10
NL
Voorzorgsmaatregelen en
advies
• Deze handleiding betreft een apparaat van klasse 1
(losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2
meubels).
• Tijdens het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de
ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd kinderen
op een afstand.
• Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van het apparaat
terechtkomen.
• Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
• Op de platen mogen geen wankele of vervormde pannen
worden gezet om omvallen te vermijden. Zorg dat de
handvatten naar het midden van het fornuis zijn gericht
zodat u er niet tegenaan kunt stoten.
• Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te
zetten en eruit te halen.
• Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine
enz.) in de buurt van het apparaat als het in gebruik is.
• Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste
opberglade of in de oven: als de oven plotseling aan zou
worden gezet zou dit materiaal vlam kunnen vatten.
• Controleer altijd dat de knoppen in de stand • staan als
het apparaat niet wordt gebruikt.
• Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact,
maar pak altijd de stekker direct beet.
• Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud
uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
• Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van het apparaat te repareren. Neem
contact op met de Technische Dienst.
• Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur.
• De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig)
kunnen warm worden.
• Het glaskeramische kookvlak is bestand tegen
mechanische stoten. Het kan echter worden beschadigd
(of barsten) als het wordt geraakt door een puntig object,
bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt moet u
onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische
stroom en contact opnemen met de Technische Dienst.
• Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is moet u
het apparaat uitschakelen om te voorkomen dat u een
elektrische schok krijgt.
• Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte
aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat u het
uitschakelt.
• Houd voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de
kookplaat, zoals bv. plastic, aluminium of suikerhoudende
etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium
verpakkingen en folie: als u ze op het nog warme of lauwe
kookvlak neerlegt, kunt u zware schade aanrichten.
• Plaats geen metalen voorwerpen (messen, lepels, deksels
enz.) op de kookplaat aangezien zij heet kunnen worden.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet
de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat,
tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
• Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt
kan worden.
• De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet
dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval
mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten
moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen
en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade
voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool
van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten
om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden
afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste
verwijdering van huishoudapparaten kan de consument
zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkopers.
Energiebesparing en milieubehoud
• Houd bij de functies GRILL en GRATINEREN altijd de
ovendeur dicht: u bereikt betere kookresultaten en een
aanzienlijke energiebesparing (circa 10%).
Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet
u er voor zorgen dat het er niet af kan schuiven.
•
• Indien mogelijk, vermijd het voorverwarmen van de
oven en probeer de oven altijd op te vullen. Open
de ovendeur zo weinig mogelijk omdat er warmte
verloren gaat iedere maal ze wordt geopend. Om een
aanzienlijke hoeveelheid energie te sparen, schakelt
u de oven 5 tot 10 minuten voor het einde van uw
geplande bereidingsduur uit en gebruikt u de warmte
die de oven blijft genereren.
• Houd de pakkingen zuiver en schoon om energieverlies
te vermijden .
• Als u een elektriciteitscontract hebt met dal- en
piekuren kan de “uitgesteld koken” optie helpen geld
te besparen door de bereidingen te verplaatsen naar
de goedkopere daluren.
• Gebruik de residuele warmte van uw ovenplaat
optimaal door de gietijzeren platen 10 minuten en
keramiek ovenplaten 5 minuten voor het einde van uw
bereidingstijd uit te schakelen.
• De basis van uw pot of pan moet de ovenplaat
afdekken. Als ze kleiner zijn, gaat kostbare energie
verloren en potten die overkoken laten ingebakken
restjes achter die soms moeilijk te verwijderen zijn.
• Bereid uw etenswaren in afgesloten potten of
pannen met goed passende deksels en gebruik zo
weinig mogelijk water. Koken zonder deksel zal het
energieverbruik enorm verhogen
• Gebruik enkel vlakke potten en pannen
• Als u iets bereidt dat lang duurt, kunt u eventueel een
snelkookpan gebruiken die twee maal sneller werkt en
een derde van de energie bespaart.