Iee UE622TLD2 Handleiding

Type
Handleiding
UE 622TLD2
Gebruik‐
saanwijzing
Wasauto‐
maat
Notice d'utili‐
sation
Lave-linge
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 5
Bedieningspaneel 6
Programmaoverzicht 7
Verbruiksgegevens 9
Opties 10
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt 11
Dagelijks gebruik 11
Aanwijzingen en tips 14
Onderhoud en reiniging 15
Technische gegevens 17
Probleemoplossing 18
Montage 20
Productfiche 22
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Deze machine is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk
gebruik en ontworpen om machinewasbare stoffen te
wassen, spoelen en centrifugeren. U dient zich aan de
volgende instructies te houden. Wij wijzen iedere
aansprakelijkheid en garantie van de hand als u zich niet
aan deze aanbevelingen houdt, aangezien dit kan leiden tot
schade aan de apparatuur of tot lichamelijk letsel.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking
van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als de deur open is.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
2
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en
andere woonomgevingen.
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
Respecteer het maximale laadvermogen van 6 kg
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen
0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten
vloerbedekking.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de toekomst,
moeten ze opnieuw bevestigd worden
3
om de trommel te vergrendelen om
interne schade te voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager kan zijn dan
0°C of als het is blootgesteld aan het
weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Installeer het apparaat niet direct boven
de vloerafvoer.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de vloer
te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deksel niet helemaal open
kan.
Plaats geen bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt
mogen worden.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
Aansluiting aan de waterleiding
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of
er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat de
nieuwe buizen worden aangesloten,
het water laten stromen tot het schoon
en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met de
klantenservice voor de andere
afvoerslang en het verlengstuk.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, elektrische
schokken, brand, brandwonden
en schade aan het apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit
het wasgoed verwijdert.
Plaats geen bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het
4
apparaat. Neem contact op met het
geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt
mogen worden.
Niet gebruiken met een extern
afstandsbedieningsysteem of ander
apparaat dat automatisch wordt
ingeschakeld.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Apparaatoverzicht
3
1
4
5
2
1
Bedieningspaneel
2
Deksel
3
Handgreep deksel
4
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
5
Typeplaatje
5
BEDIENINGSPANEEL
Beschrijving bedieningspaneel
1
10 9 8 7 6 5
2 43
1
Programmaknop
2
Display
3
Toets Startuitstel
4
Indicatielampje dekselvergrendeling
5
Toets Start/Pauze
6
Toets Extra spoelen
7
Toets Extra kort
8
Toets Spoelstop
9
Toets kort centrifugeren
10
Temperatuurtoets
Display
A B
A
Het startuitstel.
Als u op de toets Startuitstel drukt,
toont het display de uitgestelde starttijd.
B
Dit gedeelte toont:
- Programmaduur
- Het programma is voltooid
- Uitgestelde start
- Alarmcodes (zie het hoofdstuk
'Probleemoplossing')
- Foutbericht. Verkeerde
optiekeuze: de display toont dit bericht
enkele seconden als:
U een functie instelt die niet van
toepassing is op het programma.
U het programma wijzigt als het in
werking is.
6
PROGRAMMAOVERZICHT
Programma
Temperatuurbereik
Maxima‐
le lading
Maxima‐
le centri‐
fugeer‐
snelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
90°C - Koud
6 kg
1200 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht ver‐
vuild.
90°C - Koud
6 kg
1200 tpm
Wit en bont katoen. Sterke en normale vervuiling.
1)
60°C - 40°C
6 kg
1200 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervui‐
ling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van
het wasprogramma neemt toe.
60°C - Koud
2,5 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale ver‐
vuiling.
40°C - Koud
2,5 kg
700 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde
stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Nor‐
male vervuiling.
40°C - Koud
1 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendi‐
ge wol en andere stoffen voorzien van het sym‐
bool «handwas».
2)
20°C
2,5 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, synthetische
en gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit
programma in om het energieverbruik te verminde‐
ren. Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor
lage temperaturen om goede wasresultaten
3)
.
2,5 kg
1200
tpm
4)
Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren.
Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen.
Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het
type wasgoed.
6 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle
stoffen.
6 kg
1200 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit
de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve
wol en zeer fijne stoffen.
60°C - Koud
1 kg
900 tpm
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen
moeten worden. Normaal en licht bevuild.
5)
7
Programma
Temperatuurbereik
Maxima‐
le lading
Maxima‐
le centri‐
fugeer‐
snelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
30°C
1 kg
900 tpm
Synthetische en delicate stoffen. Lichte vervui‐
ling of op te frissen kleding.
60°C - Koud
3 kg
1200 tpm
Jeans en kleding van tricot. Ook voor donkere
kleding.
30°C
1 kg
700 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en delicate
stoffen met lichte bevuiling of voor op te frissen
kledij.
1)
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn
deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenpro‐
gramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van nor‐
maal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor
het geselecteerde programma.
2)
Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet
draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3)
te krijgen. Het apparaat voert een korte verwarmingsfase uit als de watertemperatuur lager is dan 20°C. Het
apparaat toont de temperatuurinstelling als "Koud".
4)
De standaard centrifugeersnelheid is 700 tpm.
5)
Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifu‐
geerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
1)
8
Programma
1)
1)
Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk
om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen
lading: katoen: 3 kg, synthetische en delicate stoffen: 1,5 kg.
VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met
relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wij‐
zigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevingstempera‐
tuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toevoerwater
kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
Bij de start van het programma toont het display de duur van het pro‐
gramma voor de maximale beladingscapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en
deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trom‐
mel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maxi‐
male beladingscapaciteit 6 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur,
maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter
zijn dan 1 uur).
Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een
stip op het display.
9
Programma’s Bela‐
ding
(kg)
Energie‐
verbruik
(kWh)
Waterver‐
bruik (li‐
ter)
Geschatte
program‐
maduur
(minuten)
Resteren‐
de voch‐
tigheid
(%)
1)
60 °C
6 1,10 56 180 53
40 °C
6 0,65 54 150 53
40 °C
2,5 0,45 46 105 35
40 °C
2,5 0,55 46 90 35
30°C
2)
1 0,35 50 65 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60°C
katoen
6 0,80 47 246 53
Standaard 60°C
katoen
3 0,54 38 174 53
Standaard 40°C
katoen
3 0,49 39 175 53
1)
Aan het einde van de centrifugefase.
2)
Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus [W] Modus aan laten [W]
0,48 0,48
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010
van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
OPTIES
Température
Met deze optie kunt u de
standaardtemperatuur wijzigen.
Aanduiding = koud water
Het controlelampje van de ingestelde
temperatuur gaat branden.
Essorage
Met deze optie kunt u de
centrifugeersnelheid instellen. Zie voor de
maximale centrifugeersnelheden
"Programma's".
Het lampje van de ingestelde snelheid
gaat branden.
Zie om het water weg te
pompen "Aan het einde van het
programma".
Anti-froissage
Kies deze optie om kreuken te beperken:
Het wasprogramma eindigt met water
in de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreuken te beperken.
10
De deur blijft vergrendeld. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Om het water af te voeren zie
"Water afvoeren na het einde
van de cyclus".
Rapide
Met deze optie kunt u de programmaduur
inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met
lichte vervuiling of om wasgoed op te
frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Rinçage Plus
Met deze optie kunt u spoelingen
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Départ Différé
Met deze optie kunt u de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
20 uur.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden en het display toont de
uitgestelde startduur.
Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op
en gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel als
er een storing optreedt.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in op
de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Wasgoed in de machine doen
1. Open het deksel.
2. Druk op de toets A.
De trommel gaat automatisch open.
3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
4. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
5. Sluit de trommel en het deksel.
11
A
LET OP! Voordat u de deur
van de machine sluit, dient u
erop te letten dat de trommel
goed is gesloten.
Wasmiddel en toevoegingen
gebruiken
1. Meet het wasmiddel en wasverzachter
af.
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de compartimenten.
Wasmiddeldoseerbakjes
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegin‐
gen (textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot
boven het niveau
MAX.
Wanneer u een programma instelt met een
voorwas, doe dan het wasmiddel voor de
voorwasfase rechtstreeks in de trommel.
Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het apparaat aan te zetten en het
programma in te stellen:
Het lampje van de knop
knippert.
Het display geeft de
programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de
centrifugeersnelheid of voeg extra
opties toe. Als u een optie activeert,
gaat het indicatielampje van de
ingestelde optie branden.
Als u iets niet goed instelt,
toont het display de melding
.
Een programma starten zonder
een uitgestelde start
Druk op de knop .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start, het deksel
wordt vergrendeld, het lampje
brandt.
De tijd loopt terug in stappen van
een minuut.
Bij het begin van een
wascyclus kan de afvoerpomp
een tijdje werken.
Een programma starten met een
uitgestelde start
1. Druk nogmaals op de toets tot de
gewenste uitgestelde startduur
verschijnt. Het controlelampje
uitgestelde start gaat branden.
2. Druk op de knop :
Het deksel is vergrendeld en het
indicatielampje brandt.
De machine begint de tijd af te
tellen.
12
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het programma automatisch
gestart.
U kunt de instelling van de
optie annuleren of wijzigen
voordat u op de knop
drukt. Na het indrukken van de
toets kunt u de optie
alleen nog annuleren.
Om de optie te annuleren:
a. Druk op de knop om het
apparaat in te stellen op pauze.
Het indicatielampje van de knop
knippert.
b. Druk op de knop tot het display
toont.
Druk nogmaals op toets
om
het programma onmiddellijk te
starten.
De opties wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1. Druk op de knop . Het
indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk nogmaals op de toets
om
het programma voort te zetten.
Het deksel openen
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is het deksel van het apparaat
vergrendeld.
LET OP! Als de temperatuur
en het waterniveau in de
trommel te hoog zijn, kunt u het
deksel niet openen.
Open het deksel tijdens de eerste 10
minuten van de cyclus en wanneer het
startuitstel in werking is:
1. Druk op om het apparaat te
pauzeren.
2. Na enkele minuten kunt u het deksel
openen.
3. Sluit het deksel en druk opnieuw op de
knop . Het programma (of
startuitstel) gaat verder.
Open het deksel van het apparaat als
het programma in werking is:
1. Draai de programmaknop op om
het apparaat uit te schakelen.
2. Wacht een paar minuten met het
openen van het deksel.
3. Sluit het deksel en stel het programma
opnieuw in.
Een actief programma
annuleren
1. Druk de programmaknop naar om
het programma te annuleren en om
het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de programmatoets
om het apparaat in te schakelen. U
kunt nu een nieuw wasprogramma
kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in dit
geval voor dat het wasmiddel
nog in het doseerbakje zit, zo
niet vul het dan bij.
Aan het einde van het
programma.
Het apparaat stopt automatisch. Het
signaal weerklinkt (als het
geluidssignaal actief is).
Het indicatielampje van de knop
gaat uit en het display gaat aan.
Na een paar minuten dooft het
indicatielampje van de
deurvergrendeling .
U kunt het deksel openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
13
Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen. Trek de
stekker uit het stopcontact.
Laat het deksel iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er
staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
Het indicatielampje van de knop
knippert. Het deksel blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om het
deksel te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Stel het programma
of in. De
centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
2. Druk op de knop
. Het apparaat
voert het water af en centrifugeert.
3. Wanneer het programma is voltooid,
kunt u na enkele minuten het deksel
openen.
4. Draai de programmaknop op om
het apparaat uit te schakelen.
Standby
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige
modus geactiveerd, wanneer u het
apparaat niet uitschakelt. Hierdoor wordt
het energieverbruik beperkt wanneer het
apparaat in de standby-stand staat.
Druk op een van de knoppen om de
energiezuinige modus te deactiveren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Voor u het wasgoed in de
trommel doet
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan ook
apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen,
haakjes en drukknopen. Rol riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een
speciaal wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in de
machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
14
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten
weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40
°C max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur
voor wasprogramma's op lage
temperatuur (60 °C max.) voor alle
soorten weefsels, of speciaal voor
alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate
van vervuiling.
Als uw machine geen
wasmiddeldoseerbakje heeft met
klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol
(meegeleverd bij het wasmiddel).
Milieutips
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat normaal
vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de
maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
Gebruik indien nodig een
vlekkenverwijderaar als u een
programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen
brandspiritus, oplosmiddelen of
chemische producten.
Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk
en roestdeeltjes te voorkomen.
15
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het wassen
van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het
product.
Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is
het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer regelmatig
een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt
te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
Deksel
Controleer regelmatig de afdichting. Maak
schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak
van de afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het
product.
Het wasmiddeldoseerbakje
reinigen
1.
1
2
2.
3.
2
1
4.
16
Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
2.
3. 4.
90˚
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u
de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0°C voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade
die door lage temperaturen is
veroorzaakt.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diepte/
Totale diepte
400 mm/890 mm/600 mm/600 mm
17
Aansluiting op het elek‐
triciteitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendringen
van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het
beschermdeksel, behalve wanneer de laagspan‐
ningsapparatuur geen bescherming tegen vocht heeft
IPX4
Druk watertoevoer Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Watertoeover
1)
Koud water
Toelaatbare maximum
belading
Katoen 6 kg
Energiebesparingsklasse A++
Centrifugeersnelheid Maximum 1200 tpm
1)
Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Introductie
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
- Het apparaat pompt geen water
weg.
- De deksel van het apparaat of
de trommeldeuren zijn open of niet
goed gesloten. Controleer de deksel en
deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING! Schakel
het apparaat uit voordat u
controles uitvoert.
18
Mogelijke storingen
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
Zorg dat het deksel en de trommeldeuren goed gesloten zijn.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het ze‐
keringenkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of
wacht op het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar).
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐
selijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de
toevoerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan
zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Als het pro‐
bleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Service‐
dienst.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de
toevoerslang of het filter van de afvoerklep dat geknikt of ge‐
bogen kan zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met
de Servicedienst.
Het water niet wordt af‐
gepompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af‐
voerfilter. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De
slang kan te laag hangen.
Kies het aftapprogramma als u een programma zonder af‐
pompfase kiest.
Kies het afpompprogramma als u een programma kiest dat
eindigt met water in de trommel.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascy‐
clus duurt langer dan
normaal.
Kies het centrifugeerprogramma.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig in‐
dien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af‐
voerfilter. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de
centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn
door evenwichtsproblemen.
19
Probleem Mogelijke oplossing
Er is water op de vloer. Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen
goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang niet beschadigd is.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveel‐
heid gebruikt.
U kunt het deksel van
het apparaat niet ope‐
nen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Kies het afpomp- of centrifugeerprogramma als er water in de
trommel is.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Zie onder
'Installatie'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten
verwijderd zijn. Zie onder 'Installatie'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering
zijn.
De cyclus is korter dan
de weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was‐
goedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De cyclus is langer dan
de weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is
normaal gedrag van het apparaat.
De wasresultaten laten
te wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnek‐
kige vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie instel‐
len.
Zorg dat u alleen op de gewenste knop(pen) drukt.
Schakel na de controle de machine in. Het
programma wordt voortgezet vanaf het
punt van onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet:
neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont.
Schakel de machine uit en zet hem weer
aan. Als het probleem aanhoudt, moet u
de onderhoudsdienst contacteren.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
20
Bepaalde capaciteit (katoen) 6 kg
Energie-efficiëntieklasse A++
Berekend jaarlijks energieverbruik
2)
167 kWh/jaar
Energieverbruik van het standaard katoenprogramma bij 60°C
(volledige lading)
0,80 kWh
Energieverbruik van het standaard katoenprogramma bij 60°C
(gedeeltelijke lading)
0,54 kWh
Energieverbruik van het standaard katoenprogramma bij 40°C
(gedeeltelijke lading)
0,49 kWh
Stroomverbruik bij uit-modus 0,48 W
Stroomverbruik bij aan-modus 0,48 W
Berekend jaarlijks waterverbruik
2)
9490 liter/jaar
Efficiëntieklasse centrifugeren-drogen B
Maximale centrifugeersnelheid (standaard katoenprogramma
bij 60°C)
1200 tpm/min
Resterende vochtigheidsgraad (standaard katoenprogramma
bij 60°C van volledige lading)
53 %
Het «Standaard katoenprogramma bij 60°C» en het «Standaard katoenprogramma bij
40°C» zijn de standaard wasprogramma´s waar de informatie in het etiket en de fiche op
is gebaseerd. Deze programma´s zijn geschikt om normaal vervuild katoenen wasgoed
te wassen en ze zijn het meest efficiënt als het gaat om energie- en waterverbruik.
Programmaduur van het standaard katoenprogramma bij 60°C
(volledige lading)
246 min
Programmaduur van het standaard katoenprogramma bij 60°C
(gedeeltelijke lading)
174 min
Programmaduur van het standaard katoenprogramma bij 40°C
(gedeeltelijke lading)
175 min
Duur van de aan-modus 5 min
Door de lucht verspreide, akoestische geluiden tijdens de was‐
fase
57
dB(A) re
1pW
Door de lucht verspreide, akoestische geluiden tijden de cen‐
trifugeerfase
76
dB(A) re
1pW
1)
De gegevens die u in de tabel aantreft zijn in naleving van het voorschrift 1061/2010 van de Europese Com‐
missie.
2)
Energie- en waterverbruik gebaseerd op 220 standaard wascycli voor katoenprogramma´s bij 60°C en 40°C bij
volle en gedeeltelijke lading, en het verbruik van de modus voor laag vermogen. Het werkelijke energie- en wa‐
terverbruik hangt af van hoe het apparaat wordt gebruikt.
23
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
24

Documenttranscriptie

Gebruik‐ saanwijzing Notice d'utili‐ sation Wasauto‐ maat UE 622TLD2 Lave-linge 2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie 2 Veiligheidsvoorschriften 3 Beschrijving van het product 5 Bedieningspaneel 6 Programmaoverzicht 7 Verbruiksgegevens 9 Opties 10 Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt 11 Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Technische gegevens Probleemoplossing Montage Productfiche 11 14 15 17 18 20 22 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Deze machine is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik en ontworpen om machinewasbare stoffen te wassen, spoelen en centrifugeren. U dient zich aan de volgende instructies te houden. Wij wijzen iedere aansprakelijkheid en garantie van de hand als u zich niet aan deze aanbevelingen houdt, aangezien dit kan leiden tot schade aan de apparatuur of tot lichamelijk letsel. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 3 Algemene veiligheid • • • • • • • • • • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – boerderijen; personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – door gasten in hotels, motels, bed & breakfast en andere woonomgevingen. De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Respecteer het maximale laadvermogen van 6 kg (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema"). De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa). De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking. Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage • Verwijder de verpakking en de transportbouten. • Bewaar de transportbouten op een veilige plaats. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden 4 • • • • • • • • • • om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen. Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. Gebruik of installeer het apparaat niet als de temperatuur lager kan zijn dan 0°C of als het is blootgesteld aan het weer. Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is. Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. Installeer het apparaat niet direct boven de vloerafvoer. Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren. Plaats het apparaat niet op een plek waar de deksel niet helemaal open kan. Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. Aansluiting op het elektriciteitsnet • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden • • • • vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen. Aansluiting aan de waterleiding • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. • Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. • Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang. • U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert. • Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het 5 apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. • Niet gebruiken met een extern afstandsbedieningsysteem of ander apparaat dat automatisch wordt ingeschakeld. Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. • Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. • Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten. • Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Apparaatoverzicht 1 2 3 5 4 Bedieningspaneel Deksel Handgreep deksel Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat 5 Typeplaatje 1 2 3 4 6 BEDIENINGSPANEEL Beschrijving bedieningspaneel 1 2 10 1 Programmaknop 2 Display 3 Toets Startuitstel 4 Indicatielampje dekselvergrendeling 5 Toets Start/Pauze 6 Toets Extra spoelen 9 B 6 5 10 Temperatuurtoets • • • • • A Het startuitstel. Als u op de toets Startuitstel drukt, toont het display de uitgestelde starttijd. • B 7 4 7 Toets Extra kort 8 Toets Spoelstop 9 Toets kort centrifugeren Display A 8 3 Dit gedeelte toont: - Programmaduur - Het programma is voltooid - Uitgestelde start - Alarmcodes (zie het hoofdstuk 'Probleemoplossing') - Foutbericht. Verkeerde optiekeuze: de display toont dit bericht enkele seconden als: – U een functie instelt die niet van toepassing is op het programma. – U het programma wijzigt als het in werking is. 7 PROGRAMMAOVERZICHT Programma Temperatuurbereik Maxima‐ le lading Maxima‐ le centri‐ fugeer‐ snelheid Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) 90°C - Koud 6 kg 1200 tpm Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht ver‐ vuild. 6 kg 1200 tpm Wit en bont katoen. Sterke en normale vervuiling. 90°C - Koud 60°C - 40°C 6 kg 1200 tpm Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervui‐ ling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe. 60°C - Koud 2,5 kg 1200 tpm Synthetische of gemengde stoffen. Normale ver‐ vuiling. 2,5 kg 700 tpm Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Nor‐ male vervuiling. 40°C - Koud 1 kg 1200 tpm Machinewasbestendige wol, handwasbestendi‐ ge wol en andere stoffen voorzien van het sym‐ 20°C 2,5 kg 1200 tpm 1) 40°C - Koud bool «handwas».2) Speciaal programma voor katoenen, synthetische en gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma in om het energieverbruik te verminde‐ ren. Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om goede wasresultaten3). 2,5 kg 1200 tpm 4) 60°C - Koud Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het type wasgoed. 6 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle stoffen. 6 kg 1200 tpm Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer fijne stoffen. 1 kg 900 tpm Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten worden. Normaal en licht bevuild.5) 8 Programma Temperatuurbereik Maxima‐ le lading Maxima‐ le centri‐ fugeer‐ snelheid Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) 30°C 1 kg 900 tpm Synthetische en delicate stoffen. Lichte vervui‐ ling of op te frissen kleding. 60°C - Koud 3 kg 1200 tpm Jeans en kleding van tricot. Ook voor donkere kleding. 30°C 1 kg 700 tpm Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij. 1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenpro‐ gramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van nor‐ maal vervuild katoenen wasgoed. De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma. 2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma. 3) te krijgen. Het apparaat voert een korte verwarmingsfase uit als de watertemperatuur lager is dan 20°C. Het apparaat toont de temperatuurinstelling als "Koud". 4) De standaard centrifugeersnelheid is 700 tpm. 5) Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifu‐ geerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe. Toepasbaarheid programma-opties 1) Programma ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 9 1) Programma ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen lading: katoen: 3 kg, synthetische en delicate stoffen: 1,5 kg. VERBRUIKSGEGEVENS De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wij‐ zigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevingstempera‐ tuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden. Bij de start van het programma toont het display de duur van het pro‐ gramma voor de maximale beladingscapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trom‐ mel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maxi‐ male beladingscapaciteit 6 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur, maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter zijn dan 1 uur). Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een stip op het display. 10 Programma’s Bela‐ ding (kg) Energie‐ verbruik (kWh) Waterver‐ bruik (li‐ ter) Geschatte program‐ maduur (minuten) Resteren‐ de voch‐ tigheid (%)1) 6 1,10 56 180 53 6 0,65 54 150 53 40 °C 2,5 0,45 46 105 35 40 °C 2,5 0,55 46 90 35 1 0,35 50 65 30 60 °C 40 °C 30°C 2) Standaard katoenprogramma's Standaard 60°C katoen 6 0,80 47 246 53 Standaard 60°C katoen 3 0,54 38 174 53 Standaard 40°C katoen 3 0,49 39 175 53 1) Aan het einde van de centrifugefase. 2) Niet beschikbaar voor sommige modellen. Uit-modus [W] Modus aan laten [W] 0,48 0,48 De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG OPTIES Température Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur wijzigen. Aanduiding = koud water Het controlelampje van de ingestelde temperatuur gaat branden. Essorage Met deze optie kunt u de centrifugeersnelheid instellen. Zie voor de maximale centrifugeersnelheden "Programma's". Het lampje van de ingestelde snelheid gaat branden. Zie om het water weg te pompen "Aan het einde van het programma". Anti-froissage Kies deze optie om kreuken te beperken: • Het wasprogramma eindigt met water in de trommel. De trommel draait regelmatig om kreuken te beperken. 11 • De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Om het water af te voeren zie "Water afvoeren na het einde van de cyclus". Rapide Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten. Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte vervuiling of om wasgoed op te frissen. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. Rinçage Plus Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. Départ Différé Met deze optie kunt u de start van een programma uitstellen van 30 minuten tot 20 uur. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden en het display toont de uitgestelde startduur. Geluidssignalen De geluidssignalen weerklinken wanneer: • Het programma is voltooid. • Er een storing in het apparaat optreedt. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op en gedurende 6 seconden. Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Draai de waterkraan open. 3. Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase. 4. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Wasgoed in de machine doen 1. Open het deksel. 2. Druk op de toets A. De trommel gaat automatisch open. 3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de trommel. 4. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. 5. Sluit de trommel en het deksel. 12 Een programma instellen A LET OP! Voordat u de deur van de machine sluit, dient u erop te letten dat de trommel goed is gesloten. Wasmiddel en toevoegingen gebruiken 1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. 2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. Wasmiddeldoseerbakjes Wasmiddelbakje voor wasfase. Vakje voor vloeibare toevoegin‐ gen (textielversteviger, stijfsel). LET OP! Vul de bakjes nooit tot boven het niveau MAX. Wanneer u een programma instelt met een voorwas, doe dan het wasmiddel voor de voorwasfase rechtstreeks in de trommel. 1. Draai de programmaschakelaar om het apparaat aan te zetten en het programma in te stellen: • Het lampje van de knop knippert. • Het display geeft de programmaduur weer. 2. Indien nodig, wijzig de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden. Als u iets niet goed instelt, toont het display de melding . Een programma starten zonder een uitgestelde start Druk op de knop . • Het indicatielampje stopt met knipperen en blijft branden. • Het programma start, het deksel wordt vergrendeld, het lampje brandt. • De tijd loopt terug in stappen van een minuut. Bij het begin van een wascyclus kan de afvoerpomp een tijdje werken. Een programma starten met een uitgestelde start 1. Druk nogmaals op de toets tot de gewenste uitgestelde startduur verschijnt. Het controlelampje uitgestelde start gaat branden. : 2. Druk op de knop • Het deksel is vergrendeld en het indicatielampje brandt. • De machine begint de tijd af te tellen. 13 • Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het programma automatisch gestart. U kunt de instelling van de optie annuleren of wijzigen voordat u op de knop drukt. Na het indrukken van de toets kunt u de optie alleen nog annuleren. Om de optie te annuleren: a. Druk op de knop om het apparaat in te stellen op pauze. Het indicatielampje van de knop knippert. b. Druk op de knop toont. tot het display Druk nogmaals op toets om het programma onmiddellijk te starten. De opties wijzigen U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken. . Het 1. Druk op de knop indicatielampje knippert. 2. Wijzig de opties. 2. Na enkele minuten kunt u het deksel openen. 3. Sluit het deksel en druk opnieuw op de knop . Het programma (of startuitstel) gaat verder. Open het deksel van het apparaat als het programma in werking is: 1. Draai de programmaknop op om het apparaat uit te schakelen. 2. Wacht een paar minuten met het openen van het deksel. 3. Sluit het deksel en stel het programma opnieuw in. Een actief programma annuleren 1. Druk de programmaknop naar om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen. 2. Druk opnieuw op de programmatoets om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen. Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij. 3. Druk nogmaals op de toets om het programma voort te zetten. Aan het einde van het programma. Het deksel openen • Het apparaat stopt automatisch. Het signaal weerklinkt (als het geluidssignaal actief is). Als een programma of het startuitstel in werking is, is het deksel van het apparaat vergrendeld. LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, kunt u het deksel niet openen. Open het deksel tijdens de eerste 10 minuten van de cyclus en wanneer het startuitstel in werking is: 1. Druk op pauzeren. om het apparaat te • Het indicatielampje van de knop gaat uit en het display gaat aan. • Na een paar minuten dooft het indicatielampje van de deurvergrendeling . • U kunt het deksel openen. • Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. Draai de waterkraan dicht. 14 • Draai de programmaknop op om het apparaat uit te schakelen. Trek de stekker uit het stopcontact. • Laat het deksel iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel: • De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • Het indicatielampje van de knop knippert. Het deksel blijft vergrendeld. • U moet het water afvoeren om het deksel te kunnen openen. Om het water weg te pompen: 1. Stel het programma of in. De centrifugeersnelheid zo nodig verlagen. 2. Druk op de knop . Het apparaat voert het water af en centrifugeert. 3. Wanneer het programma is voltooid, kunt u na enkele minuten het deksel openen. om 4. Draai de programmaknop op het apparaat uit te schakelen. Standby Enkele minuten na het einde van het wasprogramma wordt de energiezuinige modus geactiveerd, wanneer u het apparaat niet uitschakelt. Hierdoor wordt het energieverbruik beperkt wanneer het apparaat in de standby-stand staat. Druk op een van de knoppen om de energiezuinige modus te deactiveren. AANWIJZINGEN EN TIPS Voor u het wasgoed in de trommel doet • Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. • Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. • Was witte en bonte artikelen niet samen. • Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen. • Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op. • Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open. • Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten. • Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal wasmiddel. • Zwaar bevuilde was met vlekken moet gewassen en voorbehandeld worden voordat het in de trommel wordt gedaan • Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop. • Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.). • Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten. Hardnekkige vlekken Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. 15 Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen • Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat: – waspoeder voor alle soorten weefsels, – waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol, – vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. • Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. • Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen. • Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten. • Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling. • Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel). • Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed. • Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt. • Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid". Waterhardheid Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied. Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. Milieutips • Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten. Buitenkant reinigen Ontkalken Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. 16 Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. Onderhoudswasbeurt Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk: 2. • Haal al het wasgoed uit de trommel. • Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel. 1 Deksel Controleer regelmatig de afdichting. Maak schoon indien nodig met een ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de afdichting te bekrassen. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 2 3. Het wasmiddeldoseerbakje reinigen 1 2 4. 1. 17 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen 1. 2. 1 2 3 3. 4. 90˚ Voorzorgsmaatregelen bij vorst Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen. 5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de waterkraan dicht. 3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen. 4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt. TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diepte/ Totale diepte 400 mm/890 mm/600 mm/600 mm 18 Aansluiting op het elek‐ triciteitsnet Spanning Totaal vermogen Zekering Frequentie 230 V 2200 W 10 A 50 Hz Niveau van bescherming tegen het binnendringen van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het beschermdeksel, behalve wanneer de laagspan‐ ningsapparatuur geen bescherming tegen vocht heeft IPX4 Druk watertoevoer 0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0.8 MPa) Minimum Maximum Koud water Watertoeover 1) Toelaatbare maximum belading Katoen 6 kg Energiebesparingsklasse Centrifugeersnelheid A++ Maximum 1200 tpm 1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Introductie Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst. Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode: • - Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. • - Het apparaat pompt geen water weg. • - De deksel van het apparaat of de trommeldeuren zijn open of niet goed gesloten. Controleer de deksel en deur! • - De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. 19 Mogelijke storingen Probleem Mogelijke oplossing Het programma start niet. • • • • • • Het apparaat wordt niet goed met water gevuld. • • • • • Het water niet wordt af‐ gepompt uit de machine. • • • • • • De centrifugeerfase werkt niet of de wascy‐ clus duurt langer dan normaal. • • • • Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcontact. Zorg dat het deksel en de trommeldeuren goed gesloten zijn. Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het ze‐ keringenkastje is. Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt. Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op het einde van de aftelprocedure. Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar). Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat‐ selijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de toevoerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Als het pro‐ bleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Service‐ dienst. Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de toevoerslang of het filter van de afvoerklep dat geknikt of ge‐ bogen kan zijn. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af‐ voerfilter. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang kan te laag hangen. Kies het aftapprogramma als u een programma zonder af‐ pompfase kiest. Kies het afpompprogramma als u een programma kiest dat eindigt met water in de trommel. Kies het centrifugeerprogramma. Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig in‐ dien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'. Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt af‐ voerfilter. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door evenwichtsproblemen. 20 Probleem Mogelijke oplossing Er is water op de vloer. • • • Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is. Verzeker u ervan dat de aftapslang niet beschadigd is. Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveel‐ heid gebruikt. U kunt het deksel van het apparaat niet ope‐ nen. • • Controleer of het wasprogramma is voltooid. Kies het afpomp- of centrifugeerprogramma als er water in de trommel is. Het apparaat maakt een abnormaal geluid. • Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Zie onder 'Installatie'. Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Zie onder 'Installatie'. Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn. • • De cyclus is korter dan de weergegeven tijd. Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was‐ goedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'. De cyclus is langer dan de weergegeven tijd. Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat. De wasresultaten laten te wensen over. • • U kunt geen optie instel‐ len. • • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel. Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnek‐ kige vlekken voordat u het wasgoed wast. Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft. Verminder de wasgoedbelading. • Zorg dat u alleen op de gewenste knop(pen) drukt. Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem aanhoudt, moet u de onderhoudsdienst contacteren. 23 Bepaalde capaciteit (katoen) 6 Energie-efficiëntieklasse kg A++ Berekend jaarlijks energieverbruik2) 167 kWh/jaar Energieverbruik van het standaard katoenprogramma bij 60°C (volledige lading) 0,80 kWh Energieverbruik van het standaard katoenprogramma bij 60°C (gedeeltelijke lading) 0,54 kWh Energieverbruik van het standaard katoenprogramma bij 40°C (gedeeltelijke lading) 0,49 kWh Stroomverbruik bij uit-modus 0,48 W Stroomverbruik bij aan-modus 0,48 W Berekend jaarlijks waterverbruik2) 9490 liter/jaar Efficiëntieklasse centrifugeren-drogen B Maximale centrifugeersnelheid (standaard katoenprogramma bij 60°C) 1200 tpm/min Resterende vochtigheidsgraad (standaard katoenprogramma bij 60°C van volledige lading) 53 % Het «Standaard katoenprogramma bij 60°C» en het «Standaard katoenprogramma bij 40°C» zijn de standaard wasprogramma´s waar de informatie in het etiket en de fiche op is gebaseerd. Deze programma´s zijn geschikt om normaal vervuild katoenen wasgoed te wassen en ze zijn het meest efficiënt als het gaat om energie- en waterverbruik. Programmaduur van het standaard katoenprogramma bij 60°C (volledige lading) 246 min Programmaduur van het standaard katoenprogramma bij 60°C (gedeeltelijke lading) 174 min Programmaduur van het standaard katoenprogramma bij 40°C (gedeeltelijke lading) 175 min Duur van de aan-modus 5 min Door de lucht verspreide, akoestische geluiden tijdens de was‐ fase 57 dB(A) re 1pW Door de lucht verspreide, akoestische geluiden tijden de cen‐ trifugeerfase 76 dB(A) re 1pW 1) De gegevens die u in de tabel aantreft zijn in naleving van het voorschrift 1061/2010 van de Europese Com‐ missie. 2) Energie- en waterverbruik gebaseerd op 220 standaard wascycli voor katoenprogramma´s bij 60°C en 40°C bij volle en gedeeltelijke lading, en het verbruik van de modus voor laag vermogen. Het werkelijke energie- en wa‐ terverbruik hangt af van hoe het apparaat wordt gebruikt. 24 MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Iee UE622TLD2 Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen