8
helemaal is opgelost. Doe nu een paar eieren in de kom of kan en dek dit af met een vlakke plaat of
plankje. Zet het glas op een plaats met veel licht, maar zonder direct zonlicht. Je kunt ook gebruikma-
ken van de broedtank en de zoutoplossing met een paar eieren in de vier kamers van de tank doen.
Zorg dat de temperatuur zo’n 25° C bedraagt.
Bij deze temperatuur komen de garnalen na een dag of 2-3 uit.
Als het water in de tank verdampt, vul je het bij met het water uit de tweede kom of kan.
De zoutwatergarnaal onder de microscoop
Het dier dat uit het ei komt, staat bekend onder de naam „Nauplius-larve”. Met behulp van de pipet leg
je een paar larven op een objectglas en bekijkt ze. De larve zal met zijn haarachtige uitsteeksels door
het zout water zwemmen. Neem elke dag een paar larven uit de kom of kan, of uit de broedtank, en be-
kijk ze onder de microscoop. Als je de larven in een broedtank hebt gekweekt, kun je ook de bovenste
kap van de tank halen en de tank op de objecttafel zetten.
Al naar gelang de kamertemperatuur zullen de larven na 6-10 weken zijn uitgegroeid. Binnenkort heb
je een hele generatie zoutwatergarnalen, die zich steeds weer vermenigvuldigt.
De zoutwatergarnaaltjes voeren
Om de zoutwatergarnalen in leven te houden, moeten ze natuurlijk van tijd tot tijd worden gevoerd. Dit
moet zorgvuldig gebeuren, omdat teveel voer ervoor zorgt dat er rotting gaat optreden in het water en
de garnaaltjes vergiftigd raken. Het beste voer bestaat uit droge gistkorreltjes. Om de andere dag een
paar korreltjes is voldoende. Als het water in de kamers van je broedtank of in de kan troebel wordt,
betekent dit dat er rottingsprocessen in zijn opgetreden. Haal de garnalen dan direct uit het water en
zet ze in een verse zoutoplossing.
GEVAAR! Let op!
De garnaleneieren en de garnalen zijn niet geschikt voor consumptie!
7.2. Textielvezels
Voorwerpen en accessoires:
1. Draden van verschillende textielsoorten: katoen, linnen, wol, zijde, kunstzijde, nylon enz.
2. twee naalden
Elke draad wordt op een objectglaasje gelegd en met behulp van de twee naalden uit elkaar gerafeld.
De draden worden bevochtigd en met een dekglaasje afgedekt. De microscoop wordt op een lage ver-
groting ingesteld. Katoenvezels zijn van plantaardige oorsprong en zien er onder de microscoop uit als
een platte, gedraaide band. De vezels zijn aan de zijkanten dikker en ronder dan in het midden. Katoen-
vezels zijn in feite lange, ineengezakte buisjes. Linnenvezels zijn ook van plantaardige oorsprong en zijn
rond en recht. De vezels glanzen als zijde en vertonen talrijke verdikkingen langs de vezelbuis. Zijde is
van dierlijke oorsprong en bestaat uit massieve vezels met een kleinere diameter dan de holle plantaar-
dige vezels. Elke vezel is glad en gelijkmatig gevormd en ziet eruit als een glazen staafje. Wolvezels zijn
ook van dierlijke oorsprong, het oppervlak bestaat uit elkaar overlappende hulzen die er gebroken en
gegolfd uitzien. Mocht dit mogelijk zijn, vergelijk dan wolvezels van verschillende weverijen. Let daarbij
op het verschil in uiterlijk tussen de vezels. Experts kunnen aan de hand van deze kenmerken het land
van oorsprong van de wol bepalen. Kunstzijde wordt, zoals de naam al zegt, kunstmatig vervaardigd