het middendisplay alleen lichte druk op het display
aan. Bij te hard drukken kan het display beschadigd
raken. Spuit geen vloeistoffen of agressieve chemi-
caliën rechtstreeks op het middendisplay. Gebruik
geen ruitenreiniger, reinigingsmiddelen, sprays,
oplosmiddelen, alcoholen, ammonia-oplossingen
of schurende reinigingsmiddelen. Gebruik nooit
schurende poetsdoeken, papieren handdoeken
of zijdepapier, omdat dit aanleiding kan geven tot
krassen op het middendisplay.
Laadkabel bewaren
Het is niet toegestaan om stekkerdozen, overspan-
ningsbeveiligingen en dergelijke te gebruiken in
combinatie met de laadkabel, omdat dit aanleiding
kan geven tot brand, elektrische schokken enzo-
voort. U mag uitsluitend een adapter tussen het
230V-stopcontact (wisselstroom) en de laadkabel
gebruiken, als op de adapter staat aangegeven
dat deze voldoet aan IEC 61851 en IEC 62196.
Voor de Chinese markt geldt dat u geen adapter
tussen het 230V-stopcontact (wisselstroom) en de
laadkabel mag gebruiken.
Regeleenheid laadkabel
Giet geen water over de regeleenheid en dompel
deze evenmin onder. Stel de regeleenheid en de bij-
behorende stekker niet bloot aan direct zonlicht. De
beveiliging tegen oververhitting van de stekker kan
anders de oplading van de hybride-accu begrenzen
of beëindigen. Controleer of het 230V-contact
(wisselstroom) voldoende stroom kan leveren om
een elektrische auto op te laden – laat bij twijfel het
contact controleren door een vakman. Is de stroom-
sterkte van het contact niet bekend – stel dan de
laagste stroomsterkte in op de regeleenheid.
Oplading starten
Sluit de laadkabel nooit aan als er gevaar bestaat
voor blikseminslag. Om bijvoorbeeld bij harde wind
lakschade te voorkomen, moet u de afdekking
van de laadkabelstekker zo plaatsen, dat deze de
auto niet raakt. Haal de laadkabel tijdens oplading
nooit uit het 230V-stopcontact (wisselstroom).
Het 230V-stopcontact (wisselstroom) kan dan
beschadigd raken. Beëindig altijd eerst de oplading
en koppel daarna de laadkabel los – eerst van de
laadaansluiting van de auto en daarna van het
230V-stopcontact (wisselstroom).
Rijmodus kiezen
Gebruik de rijmodus Off Road niet bij ritten met een
aanhanger zonder trekhaakaansluiting. Anders be-
staat de kans dat de luchtbalgen beschadigd raken.
Positie AUX-, USB- en stroomaansluitingen
U kunt maximaal 10 A (120 W) via de 12V-aanslui-
ting afnemen bij gebruik van één aansluiting in de
tunnelconsole tegelijk. Bij gelijktijdig gebruik van
beide aansluitingen in de tunnelconsole geldt een
waarde van 7,5 A (90 W) per aansluiting. U kunt
maximaal 10 A (120 W) via de 12V-aansluiting in
de bagageruimte afnemen.
NB
Keyless vergrendeling/ontgrendeling*
gebruiken
De transpondersleutelfuncties vertonen mogelijk
storingen door elektromagnetische velden en
afschermingen. Bewaar de transpondersleutel niet
te dicht in de buurt van metalen voorwerpen of
elektronische apparaten zoals mobiele telefoons,
tablets, laptops of laders – op een afstand kleiner
dan 10–15 cm.
Motor starten en afzetten
Na een koude start is het stationaire toerental
verhoogd ongeacht buitentemperatuur. Het is
onderdeel van Volvo's effectieve uitlaatgasreiniging.
Navigeren op het middendisplay
Het hoofdscherm is niet beschikbaar tijdens het
starten/uitschakelen of als er een melding op
het scherm staat. Het hoofdscherm is evenmin
beschikbaar, wanneer het maximale klimaatscherm
wordt weergegeven.
Drie displays
Bij activering van Forward Collision Warning* maakt
de informatie op het head-updisplay plaats voor
de grafische voorstelling voor Forward Collision
Warning*. Deze grafische voorstelling verschijnt
ook als het head-updisplay is uitgeschakeld. Bij het
gebruik van polaroidbril, een zithouding waarbij u
niet goed in het midden van de stoel zit, voorwerpen
op het dekglas van de displaymodule, ongunstige
lichtomstandigheden is de informatie op het
head-updisplay mogelijk minder goed zichtbaar. Be-
paalde gezichtsafwijkingen kunnen bij gebruik van
het head-updisplay aanleiding geven tot hoofdpijn
en vermoeide ogen.
