Nordland NWA11126 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
NWA 11126
NWA 11146
INHOUD
Veiligheidsinformatie 2
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 4
Milieubescherming 4
Beschrijving van het product 5
Technische gegevens 6
Montage 6
Het eerste gebruik 10
Dagelijks gebruik 10
Wasprogramma's 18
Verbruikswaarden 20
Onderhoud en reiniging 21
Problemen oplossen 23
Wijzigingen voorbehouden
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Belangrijk! Zorgvuldig lezen en voor
toekomstige raadpleging bewaren.
De veiligheid van uw apparaat voldoet
aan de voorschriften en de wettelijke ver-
eisten met betrekking tot de veiligheid
van apparaten. Wij vinden echter dat wij,
als fabrikant, de plicht hebben u de vol-
gende veiligheidsaanwijzingen te geven.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiks-
aanwijzing bij de machine wordt opge-
borgen, zodat u ze later nog eens kunt
nalezen. Als het apparaat aan iemand an-
ders verkocht of geschonken wordt, of
als u verhuist en de machine achterlaat,
zorg er dan voor dat de gebruiksaanwij-
zing bij het apparaat blijft zodat de nieu-
we eigenaar kennis kan nemen van de
werking van het apparaat en de bijbeho-
rende waarschuwingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aan-
dachtig doorlezen voordat u de machine
installeert of in gebruik neemt.
Voordat u de machine voor het eerst in
gebruik neemt, dient u ze te controleren
op eventuele schade die kan zijn ont-
staan tijdens het transport. Sluit nooit een
beschadigde machine aan. Als er onder-
delen zijn beschadigd, neem dan contact
op met uw leverancier.
Als de machine in de winter wordt afgele-
verd, als de temperatuur onder nul is, zet
u de wasmachine 24 uur in een ruimte
met kamertemperatuur voordat u ze in
gebruik neemt.
Deze machine is gemaakt voor gebruik in
een normale huishoudelijke situatie. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor
vorstschade. Lees "Voorzorgsmaatrege-
len bij vorst".
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om de specificaties te
wijzigen of om te proberen op enigerlei
wijze veranderingen aan te brengen aan
dit apparaat.
Tijdens wasprogramma's op hoge tem-
peratuur kan het glas van de deur heet
worden. Niet aanraken!
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huis-
dieren niet in de trommel klimmen. Con-
troleer om dit te voorkomen de trommel
vóór gebruik.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspel-
den, spijkers, schroeven, stenen of ande-
re harde, scherpe materialen kunnen gro-
te schade aan het apparaat toebrengen
en mogen niet in het apparaat terechtko-
men.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveel-
heid wasverzachter en wasmiddel. Als u
te veel doseert, kunnen kledingstukken
beschadigd raken. Raadpleeg de aanbe-
velingen van de fabrikant met betrekking
tot de hoeveelheden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters,
wasbare ceintuurs enz. in een waszak of
kussensloop, omdat deze tussen de kuip
en de trommel terecht kunnen komen.
Gebruik uw apparaat niet om artikelen
met baleinen, materialen zonder zoom of
gescheurde materialen te wassen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud
van de machine altijd de stekker uit het
stopcontact en draai de kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te
repareren. Reparaties die door niet-des-
kundige personen uitgevoerd worden,
kunnen tot schade of letsel leiden. Neem
contact op met een klantenservice bij u in
de buurt. Vraag altijd om originele vervan-
gingsonderdelen.
2
Montage
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
wanneer u het apparaat verplaatst.
Alle verpakkingsmaterialen en transport-
bouten moeten vóór het gebruik worden
verwijderd. Als dit wordt nagelaten, kan
dit ernstige schade aan het product en
andere eigendommen tot gevolg hebben.
Zie het desbetreffende hoofdstuk in de
gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat kan alleen als vrijstaand toe-
stel worden gebruikt. NIET inbouwen on-
der een werkblad en het bovenstuk om
wat voor reden dan ook NIET verwijde-
ren.
Controleer na de installatie van het appa-
raat of het niet op de toevoer- en af-
voerslang staat en of het werkblad het
aansluitsnoer niet tegen de muur plat-
drukt.
Installeer de machine op een vlakke har-
de vloer.
Leg nooit karton, hout of iets dergelijks
onder het apparaat om oneffenheden van
de vloer te compenseren.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt
geplaatst, dient de hoogte van de stel-
pootjes te worden aangepast om de
lucht onder het apparaat goed te laten
circuleren.
Zorg ervoor dat de machine geen muren
of andere keukenapparaten raakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een koudwatertoevoer.
Gebruik voor aansluiting op de waterlei-
ding geen eerder gebruikte slangen. Ge-
bruik altijd de bij de machine geleverde
slang.
De toevoerslang mag niet worden ver-
lengd. Als de slang te kort is en u de
kraan niet wilt verplaatsen, zult u een
nieuwe, langere slang moeten kopen die
speciaal voor dit doel is gemaakt.
Let er altijd op of er na de installatie geen
water uit de slangen en de aansluitingen
lekt.
Als het apparaat is geïnstalleerd op een
plaats waar het kan vriezen, lees dan het
hoofdstuk "Voorzorgsmaatregelen bij
vorst". De fabrikant wijst de verantwoor-
delijkheid voor bevriezingsschade af.
Eventuele loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van dit appa-
raat moeten worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde loodgieter of een be-
kwaam persoon.
Eventuele elektrotechnische werkzaam-
heden die nodig zijn voor de installatie
van het apparaat moeten worden uitge-
voerd door een gekwalificeerde elektri-
cien of een bekwaam persoon.
Gebruik
Dit apparaat is bestemd voor huishoude-
lijk gebruik. Het is niet toegestaan het ap-
paraat te gebruiken voor andere doelein-
den dan waarvoor het is bestemd.
Was in de machine alleen textiel dat ge-
schikt is voor machinaal wassen. Volg de
instructies op het wasvoorschrift in de
kleding.
Doe niet te veel wasgoed in de machine.
Zie de "Wasprogrammakaart".
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te
zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat al-
le knopen en ritsen dicht zijn. Was geen
gerafelde of gescheurde artikelen. Be-
handel vlekken zoals verf, inkt, roest en
gras eerst voordat u artikelen met dit
soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's
mogen NIET machinaal worden gewas-
sen.
De wasmiddellade is uitgerust met een
bakje voor vloeibaar wasmiddel. Gebruik
dit bakje niet voor gelachtige wasmidde-
len met programma's waarin een voor-
was is opgenomen of met de uitgestelde
startoptie. In al deze gevallen kunt u de
wasmiddelballen of zakjes die met het
wasmiddel zijn meegeleverd gebruiken.
Haal de bal of het zakje aan het einde
van de wascyclus uit de wasmachine.
Kledingstukken die in aanraking zijn ge-
weest met vluchtige petroleumproducten
mogen niet in de machine worden ge-
wassen. Als er vluchtige reinigingsvloei-
stoffen worden gebruikt, dient u ervoor te
zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk
is verwijderd voordat u het in de machine
doet.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit
het stopcontact, maar pak altijd de stek-
ker zelf beet.
Gebruik de wasmachine nooit als het
aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het
werkblad of de sokkel beschadigd zijn,
3
waardoor de binnenkant van de wasma-
chine toegankelijk is.
Kinderbeveiliging
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (met inbegrip van kinde-
ren) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke
of verstandelijke vermogens of een ge-
brek aan ervaring en kennis, tenzij dit on-
der toezicht gebeurt van een voor hun
veiligheid verantwoordelijke persoon of
tenzij zij van een dergelijke persoon in-
structie hebben ontvangen over het ge-
bruik van het apparaat
Houd kinderen uit de buurt om te voorko-
men dat ze met het apparaat spelen.
De verpakkingsmaterialen (zoals plastic
folie en polystyreen) kunnen een gevaar
opleveren voor kinderen - verstikkingsge-
vaar! Houd ze buiten het bereik van kin-
deren.
Bewaar alle wasmiddelen op een veilige
plaats, buiten het bereik van kinderen.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren
niet in de trommel kunnen klimmen. Deze
wasmachine beschikt over een speciale
functie om te voorkomen dat kinderen of
huisdieren in het apparaat vast komen te
zitten.
Om deze functie te
activeren dient u
de knop (zonder
deze in te drukken)
aan de binnenkant
van de deur naar
rechts te draaien tot
de groef horizontaal
staat. Gebruik zo
nodig een munt-
stuk.
Om deze functie uit
te schakelen en
de mogelijkheid te
herstellen om de
deur te sluiten,
dient u de knop
naar links te draaien
tot de groef verti-
caal staat.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als de wasmachine op een plaats staat
waar de temperatuur onder 0°C kan dalen,
gaat u als volgt te werk om eventueel in de
machine achtergebleven water te verwijde-
ren:
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht,
3. schroef de waterinvoerslang los van de
kraan,
4. schroef de afvoerslang los van de ach-
tersteun en maak de slang los van de
gootsteen of tap,
5. plaats een opvangbak op de grond,
6. laat de afvoerslang op de grond liggen,
plaats de externe uiteinden van de af-
voer- en invoerslangen in de opvangbak
op de grond en laat het water helemaal
weglopen,
7. schroef de waterinvoerslang weer aan
de kraan en de afvoerslang op de ach-
terkant van het apparaat,
Wanneer u de machine opnieuw wilt star-
ten, moet de omgevingstemperatuur hoger
dan 0°C zijn.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een
4
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool
zijn recycle-
baar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen wor-
den als u ze netjes weggooit in de daarvoor
bestemde containers.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om
het milieu te helpen beschermen, raden wij
u aan de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water
en tijd te besparen (ook het milieu wordt
zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij
volledig wordt gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan daarna bij een lagere tem-
peratuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van
de waterhardheid, de mate van vervuiling
van het wasgoed en de hoeveelheid was-
goed.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2 3
4
5
6
11
9
10
9
9
8
7
12
5
1
Wasmiddellade
2
Bovenblad
3
Bedieningspaneel
4
Deurhandgreep
5
Typeplaatje (op de binnenrand)
6
Voorste verstelbare voetjes
7
Afvoerslang
8
Afvoerslangsteun
9
Slanghouders
10
Wateraansluiting
11
Netsnoer
12
Voetje achterkant
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte
Hoogte
Diepte
Diepte (totale afmeting)
60 cm
85 cm
50 cm
55 cm
Aansluiting op het elektriciteits-
net
Spanning - Totale vermogen -
Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Maximale belading Katoen 6 kg
Centrifugesnelheid Maximaal 1200 tpm (NWA 11126)
1400 tpm (NWA 11146)
MONTAGE
Uitpakken
Waarschuwing!
Lees het hoofdstuk "Veiligheidsinforma-
tie" zorgvuldig door voordat u het appa-
raat installeert.
x 3
x 3
x 2
x 1
B
A
C
Waarschuwing! Verwijder en be-
waar alle transportbeveiligingen,
zodat ze kunnen worden gemonteerd
als de machine ooit nog eens moet
worden vervoerd.
Benodigd gereedschap
10 mm
30 mm
De externe folie
eraf trekken. Ge-
bruik zo nodig
een mes.
6
Verwijder de kartonnen deksel.
Verwijder de piepschuim verpakkings-
materialen.
2
1
•Leg het karton-
nen voorstuk op
de grond, achter
de machine, en
leg de machine er
dan voorzichtig
op, met de ach-
terkant op de
grond. Zorg dat
hierbij geen slan-
gen gekneld ra-
ken.
Verwijder de bak van polystyreen aan
de onderkant van het apparaat.
Zet het apparaat
weer rechtop.
Open de deur en
verwijder de plas-
tic slanggeleider,
de zak met de
gebruiksaanwij-
zing en de plastic
afsluitdoppen uit
de trommel.
Verwijder het netsnoer en de af- en toe-
voerslang van de slanghouders (C) op
de achterkant van het apparaat.
Schroef de drie bouten (A) los en ver-
wijder de slanghouders (C).
Schuif de betreffende kunststof af-
standhouders naar buiten (B).
Waarschu-
wing! Verwij-
der de af-
voerslang niet
van de ach-
tersteun. Ver-
wijder deze
slang alleen
indien dit no-
dig is om het
water weg te
pompen. Zie
"Voorzorgs-
maatregelen
bij vorst" en
"Problemen
oplossen".
7
•Sluit de kleine bovenopening en de
twee grote openingen af met de bijbe-
horende kunststoffen afsluitdoppen.
Plaatsing en waterpas zetten
x 4
Zet de wasmachine waterpas door de
pootjes hoger of lager te zetten.
De machine MOET waterpas en stabiel
staan op een platte, harde ondergrond.
Controleer de afstelling, indien nodig, met
een luchtbelwaterpas. Alle noodzakelijke
afstellingen kunnen worden uitgevoerd
met een moersleutel.
Zorgvuldige horizontale afstelling voor-
komt trillingen, lawaai of verschuiving van
de machine tijdens de werking.
Herhaal het waterpas zetten als de ma-
chine nog niet waterpas en stabiel staat.
Watertoevoer
Sluit de slang aan
op een kraan met
3/4”-schroefdraad.
35°
45°
Maak de ringmoer los om de slang onder
een hoek naar links of naar rechts te be-
vestigen, afhankelijk van de plaats van uw
waterkraan. Bevestig de toevoerslang
niet naar beneden gericht. Als de toe-
voerslang geplaatst is, dient u de ring-
moer weer vast te draaien om lekkage te
voorkomen.
8
Waterafvoer
Vorm allereerst een haak in het uiteinde
van de afvoerslang met behulp van de
plastic slanggeleider die met de wasma-
chine is meegeleverd.
Het uiteinde van de afvoerslang kan op
vier manieren worden geplaatst:
Over de rand van een gootsteen ge-
haakt, met behulp van de plastic
slanggeleider.
Maak de plastic slanggeleider met een
stuk touw aan de kraan vast om te voor-
komen dat de afvoerslang tijdens het af-
voeren van water uit het apparaat los-
raakt.
Op een uitlaattap van een goot-
steen.
Druk de afvoerslang op de tap en maak
hem vast met een klem. Zorg dat er een
lus in de afvoerslang wordt gevormd, om
te voorkomen dat afval uit de gootsteen in
de wasmachine terechtkomt.
Als de uitlaattap nog niet eerder is ge-
bruikt, verwijdert u een afdichting die
eventueel aanwezig kan zijn.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op
een hoogte van niet minder dan 60
cm en niet meer dan 100 cm.
MAX 100cm
Het einde van de
afvoerslang moet
altijd geventileerd
zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van
de afvoerpijp groter
moet zijn dan de
buitendiameter van
de afvoerslang. De
afvoerslang mag
niet geknikt zijn.
Rechtstreeks op een ingebouwde
afvoerleiding in de muur van de ka-
mer.
De afvoerslang kan worden verlengd
tot maximaal 4 meter. Een extra af-
voerslang en koppelstuk zijn verkrijg-
baar bij de klantenservice bij u in de
buurt.
9
Overzicht van de aansluitingen
115 cm 140 cm
mc150mc100
max 100 cm
min. 60 cm
max 100 cm
min. 60 cm
mc9 0 mc115
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet geaard worden.
Zorg er voor dat de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomtoevoer in uw huis.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd
schokvrij stopcontact.
Gebruik geen meerwegsstekkers, -aan-
sluitingen en verlengkabels. Er kan brand
ontstaan.
Vervang of wijzig de hoofdkabels niet zelf.
Neem contact op met de klantenservice.
Verzeker u ervan dat de hoofdstekker en
de kabel niet platgedrukt of beschadigd
worden door de achterkant van het ap-
paraat.
Zorg ervoor dat de hoofdstekker na in-
stallatie toegankelijk is.
Trek niet aan het snoer om het apparaat
los te koppelen van de netvoeding. Trek
altijd aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlij-
nen.
HET EERSTE GEBRUIK
Zorg ervoor dat de elektrische aan-
sluiting en de wateraansluiting vol-
doen aan de installatie-instructies.
Zorg dat de trommel leeg is.
Laat, voordat u de machine voor de
eerste keer gebruikt, het katoenpro-
gramma op de hoogste temperatuur
draaien zonder wasgoed in de ma-
chine, zodat eventuele fabricageres-
ten uit de trommel en de kuip wor-
den verwijderd. Giet een halve maat-
beker wasmiddel in het vakje voor de
hoofdwas en start de machine.
DAGELIJKS GEBRUIK
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiket-
ten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en
de wasvoorschriften van de fabrikant. Sor-
teer het wasgoed als volgt: wit, bont, syn-
thetisch, fijne was, wol.
10
Voordat u de was in de machine doet
Belangrijk! Zorg
ervoor dat er geen
metalen voorwer-
pen in het wasgoed
achterblijven (bijv.
haarspeldjes, veilig-
heidsspelden, spel-
den). Knoop kus-
senslopen dicht,
sluit ritsen, haakjes
en drukknopen.
Bind ceintuurs of
lange riemen vast.
Verwijder eventuele
haken (d.w.z. gor-
dijnen).
Was witte en bonte was nooit samen. Wit
kan in de was zijn «witheid» verliezen.
Nieuwe gekleurde kledingstukken kunnen
in de eerste wasbeurt uitlopen. Ze moe-
ten daarom de eerste keer apart worden
gewassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een
speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel gordijnen met speciale zorg.
Was sokken en handschoenen in de zak
of een net.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het
wassen:
Bloed: behandel verse bloedvlekken met
koud water. Laat opgedroogde vlekken een
nacht in water met een speciaal wasmiddel
inweken; daarna de vlek met het sop uit-
wassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met
wasbenzine, leg het kledingstuk op een
zachte doek en dep de vlek; meerdere ma-
len behandelen.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de
vlek met terpentine, leg het kledingstuk op
een zacht oppervlak en dep de vlek met de
vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water
of een roestverwijderingsproduct dat koud
wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude
roestvlekken omdat de cellulosestructuur in
dat geval beschadigd zal zijn en de kans
groot is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met
bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte
en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleek-
middel behandelen (alleen witte en kleur-
echte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met ace-
ton
1)
, leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton
zoals hierboven, vervolgens de vlekken met
brandspiritus behandelen. Behandel achter-
gebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en was-
middel, uitspoelen en behandelen met
azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoe-
len. Behandel achtergebleven sporen met
bleekmiddel.
Inkt: afhankelijk van het inkttype, maakt u
de stof eerst vochtig met aceton
1)
en ver-
volgens met azijnzuur. Behandel eventuele
achtergebleven vlekken op witte stoffen
met bleekmiddel en spoel grondig na.
Teervlekken: eerst behandelen met vlek-
kenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzi-
ne, vervolgens inwrijven met reinigingspas-
ta.
Open de deur door de handgreep
voorzichtig naar buiten te trekken.
Wasgoed in de machine doen
Doe het wasgoed
stuk voor stuk in de
trommel; schud het
eerst zo goed mo-
gelijk uit.
Maximale lading
De aanbevolen lading is te vinden op de
"wasprogrammakaarten".
Algemene regels:
Katoen, linnen: trommel vol maar niet te
volgepropt;
Synthetische stoffen: trommel niet
meer dan half vol;
Fijne was en wol: trommel niet meer
dan een derde gevuld.
1) gebruik geen aceton op kunstzijde.
11
Sluit de deur voorzichtig
Waarschu-
wing! Zorg dat
er bij het sluiten
van de deur
geen kleding-
stukken vast
komen te zit-
ten.
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is mede afhankelijk
van de keuze van het wasmiddel en het ge-
bruik van de juiste hoeveelheden om ver-
spilling te voorkomen en het milieu te spa-
ren.
Hoewel ze biologisch afbreekbaar zijn, be-
vatten wasmiddelen stoffen die - in grote
hoeveelheden - de broze balans van de na-
tuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van
het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.),
de kleur, wastemperatuur en de mate van
vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewas-
middelen kunnen in deze machine worden
gebruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor tere weefsels (40°C
max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur
(60°C max) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Hoeveelheid te gebruiken wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid
wasmiddel hangen af van het type weefsel,
de hoeveelheid wasgoed, de mate van ver-
vuiling en de hardheid van het gebruikte
water.
Voor de hoeveelheid wasmiddel raadpleegt
u altijd de aanwijzingen op de verpakking
van het product.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er veel schuimvorming tijdens het wassen
aanwezig is.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassifi-
ceerd in zogenaamde 'hardheidsgraden'.
Informatie over de hardheid van het water in
uw omgeving kan worden verkregen bij het
desbetreffende waterleidingbedrijf.
Als de waterhardheid middelmatig of hoog
is, raden we aan een waterontharder toe te
voegen, waarbij u altijd de instructies van
de fabrikant opvolgt.
Als de hardheid van het water zacht is, pas
dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
De wasmiddellade openen
Compartiment
voor poeder of
vloeibaar wasmid-
del dat wordt ge-
bruikt voor de
hoofdwas.
Com-
partiment voor
vloeibare nabehan-
delingsmiddelen
(wasverzachter,
stijfsel).
Waarschuwing! Als u een voorwas
wilt uitvoeren, giet u het wasmiddel
tussen de te wassen kledingstukken in
de trommel.
Waarschuwing! Afhankelijk van het
type wasmiddel dat u gebruikt (poeder
of vloeistof), zorgt u dat de klep, die
zich in het hoofdwascompartiment
bevindt, zich in de gewenste positie
bevindt.
Klep voor poeder of vloeibaar
wasmiddel
UP (omhoog) - de
kleppositie bij het
gebruik van was-
middel in POE-
DER-vorm
DOWN (omlaag) -
kleppositie bij ge-
bruik van VLOEI-
BAAR wasmiddel
tijdens de hoofd-
was
12
PUSH
REMOVE
TO CLEAN
PUSH
REMOVE
TO CLEAN
Als de klep zich niet in de gewenste
positie bevindt:
Verwijder de lade. Duw de rand van de
lade naar buiten, zoals aangegeven
door de pijl (PUSH) om het verwijderen
van de lade te vergemakkelijken.
De klep staat omlaag en u wilt poeder
toevoegen:
Draai de klep
omhoog. Zorg
dat de klep goed
vastzit.
Plaats de lade
voorzichtig terug.
Meet het was-
middel af.
•Doe het waspoe-
der in het vak
voor de hoofd-
was
.
De klep staat omhoog en u wilt vloei-
baar wasmiddel gebruiken:
Draai de klep
omlaag.
Plaats de lade
voorzichtig terug.
Meet het wasmiddel af.
Voor de hoeveelheid wasmiddel
raadpleegt u altijd de aanwijzingen op
de verpakking van het product en
zorgt u ervoor dat het wasmiddel in
de lade kan worden gegoten.
Giet vloeibaar wasmiddel in het com-
partiment
zonder dat de limiet die
op de klep wordt aangegeven, wordt
overschreden. Het wasmiddel moet in
het juiste vakje van de wasmiddellade
worden gedaan voordat het waspro-
gramma wordt gestart.
Waarschuwing! Gebruik de klep niet
in de positie "DOWN" (omlaag) bij:
gelachtig wasmiddel of dik wasmid-
del
waspoeder
programma's waarin een voorwas is
opgenomen
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel
als het wasprogramma niet onmid-
dellijk start.
In alle bovenstaande gevallen, gebruikt
u de klep in de positie "UP" (omhoog).
13
De wasverzachter afmeten
Giet wasverzachter
of een ander nabe-
handelingsmiddel in
het compartiment
dat wordt aangege-
ven met
(de
markering «MAX»
mark in de lade niet
overschrijden).
Eventuele nabehan-
delingsmiddelen
moeten in het juiste
vakje van de was-
middellade worden
gedaan voordat het
wasprogramma
wordt gestart.
De wasmiddellade sluiten
Een wasprogramma instellen
Met het bedieningspaneel kunt u een wasprogramma en verschillende opties selecteren.
Wanneer er een optietoets wordt geselecteerd, gaat het bijbehorende controlelampje
branden. Anders is het lampje uit.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties het hoofdstuk
"Wasprogrammakaart". Als er een verkeerde optie wordt gekozen, knippert het inge-
bouwde rode controlelampje van de knop 6 3 keer.
7.1
7.2
7.3
UIT
KATOEN
KATOEN
MET VOORWAS
KATOEN ECO
SPOELEN
POMPEN
CENTRIFUGEREN
JEANS
SYNTHETISCH
KOUD
CENTRI-
FUGEREN
STARTUITSTEL
4U
8U
EXTRA
KORT
START/PAUZE
20°
1400
900
700
30°
40°
60°
95°
ECOPLUS 20°C
FIJNE WAS
WASSEN
EXTRA SPOELEN
EINDE
WOL
HANDWAS
STRIJKVRIJ
SNEL 30°/30 MIN.
OVER-
HEMDEN
1 2 3 4 5 6
14
1
Programmakeuze-
knop
UIT
KATOEN
KATOEN
MET VOORWAS
KATOEN ECO
SPOELEN
POMPEN
CENTRIFUGEREN
JEANS
SYNTHETISCH
ECOPLUS 20°C
FIJNE WAS
WOL
HANDWAS
STRIJKVRIJ
SNEL 30°/30 MIN.
OVER-
HEMDEN
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste
programma. De programmakeuzeknop kan naar
links of rechts worden gedraaid. Het groene controle-
lampje van de toets 6 gaat knipperen: het apparaat staat
nu aan.
Als u de programmakeuzeknop op een ander pro-
gramma zet wanneer de machine in werking is, gaat
het rode controlelampje van de toets 6 3 keer knip-
peren om aan te geven dat er een verkeerde keuze
is gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen pro-
gramma niet uitvoeren.
•Als u de machine wilt uitschakelen, draait u de pro-
grammakeuzeknop in de positie
.
Als u een draaiend programma wilt annuleren of wij-
zigen, schakelt u de wasautomaat uit door de pro-
grammakeuzeknop naar de positie
te draaien.
Selecteer het nieuwe programma door de knop naar
het gewenste programma te draaien. Start het nieuwe
programma door nogmaals op toets 6te drukken. Het
water in de kuip zal niet worden weggepompt.
2
Temperatuurknop
KOUD
20°
30°
40°
60°
95°
Draai deze temperatuurknop met de klok mee om
de meest geschikte temperatuur voor uw wasgoed
te selecteren.
3
Toets Centrifugetoe-
rental reduceren en
optie Spoelstop
CENTRI-
FUGEREN
900
700
1400
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw
machine automatisch het maximale centrifugetoerental
voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnel-
heid te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een
andere snelheid wordt gecentrifugeerd. Het betreffende
lampje gaat branden.
Spoelstop
Als u deze functie kiest, wordt het laatste spoelwater niet
weggepompt om te voorkomen dat het wasgoed kreu-
kelt. Voordat de deur wordt geopend, moet het water
worden weggepompt.
Lees de paragraaf «Aan het einde van het program-
ma» voor informatie over de afvoer van het water.
15
4
Startuitstel
STARTUITSTEL
4U
8U
De start van het programma kan met deze toets 8 of 4
uur worden uitgesteld. Het desbetreffende lampje licht
op.
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt
ingesteld en voordat u het programma start.
Een uitgestelde start selecteren:
Kies het programma en de gewenste opties;
Selecteer de uitgestelde start door te drukken op toets
4;
•Druk op de toets 6:
de machine begint de tijd af te tellen in uren.
Het programma zal beginnen als het gekozen uitstel
is afgelopen.
De uitgestelde start annuleren nadat u het pro-
gramma hebt gestart:
zet het apparaat op PAUZE door op toets 6 te druk-
ken,
druk eenmaal op toets 4, het lampje van het gekozen
startuitstel gaat uit,
druk nogmaals op toets 6 om het programma te star-
ten.
De functie STARTUITSTEL kan niet worden geselec-
teerd bij het afpompprogramma.
Belangrijk! Het gekozen uitstel kan alleen worden ver-
anderd nadat u het wasprogramma opnieuw hebt geko-
zen. De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als
u de deur toch wilt openen, moet u de wasautomaat
eerst op PAUZE zetten (door op toets 6) te drukken) en
een paar minuten wachten. Nadat u de deur weer hebt
gesloten, drukt u nogmaals op toets 6.
5
Extra kort
EXTRA
KORT
Extra kort
Kort programma voor licht vervuild wasgoed, of voor was
die alleen opgefrist moet worden.
Met deze optie wordt een verminderde lading wasgoed
aanbevolen:
•Katoen 3 kg
Synthetica en fijne was 1,5 kg
4
+
5
Extra Spoelen
STARTUITSTEL
4U
8U
EXTRA
KORT
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor
mensen met een erg gevoelige huid (allergisch voor was-
middelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het was-
goed met een extra hoeveelheid water te spoelen.
Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de
toetsen 4 en 5:
het controlelampje van toets 5 brandt;
de extra spoeloptie is geactiveerd en blijft aan.
Om te verwijderen drukt u nogmaals op dezelfde toet-
sen tot het controlelampje 5 uitgaat.
16
6
Start/Pauze
START/PAUZE
Start het programma door te drukken op toets 6
Als u het gekozen programma wilt starten, drukt u op
de toets 6. Het bijbehorende groene controlelampje
stopt met knipperen. Het controlelampje 7.1 gaat
branden om aan te geven dat het apparaat begint te
werken en dat de deur vergrendeld is. Als u een uitge-
stelde start hebt gekozen, begint de machine af te tel-
len.
Als u een lopend programma wilt onderbreken, drukt
u op de toets 6: het bijbehorende groene controle-
lampje begint te knipperen. Het is mogelijk om bepaal-
de opties van een lopend programma te veranderen
voordat het programma deze opties uitvoert.
Als u het programma opnieuw wilt starten vanaf het
punt waarop het werd onderbroken, drukt u op de
toets 6.
Als het programma is gestart, wordt de deur vergren-
deld. Als u om een bepaalde reden de deur wilt ope-
nen, zet u de wasautomaat eerst op PAUZE door op
de toets 6 te drukken. Na een paar minuten kan de
deur geopend worden.
Als de deur niet kan worden geopend, betekent dit dat
de machine al aan het opwarmen was of dat het waterni-
veau te hoog is. Probeer in ieder geval de deur niet te
forceren!
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is,
schakelt u de machine uit door de keuzeknop naar
te draaien. Na een paar minuten kan de deur geopend
worden (let op het waterniveau en de temperatuur!).
Als u de deur hebt gesloten, moet u het programma op-
nieuw selecteren en op de toets 6 drukken.
7.1
7.2
7.3
Controlelampjes
WASSEN
EXTRA SPOELEN
EINDE
Wanneer u het programma start door op de knop 6 te
drukken, gaat het controlelampje voor de wasfase
(7.1) branden. Dit betekent dat de wasautomaat actief
is.
Dit controlelampje (7.2) gaat branden als het apparaat
een spoel- of centrifugefase uitvoert.
Als het programma is afgelopen, gaat het controle-
lampje voor het einde van het programma (7.3) bran-
den.
Aan het einde van het programma
Het apparaat stopt automatisch. Het con-
trolelampje van de knop 6 en het bijbeho-
rende controlelampje van de net beëindigde
wasfase gaat uit. Het lampje 7.3 gaat bran-
den.
Als er een programma of optie wordt geko-
zen waarbij het water in de trommel niet
wordt weggepompt, blijft de deur vergren-
deld om aan te geven dat het water eerst
moet worden weggepompt voordat de deur
geopend kan worden.
Volg onderstaande instructies om het water
af te voeren:
Zet de programmakeuzeknop op
.
Kies het programma pompen of centrifu-
geren.
Verlaag indien nodig de centrifugesnel-
heid met de betreffende knop.
Druk op de knop 6.
17
Aan het einde van het programma kan de
deur worden geopend. Draai de program-
makeuzeknop op
om de machine uit
te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en
controleer goed of de trommel helemaal
leeg is. Als u niet van plan bent om nog een
was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat
de deur open staan om vorming van schim-
mel en onaangename luchtjes te voorko-
men.
Waarschuwing! Als er kinderen of
huisdieren in huis aanwezig zijn, acti-
veert u de kinderbeveiliging aan de
binnenkant van het deurframe (lees
voor meer informatie "Kinderbeveili-
ging" in het hoofdstuk "Veiligheidsinfor-
matie").
Stand-by: tijdens het instellen van een
programma en als het programma is
voltooid, als de programmakeuzeknop
en andere knoppen niet worden aan-
geraakt, dan wordt na een paar minu-
ten het energiebesparende systeem in-
geschakeld. Het controlelampje gaat
uit. Het groene controlelampje van de
knop 6 knippert af en toe. Door op een
willekeurige knop te drukken, haalt u
het apparaat uit de energiebesparende
stand.
Deurafdichting
Aan het einde van
elke cyclus contro-
leert u de deuraf-
dichting en verwij-
dert u objecten die
eventueel in de
vouw zijn achterge-
bleven.
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid –
Maximale belading - Type wasgoed
Opties
Wasmiddel-
doseerbakje
KATOEN
95°- Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid:
1400 tpm voor NWA11146 en 1200 tpm voor
NWA11126
Max. belading 6 kg - gereduceerde belading 3 kg
Witte was, gekleurd katoen en linnen. Normaal ver-
vuilde was.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL ,
EXTRA KORT
1)
,
EXTRA SPOELEN
KATOEN MET VOORWAS
95°- Koud
Voorwas - Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifu-
gesnelheid: 1400 tpm voor NWA11146 en 1200 tpm
voor NWA11126
Max. belading 6 kg - gereduceerde belading 3 kg
Witte was, gekleurd katoen en linnen. Sterk vervuilde
artikelen.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL ,
EXTRA KORT
1)
:
EXTRA SPOELEN
KATOEN ECO
60° - 40°
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid:
1400 tpm voor NWA11146 en 1200 tpm voor
NWA11126
Max. belading 6 kg
Wit en bont katoen. Dit programma kan worden gese-
lecteerd voor licht of normaal vervuilde katoenen was-
goed. De temperatuur wordt verlaagd en de wastijd
wordt verlengd. Hierdoor kunt u een goed wasresultaat
bereiken en tegelijk energie besparen.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL ,
EXTRA SPOELEN
18
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid –
Maximale belading - Type wasgoed
Opties
Wasmiddel-
doseerbakje
SYNTHETISCH
60° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid:
900 tpm voor NWA11146 en 1200 tpm voor NWA11126
Max. belading 3 kg - gereduceerde belading 1,5 kg
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, ge-
kleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses.
Normaal vervuilde was.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP
STARTUITSTEL ,
EXTRA KORT
1)
:
EXTRA SPOELEN
ECOPLUS 20°C
20°
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid:
900 tpm voor NWA11146 en 1200 tpm voor NWA11126
Max. belading 3 kg
Koud wasprogramma dat zeer energiebesparend werkt,
voor licht vervuild wasgoed. Voor dit programma is een
wasmiddel nodig dat actief is in koud water.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL ,
EXTRA SPOELEN
FIJNE WAS
40° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid
op 700 tpm
Max. belading kg 3 - Gereduceerde lading 1,5 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester. Normaal vervuilde
was.
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL ,
EXTRA KORT
1)
:
EXTRA SPOELEN
WOL
HANDWAS
40° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid
op 900 tpm voor NWA11146 - 1200 tpm voor
NWA11126
Max. belading 2 kg
In de machine wasbare wol, met de hand wasbare
wol en fijn wasgoed met het symbool «handwas».
Opmerking: Een enkel of groot stuk wasgoed kan een
verkeerd evenwicht van de trommel tot gevolg hebben.
Als de machine de laatste centrifugefase niet uitvoert,
voeg dan meer wasgoed toe, verdeel de lading handma-
tig opnieuw en kies vervolgens het centrifugeprogramma.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL
SPOELEN
Spoelen - Centrifugeren op 700 tpm. Als een centrifuge-
snelheid hoger dan 700 tpm wordt geselecteerd door op
de relevante knop te drukken, voert het apparaat een
lange centrifuge uit. (Maximale centrifugesnelheid: 1400
tpm voor NWA11146 en 1200 tpm voor NWA11126)
Max. belading 6 kg
Voor het spoelen en centrifugeren van katoenen kleding-
stukken die met de hand zijn gewassen. Selecteer de
optie EXTRA SPOELEN om de spoelactie te intensiveren.
De wasmachine voegt extra spoelgangen toe.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN ,
SPOELSTOP
STARTUITSTEL ,
EXTRA SPOELEN
POMPEN
Water wegpompen
Voor het wegpompen van water dat in de trommel is
achtergebleven.
19
Programma – Maximale en minimale temperatuur -
Cyclusbeschrijving – Maximale centrifugesnelheid –
Maximale belading - Type wasgoed
Opties
Wasmiddel-
doseerbakje
CENTRIFUGEREN
Afompen en lang centrifugeren op maximale centrifuge-
snelheid: 1400 tpm voor NWA11146 - 1200 tpm voor
NWA11126
Max. belading 6 kg
Om het water dat is achtergebleven in de trommel af te
voeren bij programma's met de optie Spoelstop.
Als een centrifugesnelheid hoger dan 700 tpm wordt ge-
selecteerd door op de relevante knop te drukken, voert
het apparaat een korte centrifuge uit.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN,
STARTUITSTEL
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN,
SPOELSTOP,
STARTUITSTEL ,
EXTRA SPOELEN
OVERHEMDEN
30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid
op 900 tpm
Synthetische en gemengde stoffen: geschikt voor 5 -
6 licht vervuilde overhemden.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN,
STARTUITSTEL
SNEL 30° /30 MIN.
30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid
op 700 tpm
Max. belading 3 kg
Synthetische stoffen en fijne was. Licht vervuild wasgoed
of wasgoed dat slechts hoeft te worden opgefrist.
STARTUITSTEL
JEANS
60° - (Koud)
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid:
900 tpm voor NWA11146 - 1200 tpm voor NWA11126
Max. belading 3 kg
Broeken, shirts of jasjes in denim en jersey gemaakt van
hi-tech materialen. De optie Extra Spoelen wordt auto-
matisch geactiveerd.
CENTRIFUGETOE-
RENTAL REDUCE-
REN,
SPOELSTOP
STARTUITSTEL
1) Als u de optie EXTRA KORT selecteert door op de toets 4 te drukken, raden we u aan de maximale lading te
beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar optimale wasresultaten kunnen niet worden
gegarandeerd.
VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Katoen 9 2.10 78 175
Katoen 6 1.20 72 170
Katoen ECO 60°
1)
1.02 49 180
20
STRIJKVRIJ
60° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Maximale centrifugesnelheid
op 900 tpm
Voor de beste anti-kreukresultaten verlaagt u de lading
van synthetische kledingstukken. (Aanbevolen lading 1
kg)
Synthetische of gemengde stoffen. Voorzichtig was-
sen en centrifugeren om kreuken te voorkomen. De was-
machine voegt extra spoelgangen toe.
Programma Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Katoen 4 0.75 72 145
Synthetisch 40° 0.60 57 95
Fijne was 40° 0.60 65 75
Wol/Handwas 30° 0.30 48 55
1) « Katoen Eco » op 60°C met een belading van 6 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het
energielabel staan, overeenkomstig de richtlijn 92/75/EEG.
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen. Ze kunnen variëren afhan-
kelijk van de hoeveelheid en het soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde
water en de omgevingstemperatuur
ONDERHOUD EN REINIGING
Waarschuwing! Schakel de wasmachine
uit en haal de stekker uit het stopcontact
voordat u met schoonmaken begint.
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het
mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant
van de trommel blijft zitten
Wij raden u daarom aan regelmatig een on-
derhoudswasbeurt uit te voeren
Ga als volgt te werk
Moet de trommel leeg zijn
Moet u het heetste wasprogramma voor
katoen kiezen
Gebruik een normale hoeveelheid was-
middel, dit moet waspoeder zijn met bio-
logische eigenschappen
De wasmiddellade schoonmaken
De lade voor was- en nabehandelingsmid-
delen moet regelmatig worden schoonge-
maakt.
Verwijder de lade.
Om het schoon-
maken te verge-
makkelijken,
moet het boven-
ste gedeelte van
het vakje voor
nabehandelings-
middelen worden
verwijderd.
Met een borsteltje kunt u de uitsparing
schoonmaken en alle resten waspoe-
der verwijderen.
Reinig alle verwijderde onderdelen van
de doseerlade onder een kraan om
eventuele resten waspoeder te verwij-
deren.
21
•Gebruik het bor-
steltje om de uit-
sparing schoon
te maken. Zo
zorgt u ervoor dat
alle resten was-
poeder goed van
de boven- en on-
derkant van de
uitsparing wor-
den verwijderd.
Als u de doseerbak en uitsparing hebt
schoongemaakt, plaatst u de wasmiddel-
lade terug.
Het afvoerfilter schoonmaken
Het filter houdt pluisjes of vreemde objecten
tegen die per ongeluk in het wasgoed te-
recht zijn gekomen.
De pomp moet regelmatig worden schoon-
gemaakt.
Ga als volgt te werk om het filter te reinigen:
Draai de programmakeuzeknop naar de
stand
;
trek de stekker uit het stopcontact;
open de deur;
•draai de trommel
en lijn de afdek-
king van het filter
( FILTER) uit met
de pijl op de
deurvergrende-
ling;
open de afdek-
king van het filter
door op de spe-
ciale haak te
drukken en de af-
dekking omhoog
te draaien;
Waarschu-
wing! houd de
afdekking van
het filter open
totdat het filter
is verwijderd;
voordat u het fil-
ter verwijdert,
haalt u alle pluis-
jes en kleine ob-
jecten rondom
het filter weg;
verwijder het filter en maak het schoon
onder de kraan;
plaats de afdek-
king van het filter
zo nodig weer
rechtop;
open de afdek-
king van het filter
en plaats het filter
terug;
het filter is correct geplaatst wanneer
de indicator op de bovenkant zicht-
baar is en wordt geblokkeerd;
22
sluit de afdekking
van het filter;
steek de stekker
weer in het stop-
contact.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Belangrijk! Als het apparaat niet met water
wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat
het water wordt gevuld, de startknop rood
knippert of het display (indien aanwezig) het
bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk
"Problemen oplossen" voor meer
informatie), moet u controleren of de
watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
Draai de water-
kraan dicht.
Schroef de slang
van de kraan.
Reinig het zeefje
in de slang met
een harde bor-
stel.
Schroef de waterslang weer op de
kraan. Zorg ervoor dat de aansluiting
stevig vast zit.
Schroef de slang
van de machine.
Houd een oude
doek bij de hand
om eventueel ge-
morst water te
kunnen opvegen.
Maak het filter in
de klep schoon
met een stevige
borstel of met
een doek.
Schroef de slang terug op de wasma-
chine en zorg dat de aansluiting stevig
vastzit.
Draai de waterkraan open.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking. Bepaalde problemen zijn het ge-
volg van een gebrek aan eenvoudig onder-
houd of onoplettendheid en kunnen zonder
de inschakeling van een monteur worden
opgelost met behulp van de in de onder-
staande tabel beschreven aanwijzingen.
Tijdens de werking van de wasmachine is
het mogelijk dat het rode controlelampje
van de knop 6 gaat knipperen en dat een
van de controlelampjes gaat branden om
aan te geven dat het apparaat niet werkt.
Controleer voordat u contact opneemt met
onze serviceafdeling eerst de onderstaande
checklist.
Storingscode en
storing
Mogelijke oorzaak - Oplossing
23
START/PAUZE
WASSEN
EXTRA SPOELEN
EINDE
Het lampje van knop
6 knippert en het
lampje 7.1 gaat
branden:
Probleem met de
watertoevoer.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatventielfilter is verstopt
Maak de watertoevoerfilters schoon (lees 'De watertoevoerfil-
ters schoonmaken' voor meer informatie).
START/PAUZE
WASSEN
EXTRA SPOELEN
EINDE
Het lampje van knop
6 knippert en het
lampje 7.2 gaat
branden:
Probleem met de
waterafvoer.
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
Het afvoerfilter is verstopt
Als het apparaat stopt met werken zonder dat het water
wordt afgevoerd, voert u eerst een noodafvoer uit:
Zet de programmakeuzeknop op
.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de kraan dicht.
Wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld.
Schroef de afvoerslang los van de achtersteun (zie "Voor-
zorgsmaatregelen bij vorst") en maak de slang los van de
gootsteen of tap.
Laat de slang op de grond lopen.
Zet een opvangbak op de grond en houd het uiteinde van
de afvoerslang in de bak. Het water zou door de zwaarte-
kracht in de opvangbak moeten lopen. Wanneer de op-
vangbak vol is, maakt u hem leeg. Herhaal deze procedure
totdat er geen water meer uit de slang komt.
Schroef de afvoerslang weer op de achtersteun en plaats
de slang terug.
Open de deur en verwijder het wasgoed.
Maak het afvoerfilter schoon volgens de beschrijving in
"Het afvoerfilter schoonmaken".
Aan het einde van de schoonmaakprocedure sluit u de
deur en steekt u de stekker weer in het stopcontact.
Voer een pompprogramma uit om te controleren of de
wasmachine nu goed werkt.
24
START/PAUZE
WASSEN
EXTRA SPOELEN
EINDE
Het lampje van knop
6 knippert en het
lampje 7.3 gaat
branden:
Deur open.
De deur is niet of niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking zonder een zichtbaar alarm.
Controleer voordat u contact opneemt met
onze serviceafdeling eerst de onderstaande
checklist.
Storing Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine start niet:
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
•Vervang de zekering.
De programmakeuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op knop 6
gedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op knop 6.
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleert u de uit-
gestelde start.
Er stroomt water in de
machine en dat loopt
meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag.
Raadpleeg de paragraaf "Waterafvoer" in hoofdstuk "Installatie".
De machine pompt het
water niet weg en/of
centrifugeert niet:
Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de trommel
niet wordt weggepompt of een programma dat alle spoelgangen onder-
drukt.
Kies het programma pompen of centrifugeren.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de
vloer:
Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt (te veel schuimvor-
ming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage ver-
toont. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de
slang naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De afvoer- of toevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
25
Storing Mogelijke oorzaak/oplossing
De deur gaat niet
open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot de deur wordt vrijgegeven.
Er staat water in de trommel.
Kies het programma pompen of centrifugeren om het water af te voe-
ren.
De machine staat te
schudden of maakt la-
waai:
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwijderd.
Controleer of de machine correct geïnstalleerd is.
Het apparaat staat niet goed waterpas.
Stel de voetjes af.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint
traag of de machine
centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor het detecteren van een verkeerd
evenwicht is ingeschakeld, omdat het wasgoed niet gelijkmatig in de
trommel is verdeeld. Het wasgoed wordt opnieuw verdeeld doordat de
trommel in tegenovergestelde richting ronddraait. Dit kan verschillende
keren nodig zijn voordat de verkeerde balans verdwijnt en het normale
centrifugeren kan worden hervat. Als het wasgoed na 10 minuten nog
steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal de machine niet
centrifugeren. Verdeel het wasgoed in dat geval met de hand in de
trommel en selecteer het programma centrifugeren.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
De lading is te klein.
Voeg meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en
kies vervolgens het programma centrifugeren.
Er is geen water zicht-
baar in de trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg zuinig
en verbruiken weinig water zonder dat dit van invloed is op de prestatie
van de machine.
Onbevredigende was-
resultaten
Er is te weinig of een verkeerd wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hardnekkige
vlekken te behandelen.
De juiste temperatuur was niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur hebt gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Reduceer de lading.
Het apparaat maakt
een abnormaal geluid.
De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met andere
traditionele motoren een vreemd geluid maakt. Deze nieuwe motor zorgt
voor een soepelere start en een betere verdeling van het wasgoed in de
trommel tijdens het centrifugeren en voor een betere stabiliteit van de
machine.
Schakel na het voltooien van deze controles
het apparaat in en druk op de knop 6 om
het programma weer te starten.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem
dan contact op met onze service-afdeling.
26
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje. Wij advise-
ren u om de gegevens hier te noteren:
Mod. ... ... ...
Prod. No. ... ... ...
Ser. No. ... ... ...
Mod
. ..
. ...
...
Prod. N
o.
... ... ..
S
e
r. No
.
... ... ...
Modelbeschrij-
ving (MOD.)
...............................
Productnummer
(PNC)
...............................
Serienummer
(S.N.)
...............................
27
192987030-A-012011
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Nordland NWA11126 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor