets
Naam en omschrijving van het
SCENE sjabloon
SCENE
1
DVD Movie Viewing
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: Movie Dramatic
Voor wanneer u naar een film wilt kijken via
de aangesloten DVD-speler.
SCENE
2
Music Disc Listening
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
SCENE
3
TV Viewing
*1
signaalbron: DTV/CBL
geluidsveldprogramma: STRAIGHT
Voor wanneer u naar een televisieprogramma
wilt kijken.
SCENE
4
Radio Listening
*2, *3, *4
signaalbron: TUNER
geluidsveldprogramma: Music Enh. 5ch
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekprogramma van een FM radiozender.
Snelstartgids
8 Nl
*1
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger
aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 16 voor details.
*2
U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan
te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 18 voor details.
*3
U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender.
Zie bladzijde 37 t/m 39 voor informatie omtrent het afstemmen
op radiozenders.
*4
Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM
ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het
uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
Als de door u gewenste omstandigheden hier niet bij staan, kunt u
de SCENE instellingen voor de SCENE toetsen zelf selecteren en
aanpassen. Zie bladzijde 25 voor details.
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel om
dit toestel uit (standby) te zetten.
Het toestel gaat nu (standby). Om het toestel weer aan te
zetten wanneer het uit (standby) staat, drukt u op
A
STANDBY/ON (of op
A
POWER). Zie bladzijde 19
voor details.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
Opmerking
Wat wilt u doen met dit toestel?
Aanpassen van de SCENE
instellingen
Gebruiken van diverse SCENE instellingen
P. 25
Gebruiken van diverse
signaalbronnen
Basisbediening van dit toestel
P. 29
Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
P. 37
Gebruiken van diverse
weergavefuncties
Gebruiken van diverse
geluidsveldprogramma’s
P. 34
Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer
(AUTO SETUP)
P. 22
Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel
P. 44
Aanpassen van de geavanceerde
instellingen
P. 52
Extra functies
Automatisch uitschakelen van dit toestel
P. 33
10 Nl
Verbindingen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere
reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met
een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet
alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal.
De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de
subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte
om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Luidsprekers opstellen
60˚
30˚
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
FR
FL
C
SL
SR
SW
11 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Voor u apparatuur gaat verbinden met
de SPEAKERS aansluiting
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of
gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+”
(rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en
draai vervolgens de blootliggende draadjes
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
Aansluiten van luidsprekers
Let op
Gebruik luidsprekers met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.
Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
LRLR
LR
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
Subwoofer
Midden-
luidspreker
Voor-luidsprekers (B)
LinksRechts
Surround-luidsprekers
Voor-luidsprekers (A)
LinksRechts
LinksRechts
10 mm
12 Nl
Verbindingen
Apparatuur verbinden met de FRONT A
aansluitingen
1 Draai de knop los.
2 Steek het blote uiteinde van de
luidsprekerdraad in de sleuf van de
aansluiting.
3 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd
modellen voor Europa, Rusland, Korea en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels. Draai eerst de knop vast en steek
vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de
aansluiting.
Apparatuur verbinden met de FRONT B,
CENTER en SURROUND aansluitingen
1 Druk het lipje naar beneden.
2 Steek het blote uiteinde van de
luidsprekerdraad in het gat van de
aansluiting.
3 Laat het lipje los om de draad vast te zetten.
1
2
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
13 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met
een bemonsteringsfrequentie van maximaal 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen niet via de analoge AUDIO OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft twee soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y P
B
P
R
PB
Y
P
R
V
COAXIAL
DIGITAL AUDIO
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL AUDIO
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
Component
videostekkers
Audio-aansluitingen en Video-aansluitingen en
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
Opmerkingen
PR
P
B
Y
P
R
P
B
Y
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
14 Nl
Verbindingen
U kunt beelden weergeven door uw beeldscherm en video-apparatuur met dit toestel te verbinden via HDMI
aansluitingen.
In dat geval zullen audio/videosignalen van de aldus aangesloten component (zoals een DVD-speler enz.) alleen via het
aangesloten beeldscherm worden weergegeven wanneer dit toestel aan staat en op de juiste signaalbron is ingesteld
(DVD of DTV/CBL).
Daarbij hangt het mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm welke audio/videosignalen kunnen
worden weergegeven. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan
5 meter (16 ft) en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Informatie over HDMI™
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting worden niet gereproduceerd via luidsprekeraansluitingen,
maar wel via het aangesloten beeldscherm.
Om te kunnen profiteren van geluidsweergave via op dit toestel aangesloten luidsprekers,
dient u in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een analoge of digitale verbinding te maken
(zie bladzijde 16).
dient u de geluidsweergave van het aangesloten beeldscherm uit te schakelen.
HDMI stekker
HDMI
15 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
y
U kunt ook een beeldscherm, DVD-speler, digitale TV en kabel-
TV verbinden met dit toestel via de HDMI of COMPONENT
VIDEO aansluitingen (zie bladzijde 16).
Aansluiten van een beeldscherm en een
DVD-speler
*
Wanneer u de in de televisie ingebouwde ontvanger als
signaalbron gebruikt, dient u de digitale of analoge audio
uitgangsaansluitingen van de televisie te verbinden met de
digitale of analoge ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van een kabel-TV/
satellietontvanger en een DVD-recorder
Aansluiten van videocomponenten
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
C
L
R
VV
DVD-speler Beeldscherm*
Video ingang
Audio uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
L
R
L
R
L
R
VVV
O
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder
Audio uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Audio ingang
Video ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
16 Nl
Verbindingen
Apparatuur verbinden met de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen
U kunt profiteren van beelden met hoge kwaliteit door uw beeldscherm en video-apparatuur met dit toestel te verbinden
via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen.
U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw beeldscherm. Wanneer u bijvoorbeeld uw
beeldscherm op dit toestel heeft aangesloten via een HDMI of COMPONENT VIDEO aansluiting, dient u uw videocomponenten ook
via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluiting met dit toestel te verbinden.
HDMI aansluiting
Verbind de signaalbronnen met de HDMI DVD of HDMI DTV/
CBL aansluiting om de videobeelden weer te laten geven op de
het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Audio/videosignalen van de aldus aangesloten component
(zoals een DVD-speler enz.) zullen alleen via het aangesloten
beeldscherm worden weergegeven wanneer dit toestel aan staat
en op de juiste signaalbron is ingesteld (DVD of DTV/CBL).
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
Apparatuur verbinden met de COMPONENT
VIDEO aansluitingen
Opmerking
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting
worden niet gereproduceerd via luidsprekeraansluitingen,
maar wel via het aangesloten beeldscherm.
Om te kunnen profiteren van geluidsweergave via op dit
toestel aangesloten luidsprekers,
dient u in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een
analoge of digitale verbinding te maken (zie bladzijde 15).
dient u de geluidsweergave van het aangesloten
beeldscherm uit te schakelen.
Opmerkingen
O
MPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
ANTENNA
D
TV/CBL DVR
DVD DTV/CBL
DVDOUT DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Beeldscherm
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-speler
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
H
D
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
MO
N
O
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR
C
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
DVD-speler
Beeldscherm
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder
Video ingang
Video uitgang
Video uitgang
Video uitgang
17 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder
Wanneer u uw CD-speler zowel via analoge als via digitale
verbindingen aansluit, zal het via de DIGITAL INPUT
aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, SURROUND L/R, CENTER en SUBWOOFER)
voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder of sound processor. Verbind
de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er
goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor-
als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert
(zie bladzijde 30), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan een
5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik
maakt van deze functie.
Aansluiten van audiocomponenten
Opmerking
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
L
R
L
R
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
1
2
3
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
B
L
R
L
R
L
R
O
CD-speler CD-recorder of
MD-recorder
Audio uitgangAudio uitgang Audio ingangAudio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
L
R
L
R
MULTI CH INPUT
1
2
3
DVD
COAXIAL
CD
DTV/
CBL
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR
IN
L
R
L
R
Multiformaat-speler of
externe decoder
Middenkana
Subwoofer uitgang
Surroundkanaal uitgang
Voorkanaal uitgang
Opmerkingen
18 Nl
Verbindingen
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE
ministekker-aansluiting hebben voorrang boven de via de
AUDIO L/R aansluitingen binnenkomende signalen.
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Verbindingen met de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat
maken.
Opmerkingen
STANDBY
/ON
PHONES
SPEAKERS
A/B/OFF
SILENT CINEMA
EDIT
PRESET/TUNING
BAND A/B/C/D/E
TONE CONTROL
PROGRAM
STRAIGHT NIGHT
EFFECT
SCENE
PRESET/TUNING MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELEC T
INPUT
1234
VOLUME
R
L
AUDIO PORTABLE
VIDEO AUX
VIDEO
VIDEO L AUDIO R PORTABLE
VIDEO AUX
V
L
R
Spelcomputer of
videocamera
3,5 mm
stereo
ministekker
Audio uitgang
Video uitgang
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Opmerkingen
E
O
ANTENNA
L
R
SURROUND
AUDIO OUTPUT
DVR
CD
DVR
AM
GND
FM
UNBAL.
75
OUT
MONITOR
OUT
M
D
/
O
UT
IN
AM
ringantenne
(meegeleverd)
Aarde
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat u
bijvoorbeeld uit een raam naar
buiten spant.
19 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van de draad van de AM
ringantenne
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
Wat voor soort AM ringantenne wordt meegeleverd hangt
mede af van het model in kwestie.
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt
u de stekker in het stopcontact steken.
Aan zetten van dit toestel
Druk op
A
STANDBY/ON (of
A
POWER) om dit
toestel aan te zetten.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Uit (standby) zetten van dit toestel
Druk op
A
STANDBY/ON (of
2
STANDBY) om
dit toestel uit (standby) te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Opmerking
Doe het
hendeltje open
Inbrengen Doe het hendeltje
weer dicht
Aansluiten van het netsnoer
Aan en uit zetten van dit toestel
Opmerking
Netsnoer
Naar het stopcontact
20 Nl
Verbindingen
1
Decoder indicator
Licht op wanneer één van de decoders van dit toestel in
werking is.
2
ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is geselecteerd (zie bladzijde 34).
3
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 36).
4
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er
een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 36).
5
Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6
YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de
via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 22).
7
Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat (zie bladzijde 37).
8
MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 30).
9
VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
0
PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
A
Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 30).
B
SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd (zie bladzijde 29).
C
NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 31).
D
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert
(zie bladzijde 34).
E
Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
F
Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 41) staat.
PS, PTY, RT en CT
Lichten op aan de hand van de beschikbare Radio
Data Systeem gegevens.
EON
Licht op wanneer de EON dienst beschikbaar is.
G
SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 33).
H
Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Display voorpaneel
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
q PL
q PL
ENHANCER
SILENT CINEMA
NIGHT
AUTO
YPAO
PRESET
PSHOLD RT
EON
PTYPTY
TUNED
MUTE
VOLUME
MEMORY
SLEEP
VIRTUAL
PCM
A B
SP
mS
ft
dB
LFE
LCR
SL SR
q
DIGITAL
t
dB
STEREO
CT
A0 C GFE
H
D
5
4 76 91 2 3 8
B
Indicators ingangskanalen
LFE
LCR
SL SR
LFE indicator
21 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
1
Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Opmerkingen
30º 30º
Ongeveer 6 m
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
22 Nl
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP”
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
1 Controleer de volgende punten voor u met de
AUTO SETUP begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel staat aan.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet
worden ingeschakeld en het volume moet
ongeveer halverwege (of iets lager) worden
ingesteld.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten
subwoofer moet op de maximum stand worden
ingesteld.
De FRONT A luidsprekers zijn geselecteerd als
voorluidsprekersysteem (zie bladzijde 30).
De kamer moet voldoende stil zijn.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
Het volgende verschijnt op het display op het
voorpaneel.
SETUP;;;;;AUTO
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de microfoonkop
naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief
(enz.) met behulp van de statiefschroef.
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Gebruiken van het AUTO SETUP
Opmerkingen
VOLUME
MIN
MAX
MIN MAX
CROSSOVER
HIGH CUT
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
Y
TUNING AUTO/MAN'L
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
VIDEO L AUDIO R PORTABLE
VIDEO AUX
Optimalisatie-
microfoon
Optimalisatie-microfoon
23 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
4 Druk op
J
l / h en selecteer “AUTO”.
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP”
procedure automatisch te laten verlopen.
Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en
de vorige instellingen te negeren.
Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte “AUTO
SETUP” instellingen ongedaan te maken en de
vorige instellingen te herstellen.
Selecteer “DEFAULT” om de “AUTO SETUP”
parameters terug te zetten op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
“RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer u
de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de resultaten
daarvan heeft bevestigd.
5 Druk op
J
ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische
instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de
automatische instelprocedure. Wanneer alle items
zijn ingesteld, zal “FINISH” verschijnen op het
display op het voorpaneel.
y
Druk op
J
k om de automatische instelprocedure te
annuleren.
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor het toestel de automatische instelprocedure
heeft afgerond.
6 Wanneer alle metingen met succes zijn
verricht, zal “FINISH” verschijnen op het
display op het voorpaneel.
De luidspreker waarvoor het resultaat van de
automatische setup wordt weergegeven zal op
volgorde veranderen.
y
Druk herhaaldelijk op
J
k / n om het resultaat van de
automatische setup nog eens te bekijken.
Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er
geen testtonen worden geproduceerd.
Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO:CHECK”
procedure, zal de procedure worden geannuleerd en zal er
een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding
verschijnt” op bladzijde 24 voor details.
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert tijdens
de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” en de
betreffende waarschuwingen verschijnen nadat het toestel
het resultaat van de automatische setup heeft getoond.
Voor details verwijzen we u naar de “AUTO SETUP”
paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op
bladzijde 55.
De afstanden bij de gemeten resultaten kunnen groter zijn
dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken
van uw subwoofer.
7 Druk op
J
l / h en selecteer “SET” of
“CANCEL”.
Keuzes: SET, CANCEL
Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
Opmerking
Opmerkingen
INITIALIZING
WIRING/LEVEL
DISTANCE
SIZE
FINISH
Opmerkingen
FL: 3.3m +2
De afstand tussen de luidspreker
en de luisterplek
Luidspreker
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SW: Subwoofer
Het resultaat van
de instelling van
het
volumeniveau
24 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
8 Druk op
J
ENTER om uw keuze te
bevestigen.
“AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
9 Druk op
L
MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
10 Koppel de optimalisatiemicrofoon los van dit
toestel.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand
tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem
niet bovenop dit toestel.
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten
luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de
inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO
SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te
optimaliseren.
Wanneer u het resultaat van de automatische setup in
detail wilt controleren of met de hand parameters wilt
instellen, dient u de “MANUAL SETUP” te gebruiken (zie
bladzijde 44).
Als er een foutmelding verschijnt
Als dit toestel een mogelijk probleem detecteert, zal er
tijdens de automatische setup een foutmelding verschijnen
op het display op het voorpaneel.
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 55.
Na een paar seconden zullen de volgende keuzes
verschijnen. Druk op
J
l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk vervolgens op
J
ENTER.
Keuzes: RETRY, EXIT
Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure
af te sluiten.
Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert
tijdens de automatische setup, zal “WARNING”
verschijnen op het display op het voorpaneel na het
resultaat van elk van de luidsprekers in kwestie.
Controleer de waarschuwingen om uw
luidsprekerinstellingen te kunnen corrigeren.
Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de
automatische instelprocedure niet wordt geannuleerd door
waarschuwingen.
Druk op
J
n om gedetailleerde informatie over de
waarschuwing te kunnen bekijken.
Toont de gedetailleerde informatie over de waarschuwing
en laat de indicators van luidsprekers die hier niets mee te
maken hebben knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u
naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen
van problemen” op bladzijde 55.
Opmerking
NOISY
>RETRY EXIT
PHASE REVERSED
LFE
LCR
SL SR
Knippert
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
25 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Dit toestel heeft 12 SCENE ‘sjablonen’ of sets van
voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei
standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden.
Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen
(instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen:
SCENE 1: DVD Movie Viewing
SCENE 2: Music Disc Listening
SCENE 3: TV Viewing
SCENE 4: Radio Listening
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt
u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE
sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE
toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening.
1 Houd de gewenste
P
SCENE (of
3
SCENE)
toets tenminste 3 seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het
voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het
SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen
zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
2
Druk op
N
INPUT
l
/
h
(of druk op
J
l
/
h
)
om het gewenste sjabloon te selecteren.
3 Druk nog eens op de
P
SCENE
(of
3
SCENE) toets om uw keuze te
bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu
toegewezen aan de toets.
y
Druk op
K
RETURN om de procedure te annuleren.
Selecteren van de SCENE sjablonen
Selecteren van het gewenste
SCENE sjabloon
1
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteer het gewenste SCENE sjabloon
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan
de SCENE toets
1
1
1
of
Afstandsbediening
Knippert
3 seconden
3 seconden
Voorpaneel
DVD Movie View
l INPUT h
ENTER
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
DVD Viewing
1
1
of
AfstandsbedieningVoorpaneel
26 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
y
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie
bladzijde 28 voor details.
Radio Listening
CD Listening
CD Music Listening
DVD Live Viewing
DVD Movie Viewing
DVD Viewing
Music Disc Listening
Disc Listening
DVR Viewing
TV Viewing
TV Sports Viewing
Game Playing
DVD
V-AUX
DTV/CBL
TUNER (FM/AM radio)
CD
DVD
DVR
Videobronnen
(DVD video,
opgenomen beelden)
TV programma’s
Videospelletjes
Radioprogramma’s
Muziekdiscs
(CD, SA-CD of DVD-Audio)
SCENE sjablonen
Welke component wilt u
laten weergeven?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
1
2
4
3
Standaard
SCENE toetsen
27 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
BASISBEDIENING
Nederlands
Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
SCENE sjabloon
Kenmerken
Signaalbron Weergavefunctie
DVD Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD STRAIGHT
DVD Movie Viewing
(SCENE 1 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw
DVD-speler.
DVD Movie Dramatic
DVD Live Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD Pop/Rock
DVR Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw
digitale videorecorder.
DVR Movie Dramatic
Music Disc Listening
(SCENE 2 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw DVD-speler.
DVD 2ch Stereo
Disc Listening
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u met uw DVD-speler
muziek afspeelt als achtergrondmuziek.
DVD 5ch Stereo
CD Listening
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u met uw CD-speler
muziek afspeelt als achtergrondmuziek.
CD 5ch Stereo
CD Music Listening
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw CD-speler.
CD 2ch Stereo
Radio Listening
(SCENE 4 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM
radioprogramma’s luistert.
TUNER Music Enh. 5ch
TV Viewing
(SCENE 3 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar TV-programmas
kijkt.
DTV/CBL STRAIGHT
TV Sports Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar sportprogramma’s
op uw TV kijkt.
DTV/CBL TV Sports
Game Playing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u videospelletjes wilt
spelen.
V-AUX Game
28 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE
sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 12
voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen
SCENE sjablonen vast te leggen.
Aanpassen van de
voorgeprogrammeerde SCENE
sjablonen
Gebruik deze functie om de voorgeprogrammeerde
SCENE sjablonen aan te passen.
1 Houd de gewenste
3
SCENE toets
3 seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal
op het display op het voorpaneel verschijnen.
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is
toegewezen aan één van de
3
SCENE toetsen, dient u net
zo vaak op
J
l / h te drukken tot het gewenste SCENE
sjabloon verschijnt (zie bladzijde 25).
2 Druk op
J
k / n om de gewenste instelling
van het SCENE sjabloon te selecteren en
gebruik vervolgens
J
l / h om de gewenste
waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE
sjabloon wijzigen:
•De signaalbron
De ingeschakelde geluidsveldprogramma’s of
STRAIGHT functie
De nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 31)
SYSTEM: Houd de huidige instelling voor de
nacht-luisterfunctie.
CINEMA: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
CINEMA.
MUSIC: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
MUSIC.
3 Druk nog eens op de
3
SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
y
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE
sjabloon verschijnen.
Druk op
K
RETURN om de procedure te annuleren.
U kunt voor elk van de
3
SCENE toetsen een aangepast
SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast
SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste
SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe.
Het aangepaste SCENE sjabloon is alleen beschikbaar voor de
oorspronkelijk geselecteerde
3
SCENE toets.
Uw eigen SCENE sjablonen maken
Opmerking
: DVD Movie Viewing
: DVD
SCENE
INPUT
SCENE : DVD Movie Viewing
1
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan de
SCENE toets
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
1
3 seconden
Opmerkingen
1
WEERGAVE
29 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk net zo vaak op de
I
SPEAKERS toets
tot u de voor-luidsprekers die u wilt
gebruiken geselecteerd heeft.
De corresponderende luidspreker indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
N
INPUT l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
4
)) om de gewenste signaalbron te
selecteren.
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display getoond.
4 Start de weergave op de geselecteerde
component of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 37 voor details omtrent het
afstemmen (FM/AM).
5
Verdraai
H
VOLUME
(of druk op
5
VOLUME +/
)
om het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
6 Druk herhaaldelijk op
K
PROGRAM l / h
(of druk op
8
PROG l / h) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
Zie bladzijde 34 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 30).
Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 36).
Om informatie over de op dit moment geselecteerde
signaalbron te laten weergeven op het display op het
voorpaneel, zie bladzijde 32 voor details.
Inhoudsgids
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
Basisbediening
INPUT:DVD
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
Beschikbare signaalbronnen
Op dit moment geselecteerde signaalbron
Opmerkingen
Wanneer u...
Zie
bladzijde
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen.
31
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken
35
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren
31
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken. 30
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven.
35
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten
33
Movie Dramatic
Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma
30 Nl
Weergave
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(zie bladzijde 36).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op
C
MUTE om de geluidsweergave
tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op
C
MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
U kunt ook
H
VOLUME verdraaien (of op
5
VOLUME +/
drukken) om de geluidsweergave te hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via “MUTE
TYP.” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 49).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Selecteren van de gewenste set
voor-luidsprekers
Druk herhaaldelijk op
I
SPEAKERS om de om
de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A of FRONT B luidsprekeraansluitingen
aan of uit te zetten.
De actieve set voor-luidsprekers verandert als volgt:
Zet het volume van dit toestel uit wanneer u de instelling voor de
voor-luidsprekers omschakelt.
Gebruiken van Zone B
Wanneer u “FRONT B” instelt op “ZONE B” (zie
bladzijde 46), kunt u de luidsprekers die zijn verbonden
met de FRONT B luidsprekeraansluitingen in een andere
kamer gebruiken (Zone B).
Druk herhaaldelijk op
I
SPEAKERS op het
voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit
te zetten.
Wanneer u de Zone B luidsprekers inschakelt, zullen alle
luidsprekers in de hoofdzone buiten werking worden gesteld.
U kunt niet tegelijkertijd de luidsprekers in de hoofdzone en die
in Zone B gebruiken.
Als u het CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert en
de Zone B luidsprekers inschakelt, zal automatisch Virtual
CINEMA DSP worden ingeschakeld (zie bladzijde 36).
De met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden component als
signaalbron selecteren
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 17).
Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h (of druk op
B
MULTI CH IN) tot “MULTI CH” verschijnt op
het display op het voorpaneel.
y
Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om de
parameter voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 50).
De ingangssignalen worden versterkt en direct weergegeven,
zonder bewerking van het geluid. Daarom kunt u geen
geluidsveldprogramma’s gebruiken of de nacht-luisterfunctie
enz. wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Aanvullende mogelijkheden
Opmerkingen
SPEAKERS
PHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
A/B/OFF
l
PRESET/TUNING
h
A/B/C/D/E
BAND
EDIT
PRESET/TUNING
MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELECT
NIGHTSTRAIGHT
EFFECT
TONE CONTROL
l INPUT hl PROGRAM h
VOLUME
SCENE
1234
VIDEO L AUDIO R PORTABLE
VIDEO AUX
Opmerking
Opmerkingen
Opmerkingen
FRONT A FRONT B
OFF
31 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO
SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 51).
Druk herhaaldelijk op
O
AUDIO SELECT (of
druk op
E
AUDIO SEL) om de gewenste
instelling voor de audio ingangsaansluiting
selectie te kiezen.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden
geselecteerd. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluiting is toegewezen aan de op dit moment
geselecteerde signaalbron.
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
1 Druk herhaaldelijk op
F
NIGHT en selecteer
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC,
NIGHT OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” om het dynamisch bereik
van een filmsoundtrack te verminderen en de gesproken
tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u alle
weergegeven geluiden beter verstaanbaar wilt maken.
Selecteer “NIGHT OFF” als u deze functie niet
wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2 Druk op
J
l / h om het effectniveau te
regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het
display op het voorpaneel.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet
gebruiken:
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron.
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer de bemonsteringsfrequentie van de signaalbron
hoger is dan 96 kHz.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
Toonregeling
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen
en die van de hoge tonen voor de linker en rechter
luidsprekerkanalen te regelen.
Druk herhaaldelijk op
J
TONE CONTROL, kies
“BASS” (lage tonen) of “TREBLE” (hoge tonen)
en gebruik vervolgens
K
PROGRAM l / h om
de gekozen tonen te verzwakken of te versterken.
Instelbereik: –10 t/m +10 dB
Instelstap: 2
Selecteer “BASS” om de weergave van de lage tonen
te regelen.
Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge
tonen te regelen.
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Opmerking
A.SEL:AUTO
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
Instelling van de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
Opmerkingen
Opmerkingen
32 Nl
Weergave
Instellen luidsprekerniveaus tijdens
weergave
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent.
Deze handeling overschrijft de niveau-instelling die is gemaakt
via “SP LEVEL” (zie bladzijde 47).
1 Druk net zo vaak op
I
LEVEL tot u de
luidspreker geselecteerd heeft die u wilt
instellen.
y
Wanneer u op
I
LEVEL op de afstandsbediening heeft
gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
J
k / n.
2 Druk op
J
l / h op de afstandsbediening
om het uitgangsniveau (volume) van de
luidspreker te regelen.
Het instelbereik loopt van –10 dB t/m +10 dB.
y
U kunt op
D
A/B/C/D/E drukken om een luidspreker te
selecteren en vervolgens met
E
PRESET/TUNING l / h het
uitgangsniveau van die luidspreker regelen.
Tonen van informatie over het signaal
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Druk op
L
MENU op de afstandsbediening.
“AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
;AUTO SETUP
2 Druk herhaaldelijk op
J
k / n om “SIGNAL
INFO” te selecteren en druk dan op
J
ENTER.
3 Druk op
J
k / n om de weergegeven
informatie om te schakelen.
De volgende informatie met betrekking tot de
signaalbron zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
4 Druk op
L
MENU om af te sluiten.
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
Display Beschrijving
Formattering
Signaalformattering.
Bemonsterin
gsfrequentie
Het aantal metingen per seconden van een
continu signaal om een digitaal signaal te
kunnen maken.
Kanaal Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE).
Bitsnelheid Het aantal bits aan gegevens dat per
seconde een bepaald meetpunt passeert.
Vlaggegevens
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby
Digital of PCM signalen is meegecodeerd
en die dit toestel in staat stelt automatisch
van decoder te wisselen.
33 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd.
Druk herhaaldelijk op
D
SLEEP om de gewenste
tijd in te stellen.
Met elke druk op
D
SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het display
keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
y
Druk op net zo vaak op
D
SLEEP op de afstandsbediening tot
“SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt.
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met
A
STANDBY/ON (of
2
STANDBY) dit toestel uit (standby)
te zetten.
Afspelen van video op de achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (
4
) op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
SLEEP 120min SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
Audiobronnen
Videobronnen
DVD DVR V-AUX
MULTI CH IN
TUNER
MD/CD-RCD
DTV/CBL
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
34 Nl
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale
decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals
weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals
geluidsbron.
Druk op
K
PROGRAM l / h (of druk
herhaaldelijk op
8
PROG l / h).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
op het display op het voorpaneel verschijnen.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 30).
Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 36).
Bij een ingangssignaal met een hogere bemonsteringsfrequentie
dan 96 kHz zal dit toestel geen geluidsveldprogramma’s
toepassen.
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
U kunt “Music Enh. 2ch” en “Music Enh. 5ch” selecteren door
herhaaldelijk op
H
ENHANCER te drukken.
De geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de
hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties
waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Categorie Programma Kenmerken
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft u de indruk dat u lijfelijk aanwezig bent bij een
pop, rock of jazz concert. Het geluidsveld reproduceert een zeer grote zaal, waarbij de nadruk ligt
op de vocalen van het centrale podium, op de solo-instrumenten en de ritmesectie.
Hall
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor klassieke en orkestrale
muziek. Dit programma maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een grote concertzaal in
Muenchen. Hierdoor kunt u genieten van mooie, verfijnde natrillingen en een majestueuze sfeer.
Jazz
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor jazz en fusion.
Het maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York.
Hierdoor kunt u genieten van heldere natrillingen.
ENTERTAIN
Game
CINEMA DSP verwerking. Hierdoor kunt u profiteren van de spannende en dynamische
geluidseffecten die zo karakteristiek zijn voor computer- en videospellen. Dit programma geeft u
een gevoel van diepte door middel van de omhullende driedimensionale geluidsvelden waarin het
spel zich afspeelt en biedt bioscoopachtige geluidseffecten voor de videostukjes in de spellen.
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Hiermee kunt u genieten van sportuitzendingen in stereo en van
amusementsprogramma’s met live geluid. Bij sportprogramma’s zal het begeleidende commentaar
duidelijk vanuit het midden komen, terwijl de geluiden van het publiek en de sfeergeluiden uit het
stadion u zullen omhullen zodat u het gevoel krijgt dat u er echt bij bent.
MOVIE
Movie Spacious
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor films met veel spectaculaire
geluidseffecten en het gaat dan ook heel goed samen met breedbeeldweergave. Het programma
zorgt voor een weergave over een zeer groot dynamisch bereik, van fluisterende geluidseffecten tot
bulderend lawaai.
Movie Dramatic
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met de nadruk op
driedimensionale geluidseffecten. Natrillingen worden gemiddeld onderdrukt, maar de
geluidseffecten en de achtergrondmuziek worden weergegeven op een zachte, driedimensionale
manier, gecentreerd op de heldere weergave in het midden van de stemmen van de acteurs.
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
5ch Stereo
CINEMA DSP verwerking. Gebruik van dit programma vergroot de luisterplek. Dit geluidsveld is
geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen.
ENHANCER
Music Enh. 2ch
Music Enh. 5ch
Kies deze programma’s om kunstmatig gecomprimeerde signalen (zoals MP3 bestanden) in
2-kanaals of 5-kanaals stereo weer te laten geven. Dit programma verbetert de geluidsweergave door
de vanwege zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren.
Opmerking
35 Nl
Geluidsveldprogramma’s
BASISBEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Druk herhaaldelijk op
G
SUR. DECODE om een
decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van
het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
Wijzigen van geluidsveld instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
1 Druk op
J
k / n terwijl u naar een bepaalde
signaalbron luistert om de gewenste
parameter te selecteren.
2 Druk op
J
l / h om de huidige waarde voor
deze parameter te wijzigen.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de
“MEM.GUARD” beveiliging in het “OPTION MENU” is
ingesteld op “ON” (zie bladzijde 51).
y
De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet
aangegeven.
Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports,
Movie Spacious en Movie Dramatic:
DSP niveau DSP LEVEL
Functie: Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
MIN, MID, MAX
Voor PRO LOGIC II Music:
Panorama PANORAMA
Functie: Stuurt stereosignalen naar de
surround-luidsprekers zowel als naar
de voor-luidsprekers voor een
omhullend effect.
Instelmogelijkheden:
OFF, ON
Dimensie DIMENSION
Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing
van het geluidsveld naar voren of naar
achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren),
de begininstelling is STD (standaard).
Midden breedte CT WIDTH
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle
drie de voor-luidsprekers. Een grotere
waarde breidt het middenveld uit in de
richting van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal
wordt alleen maar weergegeven via de
midden-luidspreker) t/m 7 (het
middenkanaal wordt helemaal via de
linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven), de begininstelling is 3.
Voor Music Enh. 2ch en Music Enh. 5ch
Effectniveau EFCL LVL
Functie: Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
LOW, HIGH
STANDAARD Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
Opmerking
36 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder
surround-luidsprekers door virtuele luidsprekers te
creëren.
Als u “SUR. LR” op “NONE” (zie bladzijde 48) instelt,
zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 34).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. LR” op “NONE”
(zie bladzijde 46):
wanneer “5ch Stereo” (zie bladzijde 34) is geselecteerd.
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon
(SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met een
geluidsveldprogramma (uitgezonderd 2ch Stereo en Music
Enh. 2ch) (zie bladzijde 34). Wanneer SILENT CINEMA
is ingeschakeld, zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse)
weergavefunctie)
Wanneer dit toestel in de “STRAIGHT” staat zal
multikanaals materiaal rechtstreeks via de diverse kanalen
worden weergegeven zonder verdere toevoeging van
effecten. Tweekanaals stereomateriaal zal alleen via de
linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven.
Druk op
L
STRAIGHT (of op
9
STRAIGHT) en
selecteer “STRAIGHT”.
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog
eens op
L
STRAIGHT (of op
9
STRAIGHT) te drukken
zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Opmerking
FM/AM AFSTEMMEN
37 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders automatisch of met de hand
voorprogrammeren.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h tot
“TUNER” op het display op het voorpaneel
verschijnt.
2 Druk op
C
BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3 Druk op
G
TUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet automatisch afstemmen. Druk op
B
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk één keer op
E
PRESET/TUNING
l / h om het automatisch afstemmen te
laten beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h tot
“TUNER” op het display op het voorpaneel
verschijnt.
2 Druk op
C
BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3 Druk op
G
TUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op
B
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk op
E
PRESET/TUNING l / h om met
de hand af te stemmen op de gewenste
zender.
U kunt de toets ingedrukt houden om de frequentie
doorlopend te laten veranderen.
FM/AM afstemmen
Automatisch afstemmen
AUTO
A
AM
1440
kHz
Licht op
Geen dubbele punt (:)
AUTO
TUNED
A
AM
1530
kHz
Licht op
Handmatig afstemmen
Opmerking
A
AM
1440
kHz
Geen dubbele punt (:)
38 Nl
FM/AM afstemmen
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h tot
“TUNER” op het display op het voorpaneel
verschijnt.
2 Druk op
C
BAND en selecteer “FM” als de
radioband.
3 Houd
F
MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer
5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer selecteren
waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen door eerst
op
D
A/B/C/D/E
en vervolgens op
E
PRESET/TUNING
l
/
h
te
drukken.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren”
elders op deze bladzijde.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(alleen modellen voor Europa).
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie bladzijde 37 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2 Druk op
F
MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
30 seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
D
A/B/C/D/E en
E
PRESET/TUNING l / h om de gewenste
voorkeuzegroep en het gewenste
voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren
terwijl de MEMORY indicator knippert.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
4 Druk op
F
MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Automatisch voorprogrammeren
Opmerkingen
Knippert
AUTO
MEMORY
A1:FM 87.50MHz
Knippert
Handmatig voorprogrammeren
Opmerkingen
TUNED
MEMORY
:
C3
AM
630
kHz
Voorkeuzegroep en voorkeuzenummer
Knippert
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
TUNED
:
C3
AM
630
kHz
39 Nl
FM/AM afstemmen
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op
4
TUNER drukken om “TUNER” als
signaalbron te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op
D
A/B/C/D/E
(of
7
A/B/C/D/E l / h) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op
E
PRESET/TUNING l / h
(of
7
PRESET l / h) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
D
A/B/C/D/E en
E
PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op
deze bladzijde.
2 Houd
B
PRESET/TUNING tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
D
A/B/C/D/E en
E
PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op
deze bladzijde.
4 Druk nog eens op
B
PRESET/TUNING.
“EXCHANGE E1–A5” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
Selecteren van voorkeuzezenders
:
E1
FM
87.50
MHz
Omwisselen van voorkeuzezenders
MEMORY
:
E1
FM
87.50
MHz
Knippert
Knippert
MEMORY
:
A5
FM
90.50
MHz
Knippert
Knippert
RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)
40 Nl
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT
(Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 20).
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op
G
TUNING AUTO/MAN’L op
het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van
het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie
is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op
het voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 38).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op
0
INFO op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
41 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 38).
1 Druk op
4
TUNER op de afstandsbediening
om “TUNER” als signaalbron te selecteren.
2 Druk op
0
PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
0
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
3 Druk op
6
PRESET l / h op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Knippert
NEWS
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
42 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4 Druk op
0
PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
De naam van het geselecteerde programmatype
knippert en de PTY HOLD indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op
0
PTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op
0
PTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de
4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit
toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u
af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
3 Druk herhaaldelijk op
0
EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de
0
EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Opmerkingen
EON
NEWS
Licht op
OPNEMEN
43 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 31), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 32) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 34) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Als uw signaalbron alleen digitaal is aangesloten, kunt u daarvan niet opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde AUDIO OUT (REC) kanaal.
Wanneer u opname-apparatuur heeft aangesloten op dit toestel, dient u de apparatuur in kwestie ingeschakeld te houden zolang u dit
toestel gebruikt. Als de apparatuur in kwestie wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Druk herhaaldelijk op
N
INPUT
l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
4
)) om de signaalbron waarvan u wilt
opnemen te selecteren.
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4 Start de opname op de opnemende
component.
Opnemen
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
Instelmenu
44 Nl
Met behulp van het instelmenu kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt
aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw
specifieke systeem en uw voorkeuren.
Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 22).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of
een signaalbron een andere naam geven.
Instelmenu
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen, de crossover frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten
op de FRONT B aansluitingen.
46
B)SP LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
47
C)SP DISTANCE
Instellen van de afstand voor elke luidspreker.
48
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
48
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
48
F)D.RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
48
G)AUDIO SET
Regelt de verlaging van het volume, de vertragingsinstellingen, het maximum
volumeniveau en het beginvolume.
49
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)INPUT ASSIGN
Toewijzen van ingangsaansluitingen op dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
49
B)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
50
C)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
50
D)DECODER MODE
Selecteren van de decoderfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
50
E)MULTI CH SET
Selecteren welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave
van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
50
45 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Optiemenu 3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 32).
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
U kunt de parameters via het instelmenu wijzigen terwijl het
toestel geluid aan het weergeven is.
1 Druk op
L
MENU op de afstandsbediening.
“AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
;AUTO SETUP
2 Druk op
J
k / n en selecteer “MANUAL
SETUP”.
;MANUAL SETUP
3 Druk op
J
ENTER om de “MANUAL SETUP”
te openen.
“1 SOUND MENU” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
1 SOUND MENU
4 Druk herhaaldelijk op
J
k / n om het
gewenste menu te selecteren en druk op
J
ENTER om het te openen.
De volgende menu’s zullen achtereenvolgens op het
display op het voorpaneel verschijnen wanneer u
herhaaldelijk op
J
k / n drukt.
5 Druk herhaaldelijk op
J
k / n om het
gewenste submenu te selecteren en druk op
J
ENTER om het te openen.
Herhaal deze stap om de gewenste instellingen op
te zoeken en te openen.
Druk op
8
RETURN om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
6 Druk op
J
k / n om de gewenste parameter
te selecteren en vervolgens op
J
l / h om
de instelling te wijzigen.
Druk op
J
h om de ingestelde waarde te
verhogen.
Druk op
J
l om de ingestelde waarde te
verlagen.
7 Druk op
L
MENU om het instelmenu te
verlaten.
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen.
51
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere instellingen via
het instelmenu.
51
C)AUDIO SELECT
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de op de
DIGITAL INPUT aangesloten signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
51
D)PARAM. INI
Terugzetten van alle parameters voor de geluidsveldprogramma’s op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
51
Gebruiken van het instelmenu
1 SOUND MENU
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
46 Nl
Instelmenu
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het verwerken
van videosignalen bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Luidspreker-instellingen
A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de
luidspreker-instellingen wijzigen.
FRONT B luidspreker-instelling FRONT B
Gebruik deze functie om de locatie van de met de FRONT
B aansluitingen verbonden luidsprekers te bepalen.
Keuzes: FRONT, ZONE B
Selecteer “FRONT” om de FRONT A en B set aan of
uit te zetten wanneer de FRONT B luidsprekers zich in
uw belangrijkste luisterruimte (hoofdzone/eerste
ruimte) bevinden.
Selecteer “ZONE B” als de met de FRONT B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere kamer (‘zone’) bevinden. Als FRONT A wordt
uitgeschakeld en FRONT B wordt ingeschakeld, zullen
alle luidsprekers in de hoofdzone (eerste
luisterruimte/woonkamer) worden uitgeschakeld en zal
er alleen via de FRONT B aansluitingen geluid worden
weergegeven.
Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de FRONT B aansluitingen wanneer
“FRONT B” is ingesteld op “ZONE B”.
Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “FRONT
B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de
Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 36).
Voor-luidsprekers FRONT
Keuzes: LARGE, SMALL
Wanneer de voor-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LARGE” (groot).
Wanneer de voor-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SMALL” (klein).
Wanneer “BASS OUT” is ingesteld op “FRNT”
(zie bladzijde 47), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT”.
Als “FRONT” van tevoren op een andere instelling dan
“LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch
veranderen naar “LARGE”.
Midden-luidspreker CENTER
Keuzes: NONE, SML, LRG
Wanneer de midden-luidspreker groot is
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de midden-luidspreker klein is
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
midden-luidspreker
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter
voor-luidsprekers worden gestuurd.
Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. LR
Keuzes: NONE, SML, LRG
Wanneer de surround-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de surround-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van
surround-luidsprekers
Selecteer “NONE” (geen). Dit toestel wordt in de
Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 36).
1 SOUND MENU
Opmerkingen
De woofer van de luidsprekerbox is 16 cm of groter:
groot
De woofer van de luidsprekerbox is kleiner dan 16 cm:
klein
Opmerking
47 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
LFE/Bass out BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op
dit toestel en u een natuurlijke weergave van
de lage tonen wilt
Selecteer “SWFR” (subwoofer). Zowel de LFE
signalen als de lage tonen in de signalen voor andere
luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op
dit toestel en u een rijke weergave van de lage
tonen wilt
Selecteer “BOTH” (beide). De lage tonen worden voor
elke signaalbron weergegeven door de subwoofer.
Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen
voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT”
instelling (zie bladzijde 46).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
subwoofer
Selecteer “FRNT” (voor). De LFE signalen, de lage
tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers,
ongeacht de “FRONT” instelling (zie bladzijde 46).
Crossover CROSSOVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor
alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”)
of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 45
en 46). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie
zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de
luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via
“SPEAKER SET” (zie de bladzijden 45 en 46).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Subwooferfase SWFR PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
Keuzes: NRM, REV
Selecteer “NRM” als u de fase voor uw subwoofer niet
wilt omkeren.
Selecteer “REV” om de fase voor uw subwoofer om te
keren.
Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Gebruik deze functie om met de hand het uitgangsniveau
van elk van de luidsprekers in te stellen.
Instelbereik: –10 t/m +10 dB
Instelstap: 1 dB
Begininstelling: 0 dB
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
SP LEVEL Ingestelde luidspreker
FL
Linker voor-luidspreker
FR
Rechter voor-luidspreker
C
Midden-luidspreker
SL
Linker surround-luidspreker
SR
Rechter surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
Opmerking
48 Nl
Instelmenu
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is
dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de
weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan
heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10.0 ft)
CENTER: 2,60 m (8.5 ft)
SUR. L/SUR. R: 2,40 m (8.0 ft)
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
Grafische equalizer voor het
middenkanaal
D)CENTER GEQ
Gebruik deze functie om de ingebouwde
5-frequentiebanden (100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en
10 kHz) grafische equalizer zo in te stellen dat de
toonkleur van de midden-luidspreker overeenkomt met
die van de voor-luidsprekers. U kunt de instelling
verrichten terwijl u luistert naar de op dit moment
geselecteerde signaalbron, of naar een testtoon.
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
y
Druk op
J
k / n om een frequentieband te selecteren en op
J
l / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Hier volgt een voorbeeld waarin “100Hz” wordt
geselecteerd als de frequentieband.
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten voor
“CENTER GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
Selecteer “ON” om de midden- en linker
voor-luidsprekers testtonen te laten produceren.
Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
werkt wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Luidspreker LFE SP LFE
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon LFE HP LFE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Afhankelijk van de instellingen bij “BASS OUT”
(zie bladzijde 47) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
Dynamisch bereik F)D.RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Keuzes: MIN, STD, MAX
Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
Luidspreker dynamisch bereik SP D.R
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon dynamisch bereik HP D.R
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
SP DISTANCE Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
Opmerking
Opmerking
100Hz--||-- 0
49 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYP.
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt
(zie bladzijde 30).
Keuzes: FULL, –20dB
Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging A.DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume in te
stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per
ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het
oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld +16 dB t/m
–80 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op
–5 dB, wordt het volumebereik –5 dB t/m –80 dB.
Instelbereik: –30 dB t/m +10 dB, +16 dB
Instelstap: 5 dB
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.”
instelling. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is ingesteld op –20 dB en
“MAX VOL.” is ingesteld op –30 dB, dan zal het volume
automatisch worden ingesteld op –30 dB wanneer u de volgende
keer het toestel weer aan zet.
Beginvolume INI.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet
worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16 dB
Instelstap: 1 dB
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.”
instelling.
Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen
aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een
signaalbron een andere naam geven.
Toewijzen van ingangsaansluitingen
A)INPUT ASSIGN
U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer er ingangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met NINPUT l / h (of met
de ingangskeuzetoetsen (
4
) op de afstandsbediening).
Voor DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting 1
IN (1)
Keuzes: (1) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
Voor de DIGITAL INPUT OPTICAL aansluitingen 2
en 3
IN (2)
IN (3)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
U kunt een bepaald item niet meer dan één keer selecteren.
U kunt niet dezelfde signaalbron toewijzen aan zowel “IN (2)”
als “IN (3)”. Als u bijvoorbeeld “CD” toewijst aan “IN (2)”, zal
“––” verschijnen bij “IN (3)”.
Opmerking
Opmerking
2 INPUT MENU
Opmerkingen
50 Nl
Instelmenu
Signaalbronnen nieuwe namen
geven
B)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het display op het voorpaneel verschijnen
veranderen.
Hier volgt een voorbeeld waarin aan “DVD” een nieuwe
naam (“My DVD”) wordt gegeven.
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
4
) of
B
MULTI CH IN om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
2 Druk op
J
l / h op de afstandsbediening
om de “_” (onderstreping) onder de spatie of
het teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
3 Kies met
J
k / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met
J
l / h
naar het volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op
J
n om de tekens als volgt te laten veranderen,
of druk op
J
k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, –, +, enz.)
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk op
L
MENU om de “INPUT RENAME”
te verlaten.
Volume Trim C)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de aansluitingen op elkaar afstemmen. Dit
komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een
andere signaalbron.
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (
4
) of
B
MULTI CH IN om de signaalbron waarvan u
het niveau wilt instellen te selecteren.
Keuzes: CD, TUNER, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR, MULTI CH IN
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Decoderfunctie D)DECODER MODE
Decoder keuzefunctie
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoderfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
DTS decoder voorrangsinstelling
Keuzes: AUTO, DTS
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” wanneer u een DTS-CD wilt laten
weergeven.
Multikanaals ingangsinstelling
E)MULTI CH SET
BGV BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke
videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven
bij weergave van signalen die binnenkomen via de
MULTI CH INPUT aansluitingen.
Keuzes: LAST, DVR, V-AUX, DTV/CBL, DVD
y
Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken.
Opmerkingen
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
DVD My DVD
DVD DVR V-AUX
MULTI CH IN
TUNER
MD/CD-RCD
DTV/CBL
51 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
Druk op
J
l
om het display op het voorpaneel te dimmen.
Druk op
J
h om het display op het voorpaneel
helderder te maken.
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Geheugen beveiliging MEM.GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma
instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de “MEM.GUARD” functie uit te
schakelen.
Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
geluidsveldprogrammaparameters
alle onderdelen van het instelmenu
alle luidsprekerniveaus
SCENE sjabloonparameters
Wanneer “MEM.GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen
andere items van het instelmenu meer selecteren of instellen.
Audio selectie C)AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u een bepaalde audio
ingangsaansluiting standaard instellen voor de
signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is (zie bladzijde 31).
Parameters initialiseren D)PARAM. INI
Met deze functie kunt u alle parameters voor de
geluidsveldprogramma’s terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Instelmogelijkheden: NO, YES
Selecteer “NO” om het initialiseren van de parameters te
annuleren en terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer “YES” om alle geluidsveldparameters terug
te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u de parameters voor de
geluidsveldprogramma’s heeft geïnitialiseerd.
U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
3 OPTION MENU
Opmerking
Opmerkingen
Geavanceerde setup
52 Nl
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het
display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu
biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit
toestel functioneert aan te passen. Verander de
begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Alleen
A
STANDBY/ON,
K
PROGRAM l / h en
L
STRAIGHT functioneren terwijl u het uitgebreide
(geavanceerde) instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u
het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het
gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display
op het voorpaneel.
1 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2 Houd
J
TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op
A
STANDBY/ON om dit
toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Druk op
K
PROGRAM l / h tot u de
parameter die u wilt instellen geselecteerd
heeft.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op
L
STRAIGHT om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
5 Druk op
A
STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Initialiseren PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de instellingen van het instelmenu. De parameters
voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
Geavanceerde setup
Opmerkingen
Opmerkingen
Oplossen van problemen
53 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Algemeen
Oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe
elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of
een ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en
probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
13-17
Er is geen geschikte audio
ingangsaansluiting selectiefunctie ingesteld.
Stel een geschikte selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting in.
31
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met
N
INPUT l / h op het voorpaneel (of met de
ingangskeuzetoetsen (
4
) op de afstandsbediening).
29, 30
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
11
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de gewenste set voor-luidsprekers met
I
SPEAKERS.
29
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
C
MUTE
of
5
VOLUME +/–
op de afstandsbediening om
de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen.
30
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel niet kan
weergeven, zoals van een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI
aansluiting worden niet gereproduceerd via de
luidsprekeraansluitingen.
Maak in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens
een analoge of digitale verbinding.
De instelling van de aangesloten
component is niet juist.
Maak de juiste instelling aan de hand van de
handleiding van de aangesloten component.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
C
MUTE
of
5
VOLUME +/
op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
30
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
13-17
Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”.
Wijzig de “SP LEVEL” instellingen.
32
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de
midden-luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP programma,
zal dit signaal via het middenkanaal worden
weergegeven, terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
54 Nl
Oplossen van problemen
Er klinkt geen geluid
uit de
midden-luidspreker.
“CENTER” in het “SPEAKER SET” staat
op “NONE”.
Zet “CENTER” op “SML” of “LRG”.
46
Bij sommige geluidsveldprogramma’s
wordt er geen geluid weergegeven via de
midden-luidspreker.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
34
Er klinkt geen geluid
uit de
surround-luidsprekers.
“SUR. LR” in het “SPEAKER SET” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. LR” op “SML” of “LRG”.
46
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op
L
STRAIGHT
op het voorpaneel zodat
“STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
36
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“BASS OUT” staat op “FRNT” in het
“SPEAKER SET” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
47
“BASS OUT” in het “SPEAKER SET”
staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een
2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “BASS OUT” op “BOTH”.
47
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of
DTS indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
31
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
U probeert het volume hoger te zetten dan
het ingestelde maximum volumeniveau.
Pas de “MAX VOL.” instelling aan.
49
De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen
van dit toestel aangesloten component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de AUDIO
OUT (REC) aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
15, 17
De geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit toestel
kunnen niet worden
gewijzigd.
“MEM.GUARD” in het “OPTION
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEM.GUARD” op “OFF”.
51
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES” zal
op het display op het
voorpaneel verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
11
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
55 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
18
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
37
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
37
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
38
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
37
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
22
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
56 Nl
Oplossen van problemen
Tijdens AUTO SETUP
Na AUTO SETUP
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing “PHASE REVERSED” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal
zijn.
Als de waarschuwingen “DISTANCE ERROR” of “LEVEL ERROR” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
NO FRONT L SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
11
NO FRONT R SP
NO SUR.L SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
11
NO SUR.R SP
NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
22
USER CANCEL
De “AUTO SETUP” procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens. 22
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
PHASE REVERSED
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen (+ of –).
11
DISTANCE ERROR
De afstand tussen de dichtstbijzijnde
luidspreker en de verst verwijderde
luidspreker ligt buiten het instelbare bereik.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen correctie van
het niveau gemaakt.)
Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR:
TOO LOW” verschijnt, dient u het
uitgangsniveau van de subwoofer in te
stellen.
22
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
11
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
Opmerkingen
57 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Afstandsbediening
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2 Houd
J
TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op
A
STANDBY/ON om dit
toestel aan te zetten.
Het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
3 Druk op
K
PROGRAM l / h en selecteer
“PRESET”.
4 Druk herhaaldelijk op
L
STRAIGHT en
selecteer “RESET”.
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te
annuleren zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk op
A
STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de instellingen van het instelmenu. De parameters
voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen
aan te brengen, kunt u op
L
STRAIGHT drukken tot u
“CANCEL” geselecteerd heeft, waarna u op
A
STANDBY/ON
drukt.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
21
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
3
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Opmerkingen
Woordenlijst
58 Nl
Audio informatie
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en
2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal
5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een
extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het
zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt
dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als
0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de
surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere
weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter
algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround.
Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het
hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de
5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze
plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt
de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit
toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen,
van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS DTS Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een
5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld
bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u
gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS
digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
vrijwel vervormingsvrije 5.1-kanaals weergave (technisch
gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen,
2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de
subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen).
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1-kanaals
systeem.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt
gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
Woordenlijst
59 Nl
Woordenlijst
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Geluidsveldprogramma informatie
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maakt nu
Yamaha CINEMA DSP programma gebruik van de
origineel door Yamaha ontwikkelde DSP technologie om
in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS
systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering
in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog
toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveldprogramma zijn parameters
voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat
alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen
worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Video informatie
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
Technische gegevens
60 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround
1 kHz, 0,9% THV, 6 ............................................ 100 W/kanaal
Maximum vermogen (JEITA)
1 kHz, 10% THV, 6 .............................................. 135 W/kanaal
MAX vermogen per kanaal
1 kHz, 0,7% THV, 4 .......................................... 105 W of meer
IEC vermogen
1 kHz, 0,1% THV, 6 ............................................ 90 W of meer
Dynamisch vermogen
(IHF, 6/4/2 Ω) ....................................................... 105/130/150 W
Dynamisch bereik
8 ..................................................................................... 0,41 dB
Frequentierespons
CD, enz. naar Voor ........................... 10 Hz t/m 100 kHz, 0/–3 dB
V-AUX naar Voor ............................... 10 Hz t/m 20 kHz, 0/–3 dB
Totale harmonische vervorming
CD enz. (2-kanaals stereo) naar Voor SP OUT,
1 kHz, 50 W/6 ................................................ 0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD, enz. (STEREO) ingang kortgesloten
250 mV............................................................... 100 dB of meer
200 mV................................................................. 98 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 170 µV of minder
Kanaalscheiding
CD, enz. Ingang 5,1 k kortgesloten (1 kHz/10 kHz)
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling
BASS versterking/drempel .................................... ±10 dB/100 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 200 mV, 8 Ω)................................... 0,4 V/470
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangssignaal
CD, enz. 1 kHz, 0,5% THV (EFFECT ON) ............ 2,0 V of meer
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
AUDIO OUT (REC) ............................................ 200 mV/1,2 k
SUBWOOFER OUTPUT
(2-kanaals stereo en FRONT SP: SMALL) ............. 4 V/1,2 k
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, Midden, Surround) ................................... 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Video Maximum ingangsniveau............................. 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding ............................................. 50 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component signaal ................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik ................................................ 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.)
Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 73 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5%
AM GEDEELTE
Afstembereik ........................................................ 531 t/m 1611 kHz
ALGEMEEN
Stroomvoorziening .................................230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik ...................................................................... 240 W
Stroomverbruik Uit (standby) ................................................. 0,8 W
Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 151 x 318 mm
Gewicht ................................................................................... 8,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
Technische gegevens
INDEX
61 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Numerics
1 SOUND MENU ..........................44, 46
2 INPUT MENU ............................ 44, 49
2ch Stereo ............................................ 34
3 OPTION MENU .........................45, 51
5ch Stereo ............................................ 34
A
A)DISPLAY SET ................................ 51
A)INPUT ASSIGN .............................. 49
A)SPEAKER SET ............................... 46
A.DELAY ............................................49
Aansluiten van audiocomponenten ...... 17
Aansluiten van de AM antenne ............ 18
Aansluiten van de FM antenne ............ 18
Aansluiten van een beeldscherm .......... 15
Aansluiten van een CD-speler .............17
Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder ...............17
Aansluiten van een DVD-recorder ....... 15
Aansluiten van een DVD-speler .......... 15
Aansluiten van een kabel-TV/
satellietontvanger .............................15
Aansluiten van het netsnoer .................19
Aansluiten van luidsprekers ................. 11
Aansluiten van videocomponenten ...... 15
Achterpaneel .......................................... 9
AFFAIRS, Radio Data System
programmatype ................................41
Afspelen van video op de
achtergrond ...................................... 33
Afstemstap tuner ..................................52
AM afstemmen .................................... 37
ANTENNA aansluitingen ......................9
Apparatuur verbinden met de
CENTER aansluitingen ................... 12
Apparatuur verbinden met de
COMPONENT VIDEO
aansluitingen .................................... 16
Apparatuur verbinden met de
FRONT A aansluitingen ..................12
Apparatuur verbinden met de
FRONT B aansluitingen ..................12
Apparatuur verbinden met de
HDMI of COMPONENT VIDEO
aansluitingen .................................... 16
Apparatuur verbinden met de
MULTI CH INPUT aansluitingen ...17
Apparatuur verbinden met de
SURROUND aansluitingen ............. 12
Apparatuur verbinden met de
VIDEO AUX aansluitingen ............. 18
AUDIO aansluitingen ......................9, 13
Audio instellingen ................................49
AUDIO SELECT ................................. 31
Audio selectie ...................................... 51
Audio vertraging ..................................49
Audio-aansluitingen .............................13
Audiokabelstekkers ..............................13
AUTO SETUP .....................................22
AUTO SETUP .....................................44
AUTO SETUP, Foutmelding ...............55
Automatisch afstemmen .......................37
Automatisch voorprogrammeren .........38
Automatische setup ..............................44
B
B)INPUT RENAME ............................50
B)MEMORY GUARD .........................51
B)SP LEVEL ........................................47
BASS OUT ...........................................47
Beginvolume ........................................49
BGV .....................................................50
C
C)AUDIO SELECT .............................51
C)SP DISTANCE .................................48
C)VOLUME TRIM ..............................50
CD Listening ........................................27
CD Music Listening .............................27
CENTER ..............................................46
CINEMA DSP indicator ......................20
CLASSICS, Radio Data System
programmatype ................................41
COMPONENT VIDEO
aansluitingen ................................9, 13
Connect MIC!, Automatische setup
foutmelding ......................................55
CROSSOVER ......................................47
Crossover ..............................................47
CT WIDTH ..........................................35
CT, Radio Data Systeem informatie ....40
CULTURE, Radio Data System
programmatype ................................41
D
D)CENTER GEQ .................................48
D)DECODER MODE ..........................50
D)PARAM. INI ....................................51
De MULTI CH INPUT component als
signaalbron selecteren ......................30
Decoder indicator .................................20
Decoder keuzefunctie ...........................50
Decoderfunctie .....................................50
DIGITAL AUDIO COAXIAL
aansluitingen ....................................13
DIGITAL AUDIO OPTICAL
aansluitingen ....................................13
DIGITAL INPUT aansluitingen ............9
DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting,
ingangstoewijzing ............................49
DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluitingen,
ingangstoewijzing ............................49
Dimensie ..............................................35
DIMENSION .......................................35
DIMMER .............................................51
Dimmer ................................................51
Disc Listening ......................................27
Display instellingen ............................. 51
Display voorpaneel .............................. 20
DISTANCE ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 56
DRAMA, Radio Data System
programmatype ................................ 41
DSP LEVEL ........................................ 35
DSP niveau .......................................... 35
DTS decoder voorrangsinstelling ........ 50
DVD Live Viewing ............................. 27
DVD Movie Viewing .......................... 27
DVD Viewing ...................................... 27
DVR Viewing ...................................... 27
Dynamisch bereik ................................ 48
E
E)LFE LEVEL ..................................... 48
E)MULTI CH SET .............................. 50
EDUCATE, Radio Data System
programmatype ................................ 41
Eenheid ................................................ 48
ENHANCER indicator ........................ 20
EON ..................................................... 20
EON dataservice,
Radio Data System afstemmen ....... 42
F
F)D.RANGE ........................................ 48
FM afstemmen ..................................... 37
FRONT ................................................ 46
FRONT B ............................................ 46
FRONT B luidspreker-instelling ......... 46
G
G)AUDIO SET .................................... 49
Game .................................................... 34
Game Playing ...................................... 27
Gebruiken van de
afstandsbediening ............................ 21
Gebruiken van een hoofdtelefoon ....... 30
Geheugen beveiliging .......................... 51
Geluidsmenu ........................................ 44
Geluidsveldprogramma’s .................... 34
Genieten van 2-kanaals materiaal
met de standaard decoders ............... 35
Grafische equalizer voor het
middenkanaal .................................. 48
H
Hall ...................................................... 34
Handmatig afstemmen ......................... 37
Handmatig voorprogrammeren ........... 38
Handmatige setup ................................ 44
HDMI .................................................. 14
HDMI aansluiting, HDMI stekker ....... 14
Hoofdtelefoon dynamisch bereik ........ 48
Hoofdtelefoon indicator ....................... 20
Hoofdtelefoon LFE .............................. 48
HP D.R ................................................ 48
HP LFE ................................................ 48
Index
Index
62 Nl
I
IN (1), DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting ........................................ 49
IN (2), DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting ........................................ 49
IN (3), DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting ........................................ 49
Indicators ingangskanalen .................... 20
INFO, Radio Data System
programmatype ................................ 41
Infrarood venster .................................. 21
Ingangskanaal en luidspreker
indicators ......................................... 20
Ingangsmenu ........................................ 44
INI.VOL. .............................................. 49
Initialiseren .......................................... 52
Inschakelen van de stroom ................... 19
Instellen luidsprekerniveaus tijdens
weergave .......................................... 32
Instelmenu ............................................ 44
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening .............................. 3
J
Jazz ....................................................... 34
K
Klok/tijd, Radio Data Systeem
informatie ........................................ 40
L
LEVEL ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 56
LFE indicator ....................................... 20
LFE/Bass out ........................................ 47
LIGHT M, Radio Data System
programmatype ................................ 41
Linker/rechter surround-luidsprekers
.... 46
Luidspreker dynamisch bereik ............. 48
Luidspreker LFE .................................. 48
Luidsprekerafstand ............................... 48
Luidsprekerafstanden ........................... 48
Luidspreker-instellingen ...................... 46
Luidsprekerniveau ............................... 47
Luidsprekers opstellen ......................... 10
Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen ............................... 36
M
M.O.R. M, Radio Data System
programmatype ................................ 41
MANUAL SETUP ............................... 44
MAX VOL. .......................................... 49
Maximum volume ................................ 49
Meegeleverde accessoires ...................... 3
MEM.GUARD ..................................... 51
Midden breedte .................................... 35
Midden-luidspreker .............................. 46
Middernacht luisterfunctie ................... 31
Movie Dramatic ................................... 34
Movie Spacious .................................... 34
MULTI CH INPUT aansluitingen ......... 9
Multifunctioneel display ...................... 20
Multikanaals ingangsinstelling ............ 50
Multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon ...................................36
Music Disc Listening ...........................27
Music Enh. 2ch ....................................34
Music Enh. 5ch ....................................34
MUTE indicator ...................................20
MUTE TYP. .........................................49
N
NEWS, Radio Data System
programmatype ................................41
NIGHT indicator ..................................20
Niveau Lage Frequentie Effecten .........48
NO FRONT L SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NO FRONT R SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NO MIC,
Automatische setup foutmelding .....56
NO SUR.L SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NO SUR.R SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NOISY,
Automatische setup foutmelding .....56
O
Omwisselen van voorkeuzezenders .....39
Oplossen van problemen ......................53
Optiemenu ............................................45
Optimalisatie-microfoon ......................22
Optimalisatie-microfoon,
Automatische setup ..........................22
Optimaliseren van de luidspreker-
instelling ...........................................22
OPTIMIZER MIC aansluiting,
Automatische setup ..........................22
OTHER M, Radio Data System
programmatype ................................41
P
PANORAMA .......................................35
Parameters initialiseren ........................51
PCM indicator ......................................20
PHASE REVERSED,
Automatische setup foutmelding .....56
POP M,
Radio Data System programmatype
...41
Pop/Rock ..............................................34
PRESET ...............................................52
Programmaservice,
Radio Data System informatie .........40
Programmatype,
Radio Data System informatie .........40
PS, PTY, RT en CT ..............................20
PS, Radio Data Systeem informatie .....40
PTY HOLD ..........................................20
PTY SEEK functie,
Radio Data Systeem afstemmen ......41
PTY,
Radio Data Systeem informatie .......40
R
Radio Data Systeem afstemmen .......... 40
Radio Data Systeem indicators ............ 20
Radio Listening ................................... 27
Radiotekst,
Radio Data Systeem informatie ...... 40
Resetten van het systeem ..................... 57
ROCK M, Radio Data System
programmatype ............................... 41
RT, Radio Data Systeem informatie .... 40
S
SCENE 1 ............................................... 7
SCENE 1 ............................................... 7
SCENE 2 ............................................... 7
SCENE 3 ............................................... 7
SCENE 4 ............................................... 7
SCIENCE, Radio Data System
programmatype ............................... 41
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen ....................... 31
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
.... 31
Selecteren van de SCENE sjablonen
... 25
Selecteren van voorkeuzezenders ........ 39
Selectie,
Radio Data System programmatype
.... 41
Signaalbron indicators ......................... 20
Signaalbron informatie ........................ 32
Signaalbronnen nieuwe namen geven
.... 50
Signaalinformatie ................................ 45
SIGNAL INFO .................................... 45
SILENT CINEMA .............................. 36
SILENT CINEMA indicator ............... 20
Slaaptimer ............................................ 33
SLEEP indicator .................................. 20
SP A B indicators ................................ 20
SP D.R ................................................. 48
SP LFE ................................................ 48
SPEAKERS aansluitingen ..................... 9
SPORT,
Radio Data System programmatype
.... 41
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting ... 9
Subwooferfase ..................................... 47
SUR. LR .............................................. 46
SWFR PHASE .................................... 47
T
Technische gegevens ........................... 60
TEST ................................................... 48
Testtoon ............................................... 48
Tijdelijk uit of lager zetten van
het geluid ......................................... 49
Toewijzen van ingangsaansluitingen
.... 49
Toonregeling ....................................... 31
TU ........................................................ 52
Tuner (radio) indicators ....................... 20
TV Sports ............................................ 34
TV Sports Viewing .............................. 27
TV Viewing ......................................... 27
U
Uit (standby) zetten van dit toestel ...... 19
Uitschakelen van de stroom ................ 19
UNIT ................................................... 48
Index
63 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Unplug HP!,
Automatische setup foutmelding .....55
USER CANCEL,
Automatische setup foutmelding .....56
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....28
V
VARIED, Radio Data System
programmatype ................................41
Verbetering gebruik andere netwerken,
Radio Data System afstemmen ........ 42
VIDEO aansluitingen ....................... 9, 13
Video-aansluitingen ............................. 13
Videostekkers .......................................13
Virtual CINEMA DSP ......................... 36
VIRTUAL indicator ............................. 20
VOLUME niveauaanduiding ............... 20
Volume Trim ........................................ 50
Voorgeprogrammeerde
SCENE sjablonen ............................ 27
Voor-luidsprekers ................................ 46
W
Wijzigen van geluidsveld instellingen
....35
Y
Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer ......................................... 22
YPAO ................................................... 22
YPAO (Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer) ........................ 22
YPAO indicator ...................................20
Z
Zone B .................................................. 30
A
SPEAKERS” of “
4
DVD
(voorbeeld) geeft de naam aan van een
onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden aan
het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende
onderdelen.
64 Nl
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan
of verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
i
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
STANDBY
/ON
PHONES
SPEAKERS
A/B/OFF
SILENT CINEMA
EDIT
PRESET/TUNING
BAND A/B/C/D/E
TONE CONTROL
PROGRAM
STRAIGHT NIGHT
EFFECT
SCENE
PRESET/TUNING MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELECT
INPUT
1234
VOLUME
R
L
AUDI O POR TABL E
VIDEO AUX
VIDEO
A
IJKLMNO
BC D E F GH
P

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. Nl 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op ASTANDBY/ON te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. 19 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks. 20 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Dit toestel is niet afgesloten van de stroomvoorziening zolang het is aangesloten op het stopcontact, ook niet wanneer u het toestel zelf uitschakelt met A STANDBY/ON. Deze staat wordt ook wel ‘standby’ of waakstand genoemd. In deze toestand is het toestel ontworpen om een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC. Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil. Inhoud Kenmerken ............................................................. 2 Van start ................................................................. 3 Snelstartgids ........................................................... 4 VOORBEREIDINGEN Instelmenu .............................................................44 Gebruiken van het instelmenu ................................ 45 1 SOUND MENU ................................................... 46 2 INPUT MENU ..................................................... 49 3 OPTION MENU .................................................. 51 Geavanceerde setup .............................................52 AANVULLENDE INFORMATIE Oplossen van problemen ......................................53 Woordenlijst .........................................................58 Technische gegevens .............................................60 Index ......................................................................61 VOORBEREIDINGEN Voorbereiding: Controleer de onderdelen ................ 4 Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ....................... 5 Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan .................................................. 6 Stap 3: Zet het toestel aan en druk op de SCENE 1 toets ...................................................... 7 Wat wilt u doen met dit toestel? ............................... 8 GEAVANCEERDE BEDIENING INLEIDING INLEIDING Verbindingen .......................................................... 9 APPENDIX (AANHANGSEL) (aan het eind van deze handleiding) Voorpaneel ...............................................................i Afstandsbediening ................................................. ii GEAVANCEERDE BEDIENING Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) ........................................... 22 Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 22 Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 25 Weergave .............................................................. 29 Basisbediening ........................................................ 29 Aanvullende mogelijkheden ................................... 30 Geluidsveldprogramma’s ................................... 34 Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 34 FM/AM afstemmen ............................................. 37 Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland) ...... 40 Opnemen .............................................................. 43 1 Nl Nederlands Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 40 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) .............................................. 41 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) ..................... 42 • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. • “A STANDBY/ON” of “4 DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. • Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de bijbehorende bladzijde(n) aan. APPENDIX Automatisch afstemmen ......................................... 37 Handmatig afstemmen ............................................ 37 Automatisch voorprogrammeren ............................ 38 Handmatig voorprogrammeren ............................... 38 Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 39 Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 39 Over deze handleiding AANVULLENDE INFORMATIE BASISBEDIENING Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ....... 25 Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 28 BASISBEDIENING Achterpaneel ............................................................. 9 Luidsprekers opstellen ............................................ 10 Aansluiten van luidsprekers .................................... 11 Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 13 Informatie over HDMI™ ........................................ 14 Aansluiten van videocomponenten ......................... 15 Aansluiten van audiocomponenten ......................... 17 Verbindingen met de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ............................................... 18 Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 18 Aansluiten van het netsnoer .................................... 19 Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 19 Display voorpaneel ................................................. 20 Kenmerken Kenmerken Ingebouwde 5-kanaals eindversterker ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (1 kHz, 0,9% THV, 6 Ω) Voor: 100 W/kanaal Midden: 100 W Surround: 100 W/kanaal Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. SCENE selectiefunctie ◆ Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’ (voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties ◆ Mogelijkheid tot het aanpassen van SCENE sjablonen Decoders en DSP schakelingen ◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van multikanaals surroundweergave ◆ Compressed Music Enhancer stand ◆ Dolby Digital decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder ◆ DTS decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA™ “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation. “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Verfijnde FM/AM ontvanger ◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video (inclusief 1080p videosignalen) Overige kenmerken ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT) ◆ Slaaptimer ◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek ◆ Extra mogelijkheden voor afstandsbediening 2 Nl “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn gedeponeerde handelsmerken van DTS, Inc. Van start Van start ■ Inzetten van batterijen in de afstandsbediening Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. 1 INLEIDING ■ Controleren van de meegeleverde accessoires 3 ❏ Afstandsbediening ❏ Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4) ❏ AM ringantenne ❏ FM binnenantenne 2 ❏ Optimalisatie-microfoon 1 Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de goede kant op zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. Opmerkingen • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. Nederlands 3 Nl Snelstartgids Snelstartgids Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen thuisbioscoop. Beeldscherm Rechter voor-luidspreker Breng de volgende onderdelen in gereedheid. Subwoofer Linker voor-luidspreker Voorbereiding: Controleer de onderdelen Rechter surround-luidspreker ❏ Luidsprekers ❏ Voor-luidspreker ................................ x 2 ❏ Midden-luidspreker ............................ x 1 ❏ Surround-luidspreker ........................ x 2 Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers. Minimaal heeft u in ieder geval twee voor-luidsprekers nodig. Midden-luidspreker ❏ Actieve subwoofer ................................. x 1 DVD-speler Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met eigen versterking) met een RCA (tulpstekker) ingangsaansluiting. Linker surround-luidspreker ❏ Luidsprekerkabel ................................... x 5 ❏ Subwooferkabel ...................................... x 1 Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp) stekker. Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ❏ DVD-speler .............................................. x 1 ☞ P. 5 Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting en met een composiet video uitgangsaansluiting. ❏ Beeldscherm............................................ x 1 Kies een TV, projector of ander beeldscherm met een composiet video ingangsaansluiting. Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan ❏ Videokabel .............................................. x 2 ☞ P. 6 ❏ Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1 Stap 3: Zet het toestel aan en druk op de SCENE 1 toets ☞ P. 7 Geniet van uw DVD’s! 4 Nl Kies een RCA (tulpstekker) composiet videokabel. Snelstartgids Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Stap 1: Instellen van uw luidsprekers Voor-luidsprekers DVD Inbrengen Vast SPEAKERS ANTENNA OUT SURROUND R L DTV/CBL HDMI DVD Los INLEIDING Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel. CENTER FRONT B L R COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT AM PR GND VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DTV/CBL DVD DTV/CBL DVR MONITOR OUT OUT IN FM 75 UNBAL. OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND CENTER L DVR IN AUDIO OUT CD IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT SUB WOOFER L DVD 1 R R COAXIAL R FRONT A SUBWOOFER L 1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in de kamer. 2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de luidsprekers. Naar de rechter voor-luidspreker Naar de linker voor-luidspreker Midden- en surround-luidsprekers Indrukken De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rood) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. 3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de corresponderende luidsprekeraansluiting op dit toestel. 1 2 3 4 Inbrengen Loslaten Naar de midden-luidspreker Naar de rechter surround-luidspreker 4 Naar de linker surround-luidspreker Verbind de subwooferkabel met de ingangsaansluiting van de subwoofer en met de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting van dit toestel. Subwoofer AV-receiver SUBWOOFER OUTPUT aansluiting Ingangsaansluiting Nederlands 1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn. 2 Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken. 4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met metalen onderdelen van dit toestel. Subwooferkabel 5 Nl Snelstartgids Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere componenten aan SPEAKERS ANTENNA OUT DVD SURROUND R L DTV/CBL HDMI DVD 3 CENTER FRONT B L R COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT Beeldscherm AM PR Verbind de videokabel met de video ingangsaansluiting van uw beeldscherm en met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel. GND AV-receiver VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DVR DTV/CBL MONITOR OUT OUT IN FM 75 UNBAL. OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER DTV/CBL DVR IN L L R R AUDIO OUT CD IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT SUB WOOFER DVD 1 COAXIAL R FRONT A SUBWOOFER L Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van de DVD-speler allebei uit het stopcontact gehaald zijn. 1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met de coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting van dit toestel. DVD-speler AV-receiver Video ingangsaansluiting 4 Videokabel VIDEO MONITOR OUT aansluiting Doe de stekker van dit toestel en de stekkers van de andere apparatuur in het stopcontact. ■ Voor andere aansluitingen • Gebruiken van andere luidsprekercombinaties ☞ P. 10 • Aansluiten van een beeldscherm en een DVD-speler ☞ P. 15 • Aansluiten van een kabel-TV/satellietontvanger en een ☞ P. 15 DVD-recorder Coaxiaal digitale audio uitgangsaansluiting Coaxiaal digitale audiokabel 2 DVD DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting Verbind de videokabel met de composiet video uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en met de DVD VIDEO aansluiting van dit toestel. DVD-speler AV-receiver • Apparatuur verbinden met de HDMI ☞ P. 16 aansluitingen • Apparatuur verbinden met de COMPONENT ☞ P. 16 VIDEO aansluitingen • Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel ☞ P. 18 • Aansluiten van een CD-speler en een ☞ P. 17 MD-recorder • Aansluiten van een DVD-speler via een analoge multikanaals audioverbinding ☞ P. 17 Composiet video uitgangsaansluiting 6 Nl Videokabel • Aansluiten van een FM/AM buitenantenne ☞ P. 18 DVD VIDEO aansluiting Snelstartgids Stap 3: Zet het toestel aan en druk op de SCENE 1 toets Zet het beeldscherm aan en stel het beeldscherm in op weergave van de signalen van dit toestel. 2 Druk op A STANDBY/ON op het voorpaneel. INLEIDING 1 Verdraai H VOLUME om het volume te regelen. 5 Opmerking Wanneer u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma selecteert, wordt de SCENE functie uitgeschakeld en zal de indicator van de SCENE toets uit gaan. ■ Over de SCENE functie 3 Druk op P SCENE 1. De melding “DVD Movie Viewing” zal op het display op het voorpaneel verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen automatisch aanpassen aan DVD weergave. Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan zetten en uw favoriete signaalbron en geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s. y Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen. Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor meer informatie. ■ Gebruiken van de andere SCENE toetsen Standaard SCENE toets DVD Movie Viewing – signaalbron: DVD – geluidsveldprogramma: Movie Dramatic Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de aangesloten DVD-speler. SCENE 2 Music Disc Listening – signaalbron: DVD – geluidsveldprogramma: 2ch Stereo Voor wanneer u wilt luisteren naar een muziekdisc in de aangesloten DVD-speler. SCENE 3 TV Viewing *1 – signaalbron: DTV/CBL – geluidsveldprogramma: STRAIGHT Voor wanneer u naar een televisieprogramma wilt kijken. 4 SCENE 4 Radio Listening *2, *3, *4 – signaalbron: TUNER – geluidsveldprogramma: Music Enh. 5ch Voor wanneer u wilt luisteren naar een muziekprogramma van een FM radiozender. Begin met het afspelen van de DVD op uw DVD-speler. 7 Nl Nederlands SCENE 1 y De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit toestel in de SCENE stand staat. Naam en omschrijving van het SCENE sjabloon Snelstartgids Opmerkingen Wat wilt u doen met dit toestel? *1 U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 16 voor details. *2 U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 18 voor details. *3 U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender. Zie bladzijde 37 t/m 39 voor informatie omtrent het afstemmen op radiozenders. *4 Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen. y Als de door u gewenste omstandigheden hier niet bij staan, kunt u de SCENE instellingen voor de SCENE toetsen zelf selecteren en aanpassen. Zie bladzijde 25 voor details. ■ Aanpassen van de SCENE instellingen • Gebruiken van diverse SCENE instellingen ☞ P. 25 ■ Gebruiken van diverse signaalbronnen • Basisbediening van dit toestel ☞ P. 29 • Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s ☞ P. 37 ■ Wanneer u klaar bent met dit toestel... Druk op A STANDBY/ON op het voorpaneel om dit toestel uit (standby) te zetten. ■ Gebruiken van diverse weergavefuncties • Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s ☞ P. 34 ■ Wijzigen van de instellingen van dit toestel • Automatisch aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer ☞ P. 22 (AUTO SETUP) • Handmatig wijzigen van de diverse ☞ P. 44 instellingen van dit toestel Het toestel gaat nu (standby). Om het toestel weer aan te zetten wanneer het uit (standby) staat, drukt u op A STANDBY/ON (of op A POWER). Zie bladzijde 19 voor details. • Aanpassen van de geavanceerde instellingen Opmerking • Automatisch uitschakelen van dit toestel ☞ P. 33 Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. 8 Nl ☞ P. 52 ■ Extra functies Verbindingen Luidsprekers opstellen Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. FL C FR FR SW FL 30˚ C SL SR SR 60˚ SL 80˚ SR SL Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Subwoofer (SW) Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. 10 Nl Verbindingen Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven. Let op Surround-luidsprekers Rechts Links Voor-luidsprekers (B) Rechts Links Middenluidspreker SPEAKERS ANTENNA OUT DVD SURROUND R L DTV/CBL HDMI DVD VOORBEREIDINGEN • Gebruik luidsprekers met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie. • Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is. • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. CENTER FRONT B L R COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT AM PR GND VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DVR DTV/CBL MONITOR OUT OUT IN FM 75 UNBAL. OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER L DTV/CBL DVR IN AUDIO CD OUT L IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUTPUT SUB WOOFER DVD 1 R R COAXIAL R FRONT A SUBWOOFER Subwoofer ■ Voor u apparatuur gaat verbinden met de SPEAKERS aansluiting Rechts Links Voor-luidsprekers (A) Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 10 mm Nederlands Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. L 11 Nl Verbindingen ■ Apparatuur verbinden met de FRONT A aansluitingen ■ Apparatuur verbinden met de FRONT B, CENTER en SURROUND aansluitingen 2 1 Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 3 1 Draai de knop los. 1 Druk het lipje naar beneden. 2 Steek het blote uiteinde van de luidsprekerdraad in de sleuf van de aansluiting. 2 Steek het blote uiteinde van de luidsprekerdraad in het gat van de aansluiting. 3 Draai de draad vervolgens met de knop weer vast. 3 Laat het lipje los om de draad vast te zetten. Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd modellen voor Europa, Rusland, Korea en Azië) Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels. Draai eerst de knop vast en steek vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de aansluiting. Bananenstekker 12 Nl Verbindingen Informatie over aansluitingen en stekkers Audio-aansluitingen en Video-aansluitingen en DIGITAL AUDIO R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO Linker en Coaxiaal rechter digitale analoge audiostekker audiostekkers COMPONENT VIDEO Y PB PR VIDEO (Geel) (Groen) O V Y Optisch digitale audiostekker Composiet videostekker (Blauw) (Rood) PB VOORBEREIDINGEN DIGITAL AUDIO L PR Component videostekkers ■ Audio-aansluitingen ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur. Dit toestel heeft twee soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels. DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels. Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT Ingang Opmerkingen • U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van maximaal 96 kHz. • In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de digitale ingangsaansluitingen niet via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. COMPONENT VIDEO Uitgang (MONITOR OUT) PR PR PB PB Y Y VIDEO Nederlands 13 Nl Verbindingen Informatie over HDMI™ Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting worden niet gereproduceerd via luidsprekeraansluitingen, maar wel via het aangesloten beeldscherm. Om te kunnen profiteren van geluidsweergave via op dit toestel aangesloten luidsprekers, – dient u in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een analoge of digitale verbinding te maken (zie bladzijde 16). – dient u de geluidsweergave van het aangesloten beeldscherm uit te schakelen. U kunt beelden weergeven door uw beeldscherm en video-apparatuur met dit toestel te verbinden via HDMI aansluitingen. In dat geval zullen audio/videosignalen van de aldus aangesloten component (zoals een DVD-speler enz.) alleen via het aangesloten beeldscherm worden weergegeven wanneer dit toestel aan staat en op de juiste signaalbron is ingesteld (DVD of DTV/CBL). Daarbij hangt het mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten. ■ HDMI aansluiting en stekker HDMI HDMI stekker y • We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter (16 ft) en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. 14 Nl Verbindingen Aansluiten van videocomponenten y U kunt ook een beeldscherm, DVD-speler, digitale TV en kabelTV verbinden met dit toestel via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen (zie bladzijde 16). OUT DVD DVD ■ Aansluiten van een kabel-TV/ satellietontvanger en een DVD-recorder DTV/CBL OUT DVD DTV/CBL HDMI COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT DVD PR HDMI COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT PR VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DTV/CBL DVR PB MONITOR OUT OUT IN VIDEO DIGITAL INPUT OPTICAL VOORBEREIDINGEN ■ Aansluiten van een beeldscherm en een DVD-speler Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. DVD DVR DTV/CBL MONITOR OUT OUT IN OPTICAL Y Y CD 3 CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER DTV/CBL L AUDIO DVR IN MULTI CH INPUT CD OUT FRONT DTV/ CBL 2 L SURROUND DVD 1 DVD CENTER L DTV/CBL AUDIO DVR IN CD OUT L DVD 1 R R R COAXIAL R COAXIAL SUBWOOFER SUBWOOFER L V R V O L V R L V R L R V Video ingang Audio ingang Audio uitgang Video uitgang Audio uitgang Video uitgang Audio uitgang Video ingang Audio uitgang Video uitgang C Audio uitgang DVD-speler * Beeldscherm* Kabel TV of satellietontvanger DVD-recorder geeft aanbevolen verbindingen aan geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan Wanneer u de in de televisie ingebouwde ontvanger als signaalbron gebruikt, dient u de digitale of analoge audio uitgangsaansluitingen van de televisie te verbinden met de digitale of analoge ingangsaansluitingen van dit toestel. Nederlands 15 Nl Verbindingen ■ Apparatuur verbinden met de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen U kunt profiteren van beelden met hoge kwaliteit door uw beeldscherm en video-apparatuur met dit toestel te verbinden via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen. Opmerking U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw beeldscherm. Wanneer u bijvoorbeeld uw beeldscherm op dit toestel heeft aangesloten via een HDMI of COMPONENT VIDEO aansluiting, dient u uw videocomponenten ook via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluiting met dit toestel te verbinden. HDMI aansluiting Y PB PR Y PB PR Video ingang Beeldscherm Beeldscherm DVD-speler Video uitgang Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting worden niet gereproduceerd via luidsprekeraansluitingen, maar wel via het aangesloten beeldscherm. Om te kunnen profiteren van geluidsweergave via op dit toestel aangesloten luidsprekers, – dient u in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een analoge of digitale verbinding te maken (zie bladzijde 15). – dient u de geluidsweergave van het aangesloten beeldscherm uit te schakelen. Apparatuur verbinden met de COMPONENT VIDEO aansluitingen Kabel TV of satellietontvanger OUT DVD DTV/CBL HD COMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT DVD PR VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DTV/CBL DVR IN MON O OUT OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 ANTENNA SURROUND L OUT DVD DVD CENTER DTV/CBL DVR IN AUDIO OUT L DTV/CBL DVD 1 HDMI OMPONENT VIDEO DTV/CBL DVR MONITOR OUT R R COAXIAL SUBWOOFER AM GND VIDEO DVD DVR DTV/CBL IN OUT MONITOR OUT FM 75 UNBAL. MULTI CH INPUT AUDIO Opmerkingen • Verbind de signaalbronnen met de HDMI DVD of HDMI DTV/ CBL aansluiting om de videobeelden weer te laten geven op de het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. • Audio/videosignalen van de aldus aangesloten component (zoals een DVD-speler enz.) zullen alleen via het aangesloten beeldscherm worden weergegeven wanneer dit toestel aan staat en op de juiste signaalbron is ingesteld (DVD of DTV/CBL). • Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten. 16 Nl PR Kabel TV of satellietontvanger Y PB PR Video uitgang DVD-speler PB Video uitgang Y DVD-recorder C Verbindingen Aansluiten van audiocomponenten ■ Aansluiten van een CD-speler en een CD-recorder/MD-recorder Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn. Opmerking Wanneer u uw CD-speler zowel via analoge als via digitale verbindingen aansluit, zal het via de DIGITAL INPUT aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. GND VIDEO DIGITAL INPUT PB DVD DTV/CBL DVR MONITOR OUT FM VOORBEREIDINGEN OUT IN 75 UNBAL. OPTICAL Y CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER L DTV/CBL DVR IN AUDIO CD IN MD/ OUT (PLAY) CD-R (REC) OUT OUTPUT SUB WOOFER L DVD 1 R R COAXIAL SUBWOOFER O L R Audio uitgang L Audio uitgang R Audio uitgang CD-speler L R Audio ingang CD-recorder of MD-recorder geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan ■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, SURROUND L/R, CENTER en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder of sound processor. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voorals de surroundkanalen. CD 3 MULTI CH INPUT FRONT DTV/ CBL 2 SURROUND DVD CENTER DTV/CBL DVR IN L L R R DVD 1 COAXIAL SUBWOOFER R • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 30), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. Nederlands Middenkana Subwoofer uitgang L Surroundkanaal uitgang R Voorkanaal uitgang L Opmerkingen Multiformaat-speler of externe decoder 17 Nl Verbindingen Verbindingen met de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel. Let op U moet het volume van dit toestel en de andere componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Opmerkingen • Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron. • De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE ministekker-aansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R aansluitingen binnenkomende signalen. Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Opmerkingen • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. AM buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. VOLUME STANDBY /ON OPTIMIZER MIC EDIT PRESET/TUNING BAND A/B/C/D/E PRESET/TUNING MEMORY AM ringantenne (meegeleverd) TUNING AUTO/MAN'L SCENE 1 2 3 STRAIGHT NIGHT PROGRAM PHONES VIDEO AUX INPUT TONE CONTROL SPEAKERS A/B/OFF 4 AUDIO SELECT VIDEO L AUDIO R PORTABLE EFFECT SILENT CINEMA ANTENNA EO DVR OUT VIDEO AUX VIDEO L AUDIO R MONITOR OUT PORTABLE AM GND FM Video uitgang L R Audio uitgang V Spelcomputer of videocamera 18 Nl 3,5 mm stereo ministekker R SURROUND L 75 UNBAL. AUDIO DVR OUTPUT CD IN MD/ OUT Aarde Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. FM binnenantenne (meegeleverd) Verbindingen Aansluiten van de draad van de AM ringantenne Doe het hendeltje open Inbrengen Doe het hendeltje weer dicht Aansluiten van het netsnoer Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken. Netsnoer y VOORBEREIDINGEN De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt met de AM of GND aansluiting. In elkaar zetten van de meegeleverde AM ringantenne Naar het stopcontact Aan en uit zetten van dit toestel ■ Aan zetten van dit toestel Druk op ASTANDBY/ON (of APOWER) om dit toestel aan te zetten. Opmerking Wat voor soort AM ringantenne wordt meegeleverd hangt mede af van het model in kwestie. y Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. ■ Uit (standby) zetten van dit toestel Druk op ASTANDBY/ON (of 2STANDBY) om dit toestel uit (standby) te zetten. Opmerking Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. Nederlands 19 Nl Verbindingen Display voorpaneel 1 2 3 4 DVR t VIRTUAL ENHANCER 5 V-AUX DTV/CBL 6 7 MD/CD-R DVD TUNER 8 CD YPAO AUTO TUNED STEREO MEMORY PRESET PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP MUTE SP SILENT CINEMA NIGHT AB q DIGITAL q PL ft q PL mS dB PCM 0 A B C D E F 9 VOLUME dB LFE L C R SL SR G H 1 Decoder indicator Licht op wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is. C NIGHT indicator Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 31). 2 ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is geselecteerd (zie bladzijde 34). D CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 34). 3 VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 36). E Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. 4 SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 36). F Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor Europa en Rusland) 5 Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. PTY HOLD Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 41) staat. 6 YPAO indicator Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 22). PS, PTY, RT en CT Lichten op aan de hand van de beschikbare Radio Data Systeem gegevens. 7 Tuner (radio) indicators Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat (zie bladzijde 37). 8 MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 30). 9 VOLUME niveauaanduiding Geeft het huidige volumeniveau aan. 0 PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. A Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 30). B SP A B indicators Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd (zie bladzijde 29). 20 Nl EON Licht op wanneer de EON dienst beschikbaar is. G SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 33). H Ingangskanaal en luidspreker indicators LFE L C R SL SR LFE indicator Indicators ingangskanalen LFE indicator Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat. Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. Verbindingen ■ Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. 30º VOORBEREIDINGEN 30º Ongeveer 6 m 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken Nederlands 21 Nl Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden. Gebruiken van het AUTO SETUP 2 Opmerkingen Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. OPTIMIZER MIC • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. 1 Controleer de volgende punten voor u met de AUTO SETUP begint. ❏ De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten. ❏ Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. ❏ Dit toestel staat aan. ❏ Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden ingeschakeld en het volume moet ongeveer halverwege (of iets lager) worden ingesteld. ❏ De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer moet op de maximum stand worden ingesteld. VOLUME Y TUNING AUTO/MAN'L VIDEO AUX AUDIO SELECT VIDEO L AUDIO R PORTABLE Optimalisatiemicrofoon Het volgende verschijnt op het display op het voorpaneel. SETUP;;;;;AUTO 3 CROSSOVER HIGH CUT Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de microfoonkop naar boven. Optimalisatie-microfoon MIN MAX MIN MAX Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld) ❏ ❏ De FRONT A luidsprekers zijn geselecteerd als voorluidsprekersysteem (zie bladzijde 30). De kamer moet voldoende stil zijn. y Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef. 22 Nl Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) 4 Druk op Jl / h en selecteer “AUTO”. 6 Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT • Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP” procedure automatisch te laten verlopen. • Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte “AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en de vorige instellingen te negeren. • Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte “AUTO SETUP” instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen te herstellen. • Selecteer “DEFAULT” om de “AUTO SETUP” parameters terug te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Wanneer alle metingen met succes zijn verricht, zal “FINISH” verschijnen op het display op het voorpaneel. De luidspreker waarvoor het resultaat van de automatische setup wordt weergegeven zal op volgorde veranderen. De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek Luidspreker FL/FR: Links/rechts voor C: Midden SL/SR: Links/rechts surround SW: Subwoofer Opmerking “RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer u de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de resultaten daarvan heeft bevestigd. 5 Druk herhaaldelijk op Jk / n om het resultaat van de automatische setup nog eens te bekijken. Opmerkingen • Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden geproduceerd. • Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO:CHECK” procedure, zal de procedure worden geannuleerd en zal er een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 24 voor details. • Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” en de betreffende waarschuwingen verschijnen nadat het toestel het resultaat van de automatische setup heeft getoond. Voor details verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 55. • De afstanden bij de gemeten resultaten kunnen groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. INITIALIZING WIRING/LEVEL DISTANCE FINISH y Druk op Jk om de automatische instelprocedure te annuleren. Het resultaat van de instelling van het volumeniveau y Druk op JENTER om de automatische instelprocedure te laten beginnen. Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de automatische instelprocedure. Wanneer alle items zijn ingesteld, zal “FINISH” verschijnen op het display op het voorpaneel. SIZE +2 VOORBEREIDINGEN FL: 3.3m 7 Druk op Jl / h en selecteer “SET” of “CANCEL”. Keuzes: SET, CANCEL • Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten te bevestigen. • Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP” resultaten te annuleren. Opmerkingen Nederlands • Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is. • Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten duren voor het toestel de automatische instelprocedure heeft afgerond. 23 Nl Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO) 8 Druk op JENTER om uw keuze te bevestigen. “AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 9 Druk op LMENU om de “SET MENU” te verlaten. 10 Koppel de optimalisatiemicrofoon los van dit toestel. De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel. ■ Als er een foutmelding verschijnt Als dit toestel een mogelijk probleem detecteert, zal er tijdens de automatische setup een foutmelding verschijnen op het display op het voorpaneel. Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 55. NOISY Na een paar seconden zullen de volgende keuzes verschijnen. Druk op Jl / h, selecteer “RETRY” of “EXIT” en druk vervolgens op JENTER. y • Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. • Wanneer u het resultaat van de automatische setup in detail wilt controleren of met de hand parameters wilt instellen, dient u de “MANUAL SETUP” te gebruiken (zie bladzijde 44). >RETRY EXIT Keuzes: RETRY, EXIT • Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure opnieuw te proberen. • Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af te sluiten. ■ Als “WARNING” verschijnt Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert tijdens de automatische setup, zal “WARNING” verschijnen op het display op het voorpaneel na het resultaat van elk van de luidsprekers in kwestie. Controleer de waarschuwingen om uw luidsprekerinstellingen te kunnen corrigeren. Opmerking Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de automatische instelprocedure niet wordt geannuleerd door waarschuwingen. Druk op Jn om gedetailleerde informatie over de waarschuwing te kunnen bekijken. Toont de gedetailleerde informatie over de waarschuwing en laat de indicators van luidsprekers die hier niets mee te maken hebben knipperen op het display op het voorpaneel. PHASE REVERSED LFE L C R SL SR Knippert y Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 55. 24 Nl SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN Selecteren van de SCENE sjablonen Dit toestel heeft 12 SCENE ‘sjablonen’ of sets van voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden. Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen (instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen: 2 Druk op NINPUT l / h (of druk op Jl / h) om het gewenste sjabloon te selecteren. l SCENE 1: DVD Movie Viewing SCENE 2: Music Disc Listening SCENE 3: TV Viewing SCENE 4: Radio Listening INPUT h Voorpaneel of Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening. ENTER BASISBEDIENING Afstandsbediening Selecteer het gewenste SCENE sjabloon DVD Viewing 1 Wijs het SCENE sjabloon toe aan de SCENE toets SCENE sjabloonarchief (Voorbeeld) 3 Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon Druk nog eens op de PSCENE (of 3SCENE) toets om uw keuze te bevestigen. Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu toegewezen aan de toets. 1 1 Houd de gewenste PSCENE (of 3SCENE) toets tenminste 3 seconden ingedrukt. De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 seconden 1 Afstandsbediening y Druk op KRETURN om de procedure te annuleren. 3 seconden of 1 Voorpaneel of Voorpaneel 1 Afstandsbediening 1 Nederlands Knippert DVD Movie View 25 Nl Selecteren van de SCENE sjablonen ■ Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren? Welke signaalbron wilt u laten weergeven? Videobronnen (DVD video, opgenomen beelden) Welke component wilt u laten weergeven? DVD SCENE sjablonen Standaard SCENE toetsen DVD Viewing DVD Movie Viewing 1 DVD Live Viewing Muziekdiscs (CD, SA-CD of DVD-Audio) DVR DVR Viewing DVD Music Disc Listening 2 Disc Listening CD CD Listening CD Music Listening Radioprogramma’s TUNER (FM/AM radio) Radio Listening 4 TV programma’s DTV/CBL TV Viewing 3 TV Sports Viewing Videospelletjes V-AUX Game Playing y U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie bladzijde 28 voor details. 26 Nl Selecteren van de SCENE sjablonen ■ Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen SCENE sjabloon Kenmerken Signaalbron Weergavefunctie CD Music Listening Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt met uw CD-speler. CD 2ch Stereo DVD Viewing Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal weergeeft met uw DVD-speler. DVD STRAIGHT DVD Movie Viewing (SCENE 1 als standaardinstelling) Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw DVD-speler. DVD Movie Dramatic Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM radioprogramma’s luistert. TUNER TV Viewing (SCENE 3 als standaardinstelling) Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar TV-programma’s kijkt. DTV/CBL Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden weergeeft met uw DVD-speler. DVD Pop/Rock STRAIGHT TV Sports Viewing Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar sportprogramma’s op uw TV kijkt. DTV/CBL DVR Viewing Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw digitale videorecorder. DVR Music Enh. 5ch Movie Dramatic Music Disc Listening (SCENE 2 als standaardinstelling) TV Sports BASISBEDIENING DVD Live Viewing Radio Listening (SCENE 4 als standaardinstelling) Game Playing Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u videospelletjes wilt spelen. V-AUX Game Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt met uw DVD-speler. DVD 2ch Stereo Disc Listening Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u met uw DVD-speler muziek afspeelt als achtergrondmuziek. DVD 5ch Stereo CD Listening Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u met uw CD-speler muziek afspeelt als achtergrondmuziek. CD 5ch Stereo Nederlands 27 Nl Selecteren van de SCENE sjablonen Uw eigen SCENE sjablonen maken 2 U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 12 voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen SCENE sjablonen vast te leggen. ■ Aanpassen van de voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen • De signaalbron • De ingeschakelde geluidsveldprogramma’s of STRAIGHT functie • De nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 31) − SYSTEM: Houd de huidige instelling voor de nacht-luisterfunctie. − CINEMA: Stelt de nacht-luisterfunctie in op CINEMA. − MUSIC: Stelt de nacht-luisterfunctie in op MUSIC. Gebruik deze functie om de voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen aan te passen. Selecteer het gewenste SCENE sjabloon Druk op Jk / n om de gewenste instelling van het SCENE sjabloon te selecteren en gebruik vervolgens Jl / h om de gewenste waarde in te stellen. U kunt de volgende instellingen van een SCENE sjabloon wijzigen: Maak uw eigen SCENE sjabloon SCENE : DVD Movie Viewing 3 SCENE : DVD Movie Viewing INPUT : DVD SCENE sjabloonarchief (Voorbeeld) Druk nog eens op de 3SCENE toets om uw wijziging te bevestigen. 1 1 y Wijs het SCENE sjabloon toe aan de SCENE toets 1 Houd de gewenste 3SCENE toets 3 seconden lang ingedrukt. Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 1 3 seconden Opmerking Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is toegewezen aan één van de 3SCENE toetsen, dient u net zo vaak op Jl / h te drukken tot het gewenste SCENE sjabloon verschijnt (zie bladzijde 25). 28 Nl • Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE sjabloon verschijnen. • Druk op KRETURN om de procedure te annuleren. Opmerkingen • U kunt voor elk van de 3SCENE toetsen een aangepast SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe. • Het aangepaste SCENE sjabloon is alleen beschikbaar voor de oorspronkelijk geselecteerde 3SCENE toets. WEERGAVE Weergave Let op U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. Basisbediening Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Druk net zo vaak op de ISPEAKERS toets tot u de voor-luidsprekers die u wilt gebruiken geselecteerd heeft. De corresponderende luidspreker indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 3 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen (4)) om de gewenste signaalbron te selecteren. De naam van de op dit moment geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display getoond. Beschikbare signaalbronnen DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD INPUT:DVD Verdraai HVOLUME (of druk op 5VOLUME +/–) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. 6 Druk herhaaldelijk op KPROGRAM l / h (of druk op 8PROG l / h) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal op het display op het voorpaneel verschijnen. Zie bladzijde 34 voor details over geluidsveldprogramma’s. Movie Dramatic Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma Opmerkingen BASISBEDIENING 1 5 • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 30). • Wanneer er PCM signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand (zie bladzijde 36). • Om informatie over de op dit moment geselecteerde signaalbron te laten weergeven op het display op het voorpaneel, zie bladzijde 32 voor details. ■ Inhoudsgids Op dit moment geselecteerde signaalbron Wanneer u... 4 Start de weergave op de geselecteerde component of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 37 voor details omtrent het afstemmen (FM/AM). Zie bladzijde 31 Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt bewerken 35 Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch bereik (harde geluiden) wilt luisteren 31 Een hoofdtelefoon wilt gebruiken. 30 Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee weer te geven. 35 Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt laten zetten 33 29 Nl Nederlands De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt regelen. Weergave ■ Selecteren van de gewenste set voor-luidsprekers Aanvullende mogelijkheden ■ Gebruiken van een hoofdtelefoon Druk herhaaldelijk op ISPEAKERS om de om de set voor-luidsprekers aangesloten op de FRONT A of FRONT B luidsprekeraansluitingen aan of uit te zetten. De actieve set voor-luidsprekers verandert als volgt: U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel. FRONT A FRONT B VOLUME STANDBY /ON OFF OPTIMIZER MIC EDIT PRESET/TUNING l A/B/C/D/E BAND PRESET/TUNING h MEMORY TUNING AUTO/MAN'L SCENE 1 l PHONES SPEAKERS A/B/OFF TONE CONTROL SILENT CINEMA PROGRAM 2 3 STRAIGHT NIGHT h 4 l INPUT VIDEO AUX h AUDIO SELECT VIDEO L AUDIO R PORTABLE EFFECT Opmerking Zet het volume van dit toestel uit wanneer u de instelling voor de voor-luidsprekers omschakelt. ■ Gebruiken van Zone B y Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie bladzijde 36). Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. ■ Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op CMUTE om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op CMUTE om de geluidsweergave te hervatten. y • U kunt ook HVOLUME verdraaien (of op 5VOLUME +/– drukken) om de geluidsweergave te hervatten. • U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via “MUTE TYP.” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 49). • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. Wanneer u “FRONT B” instelt op “ZONE B” (zie bladzijde 46), kunt u de luidsprekers die zijn verbonden met de FRONT B luidsprekeraansluitingen in een andere kamer gebruiken (Zone B). Druk herhaaldelijk op ISPEAKERS op het voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit te zetten. Wanneer u de Zone B luidsprekers inschakelt, zullen alle luidsprekers in de hoofdzone buiten werking worden gesteld. Opmerkingen • U kunt niet tegelijkertijd de luidsprekers in de hoofdzone en die in Zone B gebruiken. • Als u het CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert en de Zone B luidsprekers inschakelt, zal automatisch Virtual CINEMA DSP worden ingeschakeld (zie bladzijde 36). ■ De met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden component als signaalbron selecteren Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 17). Druk net zo vaak op NINPUT l / h (of druk op BMULTI CH IN) tot “MULTI CH” verschijnt op het display op het voorpaneel. y Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om de parameter voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 50). Opmerkingen • De ingangssignalen worden versterkt en direct weergegeven, zonder bewerking van het geluid. Daarom kunt u geen geluidsveldprogramma’s gebruiken of de nacht-luisterfunctie enz. wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de linker en rechter voorkanalen worden weergegeven. 30 Nl Weergave ■ Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie. y • In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 51). DVR V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD A.SEL:AUTO Instelling van de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting AUTO Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1) Digitale signalen (2) Analoge signalen Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Druk op Jl / h om het effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display op het voorpaneel. Keuzes: MIN, MID, MAX • Selecteer “MIN” voor minimale compressie. • Selecteer “MID” voor standaard compressie. • Selecteer “MAX” voor maximale compressie. y De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen worden apart opgeslagen. Opmerkingen • In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet gebruiken: – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron. – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer de bemonsteringsfrequentie van de signaalbron hoger is dan 96 kHz. • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. ■ Toonregeling Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen en die van de hoge tonen voor de linker en rechter luidsprekerkanalen te regelen. ■ Selecteren van de nacht-luisterfunctie Druk herhaaldelijk op JTONE CONTROL, kies “BASS” (lage tonen) of “TREBLE” (hoge tonen) en gebruik vervolgens KPROGRAM l / h om de gekozen tonen te verzwakken of te versterken. Instelbereik: –10 t/m +10 dB Instelstap: 2 • Selecteer “BASS” om de weergave van de lage tonen te regelen. • Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge tonen te regelen. De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, zoals’s nachts, toch alles te kunnen verstaan. Opmerkingen ANALOG Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluiting is toegewezen aan de op dit moment geselecteerde signaalbron. 1 • De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon worden apart opgeslagen. • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker en rechter voor-luidsprekers. Nederlands Druk herhaaldelijk op FNIGHT en selecteer “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”. Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, NIGHT OFF • Selecteer “NIGHT:CINEMA” om het dynamisch bereik van een filmsoundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u alle weergegeven geluiden beter verstaanbaar wilt maken. • Selecteer “NIGHT OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken. BASISBEDIENING Druk herhaaldelijk op OAUDIO SELECT (of druk op EAUDIO SEL) om de gewenste instelling voor de audio ingangsaansluiting selectie te kiezen. 2 y Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel. 31 Nl Weergave ■ Instellen luidsprekerniveaus tijdens weergave ■ Tonen van informatie over het signaal U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. Opmerking 1 Deze handeling overschrijft de niveau-instelling die is gemaakt via “SP LEVEL” (zie bladzijde 47). 1 Druk net zo vaak op ILEVEL tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen. Display 2 ;AUTO SETUP 2 Druk herhaaldelijk op Jk / n om “SIGNAL INFO” te selecteren en druk dan op JENTER. 3 Druk op Jk / n om de weergegeven informatie om te schakelen. De volgende informatie met betrekking tot de signaalbron zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Ingestelde luidspreker FRONT L Linker voor-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker SWFR Subwoofer SUR.L Linker surround-luidspreker SUR.R Rechter surround-luidspreker Druk op LMENU op de afstandsbediening. “AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. Display Beschrijving y Formattering Signaalformattering. Wanneer u op ILEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met Jk / n. Bemonsterin gsfrequentie Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. Kanaal Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/surround/LFE). Bitsnelheid Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. Vlaggegevens Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. Druk op Jl / h op de afstandsbediening om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. Het instelbereik loopt van –10 dB t/m +10 dB. y U kunt op DA/B/C/D/E drukken om een luidspreker te selecteren en vervolgens met EPRESET/TUNING l / h het uitgangsniveau van die luidspreker regelen. 4 32 Nl Druk op LMENU om af te sluiten. Weergave ■ Gebruiken van de slaaptimer ■ Afspelen van video op de achtergrond Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. Druk herhaaldelijk op DSLEEP om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op DSLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. SLEEP 120min SLEEP OFF SLEEP 30min SLEEP 90min SLEEP 60min De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. Gebruik de ingangskeuzetoetsen (4) op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. CD DVD MD/CD-R TUNER DTV/CBL DVR MULTI CH IN Audiobronnen V-AUX Videobronnen y BASISBEDIENING • Druk op net zo vaak op DSLEEP op de afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt. • U kunt de slaaptimer ook annuleren door met ASTANDBY/ON (of 2STANDBY) dit toestel uit (standby) te zetten. Nederlands 33 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Geluidsveldprogramma’s Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Druk op KPROGRAM l / h (of druk herhaaldelijk op 8PROG l / h). De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal op het display op het voorpaneel verschijnen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 30). • Wanneer er PCM signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand (zie bladzijde 36). • Bij een ingangssignaal met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 96 kHz zal dit toestel geen geluidsveldprogramma’s toepassen. y Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • U kunt “Music Enh. 2ch” en “Music Enh. 5ch” selecteren door herhaaldelijk op HENHANCER te drukken. Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s Categorie MUSIC Programma Kenmerken Pop/Rock CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft u de indruk dat u lijfelijk aanwezig bent bij een pop, rock of jazz concert. Het geluidsveld reproduceert een zeer grote zaal, waarbij de nadruk ligt op de vocalen van het centrale podium, op de solo-instrumenten en de ritmesectie. Hall CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor klassieke en orkestrale muziek. Dit programma maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een grote concertzaal in Muenchen. Hierdoor kunt u genieten van mooie, verfijnde natrillingen en een majestueuze sfeer. Jazz CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor jazz en fusion. Het maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York. Hierdoor kunt u genieten van heldere natrillingen. Game CINEMA DSP verwerking. Hierdoor kunt u profiteren van de spannende en dynamische geluidseffecten die zo karakteristiek zijn voor computer- en videospellen. Dit programma geeft u een gevoel van diepte door middel van de omhullende driedimensionale geluidsvelden waarin het spel zich afspeelt en biedt bioscoopachtige geluidseffecten voor de videostukjes in de spellen. TV Sports CINEMA DSP verwerking. Hiermee kunt u genieten van sportuitzendingen in stereo en van amusementsprogramma’s met live geluid. Bij sportprogramma’s zal het begeleidende commentaar duidelijk vanuit het midden komen, terwijl de geluiden van het publiek en de sfeergeluiden uit het stadion u zullen omhullen zodat u het gevoel krijgt dat u er echt bij bent. Movie Spacious CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor films met veel spectaculaire geluidseffecten en het gaat dan ook heel goed samen met breedbeeldweergave. Het programma zorgt voor een weergave over een zeer groot dynamisch bereik, van fluisterende geluidseffecten tot bulderend lawaai. Movie Dramatic CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met de nadruk op driedimensionale geluidseffecten. Natrillingen worden gemiddeld onderdrukt, maar de geluidseffecten en de achtergrondmuziek worden weergegeven op een zachte, driedimensionale manier, gecentreerd op de heldere weergave in het midden van de stemmen van de acteurs. 2ch Stereo Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer. 5ch Stereo CINEMA DSP verwerking. Gebruik van dit programma vergroot de luisterplek. Dit geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen. Music Enh. 2ch Music Enh. 5ch Kies deze programma’s om kunstmatig gecomprimeerde signalen (zoals MP3 bestanden) in 2-kanaals of 5-kanaals stereo weer te laten geven. Dit programma verbetert de geluidsweergave door de vanwege zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. ENTERTAIN MOVIE STEREO ENHANCER Opmerking De geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. 34 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals materiaal (surround decoderfunctie) Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven. Druk herhaaldelijk op GSUR. DECODE om een decoder te selecteren. U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. y De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven. Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports, Movie Spacious en Movie Dramatic: DSP niveau DSP LEVEL Functie: Regelt het effectniveau. Instelmogelijkheden: MIN, MID, MAX Voor PRO LOGIC II Music: STANDAARD Functies Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal PLII Music Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal PLII Game Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal ■ Wijzigen van geluidsveld instellingen U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. 1 Druk op Jk / n terwijl u naar een bepaalde signaalbron luistert om de gewenste parameter te selecteren. 2 Druk op Jl / h om de huidige waarde voor deze parameter te wijzigen. Opmerking U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEM.GUARD” beveiliging in het “OPTION MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 51). Dimensie DIMENSION Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard). BASISBEDIENING PRO LOGIC Panorama PANORAMA Functie: Stuurt stereosignalen naar de surround-luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. Instelmogelijkheden: OFF, ON Midden breedte CT WIDTH Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven), de begininstelling is 3. Voor Music Enh. 2ch en Music Enh. 5ch Effectniveau EFCL LVL Functie: Regelt het effectniveau. Instelmogelijkheden: LOW, HIGH Nederlands 35 Nl Geluidsveldprogramma’s ■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surround-luidsprekers door virtuele luidsprekers te creëren. Als u “SUR. LR” op “NONE” (zie bladzijde 48) instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 34). Opmerking In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. LR” op “NONE” (zie bladzijde 46): – wanneer “5ch Stereo” (zie bladzijde 34) is geselecteerd. – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. ■ Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA) SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met een geluidsveldprogramma (uitgezonderd 2ch Stereo en Music Enh. 2ch) (zie bladzijde 34). Wanneer SILENT CINEMA is ingeschakeld, zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. ■ Luisteren naar onbewerkte weergave (‘Straight’ (rechtstreekse) weergavefunctie) Wanneer dit toestel in de “STRAIGHT” staat zal multikanaals materiaal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. Tweekanaals stereomateriaal zal alleen via de linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven. Druk op LSTRAIGHT (of op 9STRAIGHT) en selecteer “STRAIGHT”. Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog eens op LSTRAIGHT (of op 9STRAIGHT) te drukken zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het voorpaneel. 36 Nl FM/AM AFSTEMMEN FM/AM afstemmen Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders automatisch of met de hand voorprogrammeren. Automatisch afstemmen Handmatig afstemmen Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. 1 Opmerking Druk net zo vaak op NINPUT l / h tot “TUNER” op het display op het voorpaneel verschijnt. Druk op CBAND om de radioband te kiezen (FM of AM (MG)). 3 Druk op GTUNING AUTO/MAN’L zodat de AUTO indicator op het display oplicht. Licht op 1 Druk net zo vaak op NINPUT l / h tot “TUNER” op het display op het voorpaneel verschijnt. 2 Druk op CBAND om de radioband te kiezen (FM of AM (MG)). 3 Druk op GTUNING AUTO/MAN’L zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. AUTO A AM 1440 kHz BASISBEDIENING 2 Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. Geen dubbele punt (:) Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet automatisch afstemmen. Druk op BPRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. 4 Druk één keer op EPRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. Licht op AUTO TUNED A A AM 1440 kHz Geen dubbele punt (:) Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op BPRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. 4 Druk op EPRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. U kunt de toets ingedrukt houden om de frequentie doorlopend te laten veranderen. AM 1530 kHz Nederlands 37 Nl FM/AM afstemmen Automatisch voorprogrammeren U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 1 2 3 Druk net zo vaak op NINPUT l / h tot “TUNER” op het display op het voorpaneel verschijnt. Druk op CBAND en selecteer “FM” als de radioband. Handmatig voorprogrammeren U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren. 1 Stem automatisch of met de hand af op een zender. Zie bladzijde 37 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. 2 Druk op FMEMORY. De MEMORY indicator knippert ongeveer 30 seconden lang op het display op het voorpaneel. 3 Druk herhaaldelijk op DA/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h om de gewenste voorkeuzegroep en het gewenste voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator knippert. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. Houd FMEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. Knippert Knippert AUTO TUNED C3 : AM MEMORY A1:FM 87.50MHz Knippert Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. y U kunt de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer selecteren waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen door eerst op DA/B/C/D/E en vervolgens op EPRESET/TUNING l / h te drukken. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren” elders op deze bladzijde. • Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren (alleen modellen voor Europa). 38 Nl MEMORY 630 kHz Voorkeuzegroep en voorkeuzenummer 4 Druk op FMEMORY terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. TUNED C3 : AM 630 kHz De getoonde zender is opgeslagen als C3. Opmerkingen • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. FM/AM afstemmen Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op 4TUNER drukken om “TUNER” als signaalbron te selecteren. 1 Druk op EPRESET/TUNING l / h (of 7PRESET l / h) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”. 1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met DA/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op deze bladzijde. 2 Houd BPRESET/TUNING tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Knippert MEMORY E1 : FM 87.50MHz Knippert 3 E1 : FM 87.50MHz Selecteer voorkeuzezender “A5” met DA/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op deze bladzijde. BASISBEDIENING 2 Druk herhaaldelijk op DA/B/C/D/E (of 7A/B/C/D/E l / h) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. Omwisselen van voorkeuzezenders Knippert MEMORY A5 : FM 90.50MHz Knippert 4 Druk nog eens op BPRESET/TUNING. “EXCHANGE E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. Nederlands 39 Nl RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND) Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland) Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. Tonen van Radio Data Systeem informatie 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. • Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 38). • U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. 2 Druk herhaaldelijk op 0INFO op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 20). Opmerkingen • U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn. • Bij slechte ontvangst kunt u op GTUNING AUTO/MAN’L op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping). • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. 40 Nl PS PTY RT CT Frequentiedisplay • Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven. Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland) Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. 3 Druk op 6PRESET l / h op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. y POP M Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 38). 1 Licht op Druk op 4TUNER op de afstandsbediening om “TUNER” als signaalbron te selecteren. Programmatype 2 NEWS Knippert y Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op 0PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek BASISBEDIENING Druk op 0PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Beschrijving Nederlands 41 Nl Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland) 4 Druk op 0PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. De naam van het geselecteerde programmatype knippert en de PTY HOLD indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel. POP M PTY HOLD Knippert Licht op y Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op 0PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. Opmerkingen • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op 0PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type. Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden. Opmerkingen • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. 1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Controleer of de EON indicator brandt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. EON 3 Druk herhaaldelijk op 0EON op de afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. NEWS Licht op y Om de 0EON functie te annuleren dient u net zo vaak op EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. 42 Nl OPNEMEN Opnemen Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. Opmerkingen • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 31), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 32) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 34) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Als uw signaalbron alleen digitaal is aangesloten, kunt u daarvan niet opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde AUDIO OUT (REC) kanaal. • Wanneer u opname-apparatuur heeft aangesloten op dit toestel, dient u de apparatuur in kwestie ingeschakeld te houden zolang u dit toestel gebruikt. Als de apparatuur in kwestie wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. 1 Zet alle aangesloten componenten aan. 2 Druk herhaaldelijk op NINPUT l / h (of druk op één van de ingangskeuzetoetsen (4)) om de signaalbron waarvan u wilt opnemen te selecteren. 3 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. 4 Start de opname op de opnemende component. BASISBEDIENING y Nederlands 43 Nl Instelmenu Instelmenu Met behulp van het instelmenu kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. ■ Automatische setup AUTO SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 22). ■ Handmatige setup MANUAL SETUP Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. Geluidsmenu 1 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. Parameter Kenmerken Bladzijde A)SPEAKER SET Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen, de crossover frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten op de FRONT B aansluitingen. 46 B)SP LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 47 C)SP DISTANCE Instellen van de afstand voor elke luidspreker. 48 D)CENTER GEQ Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker. 48 E)LFE LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 48 F)D.RANGE Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 48 G)AUDIO SET Regelt de verlaging van het volume, de vertragingsinstellingen, het maximum volumeniveau en het beginvolume. 49 Ingangsmenu 2 INPUT MENU Via dit menu kunt u met de hand de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. Parameter Kenmerken Bladzijde A)INPUT ASSIGN Toewijzen van ingangsaansluitingen op dit toestel aan de daarmee verbonden componenten. 49 B)INPUT RENAME Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. 50 C)VOLUME TRIM Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting. 50 D)DECODER MODE Selecteren van de decoderfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. 50 E)MULTI CH SET Selecteren welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. 50 44 Nl Instelmenu Optiemenu 3 OPTION MENU Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen. Parameter Kenmerken Bladzijde A)DISPLAY SET Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. 51 B)MEMORY GUARD Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere instellingen via het instelmenu. 51 C)AUDIO SELECT Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de op de DIGITAL INPUT aangesloten signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet. 51 D)PARAM. INI Terugzetten van alle parameters voor de geluidsveldprogramma’s op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 51 ■ Signaalinformatie SIGNAL INFO Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 32). Gebruiken van het instelmenu 4 Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten. y 1 1 SOUND MENU Druk op LMENU op de afstandsbediening. “AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 2 INPUT MENU ;AUTO SETUP 2 Druk op Jk / n en selecteer “MANUAL SETUP”. 3 OPTION MENU Druk herhaaldelijk op Jk / n om het gewenste submenu te selecteren en druk op JENTER om het te openen. • Herhaal deze stap om de gewenste instellingen op te zoeken en te openen. • Druk op 8RETURN om terug te keren naar het vorige menuniveau. Druk op JENTER om de “MANUAL SETUP” te openen. “1 SOUND MENU” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. 6 Druk op Jk / n om de gewenste parameter te selecteren en vervolgens op Jl / h om de instelling te wijzigen. • Druk op Jh om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op Jl om de ingestelde waarde te verlagen. 7 Druk op LMENU om het instelmenu te verlaten. 1 SOUND MENU Nederlands 5 ;MANUAL SETUP 3 GEAVANCEERDE BEDIENING U kunt de parameters via het instelmenu wijzigen terwijl het toestel geluid aan het weergeven is. Druk herhaaldelijk op Jk / n om het gewenste menu te selecteren en druk op JENTER om het te openen. De volgende menu’s zullen achtereenvolgens op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer u herhaaldelijk op Jk / n drukt. 45 Nl Instelmenu 1 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het verwerken van videosignalen bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. ■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET De woofer van de luidsprekerbox is 16 cm of groter: groot De woofer van de luidsprekerbox is kleiner dan 16 cm: klein Voor-luidsprekers FRONT Keuzes: LARGE, SMALL Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen wijzigen. Wanneer de voor-luidsprekers groot zijn Selecteer “LARGE” (groot). FRONT B luidspreker-instelling FRONT B Gebruik deze functie om de locatie van de met de FRONT B aansluitingen verbonden luidsprekers te bepalen. Keuzes: FRONT, ZONE B • Selecteer “FRONT” om de FRONT A en B set aan of uit te zetten wanneer de FRONT B luidsprekers zich in uw belangrijkste luisterruimte (hoofdzone/eerste ruimte) bevinden. • Selecteer “ZONE B” als de met de FRONT B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere kamer (‘zone’) bevinden. Als FRONT A wordt uitgeschakeld en FRONT B wordt ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de hoofdzone (eerste luisterruimte/woonkamer) worden uitgeschakeld en zal er alleen via de FRONT B aansluitingen geluid worden weergegeven. Wanneer de voor-luidsprekers klein zijn Selecteer “SMALL” (klein). Opmerkingen • Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de hoofdtelefoon als de FRONT B aansluitingen wanneer “FRONT B” is ingesteld op “ZONE B”. • Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “FRONT B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 36). Opmerking Wanneer “BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie bladzijde 47), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT”. Als “FRONT” van tevoren op een andere instelling dan “LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch veranderen naar “LARGE”. Midden-luidspreker CENTER Keuzes: NONE, SML, LRG Wanneer de midden-luidspreker groot is Selecteer “LRG” (groot). Wanneer de midden-luidspreker klein is Selecteer “SML” (klein). Wanneer u geen gebruik maakt van een midden-luidspreker Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd. Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. LR Keuzes: NONE, SML, LRG Wanneer de surround-luidsprekers groot zijn Selecteer “LRG” (groot). Wanneer de surround-luidsprekers klein zijn Selecteer “SML” (klein). Wanneer u geen gebruik maakt van surround-luidsprekers Selecteer “NONE” (geen). Dit toestel wordt in de Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 36). 46 Nl Instelmenu LFE/Bass out BASS OUT Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH y Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. Wanneer er een subwoofer is aangesloten op dit toestel en u een natuurlijke weergave van de lage tonen wilt Selecteer “SWFR” (subwoofer). Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. Gebruik deze functie om met de hand het uitgangsniveau van elk van de luidsprekers in te stellen. Instelbereik: –10 t/m +10 dB Instelstap: 1 dB Begininstelling: 0 dB SP LEVEL Ingestelde luidspreker FL Linker voor-luidspreker FR Rechter voor-luidspreker C Midden-luidspreker SL Linker surround-luidspreker SR Rechter surround-luidspreker SWFR Subwoofer Opmerking Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. GEAVANCEERDE BEDIENING Wanneer er een subwoofer is aangesloten op dit toestel en u een rijke weergave van de lage tonen wilt Selecteer “BOTH” (beide). De lage tonen worden voor elke signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT” instelling (zie bladzijde 46). ■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL Wanneer u geen gebruik maakt van een subwoofer Selecteer “FRNT” (voor). De LFE signalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT” instelling (zie bladzijde 46). Crossover CROSSOVER Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 45 en 46). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 45 en 46). Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz Nederlands Subwooferfase SWFR PHASE Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: NRM, REV • Selecteer “NRM” als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren. • Selecteer “REV” om de fase voor uw subwoofer om te keren. 47 Nl Instelmenu ■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. Eenheid UNIT Keuzes: meters (m), feet (ft) Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft) [Overige modellen]: meters (m) • Selecteer “meters” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in feet (voeten) in te kunnen voeren. Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft) Instelstap: 0,10 m (0.5 ft) Begininstelling: FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10.0 ft) CENTER: 2,60 m (8.5 ft) SUR. L/SUR. R: 2,40 m (8.0 ft) SP DISTANCE Ingestelde luidspreker y Druk op Jk / n om een frequentieband te selecteren en op Jl / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen. Hier volgt een voorbeeld waarin “100Hz” wordt geselecteerd als de frequentieband. 100Hz--||-- 0 Testtoon TEST Gebruik deze functie om instellingen te verrichten voor “CENTER GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven. • Selecteer “ON” om de midden- en linker voor-luidsprekers testtonen te laten produceren. ■ Niveau Lage Frequentie Effecten E)LFE LEVEL Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling werkt wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat. Instelbereik: –20 t/m 0 dB Instelstap: 1 dB Luidspreker LFE SP LFE Stelt het LFE luidsprekerniveau in. FRONT L Linker voor-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker Hoofdtelefoon LFE HP LFE Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in. SUR. L Linker surround-luidspreker Opmerking SUR. R Rechter surround-luidspreker SWFR Subwoofer Afhankelijk van de instellingen bij “BASS OUT” (zie bladzijde 47) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd. Opmerking Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen. ■ Grafische equalizer voor het middenkanaal D)CENTER GEQ Gebruik deze functie om de ingebouwde 5-frequentiebanden (100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en 10 kHz) grafische equalizer zo in te stellen dat de toonkleur van de midden-luidspreker overeenkomt met die van de voor-luidsprekers. U kunt de instelling verrichten terwijl u luistert naar de op dit moment geselecteerde signaalbron, of naar een testtoon. Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 0,5 dB Begininstelling: 0 dB 48 Nl ■ Dynamisch bereik F)D.RANGE Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Keuzes: MIN, STD, MAX • Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. • Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik. • Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste dynamische bereik te behouden. Luidspreker dynamisch bereik SP D.R Stelt de compressie voor de luidsprekers in. Hoofdtelefoon dynamisch bereik HP D.R Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in. Instelmenu ■ Audio instellingen G)AUDIO SET Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTE TYP. U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 30). Keuzes: FULL, –20dB • Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Audio vertraging A.DELAY U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Instelbereik: 0 t/m 160 ms Instelstap: 1 ms Opmerking De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.” instelling. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is ingesteld op –20 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op –30 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op –30 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet. Beginvolume INI.VOL. Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off, –80 dB t/m +16 dB Instelstap: 1 dB Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een signaalbron een andere naam geven. ■ Toewijzen van ingangsaansluitingen A)INPUT ASSIGN U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer er ingangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met NINPUT l / h (of met de ingangskeuzetoetsen (4) op de afstandsbediening). Voor DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting 1 IN (1) Keuzes: (1) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR Voor de DIGITAL INPUT OPTICAL aansluitingen 2 en 3 IN (2) IN (3) Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR (3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR GEAVANCEERDE BEDIENING Maximum volume MAX VOL. Gebruik deze functie om het maximum volume in te stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld +16 dB t/m –80 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op –5 dB, wordt het volumebereik –5 dB t/m –80 dB. Instelbereik: –30 dB t/m +10 dB, +16 dB Instelstap: 5 dB 2 INPUT MENU Opmerkingen • U kunt een bepaald item niet meer dan één keer selecteren. • U kunt niet dezelfde signaalbron toewijzen aan zowel “IN (2)” als “IN (3)”. Als u bijvoorbeeld “CD” toewijst aan “IN (2)”, zal “–––” verschijnen bij “IN (3)”. Opmerking De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.” instelling. Nederlands 49 Nl Instelmenu ■ Signaalbronnen nieuwe namen geven B)INPUT RENAME ■ Volume Trim Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. Hier volgt een voorbeeld waarin aan “DVD” een nieuwe naam (“My DVD”) wordt gegeven. DVR DVD 1 V-AUX DTV/CBL pDVD MD/CD-R TUNER CD My DVD Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (4) of BMULTI CH IN om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. CD DVD MD/CD-R TUNER DTV/CBL DVR MULTI CH IN V-AUX 2 Druk op Jl / h op de afstandsbediening om de “_” (onderstreping) onder de spatie of het teken dat u wilt bewerken te plaatsen. 3 Kies met Jk / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met Jl / h naar het volgende teken. Opmerkingen • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op Jn om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op Jk om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen (#, *, –, +, enz.) 4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen van andere signaalbronnen wilt veranderen. 5 Druk op LMENU om de “INPUT RENAME” te verlaten. C)VOLUME TRIM Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de aansluitingen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (4) of BMULTI CH IN om de signaalbron waarvan u het niveau wilt instellen te selecteren. Keuzes: CD, TUNER, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR, MULTI CH IN Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB Instelstap: 1,0 dB Begininstelling: 0,0 dB ■ Decoderfunctie D)DECODER MODE Decoder keuzefunctie Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST • Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoderfunctie wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. DTS decoder voorrangsinstelling Keuzes: AUTO, DTS • Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Selecteer “DTS” wanneer u een DTS-CD wilt laten weergeven. ■ Multikanaals ingangsinstelling E)MULTI CH SET BGV BGV Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. Keuzes: LAST, DVR, V-AUX, DTV/CBL, DVD y Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken. 50 Nl Instelmenu 3 OPTION MENU Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. ■ Display instellingen A)DISPLAY SET Dimmer DIMMER Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 Instelstap: 1 • Druk op Jl om het display op het voorpaneel te dimmen. • Druk op Jh om het display op het voorpaneel helderder te maken. ■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD GEAVANCEERDE BEDIENING Geheugen beveiliging MEM.GUARD Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: OFF, ON • Selecteer “OFF” om de “MEM.GUARD” functie uit te schakelen. • Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: – geluidsveldprogrammaparameters – alle onderdelen van het instelmenu – alle luidsprekerniveaus – SCENE sjabloonparameters Opmerking Wanneer “MEM.GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere items van het instelmenu meer selecteren of instellen. ■ Audio selectie C)AUDIO SELECT Met deze functie kunt u een bepaalde audio ingangsaansluiting standaard instellen voor de signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: AUTO, LAST • Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Kies “LAST” om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is (zie bladzijde 31). ■ Parameters initialiseren D)PARAM. INI Met deze functie kunt u alle parameters voor de geluidsveldprogramma’s terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Instelmogelijkheden: NO, YES • Selecteer “NO” om het initialiseren van de parameters te annuleren en terug te keren naar het vorige menuniveau. • Selecteer “YES” om alle geluidsveldparameters terug te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Nederlands Opmerkingen • U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch terughalen nadat u de parameters voor de geluidsveldprogramma’s heeft geïnitialiseerd. • U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren. 51 Nl Geavanceerde setup Geavanceerde setup Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Opmerkingen • Alleen A STANDBY/ON, K PROGRAM l / h en L STRAIGHT functioneren terwijl u het uitgebreide (geavanceerde) instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. 1 Druk op A STANDBY/ON op het voorpaneel om dit toestel uit (standby) te zetten. 2 Houd J TONE CONTROL ingedrukt en druk vervolgens op A STANDBY/ON om dit toestel aan te zetten. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 Druk op K PROGRAM l / h tot u de parameter die u wilt instellen geselecteerd heeft. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. 4 Druk herhaaldelijk op L STRAIGHT om de geselecteerde instelling te wijzigen. 5 Druk op A STANDBY/ON om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit (standby) te zetten. y De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. 52 Nl ■ Afstemstap tuner TU (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. ■ Initialiseren PRESET Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Keuzes: CANCEL, RESET • Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Select “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen • Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de instellingen van het instelmenu. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. Oplossen van problemen Oplossen van problemen Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid. Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 11 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 13-17 Er is geen geschikte audio ingangsaansluiting selectiefunctie ingesteld. Stel een geschikte selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting in. Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met N INPUT l / h op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen (4) op de afstandsbediening). De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 11 De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd. Selecteer de gewenste set voor-luidsprekers met ISPEAKERS. 29 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op C MUTE of 5 VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 30 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting worden niet gereproduceerd via de luidsprekeraansluitingen. Maak in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een analoge of digitale verbinding. — De instelling van de aangesloten component is niet juist. Maak de juiste instelling aan de hand van de handleiding van de aangesloten component. — De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op C MUTE of 5 VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. 30 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 13-17 Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”. Wijzig de “SP LEVEL” instellingen. 31 29, 30 32 Nederlands Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de midden-luidspreker. Oplossing AANVULLENDE INFORMATIE Het geluid valt plotseling uit. Oorzaak Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surround-luidsprekers worden geproduceerd. 53 Nl Oplossen van problemen Probleem Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Er klinkt geen geluid uit de midden-luidspreker. “CENTER” in het “SPEAKER SET” staat op “NONE”. Zet “CENTER” op “SML” of “LRG”. 46 Bij sommige geluidsveldprogramma’s wordt er geen geluid weergegeven via de midden-luidspreker. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 34 Er klinkt geen geluid uit de surround-luidsprekers. “SUR. LR” in het “SPEAKER SET” staat op “NONE”. Zet “SUR. LR” op “SML” of “LRG”. 46 Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op LSTRAIGHT op het voorpaneel zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. 36 Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. “BASS OUT” staat op “FRNT” in het “SPEAKER SET” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Zet “BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”. 47 “BASS OUT” in het “SPEAKER SET” staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een 2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Zet “BASS OUT” op “BOTH”. 47 Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 31 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. U probeert het volume hoger te zetten dan het ingestelde maximum volumeniveau. Pas de “MAX VOL.” instelling aan. 49 De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er kan niet worden opgenomen door analoge opname-apparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. De geluidsveldparameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. “MEM.GUARD” in het “OPTION MENU” staat op “ON”. Zet “MEM.GUARD” op “OFF”. 51 Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 11 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — 54 Nl 15, 17 Oplossen van problemen Probleem Oorzaak De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Oplossing Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. Zie bladzijde — ■ Tuner Probleem Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. FM Oplossing Zie bladzijde Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. 18 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 37 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 37 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer zenders voor. 38 Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 37 U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — AANVULLENDE INFORMATIE AM Oorzaak ■ AUTO SETUP Voor AUTO SETUP Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 22 Unplug HP! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — 55 Nl Nederlands Connect MIC! Oplossen van problemen Tijdens AUTO SETUP Foutmelding NO FRONT L SP Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R voor-luidsprekers. 11 Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surround-luidspreker. 11 Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille omstandigheden. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — NO FRONT R SP NO SUR.L SP NO SUR.R SP NOISY NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 22 USER CANCEL De “AUTO SETUP” procedure is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft. Doe de “AUTO SETUP” nog eens. 22 Na AUTO SETUP Waarschuwing Oorzaak Oplossing Zie bladzijde PHASE REVERSED De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteit van de luidspreker-aansluitingen (+ of –). 11 DISTANCE ERROR De afstand tussen de dichtstbijzijnde luidspreker en de verst verwijderde luidspreker ligt buiten het instelbare bereik. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. — LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. (Er wordt geen correctie van het niveau gemaakt.) Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR: TOO LOW” verschijnt, dient u het uitgangsniveau van de subwoofer in te stellen. 22 Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. — Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 11 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Opmerkingen • Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren. • Als de waarschuwing “PHASE REVERSED” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn. • Als de waarschuwingen “DISTANCE ERROR” of “LEVEL ERROR” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht. 56 Nl Oplossen van problemen ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 21 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 3 Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. ■ Resetten van het systeem Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 1 Druk op ASTANDBY/ON op het voorpaneel om dit toestel uit (standby) te zetten. 2 Houd JTONE CONTROL ingedrukt en druk vervolgens op ASTANDBY/ON om dit toestel aan te zetten. Het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Druk op KPROGRAM l / h en selecteer “PRESET”. 4 Druk herhaaldelijk op LSTRAIGHT en selecteer “RESET”. Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. 5 Druk op ASTANDBY/ON om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit (standby) te zetten. • Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de instellingen van het instelmenu. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. y Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op LSTRAIGHT drukken tot u “CANCEL” geselecteerd heeft, waarna u op ASTANDBY/ON drukt. AANVULLENDE INFORMATIE 3 Opmerkingen Nederlands 57 Nl Woordenlijst Woordenlijst ■ Audio informatie Dolby Digital Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes. Dolby Surround Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. 58 Nl DTS DTS Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel vervormingsvrije 5.1-kanaals weergave (technisch gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). LFE 0.1 kanaal Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1-kanaals systeem. PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. Woordenlijst ■ Geluidsveldprogramma informatie ■ Video informatie CINEMA DSP Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maakt nu Yamaha CINEMA DSP programma gebruik van de origineel door Yamaha ontwikkelde DSP technologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. SILENT CINEMA Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveldprogramma zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. Virtual CINEMA DSP Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 59 Nl Technische gegevens Technische gegevens AUDIO GEDEELTE VIDEO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround 1 kHz, 0,9% THV, 6 Ω ............................................ 100 W/kanaal • Signaalniveau Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75 Ω Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Maximum vermogen (JEITA) 1 kHz, 10% THV, 6 Ω .............................................. 135 W/kanaal • MAX vermogen per kanaal 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω .......................................... 105 W of meer • IEC vermogen 1 kHz, 0,1% THV, 6 Ω ............................................ 90 W of meer • Dynamisch vermogen (IHF, 6/4/2 Ω) ....................................................... 105/130/150 W • Video Maximum ingangsniveau ............................. 1,5 Vp-p of meer • Signaal-ruis verhouding ............................................. 50 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Component signaal ................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik ................................................ 87,50 t/m 108,00 MHz • Dynamisch bereik 8 Ω ..................................................................................... 0,41 dB • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.) Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf) • Frequentierespons CD, enz. naar Voor ........................... 10 Hz t/m 100 kHz, 0/–3 dB V-AUX naar Voor ............................... 10 Hz t/m 20 kHz, 0/–3 dB • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 73 dB/70 dB • Totale harmonische vervorming CD enz. (2-kanaals stereo) naar Voor SP OUT, 1 kHz, 50 W/6 Ω ................................................ 0,06% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) CD, enz. (STEREO) ingang kortgesloten 250 mV............................................................... 100 dB of meer 200 mV................................................................. 98 dB of meer • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5% AM GEDEELTE • Afstembereik ........................................................ 531 t/m 1611 kHz ALGEMEEN • Stroomvoorziening .................................230 V, 50 Hz wisselstroom • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 170 µV of minder • Stroomverbruik ...................................................................... 240 W • Kanaalscheiding CD, enz. Ingang 5,1 kΩ kortgesloten (1 kHz/10 kHz) ................................................................... 60 dB/45 dB of meer • Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 151 x 318 mm • Toonregeling BASS versterking/drempel .................................... ±10 dB/100 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting CD, enz. (1 kHz, 200 mV, 8 Ω)................................... 0,4 V/470 Ω • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangssignaal CD, enz. 1 kHz, 0,5% THV (EFFECT ON) ............ 2,0 V of meer • Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie AUDIO OUT (REC) ............................................ 200 mV/1,2 kΩ SUBWOOFER OUTPUT (2-kanaals stereo en FRONT SP: SMALL) ............. 4 V/1,2 kΩ • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (Voor, Midden, Surround) ................................... 12 dB/oct. L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. 60 Nl • Stroomverbruik Uit (standby) ................................................. 0,8 W • Gewicht ................................................................................... 8,0 kg * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. INDEX Index ■ Numerics 1 SOUND MENU .......................... 44, 46 2 INPUT MENU ............................ 44, 49 2ch Stereo ............................................ 34 3 OPTION MENU ......................... 45, 51 5ch Stereo ............................................ 34 ■ A ■ B B)INPUT RENAME ............................50 B)MEMORY GUARD .........................51 B)SP LEVEL ........................................47 BASS OUT ...........................................47 Beginvolume ........................................49 BGV .....................................................50 ■ C C)AUDIO SELECT .............................51 C)SP DISTANCE .................................48 C)VOLUME TRIM ..............................50 CD Listening ........................................27 CD Music Listening .............................27 CENTER ..............................................46 CINEMA DSP indicator ......................20 CLASSICS, Radio Data System programmatype ................................41 COMPONENT VIDEO aansluitingen ................................9, 13 Connect MIC!, Automatische setup foutmelding ......................................55 CROSSOVER ......................................47 Crossover ..............................................47 CT WIDTH ..........................................35 CT, Radio Data Systeem informatie ....40 CULTURE, Radio Data System programmatype ................................41 ■ D ■ E E)LFE LEVEL ..................................... 48 E)MULTI CH SET .............................. 50 EDUCATE, Radio Data System programmatype ................................ 41 Eenheid ................................................ 48 ENHANCER indicator ........................ 20 EON ..................................................... 20 EON dataservice, Radio Data System afstemmen ....... 42 ■ F F)D.RANGE ........................................ 48 FM afstemmen ..................................... 37 FRONT ................................................ 46 FRONT B ............................................ 46 FRONT B luidspreker-instelling ......... 46 ■ G G)AUDIO SET .................................... 49 Game .................................................... 34 Game Playing ...................................... 27 Gebruiken van de afstandsbediening ............................ 21 Gebruiken van een hoofdtelefoon ....... 30 Geheugen beveiliging .......................... 51 Geluidsmenu ........................................ 44 Geluidsveldprogramma’s .................... 34 Genieten van 2-kanaals materiaal met de standaard decoders ............... 35 Grafische equalizer voor het middenkanaal .................................. 48 ■ H Hall ...................................................... 34 Handmatig afstemmen ......................... 37 Handmatig voorprogrammeren ........... 38 Handmatige setup ................................ 44 HDMI .................................................. 14 HDMI aansluiting, HDMI stekker ....... 14 Hoofdtelefoon dynamisch bereik ........ 48 Hoofdtelefoon indicator ....................... 20 Hoofdtelefoon LFE .............................. 48 HP D.R ................................................ 48 HP LFE ................................................ 48 61 Nl Nederlands D)CENTER GEQ .................................48 D)DECODER MODE ..........................50 D)PARAM. INI ....................................51 De MULTI CH INPUT component als signaalbron selecteren ......................30 Decoder indicator .................................20 Decoder keuzefunctie ...........................50 Decoderfunctie .....................................50 DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen ....................................13 DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen ....................................13 DIGITAL INPUT aansluitingen ............9 DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting, ingangstoewijzing ............................49 DIGITAL INPUT COAXIAL aansluitingen, ingangstoewijzing ............................49 Dimensie ..............................................35 DIMENSION .......................................35 DIMMER .............................................51 Dimmer ................................................51 Disc Listening ......................................27 Display instellingen ............................. 51 Display voorpaneel .............................. 20 DISTANCE ERROR, Automatische setup foutmelding ..... 56 DRAMA, Radio Data System programmatype ................................ 41 DSP LEVEL ........................................ 35 DSP niveau .......................................... 35 DTS decoder voorrangsinstelling ........ 50 DVD Live Viewing ............................. 27 DVD Movie Viewing .......................... 27 DVD Viewing ...................................... 27 DVR Viewing ...................................... 27 Dynamisch bereik ................................ 48 AANVULLENDE INFORMATIE A)DISPLAY SET ................................ 51 A)INPUT ASSIGN .............................. 49 A)SPEAKER SET ............................... 46 A.DELAY ............................................ 49 Aansluiten van audiocomponenten ...... 17 Aansluiten van de AM antenne ............ 18 Aansluiten van de FM antenne ............ 18 Aansluiten van een beeldscherm .......... 15 Aansluiten van een CD-speler ............. 17 Aansluiten van een CD-speler en een CD-recorder/MD-recorder ............... 17 Aansluiten van een DVD-recorder ....... 15 Aansluiten van een DVD-speler .......... 15 Aansluiten van een kabel-TV/ satellietontvanger ............................. 15 Aansluiten van het netsnoer ................. 19 Aansluiten van luidsprekers ................. 11 Aansluiten van videocomponenten ...... 15 Achterpaneel .......................................... 9 AFFAIRS, Radio Data System programmatype ................................ 41 Afspelen van video op de achtergrond ...................................... 33 Afstemstap tuner .................................. 52 AM afstemmen .................................... 37 ANTENNA aansluitingen ...................... 9 Apparatuur verbinden met de CENTER aansluitingen ................... 12 Apparatuur verbinden met de COMPONENT VIDEO aansluitingen .................................... 16 Apparatuur verbinden met de FRONT A aansluitingen .................. 12 Apparatuur verbinden met de FRONT B aansluitingen .................. 12 Apparatuur verbinden met de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen .................................... 16 Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen ... 17 Apparatuur verbinden met de SURROUND aansluitingen ............. 12 Apparatuur verbinden met de VIDEO AUX aansluitingen ............. 18 AUDIO aansluitingen ...................... 9, 13 Audio instellingen ................................ 49 AUDIO SELECT ................................. 31 Audio selectie ...................................... 51 Audio vertraging .................................. 49 Audio-aansluitingen ............................. 13 Audiokabelstekkers .............................. 13 AUTO SETUP ..................................... 22 AUTO SETUP .....................................44 AUTO SETUP, Foutmelding ...............55 Automatisch afstemmen .......................37 Automatisch voorprogrammeren .........38 Automatische setup ..............................44 Index ■ I IN (1), DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting ........................................ 49 IN (2), DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting ........................................ 49 IN (3), DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting ........................................ 49 Indicators ingangskanalen .................... 20 INFO, Radio Data System programmatype ................................ 41 Infrarood venster .................................. 21 Ingangskanaal en luidspreker indicators ......................................... 20 Ingangsmenu ........................................ 44 INI.VOL. .............................................. 49 Initialiseren .......................................... 52 Inschakelen van de stroom ................... 19 Instellen luidsprekerniveaus tijdens weergave .......................................... 32 Instelmenu ............................................ 44 Inzetten van batterijen in de afstandsbediening .............................. 3 ■ J Jazz ....................................................... 34 ■ K Klok/tijd, Radio Data Systeem informatie ........................................ 40 ■ L LEVEL ERROR, Automatische setup foutmelding ..... 56 LFE indicator ....................................... 20 LFE/Bass out ........................................ 47 LIGHT M, Radio Data System programmatype ................................ 41 Linker/rechter surround-luidsprekers .... 46 Luidspreker dynamisch bereik ............. 48 Luidspreker LFE .................................. 48 Luidsprekerafstand ............................... 48 Luidsprekerafstanden ........................... 48 Luidspreker-instellingen ...................... 46 Luidsprekerniveau ............................... 47 Luidsprekers opstellen ......................... 10 Luiteren naar onveranderde ingangssignalen ............................... 36 ■ M M.O.R. M, Radio Data System programmatype ................................ 41 MANUAL SETUP ............................... 44 MAX VOL. .......................................... 49 Maximum volume ................................ 49 Meegeleverde accessoires ...................... 3 MEM.GUARD ..................................... 51 Midden breedte .................................... 35 Midden-luidspreker .............................. 46 Middernacht luisterfunctie ................... 31 Movie Dramatic ................................... 34 Movie Spacious .................................... 34 MULTI CH INPUT aansluitingen ......... 9 Multifunctioneel display ...................... 20 Multikanaals ingangsinstelling ............ 50 62 Nl Multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon ...................................36 Music Disc Listening ...........................27 Music Enh. 2ch ....................................34 Music Enh. 5ch ....................................34 MUTE indicator ...................................20 MUTE TYP. .........................................49 ■ N NEWS, Radio Data System programmatype ................................41 NIGHT indicator ..................................20 Niveau Lage Frequentie Effecten .........48 NO FRONT L SP, Automatische setup foutmelding .....56 NO FRONT R SP, Automatische setup foutmelding .....56 NO MIC, Automatische setup foutmelding .....56 NO SUR.L SP, Automatische setup foutmelding .....56 NO SUR.R SP, Automatische setup foutmelding .....56 NOISY, Automatische setup foutmelding .....56 ■ O Omwisselen van voorkeuzezenders .....39 Oplossen van problemen ......................53 Optiemenu ............................................45 Optimalisatie-microfoon ......................22 Optimalisatie-microfoon, Automatische setup ..........................22 Optimaliseren van de luidsprekerinstelling ...........................................22 OPTIMIZER MIC aansluiting, Automatische setup ..........................22 OTHER M, Radio Data System programmatype ................................41 ■ P PANORAMA .......................................35 Parameters initialiseren ........................51 PCM indicator ......................................20 PHASE REVERSED, Automatische setup foutmelding .....56 POP M, Radio Data System programmatype ...41 Pop/Rock ..............................................34 PRESET ...............................................52 Programmaservice, Radio Data System informatie .........40 Programmatype, Radio Data System informatie .........40 PS, PTY, RT en CT ..............................20 PS, Radio Data Systeem informatie .....40 PTY HOLD ..........................................20 PTY SEEK functie, Radio Data Systeem afstemmen ......41 PTY, Radio Data Systeem informatie .......40 ■ R Radio Data Systeem afstemmen .......... 40 Radio Data Systeem indicators ............ 20 Radio Listening ................................... 27 Radiotekst, Radio Data Systeem informatie ...... 40 Resetten van het systeem ..................... 57 ROCK M, Radio Data System programmatype ............................... 41 RT, Radio Data Systeem informatie .... 40 ■ S SCENE 1 ............................................... 7 SCENE 1 ............................................... 7 SCENE 2 ............................................... 7 SCENE 3 ............................................... 7 SCENE 4 ............................................... 7 SCIENCE, Radio Data System programmatype ............................... 41 Selecteren van audio ingangsaansluitingen ....................... 31 Selecteren van de nacht-luisterfunctie .... 31 Selecteren van de SCENE sjablonen ... 25 Selecteren van voorkeuzezenders ........ 39 Selectie, Radio Data System programmatype .... 41 Signaalbron indicators ......................... 20 Signaalbron informatie ........................ 32 Signaalbronnen nieuwe namen geven .... 50 Signaalinformatie ................................ 45 SIGNAL INFO .................................... 45 SILENT CINEMA .............................. 36 SILENT CINEMA indicator ............... 20 Slaaptimer ............................................ 33 SLEEP indicator .................................. 20 SP A B indicators ................................ 20 SP D.R ................................................. 48 SP LFE ................................................ 48 SPEAKERS aansluitingen ..................... 9 SPORT, Radio Data System programmatype .... 41 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting ... 9 Subwooferfase ..................................... 47 SUR. LR .............................................. 46 SWFR PHASE .................................... 47 ■ T Technische gegevens ........................... 60 TEST ................................................... 48 Testtoon ............................................... 48 Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid ......................................... 49 Toewijzen van ingangsaansluitingen .... 49 Toonregeling ....................................... 31 TU ........................................................ 52 Tuner (radio) indicators ....................... 20 TV Sports ............................................ 34 TV Sports Viewing .............................. 27 TV Viewing ......................................... 27 ■ U Uit (standby) zetten van dit toestel ...... 19 Uitschakelen van de stroom ................ 19 UNIT ................................................... 48 Index Unplug HP!, Automatische setup foutmelding ..... 55 USER CANCEL, Automatische setup foutmelding ..... 56 Uw eigen SCENE sjablonen maken .... 28 ■ V VARIED, Radio Data System programmatype ................................ 41 Verbetering gebruik andere netwerken, Radio Data System afstemmen ........ 42 VIDEO aansluitingen ....................... 9, 13 Video-aansluitingen ............................. 13 Videostekkers ....................................... 13 Virtual CINEMA DSP ......................... 36 VIRTUAL indicator ............................. 20 VOLUME niveauaanduiding ............... 20 Volume Trim ........................................ 50 Voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen ............................ 27 Voor-luidsprekers ................................ 46 ■ W Wijzigen van geluidsveld instellingen .... 35 ■ Y Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer ......................................... 22 YPAO ................................................... 22 YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) ........................ 22 YPAO indicator ................................... 20 ■ Z Zone B .................................................. 30 AANVULLENDE INFORMATIE 63 Nl Nederlands “A SPEAKERS” of “4DVD” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie van de verschillende onderdelen. Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.). Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht. Voorwaarden 1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop, productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant aan de klant worden geretourneerd. 2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland. 3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen van Yamaha. 4. Uitgesloten van deze garantie zijn: a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage. b. Schade als resultaat van: (1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden. (2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om nagezien of gerepareerd te worden. (3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt. (4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed heeft. (5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden. (6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland. (7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn. (De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.) 5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het product gebruikt wordt worden toegepast. 6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van reparatie of vervanging van het product. 7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of verlies van dergelijke instellingen of gegevens. 8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract. 64 Nl ■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/ Фронтальная панель A B C D E F G H VOLUME STANDBY /ON OPTIMIZER MIC EDIT PRESET/TUNING BAND PRESET/TUNING A/B/C/D/E MEMORY TUNING AUTO/MAN'L SCENE 1 2 3 STRAIGHT NIGHT PROGRAM PHONES SPEAKERS A/B/OFF TONE CONTROL VIDEO AUX INPUT VIDEO AUDIO SELECT EFFECT SILENT CINEMA I i 4 J K L M N O P L AUDIO R PORTABLE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395

Yamaha RX-V363 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding