Volvo 2017 Productinformatie

Type
Productinformatie

Deze handleiding is ook geschikt voor

SENSUS INFOTAINMENT
VÄLKOMMEN!
Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ont-
werp hebben veiligheid en comfort van u en uw passagiers vooropge-
staan. Een Volvo is een van de veiligste auto's ter wereld. Uw Volvo is
ook ontworpen om aan alle geldende veiligheidsvoorschriften en milieu-
eisen te voldoen.
Om nog meer plezier van uw Volvo te hebben, adviseren we u om dit
supplement en de instructies en de onderhoudsinformatie in de gebrui-
kershandleiding door te nemen. De gebruikershandleiding is tevens
beschikbaar als mobiele app (Volvo Manual) en op de supportsite van
Volvo Cars (support.volvocars.com).
2
INLEIDING
Inleiding
6
Volvo Sensus
6
Digitale gebruikershandleiding in auto
8
Verkoop van auto
11
Supportsite van Volvo Cars
11
Volvo ID
12
MY CAR
MY CAR
14
MY CAR - paden
15
MY CAR - menu-opties
15
MY CAR - voertuiginstellingen
17
MY CAR - rij-assistentiesystemen
19
MY CAR- systeeminstellingen
21
MY CAR - steminstellingen
22
MY CAR - klimaatinstellingen
22
MY CAR - internetinstellingen
23
MY CAR - informatie
24
AUDIO EN MEDIA
Audio en media
26
Audio en media - overzicht
27
Audiosysteem en media - Systeem-
bediening
28
Symbolen op het beeldscherm
32
Favorieten
33
Audio en media - audio-instellingen
33
Audio en media - algemene audio-
instellingen
34
Audio en media - geavanceerde
audio-instellingen*
35
Equalizer instellen
36
Geluidssterkte instellen en automati-
sche volumeregeling
36
Radio
36
Radiozenders zoeken
37
Automatisch radiozenders zoeken
37
Radiozenderlijst
38
Handmatig radiozenders zoeken
38
Radiozenders als voorkeurzenders
opslaan
39
Functies Radio Data System (RDS)
40
Alarm bij ernstige ongelukken en
calamiteiten
41
Verkeersinformatie (TP)
41
Radioprogrammatypes (PTY)
41
INHOUD
3
Volumeregeling voor onderbrekende
RDS-functies
42
Radiotekst
42
Automatisch radiofrequenties upda-
ten (AF)
42
Digitale radio (DAB)*
43
Digitale radio (DAB)* - subkanaal
43
DAB naar DAB* link
43
Mediaspeler
44
Cd/Dvd
44
Vooruit-/achteruitspoelen
46
Willekeurige afspeelvolgorde tracks
of audiobestanden
46
Media zoeken
46
Afspelen en navigeren bij DVD Video
48
Camerahoek bij het afspelen van
DVD Video
49
Beeldinstellingen
49
Harde schijf (HDD)
49
Mediaspeler - compatibele bestands-
formaten
50
Externe audiobron via AUX/USB-ingang
52
Externe audiobron via AUX/USB -
ingang aansluiten
53
Geluidssterkte instellen voor externe
audiobron
54
Media Bluetooth
®
54
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en
loskoppelen
55
Bluetooth
®
-eenheid registreren
56
Automatische verbinding
Bluetooth
®
-eenheid
57
Andere Bluetooth
®
-eenheid kiezen
58
Bluetooth
®
-eenheid loskoppelen
58
Bluetooth
®
-eenheid verwijderen
59
Bluetooth
®
-handsfreesysteem
59
Bluetooth
®
-handsfreesysteem - overzicht
60
Gespreksfuncties
61
Bluetooth
®
-handsfreesysteem -
audio-instellingen
62
Telefoonboek
63
Telefoonboek - contactpersonen
snel zoeken
63
Telefoonboek - contactpersonen zoeken
64
Stembediening
65
Taalkeuze voor stembediening
66
Hulpfuncties voor stembediening
67
Stembediening - instellingen
67
Stembediening - stemcommando’s
68
Stembediening - snelcommando's
68
Stembediening - mobiele telefoon
69
Stembediening - radio
70
Stembediening - multimedia
70
Connected Car
71
Automodem*
75
Apps
77
Webbrowser
78
TV*
82
Tv*-kanalen/voorkeurslijst
83
Tv* - weergaveopties
84
Informatie over actueel tv*-programma
84
Teletekst*
84
Ontvangst van tv* - kanaalwegval
85
Afstandsbediening*
85
Afstandsbediening* - functies
86
Afstandsbediening* - batterij vervangen
87
Audio en media - menu-overzicht
88
Menu-overzicht - AM
88
Menu-overzicht - FM
89
Menu-overzicht - Digitale radio (DAB)*
89
Menu-overzicht - CD/DVD Audio
90
Menu-overzicht - DVD Video
91
Menu-overzicht - harde schijf (HDD)
91
Menu-overzicht - iPod
®
92
Menu-overzicht - USB
92
Menu-overzicht - Media Bluetooth
®
93
4
Menu-overzicht - AUX
93
Menu-overzicht - Bluetooth
®
-hand-
sfreesysteem
94
Menu-overzicht - webbrowser
94
Menu-overzicht - TV*
96
Licenties - audio en media
96
Typegoedkeuring - audio en media
100
INTERNETKAART
Internetkaart
102
Internetkaart - gebruik
102
Internetkaart - schrijfwiel en toetsenbord
103
Internetkaart - tekst en symbolen op
beeldscherm
104
Internetkaart - scrolmenu
105
Internetkaart - bestemming opgeven
106
Internetkaart - symbolen voor nuttige
plaatsen (POI)
108
Internetkaart - gedetailleerde route-
informatie
109
Internetkaart - route-overzicht
110
Internetkaart - route-opties
110
Internetkaart - kaart-opties
111
ALFABETISCH REGISTER
Alfabetisch register 113
INLEIDING
INLEIDING
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
6
Inleiding
Dit supplement vormt een aanvulling op de regu-
liere gebruikershandleiding.
Raadpleeg bij twijfel over een van de autofunc-
ties eerst de gebruikershandleiding. Voor ant-
woord op verdere vragen wordt geadviseerd con-
tact op te nemen met een dealer of vertegen-
woordiger van Volvo Car Corporation.
De specificaties, constructiegegevens en afbeel-
dingen in dit supplement zijn niet bindend. We
behouden ons het recht voor om zonder vooraf-
gaande mededeling wijzigingen aan te brengen.
© Volvo Car Corporation
Opties/accessoires
Alle soorten opties staan aangegeven met een
sterretje * in de gebruikershandleiding.
In het supplement staan behalve de standaarduit-
rusting ook de opties (van fabriekswege gemon-
teerde uitrusting) en bepaalde accessoires (inge-
bouwde extra uitrusting) beschreven.
De uitrusting die in het supplement beschreven
staat is niet op alle auto’s aanwezig – welke uit-
rusting aanwezig is hangt af van de verschillende
behoeften op de diverse markten en de landelijke
en/of regionale wet- en regelgeving.
Neem bij twijfel over de standaarduitrusting of
opties/accessoires contact op met een Volvo-
dealer.
Gebruikershandleiding op mobiele
apparaten
N.B.
De gebruikershandleiding is te downloaden
als app (geldt voor bepaalde modellen en
mobiele telefoons), zie www.volvocars.com.
De app biedt tevens video’s en doorzoekbare
informatie en eenvoudige navigatie tussen de
verschillende hoofdstukken.
Volvo Sensus
Volvo Sensus vormt het hart van uw persoonlijke
Volvo-beleving en maakt communicatie mogelijk
tussen u, uw auto en de wereld eromheen. Sen-
sus biedt informatie, entertainment en zo nodig
ondersteuning. Sensus omvat intuïtieve functies
voor meer rijplezier en een probleemloos auto-
bezit.
Dankzij de intuïtieve navigatiestructuur kunt u
altijd toegang krijgen tot hulp, informatie en
entertainment, zonder te worden afgeleid.
Sensus biedt u diverse oplossingen voor aanslui-
ting* op de rest van de wereld en de mogelijkheid
tot intuïtieve bediening van de verschillende auto-
functies.
Volvo Sensus presenteert tal van functies van uit-
eenlopende autosystemen op overzichtelijke
wijze op het display van de middenconsole. Volvo
Sensus biedt de mogelijkheid tot personalisering
van de auto met een eenvoudig te hanteren
bedieningsinterface. Er zijn instellingen te verrich-
INLEIDING
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
7
ten onder Instellingen van de auto, Audio en
media, Klimaat enzovoort
Met de knoppen en bedieningselementen op de
middenconsole en de rechter stuurknoppenset*
kunt u functies activeren en deactiveren en tal
van instellingen verrichten.
Bij het bedienen van MY CAR worden alle instel-
lingen getoond die verband houden met het
besturen en bedienen van de auto, zoals City
Safety, sloten en alarm, automatische ventilator-
snelheid, klokinstelling enzovoort.
Bij het indrukken van RADIO, MEDIA, TEL*,
*,NAV* en CAM
1
kunt u andere bronnen, syste-
men en functies activeren, zoals AM, FM, CD,
DVD*, TV*, Bluetooth
®
*, navigatie* en parkeer-
hulpcamera*.
Voor meer informatie over alle functies/syste-
men, zie de desbetreffende paragrafen in de
gebruikershandleiding of het bijbehorende sup-
plement.
Overzicht
Bedieningspaneel op middenconsole. De afbeelding is
schematisch – het aantal functies en de locatie van de
knoppen is afhankelijk van de gekozen uitrusting en de
desbetreffende markt.
Navigatie* - NAV, zie apart supplement (Sen-
sus Navigation).
Audio en media - RADIO, MEDIA, TEL*, zie
de desbetreffende paragrafen in dit supple-
ment.
Fabrieksinstellingen - MY CAR, zie MY CAR
(p. 14).
Connected Car - *, zie de desbetreffende
paragrafen in dit supplement
2
.
Klimaatregeling, zie Gebruikershandleiding.
Parkeerhulpcamera - CAM
1
, zie Gebruikers-
handleiding.
1
Geldt voor bepaalde automodellen.
2
De informatie is alleen beschikbaar, als de auto uitgerust is met iets dergelijks.
INLEIDING
8
Digitale gebruikershandleiding in
auto
De gebruikershandleiding is weer te geven op
het beeldscherm in de auto
3
. De informatie is
doorzoekbaar en de navigatie tussen de verschil-
lende paragrafen verloopt eenvoudig.
Digitale gebruikershandleiding openen - druk op
de MY CAR-knop op de middenconsole, druk op
OK/MENU en kies
Gebruikershandleiding.
Voor elementaire navigatiefuncties, zie Systeem-
bediening. Hier volgt een gedetailleerde beschrij-
ving.
Startpagina van de gebruikershandleiding.
U kunt op vier verschillende manieren informatie
vinden in de digitale gebruikershandleiding:
Zoeken - Zoekfunctie om een artikel te vin-
den.
Categorieën - Alle artikelen geordend naar
categorieën.
Favorieten - Snelkoppeling naar favoriete
artikelen.
Quick Guide - Een selectie van artikelen
voor veelgebruikte functies.
Kies het informatiesymbool in de rechter onder-
hoek voor informatie over de digitale gebruikers-
handleiding.
N.B.
De digitale gebruikershandleiding is tijdens
het rijden niet beschikbaar.
Zoeken
Zoeken met behulp van het schrijfwiel.
Tekenlijst.
Invoerstand wijzigen (zie de volgende tabel).
Gebruik het schrijfwiel om een zoekterm in te
voeren, bijvoorbeeld "veiligheidsgordel".
1.
Draai aan TUNE tot de gewenste letter ver-
schijnt en druk ter bevestiging op OK/
MENU. Ook de cijfer- en lettertoetsen van
het bedieningspaneel op de middenconsole
zijn te gebruiken.
2. Ga verder met de volgende letter enzovoort.
3
Geldt voor bepaalde automodellen.
INLEIDING
}}
9
3. Om over te schakelen op de invoer van cij-
fers of speciale tekens of om te zoeken,
draait u aan TUNE, totdat een van de opties
(zie verklaring in volgende tabel) in de lijst
voor het wisselen van invoerstand (2) ver-
schijnt en druk vervolgens op OK/MENU.
123/A
BC
Met OK/MENU kunt u wisselen
tussen cijfers en letters.
MEER
Met OK/MENU kunt u overschake-
len op de invoer van speciale
tekens.
OK
Voer de zoekopdracht uit. Draai aan
TUNE om een treffer te kiezen en
druk vervolgens op om OK/MENU
het bijbehorende artikel te openen.
a|A
Tussen kleine en hoofdletters wis-
selen met OK/MENU.
| | }
Van het tekstwiel naar het zoekveld
wisselen. De cursor verplaatsen met
TUNE. Eventuele verkeerde spelling
wissen met EXIT. Om terug te gaan
naar het tekstwiel op OK/MENU
drukken.
Let erop dat de cijfer- en lettertoet-
sen op het bedieningspaneel te
gebruiken zijn bij bewerkingen in
het zoekveld.
Tekst invoeren met numeriek toetsenbord
Numeriek toetsenbord.
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de knoppen op de mid-
denconsole: 09, * en #.
Zo wordt bij een druk op 9 een kolom weergege-
ven met alle tekens
4
onder deze toets, zoals
w, x,
y, z en 9. Bij snel indrukken van de toets bladert
u met de cursor door deze tekens.
Blijf met de cursor op het te kiezen teken
staan - het teken verschijnt op de schrijfre-
gel.
Wis/annuleer uw keuze met EXIT.
Houd om een cijfer in te voeren de toets met het
gewenste cijfer ingedrukt.
Categorieën
De artikelen van de gebruikershandleiding zijn
geordend naar hoofdcategorieën en ondercate-
gorieën. Hetzelfde artikel ligt mogelijk in meer-
dere categorieën zodat het gemakkelijker te vin-
den is.
Draai aan TUNE om door de categorieboom te
navigeren en druk op OK/MENU om een cate-
gorie (aangeduid met
) of artikel (aangeduid
met
) te openen. Druk op EXIT om terug te
gaan naar de vorige weergave.
Favorieten
Hier vindt u de artikelen die als favorieten zijn
opgeslagen. Om een artikel als favoriet te marke-
4
De schrijftekens voor de verschillende toetsen kunnen per markt/land/taal variëren.
||
INLEIDING
10
ren, zie de rubriek "In een artikel navigeren" hier-
onder.
Draai aan TUNE om in de favorietenlijst te navi-
geren en druk op OK/MENU om een artikel te
openen. Druk op EXIT om terug te gaan naar de
vorige weergave.
Quick Guide
Hier vindt u een aantal artikelen om de meest
gebruikte functies van de auto te leren kennen.
De artikelen zijn ook via categorieën bereikbaar,
maar staan hier om er snel bij te kunnen.
Draai aan TUNE om in de Quick Guide te navige-
ren en druk op OK/MENU om een artikel te ope-
nen. Druk op EXIT om terug te gaan naar de
vorige weergave.
In een artikel navigeren
Home - naar de startpagina van de gebrui-
kershandleiding gaan.
Favoriet - het artikel als favoriet toevoegen/
verwijderen. U kunt ook op de FAV-knop op
de middenconsole drukken om een artikel
als favoriet toe te voegen/te verwijderen.
Gemarkeerde link - naar een gelinkt artikel
gaan.
Speciale teksten - als het artikel waarschu-
wings-, belangrijk- of NB-teksten bevat, wor-
den het bijbehorende symbool en het aantal
van dergelijke teksten in het artikel getoond.
Draai aan TUNE om de links door te nemen of
een artikel omhoog of omlaag te schuiven. Als
het beeldscherm naar het begin/eind van een
artikel is geschoven, zijn de opties Home en
Favoriet bereikbaar door een stap omhoog/
omlaag te gaan. Druk op OK/MENU om de
keuze/gemarkeerde link te activeren. Druk op
EXIT om terug te gaan naar de vorige weergave.
Gerelateerde informatie
Supportsite van Volvo Cars (p. 11)
INLEIDING
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
11
Verkoop van auto
Bij verkoop van de auto is het belangrijk om de
gebruikersgegevens en de systeeminstellingen
naar de oorspronkelijke fabrieksinstelling te
resetten.
Om de fabrieksinstellingen te resetten, drukt u
eerst op MY CAR op de middenconsole, daarna
op OK/MENU en vervolgens kiest u
Instellingen
Resetten naar fabrieksinstellingen.
De gebruikersgegevens worden gereset (bijvoor-
beeld voor apps, webbrowser) en alle persoon-
lijke instellingen in menu’s (bijvoorbeeld klimaat-
instellingen, voertuiginstellingen) krijgen de oor-
spronkelijke fabrieksinstelling.
Bij auto’s met Volvo On Call, VOC*worden de in
de auto opgeslagen persoonlijke instellingen
gewist. Voor het beëindigen van het VOC-abon-
nement, zie Verkoop van auto met Volvo On Call.
Gerelateerde informatie
MY CAR - menu-opties (p. 15)
Volvo ID (p. 12)
Supportsite van Volvo Cars
Op de homepage en supportsite van Volvo Cars
vindt u meer informatie over uw auto. Vanaf de
homepage kunt u tevens doorlinken naar My
Volvo, een persoonlijke internetpagina voor u en
uw auto.
Support op internet
Ga naar support.volvocars.com of gebruik de QR-
code hieronder om de pagina te bezoeken. De
supportsite is voor de meeste markten beschik-
baar.
QR-code naar de supportsite.
De informatie op de supportsite is zoekbaar en
bovendien ingedeeld in verschillende catego-
rieën. Hier vindt u support voor zaken zoals dien-
sten en functies waarvoor internet vereist is,
Volvo On Call (VOC)*, het navigatiesysteem* en
apps. De verschillende procedures worden aan
de hand van video's en stapsgewijze instructies
uiteengezet, bijvoorbeeld hoe u de auto via een
mobiele telefoon met internet verbindt.
Downloadbare informatie van de
supportsite
Kaarten
Voor auto's met Sensus Navigation* zijn via de
supportsite kaarten te downloaden.
Mobiele apps
Voor bepaalde Volvo-modellen van modeljaar
2014 en 2015 is de gebruikershandleiding als
app beschikbaar. Ook de VOC*-app kan hier wor-
den gedownload.
Gebruikershandleidingen van eerdere
modeljaren
Gebruikershandleidingen van eerdere modeljaren
zijn hier beschikbaar in pdf. Ook de Quick Guide
en supplementen zijn via de supportsite te down-
loaden. Kies model en modeljaar om de gewen-
ste publicatie te downloaden.
Contact
Op de supportsite staan de contactgegevens van
de klantenservice en de dichtstbijzijnde Volvo-
dealer.
My Volvo op internet
5
Via www.volvocars.com kunt u doorlinken naar My
Volvo web, een persoonlijke website voor u en uw
Volvo.
Maak een persoonlijke Volvo ID aan en log in op
My Volvo web voor een overzicht van zaken zoals
onderhoud, contracten en garanties. Op My Volvo
5
Geldt voor bepaalde markten.
INLEIDING
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
12
web vindt u ook informatie over modelspecifieke
accessoires en softwareproducten voor uw Volvo.
Volvo ID
Volvo ID is uw persoonlijke ID die u toegang
biedt tot diverse diensten
6
.
Voorbeeld van diensten:
My Volvo - Uw persoonlijke website voor u en
uw auto.
Connected Car* - bepaalde functies en dien-
sten vereisen dat u uw auto hebt geregis-
treerd op een persoonlijke Volvo ID, bijvoor-
beeld om een adres van een kaartdienst op
internet rechtstreeks naar uw auto te kunnen
sturen.
Volvo On Call, VOC* - Volvo ID wordt
gebruikt bij het inloggen op de mobiele app
Volvo On Call.
Voordelen van Volvo ID
Een gebruikersnaam en een wachtwoord
voor online diensten, dat wil zeggen u hoeft
slechts één gebruikersnaam en één wacht-
woord te onthouden.
Bij het wijzigen van een gebruikersnaam/
wachtwoord voor een dienst (bijvoorbeeld
VOC) worden deze ook automatisch voor
andere diensten gewijzigd (bijvoorbeeld My
Volvo)
Volvo ID aanmaken
Om een Volvo ID aan te maken moet u een per-
soonlijk e-mailadres opgeven. Om de registratie
te voltooien moet u de instructies opvolgen in het
e-mailbericht dat automatisch wordt verstuurd
naar het opgegeven e-mailadres. Een Volvo ID
kan via de volgende diensten worden aange-
maakt:
My Volvo - Geef het e-mailadres aan en volg
de instructies.
Bij een Connected Car* - Geef het e-maila-
dres aan in de app die Volvo ID vereist en
volg de instructies. Of druk twee keer op de
verbindingsknop
op de middenconsole en
kies
Apps Instellingen en volg de
instructies.
Volvo On Call, VOC* - Laad de nieuwste ver-
sie van de VOC-app. Kies op de startpagina
voor het aanmaken van een Volvo ID, geen
een e-mailadres aan en volg de instructies.
Gerelateerde informatie
Supportsite van Volvo Cars (p. 11)
Apps (p. 77)
Connected Car (p. 71)
Verkoop van auto (p. 11)
6
Het aanbod aan diensten kan veranderen en hangt af van het uitrustingsniveau en de markt.
MY CAR
MY CAR
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
14
MY CAR
MY CAR is een menugroep voor hantering van
tal van autofuncties, zoals City Safety, sloten
en alarm, automatische ventilatorsnelheid, klokin-
stelling e.d.
Sommige functies behoren tot de standaarduit-
rusting, andere zijn zogeheten opties – het aan-
bod verschilt per markt.
Bediening
Navigatie in deze menu's vindt plaats met knop-
pen op de middenconsole of met de knoppenset
rechts op het stuurwiel*.
Bedieningspaneel op middenconsole en knoppenset op
stuurwiel. De afbeelding is schematisch – het aantal
functies en de locatie van de knoppen is afhankelijk van
de gekozen uitrusting en de desbetreffende markt.
MY CAR - opent het menusysteem MY CAR.
OK/MENU - knop op de middenconsole
indrukken of het duimwiel op het stuurwiel
om de gemarkeerde menu-optie te
kiezen/aan te vinken of de gekozen functie
in het geheugen op te slaan.
TUNE - aan de draaiknop op de middencon-
sole of het duimwiel op het stuurwiel draaien
om een stap omhoog/omlaag te gaan door
de menu-opties.
EXIT
EXIT-functies
Afhankelijk van de functie en van het menuniveau
waarop de aanwijzer staat op het moment dat u
EXIT kort indrukt, kan het volgende gebeuren:
telefoongesprekken worden geweigerd
de actuele functie wordt beëindigd
de ingevoerde tekens worden gewist
de laatste gemaakte keuze wordt geannu-
leerd
u beweegt omhoog in het menusysteem.
Bij lang indrukken van EXIT springt u naar de
normaalweergave voor MY CAR of naar het
hoogste menuniveau (hoofdbronmenu) als u zich
in de normaalweergave bevindt.
MY CAR
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
15
MY CAR - paden
MY CAR is een menugroep voor hantering van
tal van autofuncties, zoals het instellen van de
klok, de buitenspiegels en de vergrendelingen.
Het actuele menuniveau staat bovenaan op het
beeldscherm van de middenconsole. De zoekpa-
den naar de verschillende functies van het menu-
systeem worden als volgt aangegeven:
Instellingen Auto-instellingen
Slotinstellingen Portieren open
Bestuurdersdeur:dan alle.
Hier volgt een voorbeeld van de wijze waarop u
een functie kunt opzoeken en aanpassen met het
toetsenblok op de middenconsole:
1.
Druk op de MY CAR-knop op de middencon-
sole.
2. Druk op het duimwiel.
3. Ga naar het gewenste menu, bijvoorbeeld
Instellingen, met het duimwiel en druk ver-
volgens op het duimwiel – er wordt een sub-
menu geopend.
4. Ga naar het gewenste menu, bijvoorbeeld
Auto-instellingen, en druk op het duimwiel
– er wordt een submenu geopend.
5.
Ga naar
Slotinstellingen en druk op het
duimwiel – er wordt een nieuw submenu
geopend.
6.
Ga naar
Portieren open en druk op het
duimwiel – er wordt een vervolgmenu met
selecteerbare opties geopend.
7.
Markeer een van de opties
Alle portieren
en Bestuurdersdeur:dan alle met het
duimwiel en druk op het duimwiel – de
gemarkeerde optie wordt gekozen.
8. Sluit de programmering af door de menu’s
één voor één te verlaten door EXIT telkens
kort in te drukken of deze eenmaal lang in te
drukken.
De procedure verloopt geheel identiek voor de
bedieningsknoppen op de middenconsole
(p. 14): OK/MENU, EXIT en de TUNE-knop.
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR - menu-opties
MY CAR is een menugroep waar veel functies
van de auto kunnen worden bediend, bijvoor-
beeld de tijd instellen, de buitenspiegels en de
sloten.
Voorbeeld van de normaalweergave voor MY CAR.
Druk op MY CAR op de middenconsole om de
normaalweergave voor MY CAR te openen. In de
normaalweergave wordt de status voor bepaalde
rijhulpsystemen in het bovenste deel van het
beeldscherm weergegeven, samen met de status
voor de functie Start/Stop* in het onderste deel
van het beeldscherm.
Met een druk op OK/MENU gaat u naar de
menugroep
My Car waar de volgende opties
staan:
||
MY CAR
16
My S60
1
Verbruiksinfo
Drive-E
2
/
Hybride
3
Bandenspanning
Instellingen
Service & reparatie
Gebruikershandleiding
My S60
1
My Car My S60
1
Op het beeldscherm staan alle rijhulpsystemen
aangegeven - u kunt ze hiervandaan activeren of
deactiveren.
Verbruiksinfo
My Car Verbruiksinfo
Op het display verschijnen historische gegevens
over het gemiddelde stroom-
3
en brandstofver-
bruik in de vorm van staafdiagrammen.
Drive-E
2
My Car Drive-E
Hier vindt u onder meer een beschrijving van de
opzet van Volvo's Drive-E-concept. Kies uit de
volgende rubrieken:
Start/Stop
Hier vindt u informatie over het Start/Stop-
systeem.
Milieutips
Hier vindt u tips, adviezen en een beschrij-
ving van wat zuinig rijden inhoudt.
Hybrid
3
My Car Hybride
Hier vindt u informatie over de aandrijving van de
auto. Kies uit de volgende rubrieken:
Stroomtoevoer
Op het display verschijnt informatie over de
motor die de auto aandrijft en de richting van
de stroom.
Rij-instellingen
Hier vindt u een toelichting bij de verschil-
lende rijmodi van de auto.
Milieutips
Hier vindt u tips, adviezen en een beschrij-
ving van wat zuinig rijden inhoudt.
Bandenspanning
My Car Bandenspanning
Op het beeldscherm staat informatie over de
bandenspanningscontrole van de auto – u kunt
het systeem hiervandaan activeren of deactive-
ren.
Instellingen
My Car Instellingen
De opbouw van de menu's is als volgt:
Menuniveau 1
Menuniveau 2
Menuniveau 3
Menuniveau 4
Hier verschijnen de eerste 4 menuniveaus onder
Instellingen. Sommige functies behoren tot de
standaarduitrusting, andere zijn zogeheten opties
– het aanbod verschilt per markt.
Wanneer u kunt kiezen uit activering/
Aan of
deactivering/Uit van een bepaalde functie, ver-
schijnt er een vakje:
Aan: Aangevinkt vakje.
Uit: Leeg vakje.
Kies
Aan/Uit met OK en verlaat het menu
vervolgens met EXIT.
1
Afhankelijk van het automodel.
2
Geldt voor de V40, V40 Cross Country, S60, S60L, V60, V60 Cross Country, XC60.
3
Geldt voor de V60 Twin Engine en S60L Twin Engine.
MY CAR
}}
17
Menu's onder instellingen
Auto-instellingen, zie MY CAR - voertuigin-
stellingen (p. 17)
Rijondersteuning, zie MY CAR - rij-assis-
tentiesystemen (p. 19)
Systeemopties, zie MY CAR- systeemin-
stellingen (p. 21)
Instellingen stembediening, zie MY CAR -
steminstellingen (p. 22)
Klimaatinstellingen, zie MY CAR - klimaat-
instellingen (p. 22)
Internetinstellingen, zie MY CAR - inter-
netinstellingen (p. 23)
Volvo On Call, zie digitale gebruikershand-
leiding.
Opties FAV-toets - een veel gebruikte
functie in MY CAR koppelen aan de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33)
Informatie, zie MY CAR - informatie
(p. 24)
Resetten naar fabrieksinstellingen - alle
gebruikersgegevens worden gereset en alle
instellingen in alle menu's krijgen de oor-
spronkelijke fabrieksinstelling.
Service en reparatie
My Car Service & reparatie
Hier vindt u service- en reparatiegegevens voor
de auto en informatie over ingeplande service-
beurten.
Gebruikershandleiding
My Car Gebruikershandleiding
Het beeldscherm toont de digitale gebruikers-
handleiding (p. 8).
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - paden (p. 15)
MY CAR - voertuiginstellingen
De menu-optie voertuiginstellingen in de menu-
groep MY CAR bedient veel functies van de
auto, zoals autosleutelgeheugen en vergrende-
lingsinstellingen voor portieren.
Auto-instellingen
Sleutelgeheugen
Aan
Uit
Slotinstellingen
Automatische portiervergrendeling
Aan
Uit
Portieren open
Alle portieren
Bestuurdersdeur:dan alle
||
MY CAR
18
keyless entry ontgrendel
Alle deuren open
Willekeurig portier
Portieren aan één zijde
Beide voorportieren
Akoestische bevestiging
Aan
Uit
Lichtbevestiging portiervergrend.
Aan
Uit
Lichtsignaal bij ontgrendeling
Aan
Uit
Minder bescherming
Minder bescherming activeren
Aan
Uit
Vragen bij uitstappen
Aan
Uit
Instellingen buitenspiegels
Spiegels inklappen bij vergrendel.
Aan
Uit
Spiegel links omlaag bij achteruit
Aan
Uit
Spiegel rechts omh. bij achteruit
Aan
Uit
Lichtinstellingen
Binnenverlichting
Vloerverlichting
Sfeerverlichting
Kleuren sfeerverlichting
Tijdsduur 'approach'-verl.
Uit
30 sec.
60 sec.
90 sec.
Duur 'follow me home'
Uit
30 sec.
60 sec.
90 sec.
Driemaal richtingaanwijzer
Aan
Uit
Verlichting overdag
Aan
Uit
MY CAR
}}
19
Tijdelijk linksrijdend verkeer
Aan
Uit
of
Tijdelijk rechtsrijdend verkeer
Aan
Uit
Actieve bochtverlichting
Aan
Uit
Extra verlichting
Aan
Uit
Actief grootlicht
Aan
Uit
Bochtverlichting
Aan
Uit
Bandenspanning
Bandencontrole
Stel bandenspan. af
Bandmonitoring
Aan
Uit
Niv. stuurbekrachtiging
Laag
Midden
Hoog
Snelheid op infotainmentscherm
Aan
Uit
Auto instellingen resetten
Van alle menu's onder Auto-instellingen
worden de fabrieksinstellingen hervat.
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR - rij-assistentiesystemen
Met de menu-optie rijhulpsystemen in de menu-
groep MY CAR bedient u de functies zoals Col-
lision Warning en Rijbaanassistent.
Rijondersteuning
Botswaarschuwing
Botswaarschuwing
Aan
Uit
Waarschuwingsafstand
Kort
Normaal
Lang
Signaaltoon
Aan
Uit
Lane Departure Warning
||
MY CAR
20
Lane Departure Warning
Aan
Uit
Aan bij starten
Aan
Uit
Hogere gevoeligheid
Aan
Uit
Rijbaanassistentie
Rijbaanassistentie
Aan
Uit
Assistance instellingen
Volledige functie
Alleen stuurhulp
Alleen vibratie
Informatie verkeersborden
Informatie verkeersborden
Aan
Uit
Snelheidswaarschuwing
Aan
Uit
ESC OFF
Aan
Uit
City Safety
Aan
Uit
BLIS
Aan
Uit
Afstandswaarschuwing
Aan
Uit
Driver Alert
Aan
Uit
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR
21
MY CAR- systeeminstellingen
De menu-optie systeeminstellingen in menu-
groep MY CAR hanteert functies als tijd en taal.
Systeemopties
Tijdsinstellingen
Hier stelt u de klok in op het instrumenten-
paneel.
24-uurs klok
Aan
Uit
Zomertijd
Auto
Aan
Uit
Tijd automatisch
Aan
Uit
Locatie
Taal
Geeft de taal aan voor teksten op het beeld-
scherm en het instrumentenpaneel.
Taal: Bestuurdersscherm
Geeft de taal aan voor teksten op het instru-
mentenpaneel.
Afst. en brandstofeenh.
MPG(US)
MPG(UK)
km/l
l/100km
Temperatuureenheid
Celsius
Fahrenheit
Geeft de eenheid aan voor weergave van de
buitentemperatuur en instelling van de kli-
maatregeling.
Screensaver
Aan
Uit
Bij selectie van deze optie wordt de scherm-
weergave automatisch vervangen door een
leeg scherm, wanneer u enige tijd geen
schermfunctie gebruikt.
De actuele schermweergave verschijnt ech-
ter weer, wanneer u gebruik maakt van een
van de knoppen of bedieningselementen
van het beeldscherm.
Hulptekst weergeven
Aan
Uit
Bij markering van deze optie verschijnt uit-
leg bij de actuele schermweergave.
Systeemopties resetten
Van alle menu’s onder Systeemopties
worden de fabrieksinstellingen hervat.
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
22
MY CAR - steminstellingen
De menu-optie steminstellingen in menugroep
MY CAR hanteert functies als spraakinstructie
en commandolijst voor stembediening.
Instellingen stembediening
Zie
Spraakintroductie (p. 67)
Lijst van spraakcommando's
Globale commando's
Navigatiecommando's
Radiocommando's
Mediacommando's
Telefooncommando's
Navigatiecommando's geldt
alleen als Volvo’s navigatiesysteem*
gemonteerd is.
(p. 68)
Gebruikersinstelling
Standaard
Getrainde gebruiker
(p. 67)
Adaptatie spreker (p. 67)
Snelheid uitlezen
Snel
Midden
Langzaam
(p. 67)
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR - klimaatinstellingen
De menu-optie klimaatinstellingen in menugroep
MY CAR hanteert functies als de ventilatieaan-
passing en de recirculatie.
Klimaatinstellingen
Autom. aanjager
Normaal
Hoog
Laag
Recirculatie timer instelling
Aan
Uit
Autom. ontdooien achter
Aan
Uit
Autom. verw. bestuurdersstoel
Aan
Uit
Autom. stuurwielverwarming
Aan
Uit
MY CAR
23
Luchtkwaliteitssysteem
Aan
Uit
Klimaatinstellingen resetten
Van alle menu’s onder Klimaatinstellingen
worden de fabrieksinstellingen hervat.
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR - internetinstellingen
De menu-optie internetinstellingen in menugroep
MY CAR hanteert functies als Bluetooth
®
en Wi-
Fi.
Internetinstellingen
Zie
Aansluiten via
Automodem
Bluetooth
Wi-Fi
Geen
(p. 71),
(p. 75),
(p. 56) en
(p. 71)
Automodem
Datagebruik
Provider
Roaming
SIM-kaart blokkeren
Pincode van SIM wijzigen
Toegangspuntnaam
(p. 75)
Bluetooth (p. 56)
Wi-Fi (p. 71)
Wi-Fi hotspot auto (p. 75)
Wi-Fi hotspot auto
Aan
Uit
Naam
Wachtwoord
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
MY CAR
24
MY CAR - informatie
De menu-optie Informatie in menugroep MY
CAR hanteert functies als Aantal sleutels en
VIN-nummer.
Informatie
Aantal sleutels
VIN-nummer
Gerelateerde informatie
MY CAR (p. 14)
MY CAR - menu-opties (p. 15)
AUDIO EN MEDIA
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
26
Audio en media
Het audio- en mediasysteem omvat de functies
radio (p. 36), mediaspeler (p. 44), tv*
(p. 82) en biedt u de mogelijkheid te commu-
niceren met een mobiele telefoon (p. 59),
waarvoor u in bepaalde gevallen de stembedie-
ning (p. 65) kunt gebruiken. Het is mogelijk de
auto aan te sluiten op internet (p. 71) om bij-
voorbeeld muziek te "streamen" via apps
(p. 77).
De informatie verschijnt op een beeldscherm van
7 inch boven aan de middenconsole. De func-
ties zijn te bedienen via knoppen op het stuur-
wiel, op de middenconsole onder het beeld-
scherm of via een afstandsbediening* (p. 85).
Het hangt van het audiosysteem van de auto af
hoeveel luidsprekers en versterkers er in de auto
zitten.
Als het audio- en mediasysteem actief is bij het
afzetten van de motor, wordt het de volgende
keer dat u de sleutel naar sleutelstand I of hoger
draait, automatisch ingeschakeld en geeft het
dezelfde audiobron (bijvoorbeeld radio) weer als
bij het afzetten van de motor (bij auto's met Key-
less-systeem* moet het bestuurdersportier dicht-
staan).
Wanneer de transpondersleutel niet in het con-
tactslot steekt, is het audio- en mediasysteem 15
minuten achtereen te gebruiken door op de knop
Aan/Uit te drukken.
Bij het starten van de auto wordt het audio- en
mediasysteem tijdelijk uitgeschakeld en weer
ingeschakeld wanneer de motor is aangeslagen.
N.B.
Haal de transpondersleutel uit het contactslot
als u het audio- en mediasysteem gebruikt
terwijl de motor afgezet is. Dit om te voorko-
men dat de accu onnodig ontladen raakt.
Gracenote
®
Gracenote, Gracenote-logo en -logotype,
"Powered by Gracenote" en Gracenote MusicID
zijn geregistreerde handelsmerken of handels-
merken die eigendom zijn van Gracenote, Inc. in
de VS en/of andere landen.
Dolby Digital, Dolby Pro Logic*
Vervaardigd onder licentie van Dolby
Laboratories. Dolby, Pro Logic, MLP Lossless en
de dubbele D zijn geregistreerde handelsmerken
van Dolby Laboratories.
AUDIO EN MEDIA
27
Dirac Live
Bij de ontwikkeling en optimalisering van het
geluid werd Dirac Live-technologie gebruikt om
eersteklas geluidweergave te realiseren. Dirac
Live en het D-symbool zijn gedeponeerde han-
delsmerken van Dirac Research AB.
Gerelateerde informatie
Audio en media - audio-instellingen (p. 33)
Audio en media - overzicht
Overzicht van de verschillende onderdelen van
het audio- en mediasystemen.
AUX- en USB-ingangen voor externe
geluidsbronnen (p. 52) (bijvoorbeeld
iPod
®
).
Knoppenset op stuurwiel.
7 inch beeldscherm. De grafische opzet van
het beeldscherm is variabel en hangt af van
de instellingen van het instrumentenpaneel,
zie gebruikershandleiding.
Bedieningspaneel op middenconsole.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
28
Audiosysteem en media -
Systeembediening
Het audio- en mediasysteem is te bedienen
vanaf de middenconsole, met de stuurknoppen,
met de stembediening (p. 65) of de afstands-
bediening* (p. 85). De informatie wordt op het
beeldscherm boven aan de middenconsole
gepresenteerd.
Vooruit/achteruit/zoeken - Kort indruk-
ken om naar de/het volgende/vorige track
op een disk, voorkeurzender van de radio
1
of
hoofdstuk te gaan
2
. Lang indrukken om een
track op een cd vooruit/achteruit te spoelen
of de eerstvolgende goed doorkomende radi-
ozender te zoeken.
SOUND - indrukken op de audio-instellingen
(lage tonen, hoge tonen enzovoort) te ope-
nen. Voor meer informatie, zie algemene
audio-instellingen (p. 34).
VOL - het geluidsniveau verhogen of verla-
gen.
- ON/OFF/MUTE - Bij kort indrukken
wordt de installatie ingeschakeld en bij lang
indrukken (totdat het scherm zwart wordt)
vindt uitschakeling plaats. Let erop dat het
complete Sensus-systeem (incl. navigatie*-
en telefoonfuncties) altijd gelijktijdig wordt
in-/uitgeschakeld. Kort indrukken om het
geluid uit te schakelen (MUTE-functie) of
opnieuw in te schakelen, als het geluid uit-
stond.
Opening voor het plaatsen/uitwerpen van
een disc.
Hoofdbronnen - indrukken om een hoofd-
bron (bijvoorbeeld RADIO, MEDIA) te kiezen.
De laatst geactiveerde bron (bijvoorbeeld
FM
voor de radio) verschijnt. Als u zich in een
1
Geldt niet voor DAB.
2
Geldt alleen voor dvd-discs.
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
29
bron bevindt en op de hoofdbronknop drukt,
verschijnt er een snelkoppelingsmenu.
- Disc uitwerpen. Een disc blijft ca. 12
seconden lang in de uitgeworpen stand
staan. Om veiligheidsredenen wordt de disc
vervolgens automatisch weer naar binnen
getrokken.
OK/MENU - druk op het duimwiel op het
stuurwiel of op de knop van de middencon-
sole om een keuze in menu's te bevestigen.
Als u zich in de normaalweergave bevindt en
op OK/MENU drukt, verschijnt er een menu
voor de gekozen bron (bijvoorbeeld RADIO
of MEDIA). Er verschijnt een pijl naar rechts
op het display, als er onderliggende menu's
zijn.
TUNE - draai aan het duimwiel op het stuur-
wiel of aan de draaiknop op de middencon-
sole om door de tracks/mappen, radio- en
tv*-zenders of telefooncontacten te bladeren
of door de keuzes op het beeldscherm te
navigeren.
EXIT - kort indrukken om omhoog te gaan
in het menusysteem, een actieve functie te
annuleren, telefoongesprekken te beëindi-
gen/weigeren of ingevoerde tekens te wis-
sen. Bij lang indrukken springt u naar de
normaalweergave of naar het hoogste menu-
niveau (hoofdbronmenu), overeenkomend
met de hoofdbronknoppen op de midden-
console (6).
INFO - als er meer informatie beschikbaar is
dan op het display kan worden weergegeven,
druk dan op de INFO-knop om de reste-
rende informatie te zien.
Sneltoetsen – Cijfers en letters invoeren.
FAV - in bepaalde bronnen is het mogelijk
een functie te koppelen aan de FAV-knop.
De desbetreffende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
Stembediening - indrukken om de stembe-
diening te activeren.
||
AUDIO EN MEDIA
30
Menufuncties
Het voorbeeld laat de navigatie naar verschillende functies zien als media vanaf de harde schijf van de auto worden afgespeeld.
AUDIO EN MEDIA
31
Hoofdbronknop - indrukken om van hoofd-
bron te wisselen of het snelkoppelingsmenu
van de actieve bron weer te geven.
Normaalweergave - normale stand voor de
bron.
Snelkoppelingsmenu - geeft de meest
gebruikelijke menu-opties weer.
Snelmenu - snelstand bij draaien aan TUNE
om bijvoorbeeld van track, radiozender enzo-
voort te veranderen.
Bronmenu - functies en instellingen in de
actieve bron.
Bronkeuzemenu
3
- toont de bronnen waar-
uit te kiezen is.
Hoofdbronmenu - toont de hoofdbronnen
die ook kunnen worden gekozen met de
hoofdbronknoppen (1).
Het uiterlijk is afhankelijk van de bron, de uitrus-
ting in de auto, instellingen en dergelijke.
Kies een hoofdbron door te drukken op een
hoofdbronknop (1) (bijvoorbeeld RADIO,
MEDIA). Gebruik om door de menu's van de bron
te navigeren de bedieningsknoppen TUNE, OK/
MENU, EXIT of de hoofdbronknop (1).
Als de tekst op een menuregel lichtgrijs gekleurd
is, kunt u de desbetreffende optie niet kiezen.
Het is mogelijk dat de functie niet aanwezig is op
de auto, dat de bron niet actief of niet aangeslo-
ten is of dat de bron leeg is.
Voor de beschikbare functies, zie Audio en media
- menu-overzicht (p. 88).
3
Alleen beschikbaar in de hoofdbronnen die meerdere bronnen hebben.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
32
Symbolen op het beeldscherm
Overzicht van de symbolen die mogelijk in het
activiteits-/statusveld op het beeldscherm ver-
schijnen.
Activiteits-/statusveld.
In het activiteits-/statusveld staan de lopende
activiteiten en in bepaalde gevallen hun status.
Omdat de ruimte in het veld beperkt is, worden
niet voortdurend alle activiteits-/statussymbolen
weergegeven.
Symbool Betekenis
Maak een verbinding met internet
via Bluetooth
®
.
Internetverbinding via Bluetooth
®
.
Symbool Betekenis
Geen internetverbinding via
Bluetooth
®
.
Maak een verbinding met internet
via Wi-Fi.
Internetverbinding via Wi-Fi.
Geen internetverbinding via Wi-Fi.
Maak een verbinding met internet
via de automodem*
A
.
De staven tonen de signaalsterkte
van het mobiele telefoonnet en
onder de staven staat het
gebruikte type aansluiting.
Internetverbinding via de automo-
dem*
A
.
Geen internetverbinding via de
automodem*
A
.
De automodem*
A
heeft internetver-
binding via roaming (bij verblijf op
een netwerk in het buitenland).
Het symbool verschijnt als de posi-
tie van de auto wordt verstuurd.
Symbool Betekenis
Telefoon aangesloten op de auto.
Oproep gemist.
Lopend gesprek.
Ongelezen sms-bericht.
Microfoon uitgeschakeld.
Geluid uitgeschakeld (MUTE).
SOS-dienst*
A
actief.
ON CALL-dienst*
A
actief.
A
Alleen auto’s met Volvo On Call.
Gerelateerde informatie
Connected Car (p. 71)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
AUDIO EN MEDIA
}}
33
Favorieten
Koppel een veelgebruikte functie aan de knop
FAV. U kunt één functie per bron in de hoofd-
bronnen radio, media en MY CAR koppelen en
bij een auto met internetverbinding ook voor de
webbrowser. De gekoppelde functie kunt u ver-
volgens eenvoudig activeren met een druk op
FAV.
Favoriet koppelen
1.
Kies een hoofdbron (bijvoorbeeld RADIO,
MEDIA).
2.
Kies een bron (bijvoorbeeld
AM of
Bluetooth).
3. Druk in de normaalweergave van de bron op
OK/MENU en open het menu FAV.
Of druk lang op de knop FAV, totdat het
menu verschijnt.
4.
Kies in het menu de functie die u aan FAV
wilt koppelen.
> Wanneer de bron (bijvoorbeeld AM, Blue-
tooth
®
) actief is, is de opgeslagen functie
met een korte druk op FAV te activeren.
Gerelateerde informatie
Audio en media (p. 26)
MY CAR (p. 14)
Radio (p. 36)
Mediaspeler (p. 44)
Connected Car (p. 71)
Audio en media - audio-instellingen
Het audiosysteem is voorgekalibreerd voor opti-
male geluidsweergave, maar is naar wens aan te
passen.
Instelling voor optimale
geluidsweergave
Het audiosysteem is voorgekalibreerd voor opti-
male geluidsweergave met behulp van digitale
signaalverwerking.
Voor ieder automodel wordt het audiosysteem tij-
dens de kalibratie perfect afgestemd op de luid-
sprekers, de versterker, de akoestiek in de auto,
de positie van de luisteraar en dergelijke.
Er is tevens een dynamische kalibratie waarbij
rekening wordt gehouden met de stand van de
volumeknop, de radio-ontvangst en de rijsnelheid.
De regelfuncties die in deze gebruikershandlei-
ding nader verklaard worden (zoals
Bass, Treble
en Equalizer) zijn uitsluitend bedoeld om u de
mogelijkheid te bieden de geluidsweergave naar
wens af te stellen.
Geluidskwaliteit bij audiostreaming via
internet
De hoeveelheid data die wordt overgebracht is
afhankelijk van welke diensten of apps in de auto
worden gebruikt. Het streamen van audio kan bij-
voorbeeld tot een grote hoeveelheid dataverkeer
leiden en dat vereist een goede verbinding en
signaalsterkte. Bepaalde apps bieden de moge-
lijkheid om de audiokwaliteit in te stellen. Het
||
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
34
instellen van een hogere audiokwaliteit kan een
langere laadduur en onderbrekingen in de weer-
gave met zich meebrengen. Voor een gelijkma-
tige geluidsweergave wordt geadviseerd een
lagere audiokwaliteit te kiezen.
Gerelateerde informatie
Connected Car (p. 71)
Audio en media - algemene audio-
instellingen
Algemene geluidsinstellingen voor het audio- en
mediasysteem.
Druk op SOUND om het menu met audio-instel-
lingen (
Bass, Treble, etc.) te openen. Draai aan
TUNE om uw keuze (bijvoorbeeld Treble) te
markeren en druk op OK/MENU om de keuze te
bevestigen.
Pas de instelling aan door te draaien aan TUNE
en sla de instelling op met OK/MENU. Let erop
dat u het volume alleen kunt aanpassen binnen
een comfortabel bereik. Wanneer een systeem
actief is (bijvoorbeeld het navigatiesysteem), kunt
u het volume aanpassen door VOL naar de mini-
male/maximale stand te draaien.
Draai TUNE verder om de overige opties te mar-
keren:
Premium sound* - Geavanceerde audio-
instellingen (p. 35).
Bass – Niveau van de lage tonen.
Treble - Niveau van de hoge tonen.
Fader – Balans tussen luidsprekers voor en
achter.
Balans – Balans tussen luidsprekers links
en rechts.
Equalizer - Het geluidsniveau voor de ver-
schillende frequentiebanden (p. 36).
Volume navigatie - Het volume van de
stemsynthese van het navigatiesysteem*.
Volume stembediening - Het volume van
de stemsynthese van de stembediening
(p. 65).
Volume belsignaal - Het volume van de
beltoon van de auto voor een aangesloten
mobiele telefoon (p. 59).
Volume parkeerhulp - Volume voor de par-
keerhulp*.
Vol. Cross Traffic Alert - Volume voor het
CTA-systeem*.
Volumecompensatie - Compensatie van
storende rijgeluiden in de passagiersruimte
(p. 36).
Reset audio-instelling - Herstelt de
fabrieksstandaard voor de audio-instellingen.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
35
Audio en media - geavanceerde
audio-instellingen*
Pas de audio-instellingen voor radio en media
naar wens aan.
Alle geavanceerde audio-instellingen zijn te
bereiken met een druk op SOUND, waarna het
menu voor audio-instellingen wordt geopend.
Draai aan TUNE om
Premium sound* te mar-
keren en druk op OK/MENU.
Geluidspodium
Het audioprofiel is te optimaliseren voor verschil-
lende interieurzones. Het audioprofiel is in te
stellen op
Bestuurdersstoel, Achterbank of
Gehele auto.
1.
Draai aan TUNE om
Klankpodium te mar-
keren en druk op OK/MENU.
2. Kies een audioprofiel door te draaien aan
TUNE en bevestig uw keuze met OK/MENU.
Surround
Ambient Surround Sound is Aan/Uit te zetten.
Wanneer u voor Aan hebt gekozen, hanteert het
systeem de instelling voor optimale geluidsweer-
gave. Normaal is dat DPL II en in dat geval ver-
schijnt
op het display. Als de opname werd
gemaakt met Dolby Digital-techniek, vindt de
weergave plaats met deze instelling en verschijnt
op het display. Wanneer u voor Uit hebt
gekozen, is de driekanaals stereoweergave actief.
1.
Draai aan TUNE om
Surround te markeren
en druk op OK/MENU.
2. Ambient Surround Sound is Aan/Uit te zet-
ten met een druk op OK/MENU
Het te hanteren niveau Ambient Surround Sound
is apart in te stellen, als voor Aan gekozen is.
1.
Draai aan TUNE om de niveau-instelling te
markeren en bevestig uw keuze met OK/
MENU.
2. Kies een niveau voor Ambient Surround
Sound door te draaien aan TUNE en beves-
tig uw keuze met OK/MENU.
Lagetonenluidspreker
Het geluidsniveau voor de lagetonenluidspreker
is apart in te stellen.
1.
Draai aan TUNE om
Subwoofer te marke-
ren en druk op OK/MENU.
2. Kies het geluidsniveau door te draaien aan
TUNE en bevestig uw keuze met OK/MENU.
Middenluidspreker
Het geluidsniveau voor de middenluidspreker is
apart in te stellen. Als de Ambient Surround
Sound is ingesteld op Aan, dan geldt
DPL II-
middenlevel. Anders geldt 3-kanaals
middenlevel
.
1.
Draai aan TUNE om
Center te markeren en
druk op OK/MENU.
2. Kies het geluidsniveau door te draaien aan
TUNE en bevestig uw keuze met OK/MENU.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Equalizer instellen (p. 36)
Geluidssterkte instellen en automatische
volumeregeling (p. 36)
Geluidssterkte instellen voor externe audio-
bron (p. 54)
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
36
Equalizer instellen
Met de equalizer kunt u het volumeniveau aan-
passen voor de verschillende radiofrequentie-
banden of de tv.
1.
Druk op SOUND om het menu met audio-
instellingen te openen. Draai aan TUNE om
Equalizer te markeren en druk op OK/
MENU.
2. Kies een frequentieband door te draaien aan
TUNE en bevestig uw keuze met OK/MENU.
3. Pas de audio-instelling aan door te draaien
aan TUNE en bevestig uw keuze met OK/
MENU of annuleer de instelling met EXIT.
Doe hetzelfde voor de andere frequentieban-
den die u wilt aanpassen.
4.
Druk na de audio-instelling op EXIT om te
bevestigen en terug te gaan naar de nor-
maalweergave.
Gerelateerde informatie
Audio en media - geavanceerde audio-instel-
lingen* (p. 35)
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Geluidssterkte instellen en
automatische volumeregeling
Stel de mate van compensatie van hinderlijke
rijgeluiden in de passagiersruimte in.
Het audiosysteem zorgt voor compensatie van
hinderlijke rijgeluiden door het volume aan te
passen ten opzichte van de rijsnelheid. Het com-
pensatieniveau is in te stellen op
Laag, Midden,
Hoog of Uit.
1.
Druk op SOUND om het menu met audio-
instellingen te openen. Draai aan TUNE tot-
dat u
Volumecompensatie bereikt en druk
op OK/MENU.
2.
Kies een niveau door te draaien aan TUNE
en bevestig uw keuze met OK/MENU.
Gerelateerde informatie
Audio en media - geavanceerde audio-instel-
lingen* (p. 35)
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Radio
Het is mogelijk de radiofrequentiebanden AM
4
en FM te beluisteren en in bepaalde gevallen
ook de digitale radio (DAB)* (p. 43).
Bij een Connected Car (p. 71) is het eventu-
eel mogelijk om webradiozenders te beluisteren,
zie Apps (p. 77).
Bedieningselementen voor radiofuncties.
Voor elementaire radiobediening, zie systeembe-
diening en menufuncties (p. 28).
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
4
Geld niet voor de V60 Twin Engine en S60L Twin Engine.
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
37
AM
4
/FM-radio
Radiozenders zoeken (p. 37)
Radiozenders als voorkeurzenders opslaan
(p. 39)
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
Digitale radio (DAB)*
Digitale radio (DAB)* (p. 43)
Digitale radio (DAB)* - subkanaal (p. 43)
DAB naar DAB* link (p. 43)
Radiozenders als voorkeurzenders opslaan
(p. 39)
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
Webradio
Apps (p. 77)
Gerelateerde informatie
Menu-overzicht - AM (p. 88)
Menu-overzicht - FM (p. 89)
Menu-overzicht - Digitale radio (DAB)*
(p. 89)
Radiozenders zoeken
De radio stelt automatisch een radiozenderlijst
(p. 38) op met de radiozenders met de best
doorkomende signalen.
Bij het automatisch radiozenders zoeken
(p. 37) wordt gebruik gemaakt van de door de
radio samengestelde zenderlijst. handmatig
radiozenders zoeken (p. 38) is ook mogelijk.
Bij het zoeken van een zender kan worden inge-
steld of het radiozenders zoeken automatisch of
handmatig moet gebeuren.
1. Druk in de normaalweergave van de FM-bron
op OK/MENU en kies
Zender afstemmen
op
.
2.
Draai TUNE naar
Zenderlijst of Handmatig
afstemmen en maak een keuze met OK/
MENU.
N.B.
De ontvangst hangt niet alleen af van de sig-
naalsterkte maar ook van de signaalkwaliteit.
Er kunnen storingen optreden wanneer de
zendersignalen bijvoorbeeld gehinderd wor-
den door hoge gebouwen of van zeer grote
afstand komen. De dekkingsgraad kan even-
eens variëren afhankelijk van waar u zich
bevindt.
Automatisch radiozenders zoeken
De radio stelt automatisch een radiozenderlijst
(p. 38) samen, die voor het automatisch radio-
zenders zoeken wordt gebruikt.
Als automatisch radiozenders zoeken is ingesteld
(p. 37), kan in de normaalweergave en in de zen-
derlijst worden gezocht.
Radiozenders zoeken in de
normaalweergave
1.
Kort drukken - druk in de normaalweergave
van de FM-bron op
/ op de mid-
denconsole (of op de toetsenset op het
stuurwiel).
> De radio gaat naar de vorige/volgende
opgeslagen zender.
2.
Lang drukken - druk in de normaalweergave
van de FM-bron op
/ op de mid-
denconsole (of op de toetsenset op het
stuurwiel).
> De radio gaat naar de vorige/volgende
beschikbare zender.
Radiozenders zoeken in de zenderlijst
1. Draai in de normaalweergave van de FM-
bron aan TUNE, totdat
FM-zenderlijst ver-
schijnt.
2.
Draai TUNE naar een zender en maak een
keuze met OK/MENU.
4
Geld niet voor de V60 Twin Engine en S60L Twin Engine.
AUDIO EN MEDIA
38
In de zenderlijst kan worden gewisseld tussen
automatisch en handmatig radiozenders zoeken
(p. 38) door op INFO op de middenconsole te
drukken.
Radiozenderlijst
De radio stelt automatisch een radiozenderlijst
op met de radiozenders met de best doorko-
mende signalen. Dat biedt u de mogelijkheid
een zender te zoeken in gebieden waar u de
radiozenders en hun frequenties niet kent.
Het automatisch radiozenders zoeken (p. 37)
maakt gebruik van de samengestelde radiozen-
derlijst.
N.B.
De lijst vermeldt alleen de frequenties van de
zenders waarop u hebt afgestemd en vormt
dan ook geen complete lijst met alle beschik-
bare radiofrequenties op de frequentieband
van uw keuze.
Handmatig radiozenders zoeken
De radio stelt automatisch een radiozenderlijst
(p. 38) op, maar u kunt ook handmatig radiozen-
ders zoeken.
Als handmatig radiozenders zoeken is ingesteld
(p. 37), kan er in de normaalweergave en in de
frequentielijst worden gezocht.
Radiozenders zoeken in de
normaalweergave
1.
Kort drukken - druk in de normaalweergave
van de FM-bron op
/ op de mid-
denconsole (of op de toetsenset op het
stuurwiel).
> De radio gaat naar de vorige/volgende
opgeslagen zender.
2.
Lang drukken - druk in de normaalweergave
van de FM-bron op
/ op de mid-
denconsole (of op de toetsenset op het
stuurwiel).
> De radio gaat naar de vorige/volgende
beschikbare zender.
Radiozenders zoeken in de
frequentielijst
1. Draai in de normaalweergave van de FM-
bron aan TUNE, totdat
FM-tuning verschijnt.
2.
Draai TUNE naar een frequentie en maak
een keuze met OK/MENU.
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
39
In de frequentielijst kan worden gewisseld tussen
handmatig en automatisch radiozenders zoeken
(p. 37) door op INFO op de middenconsole te
drukken.
Radiozenders als voorkeurzenders
opslaan
Vaak beluisterde radiozenders kunt u opslaan
als voorkeurzenders, zodat u er eenvoudig op
kunt afstemmen.
Sneltoetsen.
AM
5
/FM-radio
U kunt per frequentieband (bijvoorbeeld AM) 10
voorkeurzenders vastleggen.
U kiest een voorkeurzender met de sneltoetsen.
1. Stem af op een zender, zie Radiozenders
zoeken (p. 37).
2. Houd een van de sneltoetsen enkele secon-
den ingedrukt. De sneltoets is vervolgens te
gebruiken.
U kunt een lijst met voorkeurzenders tonen op
het display.
Druk voor activering/deactivering in de nor-
maalweergave van de AM/FM-bron op
OK/MENU en kies
Tonen Presets.
Digitale radio (DAB)*
U kunt per band 10 voorkeurzenders vastleggen.
Opslag van voorkeurzenders is mogelijk door lang
op de gewenste sneltoets te drukken. Voor meer
informatie, zie onder AM-/FM-radio. U kiest een
voorkeurzender met de sneltoetsen.
Een voorkeur bestaat uit een kanaal zonder even-
tuele subkanalen. Als er tijdens het beluisteren
van een subkanaal een voorkeurkanaal vastge-
legd wordt, wordt uitsluitend het hoofdkanaal
geregistreerd. Dit komt omdat de subkanalen van
tijdelijke aard zijn. Bij activering van het bijbeho-
rende voorkeurkanaal zal dan ook het hoofdka-
naal worden weergegeven waartoe het subkanaal
behoorde. De voorkeurkanalen zijn niet gebonden
aan de kanalenlijst.
U kunt een lijst met voorkeurzenders tonen op
het display.
Druk voor activering/deactivering in de nor-
maalweergave van de DAB-bron op
OK/MENU en kies Tonen Presets.
5
Geld niet voor de V60 Twin Engine en S60L Twin Engine.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
40
N.B.
Het DAB-systeem van de geluidsinstallatie
ondersteunt niet alle functies die in de DAB-
standaard zitten.
Functies Radio Data System (RDS)
Met RDS kan de radio automatisch naar de
sterkste zender schakelen. RDS biedt de moge-
lijkheid om bijvoorbeeld verkeersinformatie (TP)
te ontvangen en naar bepaalde soorten pro-
gramma's te zoeken (PTY).
RDS verbindt FM-zenders in een netwerk met
elkaar. Een FM-zender in een dergelijk netwerk
verstuurt bepaalde informatie, zodat een RDS-
radio onder meer de volgende mogelijkheden
biedt:
Automatisch overschakelen op een beter
doorkomende zender als de ontvangst in een
bepaald gebied slecht is
6
.
Zoeken op programmatype, zoals program-
matypes
7
of verkeersinformatie.
Weergeven van informatieve tekst over het
beluisterde radioprogramma
8
.
N.B.
Bepaalde radiostations gebruiken geen RDS
of slechts bepaalde onderdelen van deze
functie.
Als een zender met het gewenste programma-
type is aangetroffen, kan de radio vervolgens op
deze zender overschakelen en de weergave van
de actieve audiobron onderbreken. Als de cd-
speler bijvoorbeeld actief is, wordt de weergave
daarvan tijdelijk onderbroken. De onderbrekende
uitzending wordt met een vooraf ingesteld
volume afgespeeld, zie vooraf ingesteld volume
(p. 42). De radio gaat naar de vorige audiobron
en het vorige volume terug wanneer het inge-
stelde programmatype ophoudt met uitzenden.
De programmafuncties alarm, verkeersinformatie
(TP) en programmatypes (PTY) worden in volg-
orde van belangrijkheid weergegeven, waarbij
geldt dat alarm de hoogste prioriteit geniet en de
programmatypes de laagste. Druk op OK/MENU
om de onderbroken weergave van de audiobron
te hervatten en de melding te beluisteren. Druk
op EXIT om de melding af te breken en de
onderbroken weergave van de audiobron te her-
vatten.
Gerelateerde informatie
Alarm bij ernstige ongelukken en calamitei-
ten (p. 41)
Verkeersinformatie (TP) (p. 41)
Radioprogrammatypes (PTY) (p. 41)
Radiotekst (p. 42)
6
Geldt voor FM-radio.
7
Geldt voor DAB*-radio.
8
Geldt voor FM- en DAB*-radio.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
41
Alarm bij ernstige ongelukken en
calamiteiten
De radiofunctie wordt gebruikt om de bevolking
attent te maken op ernstige ongelukken of cala-
miteiten. De melding
ALARM! verschijnt op het
display, wanneer er een alarmmelding wordt ver-
zonden.
Het alarm kan tijdelijk worden onderbroken,
maar kan niet worden gedeactiveerd.
Gerelateerde informatie
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
Verkeersinformatie (TP)
Bij activering van deze functie wordt de weer-
gave van de actieve audiobron onderbroken voor
verkeersinformatie via het RDS-netwerk van de
radiozender waarop is afgestemd.
Het symbool TP geeft aan dat de functie geacti-
veerd is. Als een zender in de lijst verkeersinfor-
matie kan doorgeven, wordt dat aangegeven met
een fel verlicht TP op het beeldscherm. TP is
anders grijs van kleur.
Druk voor activering/deactivering in de nor-
maalweergave van de FM-bron op
OK/MENU en kies
TP.
Gerelateerde informatie
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
Radioprogrammatypes (PTY)
Voor DAB*-radio kunnen een of meer radiopro-
grammatypes, bijvoorbeeld pop en klassieke
muziek, worden gekozen. Na de keuze van een
programmatype vindt de navigatie alleen plaats
binnen de kanalen die het type uitzenden.
1. Druk om een programmatype te kiezen op
OK/MENU in de normaalweergave van de
DAB-bron en kies
Filteren programmatype
(PTY)
.
2.
Draai TUNE naar het programmatype dat
moet worden aan-/uitgevinkt.
3.
Vink het programmatype aan/uit met OK/
MENU.
4. Als de gewenste programmatypes zijn geko-
zen, gaat u terug in het menusysteem met
EXIT.
Als de functie actief is, verschijnt het PTY-sym-
bool op het beeldscherm.
In sommige gevallen verlaat de DAB-radio de
PTY-stand, zie DAB naar DAB* link (p. 43).
Gerelateerde informatie
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
42
Volumeregeling voor
onderbrekende RDS-functies
De onderbrekende RDS-functies, bijv. alarm of
verkeersinformatie (TP), worden weergegeven
op het volume dat voor het programmatype is
gekozen. Als u het volume tijdens de onderbre-
king bijregelt, wordt het nieuwe volume opgesla-
gen voor een volgende onderbreking.
Gerelateerde informatie
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
Alarm bij ernstige ongelukken en calamitei-
ten (p. 41)
Verkeersinformatie (TP) (p. 41)
Radiotekst
Sommige RDS-zenders geven informatie door
over de inhoud van de uitzendingen, uitvoerende
artiesten en dergelijke. Deze informatie kan op
het beeldscherm worden weergegeven. Er kan
radiotekst worden weergegeven voor FM- en
DAB*-radio.
Druk voor activering/deactivering in de nor-
maalweergave van de DAB-bron op
OK/MENU en kies
Tonen.
Gerelateerde informatie
Functies Radio Data System (RDS) (p. 40)
Digitale radio (DAB)* (p. 43)
Automatisch radiofrequenties
updaten (AF)
De functie kiest automatisch de sterkste zender
voor de ingestelde radiozender en kan voor FM-
radio worden geactiveerd.
Om een sterk zendersignaal op te kunnen sporen
moet de functie soms de gehele FM-band door-
zoeken.
Als de ingestelde radiozender is opgeslagen als
voorkeur (p. 39), wisselt de functie niet van zen-
der ook al is automatisch radiofrequenties upda-
ten geactiveerd.
Druk voor activering/deactivering in de nor-
maalweergave van de FM-bron op
OK/MENU en kies
Alternatieve frequentie.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
43
Digitale radio (DAB)*
DAB (Digital Audio Broadcasting) is een sys-
teem voor digitale overdracht van radiosignalen
(p. 36). De auto biedt ondersteuning voor DAB,
DAB+ en DMB.
N.B.
Er is niet overal dekking voor DAB. Als er
geen dekking is, verschijnt de melding
Geen
ontvangst op het beeldscherm.
Gerelateerde informatie
Radiozenders als voorkeurzenders opslaan
(p. 39)
Radioprogrammatypes (PTY) (p. 41)
Radiotekst (p. 42)
Digitale radio (DAB)* - subkanaal (p. 43)
DAB naar DAB* link (p. 43)
Menu-overzicht - Digitale radio (DAB)*
(p. 89)
Digitale radio (DAB)* - subkanaal
Secundaire componenten worden vaak aange-
duid als subkanalen. Dergelijke componenten
zijn van tijdelijke aard en kunnen bijvoorbeeld uit
vertalingen van het hoofdprogramma bestaan.
Als er een of meer subkanalen bestaan verschijnt
het symbool
links van de kanaalnaam op het
display. Als er slechts één subkanaal bestaat ver-
schijnt het symbool
- links van de kanaalnaam op
het display.
Draai aan TUNE om het menu met subkanalen te
bereiken.
Subkanalen zijn uitsluitend te bereiken via het
gekozen hoofdkanaal. Kies een ander hoofdka-
naal voor toegang tot andere subkanalen.
DAB naar DAB* link
‘DAB naar DAB link’ houdt in dat de DAB-radio
van een kanaal dat slecht of helemaal niet te ont-
vangen is kan overschakelen op hetzelfde kanaal
in een andere kanaalgroep met een betere ont-
vangst.
Bij het veranderen van kanaalgroep kan enige
vertraging in de geluidsweergave optreden. Vanaf
het moment dat het huidige kanaal verdwijnt en
het nieuwe kanaal toegankelijk wordt kan het
geluid dan ook enige tijd stilvallen.
Druk voor activering/deactivering in de nor-
maalweergave van de DAB-bron op
OK/MENU en kies
DAB-DAB-verbinding.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
44
Mediaspeler
De mediaspeler kan audio- en videobestanden
op cd’s/dvd’s en extern aangesloten audiobron-
nen weergeven via de AUX-/USB-ingang of
geluidsbestanden draadloos streamen (p. 54)
op externe eenheden via Bluetooth
®
. Met behulp
van bepaalde mediaspelers kunt u tv* kijken en
communiceren met een mobiele telefoon
(p. 59) via Bluetooth
®
.
Het is mogelijk muziek op een disk/USB
9
te
kopiëren naar de harde schijf (HDD) (p. 49)
van de auto.
Een auto met internetaansluiting (p. 71) is het
eventueel mogelijk om webradiozenders en audi-
oboeken te beluisteren en muziekdiensten te
gebruiken, zie Apps (p. 77).
Knoppen voor de mediaspeler.
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28).
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
Gracenote MusicID
®
Gracenote MusicID
®
is de branchestandaard voor
muziekherkenning. De techniek wordt gebruikt
om hoesjes en muziekinformatie voor cd’s, digi-
tale muziekbestanden op opslagmedia en
muziekdiensten op internet te identificeren en
leveren.
Gerelateerde informatie
Audio en media (p. 26)
Stembediening - mobiele telefoon (p. 69)
Afstandsbediening* (p. 85)
Mediaspeler - compatibele bestandsformaten
(p. 50)
Cd/Dvd
De mediaspeler (p. 44) kan voorbespeelde en
zelfgebrande cd’s/dvd’s afspelen.
De mediaspeler ondersteunt de volgende soorten
discs en bestanden en kan deze met andere
woorden afspelen:
Voorbespeelde cd’s/dvd’s (CD/DVD Audio).
Voorbespeelde dvd’s met video (DVD Video).
Cd’s/dvd’s met geluidsbestanden branden.
Voor meer informatie over de ondersteunde for-
maten, compatibele bestandsformaten, (p. 50).
Disks zijn alleen af te spelen, als ze maximaal
5000 bestanden (incl. afspeellijsten) bevatten.
N.B.
Het is mogelijk dat de speler audiobestanden
met kopieerbeveiliging van de platenmaat-
schappijen of zelfgebrande audiobestanden
niet kan lezen.
9
Afhankelijk van de markt.
AUDIO EN MEDIA
45
Het is mogelijk muziek te kopiëren van een
disk
10
naar de harde schijf (HDD) (p. 49) van
de auto en de muziek vervolgens daarvandaan af
te spelen.
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28). Hier volgt een gedetailleerde beschrijving.
Afspelen en navigeren van CD/DVD
Audio
Druk in de normaalweergave van de schijfbron op
OK/MENU en draai aan TUNE om de trackstruc-
tuur van de schijf te openen. Navigeer in de
structuur door te draaien aan TUNE.
Start het afspelen van een track met een druk op
OK/MENU.
Afspelen en navigeren van
zelfgebrande cd’s/dvd’s
Wanneer er een disc met audio-/videobestanden
in de speler wordt geplaatst, dient de mapstruc-
tuur op de disc te worden ingelezen. Afhankelijk
van de kwaliteit van de disc en de hoeveelheid
gegevens die erop staan, kan het enige tijd duren
voordat de weergave van start gaat.
Druk in de normaalweergave van de schijfbron op
OK/MENU en draai en TUNE om de mapstruc-
tuur van de schijf te openen of om de catego-
rieën te doorzoeken. Navigeer in de structuur
door aan TUNE te draaien, kies de map met OK/
MENU en ga terug in de structuur met EXIT.
Start het afspelen van een bestand met een druk
op OK/MENU.
Wanneer een bepaald muziekbestand helemaal
afgespeeld is, worden de overige bestanden in
dezelfde map afgespeeld. Nadat alle bestanden
in een bepaalde map zijn afgespeeld, wordt er
automatisch van map gewisseld.
Afspelen en navigeren van DVD Video
Voor het gebruik van DVD Video, zie Afspelen en
navigeren bij DVD Video (p. 48).
Media zoeken
U kunt muziek op uw eenheden zoeken. Tijdens
de zoekfunctie worden de USB, disk en harde
schijf doorzocht. Lees meer over de zoekfunctie
(p. 46).
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Vooruit-/achteruitspoelen (p. 46)
Willekeurige afspeelvolgorde tracks of audio-
bestanden (p. 46)
Menu-overzicht - CD/DVD Audio (p. 90)
Menu-overzicht - DVD Video (p. 91)
10
Bepaalde markten.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
46
Vooruit-/achteruitspoelen
U kunt audio- en videobestanden voor- en ach-
teruitspoelen
11
.
Houd de knop / ingedrukt om audio- of
videobestanden vooruit/achteruit te spoelen.
Voor audiobestanden geldt één snelheid, terwijl
videobestanden op meerdere snelheden voor- en
achteruit te spoelen zijn. Druk herhaalde malen
achtereen op de knoppen
/ om bij vide-
obestanden sneller voor- of achteruit te spoelen.
Laat de toets weer los om de video weer op nor-
male snelheid weer te geven.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Willekeurige afspeelvolgorde tracks
of audiobestanden
Bij activering van deze functie worden de tracks/
audiobestanden in willekeurige volgorde
12
afge-
speeld.
Om de tracks/audiobestanden van de gekozen
bron in willekeurige volgorde af te spelen:
1.
Druk op OK/MENU in de normaalweergave
van de gekozen bron
2.
Draai aan TUNE totdat
Shuffle verschijnt
3.
Druk op OK/MENU om de functie te active-
ren/deactiveren.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Media Bluetooth
®
(p. 54)
Media zoeken
U kunt muziek op uw eenheden zoeken. Tijdens
de zoekfunctie worden de USB (p. 52), disk
(p. 44) en harde schijf (p. 49) doorzocht.
Media zoeken is bereikbaar vanuit de normaal-
weergave voor de bronnen
Disk, USB en HDD.
Druk om te beginnen met zoeken op OK/MENU
in de normaalweergave van de bron en kies
Media zoeken.
Zoekfunctie
Zoeken met behulp van het schrijfwiel.
Tekenlijst.
Invoerstand wijzigen (zie de volgende tabel).
11
Geldt alleen voor cd/dvd*-schijven, USB en iPod
®
.
12
Geldt niet voor DVD Video. Bij via de AUX/USB-poort aangesloten externe audiobronnen geldt dit alleen voor USB en iPod
®
. Wordt niet door alle mobiele telefoons ondersteund.
AUDIO EN MEDIA
47
Gebruik het schrijfwiel om zoektermen in te voe-
ren.
1.
Draai aan TUNE tot de gewenste letter ver-
schijnt en druk ter bevestiging op OK/
MENU. Ook de cijfer- en lettertoetsen van
het bedieningspaneel op de middenconsole
zijn te gebruiken.
Om over te schakelen op de invoer van cij-
fers of speciale tekens of om de trefferslijst
te openen dient u aan TUNE te draaien, tot-
dat een van de opties (zie verklaring in navol-
gende tabel) in de lijst voor het wisselen van
invoerstand (2) verschijnt en druk vervolgens
op OK/MENU.
2. Ga verder met de volgende letter enz.
3. Kies, wanneer u tevreden bent met de zoek-
term,
Zoeken.
> Er wordt gezocht. Het resultaat wordt
weergegeven en in de volgende catego-
rieën gegroepeerd: artiesten, tracks, gen-
res, jaartallen en componisten.
4.
Draai TUNE naar een categorie en druk op
OK/MENU.
5.
Draai aan TUNE om een medium te kiezen
en druk op OK/MENU om de weergave te
starten.
123/A
BC
Met OK/MENU kunt u wisselen
tussen cijfers en letters.
MEER
Met OK/MENU kunt u overschake-
len op de invoer van speciale
tekens.
Zoeken
Voer het media zoeken uit.
| | }
Van het tekstwiel naar het
Kernwrd:-veld wisselen. De cursor
verplaatsen met TUNE. Eventuele
spelfouten wissen met EXIT. Om
terug te gaan naar het tekstwiel op
OK/MENU drukken.
Let erop dat u de cijfer- en letter-
toetsen op het bedieningspaneel
kunt gebruiken bij bewerkingen in
het
Kernwrd:-veld.
Bij kort indrukken van EXIT wist u het laatst inge-
voerde teken. Bij lang indrukken van EXIT wist u
alle ingevoerde tekens.
Tekst invoeren met numeriek toetsenbord
Numeriek toetsenbord.
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de toetsen op de mid-
denconsole: 09, * en #.
Zo wordt bij een druk op 9 wordt een kolom
weergegeven met alle tekens
13
onder deze toets,
zoals
w, x, y, z en 9. Bij snel indrukken van de
toets bladert u met de cursor door deze tekens.
Blijf met de cursor op het te kiezen teken
staan - het teken verschijnt op de schrijfre-
gel.
Wis/annuleer uw keuze met EXIT.
Houd om een cijfer in te voeren de toets met het
gewenste cijfer ingedrukt.
13
De schrijftekens voor de verschillende toetsen kunnen per markt/land/taal variëren.
AUDIO EN MEDIA
48
Afspelen en navigeren bij DVD
Video
Tijdens het afspelen van een video-dvd ver-
schijnt er mogelijk een discmenu op het display.
Via het discmenu hebt u toegang tot extra func-
ties en instellingen om bijvoorbeeld ondertitels,
geluidstracks, scènes te kiezen.
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28). Hier volgt een gedetailleerde beschrij-
ving.
N.B.
Videoweergave is uitsluitend mogelijk, wan-
neer de auto stilstaat. Wanneer de auto rijdt,
verdwijnt het beeld terwijl het geluid wordt
weergegeven en op het beeldscherm staat
Video niet beschikbaar bij deze snelheid.
De beelden verschijnen weer, wanneer de
auto bijna stilstaat.
Navigeren in eigen menu video-dvd
Met de bedieningselementen op de middencon-
sole kunt u navigeren in het eigen menu van de
video-dvd.
Van hoofdstuk of titel veranderen
Draai aan TUNE om de lijst met hoofdstukken te
openen en erin te navigeren (bij het afspelen van
een film wordt de film gepauzeerd). Druk op OK/
MENU om een hoofdstuk te kiezen en terug te
keren naar de uitgangspositie (als eerder een
film werd afgespeeld, wordt deze film voortgezet).
Druk op EXIT om de titellijst te openen.
In de titellijst kiest u een titel door te draaien aan
TUNE en bevestigt u uw keuze met OK/MENU,
waarna u terugkeert naar de lijst met hoofdstuk-
ken. Druk op OK/MENU om uw keuze te active-
ren en terug te keren naar de uitgangspositie.
Met EXIT annuleert u uw keuze en keert u terug
naar de uitgangspositie (zonder een keuze te
maken).
Wisselen van hoofdstuk is ook mogelijk door te
drukken op
/ op de middenconsole of
op de knoppenset op het stuurwiel.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Camerahoek bij het afspelen van DVD Video
(p. 49)
Vooruit-/achteruitspoelen (p. 46)
Willekeurige afspeelvolgorde tracks of audio-
bestanden (p. 46)
Mediaspeler - compatibele bestandsformaten
(p. 50)
AUDIO EN MEDIA
}}
49
Camerahoek bij het afspelen van
DVD Video
Met deze functie kunt u, op voorwaarde dat de
video-dvd dit ondersteunt, aangeven vanuit
welke camerapositie een bepaalde scène moet
worden weergegeven.
Druk in de normaalweergave van de schijf-
bron op OK/MENU en kies
Geavanceerde
instellingen
Kijkhoek.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Beeldinstellingen
Het is mogelijk de volgende beeldinstellingen
voor helderheid en contrast te wijzigen (op voor-
waarde dat de auto stilstaat).
1.
Druk in de weergavestand op OK/MENU,
kies
Beeldinstellingen en bevestig uw
keuze met OK/MENU.
2.
Draai aan TUNE om de aan te passen instel-
ling te bereiken en bevestig uw keuze met
OK/MENU.
3. Pas de instelling aan door te draaien aan
TUNE en bevestig uw keuze met OK/MENU.
Druk om terug te keren naar de lijst met instellin-
gen op OK/MENU of EXIT.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Audio en media (p. 26)
Harde schijf (HDD)
Het is mogelijk muziek te kopiëren van een
disk/USB
14
naar de harde schijf (HDD) van de
auto en de muziek vervolgens daarvandaan af te
spelen.
Voor informatie over de ondersteunde formaten,
zie compatibele bestandsformaten, (p. 50).
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28). Hier volgt een gedetailleerde beschrijving.
Muziek kopiëren naar harde schijf
Mappen hebben het symbool .
1. Druk in normaalweergave van de harddis-
kbron op OK/MENU en kies voor kopiëring
Van disk/Van USB.
2. Kies eerst wat u wilt kopiëren en daarna
Doorgaan.
3.
Bestemming selecteren voor de doelloca-
tie van de gekopieerde muziek en kies
Import naar geselecteerde map starten.
>
Muziek importeren van disk/Muziek
importeren van USB
Verwijder de schijf/het USB-geheugen
niet voordat de overdracht bevestigd is -
Muziekbestanden geïmporteerd.
14
Afhankelijk van de markt.
||
AUDIO EN MEDIA
50
N.B.
Bij het kopiëren vanaf USB worden de
muziekbestanden die niet in mappen staan
niet zichtbaar, d.w.z. als ze in de root staan.
Deze nummers kunnen worden geïmporteerd
door importeren
Alle tracks te kiezen of de
bestanden in mappen te plaatsen.
Het systeem kan muziek op max. 8 niveaus in
submappen kopiëren.
Mogelijke bestandsformaten om naar de
harde schijf te kopiëren
Cd's/dvd's: mp3, wma, aac.
USB: mp3, mp4, wma, aac, m4a, m4b.
Map of bestand hernoemen/
verwijderen
1. Druk in de normaalweergave van de harddis-
kbron op OK/MENU en kies
Bestand
hernoemen/verwijderen.
2.
Markeer een map of bestand, druk op OK/
MENU en kies
Hernoemen of Wis.
3. Gebruik het schrijfwiel om een nieuwe naam
in te voeren en druk daarna op
Opslaan.
Voor het hernoemen van een bestand kunt u
geen bestaande bestandsnaam gebruiken. Het
systeem houdt in dat geval de oude bestands-
naam aan.
Afspelen en navigeren
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
Afspeelvolgorde
De treffers wordt afgespeeld in de volgorde
waarin ze op de lijst staan. Druk voor een wille-
keurige afspeelvolgorde op OK/MENU in de nor-
maalweergave van de harddiskbron en kies
Shuffle.
Media zoeken
U kunt muziek op uw eenheden zoeken. Tijdens
de zoekfunctie worden de USB, disk en harde
schijf doorzocht. Lees meer over de zoekfunctie
(p. 46).
Opslaggegevens
Druk voor de capaciteit en het gebruik van de
harddisk op OK/MENU in de normaalweergave
van de harddiskbron en kies
Opslaginformatie.
Gerelateerde informatie
Mediaspeler (p. 44)
Menu-overzicht - harde schijf (HDD)
(p. 91)
Mediaspeler - compatibele
bestandsformaten
De mediaspeler kan tal van bestandstypen
afspelen en is compatibel met de formaten in de
volgende tabellen.
Compatibele bestandsformaten voor
cd’s/dvd’s
N.B.
Dubbelzijdige schijven van het zogeheten
dual format-type (DVD Plus, CD-DVD) zijn
dikker dan normale cd’s. Het is dan ook niet
zeker of dergelijke schijven kunnen worden
afgespeeld en storingen zijn mogelijk.
Als een cd een mix van mp3- en CD-DA-
bestanden bevat, worden alle mp3-tracks
genegeerd.
Audioformaten CD-Audio, mp3, wma, aac,
m4a
Videoformaten DVD Video
Compatibele bestandsformaten via
USB-aansluiting
Het systeem biedt ondersteuning voor de audio-
en videoformaten in de onderstaande tabel bij
weergave via de USB-aansluiting.
AUDIO EN MEDIA
51
Audioformaten mp3, mp4, wma, aac, m4a,
m4b
Videoformaten
Audiospecificaties voor mp3-bestanden
Formaat kHz kb/s
MPEG-1/Audio 32
32–320
A
44.1
32–320
A
48
32–320
A
MPEG-2/Audio 16 8–160
22.05 8–160
24 8–160
MPEG-2.5/Audio 8 8-64
11.025 8-64
12 8-64
A
Geldt niet voor 144 kb/s.
Audiospecificaties voor wma-
bestanden
Bestanden zijn af te spelen, als ze aan de vol-
gende criteria voldoen:
WMA-versie 8.x, 9.x, 10.x, Pro
Audiospecificaties voor aac-bestanden
Bestanden zijn af te spelen, als ze aan de vol-
gende criteria voldoen:
Audioformaat MPEG-2 en
MPEG-4
Samplefrequentie audio-
invoer (audio sampling
rate)
8–96 kHz
Audiokanalen (ch) 1ch en 2ch
Audiospecificaties voor wav-bestanden
Bestanden zijn af te spelen, als ze aan de vol-
gende criteria voldoen:
Samplefrequentie audio-
invoer (audio sampling rate)
Tot 44.1 kHz
Audiokanalen (ch) 1ch en 2ch
Audiobitsnelheid (audio bit
rate)
16 kb/s voor
1ch
Wav-bestanden zijn op basis van een PCM-con-
tainer.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Cd/Dvd (p. 44)
Externe audiobron via AUX/USB-ingang
(p. 52)
Harde schijf (HDD) (p. 49)
AUDIO EN MEDIA
52
Externe audiobron via AUX/USB-
ingang
Op het audiosysteem is een externe audiobron,
zoals een iPod
®
of mp3-speler, aan te sluiten
(p. 53).
Een iPod
®
of mp3-speler met oplaadbare batte-
rijen wordt opgeladen (wanneer het contact inge-
schakeld is of de motor draait), als het apparaat
aangesloten is op de USB-aansluiting.
Het is mogelijk muziek te kopiëren van een
USB
15
naar de harde schijf (HDD) (p. 49) van de
auto en de muziek vervolgens daarvandaan af te
spelen.
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28). Hier volgt een gedetailleerde beschrijving.
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
Afspelen en navigeren
Een op de USB-ingang aangesloten audiobron is
te bedienen via de geluidsregeling van de auto.
Een eenheid die is aangesloten op de AUX-
ingang valt echter niet te bedienen via de
geluidsregeling van de auto.
Draai in de normaalweergave van de audiobron
aan TUNE om de mapstructuur te bereiken of om
in de categorieën te zoeken. Navigeer in de
structuur door aan TUNE te draaien, kies de map
met OK/MENU en ga terug in de structuur met
EXIT.
Start het afspelen van een bestand met een druk
op OK/MENU.
Wanneer een bepaald muziekbestand helemaal
afgespeeld is, worden de overige bestanden in
dezelfde map afgespeeld. Nadat alle bestanden
in een bepaalde map zijn afgespeeld, wordt er
automatisch van map gewisseld.
Media zoeken
U kunt muziek op uw eenheden zoeken. Tijdens
de zoekfunctie worden de USB, disk en harde
schijf doorzocht. Lees meer over de zoekfunctie
(p. 46).
USB-geheugen
Om het gebruik van een USB-geheugen te ver-
eenvoudigen is het beter alleen muziekbestanden
in het geheugen op te slaan. Het inlezen duurt
aanzienlijk langer, wanneer er behalve compati-
bele muziekbestanden nog andere bestanden op
het opslagmedium staan.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning voor draag-
bare media die werken met USB 2.0 en het
bestandssysteem FAT32.
N.B.
Bij gebruik van een langer USB-geheugen
wordt geadviseerd een USB-adapterkabel te
gebruiken. Dit om mechanische slijtage aan
de USB-ingang en het aangesloten USB-
geheugen tegen te gaan.
15
Bepaalde markten.
AUDIO EN MEDIA
}}
53
Technische specificatie
Maximumaantal bestanden 15.000
Maximumaantal mappen 1000
Maximumaantal mapniveaus 8
Maximumaantal afspeellijsten 100
Maximumaantal posten in een
afspeellijst
1000
Submappen Onbeperkt
Mp3-speler
Veel mp3-spelers werken met hun eigen
bestandssystemen die niet ondersteund worden
door het Infotainmentsysteem. Om een dergelijke
mp3-speler te kunnen gebruiken binnen het sys-
teem, dient de speler in de stand
USB
Removable device/Mass Storage Device te
staan.
iPod
®
N.B.
Het systeem ondersteunt alleen de weergave
van audiobestanden van iPod
®
.
N.B.
Om het afspelen te starten moet u de bron
iPod
®
kiezen (en niet USB).
Wanneer u muziek op een aangesloten iPod
®
beluistert, hanteert het audio- en mediasys-
teem een menustructuur vergelijkbaar met die
van de iPod
®
.
Gerelateerde informatie
Geluidssterkte instellen voor externe audio-
bron (p. 54)
Mediaspeler - compatibele bestandsformaten
(p. 50)
Audio en media - menu-overzicht (p. 88)
Externe audiobron via AUX/USB -
ingang aansluiten
Via een van de aansluitingen in de middencon-
sole is het mogelijk een externe audiobron (zoals
een iPod
®
of mp3-speler) aan te sluiten op het
audiosysteem.
Aansluitingspunten voor externe audiobronnen.
audiobron aansluiten:
1. Sluit uw audiobron aan op een van de aan-
sluitingen in het opbergvak van de midden-
console (zie afbeelding).
2. Druk in de normaalweergave van de media-
bron op MEDIA, draai aan TUNE totdat u de
gewenste audiobron
USB, iPod of AUX
bereikt en druk op OK/MENU.
De tekst USB lezen verschijnt op het beeld-
scherm, terwijl het systeem de bestanden op het
||
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
54
opslagmedium inleest. Afhankelijk van de
bestandsstructuur en het aantal bestanden kan
het enige tijd duren voordat alles ingelezen is.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning voor de
meeste iPod
®
-modellen die in 2005 of later
gemaakt zijn.
N.B.
Om schade tegen te gaan wordt de USB-
aansluiting gedeactiveerd bij kortsluiting of
als een aangesloten USB-eenheid te veel
stroom afneemt (dit is mogelijk als de aange-
sloten eenheid niet aan de USB-standaard
voldoet). Als de volgende keer dat u het con-
tact inschakelt, blijkt dat de storing verdwe-
nen is, wordt de USB-aansluiting automatisch
opnieuw geactiveerd.
Gerelateerde informatie
Externe audiobron via AUX/USB-ingang
(p. 52)
Geluidssterkte instellen voor
externe audiobron
Met deze functie kunt u het volume instellen voor
een externe audiobron (p. 52). Als het volume te
hoog of te laag staat, kan de geluidskwaliteit
achteruitgaan.
Bij aansluiting van een externe audiobron (zoals
een mp3-speler of iPod
®
) op de AUX-ingang ver-
schilt het ingestelde volume van deze audiobron
mogelijk van het volume waarop het audiosys-
teem (bijvoorbeeld de radio) speelt. Corrigeer dit
door het ingangsvolume van de ingang aan te
passen: Druk in de normaalweergave van de
AUX-bron op OK/MENU, kies
AUX-ingang en
daarna de volume-instelling
Standaard of
Boost.
N.B.
Als het volume van de externe geluidsbron te
hoog of te laag staat, kan de geluidskwaliteit
achteruitgaan. De geluidskwaliteit kan ook
achteruitgaan als de speler wordt bijgeladen
wanneer het audio- en mediasysteem in de
stand AUX staat. Laad de speler in dat geval
niet via de 12V-aansluiting bij.
Gerelateerde informatie
Audio en media - geavanceerde audio-instel-
lingen* (p. 35)
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Media Bluetooth
®
De mediaspeler in de auto is uitgerust met
Bluetooth
®
en kan draadloos "streaming audio"-
bestanden afspelen op externe eenheden met
Bluetooth
®
zoals mobiele telefoons en laptops.
U moet de eenheid eerst registreren en aan de
auto koppelen (p. 56).
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28). Hier volgt een gedetailleerde beschrijving.
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
Afspelen en navigeren
Navigatie en regeling van het geluid zijn te ver-
richten via de knoppen op de middenconsole of
via de knoppenset op het stuurwiel. Bij sommige
externe eenheden is het ook mogelijk op de een-
heid zelf van track te wisselen.
Wanneer er een mobiele telefoon is aangesloten
op de auto, kunt u tevens bepaalde functies van
de mobiele telefoon op afstand bedienen, zie
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59). Wissel
tussen de hoofdbronnen TEL en MEDIA om de
functies van de desbetreffende bronnen te
gebruiken.
AUDIO EN MEDIA
55
N.B.
Bluetooth
®
-mediaspelers moeten ondersteu-
ning bieden voor de profielen Audio/Video
Remote Control Profile (AVRCP) en Advan-
ced Audio Distribution Profile (A2DP). De
speler dient AVRCP versie 1.3 en A2DP 1.2
te hanteren. Anders werken bepaalde functies
mogelijk niet.
Niet alle verkrijgbare mobiele telefoons en
externe mediaspelers zijn volledig compatibel
met de Bluetooth
®
-functie van de mediaspe-
ler van de auto. Volvo adviseert u contact op
te nemen met een erkende Volvo-dealer voor
informatie over compatibele telefoons en
externe mediaspelers.
N.B.
De mediaspeler van de auto kan alleen audio-
bestanden afspelen via de Bluetooth
®
-functie.
Gerelateerde informatie
Willekeurige afspeelvolgorde tracks of audio-
bestanden (p. 46)
Menu-overzicht - Media Bluetooth
®
(p. 93)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en
loskoppelen
De auto is voorzien van Bluetooth
®
en kan
draadloos communiceren met andere
Bluetooth
®
-eenheden na registratie en aanslui-
ting (p. 56).
U kunt maximaal 15 externe Bluetooth
®
-eenhe-
den registreren. U hoeft een eenheid slechts
eenmaal te registreren. Na het registreren hoeft
de eenheid niet langer zichtbaar/identificeerbaar
te zijn, alleen moet Bluetooth
®
wel zijn geacti-
veerd.
Wanneer de Bluetooth
®
-functie actief is en de
laatst aangesloten eenheid binnen het bereik ligt,
vindt automatisch aansluiting op de auto plaats
als deze wordt gestart. De naam van de aange-
sloten eenheid verschijnt in de normaalweergave
van de bron. Druk op OK/MENU voor aansluiting
op een andere eenheid en kies van eenheid wis-
selen (p. 58).
De Bluetooth
®
-eenheid wordt automatisch losge-
koppeld, wanneer deze buiten het bereik van de
auto komt. Om een eenheid handmatig los te
koppelen - Bluetooth in de eenheid deactiveren.
Om de registratie van een Bluetooth
®
-eenheid in
de auto ongedaan te maken, kies Bluetooth
®
-
eenheid verwijderen (p. 59). De auto zal daarna
niet meer automatisch naar deze eenheid zoeken.
U kunt twee Bluetooth
®
-eenheden tegelijk heb-
ben aangesloten. Bijvoorbeeld een telefoon
en een media-eenheid en u kunt van eenheid
wisselen (p. 58).
Telefoon aangesloten als telefoon en als media-eenheid.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Media Bluetooth
®
(p. 54)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
AUDIO EN MEDIA
56
Bluetooth
®
-eenheid registreren
U kunt twee Bluetooth
®
-eenheden tegelijk heb-
ben aangesloten. Bijvoorbeeld een telefoon en
een media-eenheid en u kunt van eenheid wisse-
len. U kunt tevens gebruik maken van de tele-
foon, terwijl u via "streaming audio"-bestanden
beluistert. Het is mogelijk de auto aan te sluiten
op internet (p. 71) via de internetverbinding
van de mobiele telefoon.
U kunt maximaal 15 externe Bluetooth
®
-eenhe-
den registreren. U hoeft een eenheid slechts
eenmaal te registreren. Na het registreren hoeft
de eenheid niet langer zichtbaar/identificeerbaar
te zijn, alleen moet Bluetooth
®
wel zijn geacti-
veerd.
N.B.
Bij een update van het besturingssysteem van
de telefoon wordt de telefoonregistratie
mogelijk onderbroken. Verwijder de telefoon
dan, zie Bluetooth
®
-eenheid verwijderen
(p. 59) en sluit hem opnieuw aan.
Hoe u een externe eenheid aansluit hangt af van
de vraag of dezelfde eenheid al dan niet eerder
aangesloten was. Bij de onderstaande aansluit-
opties wordt ervan uitgegaan dat het de eerste
keer is dat de eenheid wordt aangesloten (gere-
gistreerd) en dat er geen andere eenheid is aan-
gesloten. In de aansluitopties wordt aangegeven
hoe u een telefoon aansluit. Het aansluiten van
een media-eenheid (p. 54) verloopt op dezelfde
manier, maar in dat geval is de hoofdbron MEDIA
het beginpunt.
U kunt op twee manieren eenheden aansluiten:
ofwel zoekt u de externe eenheid vanuit de auto
ofwel zoekt u de auto vanaf de externe eenheid.
Als de ene manier niet werkt, kunt u de andere
proberen.
Als u zich niet in de normaalweergave voor de
telefoon bevindt, drukt u op TEL in de midden-
console.
Voorbeeld van normaalweergave voor de telefoon.
Alternatief 1 - externe eenheid zoeken
via het menusysteem in de auto
1. Maak de externe eenheid identificeerbaar/
zichtbaar via Bluetooth
®
, zie daarvoor de
gebruiksaanwijzing bij de externe eenheid of
bezoek www.volvocars.com.
2. Druk in de normaalweergave van de tele-
foonbron op OK/MENU en kies
Nieuwe
telefoon zoeken (voor de media-eenheid
Nieuw apparaat zoeken).
> De auto zoekt vervolgens naar beschik-
bare Bluetooth
®
-eenheden, wat ongeveer
een minuut kan duren.
3.
Kies de aan te sluiten Bluetooth
®
-eenheid in
de lijst en druk op OK/MENU.
4. Controleer of de aangegeven cijfercode in de
auto overeenkomt met die op de externe
eenheid. Accepteer in dat geval op beide
punten.
5. Accepteer of weiger eventuele opties voor
contactpersonen en berichten op de tele-
foon.
> De externe eenheid is daarmee aangeslo-
ten.
Als de aansluiting is mislukt, drukt u op EXIT en
sluit u aan volgens Alternatief 2.
AUDIO EN MEDIA
57
Alternatief 2 - Auto zoeken met het
Bluetooth
®
-systeem van de externe
eenheid
1. Druk in de normaalweergave van de tele-
foonbron op OK/MENU, kies
Auto
herkenbaar maken en bevestig uw keuze
met OK/MENU.
2. Zoek met de externe eenheid naar
Bluetooth
®
-eenheden.
> De eenheid zoekt vervolgens naar
beschikbare Bluetooth
®
-eenheden, wat
ongeveer een minuut kan duren.
3. Kies de naam van de auto op het display van
de externe eenheid.
4. Controleer of de aangegeven cijfercode in de
auto overeenkomt met die op de externe
eenheid. Accepteer in dat geval op beide
punten.
5. Accepteer of weiger in de telefoon eventuele
opties voor de contactpersonen en de
berichtfuncties van de telefoon.
> De externe eenheid is daarmee aangeslo-
ten.
Wanneer de externe eenheid is aangesloten, ver-
schijnt de Bluetooth
®
-naam van de externe een-
heid op het display van de auto waarna de een-
heid via de auto te bedienen is.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en loskoppe-
len (p. 55)
Automatische verbinding
Bluetooth
®
-eenheid
Wanneer een of meer Bluetooth
®
-eenheden in
de auto geregistreerd (p. 56) zijn, vindt bij het
starten van de auto automatisch verbinding
plaats.
Wanneer de Bluetooth
®
-functie actief is en de
laatst verbonden eenheid binnen het bereik ligt,
vindt automatisch verbinding plaats. Als de laatst
verbonden eenheid niet beschikbaar is, probeert
het systeem een eerder geregistreerde eenheid
aan te sluiten.
Druk op EXIT voor aansluiting op een andere
eenheid, kies voor nieuwe eenheid aansluiten
(p. 56) of andere geregistreerde eenheid kiezen
(p. 58).
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en loskoppe-
len (p. 55)
AUDIO EN MEDIA
58
Andere Bluetooth
®
-eenheid kiezen
Als er meerdere aangesloten eenheden in de
auto aanwezig zijn, kunt u van eenheid wisselen.
De eenheid moet eerst gekoppeld (p. 56) zijn
aan de auto.
Andere media-eenheid kiezen
1.
Controleer of de externe eenheid Bluetooth
®
heeft geactiveerd, zie de handleiding van de
externe eenheid.
2. Druk in de normaalweergave van de
Bluetooth
®
-mediabron op OK/MENU en
kies
Ander apparaat.
> De auto zoekt naar eerder aangesloten
eenheden. De gevonden externe eenhe-
den verschijnen met hun Bluetooth
®
-
naam op het display van de middencon-
sole.
3. Kies de aan te sluiten eenheid.
> De externe eenheid wordt vervolgens aan-
gesloten.
Van telefoon wisselen
1.
Controleer of de externe eenheid Bluetooth
®
heeft geactiveerd, zie de handleiding van de
externe eenheid.
2. Druk in de normaalweergave van de tele-
foonbron op OK/MENU en kies
Telefoon
wijzigen.
> De auto zoekt naar eerder aangesloten
eenheden. De gevonden externe eenhe-
den verschijnen met hun Bluetooth
®
-
naam op het display van de middencon-
sole.
3. Kies de aan te sluiten eenheid.
> De externe eenheid wordt vervolgens aan-
gesloten.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en loskoppe-
len (p. 55)
Bluetooth
®
-eenheid loskoppelen
De Bluetooth
®
-eenheid wordt automatisch los-
gekoppeld, wanneer deze buiten het bereik van
de auto komt.
Wanneer de mobiele telefoon is losgekoppeld,
kunt u een eventueel lopend gesprek voortzetten
met behulp van de ingebouwde microfoon en
luidspreker van de mobiele telefoon.
De handsfree-functie wordt gedeactiveerd bij het
afzetten van de motor en het openen van een
portier
16
.
Om de registratie van een Bluetooth
®
-eenheid in
de auto ongedaan te maken, zie Bluetooth
®
-een-
heid verwijderen (p. 59). De auto zal daarna niet
meer automatisch naar deze eenheid zoeken.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en loskoppe-
len (p. 55)
Media Bluetooth
®
(p. 54)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
16
Alleen Keyless drive.
AUDIO EN MEDIA
}}
59
Bluetooth
®
-eenheid verwijderen
U kunt een Bluetooth
®
-eenheid van de auto ver-
wijderen (registratie ongedaan maken). De auto
zal daarna niet meer automatisch naar deze een-
heid zoeken.
Media-eenheid verwijderen
Druk in de normaalweergave van de Bluetooth
®
-
mediabron op OK/MENU en kies
Ander
apparaat
Apparaat verwijderen.
Telefoon verwijderen
Druk in de normaalweergave van de telefoonbron
op OK/MENU en kies
Telefoon wijzigen
Apparaat verwijderen.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en loskoppe-
len (p. 55)
Media Bluetooth
®
(p. 54)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem
Een mobiele telefoon met Bluetooth
®
is draad-
loos aan te sluiten op de auto.
Telefoonfuncties, overzicht bedieningselementen.
U moet de eenheid eerst registreren en aan de
auto koppelen (p. 56).
Het audio- en mediasysteem werkt dan als hand-
sfree en biedt u de mogelijkheid om enkele func-
ties van uw mobiele telefoon op afstand te bedie-
nen. U kunt de mobiele telefoon ook na aanslui-
ting nog via de knoppen op de telefoon bedienen.
Wanneer er een mobiele telefoon is aangesloten
op de auto, kunt u tevens geluidsbestanden op
de telefoon of een andere mediaspeler met
Bluetooth
®
"streamen", zie Media Bluetooth
®
(p. 54). Wissel tussen de hoofdbronnen TEL en
MEDIA om de functies van de desbetreffende
bronnen te gebruiken.
N.B.
Niet alle mobiele telefoons zijn volledig com-
patibel met de handsfree-functie van het
audiosysteem. Volvo adviseert u contact op te
nemen met een erkende Volvo-dealer voor
informatie over compatibele telefoons.
Activeren
Bij kort indrukken van TEL activeert u de laatst
verbonden telefoon. Als er al een telefoon is aan-
gesloten, verschijnt er bij het indrukken van TEL
een snelmenu met de meest gebruikelijke menu-
opties voor de telefoon. Het symbool
geeft
aan dat er telefoon is aangesloten.
Bellen
1.
Zorg dat het symbool
boven aan het
display staat en dat de handsfree-functie in
de telefoonstand staat.
2. Kies het gewenste nummer of draai in de
normaalweergave TUNE rechtsom voor toe-
gang tot het telefoonboek (p. 63) of
linksom voor de gesprekslijst (p. 61) met
alle gesprekken.
3.
Druk op OK/MENU om een contactpersoon
of nummer van uw keuze uit de gesprekslijst
te bellen.
U beëindigt het gesprek met EXIT.
||
AUDIO EN MEDIA
60
Sms-berichten lezen
17
De auto maakt een kopie van de berichten in de
aangesloten mobiele telefoon.
Als een aangesloten telefoon een sms-bericht
ontvangt, verschijnt het symbool
bovenaan
op het beeldscherm.
1.
Druk op TEL en vervolgens op OK/MENU
om
Telefoonmenu te openen.
2.
Draai aan TUNE totdat u
Berichten bereikt
en druk op OK/MENU.
3.
Draai aan TUNE om het te lezen bericht te
markeren en druk op OK/MENU.
> Het bericht verschijnt op het scherm.
4.
Met een druk op OK/MENU opent u het
berichtenmenu met de mogelijkheid om het
bericht
18
door het systeem te laten voorle-
zen, de afzender van het bericht op te bellen
of het bericht te wissen.
Als de hoofdbron TEL al actief is, verschijnt er
een pop-upmenu met nieuwe berichten op het
scherm. Bij het indrukken van OK/MENU wordt
het gekozen bericht weergegeven, terwijl het sys-
teem het bericht voorleest
19
. U kunt het voorle-
zen annuleren met EXIT.
U kunt het pop-upmenu en het berichtsignaal uit-
schakelen onder
Telefoonmenu Meldingen
van berichten
.
N.B.
Om de berichten van de aangesloten mobiele
telefoon weer te geven, moet u bij het aan-
sluiten gegevenskopiëring op de desbetref-
fende mobiele telefoon toestaan. Afhankelijk
van de mobiele telefoon kan dit op verschil-
lende manieren:
er wordt een pop-upvenster of bericht op
de telefoon getoond en geaccepteerd.
het delen van informatie wordt geaccep-
teerd in de instellingen van de telefoon
voor de Bluetooth
®
-aansluiting op de
auto.
In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om de
mobiele telefoon los te koppelen en opnieuw
op de auto aan te sluiten om gegevenskopië-
ring mogelijk te maken.
Gerelateerde informatie
Bluetooth
®
-handsfreesysteem - audio-instel-
lingen (p. 62)
Menu-overzicht - Bluetooth
®
-handsfreesys-
teem (p. 94)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem -
overzicht
Systeemoverzicht voor het Bluetooth
®
-hand-
sfreesysteem.
Systeemoverzicht
Mobiele telefoon
Microfoon
Toetsenset op stuurwiel
Bedieningspaneel in middenconsole
17
Niet ondersteund door alle mobiele telefoons.
18
Geldt voor bepaalde markten.
19
Geldt voor bepaalde markten.
AUDIO EN MEDIA
}}
61
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-eenheid aansluiten en loskoppe-
len (p. 55)
Gespreksfuncties
Functies voor het hanteren van telefoongesprek-
ken.
Inkomend gesprek
Druk op OK/MENU om inkomende gesprek-
ken te beantwoorden. De functie is ook
actief als het audiosysteem in de stand
RADIO of MEDIA staat.
Met EXIT kunt u een gesprek weigeren of beëin-
digen.
Menu tijdens gesprek
In de normaalweergave van de telefoonbron zorgt
een druk op OK/MENU tijdens een lopend
gesprek voor toegang tot de volgende functies:
Mobiele telefoon - Gesprek doorschakelen
naar de mobiele telefoon. Bij sommige mobi-
ele telefoons wordt de koppeling verbroken.
Dit is volkomen normaal. Het handsfree-sys-
teem vraagt vervolgens of u opnieuw wilt
koppelen.
Microfoon dempen – Microfoon van het
audiosysteem uitschakelen.
Kies nummer - mogelijkheid om een
tweede gesprek te starten met behulp van
de cijfertoetsen (het eerste gesprek wordt
daarbij stand-by gezet).
Gesprekslijst
De gesprekslijst wordt bij iedere nieuwe aanslui-
ting naar het handsfree-systeem gekopieerd en
voor de duur van de aansluiting bijgehouden.
Draai in de normaalweergave van de telefoon-
bron TUNE linksom om de gesprekslijst te zien.
In de normaalweergave van de telefoonbron kunt
u de gesprekslijst voor de aangesloten telefoon
bekijken door op OK/MENU te drukken en ver-
volgens
Bellijst te kiezen.
N.B.
Om de gesprekslijst van de aangesloten
mobiele telefoon weer te geven moet u bij het
aansluiten gegevenskopiëring op de desbe-
treffende mobiele telefoon toestaan. Afhan-
kelijk van de mobiele telefoon kan dit op ver-
schillende manieren:
er wordt een pop-upvenster of bericht op
de telefoon getoond en geaccepteerd.
het delen van informatie wordt geaccep-
teerd in de instellingen van de telefoon
voor de Bluetooth
®
-aansluiting op de
auto.
In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om de
mobiele telefoon los te koppelen en opnieuw
op de auto aan te sluiten om gegevenskopië-
ring mogelijk te maken.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Stembediening - mobiele telefoon (p. 69)
AUDIO EN MEDIA
62
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem - audio-instel-
lingen (p. 62)
Telefoonboek (p. 63)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem -
audio-instellingen
Het is mogelijk het telefoongespreksvolume, het
volume van het audiosysteem en het beltoonvo-
lume aan te passen.
Tel.-gespreksvol.
Het gespreksvolume is alleen tijdens een
gesprek te wijzigen. Gebruik de toetsenset op het
stuurwiel of draai aan de knop VOL.
Volume audiosysteem
Zolang er geen telefoongesprek wordt gevoerd,
kunt u het volume van het audiosysteem op de
gebruikelijke wijze bijregelen door te draaien aan
VOL.
De weergave van een actieve geluidsbron wordt
bij inkomende gesprekken automatisch onder-
drukt.
Beltoonvolume
Het beltoonvolume is te wijzigen door op de knop
SOUND te drukken, aan TUNE te draaien om
Volume belsignaal te markeren en vervolgens
op OK/MENU te drukken. Pas het beltoonvo-
lume aan door te draaien aan TUNE en sla de
instelling op met OK/MENU.
Belsignalen
Bij een inkomend gesprek klinkt de eigen
beltoon van het handsfree-systeem.
N.B.
Bij bepaalde mobiele telefoons wordt de
beltoon van de aangesloten mobiele telefoon
niet uitgeschakeld, zodat deze gelijktijdig met
de beltoon van het handsfree-systeem klinkt.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
AUDIO EN MEDIA
63
Telefoonboek
De auto maakt een kopie van het telefoonboek in
de aangesloten mobiele telefoon en geeft dit
telefoonboek alleen weer, wanneer de mobiele
telefoon aangesloten is.
Voor alle telefoonboekfuncties dient het symbool
boven aan het beeldscherm en de hand-
sfree-functie in de telefoonstand te staan.
Als het telefoonboek de contactgegevens bevat
van de persoon die belt, verschijnen deze op het
beeldscherm.
N.B.
Om het telefoonboek van de aangesloten
mobiele telefoon weer te geven moet u bij het
aansluiten gegevenskopiëring op de desbe-
treffende mobiele telefoon toestaan. Afhan-
kelijk van de mobiele telefoon kan dit op ver-
schillende manieren:
er wordt een pop-upvenster of bericht op
de telefoon getoond en geaccepteerd.
het delen van informatie wordt geaccep-
teerd in de instellingen van de telefoon
voor de Bluetooth
®
-aansluiting op de
auto.
In bepaalde gevallen kan het nodig zijn om de
mobiele telefoon los te koppelen en opnieuw
op de auto aan te sluiten om gegevenskopië-
ring mogelijk te maken.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
Telefoonboek - contactpersonen
snel zoeken
Draai in de normaalweergave van de telefoon-
bron TUNE rechtsom voor een lijst met contact-
personen.
Draai aan TUNE om een contactpersoon te kie-
zen en druk op OK/MENU om te bellen.
Onder de naam van de contactpersoon staat het
telefoonnummer dat als standaardnummer is
gekozen. Als rechts van de contactpersoon het
symbool staat, zijn er meerdere telefoonnum-
mers van de contactpersoon opgeslagen. Druk
op OK/MENU om de nummers weer te geven.
Kies een ander nummer dan het standaardnum-
mer en bel door te draaien aan de TUNE-knop.
Druk op OK/MENU om te bellen.
Doorzoek de lijst met contactpersoon door via de
toetsenset van de middenconsole de eerste let-
ter(s) van de naam van de contactpersoon in te
typen. Voor de functie van de knoppen, zie Tele-
foonboek - contactpersonen zoeken (p. 64).
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
AUDIO EN MEDIA
64
Telefoonboek - contactpersonen
zoeken
Contactgegevens zoeken in het telefoonboek
(p. 63).
Zoeken met behulp van het schrijfwiel.
Tekenlijst
Invoerstand wijzigen (zie de volgende tabel)
Telefoonboek
Druk om een contactpersoon te zoeken in de
normaalweergave van de telefoonbron op
OK/MENU en kies
Contacten.
1.
Draai aan TUNE totdat de gewenste letter
verschijnt en druk op OK/MENU. Ook de cij-
fer- en lettertoetsen van het bedieningspa-
neel op de middenconsole zijn te gebruiken.
2. Ga verder met de volgende letter. In het tele-
foonboek (3) verschijnt het resultaat van de
zoekopdracht.
3. Om over te schakelen op de invoer van cij-
fers of speciale tekens of het telefoonboek
te openen dient u aan TUNE te draaien, tot-
dat een van de opties (zie verklaring in
onderstaande tabel) in de lijst voor het wis-
selen van invoerstand (2) verschijnt en druk
vervolgens op OK/MENU.
123/AB
C
Met OK/MENU kunt u wisselen
tussen cijfers en letters.
MEER
Met OK/MENU kunt u overscha-
kelen op de invoer van speciale
tekens.
=>
Opent het telefoonboek (3). Draai
aan TUNE om een contactper-
soon te kiezen en druk op OK/
MENU om opgeslagen nummers
en overige informatie te bekijken.
Voor-
naam/
Ach-
ternm
Wijzigt de volgorde waarin het
telefoonboek gesorteerd wordt.
Bij kort indrukken van EXIT wist u het laatst inge-
voerde teken. Bij lang indrukken van EXIT wist u
alle ingevoerde tekens.
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
65
Tekst invoeren met numeriek toetsenbord
Numeriek toetsenbord.
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de toetsen op de mid-
denconsole: 09, * en #.
Zo wordt bij een druk op 9 wordt een kolom
weergegeven met alle tekens
20
onder deze toets,
zoals
w, x, y, z en 9. Bij snel indrukken van de
toets bladert u met de cursor door deze tekens.
Blijf met de cursor op het te kiezen teken
staan - het teken verschijnt op de schrijfre-
gel.
Wis/annuleer uw keuze met EXIT.
Houd om een cijfer in te voeren de toets met het
gewenste cijfer ingedrukt.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
Stembediening
De stembediening biedt u de mogelijkheid om
bepaalde functies van het multimediasysteem,
de radio, een mobiele telefoon met Bluetooth
®
-
aansluiting of Volvo's navigatiesysteem* met uw
stem te bedienen.
U kunt zich dankzij stemcommando's beter con-
centreren of het rijden en alle aandacht bij het
verkeer op de weg houden.
WAARSCHUWING
Als bestuurder bent u er altijd verantwoorde-
lijk voor dat u de auto op een veilige manier
bestuurt en de geldende verkeersregels in
acht neemt.
De stembediening biedt u de mogelijkheid om
bepaalde functies van het multimediasysteem, de
radio, een mobiele telefoon met Bluetooth
®
-aan-
sluiting of Volvo's navigatiesysteem* met uw
stem te bedienen, zonder daarvoor uw handen
van het stuur te hoeven nemen. De stembedie-
ning vindt in dialoogvorm plaats met stemcom-
mando's van de gebruiker en gesproken sys-
teemreacties. De stembediening maakt gebruik
van dezelfde microfoon als het Bluetooth
®
-hand-
sfreesysteem (zie Bluetooth
®
-handsfreesysteem
- overzicht (p. 60)) en geeft antwoord via de luid-
sprekers in de auto.
20
De schrijftekens voor de verschillende toetsen kunnen per markt/land/taal variëren.
||
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
66
Beknopte bedieningsinstructies voor
stembediening
Knoppenset op stuurwiel.
Toets voor stembediening
Druk op de knop voor stembediening (1) om
de functie te activeren en een dialoog met
stemcommando's te starten. De functie toont
dan enkele veelvoorkomende commando's
op het beeldscherm van de middenconsole.
Let op het volgende bij gebruik van de stembe-
diening:
Spreek bij het geven van commando's na de
toon, met normale stem in een normaal
tempo.
Wacht met spreken, totdat het systeem klaar
is met antwoorden (zolang het systeem ant-
woordt, werkt de stembediening namelijk
niet).
Voorkom achtergrondgeluiden in het interi-
eur door portieren, ruiten en schuif-/kantel-
dak* gesloten te houden.
N.B.
Bij twijfel over het te gebruiken commando
kunt u ‘
Help’ zeggen – het systeem geeft dan
enkele voorbeelden van commando’s die u in
de actuele situatie kunt gebruiken.
De stembediening is te annuleren door:
Annuleren’ te zeggen
op EXIT of een andere hoofdbronknop
(zoals MEDIA) te drukken.
Volume
Het geluidsvolume van de stembediening is aan
te passen met de knop VOL op de middencon-
sole tijdens de weergave van gesproken sys-
teemreacties.
Mobiele telefoon aansluiten
Voordat u een mobiele telefoon via stemcom-
mando's kunt bedienen, moet de mobiele tele-
foon via het Bluetooth
®
-handsfreesysteem zijn
geregistreerd en aangesloten. Als u met een
stemcommando een telefoon probeert aan te
sluiten zonder dat er een mobiel aan het systeem
gekoppeld is, wordt u daarop attent gemaakt.
Voor informatie over het koppelen (pairen) en
aansluiten van een mobiele telefoon, zie
Bluetooth
®
-eenheid registreren (p. 56).
Taalkeuze voor stembediening
U kunt een taalkeuze maken voor de stembedie-
ning (p. 65) in het menusysteem MY CAR.
Talenlijst.
Spraakherkenning is niet voor alle talen mogelijk.
De beschikbare talen voor spraakherkenning zijn
in de talenlijst aangegeven met een pictogram,
. De taal is te wijzigen in het menusysteem MY
CAR (p. 14).
N.B.
Het is niet mogelijk van stembedieningstaal
te veranderen zonder de taal van het menu-
systeem te wijzigen.
AUDIO EN MEDIA
67
Hulpfuncties voor stembediening
De hulpfuncties dienen om u bekend te maken
met het stembedieningssysteem (p. 65) en bie-
den het systeem de gelegenheid om uw stem en
uitspraak te leren kennen.
Spraakinstructies: Een functie die u ver-
trouwd maakt met de functie en de juiste
manier om commando’s te geven.
Stemtraining: Een functie die de stembe-
dieningsfunctie de gelegenheid geeft uw
stem en uitspraak te leren kennen. De func-
tie kan de stem van een gebruikersprofiel
leren.
Beknopte instructie: Een functie die een
beknopte instructie voorleest over de wer-
king van het systeem.
N.B.
Stembedieningsinstructies en stemtraining
zijn alleen te activeren wanneer de auto
geparkeerd staat.
Spraakinstructies
De instructies zijn te starten door in de normaal-
weergave voor MY CAR (p. 14) op OK/MENU te
drukken en
Instellingen Instellingen
stembediening
Spraakintroductie te kiezen.
De instructies zijn opgesplitst in 3 onderdelen,
die in totaal zo’n 5 minuten duren. De functie
start met de eerste les. Druk op om een
onderdeel over te slaan en naar het volgende te
gaan. Ga terug naar het voorgaande onderdeel
door te drukken op
.
Beëindig de instructies door te drukken op EXIT.
Spraakaanpassing
U krijgt enkele zinnen te zien die u moet inspre-
ken. De spraakaanpassing is te starten door in de
normaalweergave voor MY CAR op OK/MENU te
drukken en
Instellingen Instellingen
stembediening
Adaptatie spreker te kiezen.
Let erop dat u na afloop van de spraakaanpas-
sing een profiel kiest (p. 67)
Getrainde
gebruiker onder Gebruikersinstelling.
Let erop dat er een nieuwe stemtraining vereist is
bij een wijziging in de taalkeuze voor stembedie-
ning (p. 66).
Beknopte instructie
Het systeem leest een beknopte instructie over
de stembediening voor. U start de instructie door
te drukken op de knop voor stembediening
(p. 65) en “
Beknopte instructie” te zeggen.
Stembediening - instellingen
Er zijn meerdere instellingen voor stembediening
(p. 65) mogelijk.
Gebruikersinstelling - Het is mogelijk een
stemprofiel in te stellen door in de normaal-
weergave voor MY CAR (p. 14) op
OK/MENU te drukken en
Instellingen
Instellingen stembediening
Gebruikersinstelling te kiezen. Kies uit
Standaard of Getrainde gebruiker.
Getrainde gebruiker is alleen te kiezen, als
de stemtraining (p. 67) is uitgevoerd.
Synthetische leessnelheid - De snelheid
waarmee de dynamische (niet vooraf opge-
nomen) voorleesfunctie van het systeem
leest is te wijzigen door in de normaalweer-
gave voor MY CAR op OK/MENU te druk-
ken en
Instellingen Instellingen
stembediening
Snelheid uitlezen te
kiezen. Kies uit
Snel, Midden of Langzaam.
Stembedieningsvolume - Het volume van
de stemsynthese is te wijzigen door op de
SOUND-knop te drukken, aan TUNE te
draaien om
Volume stembediening te
markeren en vervolgens op OK/MENU te
drukken. Pas het stemvolume aan door te
draaien aan TUNE en sla de instelling op
met OK/MENU.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
68
Stembediening - stemcommando’s
Het is mogelijk om bepaalde functies van het
multimediasysteem en een mobiele telefoon met
Bluetooth
®
-aansluiting met vooraf gedefinieerde
stemcommando’s met de stem te bedienen
(p. 65).
U start een dialoog met stemcommando’s door te
drukken op de knop voor stembediening (p. 65).
Zodra een dialoog gestart is, verschijnen veel-
voorkomende commando’s op het display.
Wanneer de bestuurder vertrouwd is met de
functie, kan hij/zij de dialoog verkorten door sys-
teemvragen over te slaan middels kort indrukken
van de knop voor stembediening.
Commando’s zijn op meerdere
manieren te geven
Het commando voor bijvoorbeeld het zoeken
naar een geluidstrack in de mediaspeler kan in
meerdere stappen of als een kort commando
worden gegeven:
Zeg “
Media zoeken”, wacht op antwoord
van het systeem en zeg daarna zoiets als
Track”.
of
Zeg ‘
Op track zoeken’ in één keer.
Gerelateerde informatie
Stembediening - snelcommando's (p. 68)
Stembediening - mobiele telefoon (p. 69)
Stembediening - radio (p. 70)
Stembediening - multimedia (p. 70)
Stembediening - snelcommando's
De stembediening (p. 65) van de mobiele tele-
foon werkt met enkele vooraf gedefinieerde snel-
commando's.
Snelcommando's voor het multimediasysteem en
de telefoon vindt u door in de normaalweergave
voor MY CAR (p. 14) op OK/MENU te drukken
en
Instellingen Instellingen stembediening
Lijst van spraakcommando's Globale
commando's
, Telefooncommando's,
Mediacommando's, Radiocommando's op
Navigatiecommando's* te kiezen.
De helptekst voor elk commando geeft aan of het
commando te gebruiken is voor alle bronnen of
alleen in een bepaalde bron.
AUDIO EN MEDIA
69
Stembediening - mobiele telefoon
Gebruik de stembediening (p. 65) en een mobi-
ele telefoon met Bluetooth
®
-aansluiting om bij-
voorbeeld een contactpersoon of een telefoon-
nummer te bellen.
De volgende dialogen zijn slechts voorbeelden;
de systeemreacties kunnen per geval verschillen.
Een nummer bellen
De functie begrijpt de cijfers 0 (nul) tot en met 9
(negen). Het nummer is aan te geven door de cij-
fers van het nummer elk afzonderlijk uit te spre-
ken, in groepjes te verdelen of in één keer achter
elkaar te noemen. Getallen groter dan 9 (negen)
kan het systeem niet aan. Zo kunt u 10 (tien) of
11 (elf) niet gebruiken.
Gebruik de volgende dialoog met stemcomman-
do's om een nummer te bellen.
1. De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: "
Bel nummer".
>
Het systeem antwoordt: "
Zeg nummer".
2.
Noem de cijfers (eenheden zoals "
Zes-
acht-zeven" enzovoort) van het telefoon-
nummer.
> Bij een pauze zal het systeem het laatst
genoemde groep cijfers herhalen.
3. Noem de rest van de cijfers. Sluit, nadat u
het hele nummer genoemd hebt, af door het
volgende te zeggen: "
OK".
> Het systeem belt het nummer.
Het nummer is aan te passen door "
Corrigeren"
(verwijdert de laatst genoemde groep cijfers) of
"Wissen" (wist het genoemde nummer in zijn
geheel) te geven. Wanneer u "Herhalen" zegt,
zal het systeem het opgegeven nummer in zijn
geheel voorlezen.
Een contactpersoon bellen
Gebruik de volgende dialoog met stemcomman-
do's om een contactpersoon in het telefoonboek
te bellen.
1. De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: "
Bel contact".
>
Het systeem antwoordt: "
Zeg naam".
2. Noem de naam van de contactpersoon.
> Als slechts een contactpersoon is gevon-
den, belt het systeem deze persoon op.
Anders geeft het systeem meer instruc-
ties om de juiste contactpersoon te vin-
den.
Als er voor een contactpersoon meerdere num-
mers in het telefoonboek staan, kunt u na de
naam nog "
Mobiel" of "Werk" noemen om het
systeem te helpen.
Meer commando's
Meer commando's voor stembediening van de
mobiele telefoon vindt u door in de normaalweer-
gave voor MY CAR (p. 14) op OK/MENU te
drukken en
Instellingen Instellingen
stembediening
Lijst van
spraakcommando's
Telefooncommando's
te kiezen.
Gerelateerde informatie
Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59)
AUDIO EN MEDIA
70
Stembediening - radio
Gebruik de stembediening (p. 65) om bijvoor-
beeld van radiozender te veranderen.
De volgende dialogen zijn slechts voorbeelden;
de systeemreacties kunnen per geval verschillen.
Van zender veranderen
In de volgende dialoog met stemcommando’s
verandert u van radiozender.
1. De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: “
Kies zender”.
>
Het systeem antwoordt: “
Zeg de naam
van de zender”.
2. Noem de naam van de radiozender.
> Het systeem schakelt over op de uitzen-
ding van de radiozender.
Van frequentie veranderen
Het systeem begrijpt getallen tussen 87,5 (vijf-
entachtig-komma-vijf) en 108,0 (honderdacht-
komma-nul).
In de volgende dialoog met stemcommando’s
verandert u van radiofrequentie.
1. De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: “
Frequentie”.
>
Het systeem antwoordt: “
Zeg
frequentienummer”.
2. Noem een frequentie tussen 87,5 en 108,0
megahertz.
> Het systeem schakelt over op de radiofre-
quentie.
Meer commando’s
Meer commando’s voor stembediening van de
radio vindt u door in de normaalweergave voor
MY CAR (p. 14) op OK/MENU te drukken en
Instellingen Instellingen stembediening
Lijst van spraakcommando's
Radiocommando's te kiezen.
Gerelateerde informatie
Radio (p. 36)
Stembediening - multimedia
Gebruik de stembediening (p. 65) van het multi-
mediasysteem om bijvoorbeeld van bron of track
te veranderen.
De volgende dialogen zijn slechts voorbeelden;
de systeemreacties kunnen per geval verschillen.
Van bron veranderen
In de volgende dialoog met stemcommando’s
verandert u van mediabron.
De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: “
Disc”.
> Het systeem schakelt over op de cd/dvd-
speler.
De overige bronnen zijn te openen door bijvoor-
beeld “
Bluetooth”, “TV - instelling” of “USB” te
zeggen. Welke bronnen er te openen zijn, hangt
af van de apparaten die op dat moment beschik-
baar/aangesloten zijn en of de gekozen bron
afspeelbare media bevat. Als een mediabron niet
beschikbaar is, geeft het systeem aan waarom.
Van track veranderen
Het systeem begrijpt de nummers 0 (nul) tot 99
(negenennegentig). Nummers hoger dan 99
(negenennegentig) kan het systeem niet werken.
Zo is 100 (honderd) of 101 (honderdeen) niet
mogelijk.
AUDIO EN MEDIA
}}
71
In de volgende dialoog met stemcommando’s
verandert u van track.
1. De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: “
Kies track”.
>
Het systeem antwoordt: “
Zeg
tracknummer”.
2. Zegt het tracknummer (als één nummer,
d.w.z. “
Drieëntwintig” en dus niet “Twee-
drie”).
> Het systeem schakelt over naar het track-
nummer van de actieve mediabron.
Media zoeken
In de volgende dialoog kunt u met stemcomman-
do’s naar media zoeken.
1. De gebruiker start de dialoog door het zeg-
gen van: “
Media zoeken”.
> Het systeem geeft een genummerde lijst
weer met de categorieën waarop u kunt
zoeken en antwoord: “
Kies een
regelnummer of zeg de te zoeken
mediacategorie”.
2. Noem een regelnummer of een zoekcatego-
rie.
> Het systeem geeft meer instructies om de
juiste media te vinden.
Meer commando’s
Meer commando’s voor stembediening van het
multimediasysteem vindt u door in de normaal-
weergave voor MY CAR (p. 14) op OK/MENU te
drukken en
Instellingen Instellingen
stembediening
Lijst van
spraakcommando's
Mediacommando's te
kiezen.
Gerelateerde informatie
Mediaspeler (p. 44)
Connected Car
Door de auto op internet aan te sluiten, wordt
het mogelijk om bijvoorbeeld navigatiediensten,
webradio en muziekdiensten te gebruiken via
apps (p. 77) en de geïntegreerde webbrowser
(p. 78) van de auto te gebruiken.
Als de auto op internet is aangesloten, is het
mogelijk om extra programma's (apps) te gebrui-
ken. De beschikbare apps die per land kunnen
verschillen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit navi-
gatiediensten, sociale media, webradio en
muziekdiensten. De auto is voorzien van een een-
voudige webbrowser om informatie op internet te
zoeken en deze weer te geven.
Als de internetverbinding via een mobiele tele-
foon plaatsvindt, is het mogelijk om tegelijkertijd
andere functies van de mobiele telefoon te
gebruiken, zoals het lezen van sms-berichten en
bellen, zie Bluetooth
®
-handsfreesysteem (p. 59).
||
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
72
De mobiele telefoon en de provider moeten
ondersteuning bieden voor tethering (delen van
de internetverbinding) en het abonnement moet
inclusief dataverkeer zijn.
N.B.
Bij gebruik van internet wordt data overge-
bracht (dataverkeer) en dat kan kosten met
zich meebrengen.
Het activeren van dataroaming kan tot ver-
dere kosten leiden.
Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer.
Voor elementaire bediening, zie systeembedie-
ning en menufuncties (p. 28).
Auto aansluiten op internet
Instellingen voor internetverbinding.
Geen verbinding tot stand brengen is de basisin-
stelling van de internetverbinding. Na het kiezen
van een verbindingsalternatief geldt het gekozen
alternatief, waarna de auto waar mogelijk auto-
matisch een internetverbinding tot stand brengt.
Kies een andere verbindingsalternatief om op
een andere manier internetverbinding tot stand te
brengen. Verbreek de netwerkaansluiting om niet
automatisch internetverbinding tot stand te bren-
gen.
Kies uit de verbindingsalternatieven Bluetooth
®
,
Wi-Fi of automodem*:
Automodem*
21
Bij aansluiting met de automodem maken de
Volvo On Call-diensten gebruik van deze verbin-
ding.
Voor aansluiting met de automodem, zie Automo-
dem* (p. 75).
21
Alleen auto's met Volvo On Call
AUDIO EN MEDIA
}}
73
Bluetooth
®
1. U moet de mobiele telefoon eerst registreren
en aan de auto koppelen (p. 56).
2. Activeer internetdeling (delen van internet-
verbinding (persoonlijke hotspot)) op de
mobiele telefoon.
3.
Druk op MY CAR om de normaalweergave
voor de bron te openen. Druk vervolgens op
OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen Aansluiten via
Bluetooth.
> De auto heeft daarmee een verbinding.
In het vervolg zal de auto automatisch via
Bluetooth
®
een verbinding tot stand brengen met
een beschikbaar netwerk.
Een symbool op het beeldscherm (p. 32) geeft
de actuele verbindingsstatus aan.
Voor het verbreken van de netwerkaansluiting, zie
Netwerkaansluiting verbreken.
De auto kan maximaal 10 verschillende
Bluetooth
®
-netwerken in het geheugen opslaan.
Als u vervolgens een nieuw netwerk toevoegt,
wordt het oudste netwerk inclusief wachtwoord
verwijderd van de netwerklijst in het geheugen.
Wi-Fi
1. Activeer internetdeling (delen van internet-
verbinding (persoonlijke hotspot)) op de
mobiele telefoon.
2.
Druk op MY CAR om de normaalweergave
voor de bron te openen. Druk vervolgens op
OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen Aansluiten via
Wi-Fi.
> Er wordt gezocht naar beschikbare Wi-Fi-
netwerken.
3. Kies het netwerk van uw keuze.
4.
Kies
Verbinden.
5. Geef het wachtwoord van het netwerk aan.
> De auto probeert vervolgens een verbin-
ding tot stand te brengen met het geko-
zen netwerk.
In het vervolg zal de auto automatisch via Wi-Fi
een verbinding tot stand brengen met een
beschikbaar netwerk. Let erop dat sommige tele-
foons de internetverbinding verbreken, wanneer
de verbinding met de auto is verbroken (zoals
wanneer u de auto ergens parkeert tot de vol-
gende keer dat u hem nodig hebt). In dat geval
moet u bij een volgend gebruik van de telefoon
de "internet sharing" opnieuw activeren.
Een symbool op het beeldscherm (p. 32) geeft
de actuele verbindingsstatus aan.
Voor het verbreken van de netwerkaansluiting, zie
Netwerkaansluiting verbreken.
De auto kan maximaal 10 verschillende Wi-Fi-
netwerken in het geheugen opslaan. Als u vervol-
gens een nieuw netwerk toevoegt, wordt het oud-
ste netwerk inclusief wachtwoord verwijderd van
de netwerklijst in het geheugen.
Wi-Fi-netwerk uit geheugen verwijderen
1.
Druk op MY CAR om de normaalweergave
voor de bron te openen.
2.
Druk vervolgens op OK/MENU en kies
Instellingen Internetinstellingen.
3.
Kies
Wi-Fi.
> Er verschijnt een lijst met beschikbare
netwerken.
4. Kies het te verwijderen netwerk.
5.
Kies
Vergeten.
> De auto zal niet meer automatisch een
verbinding tot stand trachten te brengen
met het desbetreffende netwerk.
||
AUDIO EN MEDIA
74
Alle netwerken uit geheugen
verwijderen
U kunt alle netwerken tegelijk uit het geheugen
verwijderen. Houd er in dat geval rekening mee
dat dan de fabrieksinstellingen worden hersteld
voor alle gebruikersgegevens en systeeminstel-
lingen.
Druk om de fabrieksinstellingen te herstellen op
MY CAR op de middenconsole en kies daarna
OK/MENU gevolgd door
Instellingen
Resetten naar fabrieksinstellingen.
Techniek en veiligheid rond Wi-Fi
Aansluiting is alleen mogelijk op netwerken van
het volgende type:
Frequentie - 2,4 GHz.
Standaarden - 802.11 b / g / n.
Beveiligingstype - WPA2-AES-CCMP.
Als meerdere eenheden op dezelfde frequentie
actief zijn, kunnen de prestaties afnemen.
Netwerkverbinding verbreken
Druk op OK/MENU en kies Instellingen
Internetinstellingen Aansluiten via
Geen. De auto maakt geen verbinding met inter-
net.
Geen internetverbinding of een slechte
internetverbinding
De hoeveelheid data die wordt overgebracht is
afhankelijk van welke diensten of apps in de auto
worden gebruikt. Het streamen van audio kan bij-
voorbeeld tot een grote hoeveelheid dataverkeer
leiden en dat vereist een goede verbinding en
signaalsterkte.
Mobiele telefoon in de auto
De snelheid binnen de aansluiting kan variëren
afhankelijk van de positie van de mobiele tele-
foon in de auto. Plaats de mobiele telefoon dich-
ter bij het audio- en mediasysteem van de auto
om de signaalsterkte te verbeteren. Zorg dat de
signalen niet worden gehinderd.
Mobiele telefoon en provider
De snelheid binnen het mobiele netwerk varieert
afhankelijk van de dekking op de plek waar u zich
bevindt. Een slechtere netwerkdekking is bijvoor-
beeld mogelijk in tunnels, achter bergen, in diepe
dalen of binnenshuis. De snelheid is ook afhan-
kelijk van uw overeenkomst met uw teleprovider.
N.B.
Neem bij problemen met de dataoverdracht
contact op met uw provider.
Gerelateerde informatie
Symbolen op het beeldscherm (p. 32)
Verkoop van auto (p. 11)
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
75
Automodem*
22
De auto is uitgerust met een modem die u kunt
gebruiken om de auto met internet te verbinden.
U kunt de internetverbinding tevens delen via
Wi-Fi.
Internetverbinding
Simkaarthouder in dashboardkastje.
1. Plaats uw persoonlijke simkaart in de houder
die in het dashboardkastje zit.
2.
Druk op MY CAR om de normaalweergave
voor de bron te openen. Druk vervolgens op
OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen Automodem.
3. Geef de pincode van de simkaart aan.
> De auto brengt een internetverbinding tot
stand, zodat u de beschikbare internet-
functies kunt gebruiken, zie Connected
Car (p. 71).
N.B.
Het wordt geadviseerd om de pincodebeveili-
ging uit te schakelen, zodat u iedere keer dat
u de auto start de pincode moet invoeren.
Druk op MY CAR om de normaalweergave
voor de bron te openen. Druk vervolgens op
OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen Automodem. Vink
het vakje
SIM-kaart blokkeren uit.
N.B.
Bij gebruik van internet wordt data overge-
bracht (dataverkeer) en dat kan kosten met
zich meebrengen.
Het activeren van dataroaming kan tot ver-
dere kosten leiden.
Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer.
Druk om de internetverbinding te verbreken op
MY CAR om de normaalweergave voor de bron
te openen. Druk vervolgens op OK/MENU en
kies
Instellingen Internetinstellingen
Geen.
22
Alleen auto's met Volvo On Call.
||
AUDIO EN MEDIA
76
Wi-Fi-hotspot delen
Wanneer de auto een internetverbinding heeft via
de automodem, is het mogelijk om de internet-
verbinding te delen (Wi-Fi-hotspot), zodat ook
andere eenheden gebruik kunnen maken van de
automodem.
De provider (simkaart) moet ondersteuning bie-
den voor tethering (delen van de internetverbin-
ding).
1.
Druk op MY CAR om de normaalweergave
voor de bron te openen. Druk vervolgens op
OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen Wi-Fi hotspot auto
Voer de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID)
en een wachtwoord in. De naam moet 6 tot
32 tekens bevatten en het wachtwoord 10
tot 63 tekens. U kunt de naam en het wacht-
woord naderhand nog wijzigen.
2. Activeer de Wi-Fi-hotspot van de auto door
het vakje aan te vinken.
> Externe eenheden kunnen vervolgens ver-
binding maken met de Wi-Fi-hotspot van
de auto.
Voor het deactiveren van tethering - het vakje uit-
vinken.
N.B.
Het activeren van Wi-Fi-hotspot kan tot ver-
dere kosten van uw provider leiden.
Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer.
Er kunnen tot 8 eenheden worden aangesloten
op de Wi-Fi-hotspot van de auto. Het aantal aan-
gesloten eenheden is weer te geven door eerst
op MY CAR te drukken om de normaalweergave
voor de bron te openen. Druk vervolgens op
OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen.
Aantal aangesloten eenheden op de Wi-Fi-hotspot van
de auto.
Druk om te zien welke eenheden er zijn aange-
sloten op de Wi-Fi-hotspot op MY CAR om de
normaalweergave voor de bron te openen. Druk
vervolgens op OK/MENU en kies
Instellingen
Internetinstellingen Wi-Fi hotspot auto.
Techniek en veiligheid rond Wi-Fi-hotspot
Voor de gedeelde Wi-Fi-hotspot wordt de fre-
quentie 2,4 GHz gebruikt. Als meerdere eenhe-
den op dezelfde frequentie actief zijn, kunnen de
prestaties afnemen.
Frequentie - 2,4 GHz.
Standaarden - 802.11 b / g / n.
Beveiligingstype - WPA2-AES-CCMP.
De antenne voor de modem van de auto zit
op het dak van de auto.
AUDIO EN MEDIA
}}
77
Geen internetverbinding of een slechte
internetverbinding
Zie Connected Car (p. 71).
Gerelateerde informatie
Connected Car (p. 71)
Symbolen op het beeldscherm (p. 32)
Apps
Applicaties (apps) zijn diensten die u kunt
gebruiken als de auto een internetverbinding
heeft. Apps kunnen bijvoorbeeld bestaan uit
navigatiediensten, sociale media, webradio en
muziekdiensten.
Voor elementaire bediening en navigatie, zie sys-
teembediening en menufuncties (p. 28).
Om de apps te kunnen gebruiken moet de auto
eerst een internetverbinding (p. 71) hebben.
Wanneer de auto een internetverbinding, ver-
schijnt er een symbool (p. 32) in de hoek rechts-
boven van het beeldscherm. Als er geen internet-
verbinding beschikbaar is, staat dat op het beeld-
scherm.
N.B.
Bij gebruik van internet wordt data overge-
bracht (dataverkeer) en dat kan kosten met
zich meebrengen.
Het activeren van dataroaming kan tot ver-
dere kosten leiden.
Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer.
Druk op op de middenconsole en kies Apps
om de beschikbare apps
23
weer te geven. Kies
een app in de lijst en start deze met een druk op
OK/MENU.
De apps worden van internet gedownload naar
de auto en daarvandaan gestart. Elke keer als
apps worden gestart, worden ze gedownload (bij-
gewerkt). Bij gebruik van een app is dus elke
keer een internetverbinding nodig.
De apps delen de gegevens over de
autolocatie
Bepaalde apps vereisen dat u uw locatie door-
geeft. De apps gebruiken GNSS (Global Naviga-
tion Satellite System) voor het lokaliseren van de
auto, wat betekent dat de locatie van de auto
mogelijk ook naar Volvo’s partners wordt
gestuurd. De partners werken in opdracht van
23
Het aanbod aan apps kan veranderen en hangt af van het uitrustingsniveau en de markt.
||
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
78
Volvo en mogen de locatiegegevens uitsluitend
verwerken voor zover dat nodig is voor de te ver-
lenen dienst. Alle partners zijn gehouden aan
contracten die hen verplichten vertrouwelijk om
te gaan met de locatiegegevens zoals bij de wet
is vastgelegd.
Aanmelding
Voor bepaalde apps/diensten moet u zich aan-
melden. Er zijn twee types:
Bepaalde apps kunnen registratie bij een
leverancier van apps/diensten vereisen. Bij
het opstarten van een app wordt u geïnfor-
meerd over het eventuele aanmelden. Volg
de instructies op het scherm om u te regis-
treren of gebruik de aanwezige account om u
aan te melden.
Bepaalde apps/diensten vereisen aanmel-
den met een persoonlijke Volvo ID. Regi-
streer u voor een nieuwe ID of gebruik een
bestaande voor toegang tot verschillende
handige diensten, zoals het sturen van een
adres van een kaartdienst op internet naar
een navigatie-app of Volvo’s navigatiesys-
teem*
24
. Voor meer informatie over het aan-
maken van een account, zie Volvo ID (p. 12).
Navigatiediensten
Navigatiediensten geven route-informatie naar
een vooraf gekozen bestemming. De begeleiding
is echter niet altijd betrouwbaar, omdat er situ-
aties te bedenken zijn waar het navigatiesysteem
niet op berekend is zoals plotselinge weersom-
slagen.
WAARSCHUWING
Denk aan het volgende:
Richt al uw aandacht op de weg en con-
centreer u volledig op het rijden.
Neem de geldende verkeersregels in acht
en rijd voorzichtig.
Vanwege bijv. weersomstandigheden of
het jaargetijde kunnen bepaalde aanbe-
velingen voor de route minder betrouw-
baar zijn.
N.B.
Het is mogelijk om Sensus Navigation te
upgraden waardoor u meer functies krijgt en
de kaartgegevens worden bijgewerkt. Neem
contact op met uw dealer.
Gerelateerde informatie
Symbolen op het beeldscherm (p. 32)
Verkoop van auto (p. 11)
Webbrowser
25
De auto is voorzien van een geïntegreerde web-
browser om informatie op internet te kunnen
zoeken en deze weer te geven.
Voor elementaire bediening, zie systeembedie-
ning en menufuncties (p. 28).
De webbrowser is eenvoudig en ondersteunt de
standaard HTML 4 in tekst en beeld. De web-
browser ondersteunt bijvoorbeeld geen bewe-
gende beelden, video en audio. Er kunnen geen
bestanden worden gedownload en opgeslagen.
Om de webbrowser te kunnen gebruiken moet
de auto eerst een internetverbinding (p. 71) heb-
ben.
N.B.
Bij gebruik van internet wordt data overge-
bracht (dataverkeer) en dat kan kosten met
zich meebrengen.
Het activeren van dataroaming kan tot ver-
dere kosten leiden.
Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer.
24
Sensus Navigation.
AUDIO EN MEDIA
}}
79
N.B.
De webbrowser is niet raadpleegbaar tijdens
het rijden.
Druk op de verbindingsknop op de midden-
console en kies
Webbrowser.
Bij aansluiting op internet met Bluetooth
®
ver-
schijnt het Bluetooth
®
-symbool (p. 32) in de hoek
rechtsboven op het beeldscherm.
Als er geen internetverbinding beschikbaar is,
staat dat op het beeldscherm.
Zoekfunctie
Zoeken met behulp van het schrijfwiel.
Tekenlijst.
Invoerstand wijzigen (zie de volgende tabel).
Eerder bezochte internetpagina's (geschie-
denis).
Gebruik het schrijfwiel om een internetadres in te
voeren, bijvoorbeeld www.volvocars.com.
1.
Draai aan TUNE tot de gewenste letter ver-
schijnt en druk ter bevestiging op OK/
MENU. Ook de cijfer- en lettertoetsen van
het bedieningspaneel op de middenconsole
zijn te gebruiken.
2. Ga verder met de volgende letter.
3. Om over te schakelen op de invoer van cij-
fers, het ingevoerde adres te laden of naar
de geschiedenis te gaan, draait u aan TUNE
totdat een van de opties (zie verklaring in vol-
gende tabel) in de lijst voor het wisselen van
invoerstand (2) verschijnt en drukt u vervol-
gens op OK/MENU.
123/A
BC
Met OK/MENU kunt u wisselen tus-
sen cijfers en letters.
=>
Opent de geschiedenis (3). Draai
aan TUNE om een internetadres te
kiezen en druk vervolgens op om
OK/MENU de bijbehorende pagina
te openen.
Go
Het ingevoerde webadres laden met
OK/MENU.
25
Geldt voor bepaalde markten
||
AUDIO EN MEDIA
80
a|A
Tussen kleine en hoofdletters wisse-
len met OK/MENU.
| | }
Van het tekstwiel naar het Adres:-
veld wisselen. De cursor verplaatsen
met TUNE. Eventuele verkeerde
spelling wissen met EXIT. Om terug
te gaan naar het tekstwiel op OK/
MENU drukken.
Let op: de cijfer- en lettertoetsen op
het bedieningspaneel kunnen wor-
den gebruikt bij bewerkingen in het
Adres:-veld.
Bij kort indrukken van EXIT wist u het laatst inge-
voerde teken. Bij lang indrukken van EXIT wist u
alle ingevoerde tekens.
Tekst invoeren met numeriek toetsenbord
Numeriek toetsenbord.
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de toetsen op de mid-
denconsole: 09, * en #.
Zo wordt bij een druk op 9 wordt een kolom
weergegeven met alle tekens
26
onder deze toets,
zoals
w, x, y, z en 9. Bij snel indrukken van de
toets bladert u met de cursor door deze tekens.
Blijf met de cursor op het te kiezen teken
staan - het teken verschijnt op de schrijfre-
gel.
Wis/annuleer uw keuze met EXIT.
Houd om een cijfer in te voeren de toets met het
gewenste cijfer ingedrukt.
In de webbrowser navigeren
Draai aan TUNE om de links door te nemen of de
internetpagina omhoog of omlaag te schuiven.
Druk op OK/MENU om een keuze/gemarkeerde
link te activeren.
Beweging van de cursor op de internetpagina.
Met de Knoppenset van de middenconsole kunt
u de cursor in alle richtingen over de pagina
bewegen. Druk op de knop INFO om naar de
menuregel boven aan de pagina te gaan.
U opent het pop-upmenu met knop nummer 5 op
de middenconsole. U kunt de cursor ook in een
gebied plaatsen waar aanklikken niet mogelijk is
en vervolgens op OK/MENU drukken.
Functies
U opent de beschikbare functies via het pop-
upmenu - knop nummer 5 op de middenconsole.
26
De schrijftekens voor de verschillende toetsen kunnen per markt/land/taal variëren.
AUDIO EN MEDIA
81
U kunt de cursor ook in een gebied plaatsen
waar aanklikken niet mogelijk is en vervolgens op
OK/MENU drukken.
Terug - Teruggaan naar de voorgaande
pagina.
Volgende - Als u terugging naar een voor-
gaande pagina, kunt u hiermee weer vooruit-
springen naar de oorspronkelijke pagina.
Opnieuw laden - Pagina verversen.
Stop - Het laden van een pagina annuleren
en teruggaan.
Nieuwe tab - Maakt een nieuwe tab/pagina
aan. Er kunnen maximaal 4 tabs tegelijk
open zijn.
Tab sluiten - Tab/pagina sluiten.
Inzoomen/Uitzoomen - In-/uitzoomen op
de pagina.
Bladwijzer toevoegen/Bladwijzer
verwijderen - Om iedere keer dat u een
internetpagina wilt openen het internetadres
niet opnieuw te moeten invoeren, kunt u een
snelkoppeling (bladwijzer) opslaan voor de
pagina. Er zijn maximaal 20 bladwijzers op te
slaan.
Instellingen - Aanpassen van de weergave
en informatiehantering van de webbrowser,
zie hieronder voor meer informatie.
Instellingen
Bladwijzers - Hernoemen, Herschikken
of Wis.
Internetfilter - Het is mogelijk bepaalde
aanpassingen te doen, zodat de webpagina's
op de gewenste manier worden weergege-
ven. De volgende functies kunnen worden
geactiveerd/gedeactiveerd: Afbeeldingen
weergeven, Pop-ups blokkeren en
JavaScript inschakelen.
Cookies accepteren - Cookies zijn kleine
tekstbestandjes die worden opgeslagen.
Deze maken het bijvoorbeeld mogelijk om
verschillende functies op webpagina's te
gebruiken en het voor de webeigenaar
mogelijk te maken om statistieken bij te hou-
den, bijvoorbeeld over naar welke pagina's de
bezoekers navigeren.
Tekstgrootte - Kies de te gebruiken teken-
grootte: Groot, Midden of Klein.
Browsergeschiedenis wissenCookies,
browsergeschiedenis en cache worden
gewist.
Opties FAV-toets - Bepaalde functies zijn
te koppelen aan de FAV-knop. De bijbeho-
rende functie is vervolgens eenvoudig te
activeren met een druk op de FAV-knop, zie
Favorieten (p. 33).
Gerelateerde informatie
Symbolen op het beeldscherm (p. 32)
Verkoop van auto (p. 11)
Menu-overzicht - webbrowser (p. 94)
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
82
TV*
Tv-weergave is uitsluitend mogelijk wanneer de
auto stilstaat. Wanneer de auto rijdt, verdwijnt
het beeld terwijl het geluid wordt weergegeven.
Het beeld komt terug wanneer de auto tot stil-
stand is gekomen.
Tv-functies, overzicht bedieningselementen.
Voor elementaire informatie over weergave en
navigatie, zie systeembediening en menufuncties
(p. 28). Hier volgt een gedetailleerde beschrijving.
Bepaalde functies zijn te koppelen aan de FAV-
knop. De bijbehorende functie is vervolgens een-
voudig te activeren met een druk op de FAV-
knop, zie Favorieten (p. 33).
N.B.
Dit systeem ondersteunt alleen tv-signalen in
die landen die in mpeg2- of mpeg4-formaat
uitzenden volgens de DVB-T-standaard. Het
systeem biedt geen ondersteuning voor ana-
loge tv-signalen.
N.B.
Tv-weergave is uitsluitend mogelijk, wanneer
de auto stilstaat. Wanneer de auto rijdt, ver-
dwijnt het beeld terwijl het geluid wordt weer-
gegeven. Het beeld komt terug, wanneer de
auto tot stilstand is gekomen.
N.B.
De ontvangst hangt niet alleen af van de sig-
naalsterkte maar ook van de signaalkwaliteit.
Er kunnen storingen optreden wanneer de
zendersignalen bijvoorbeeld gehinderd wor-
den door hoge gebouwen of van zeer grote
afstand komen. De dekkingsgraad kan even-
eens variëren afhankelijk van waar u zich
bevindt.
BELANGRIJK
Voor het gebruik van dit product is mogelijk
kijk- en luistergeld verschuldigd.
Tv kijken
Druk op MEDIA in de normaalweergave van
de mediabron, draai aan TUNE totdat
TV ver-
schijnt en druk op OK/MENU.
> Er wordt een zoekfunctie gestart en kort
daarna verschijnt het laatst bekeken
kanaal.
Van kanaal veranderen
U kunt als volgt van kanaal veranderen:
Draai aan TUNE, waarna een lijst verschijnt
met alle beschikbare kanalen in het gebied.
Als een van deze kanalen al eerder werd
opgeslagen als voorkeur (p. 83), verschijnt
rechts van de kanaalnaam het sneltoetsnum-
mer. Draai aan TUNE totdat het kanaal van
uw keuze verschijnt en druk op OK/MENU.
Door te drukken op de sneltoetsen (0–9).
Door kort op de knoppen
/ te druk-
ken, waarna het eerstvolgende beschikbare
kanaal in het gebied verschijnt.
N.B.
Als u bij het indrukken van een van de voor-
keurknoppen geen ontvangst hebt, staat de
auto mogelijk niet meer op de plek waar de
kanalen werden ingesteld en de kanalenlijst
werd opgeslagen.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
83
Gerelateerde informatie
Teletekst* (p. 84)
Beeldinstellingen (p. 49)
Ontvangst van tv* - kanaalwegval (p. 85)
Menu-overzicht - TV* (p. 96)
Tv*-kanalen/voorkeurslijst
De auto stelt automatisch de beschikbare tv-
kanalen in. De beschikbare kanalen worden
opgeslagen in een kanaaloverzicht. U kunt de
zoekcriteria voor het kanaaloverzicht wijzigen,
maar niet de volgorde. Er is tevens een voor-
keurslijst waarbij de onderlinge volgorde wel aan
te passen is.
Voorkeurslijst wijzigen
U kunt de volgorde van de kanalen in de voor-
keurslijst wijzigen. Een tv-kanaal kan op meer-
dere plaatsen in de voorkeurslijst voorkomen. De
onderlinge positie van de tv-kanalen in de lijst
kan bovendien variëren.
1. Druk voor een wijziging van de volgorde van
de voorkeurslijst in de normaalweergave van
de tv-bron op OK/MENU en kies
Presets.
2.
Draai aan TUNE totdat u het te verplaatsen
kanaal in de lijst bereikt en bevestig uw
keuze met OK/MENU.
> Het gekozen kanaal staat gemarkeerd.
3.
Draai aan TUNE totdat u de nieuwe positie
binnen de lijst bereikt en bevestig uw keuze
met OK/MENU.
> De kanalen wisselen vervolgens van
plaats.
Na de voorkeurskanalen (max. 30 stuks) volgen
alle resterende kanalen in het gebied. Het is
mogelijk een van deze kanalen in de lijst met
voorkeuren te zetten.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
84
Tv* - weergaveopties
U kunt de tv-functies bewerken.
Ondertiteling wijzigen
1. Druk voor een wijziging in de ondertiteling in
de normaalweergave van de tv-bron op
OK/MENU en kies
Ondertitels.
2.
Draai aan TUNE totdat u de te gebruiken
ondertiteling bereikt en druk op OK/MENU.
> De gekozen ondertiteling wordt vervol-
gens weergegeven.
Audiotaal wijzigen
1. Druk voor een wijziging in de audiotaal in de
normaalweergave van de tv-bron op
OK/MENU en kies
Audiotracks.
2.
Draai aan TUNE totdat u de te gebruiken
geluidstrack bereikt en druk op OK/MENU.
> De gekozen geluidstrack wordt vervolgens
weergegeven.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Favorieten (p. 33)
Informatie over actueel tv*-
programma
Druk op de INFO-toets (p. 28) om informatie te
bekijken over het actuele programma, het vol-
gende programma alsmede het starttijdstip.
Wanneer u nogmaals op de toets INFO drukt,
valt soms meer informatie over het actuele pro-
gramma te bekijken (zoals de tijd dat het begint
en eindigt) alsmede een korte beschrijving van
het actuele programma te lezen.
Om terug te keren naar het tv-beeld dient u
enkele seconden te wachten of te drukken op
EXIT.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Teletekst*
U kunt als volgt teletekst bekijken.
U doet dat als volgt:
1. Ga om teletekst te bekijken in de TV-stand
naar
TV-menu Teletekst.
2. Typ het paginanummer (3 cijfers) in met de
cijfertoetsen (0–9) om een pagina te kiezen.
> De pagina verschijnt automatisch.
Voer een nieuw paginanummer in of draai aan
TUNE om naar de volgende pagina te gaan.
Ga terug naar de tv-weergave met EXIT.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
TV* (p. 82)
Afstandsbediening* (p. 85)
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
85
Ontvangst van tv* - kanaalwegval
Als de signalen van het bekeken tv-kanaal weg-
valt, bevriest het beeld. Wanneer er opnieuw sig-
nalen binnenkomen, is er weer bewegend beeld.
Als de signalen van het bekeken tv-kanaal weg-
valt, bevriest het beeld. Kort daarna verschijnt een
melding die aangeeft dat de signalen van het
actuele tv-kanaal zijn weggevallen en dat er
opnieuw naar het kanaal wordt gezocht. Wanneer
er opnieuw signalen binnenkomen, wordt het tv-
kanaal meteen weergegeven. Wanneer de mel-
ding verschijnt, kunt u uiteraard ook van kanaal
veranderen.
Als de melding Geen ontvangst verschijnt, heeft
het systeem geregistreerd dat de signalen voor
alle tv-kanalen zijn weggevallen.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
TV* (p. 82)
Tv*-kanalen/voorkeurslijst (p. 83)
Afstandsbediening*
De afstandsbediening is te gebruiken voor alle
functies van het audio- en mediasysteem. De
toetsen op de afstandsbediening hebben
dezelfde functies als de overeenkomstige toet-
sen op de middenconsole of de toetsenset op
het stuurwiel.
Komt overeen met TUNE op de middencon-
sole.
||
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
86
Druk bij gebruik van de afstandsbediening de
knop
op de afstandsbediening in stand F.
Richt de afstandsbediening vervolgens op de IR-
ontvanger, die rechts van de knop (p. 28) INFO
op de middenconsole zit.
WAARSCHUWING
Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele
telefoon, camera, afstandsbediening voor
extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of
andere opbergruimten. Bij krachtig afremmen
of een botsing kunnen deze anders inzitten-
den verwonden.
N.B.
Leg de afstandsbediening niet in de felle zon
(zoals op het dashboard) – dan kunnen er
problemen met de batterijen ontstaan.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Afstandsbediening* - functies
Te regelen functies vanaf de afstandsbediening.
Toets Functie
F = Beeldscherm voorin
L en R = Geen geldige keuze.
Overschakelen op navigatie*
Overschakelen op radiobron (bij-
voorbeeld
AM)
Overschakelen op mediabron (bij-
voorbeeld
Disk, TV*)
Overschakelen op Bluetooth
®
-
handsfree
Achteruitbladeren/-spoelen, van
track/nummer wisselen
Afspelen/Pauzeren
Stoppen
Vooruitbladeren/-spoelen, van
track/nummer wisselen
Menu
Teruggaan, functie beëindigen,
ingevoerde tekens wissen
Toets Functie
Omhoog/omlaag
Naar rechts/links
Keuze bevestigen of menusysteem
voor gekozen bron openen
Volume verlagen
Volume verhogen
0-9 Voorkeurskanalen kiezen, cijfers/
letters invoeren
Sneltoets voor ingestelde favorie-
ten
Informatie over actueel programma,
nummer etc. Tevens te gebruiken
als er meer informatie beschikbaar
is dan op het beeldscherm kan
worden weergegeven
Taal geluidstrack kiezen
Ondertiteling, ondertitelingstaal kie-
zen
Teletekst*, aan/uit
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
87
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Afstandsbediening* - batterij
vervangen
Hoe u de batterijen in de afstandsbediening
voor het audio- en mediasysteem vervangt.
N.B.
De batterijen gaan normaal 1–4 jaar mee,
afhankelijk van het gebruik van de afstands-
bediening.
De afstandsbediening werkt op vier batterijen van
het type AA/LR6.
Neem bij lange ritten extra batterijen mee.
1. Duw de vergrendeling van het dekseltje op
het batterijvakje in en duw het deksel in de
richting van het IR-oog.
2. Verwijder de lege batterijen en leg de nieuwe
batterijen op de aangegeven manier in het
batterijvakje.
3. Plaats het dekseltje terug.
N.B.
Lege batterijen moet u op een milieuvriende-
lijke manier inzamelen.
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
88
Audio en media - menu-overzicht
Overzicht van mogelijke opties en instellingen in
de menu's van het audio- en mediasysteem.
Als de tekst op een menuregel lichtgrijs gekleurd
is, kunt u de desbetreffende optie niet kiezen.
Het is mogelijk dat de functie niet aanwezig is op
de auto, dat de bron niet actief of niet aangeslo-
ten is of dat de bron leeg is.
RADIO
AM (p. 88)
28
FM (p. 89)
DAB *(p. 89)
MEDIA
CD/DVD Audio (p. 90)
DVD Video (p. 91)
Harde schijf (HDD) (p. 91)
iPod (p. 92)
USB (p. 92)
Media Bluetooth® (p. 93)
AUX (p. 93)
TV* (p. 96)
TEL.
Bluetooth® handsfree (p. 94)
Webbrowser (p. 94)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - AM
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor AM-radio.
AM-menu
A
Zie
Presets tonen
(p. 39)
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Presets tonen (p. 39)
A
Geld niet voor de V60 Twin Engine en S60L Twin Engine.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
28
Geld niet voor de V60 Twin Engine en S60L Twin Engine.
AUDIO EN MEDIA
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
89
Menu-overzicht - FM
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor FM-radio.
FM-menu
Zie
TP
(p. 41)
Alternatieve frequentie
Tonen
Radiotekst (p. 42)
Presets (p. 39)
Geen
Zender afstemmen op
(p. 37)
Zenderlijst (p. 38)
Handmatig afstemmen (p. 38)
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Radiotekst of presets selec-
teren
(p. 42) en
(p. 39)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - Digitale radio
(DAB)*
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor DAB-radio.
DAB-menu*
Zie
Filteren programmatype (PTY)
(p. 41)
Tonen
Artiest/titel
Radiotekst (p. 42)
Presets (p. 39)
Geen
DAB-DAB-verbinding
(p. 43)
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Tonen informatie aan/uit
||
AUDIO EN MEDIA
90
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - CD/DVD Audio
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor DD/DVD Audio.
Diskmenu
Zie
Play/pause
(p. 44)
Stop
A
Media zoeken
(p. 46)
Shuffle
(p. 46)
Gracenote®-opties
Gracenote®-database
Gracenote®-resultaten
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Play/pause (p. 44)
Shuffle (p. 46)
A
Geldt alleen voor dvd-discs.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
AUDIO EN MEDIA
}}
91
Menu-overzicht - DVD Video
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor DVD Video.
DVD-videomenu
Zie
Play/pause
(p. 48)
DVD-menu
(p. 48)
Stop
(p. 48)
Ondertitels
(p. 48)
Audiotracks
(p. 48)
Geavanceerde instellingen
Kijkhoek (p. 49)
Beeldverhouding
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Play/pause (p. 48)
Volgende ondertitel (p. 48)
Volgende audiotrack (p. 48)
Pop-upmenu DVD Video
Druk op OK/MENU, terwijl u een videobe-
stand afspeelt om het pop-upmenu te openen.
Beeldinstellingen
(p. 49)
DVD-videomenu
(p. 28)
DVD-menu
(p. 48)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - harde schijf (HDD)
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor een harde schijf (HDD).
HDD-menu
Zie
pagina
Play/pause
(p. 49)
Media zoeken
(p. 46)
Shuffle
(p. 46)
Muziek importeren
(p. 49)
Van disk
Van USB
A
Bestand hernoemen/verwijderen
(p. 49)
Open
Hernoemen
Wis
Alles wissen
||
AUDIO EN MEDIA
92
Opslaginformatie
(p. 49)
Gebr. ruimte:
Vrije ruimte:
Capaciteit:
Tracks:
Mappen:
Opties FAV-toets
(p. 49)
Geen functie
Play/pause (p. 49)
Shuffle (p. 46)
A
Afhankelijk van de markt.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - iPod
®
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor iPod
®
.
iPod-menu
Zie
Play/pause
(p. 52)
Shuffle
(p. 46)
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Play/pause (p. 52)
Shuffle (p. 46)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - USB
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor USB.
USB-menu
Zie
Play/pause
(p. 52)
Media zoeken
(p. 46)
Shuffle
(p. 46)
Partitie van USB selecteren
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Play/pause (p. 52)
Shuffle (p. 46)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
AUDIO EN MEDIA
93
Menu-overzicht - Media Bluetooth
®
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor Media Bluetooth
®
.
Bluetooth-menu
Zie
Play/pause
(p. 54)
Shuffle
(p. 46)
Ander apparaat
(p. 58)
Nieuw apparaat zoeken
Auto herkenbaar maken
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Play/pause (p. 54)
Shuffle (p. 46)
Eenheid 1
Eenheid 2
enz.
Aansluiten vor media
(p. 54)
Apparaat verwijderen
(p. 59)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - AUX
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor AUX.
AUX-menu
Zie
AUX-ingang
(p. 54)
Standaard
Boost
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
AUDIO EN MEDIA
94
Menu-overzicht - Bluetooth
®
-
handsfreesysteem
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor de Bluetooth
®
-handsfree.
Telefoonmenu
Zie
Bellijst
(p. 61)
Contacten
(p. 63)
Berichten
(p. 59)
Meldingen van berichten
(p. 59)
Telefoon wijzigen
(p. 58)
Nieuwe telefoon zoeken
Auto herkenbaar maken
Eenheid 1
Eenheid 2
enz.
Verbinden voor telefoon
(p. 59)
Apparaat verwijderen
(p. 59)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Menu-overzicht - webbrowser
29
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor webbrowser.
Browser
Als er geen tab open is, wordt het
menu in de normaalweergave voor de
webbrowser getoond.
Zie
Invoer. adres
(p. 78)
Instellingen
Toont "Instellingenmenu webbrow-
ser", zie hieronder.
Bladwijzer 1
Bladwijzer 2
enz.
(p. 78)
Pop-upmenu webbrowser
Druk op knop nummer 5 op de mid-
denconsole als een pagina in de
webbrowser wordt weergegeven om
naar het pop-upmenu te gaan.
Zie
Terug
(p. 78)
Volgende
(p. 78)
AUDIO EN MEDIA
95
Opnieuw laden
(p. 78)
Stop
(p. 78)
Nieuwe tab
(p. 78)
Tab sluiten
(p. 78)
Inzoomen
of
Uitzoomen
(p. 78)
Bladwijzer toevoegen
of
Bladwijzer verwijderen
(p. 78)
Instellingen
Toont "Instellingenmenu webbrow-
ser", zie hieronder.
Instellingenmenu webbrowser
Druk op Instellingen in een van de
twee bovenstaande menu's om naar
het instellingenmenu te gaan.
Zie
Bladwijzers
(p. 78)
Bladwijzer 1
Bladwijzer 2
enz.
Hernoemen
Herschikken
Wis
Internetfilter
(p. 78)
Cookies accepteren
(p. 78)
Afbeeldingen weergeven
Pop-ups blokkeren
JavaScript inschakelen
Tekstgrootte
(p. 78)
Groot
Midden
Klein
Browsergeschiedenis wissen
(p. 78)
Opties FAV-toets
(p. 33)
Geen functie
Bladwijzer toevoegen/verwijde-
ren
(p. 78)
Nieuwe tab (p. 78)
Tab sluiten (p. 78)
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Audio en media - menu-overzicht (p. 88)
29
Geldt voor bepaalde markten
AUDIO EN MEDIA
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
96
Menu-overzicht - TV*
Overzicht van mogelijke opties en instellingen
voor tv.
TV-menu
Zie
Presets
(p. 84)
Audiotracks
(p. 84)
Ondertitels
(p. 84)
Teletekst
(p. 84)
Opties FAV-toets
(p. 84)
Geen functie
Teletekst
Pop-upmenu TV
Druk op OK/MENU, terwijl u tv kijkt
om het pop-upmenu te openen.
Zie
Beeldinstellingen
(p. 49)
Helderheid:
Contrast:
Kleur:
TV-menu
Toont het ‘TV-menu’, zie boven.
Gerelateerde informatie
Audiosysteem en media - Systeembediening
(p. 28)
Licenties - audio en media
Een licentie is een overeenkomst die toestem-
ming verleent om bepaalde handelingen te ver-
richten of het recht om gebruik te maken van een
product waar een andere rechtspersoon octrooi
of eigendomsrechten op heeft, onder de voor-
waarden vervat in de overeenkomst. Hier volgen
de teksten van de overeenkomsten tussen Volvo
en producenten/ontwikkelaars. De meeste van
deze teksten zijn in het Engels.
Sensus software
This software uses parts of sources from clib2
and Prex Embedded Real-time OS - Source
(Copyright (c) 1982, 1986, 1991, 1993, 1994),
and Quercus Robusta (Copyright (c) 1990,
1993), The Regents of the University of
California. All or some portions are derived from
material licensed to the University of California by
American Telephone and Telegraph Co. or Unix
System Laboratories, Inc. and are reproduced
herein with the permission of UNIX System
Laboratories, Inc. Redistribution and use in
source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the
following conditions are met: Redistributions of
source code must retain the above copyright
notice, this list of conditions and the following
disclaimer. Redistributions in binary form must
reproduce the above copyright notice, this list of
conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided
AUDIO EN MEDIA
}}
97
with the distribution. Neither the name of the
<ORGANIZATION> nor the names of its
contributors may be used to endorse or promote
products derived from this software without
specific prior written permission. THIS
SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT
HOLDERS AND CONTRIBUTORS "AS IS" AND
ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE
ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE
COPYRIGHT OWNER OR CONTRIBUTORS BE
LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT,
INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING,
BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON
ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE)
ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF
THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
This software is based in part on the work of the
Independent JPEG Group.
This software uses parts of sources from
"libtess". The Original Code is: OpenGL Sample
Implementation, Version 1.2.1, released January
26, 2000, developed by Silicon Graphics, Inc. The
Original Code is Copyright (c) 1991-2000 Silicon
Graphics, Inc. Copyright in any portions created
by third parties is as indicated elsewhere herein.
All Rights Reserved. Copyright (C) [1991-2000]
Silicon Graphics, Inc. All Rights Reserved.
Permission is hereby granted, free of charge, to
any person obtaining a copy of this software and
associated documentation files (the "Software"),
to deal in the Software without restriction,
including without limitation the rights to use,
copy, modify, merge, publish, distribute,
sublicense, and/or sell copies of the Software,
and to permit persons to whom the Software is
furnished to do so, subject to the following
conditions: The above copyright notice including
the dates of first publication and either this
permission notice or a reference to http://
oss.sgi.com/projects/FreeB/ shall be included in
all copies or substantial portions of the Software.
THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS IS",
WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND,
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT
LIMITED TO THE WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE AND
NONINFRINGEMENT. IN NO EVENT SHALL
SILICON GRAPHICS, INC. BE LIABLE FOR ANY
CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY,
WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT,
TORT OR OTHERWISE, ARISING FROM, OUT
OF OR IN CONNECTION WITH THE SOFTWARE
OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE
SOFTWARE. Except as contained in this notice,
the name of Silicon Graphics, Inc. shall not be
used in advertising or otherwise to promote the
sale, use or other dealings in this Software
without prior written authorization from Silicon
Graphics, Inc.
This software is based in parts on the work of the
FreeType Team.
This software uses parts of SSLeay Library:
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young
([email protected]). All rights reserved
Linux software
This product contains software licensed under
GNU General Public License (GPL) or GNU
Lesser General Public License (LGPL), etc.
You have the right of acquisition, modification,
and distribution of the source code of the GPL/
LGPL software.
You may download Source Code from the
following website at no charge: http://
www.embedded-carmultimedia.jp/linux/oss/
download/TVM_8351_013
The website provides the Source Code "As Is"
and without warranty of any kind.
By downloading Source Code, you expressly
assume all risk and liability associated with
downloading and using the Source Code and
complying with the user agreements that
accompany each Source Code.
||
AUDIO EN MEDIA
98
Please note that we cannot respond to any
inquiries regarding the source code.
Licentieovereenkomst Gracenote
®
Deze toepassing of dit apparaat bevat software
van Gracenote, Inc. uit Emeryville, Californië (‘Gra-
cenote’). Met de software van Gracenote (“Grace-
note-software”) kan deze toepassing schijf- en of
bestandsidentificatie uitvoeren en muziekver-
wante gegevens ophalen, waaronder informatie
over de naam, artiest, track en titel (“Gracenote-
gegevens”) vanuit online-servers of ingesloten
databases (samen “Gracenote-servers”). De toe-
passing kan tevens andere functies verrichten. U
mag Gracenote-gegevens uitsluitend gebruiken
door middel van de beoogde eindgebruikersfunc-
ties van deze toepassing of dit apparaat.
U stemt ermee in de Gracenote-gegevens, de
Gracenote-software en Gracenote-servers uitslui-
tend voor uw eigen, niet-commercieel privége-
bruik te gebruiken. U stemt ermee in de Grace-
note-software of welke Gracenote-gegevens dan
ook niet aan derden toe te wijzen, te kopiëren,
over te dragen of door te zenden. U STEMT
ERMEE IN DE GRACENOTE-GEGEVENS, DE
GRACENOTE-SOFTWARE OF DE GRACENOTE-
SERVERS UITSLUITEND TE GEBRUIKEN OP
DE MANIER DIE HIERIN UITDRUKKELIJK
WORDT TOEGESTAAN.
U stemt ermee in dat uw niet-exclusieve licentie
om de Gracenote-gegevens, de Gracenote-soft-
ware en de Gracenote-servers te gebruiken, zal
worden beëindigd als u inbreuk maakt op deze
beperkingen. Als uw licentie wordt beëindigd,
stemt u ermee in op geen enkele wijze meer
gebruik te maken van de Gracenote-gegevens,
de Gracenote-software en de Gracenote-servers.
Gracenote behoudt zich alle rechten voor met
betrekking tot de Gracenote-gegevens, de Gra-
cenote-software en de Gracenote-servers, inclu-
sief alle eigendomsrechten. In geen geval is Gra-
cenote aansprakelijk voor betaling aan u voor
informatie die u verschaft. U stemt ermee in dat
Gracenote, Inc. volgens deze overeenkomst uit
eigen naam rechtstreeks mag toezien op nale-
ving van de rechten jegens u.
De Gracenote-service gebruikt een unieke identi-
ficatiecode om query’s na te sporen voor statisti-
sche doeleinden. Het doel van deze willekeurig
toegewezen numerieke code is om de Grace-
note-service query’s te laten tellen zonder te
weten wie u bent. Ga voor meer informatie naar
de webpagina over het Privacybeleid van Grace-
note voor de Gracenote-service.
De licentie voor de Gracenote-software en alle
onderdelen van de Gracenote-gegevens wordt
verstrekt op “AS IS”-basis. Gracenote doet geen
toezeggingen of geeft geen garantie, uitdrukke-
lijk of stilzwijgend, over de accuraatheid van alle
Gracenote-gegevens in de Gracenote-servers.
Gracenote behoudt zich het recht voor om gege-
vens te verwijderen van de Gracenote-servers of
om gegevenscategorieën te wijzigen als Grace-
note hiertoe voldoende reden ziet. Er wordt geen
garantie verstrekt dat de Gracenote-software of
Gracenote-servers geen onjuistheden bevatten of
dat het functioneren van de Gracenote-software
of Gracenote-servers ononderbroken zal zijn.
Gracenote is niet verplicht u te voorzien van
nieuwe, verbeterde of extra gegevenstypen of -
categorieën die Gracenote mogelijk in de toe-
komst verschaft; Gracenote mag de diensten op
elk moment beëindigen.
GRACENOTE WIJST ALLE GARANTIES, UIT-
DRUKKELIJK OF STILZWIJGEND, INCLUSIEF
MAAR NIET BEPERKT TOT STILZWIJGENDE
GARANTIES MET BETREKKING TOT VER-
KOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, EIGENDOMSRECHT EN HET
GEEN INBREUK MAKEN OP RECHTEN VAN
DERDEN, VAN DE HAND. GRACENOTE VER-
STREKT GEEN GARANTIES TEN AANZIEN VAN
DE RESULTATEN DIE WORDEN VERKREGEN
VOOR UW GEBRUIK VAN GRACENOTE-SOFT-
WARE OF WELKE GRACENOTE-SERVER DAN
OOK. GRACENOTE IS IN GEEN GEVAL AAN-
SPRAKELIJK VOOR INDIRECTE OF GEVOLG-
SCHADE, GEDERFDE WINST OF VERLIES VAN
INKOMSTEN.
© Gracenote, Inc. 2009
camellia:1.2.0
Copyright (c) 2006, 2007
NTT (Nippon Telegraph and Telephone
Corporation). All rights reserved.
AUDIO EN MEDIA
99
Redistribution and use in source and binary
forms, with or without modification, are permitted
provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain
the above copyright notice, this list of
conditions and the following disclaimer as
the first lines of this file unmodified.
2. Redistributions in binary form must
reproduce the above copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer in
the documentation and/or other materials
provided with the distribution.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY NTT ``AS
IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL NTT BE LIABLE FOR ANY
DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS;
OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY,
OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF
THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF
ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
Unicode: 5.1.0
COPYRIGHT AND PERMISSION NOTICE
Copyright c 1991-2013 Unicode, Inc. All rights
reserved. Distributed under the Terms of Use in
http://www.unicode.org/copyright.html.
Permission is hereby granted, free of charge, to
any person obtaining a copy of the Unicode data
files and any associated documentation (the
"Data Files") or Unicode software and any
associated documentation (the "Software") to
deal in the Data Files or Software without
restriction, including without limitation the rights
to use, copy, modify, merge, publish, distribute,
and/or sell copies of the Data Files or Software,
and to permit persons to whom the Data Files or
Software are furnished to do so, provided that (a)
the above copyright notice(s) and this permission
notice appear with all copies of the Data Files or
Software, (b) both the above copyright notice(s)
and this permission notice appear in associated
documentation, and (c) there is clear notice in
each modified Data File or in the Software as
well as in the documentation associated with the
Data File(s) or Software that the data or software
has been modified.
THE DATA FILES AND SOFTWARE ARE
PROVIDED "AS IS", WITHOUT WARRANTY OF
ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING
BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE AND
NONINFRINGEMENT OF THIRD PARTY
RIGHTS. IN NO EVENT SHALL THE
COPYRIGHT HOLDER OR HOLDERS
INCLUDED IN THIS NOTICE BE LIABLE FOR
ANY CLAIM, OR ANY SPECIAL INDIRECT OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES, OR ANY
DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM
LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER
IN AN ACTION OF CONTRACT, NEGLIGENCE
OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT
OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR
PERFORMANCE OF THE DATA FILES OR
SOFTWARE.
Except as contained in this notice, the name of a
copyright holder shall not be used in advertising
or otherwise to promote the sale, use or other
dealings in these Data Files or Software without
prior written authorization of the copyright holder.
Gerelateerde informatie
Volvo Sensus (p. 6)
AUDIO EN MEDIA
100
Typegoedkeuring - audio en media
Typegoedkeuring voor radio-, telecommunicatie-
en computerapparatuur.
Wi-Fi
Verklaring van overeenstemming voor
audio- en navigatiemodule
Gerelateerde informatie
Audio en media (p. 26)
Connected Car (p. 71)
INTERNETKAART
INTERNETKAART
102
Internetkaart
1
Internetkaart is een functie die de mogelijkheid
biedt tot kaartweergave op internet.
Het systeem kan een geschikte route berekenen
en de autopositie aangeven in relatie tot de route
op de kaart. Bij afwijkingen van de geplande
route past het systeem de route automatisch aan
om in begeleiding tot aan de bestemming te
voorzien. Op de kaart verschijnen behalve de nor-
male kaartgegevens ook verkeersinformatie
(p. 111) en symbolen voor de gekozen nuttige
plaatsen (POI)'s (p. 108).
Bij een slechte ontvangst of een zwakke internet-
verbinding stopt de routeberekening. Mogelijk
ontbreken bepaalde kaartschalen afhankelijk van
de ingelezen hoeveelheid kaartgegevens.
N.B.
Bij gebruik van internet wordt data overge-
bracht (dataverkeer) en dat kan kosten met
zich meebrengen.
Het activeren van dataroaming kan tot ver-
dere kosten leiden.
Informeer bij uw provider naar de kosten voor
dataverkeer.
Volvo biedt een compleet navigatiesysteem (Sen-
sus Navigation) dat gebruikt maakt van kaarten
op een harde schijf, gesproken begeleiding,
geavanceerde routeberekening rekening hou-
dend met verkeersinformatie, zoeken via internet
en de mogelijkheid om meerdere deelbestem-
mingen te gebruiken. Neem contact op met uw
dealer voor een upgrade naar Sensus Navigation.
Bij een upgrade vervalt de internetkaart.
De internetkaart geeft route-informatie naar een
vooraf gekozen bestemming. De begeleiding is
echter niet altijd betrouwbaar, omdat er situaties
te bedenken zijn waar het navigatiesysteem niet
op berekend is zoals plotselinge weersomslagen.
WAARSCHUWING
Denk aan het volgende:
Richt al uw aandacht op de weg en con-
centreer u volledig op het rijden.
Neem de geldende verkeersregels in acht
en rijd voorzichtig.
Vanwege bijv. weersomstandigheden of
het jaargetijde kunnen bepaalde aanbe-
velingen voor de route minder betrouw-
baar zijn.
Gerelateerde informatie
Internetkaart - tekst en symbolen op beeld-
scherm (p. 104)
Internetkaart
3
- gebruik
U kunt als volgt gebruik maken van de internet-
kaart en de route plannen voor routebegeleiding
naar de opgegeven bestemming.
Voor elementaire bediening, zie systeembedie-
ning en menufuncties (p. 28). Meer gedetail-
leerde beschrijvingen vindt u in de desbetref-
fende hoofdstukken. Maak voor het invoeren van
tekst en zoeken in de internetkaart gebruik van
het schrijfwiel en het numerieke toetsenbord
(p. 103).
1. Om de internetkaart te kunnen gebruiken
moet de auto eerst een internetverbinding
hebben (p. 71).
2.
Start de internetkaart door op de NAV-knop
op de middenconsole te drukken.
3. ga akkoord met het delen van de autopositie.
N.B.
De internetkaart werkt niet, als u niet akkoord
gaat.
Druk om de positiedeling te annuleren in de
normaalweergave op OK/MENU, kies
Instellingen en vink de optie Positie delen
uit.
4. Bestemming opgeven (p. 106).
1
Geldt voor bepaalde markten.
INTERNETKAART
}}
103
5. Kies route-opties (p. 110) (zoals wegentype,
tunnels, veerverbindingen).
6. Kies kaart-opties (p. 111) (bijvoorbeeld
groot scherm, kaarttype, positie-informatie).
> De positie van de auto wordt weergege-
ven op de internetkaart in combinatie met
verkeersinformatie en de gekozen nuttige
plaatsen (POI’s).
Route weergeven
Druk voor weergave van een overzichtskaart van
de route in de normaalweergave van de bron op
OK/MENU en kies
Route Kaart van
resterende route
.
Gedetailleerde route-informatie weergeven
(p. 109).
Van bestemming veranderen
U kunt van bestemming veranderen door een
andere bestemming op te geven (p. 106).
Routebegeleiding annuleren/hervatten
Druk in de normaalweergave van de bron op
OK/MENU en kies
Begeleiding annuleren/
hervatten.
Verkoop van auto
Bij verkoop van de auto is het belangrijk om de
gebruikersgegevens en de systeeminstellingen
naar de oorspronkelijke fabrieksinstelling te
resetten, zie Verkoop van auto (p. 11).
Internetkaart
4
- schrijfwiel en
toetsenbord
Gebruik het schrijfwiel of de toetsenset van de
middenconsole om tekst in te voeren en opties
te kiezen. Geef bijvoorbeeld informatie over een
adres of faciliteit aan.
Schermweergave met tekstveld.
Dit navigatiesysteem maakt gebruik van een
‘schrijfwiel’ om specifieke informatie op te geven,
bijvoorbeeld type POI, plaats/stad, gebied/land,
adres, straatnummer of postcode.
Een keuze activeren
Druk nadat u de gewenste functie/menuregel
gemarkeerd hebt met het duimwiel of met de
TUNE-knop op het duimwiel/OK om het vol-
gende niveau van functies/opties te kunnen
bekijken.
Tekst invoeren met schrijfwiel
Schrijfwiel.
1. Markeer een tekstveld.
2.
Druk op OK om het schrijfwiel te openen.
3.
Kies de tekens met het duimwiel/de TUNE-
knop en voer ze in met een druk op het
duimwiel/OK.
3
Geldt voor bepaalde markten.
4
Geldt voor bepaalde markten.
||
INTERNETKAART
104
Tekst invoeren met numeriek
toetsenbord
Numeriek toetsenbord.
Een andere manier om tekens in te toetsen/
voeren is met behulp van de toetsen op de mid-
denconsole: 09, * en #.
Zo wordt bij een druk op 9 wordt een kolom
weergegeven met alle tekens
5
onder deze toets,
zoals
w, x, y, z en 9. Bij snel indrukken van de
toets bladert u met de cursor door deze tekens.
Blijf met de cursor op het te kiezen teken
staan - het teken verschijnt op de schrijfre-
gel.
Wis/annuleer uw keuze met EXIT.
Houd om een cijfer in te voeren de toets met het
gewenste cijfer ingedrukt.
Meer mogelijkheden
In het ingevoegde menu van het schrijfwiel zitten
meer alternatieven, zoals meer schrijftekens en
ook cijfers:
123/ABC + OK - het schrijfwiel wisselt tus-
sen de invoer van cijfers en letters.
MEER + OK - de alternatieve tekens worden
in het wiel weergegeven.
=> + OK - de cursor springt naar de lijst aan
de rechterkant van het scherm, waar u een
keuze kunt maken met OK.
Lijst met alternatieven
Lijst die overeenkomt met de ingetoetste tekens.
Bij het zoeken wordt de lijst met mogelijke alter-
natieven aangepast aan de ingevoerde tekens.
Voor de overige zoekvelden start de zoekop-
dracht zonder dat er een lijst wordt getoond.
Internetkaart
6
- tekst en symbolen
op beeldscherm
Toelichting bij de teksten en symbolen die op de
kaart kunnen worden getoond.
Soorten wegen - grootte en kleur hangen af
van het type weg, de gekozen kaartschaal en
de kaartkleur
Verkeersinformatie (p. 111) - aangeduid met
een onderbroken streep langs de kant van
de weg.
Nuttige plaatsen (p. 108)
Symbool voor (eind-)bestemming
Geplande route - blauw
5
De schrijftekens voor de verschillende toetsen kunnen per markt/land/taal variëren.
6
Geldt voor bepaalde markten.
INTERNETKAART
}}
105
Actuele autopositie
Spoorwegverbinding
Scrolt/verschuift de kaart in de richting van
de pijl met behulp van de corresponderende
nummers op de nummertoetsen (p. 103)
Kaartschaal
Focusvenster met dradenkruis in het midden
Naam of coördinaten van actuele weg/straat
of informatie over nuttige plaats (POI)
Kompas (p. 111)
Internetkaart
7
- scrolmenu
In de scrolstand kunt u de kaartweergave ver-
schuiven met de numerieke toetsen op de mid-
denconsole (p. 102).
Scrolstand met dradenkruis
8
.
Scrolstand activeren in normale
kaartstand
Druk op een van de numerieke toetsen 09.
Scrollen
Druk op een van de numerieke cijfertoetsen
1-2-3-4-6-7-8-9 – in de kantlijnen wordt
een richtingspijl weergegeven met het cijfer
dat u moet gebruiken om de kaart in de
gewenste richting te verschuiven.
Zoomen
Draai aan de TUNE-knop.
Cijfertoets "5"
Wanneer u in de scrolstand op de cij-
fertoets 5 drukt, wordt de actuele posi-
tie van de auto als middelpunt van de
kaartweergave gehanteerd.
Scrolstand verlaten
Druk op EXIT of op NAV.
Dradenkruis
Met een druk op OK verschijnt een menu voor
het punt op de kaart waarnaar het middelpunt
van het dradenkruis wijst:
Eén bestemming inst. - Verwijdert eventu-
ele eerdere bestemmingen uit het reisplan
en start de routebegeleiding op de kaart.
POI-informatie - geeft op het beeldscherm
de naam en het adres weer voor de POI die
7
Geldt voor bepaalde markten.
8
Geef aan of de dradenkruispositie/gemarkeerde cursorpositie moet worden aangegeven met naam of gps-coördinaten, zie kaart-opties (p. 111).
INTERNETKAART
106
het dichtst bij het dradenkruis ligt. Voor meer
informatie over POI, zie (p. 108).
Informatie - Toont eventuele informatie over
de gemarkeerde locatie.
Opslaan - Biedt de mogelijkheid om de
gemarkeerde locatie in het geheugen op te
slaan.
Internetkaart
9
- bestemming
opgeven
Plan een rit door een bestemming op te geven.
Druk om de volgende opties te openen in de nor-
maalweergave van de bron op OK/MENU en
kies
Bestemming invoeren.
Start
Het navigatiesysteem kan een willekeurige posi-
tie opslaan onder de menu-optie
Huis. De moge-
lijkheid verschijnt iedere keer dat u een positie
vastlegt:
Locaties opslaan als thuis + OK.
Om de routebegeleiding te activeren naar de
bestemming
Huis:
Markeer
Huis + OK.
Adres
U kunt volstaan met het invoeren van een plaats/
stad om een reisplan met routebegeleiding te
krijgen – u wordt naar het centrum van de plaats/
stad geleid.
N.B.
De definitie van een stad of gebied kan van
land tot land en zelfs van regio tot regio ver-
schillen. In bepaalde gevallen wordt er een
gemeente bedoeld en in andere gevallen een
stadsdeel.
De volgende zoekcriteria zijn te gebruiken om
een bestemming te zoeken met adres:
Land: - Een land opgeven.
Stad: - Een plaats/stad opgeven.
Straat: - Een straat opgeven.
Nummer: - Een huisnummer in de straat
kiezen.
Nuttige plaatsen (POI)
U kunt op POI zoeken aan de hand van een van
de volgende menu-opties:
Op naam
Op categorie
Rond de auto
9
Geldt voor bepaalde markten.
INTERNETKAART
107
In de buurt van de bestemming
Rond punt op de kaart
Om de kaartweergave niet onnodig te complice-
ren geldt er een beperking voor het aantal POI’s
dat gelijktijdig op het scherm kan worden
getoond – bij het inzoomen op een bepaald
gebied ziet u meerdere POI’s.
Voor informatie over de weergave-opties met
betrekking tot POI, zie kaart-opties (p. 111).
Voorbeelden van symbolen voor uiteenlopende
POI’s, zie (p. 108).
Opgeslagen positie
Hier worden bestemmingen en plaatsen onder-
gebracht die zijn opgeslagen via de menu-optie
Opslaan’.
De verschillende opgeslagen bestemmingen en
plaatsen zijn als volgt aan te passen:
Eén bestemming inst.
Bewerken
Wis
Alles wissen.
Eerdere bestemmingen
Hier worden eerder gebruikte bestemmingen
opgeslagen. Markeer er één + OK en kies vervol-
gens uit:
Eén bestemming inst.
Informatie
Opslaan
Wis
Alles wissen.
Postcode
Zoek een bestemming met postcode.
N.B.
De weergave van de postcode kan per markt/
regio verschillen.
Breedte- en lengtegraad
Geef een bestemming op met gps-coördinaten.
Bepaal om te beginnen de invoermethode voor
de gps-coördinaten door
Formaat: te markeren
+ OK. Markeer vervolgens een van de volgende
alternatieven + OK:
DD°MM'SS'' - positie met graden, minuten
en seconden.
Decimaal - positie met decimalen.
Voer vervolgens de gps-coördinaten in en kies
een van de volgende opties:
Eén bestemming inst.
Opslaan
Punt op de kaart
Toont een kaart waarop de actuele locatie met
een cursor wordt aangewezen.
Draai aan TUNE om de kaartschaal te wijzigen.
1. Beweeg (verschuif) de kaart met de nume-
rieke toetsen, zie (p. 105).
2. Wanneer u de gewenste locatie hebt gevon-
den - druk op OK.
Cursorpositie aangegeven met naam.
Kies vervolgens uit de volgende opties en acti-
veer uw keuze met OK:
Eén bestemming inst.
Opslaan
Gerelateerde informatie
Internetkaart - gebruik (p. 102)
INTERNETKAART
108
Internetkaart
11
- symbolen voor
nuttige plaatsen (POI)
Hier ziet u voorbeelden van hoe symbolen voor
uiteenlopende faciliteiten eruit kunnen zien.
Restaurant
Hoorspel
Dans
Nachtclub
Bioscoop
Casino
Museum
Toeristische attractie
Vliegveld
Treinstation
Veerterminal
Taxistandplaats
Logies
Hotel
Winkelcentrum
Winkels
Diensten
Geldautomaat
Bank
Politie
Postkantoor
VVV
Tankstation
Autoverhuur
Parlementsgebouw
Gemeentehuis
Expocenter
Congresgebouw
Ziekenhuis
Verpleeghuis
Bibliotheek
Parkeerterrein
Openbaar toilet
Toilet
Sportcomplex
Sportveld
Vrijetijdsbesteding
Recreatie
Badlocatie
Strand
Educatie
Universiteit
Bar
Café
Berg
Bergtop
Apotheek
Camping
11
Geldt voor bepaalde markten.
INTERNETKAART
109
Gerelateerde informatie
Internetkaart - bestemming opgeven (p. 106)
Internetkaart
13
- gedetailleerde
route-informatie
Hier verschijnen de manoeuvres van iedere
etappe, zoals afritten en kruisingen.
Druk voor weergave van gedetailleerde route-
informatie in de normaalweergave van de bron op
OK/MENU en kies
Route Gedet. route-
informatie
.
Gedetailleerde route-informatie.
De route tot aan de bestemming bestaat uit een
aantal manoeuvres van verschillende aard zoals
rechte stukken, afritten, kruisingen, opritten en
dergelijke. Loop de deeltrajecten door met
Volgende/Vorige. De positie op de kaart, de bij-
behorende namen, de afstanden en de nuttige
plaatsen verschijnen. De getoonde afstand is de
afstand tussen twee manoeuvres en telt om die
reden niet af, naarmate de auto de locatie voor
de manoeuvre nadert.
Gerelateerde informatie
Internetkaart - route-opties (p. 110)
Internetkaart - symbolen voor nuttige plaat-
sen (POI) (p. 108)
13
Geldt voor bepaalde markten.
INTERNETKAART
110
Internetkaart
16
- route-overzicht
Overzichtskaart van de route weergeven.
Druk om een overzichtskaart van de route weer
te geven in de normaalweergave van de bron op
OK/MENU en kies
Route Kaart van
resterende route
.
Verder dezelfde functies als in het scrolmenu
(p. 105).
Gerelateerde informatie
Internetkaart - bestemming opgeven (p. 106)
Internetkaart
18
- route-opties
Route-opties bevat instellingen voor het route-
type en alternatieven voor aanpassing van de
route.
Routetype
Druk om het routetype te openen in de normaal-
weergave van de navigatiebron op OK/MENU en
kies
Instellingen Routeopties Routetype.
U hebt de keuze uit verschillende routetypen.
Activeer de optie van uw keuze met OK.
Snel met verkeersaanpassing - korte
reistijd met een minimum aan files.
Snel - korte reistijd krijgt de prioriteit.
Kort - kort traject krijgt de prioriteit. De route
kan ook langs secundaire wegen voeren.
Route aanpassen
Druk om de route aan te passen in de normaal-
weergave van de navigatiebron op OK/MENU en
kies
Instellingen Routeopties.
Om een of meer van de volgende punten in de
lijst op het beeldscherm te vermijden langs de
route moet u de desbetreffende punten marke-
ren + OK.
Snelwegen mijden
Tolwegen mijden
Tunnels mijden
Veren mijden
Autotreinen mijden
N.B.
In- en uitschakeling van deze opties met
een actief reisplan vindt mogelijk met
enige vertraging plaats doordat het reis-
plan opnieuw moet worden berekend.
Ook als u aangeeft dat u tunnels, tolwe-
gen en snelwegen wilt vermijden, kan het
gebeuren dat deze toch worden opgeno-
men wanneer er geen goede alternatie-
ven zijn.
Gerelateerde informatie
Internetkaart - bestemming opgeven (p. 106)
16
Geldt voor bepaalde markten.
18
Geldt voor bepaalde markten.
INTERNETKAART
}}
111
Internetkaart
20
- kaart-opties
Instellingen voor verschillende kaart-opties.
Kaartweergave op volledig scherm
Druk voor kaartweergave op het volledige scherm
in de normaalweergave van de bron op
OK/MENU en kies
Instellingen Kaartopties
Kaart op volledig scherm tonen. Bij marke-
ring van de getoonde optie + OK wordt de kaart
op het volledige scherm weergegeven zonder
andere autogegevens zoals de binnentempera-
tuur of de beluisterde radiozender onder- of
bovenaan.
Kaartstand kompasrichting
Druk voor het instellen van de kompasrichting in
de normaalweergave van de bron op OK/MENU
en kies
Instellingen Kaartopties Type
kaart
.
Hier kiest u hoe de kaart op het beeldscherm
moet worden weergegeven. Activeer de optie van
uw keuze met OK.
Noorden boven - de kaart wordt altijd met
het Noorden boven aan het beeldscherm
weergegeven. Het autosymbool beweegt in
de desbetreffende windstreek over het
scherm.
Kaart in rijrichting - het autosymbool vormt
het middelpunt en wijst altijd naar boven op
het beeldscherm. De kaartweergave roteert
onder het autosymbool en dat is gerelateerd
aan hoe de weg loopt.
3D Heading up - identiek aan Kaart in
rijrichting maar 3D-kaart. De weergave
hangt af van de mate van in-/uitzoomen.
Informatie over de actuele positie
Druk voor het instellen van informatie over de
actuele locatie in de normaalweergave van de
bron op OK/MENU en kies
Instellingen
Kaartopties Positie-informatie.
Activeer de optie van uw keuze met OK.
Huidige straat - op het beeldscherm ver-
schijnt de naam van de weg/straat waar de
auto/scrolcursor zich op dat moment bevindt.
Lengtegraad/breedtegraad - op het
beeldscherm verschijnen de coördinaten van
de positie waar de auto/scrolcursor zich op
dat moment bevindt.
Geen - op het beeldscherm verschijnt geen
informatie over de positie waar de auto/
scrolcursor zich op dat moment bevindt.
Nuttige plaats (POI) op de kaart
Druk voor instellen van de op de kaart weer te
geven POI’s in de normaalweergave van de bron
op OK/MENU en kies
Instellingen
Kaartopties POI-symbolen.
Hier geeft u aan welke POI’s op de kaart moeten
worden weergegeven. Activeer de optie van uw
keuze met OK.
Standaard - de POI’s worden getoond die
met Gekozen gespecificeerd zijn.
Gekozen - kies met de TUNE-knop + OK
alle POI’s die u op het beeldscherm wilt
weergeven.
Geen - er worden geen POI’s weergegeven.
Voor voorbeelden van POI’s, zie Internetkaart -
symbolen voor nuttige plaatsen (POI) (p. 108).
Kaartkleuren
Druk voor het instellen van de kaartkleuren in de
normaalweergave van de bron op OK/MENU en
kies
Instellingen Kaartopties
Kaartkleuren.
20
Geldt voor bepaalde markten.
||
INTERNETKAART
112
Activeer de optie van uw keuze met OK.
Automatisch - een lichtsensor registreert of
er sprake is van dag of nacht en past het
beeldscherm automatisch aan.
Dag - de kleuren en het contrast van het
beeldscherm worden helder en scherp.
Nacht - de kleurweergave en het contrast
van het beeldscherm worden afgestemd voor
optimaal zicht bij donker.
Verkeersinformatie op de kaart
Aangeduid met een groen, oranje of rood
gekleurde streep naast de wegen op de kaart
waarvoor verkeersinformatie bestaat. Groen bete-
kent geen verkeersproblemen, oranje betekent
langzaam rijdend verkeer en rood betekent file/
verkeersopstopping/ongeluk.
N.B.
Verkeersinformatie is niet in alle gebieden/
landen beschikbaar.
Het aantal zendgebieden voor verkeersinfor-
matie wordt voortdurend uitgebreid.
Druk voor weergave van verkeersinformatie in de
normaalweergave van de bron op OK/MENU en
kies
Instellingen Kaartopties Verkeer op
kaart
.
Gerelateerde informatie
Internetkaart - tekst en symbolen op beeld-
scherm (p. 104)
ALFABETISCH REGISTER
113
A
Afstandsbediening 85
batterij vervangen 87
Alarm bij ernstige ongelukken of calamitei-
ten 41
Ambient Surround Sound 35
Applicaties (apps) 77
Audio en media
het systeem bedienen 28
inleiding 26
menufuncties 28
menu-overzicht 88
overzicht 27
Audiosysteem 26
Auto met internetaansluiting 71
applicaties (apps) 77
Internetinstellingen 23
internetkaart 102
menu-overzicht 94
webbrowser 78
AUX-ingang 27, 52
B
Batterij
afstandsbediening 87
Bedieningselementen
middenconsole, stuurwiel 28
Beeldinstellingen 49
Bellen 59
Bestemming 106
Bluetooth
®
gesprek naar mobiel 61
handsfree 59
media 54
microfoon uit 61
streaming audio 54
C
CD 44
Connected Car
automodem 75
D
DAB-radio 36, 43
Digitale radio (DAB) 43
DVD 44
E
Equalizer 36
G
Geluid
Ambient Surround Sound 35
Instellingen 33
Geluidspodium 35
Gesprek
functies 59
inkomend 59
H
Harde schijf (HDD) 49
I
Infotainment (Audio en media) 26
Instructie-opties 110
Internetkaart 102
ALFABETISCH REGISTER
ALFABETISCH REGISTER
114
iPod
®
, aansluiting 53
K
Kaart (internetkaart) 102
Kaart-opties 111
M
Media Bluetooth
®
54
Mediaspeler 44
compatibele bestandsformaten 50
Media zoeken 46
Menufuncties audio en media 28
Microfoon 60
Mobiele telefoon, zie Telefoon 56
MY CAR 14
Informatie 24
Internetinstellingen 23
Klimaatinstellingen 22
Menu-optie 15
paden 15
Rijhulpsystemen 19
Steminstellingen 22
Systeeminstellingen 21
Voertuiginstellingen 17
N
normaalweergave 28
Nuttige plaatsen (POI) 108
P
Programmatypes radio (PTY) 41
R
Radio 36
DAB 36, 43
RDS 40
Route
gedetailleerde route-informatie 109
S
Scrollen (kaart verschuiven) 105
Scrolmenu (kaartmenu) 105
Sensus 6
Signaalingang, extern 27, 52
Stembediening 65
Stuurwiel
Toetsenset 28
Support 11
Symbolen
op het beeldscherm 32
T
Telefoon
aansluiten 56
bellen 59
gesprekken aannemen 61
handsfree 59
inkomend gesprek 59
telefoonboek 63
telefoonboek, snelkoppeling 63
Toetsenbord 103
Toetsensets op stuurwiel 28
TV 82
U
USB, aansluiting 53
USB-ingang 52
ALFABETISCH REGISTER
115
V
Verkeersinformatie (internetkaart) 111
Verkeersinformatie (TP) 41
Verkoop van auto 11
Volume 28
beltoon, telefoon 62
externe geluidsbron 54
snelheids-/geluidscompensatie 36
Telefoon 62
telefoon/mediaspeler 62
Volvo ID 12
Volvo Sensus 6
W
Webbrowser 78
Webradio 77
Wifi 75
ALFABETISCH REGISTER
116
TP 21560 (Dutch), AT 1617, MY17, Printed in Sweden, Göteborg 2016, Copyright © 2000-2016 Volvo Car Corporation
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120

Volvo 2017 Productinformatie

Type
Productinformatie
Deze handleiding is ook geschikt voor