Documenttranscriptie

Serie 450-453 Type: PES-DM ANTIHERSTARTSYSTEEM GEMONTEERD OP CILINDER MET STATISCHE STANGBLOKKEERDER NL ANTIHERSTARTSYSTEEM GEMONTEERD OP CILINDER MET STATISCHE STANGBLOKKEERDER VERTICALE MONTAGE Let op: - In het geval dat de bevoegde persoon de handbediening wil activeren (in stand «1» zetten: handmatige ontgrendeling), ervoor zorgen dat er geen enkel gevaar bestaat onder de last (fig. 2) of tussen de last en de neus van de cilinder (fig. 3). UITVOERING Met het antiherstartsysteem kan de positie van de handbediening worden gedetecteerd: dit voorkomt dat de cilinder herstart wanneer de cilinder + de stangblokkeerder weer onder druk worden gezet indien de handbediening niet is teruggezet in de normale stand (stand "O"). WERKINGSPRINCIPE Dit antiherstartsysteem berust op het gebruik van een microventiel dat in de stangblokkeerder geïntegreerd is en dat een pneumatisch signaal afgeeft wanneer de handbediening in de stand "ontgrendeling" staat. Het autonome beheer van dit pneumatische signaal vindt plaats door middel van de onderstaande pneumatische aansluiting. Dit autonome beheer verhindert dat het schuifventiel van de cilinder bestuurd wordt (herstarten van de cilinder). Fig. 2 - Last onder de cilinder Bediening retour ASCO/JOUCOMATIC raadt u ten zeerste aan het onderstaande aansluitschema te volgen met het oog op de goede werking van het antiherstartsysteem 4 2 14 Bediening heen W 2 12 5 1 3 3 1 MONTAGEMOGELIJKHEDEN De cilinder wordt bediend door middel van een 5/3 schuifventiel (ISO grootte 1 voor diameters 32 - 40 - 50 mm en ISO grootte 2 voor diameters 63 - 80 - 100 mm) met open middenstand tegenover de ontluchting - Type W3 - (Fig.1) die via de ontluchtingspoorten 3 en 5 wordt gevoed. N.B.: 1) De statische stangblokkeerder wordt bediend door middel van een 3/2 NG magneetventiel met het oog op het snelle blokkeren van de cilinderstang. 2) Wij raden aan een drukregelaar te gebruiken om het stangeffect te compenseren 3) Om de verplaatsingssnelheid van de stang te controleren, is het noodzakelijk om unidirectionele snelheidsregelventielen te gebruiken Voorzorgsmaatregelen voor de handbediende ontgrendeling Bij een stroomonderbreking of een onderbreking van de persluchttoevoer van de stangblokkeerder stopt de stangblokkeerder en blokkeert deze de cilinderstang. Verzeker u ervan dat de twee kamers van de cilinder worden ontlucht alvorens de handmatige bediening van de ontgrendeling in werking te stellen. Een bevoegd persoon kan de stang ontgrendelen (houd in stand 1: handmatige ontgrendeling) en beweeg de cilinderstang handmatig in de gewenste richting. Let op: Voordat u de cilinder weer in werking stelt, dient u de handbediening in de normale stand terug te zetten (stand «O»). Indien de bevoegde persoon vergeet om de handbediening in de normale stand te zetten (stand «O»), levert het microventiel geen pneumatisch signaal af aan het schuifventiel van de cilinder. Zelfs wanneer de bediener de cyclus weer in werking stelt, bestuurt deze het schuifventiel van de cilinder elektrisch, maar wordt de cilinder niet voorzien van druk: het antiherstartsysteem voorkomt dat de cilinder herstart. Indien de bevoegde persoon de machine weer in werking wil stellen, dient hij: 1) de automatische cyclus van de machine opnieuw in gang te zetten 2) de handbediening in de normale stand te zetten (stand «O») 3) als laatste de progressieve toevoer van de druk te herstellen. Bij een noodstop (blokkering van de stang in beweging) bestaat het risico dat het materiaal verslechtert! Het is dus van belang dat het systeem (stangblokkeerder, cilinder, cilinderstang) wordt gecontroleerd. Wij raden aan een keer per maand te controleren of de stangblokkeerders goed functioneren. - blokkeersysteem - mechanisme voor handmatige ontgrendeling - detectiesysteem - de werking van de stuurinrichting W Fig. 3 - Last op de cilinder Bediening retour 4 14 W Bediening heen Bediening retour 4 2 5 3 14 2 12 1 3 1 DEZE INRICHTING IS GEEN VEILIGHEIDSORGAAN 1 DEZE INRICHTING IS GEEN VEILIGHEIDSORGAAN 2 Bediening heen 2 12 5 HORIZONTALE MONTAGE Fig. 1 Bediening van de cilinder door middel van 5/3 schuifventiel met open middenstand tegenover de ontluchting (Type W3) 2 1 3 3 1