Yamaha TX-497 de handleiding

Categorie
Radio's
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 10 cm ruimte aan de
bovenkant en 10 cm aan de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade bij blikseminslag te voorkomen, dient u bij
onweer de stekker uit het stopcontact te halen en eventuele
buitenantennes los te koppelen van het toestel.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n
manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op POWER te drukken
om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het
stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië en algemene modellen
........................... 110–120/220–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met POWER.
1
Nederlands
OPSTELLINGINLEIDING
VERRICHTINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
KENMERKEN ....................................................... 2
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 2
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 3
Voorpaneel................................................................. 3
Display voorpaneel .................................................... 4
Achterpaneel.............................................................. 5
AANSLUITINGEN ................................................ 6
Aansluiten van de AM en FM antennes .................... 6
Aansluiten van een versterker.................................... 9
Op afstand bedienen van dit toestel........................... 9
Aansluiten van het netsnoer..................................... 10
Inschakelen van de stroom....................................... 10
AFSTEMMEN ...................................................... 11
Automatisch en handmatig afstemmen.................... 11
Zenders voorprogrammeren..................................... 12
Selecteren van voorkeuzezenders............................ 14
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 14
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders.......... 15
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data
Systeem functie ................................................... 16
De PTY SEEK functie............................................. 17
De EON functie ....................................................... 18
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...................... 19
TECHNISCHE GEGEVENS .............................. 21
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
OPSTELLING
VERRICHTINGEN
AANVULLENDE INFORMATIE
KENMERKEN
2
40 Willekeurig toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Multifunctioneel zendergeheugen
Direct PLL Synthesizer afstemming
Wijzigen van voorkeuzezenders
(Bewerken voorkeuzezenders)
Multifunctionele Radio Data Systeem
ontvangst (alleen modellen voor het V.K.
en Europa)
y geeft een bedieningstip aan.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
KENMERKEN
MEEGELEVERDE ACCESSOIRES
AM ringantenneFM binnenantenne Audio penstekkerkabel
Antenne-adapter
(alleen bij modellen voor
de V.S. en Canada)
75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter
(alleen bij modellen
voor het V.K.)
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
3
Nederlands
INLEIDING
1 POWER
Hiermee zet u het toestel aan of uit.
2 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de met een YAMAHA
versterker of receiver meegeleverde afstandsbediening.
3 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 4).
4 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan
(zie bladzijde 13).
Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 12).
5 FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor het
V.K. en Europa)
Druk op deze toets om heen en weer te schakelen tussen
de FM en AM (FM, MW en LW voor modellen voor het
V.K. en Europa) radiobanden.
6 EDIT
Omwisselen van voorkeuzenummers (zie bladzijde 14).
7 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit).
8 A/B/C/D/E
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
selecteren.
9 Voorkeuzetoetsen
Hiermee kunt u een voorkeuzenummer (1 t/m 8)
selecteren.
0 l TUNING h
Hiermee kunt u afstemmen op een frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Alleen modellen voor het V.K. en Europa
De toetsen voor het Radio Data Systeem, van A t/m D,
zijn alleen van toepassing op modellen voor Europa en het
Verenigd Koninkrijk.
A FREQ/TEXT
Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data
System zender ontvangt om te schakelen tussen de PS
functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender
deze Radio Data System gegevens verzorgt) en/of het
frequentiedisplay (zie bladzijde 16).
B PTY SEEK MODE
Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie
te zetten (zie bladzijde 17).
C PTY SEEK START
Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte
zender te laten beginnen nadat u het gewenste
programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK
functie (zie bladzijde 17).
D EON
Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een
radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 18).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
FREQ/TEXT
FREQ/TEXT
EON
EON
MODE
MODE
PTY SEEK
PTY SEEK
START
START
FM/AM EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MAN'L
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW
135467
8 9 0
2
BACD
(Modellen voor het V.K. en Europa)
(Modellen voor het V.K.
en Europa)
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
4
1 Voorkeuzezender indicator
Toont de groep (A t/m E) en het nummer (1 t/m 8) van de
geselecteerde voorkeuzezender.
2 Frequentiedisplay
Toont de band en de frequentie of andere informatie over
de zender waarop is afgestemd.
3 AUTO indicator
Licht op ten teken dat er automatisch kan worden
afgestemd.
4 ST (stereo) indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt.
5 Signaal-niveaumeter
Geeft aan hoe sterk het signaal van de huidige zender is.
Wanneer er zg. multi-pad interferentie wordt gedetecteerd,
zal deze aanduiding lager worden.
6 EDIT indicator
Knippert ten teken dat voorkeuzezenders kunnen worden
omgewisseld.
Licht op ten teken dat de voorkeuzezenders met succes
zijn omgewisseld.
7 MEMO indicator
Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op MEMORY
op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de MEMO indicator
knippert, kunt u de getoonde zender in het geheugen
opslaan met behulp van A/B/C/D/E en één van de
voorkeuzetoetsen op het voorpaneel.
Alleen modellen voor het V.K. en Europa
De indicators met de nummers 8 t/m A zijn alleen van
toepassing op modellen voor Europa en het Verenigd
Koninkrijk.
8 Radio Data Systeem indicators
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd
door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment
op is afgestemd zullen oplichten.
De indicator links van de naam (rechthoekig) licht op
wanneer de corresponderende Radio Data Systeem functie
wordt geselecteerd.
9 EON indicator
Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
0 Programmatype indicators
Deze geven aan wat voor type radioprogramma u gekozen
heeft (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT) wanneer dit
toestel in de EON stand staat (zie bladzijde 18).
A PTY HOLD indicator
PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK
zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
Display voorpaneel
kHz
MHz
AUTO
ST
MEMO
PS
PTY
RT CT
EON
NEWS INFO AFFAIRS SPORT
PTY HOLD
EDIT
1
7
2 4 53
A
8
9
0
6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5
Nederlands
INLEIDING
1 FM ANT aansluiting
Zie bladzijde 6 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 AM ANT aansluiting
Zie bladzijde 6 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 LINE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 9 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 Netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat
u alle aansluitingen heeft verricht (zie bladzijde 10).
Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen
De FREQUENCY STEP schakelaar en de VOLTAGE
SELECTOR zijn alleen van toepassing op modellen voor
Azië en algemene modellen.
FREQUENCY STEP schakelaar
Zie bladzijde 8 voor details.
VOLTAGE SELECTOR
Zie bladzijde 10 voor details.
Achterpaneel
FM ANT FREQUENCY STEP
FREQUENCY STEP
FM 100kHz 50kHz
FM 100kHz 50kHz
AM 10kHz 9kHz
AM 10kHz 9kHz
LINE OUT VOLTAGE
VOLTAGE
SELECTER
SELECTER
220V-240V
220V-240V
110V-120V
110V-120V
75
UNBAL
AM ANTGND
R L
2
132 4
(Modellen voor de V.S.)
AANSLUITINGEN
6
Sluit dit toestel of één van de andere componenten niet aan op het lichtnet voordat alle verbindingen gemaakt zijn.
Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor
een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
AANSLUITINGEN
LET OP
Aansluiten van de AM en FM antennes
FM ANT
75 UNBAL
AM ANTGND
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
geïsoleerd draad en leid dit via
een raam of zo naar buiten.
FM buitenantenne
Antenne-adapter
(alleen geleverd bij modellen
voor de V.S. en Canada)
300 Ohm platte
antennekabel
75 Ohm
coaxiale kabel
75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(alleen geleverd bij modellen voor het V.K.)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een
goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die
in vochtige grond gedreven is.
75 Ohm
coaxiale kabel
7
Nederlands
AANSLUITINGEN
OPSTELLING
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne voor gebruik
gereed.
2 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM
antennedraden in de AM ANT en GND
aansluitingen kunt steken en klik het lipje
terug op zijn plaats om de draad vast te
zetten.
3 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een
buitenantenne. Wij bevelen u aan een 5 tot 10 meter lange
geïsoleerde draad aan te sluiten op de AM ANT aansluiting en
deze via een raam of zo naar buiten te leiden. Vraag bij uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum
naar meer gedetailleerde informatie omtrent buitenantennes.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Aansluiten van de FM binnenantenne
Steek het rechthoekige uiteinde van de FM
binnenantenne in de FM ANT aansluiting.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een
buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende
YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden
met buitenantennes.
Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM
binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel.
Aansluiten van de FM buitenantenne
Als dit toestel is opgesteld in een stalen gebouw, of op
grote afstand van de zender, kan het noodzakelijk zijn een
lange draad als buitenantenne te gebruiken.
Gebruik een 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen
geleverd bij modellen voor het V.K.) of een antenne-
adapter (alleen geleverd bij modellen voor de V.S. en
Canada) voor de vereiste aansluitingen.
Opmerkingen
1
3
2
Opmerkingen
FM ANT
75
UNBAL
AM ANTGND
FM binnenantenne
FM ANT
75
UNBAL
AM ANTGND
Antenne-adapter
(alleen geleverd bij
modellen voor de
V.S. en Canada)
75 Ohm coaxiale kabel
75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter
(alleen geleverd bij
modellen voor het V.K.)
300 Ohm
platte
antennekabel
75 Ohm
coaxiale kabel
8
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een coaxiale kabel op de
75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter
(alleen geleverd bij modellen voor het
V.K.)
1 Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter open.
2 Strip de buitenmantel
van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak
deze klaar voor het
aansluiten.
3 Knip de verbindingsdraad
door en verwijder deze.
4 Steek de
binnendraad van
de kabel in de
sleuf en klem de
kabel vast met
een tang.
5 Klik de behuizing weer
dicht.
Opmerkingen over de 75 Ohm coaxiale
en de 300 Ohm platte kabels
Raadpleeg uw dealer of erkende service-centrum over de
beste methode voor het kiezen en installeren van een FM
buitenantenne. De keuze van de kabel is ook belangrijk.
Platte kabels met twee gescheiden kernen bieden goede
elektrische prestaties, zijn vaak wat goedkoper en zijn ook
wat gemakkelijker door ramen en langs wanden te leiden.
Coaxkabel is duurder, geeft een betere bescherming tegen
storing, is beter bestand tegen weersinvloeden en de
invloed van metalen objecten in de buurt en is een vrijwel
even goede geleider als de platte kabel, vooral in het geval
van coaxkabel met schuimkern. Coaxkabel is wel wat
lastiger bij de installatie, vooral op het punt waar de kabel
het gebouw binnenkomt. Als u coaxkabel wilt gebruiken
moet u controleren of de gebruikte antenne daarvoor
geschikt is.
Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van
verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo
ver mogelijk bij druk verkeer vandaan te plaatsen.
Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de
kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op.
De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend
betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden.
FREQUENCY STEP schakelaar
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Omdat de ruimte tussen
zendfrequenties verschilt per gebied,
dient u de FREQUENCY STEP
schakelaar op het achterpaneel van dit
toestel op de juiste instelling voor uw
gebied te zetten.
Noord, Midden en Zuid Amerika:
100 kHz/10 kHz
Overige gebieden: 50 kHz/9 kHz
Voor u deze schakelaar verzet moet u de stekker van dit
toestel uit het stopcontact halen.
11
8
6
Eenheid: mm
Verbindingsdraad
Klem
Klem
Steek de draad
in de sleuf
Opmerkingen
300 Ohm platte
antennekabel
75 Ohm
coaxiale kabel
FREQUENCY STEP
FM 100kHz 50kHz
AM 10kHz 9kHz
9
Nederlands
AANSLUITINGEN
OPSTELLING
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan
op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
U moet de linker (“L”) en rechter (“R”) LINE OUT aansluitingen
verbinden met de corresponderende ingangsaansluitingen (links
en rechts) van de versterker.
Dit toestel heeft een sensor voor een afstandsbediening.
Deze ontvangt de signalen van de met een YAMAHA
versterker of receiver meegeleverde afstandsbediening.
Zorg ervoor dat er zich geen te grote obstakels bevinden tussen
de afstandsbediening en dit toestel.
Als de sensor voor de afstandsbediening direct verlicht wordt
door een sterke lichtbron (vooral TL lampen e.d.), is het
mogelijk dat dit toestel niet of niet goed reageert op de
afstandsbediening. Zet in een dergelijk geval dit toestel anders
neer zodat het niet meer direct in het licht staat.
Aansluiten van een versterker
LET OP
Opmerking
FM ANT FREQUENCY STEP
FREQUENCY STEP
FM 100kHz 50kHz
FM 100kHz 50kHz
AM 10kHz 9kHz
AM 10kHz 9kHz
LINE OUT VOLTAGE
VOLTAGE
SELECTER
SELECTER
220V-240V
220V-240V
110V-120V
110V-120V
75 UNBAL
AM ANTGND
R L
2
STANDBY
/ON
STANDBY
INPUT
PHONES SPEAKERS BASS
5
1
4
2
3
5
1
4
2
3
A
POWER
ON
OFF
ON
OFF
AUX MD TAPE CD/DVD TUNER PHONO PURE DIRECT CD/DVD DIRECT AMP
B
+
TREBLE
5
1
4
2
3
5
1
4
2
3
+
BALANCE
5
1
4
2
3
5
1
4
2
3
TUNER
PHONO
TAPE
MD
AUX
R
L
LOUDNESS REC OUT
VOLUME
7
30dB
FLAT CD/DVD
10
9
5
6
1
4
2
3
CD/DVD PHONO TUNER
POWER
STANDBY
MD
TAPE AUX
+
u
d
DISPLAY
A/B
REC
DISC
DIR A
p
DIR B
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
TAPECD
w
e
f
b
s
a
TUNER
LR
LR
Naar het stopcontact
Audio penstekkerkabel
(meegeleverd)
Versterker
Dit toestel (modellen voor de V.S.)
Op afstand bedienen van dit toestel
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MAN'L
30
30
Ongeveer 6 m
Opmerkingen
10
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
Geheugen back-up
De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen gegevens
verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen echter
verloren gaan wanneer dit toestel meer dan één week
uitgeschakeld is geweest, ook wanneer de stekker in het
stopcontact zat.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel moet
worden ingesteld op de bij u ter plaatse gangbare
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact doet.
Mogelijke voltages zijn: 110-120/220-240 V, 50/60 Hz
wisselstroom.
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
Druk op POWER om dit toestel aan te zetten.
Aansluiten van het netsnoer
VOLTAGE
SELECTOR
220V-240V
110V-120V
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
Inschakelen van de stroom
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
POWER
POWER
AFSTEMMEN
11
Nederlands
VERRICHTINGEN
U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender:
automatisch of met de hand.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Automatisch afstemmen
1
Druk op FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor
het V.K. en Europa) om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” (“FM”, “MW” of “LW” voor
modellen voor het V.K. en Europa) zal op het display
op het voorpaneel verschijnen.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
3 Druk één keer op TUNING l / h om het
automatisch afstemmen te laten beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Om af te stemmen op een andere zender dient u nog
eens op TUNING l / h te drukken.
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig
afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van
de ontvangst te verbeteren.
1
Druk op FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor
het V.K. en Europa) om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” (“FM”, “MW” of “LW” voor
modellen voor het V.K. en Europa) zal op het display
op het voorpaneel verschijnen.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
3 Druk op TUNING l / h om met de hand af te
stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
Als u afstemt op een FM zender, zal deze automatisch in mono
worden ontvangen om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie voor die zender
worden getoond op het display. Als er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender met de PS functie, zal de naam van de zender worden
getoond in plaats van de frequentie. Zie bladzijde 15 voor details.
AFSTEMMEN
Automatisch en handmatig afstemmen
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
1
2
3
FM/AM
of
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
AUTO
Licht op
TUNING
hl
Opmerkingen
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
1
2
3
FM/AM
of
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
Verdwijnt
AUTO
TUNING
hl
12
AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren van FM
zenders
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Druk op FM/AM (FM/MW/LW voor modellen
voor het V.K. en Europa) en selecteer de FM
band.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
2 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De voorkeuzegroep en de MEMO en AUTO
indicators gaan knipperen. Het automatisch
voorprogrammeren zal beginnen vanaf de huidige
frequentie naar hogere frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden
worden.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen bij mono-ontvangst en kunt u de zender opslaan via de
procedure onder “Zenders handmatig voorprogrammeren”.
Als er geen zender gevonden kan worden met het automatisch
voorprogrammeren, zal “NOTHING” 3 seconden lang op het
display getoond worden en zal het zoeken worden gestopt.
Zenders voorprogrammeren
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
1
2
FM/AM
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MHz
AUTO
ST
MEMO
Opmerkingen
13
Nederlands
AFSTEMMEN
VERRICHTINGEN
Zenders handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders
(8 zenders x 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem af op een zender.
Zie bladzijde 11 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
2 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om de
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) op
het display op het voorpaneel.
De zendergroep zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMO indicator knippert ongeveer 5 seconden
lang.
4 Druk op de toets voor het voorkeuzenummer
(1 t/m 8) dat u wilt opslaan terwijl de MEMO
indicator nog knippert.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om andere
zenders op te slaan.
Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
2
3
4
MHz
ST
A/B/C/D/E
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MEMO
Knippert
Opmerkingen
23456781
MHz
AUTO
ST
Laat zien dat de getoonde zender
is opgeslagen als A1.
14
AFSTEMMEN
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om de
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) op
het display op het voorpaneel.
De zendergroep zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
2 Druk op een cijfertoets om het
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
Het voorkeuzenummer verschijnt op het display,
samen met de radioband en de frequentie.
In sommige gevallen is het niet mogelijk een voorkeuzezender te
selecteren waarop automatisch afgestemd kon worden. Dit kan te
wijten zijn aan een te grote hoeveelheid PI (Programma
Identificatie) gegevens die via deze zender ontvangen worden.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender
“A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1”.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
2 Druk op EDIT.
De “E1” en EDIT indicators zullen gaan knipperen
op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en de voorkeuzetoetsen.
De “A5” en EDIT indicators zullen gaan knipperen
op het display op het voorpaneel.
Selecteren van voorkeuzezenders
Opmerking
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
1
2
A/B/C/D/E
23456781
MHz
AUTO
AUTO
ST
Omwisselen van voorkeuzezenders
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
3
3
2,4
EDIT
MHz
ST
EDIT
MHz
ST
EDIT
15
Nederlands
AFSTEMMEN
VERRICHTINGEN
4 Druk nog eens op EDIT.
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
Radio Data Systeem is een systeem voor
gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot
aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem
functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio
Data Systeem gegevens, zoals PI (Programma
Identificatie), PS (Programma Service naam),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd),
EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio
Data Systeem zenders.
PS (Programma Service naam) functie
Geeft de naam van de huidige zender aan. Als de zender
geen PS gegevens verzorgt, kan deze functie niet worden
geselecteerd.
PTY (Programmatype) functie
Laat zien wat voor soort programma er wordt uitgezonden
op de zender waarop u heeft afgestemd. Als de zender
geen PTY gegevens verzorgt, kan deze functie niet worden
geselecteerd.
(Om te zoeken naar een zender die een programma van het
type waarnaar u wilt luisteren aan het uitzenden is,
verwijzen we u naar “De PTY SEEK functie” op
bladzijde 17.)
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen
15 soorten programma’s.
EDIT
EDIT
Laat zien dat het omwisselen van
de zenders klaar is.
Ontvangen van Radio Data
Systeem zenders
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Theater
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Pop
ROCK M Rock
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
16
AFSTEMMEN
RT (Radio Tekst) functie
Toont informatie over het programma (de titel van het
muziekstuk, naam van de artiest enz.) op de Radio Data
Systeem zender waar u op afgestemd heeft tot maximaal
64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het
display. Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT
gegevens, zullen deze worden aangegeven met een
streepje ( _ ). Als de zender geen RT gegevens verzorgt,
kan deze functie niet worden geselecteerd.
CT (Klok Tijd) functie
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut
bijgewerkt.
In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT”
verschijnen. Als de zender geen CT gegevens verzorgt,
kan deze functie niet worden geselecteerd.
EON (Enhanced Other Networks;
Verbeterde service andere netwerken)
Zie “De EON functie” op bladzijde 18.
Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem
gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of
CT indicators die corresponderen met de Radio Data
Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT om de diverse
Radio Data Systeem gegevens te bekijken die
worden verzorgd door de huidige zender.
Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante
Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender.
U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren
die niet worden verzorgd door de zender in kwestie.
Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel
naar behoren functioneren.
Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal
geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in
een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel
hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het
mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens
verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data
Systeem functie.
Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie
Opmerkingen
FREQ/TEXT
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
17
Nederlands
AFSTEMMEN
VERRICHTINGEN
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is. Op dit moment zijn er 15 programmaclassificaties
beschikbaar (zie bladzijde 15).
1 Druk op PTY SEEK MODE om dit toestel in de
PTY SEEK functie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display op het voorpaneel.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
2 Druk op TUNING l / h om het gewenste
programmatype te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
3 Druk op PTY SEEK START om te zoeken
onder alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender
gezocht wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken
te annuleren.
Druk nog eens op PTY SEEK MODE om deze
functie te annuleren.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
Als er geen zender gevonden kan worden met het
automatisch voorprogrammeren, zal “NOTHING”
3 seconden lang op het display getoond worden en
zal het zoeken worden gestopt.
De PTY SEEK functie
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
2
3
1
MODE
PTY SEEK
START
NEWS
Knippert
TUNING
hl
MODE
PTY SEEK
START
PTY HOLD
Licht op
18
AFSTEMMEN
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden door het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de
uitzending van het gewenste soort programma begint.
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1 Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te
stemmen op een andere Radio Data Systeem zender
waarbij de EON indicator wel gaat branden.
2 Druk herhaaldelijk op EON om het gewenste
programmatype te kiezen (NEWS, INFO,
AFFAIRS of SPORT).
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display op het voorpaneel staat om deze
functie te annuleren.
Zodra een voorgeprogrammeerd Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator gaat knipperen
ten teken hiervan.)
Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
De EON functie
Opmerking
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
START
FM/MW/LW EDIT
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
TUNING MODE
TUNING
hl
POWER
A/B/C/D/E
23456781
AUTO/MA N'L
2
EON
NEWS
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
19
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Tuner
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
FM
Er klinkt soms gekraak
(vooral wanneer het
signaal zwak is).
Storing van motoren, thermostaten of
andere elektrische apparatuur.
Zet de FM antenne zo hoog mogelijk en zo
ver mogelijk uit de buurt van wegen en
digitale of andere hoog-frequente apparatuur.
Gebruik een coaxkabel.
Neem ruisonderdrukkende maatregelen op de
apparatuur die de storing veroorzaakt.
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
6
Schakel handmatig afstemmen in met de
TUNING MODE toets.
Stem met de hand af.
11
De ST indicator
knippert en de
ontvangst is slecht en
met veel storing.
Het van de antenne ontvangen signaal
is te zwak.
Gebruik een antenne die geschikt is voor de
ontvangstomstandigheden in uw gebied.
Er is niet goed afgestemd op de zender. Stem goed af op de zender in kwestie.
11
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er is geen stereo-effect
alhoewel er is
afgestemd op een
stereo-uitzending.
Handmatig afstemmen is ingeschakeld
met de TUNING MODE toets.
Druk net zo vaak op TUNING MODE tot
“AUTO” oplicht op het display op het
voorpaneel.
11
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Gebruik een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
7
Stem met de hand af.
11
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
De stekker is langer dan een week uit
het stopcontact geweest, of de
stroomvoorziening van dit toestel is
langer dan een week onderbroken
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
12
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
7
Stem met de hand af.
11
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke en
digitale of hoog-frequente apparatuur
vandaan.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er is storing van een andere zender.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
20
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Algemeen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het toestel gaat niet
aan wanneer er op
POWER wordt
gedrukt.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de
stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer
gewoon te gebruiken.
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de audiostekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer
30 seconden weer terug.
TECHNISCHE GEGEVENS
21
Nederlands
AANVULLENDE
INFORMATIE
AUDIO GEDEELTE
Uitgangsniveau/impedantie (vast)
FM (100% mod., 1 kHz)
[Modellen voor het V.K. en Europa] (40 kHz dev.)
........................................................................... 500 mV/2,2 k
[Overige modellen] .............................................. 900 mV/2,2 k
AM (30% mod., 1 kHz)
[Modellen voor het V.K. en Europa] .................... 200 mV/2,2 k
[Overige modellen] .............................................. 150 mV/2,2 k
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF) (100% mod., 1 kHz)
[Alleen modellen voor de V.S., Canada, China, Australië,
Azië en algemene modellen]
Mono ............................................................... 1,55 µV (15,1 dBf)
Stereo ................................................................. 21 µV (37,7 dBf)
Bruikbare gevoeligheid (DIN)
[Alleen modellen voor het V.K. en Europa]
Mono (S/R 26 dB) .............................................................. 0,9 µV
Stereo (S/R 46 dB) ............................................................... 24 µV
Beeldresponsverhouding
[Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en
algemene modellen] .......................................................... 40 dB
[Overige modellen] .............................................................. 80 dB
IF responsverhouding ............................................................. 70 dB
Kruismodulatieverhouding
[Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en
algemene modellen] .......................................................... 60 dB
[Overige modellen] .............................................................. 70 dB
Wisselkanaalselectiviteit
[Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en
algemene modellen]................................................................. 85 dB
Selectiviteit (twee signalen, 40 kHz dev., ±300 kHz)
[Alleen modellen voor het V.K., Europa, Australië en Azië]
.............................................................................................. 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
[Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en
algemene modellen]
Mono .................................................................................... 82 dB
Stereo ................................................................................... 76 dB
[Alleen modellen voor het V.K., Europa, Australië en Azië]
(DIN, gewogen)
Mono (40 kHz dev.) ............................................................. 75 dB
Stereo (40 kHz dev.) ............................................................ 70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
[Modellen voor het V.K. en Europa]
Mono/Stereo (40 kHz dev.) .......................................... 0,1%/0,2%
[Overige modellen]
Mono/Stereo ................................................................ 0,1%/0,2%
Stereoscheiding (1 kHz)
[Modellen voor het V.K. en Europa] (40 kHz dev.) ................ 50 dB
[Overige modellen] ................................................................. 50 dB
Frequentieresponse (30 Hz t/m 13 kHz) ........................... 0 ±0,5 dB
AM (MW) GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S., Canada en algemene modellen]
........................................................................ 530 t/m 1710 kHz
[Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid .................................................... 200 µV/m
Selectiviteit .............................................................................. 32 dB
Signaal-ruis verhouding .......................................................... 50 dB
Beeldresponsverhouding ......................................................... 40 dB
Kruismodulatieverhouding ...................................................... 50 dB
Harmonische vervorming ......................................................... 0,3%
AM (LW) GEDEELTE
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Afstembereik ......................................................... 153 t/m 288 kHz
Bruikbare gevoeligheid .................................................... 400 µV/m
Selectiviteit .............................................................................. 32 dB
Signaal-ruis verhouding .......................................................... 50 dB
Beeldresponsverhouding ......................................................... 40 dB
Kruismodulatieverhouding ...................................................... 50 dB
Harmonische vervorming ......................................................... 0,3%
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] ... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
............................. 110120/220240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik ......................................................................... 7 W
Afmetingen (b x h x d) ...................................... 435 x 86 x 271 mm
Gewicht .................................................................................. 3,2 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
TECHNISCHE GEGEVENS

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 10 cm ruimte aan de bovenkant en 10 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade bij blikseminslag te voorkomen, dient u bij onweer de stekker uit het stopcontact te halen en eventuele buitenantennes los te koppelen van het toestel. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van het stopcontact op zo’n manier dat u gemakkelijk bij de stekker kunt. 17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op POWER te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: Modellen voor Azië en algemene modellen ........................... 110–120/220–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met POWER. INHOUDSOPGAVE INLEIDING INLEIDING KENMERKEN ....................................................... 2 MEEGELEVERDE ACCESSOIRES................... 2 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 3 Voorpaneel................................................................. 3 Display voorpaneel .................................................... 4 Achterpaneel .............................................................. 5 OPSTELLING OPSTELLING AANSLUITINGEN ................................................ 6 Aansluiten van de AM en FM antennes .................... 6 Aansluiten van een versterker.................................... 9 Op afstand bedienen van dit toestel ........................... 9 Aansluiten van het netsnoer..................................... 10 Inschakelen van de stroom....................................... 10 VERRICHTINGEN VERRICHTINGEN AFSTEMMEN ...................................................... 11 AANVULLENDE INFORMATIE Automatisch en handmatig afstemmen.................... 11 Zenders voorprogrammeren..................................... 12 Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 14 Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 14 Ontvangen van Radio Data Systeem zenders .......... 15 Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie ................................................... 16 De PTY SEEK functie ............................................. 17 De EON functie ....................................................... 18 AANVULLENDE INFORMATIE OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...................... 19 TECHNISCHE GEGEVENS .............................. 21 Nederlands 1 KENMERKEN KENMERKEN ◆ 40 Willekeurig toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Multifunctioneel zendergeheugen ◆ Direct PLL Synthesizer afstemming ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) ◆ Multifunctionele Radio Data Systeem ontvangst (alleen modellen voor het V.K. en Europa) • y geeft een bedieningstip aan. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. MEEGELEVERDE ACCESSOIRES Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. 2 FM binnenantenne Audio penstekkerkabel Antenne-adapter (alleen bij modellen voor de V.S. en Canada) 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen bij modellen voor het V.K.) AM ringantenne BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES INLEIDING Voorpaneel (Modellen voor het V.K. en Europa) 1 2 FREQ/TEXT 3 4 5 EON PTY SEEK MODE START FM/MW/LW FM/AM EDIT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 6 7 TUNING A/B/C/D/E 1 POWER FREQ/TEXT 2 3 4 5 6 7 8 l h EON PTY SEEK MODE AB START CD 8 9 0 (Modellen voor het V.K. en Europa) 1 POWER Hiermee zet u het toestel aan of uit. 2 Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt de signalen van de met een YAMAHA versterker of receiver meegeleverde afstandsbediening. 3 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 4). 4 MEMORY (MAN’L/AUTO FM) Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan (zie bladzijde 13). Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie bladzijde 12). 5 FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor het V.K. en Europa) Druk op deze toets om heen en weer te schakelen tussen de FM en AM (FM, MW en LW voor modellen voor het V.K. en Europa) radiobanden. 6 EDIT Omwisselen van voorkeuzenummers (zie bladzijde 14). 8 A/B/C/D/E Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) selecteren. 0 l TUNING h Hiermee kunt u afstemmen op een frequentie. – Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. – Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. ■ Alleen modellen voor het V.K. en Europa De toetsen voor het Radio Data Systeem, van A t/m D, zijn alleen van toepassing op modellen voor Europa en het Verenigd Koninkrijk. A FREQ/TEXT Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data System zender ontvangt om te schakelen tussen de PS functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender deze Radio Data System gegevens verzorgt) en/of het frequentiedisplay (zie bladzijde 16). B PTY SEEK MODE Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie te zetten (zie bladzijde 17). C PTY SEEK START Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte zender te laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 17). D EON Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 18). 3 Nederlands 7 TUNING MODE (AUTO/MAN’L) Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit). 9 Voorkeuzetoetsen Hiermee kunt u een voorkeuzenummer (1 t/m 8) selecteren. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 2 4 56 3 AUTO ST kHz MHz MEMO 7 PS PTY RT CT EON NEWS INFO AFFAIRS SPORT 8 1 Voorkeuzezender indicator Toont de groep (A t/m E) en het nummer (1 t/m 8) van de geselecteerde voorkeuzezender. 2 Frequentiedisplay Toont de band en de frequentie of andere informatie over de zender waarop is afgestemd. 3 AUTO indicator Licht op ten teken dat er automatisch kan worden afgestemd. 4 ST (stereo) indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt. 5 Signaal-niveaumeter Geeft aan hoe sterk het signaal van de huidige zender is. Wanneer er zg. multi-pad interferentie wordt gedetecteerd, zal deze aanduiding lager worden. 6 EDIT indicator Knippert ten teken dat voorkeuzezenders kunnen worden omgewisseld. Licht op ten teken dat de voorkeuzezenders met succes zijn omgewisseld. 7 MEMO indicator Knippert ongeveer 5 seconden lang nadat er op MEMORY op het voorpaneel is gedrukt. Terwijl de MEMO indicator knippert, kunt u de getoonde zender in het geheugen opslaan met behulp van A/B/C/D/E en één van de voorkeuzetoetsen op het voorpaneel. 4 9 0 EDIT PTY HOLD A ■ Alleen modellen voor het V.K. en Europa De indicators met de nummers 8 t/m A zijn alleen van toepassing op modellen voor Europa en het Verenigd Koninkrijk. 8 Radio Data Systeem indicators De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment op is afgestemd zullen oplichten. De indicator links van de naam (rechthoekig) licht op wanneer de corresponderende Radio Data Systeem functie wordt geselecteerd. 9 EON indicator Licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. 0 Programmatype indicators Deze geven aan wat voor type radioprogramma u gekozen heeft (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT) wanneer dit toestel in de EON stand staat (zie bladzijde 18). A PTY HOLD indicator PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 2 3 4 INLEIDING 1 (Modellen voor de V.S.) FM ANT GND AM ANT FREQUENCY STEP LINE OUT VOLTAGE SELECTER 220V-240V 75Ω UNBAL R FM AM 100kHz 10kHz L 110V-120V 50kHz 9kHz 2 1 FM ANT aansluiting Zie bladzijde 6 voor meer informatie over deze aansluitingen. 2 AM ANT aansluiting Zie bladzijde 6 voor meer informatie over deze aansluitingen. 3 LINE OUT aansluitingen Zie bladzijde 9 voor meer informatie over deze aansluitingen. ■ Alleen modellen voor Azië en algemene modellen De FREQUENCY STEP schakelaar en de VOLTAGE SELECTOR zijn alleen van toepassing op modellen voor Azië en algemene modellen. FREQUENCY STEP schakelaar Zie bladzijde 8 voor details. VOLTAGE SELECTOR Zie bladzijde 10 voor details. 4 Netsnoer Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact nadat u alle aansluitingen heeft verricht (zie bladzijde 10). Nederlands 5 AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN LET OP Sluit dit toestel of één van de andere componenten niet aan op het lichtnet voordat alle verbindingen gemaakt zijn. Aansluiten van de AM en FM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een AM als een FM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. FM binnenantenne (meegeleverd) FM buitenantenne AM buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter geïsoleerd draad en leid dit via een raam of zo naar buiten. Antenne-adapter (alleen geleverd bij modellen voor de V.S. en Canada) FM ANT GND AM ringantenne (meegeleverd) AM ANT 75Ω UNBAL 75 Ohm coaxiale kabel 300 Ohm platte antennekabel 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen geleverd bij modellen voor het V.K.) 75 Ohm coaxiale kabel 6 Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 Maak de AM ringantenne voor gebruik gereed. ■ Aansluiten van de FM binnenantenne Steek het rechthoekige uiteinde van de FM binnenantenne in de FM ANT aansluiting. FM ANT GND AM ANT 75Ω UNBAL FM binnenantenne 2 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM antennedraden in de AM ANT en GND aansluitingen kunt steken en klik het lipje terug op zijn plaats om de draad vast te zetten. 2 3 3 1 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. • Als u een FM buitenantenne aansluit, mag de FM binnenantenne niet meer zijn aangesloten op het toestel. OPSTELLING Opmerkingen ■ Aansluiten van de FM buitenantenne Als dit toestel is opgesteld in een stalen gebouw, of op grote afstand van de zender, kan het noodzakelijk zijn een lange draad als buitenantenne te gebruiken. Gebruik een 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen geleverd bij modellen voor het V.K.) of een antenneadapter (alleen geleverd bij modellen voor de V.S. en Canada) voor de vereiste aansluitingen. Antenne-adapter (alleen geleverd bij modellen voor de V.S. en Canada) FM ANT GND AM ANT 75Ω UNBAL 75 Ohm coaxiale kabel 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen geleverd bij modellen voor het V.K.) Opmerkingen 300 Ohm platte antennekabel 75 Ohm coaxiale kabel Nederlands • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Wij bevelen u aan een 5 tot 10 meter lange geïsoleerde draad aan te sluiten op de AM ANT aansluiting en deze via een raam of zo naar buiten te leiden. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar meer gedetailleerde informatie omtrent buitenantennes. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. 7 AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van een coaxiale kabel op de 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen geleverd bij modellen voor het V.K.) 1 Maak de meegeleverde 75 Ohm/300 Ohm antenneadapter open. 2 Strip de buitenmantel van de 75 Ohm coaxiale kabel en maak deze klaar voor het aansluiten. 3 4 5 11 8 6 Knip de verbindingsdraad door en verwijder deze. Eenheid: mm ■ Opmerkingen over de 75 Ohm coaxiale en de 300 Ohm platte kabels Raadpleeg uw dealer of erkende service-centrum over de beste methode voor het kiezen en installeren van een FM buitenantenne. De keuze van de kabel is ook belangrijk. Platte kabels met twee gescheiden kernen bieden goede elektrische prestaties, zijn vaak wat goedkoper en zijn ook wat gemakkelijker door ramen en langs wanden te leiden. Coaxkabel is duurder, geeft een betere bescherming tegen storing, is beter bestand tegen weersinvloeden en de invloed van metalen objecten in de buurt en is een vrijwel even goede geleider als de platte kabel, vooral in het geval van coaxkabel met schuimkern. Coaxkabel is wel wat lastiger bij de installatie, vooral op het punt waar de kabel het gebouw binnenkomt. Als u coaxkabel wilt gebruiken moet u controleren of de gebruikte antenne daarvoor geschikt is. Verbindingsdraad 75 Ohm coaxiale kabel Steek de binnendraad van Klem de kabel in de sleuf en klem de kabel vast met Steek de draad in de sleuf een tang. Klik de behuizing weer dicht. 300 Ohm platte antennekabel Klem Opmerkingen • Om storing door bijvoorbeeld de ontsteking van verbrandingsmotoren te minimaliseren, dient u de antenne zo ver mogelijk bij druk verkeer vandaan te plaatsen. • Houd de antennekabel, plat of coaxiaal, zo kort mogelijk. Is de kabel te lang, rol het overtollige stuk dan niet op. • De antenne dient minstens 2 meter uit de buurt van gewapend betonnen muren of metalen constructies geplaatst te worden. ■ FREQUENCY STEP schakelaar (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) Omdat de ruimte tussen zendfrequenties verschilt per gebied, dient u de FREQUENCY STEP schakelaar op het achterpaneel van dit toestel op de juiste instelling voor uw gebied te zetten. • Noord, Midden en Zuid Amerika: 100 kHz/10 kHz • Overige gebieden: 50 kHz/9 kHz Voor u deze schakelaar verzet moet u de stekker van dit toestel uit het stopcontact halen. FREQUENCY STEP FM AM 8 100kHz 10kHz 50kHz 9kHz AANSLUITINGEN Aansluiten van een versterker LET OP Opmerking Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. U moet de linker (“L”) en rechter (“R”) LINE OUT aansluitingen verbinden met de corresponderende ingangsaansluitingen (links en rechts) van de versterker. Dit toestel (modellen voor de V.S.) FM ANT GND AM ANT FREQUENCY STEP LINE OUT VOLTAGE SELECTER OPSTELLING 220V-240V 75Ω UNBAL R FM AM 100kHz 10kHz L 110V-120V 50kHz 9kHz 2 Naar het stopcontact R L Audio penstekkerkabel (meegeleverd) R L Versterker POWER CD/DVD PHONO TUNER MD TAPE AUX STANDBY STANDBY POWER AUX MD TAPE CD/DVD TUNER PHONO PURE DIRECT CD/DVD DIRECT AMP ON OFF + u VOLUME TUNER VOLUME PRESET – d INPUT PHONES SPEAKERS A TREBLE BASS 1 B STANDBY /ON 1 1 2 2 4 4 3 ON OFF 3 – 5 5 + BALANCE 1 1 2 2 4 4 3 2 3 – 5 5 + LOUDNESS 1 1 3 4 L 5 4 5 R FLAT –30dB 10 2 2 3 9 3 A/B/C/D/E REC OUT TAPE MD CD/DVD TUNER PHONO A/B AUX w 4 5 6 7 e DIR A b DISPLAY f DIR B s a REC DISC CD TAPE p Op afstand bedienen van dit toestel Dit toestel heeft een sensor voor een afstandsbediening. Deze ontvangt de signalen van de met een YAMAHA versterker of receiver meegeleverde afstandsbediening. FREQ/TEXT EON PTY SEEK MODE START FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L TUNING A/B/C/D/E 1 POWER 2 3 4 5 6 7 8 l h Opmerkingen • Zorg ervoor dat er zich geen te grote obstakels bevinden tussen de afstandsbediening en dit toestel. • Als de sensor voor de afstandsbediening direct verlicht wordt door een sterke lichtbron (vooral TL lampen e.d.), is het mogelijk dat dit toestel niet of niet goed reageert op de afstandsbediening. Zet in een dergelijk geval dit toestel anders neer zodat het niet meer direct in het licht staat. Ongeveer 6 m 30 30 Nederlands 9 AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. ■ Geheugen back-up De geheugen back-up voorkomt dat opgeslagen gegevens verloren gaan. De opgeslagen gegevens zullen echter verloren gaan wanneer dit toestel meer dan één week uitgeschakeld is geweest, ook wanneer de stekker in het stopcontact zat. ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel moet worden ingesteld op de bij u ter plaatse gangbare netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact doet. Mogelijke voltages zijn: 110-120/220-240 V, 50/60 Hz wisselstroom. VOLTAGE SELECTOR 220V-240V 110V-120V (Alleen modellen voor Azië en algemene modellen) 10 Inschakelen van de stroom Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. POWER FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE TUNING A/B/C/D/E POWER 1 2 3 4 5 6 7 8 l h Druk op POWER om dit toestel aan te zetten. POWER AFSTEMMEN AFSTEMMEN Automatisch en handmatig afstemmen U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender: automatisch of met de hand. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. ■ Handmatig afstemmen Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. 2 1 ■ Automatisch afstemmen 2 1 FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE TUNING A/B/C/D/E 1 POWER FREQ/TEXT EON PTY SEEK MODE START FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L 3 4 5 6 7 8 l h TUNING A/B/C/D/E 1 POWER 2 2 3 4 5 6 7 8 l h 3 1 1 Druk op FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor het V.K. en Europa) om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” (“FM”, “MW” of “LW” voor modellen voor het V.K. en Europa) zal op het display op het voorpaneel verschijnen. Druk op FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor het V.K. en Europa) om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” (“FM”, “MW” of “LW” voor modellen voor het V.K. en Europa) zal op het display op het voorpaneel verschijnen. VERRICHTINGEN 3 FM/AM of FM/AM of 2 2 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE AUTO AUTO/MAN'L TUNING MODE Verdwijnt AUTO AUTO/MAN'L Licht op 3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Druk één keer op TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere frequentie. 3 Druk op TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. TUNING l h TUNING l h Opmerkingen • Als u afstemt op een FM zender, zal deze automatisch in mono worden ontvangen om de geluidskwaliteit te verbeteren. • Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie voor die zender worden getoond op het display. Als er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender met de PS functie, zal de naam van de zender worden getoond in plaats van de frequentie. Zie bladzijde 15 voor details. 11 Nederlands Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. Om af te stemmen op een andere zender dient u nog eens op TUNING l / h te drukken. AFSTEMMEN Opmerkingen Zenders voorprogrammeren ■ Automatisch voorprogrammeren van FM zenders Met de automatische voorprogrammering kunt u FM zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 21 FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE TUNING A/B/C/D/E 1 POWER 1 2 3 4 5 6 7 8 l h Druk op FM/AM (FM/MW/LW voor modellen voor het V.K. en Europa) en selecteer de FM band. “FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM 2 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste 3 seconden ingedrukt. De voorkeuzegroep en de MEMO en AUTO indicators gaan knipperen. Het automatisch voorprogrammeren zal beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. MEMORY MAN'L/AUTO FM AUTO ST MHz MEMO Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. 12 • Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden worden. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen bij mono-ontvangst en kunt u de zender opslaan via de procedure onder “Zenders handmatig voorprogrammeren”. • Als er geen zender gevonden kan worden met het automatisch voorprogrammeren, zal “NOTHING” 3 seconden lang op het display getoond worden en zal het zoeken worden gestopt. AFSTEMMEN ■ Zenders handmatig voorprogrammeren U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders x 5 groepen) voorprogrammeren. 4 Druk op de toets voor het voorkeuzenummer (1 t/m 8) dat u wilt opslaan terwijl de MEMO indicator nog knippert. 3 1 FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 l h AUTO 2 1 4 ST MHz Stem af op een zender. Zie bladzijde 11 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. ST Wanneer er is afgestemd op een zender zal de bijbehorende frequentie op het display getoond worden. Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als A1. 5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om andere zenders op te slaan. Opmerkingen • Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. VERRICHTINGEN MHz 2 8 TUNING A/B/C/D/E POWER 2 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om de voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) op het display op het voorpaneel. De zendergroep zal verschijnen op het display op het voorpaneel. A/B/C/D/E 3 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM). De MEMO indicator knippert ongeveer 5 seconden lang. MEMORY MAN'L/AUTO FM MEMO Knippert Nederlands 13 AFSTEMMEN Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender “A5”. 2,4 TUNING A/B/C/D/E 1 POWER 2 3 4 5 6 7 8 l h FREQ/TEXT 1 2 FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L TUNING A/B/C/D/E 1 POWER 1 EON START PTY SEEK MODE Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om de voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) op het display op het voorpaneel. De zendergroep zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 3 2 3 4 5 6 7 8 l h 3 1 Selecteer voorkeuzezender “E1”. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”. 2 Druk op EDIT. De “E1” en EDIT indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. A/B/C/D/E EDIT 2 Druk op een cijfertoets om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. Het voorkeuzenummer verschijnt op het display, samen met de radioband en de frequentie. 1 2 3 4 5 6 7 8 ST MHz AUTO ST MHz 3 EDIT Selecteer voorkeuzezender “A5” met A/B/C/D/E en de voorkeuzetoetsen. De “A5” en EDIT indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Opmerking In sommige gevallen is het niet mogelijk een voorkeuzezender te selecteren waarop automatisch afgestemd kon worden. Dit kan te wijten zijn aan een te grote hoeveelheid PI (Programma Identificatie) gegevens die via deze zender ontvangen worden. 14 ST MHz EDIT AFSTEMMEN 4 Druk nog eens op EDIT. De zenders onder de twee voorkeuzenummers worden nu omgewisseld. EDIT EDIT Ontvangen van Radio Data Systeem zenders Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PI (Programma Identificatie), PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. ■ PS (Programma Service naam) functie Laat zien dat het omwisselen van de zenders klaar is. Geeft de naam van de huidige zender aan. Als de zender geen PS gegevens verzorgt, kan deze functie niet worden geselecteerd. Laat zien wat voor soort programma er wordt uitgezonden op de zender waarop u heeft afgestemd. Als de zender geen PTY gegevens verzorgt, kan deze functie niet worden geselecteerd. (Om te zoeken naar een zender die een programma van het type waarnaar u wilt luisteren aan het uitzenden is, verwijzen we u naar “De PTY SEEK functie” op bladzijde 17.) Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15 soorten programma’s. Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Pop ROCK M Rock M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek Nederlands NEWS VERRICHTINGEN ■ PTY (Programmatype) functie 15 AFSTEMMEN ■ RT (Radio Tekst) functie Toont informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het display. Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een streepje ( _ ). Als de zender geen RT gegevens verzorgt, kan deze functie niet worden geselecteerd. ■ CT (Klok Tijd) functie De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt. In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen. Als de zender geen CT gegevens verzorgt, kan deze functie niet worden geselecteerd. Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT om de diverse Radio Data Systeem gegevens te bekijken die worden verzorgd door de huidige zender. FREQ/TEXT PS ■ EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) PTY Zie “De EON functie” op bladzijde 18. RT CT Frequentiedisplay Opmerkingen • Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender. • U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren die niet worden verzorgd door de zender in kwestie. • Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel naar behoren functioneren. • Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie. • Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op het display op het voorpaneel verschijnt. 16 AFSTEMMEN De PTY SEEK functie 3 U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een zender die een programma van dat type aan het uitzenden is. Op dit moment zijn er 15 programmaclassificaties beschikbaar (zie bladzijde 15). 1 3 FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE PTY SEEK TUNING A/B/C/D/E 1 POWER Druk op PTY SEEK START om te zoeken onder alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht wordt. Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken te annuleren. Druk nog eens op PTY SEEK MODE om deze functie te annuleren. 2 3 4 5 6 7 8 l h MODE START PTY HOLD Licht op 2 Druk op PTY SEEK MODE om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. Het type van het programma dat op dit moment wordt ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het display op het voorpaneel. Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog een keer op PTY SEEK MODE te drukken. VERRICHTINGEN 1 • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden is die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die het gewenste programmatype uitzendt. • Als er geen zender gevonden kan worden met het automatisch voorprogrammeren, zal “NOTHING” 3 seconden lang op het display getoond worden en zal het zoeken worden gestopt. PTY SEEK NEWS MODE START Knippert 2 Druk op TUNING l / h om het gewenste programmatype te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display op het voorpaneel. TUNING l h Nederlands 17 AFSTEMMEN De EON functie Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden uitgezonden door het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van het gewenste soort programma begint. 2 FREQ/TEXT EON FM/MW/LW EDIT MEMORY TUNING MODE START MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L PTY SEEK MODE TUNING A/B/C/D/E 1 POWER 2 3 4 5 6 7 8 l h Opmerking Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten. 1 Controleer of de EON indicator inderdaad verschijnt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te stemmen op een andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON indicator wel gaat branden. 2 Druk herhaaldelijk op EON om het gewenste programmatype te kiezen (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT). Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display op het voorpaneel. Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype meer op het display op het voorpaneel staat om deze functie te annuleren. EON NEWS • Zodra een voorgeprogrammeerd Radio Data Systeem zender begint met de uitzending van een programma van het gewenste type, zal het toestel automatisch van het huidige programma daarnaar overschakelen. (De EON indicator gaat knipperen ten teken hiervan.) • Wanneer de uitzending van het programma van het geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een ander programma op dezelfde zender). 18 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Tuner Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Er klinkt soms gekraak (vooral wanneer het signaal zwak is). Storing van motoren, thermostaten of andere elektrische apparatuur. Zet de FM antenne zo hoog mogelijk en zo ver mogelijk uit de buurt van wegen en digitale of andere hoog-frequente apparatuur. Gebruik een coaxkabel. Neem ruisonderdrukkende maatregelen op de apparatuur die de storing veroorzaakt. — Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 6 Schakel handmatig afstemmen in met de TUNING MODE toets. Stem met de hand af. 11 De ST indicator knippert en de ontvangst is slecht en met veel storing. Het van de antenne ontvangen signaal is te zwak. Gebruik een antenne die geschikt is voor de ontvangstomstandigheden in uw gebied. — Er is niet goed afgestemd op de zender. Stem goed af op de zender in kwestie. 11 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. Er is geen stereo-effect alhoewel er is afgestemd op een stereo-uitzending. Handmatig afstemmen is ingeschakeld met de TUNING MODE toets. Druk net zo vaak op TUNING MODE tot “AUTO” oplicht op het display op het voorpaneel. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Gebruik een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 7 Stem met de hand af. 11 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. De stekker is langer dan een week uit het stopcontact geweest, of de stroomvoorziening van dit toestel is langer dan een week onderbroken geweest. Programmeer de zenders opnieuw. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. 7 Stem met de hand af. 11 Zet het toestel verder bij dergelijke en digitale of hoog-frequente apparatuur vandaan. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — Probleem FM AM 11 12 Nederlands U hoort gezoem en gefluit. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. AANVULLENDE INFORMATIE U hoort doorlopend gekraak en gesis. — Er is storing van een andere zender. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — 19 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Algemeen Probleem Oorzaak Oplossing Het toestel gaat niet aan wanneer er op POWER wordt gedrukt. Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. U hoort een zeker “gebrom”. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Steek de audiostekkers goed in de aansluitingen. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. 20 TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE AM (MW) GEDEELTE • Uitgangsniveau/impedantie (vast) FM (100% mod., 1 kHz) [Modellen voor het V.K. en Europa] (40 kHz dev.) ........................................................................... 500 mV/2,2 kΩ [Overige modellen] .............................................. 900 mV/2,2 kΩ AM (30% mod., 1 kHz) [Modellen voor het V.K. en Europa] .................... 200 mV/2,2 kΩ [Overige modellen] .............................................. 150 mV/2,2 kΩ • Afstembereik [Modellen voor de V.S., Canada en algemene modellen] ........................................................................ 530 t/m 1710 kHz [Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid .................................................... 200 µV/m • Selectiviteit .............................................................................. 32 dB • Signaal-ruis verhouding .......................................................... 50 dB • Beeldresponsverhouding ......................................................... 40 dB FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • Kruismodulatieverhouding ...................................................... 50 dB • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF) (100% mod., 1 kHz) [Alleen modellen voor de V.S., Canada, China, Australië, Azië en algemene modellen] Mono ............................................................... 1,55 µV (15,1 dBf) Stereo ................................................................. 21 µV (37,7 dBf) • Afstembereik ......................................................... 153 t/m 288 kHz • Bruikbare gevoeligheid (DIN) [Alleen modellen voor het V.K. en Europa] Mono (S/R 26 dB) .............................................................. 0,9 µV Stereo (S/R 46 dB) ............................................................... 24 µV • Beeldresponsverhouding ......................................................... 40 dB • IF responsverhouding ............................................................. 70 dB • Kruismodulatieverhouding [Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en algemene modellen] .......................................................... 60 dB [Overige modellen] .............................................................. 70 dB AM (LW) GEDEELTE (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) • Bruikbare gevoeligheid .................................................... 400 µV/m • Selectiviteit .............................................................................. 32 dB • Signaal-ruis verhouding .......................................................... 50 dB • Kruismodulatieverhouding ...................................................... 50 dB • Harmonische vervorming ......................................................... 0,3% ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] ... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] .......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië en algemene modellen] ............................. 110–120/220–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom • Wisselkanaalselectiviteit [Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en algemene modellen]................................................................. 85 dB • Stroomverbruik ......................................................................... 7 W • Selectiviteit (twee signalen, 40 kHz dev., ±300 kHz) [Alleen modellen voor het V.K., Europa, Australië en Azië] .............................................................................................. 70 dB • Gewicht .................................................................................. 3,2 kg • Signaal-ruis verhouding (IHF) [Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en algemene modellen] Mono .................................................................................... Stereo ................................................................................... [Alleen modellen voor het V.K., Europa, Australië en Azië] (DIN, gewogen) Mono (40 kHz dev.) ............................................................. Stereo (40 kHz dev.) ............................................................ * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. AANVULLENDE INFORMATIE • Beeldresponsverhouding [Alleen modellen voor de V.S., Canada, China en algemene modellen] .......................................................... 40 dB [Overige modellen] .............................................................. 80 dB • Harmonische vervorming ......................................................... 0,3% • Afmetingen (b x h x d) ...................................... 435 x 86 x 271 mm 82 dB 76 dB 75 dB 70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) [Modellen voor het V.K. en Europa] Mono/Stereo (40 kHz dev.) .......................................... 0,1%/0,2% [Overige modellen] Mono/Stereo ................................................................ 0,1%/0,2% Nederlands • Stereoscheiding (1 kHz) [Modellen voor het V.K. en Europa] (40 kHz dev.) ................ 50 dB [Overige modellen] ................................................................. 50 dB • Frequentieresponse (30 Hz t/m 13 kHz) ........................... 0 ±0,5 dB 21
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134

Yamaha TX-497 de handleiding

Categorie
Radio's
Type
de handleiding