Autoklimaat regelen
Het is niet mogelijk om de verwarming/koeling te
versnellen door een hogere/lagere temperatuur te
kiezen dan de gewenste temperatuur.
Preconditioning gebruiken
Preconditioning is alleen mogelijk, wanneer de auto
is aangesloten op een stopcontact (geldt voor een
verwarming op stroom). Bij gebruik van een laadpaal
met een timerfunctie werkt de preconditioning
mogelijk niet. Als de auto niet is aangesloten op een
stopcontact, is het bij warm weer toch mogelijk om
het interieur kortstondig te koelen door de precon-
ditioning direct te starten. Bij preconditioning van
het interieur gaat het erom de auto te verwarmen
tot een behaaglijke temperatuur en niet tot de op
de klimaatregeling ingestelde temperatuur. Houd
de portieren en ruiten van de auto dicht bij het
gebruik van de preconditioning.
Middendisplay reinigen
Het display is niet uit te schakelen, wanneer er op
het display een bepaalde opdracht staat.
Elektrisch bediende* achterklep openen en
sluiten
Om oververhitting tegen te gaan wordt het systeem
na langdurig continu gebruik automatisch uitge-
schakeld. Zo'n 2 minuten later is het opnieuw klaar
voor gebruik. Wanneer er een dikke laag sneeuw,
ijs en vuil en dergelijke op de achterbumper zit, kan
het zijn dat er systeembeperkingen gelden of dat
het systeem helemaal niet werkt. Houd de bumper
daarom schoon.
Regeleenheid laadkabel
De laadkabel onthoudt de laatst ingestelde
laadstroom. Het is daarom belangrijk de ingestelde
laadstroom aan te passen, als u bij de volgende op-
lading een ander 230V-stopcontact (wisselstroom)
gebruikt.
Oplading starten
Gebruik een door Volvo aanbevolen laadkabel die
voldoet aan de normen GB/T 20234.1-2011 en
GB/T 20234.2-2011 (China) of IEC 62196 en
IEC 61851 (overige markten), omdat een dergelijke
kabel voorzien is van temperatuurbewaking.
Oplading afsluiten
Ontgrendel de auto altijd, zodat de oplading
wordt beëindigd alvorens de aansluiting op het
230V-stopcontact (wisselstroom) los te koppelen.
Let erop dat u de laadkabel loskoppelt van de
laadaansluiting van de auto alvorens deze los te
koppelen van het 230V-stopcontact (wisselstroom).
Zo worden schade aan het systeem en onbedoelde
beëindiging van de oplading voorkomen.
Rijmodus kiezen
De rijmodus Off Road is niet bedoeld voor gebruik
tijdens ritten op openbare wegen.
Parkeerhulpcamera*
Houd voor optimale werking de cameralens vrij
van vuil, sneeuw en ijs. Dit is vooral van belang in
slechte lichtomstandigheden.
Boordcomputer bedienen
Als u net van rijstijl bent veranderd, zijn bepaalde
afwijkingen in de berekende actieradius mogelijk.
Dashboardkastje gebruiken
U kunt de beveiligingscode gebruiken om de functie
te resetten, als iemand de Privacy locking met een
verkeerde code probeerde te deactiveren.
Telefoon aan de auto koppelen
Bij een update van het besturingssysteem van
de telefoon wordt de pairing mogelijk verbroken.
Verwijder de telefoon dan uit de auto en breng een
nieuwe koppeling (pairing) tot stand.
Internetverbinding maken
Bij gebruik van internet vindt gegevensuitwisse-
ling (dataverkeer) plaats, waarvoor mogelijk extra
kosten in rekening worden gebracht. Activering van
dataroaming kan extra kosten met zich meebren-
gen. Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer. Voor activering van de wifi-hotspot
brengt uw provider u mogelijk extra kosten in
rekening. Informeer bij uw provider naar de kosten
voor dataverkeer. Let bij het downloaden via een
mobiele telefoon extra op eventuele meerkosten
voor dataverkeer.
Apple CarPlay* op het middendisplay
Volvo heeft geen invloed op de inhoud van de
app Apple CarPlay. Een via Bluetooth op de auto
aangesloten telefoon of mediaspeler is bij activering
van Apple CarPlay niet beschikbaar, omdat
Bluetooth wordt uitgeschakeld. Gebruik wifi of de
geïntegreerde automodem* voor het maken van een
internetverbinding.
Apps, kaarten en systemen hanteren en
bijwerken
Het downloaden van data heeft mogelijk een nega-
tieve invloed op andere diensten die gebruik maken
van dataverkeer. Als u deze invloed op andere
diensten hinderlijk vindt, kunt u het downloaden
van data beëindigen. Ook kunt u bepaalde diensten
uitschakelen of tijdelijk onderbreken.
06