28
Een gebruikersprofiel kiezen
Iedere training wordt opgeslagen in een gebruikersprofiel. Zorg dat u het juiste gebruikersprofiel kiest voordat u een training
start. De laatste gebruiker die een training heeft voltooid, wordt standaard geselecteerd.
Gebruikersprofielen zijn ingesteld op de standaardwaarden totdat ze worden aangepast. Vergeet uw gebruikersprofiel dus niet
te bewerken voor meer accurate informatie over calorieverbruik en hartslagwaarden.
Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen met behulp van de toetsen Hoger () of Lager (). Op de console
wordt de naam en het pictogram van het gebruikersprofiel weergegeven.
Gebruikersprofiel bewerken
1. Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen met behulp van de toetsen Hoger () of Lager ().
2. Druk op de OK-toets om het gebruikersprofiel te kiezen.
3. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'EDIT' (Bewerken) en de naam van het huidige gebruikersprofiel. Druk op
OK om de optie 'Gebruikersprofiel bewerken' te starten.
Druk op de toets PAUSE/END om de optie 'Gebruikersprofiel bewerken' te verlaten. De console zal naar het
Opstartscherm terugkeren.
4. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'NAME' (Naam) en de naam van het huidige gebruikersprofiel.
Opmerking: Het veld voor de naam van de gebruiker is leeg als dit de eerste bewerking is. De naam van een gebruikers-
profiel is beperkt tot 10 tekens.
Het huidige actieve segment knippert. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om door het alfabet en een spatie (te vinden
tussen A en Z) te navigeren. Voor het instellen van elk segment gebruikt u de toetsen Links () of Rechts () om van het
ene segment naar het andere te gaan.
Druk op OK om de weergegeven gebruikersnaam te accepteren.
5. Voor het bewerken van de andere gebruikersgegevens (EDIT AGE, EDIT WEIGHT, EDIT HEIGHT, EDIT GENDER) gebruikt
u de toetsen Hoger/Lager om de waarden aan te passen en drukt u op OK om iedere invoer vast te leggen.
6. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'SCAN' (Scannen). Met deze optie controleert u hoe de trainingswaarden
tijdens een training op het onderste display worden weergegeven. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan de gebruiker
met behulp van de toetsen RECHTS of LINKS de andere trainingswaarden bekijken wanneer hij dat wenst. Wanneer de
optie is ingeschakeld, geeft de console om de 6 seconden een andere trainingswaarde weer.
De optie is standaard uitgeschakeld.
Druk op de OK-toets om de manier waarop de trainingswaarden worden weergegeven, vast te leggen.
7. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'WIRELESS HR' (Draadloze hartslagmeting). Als u de luidsprekers
van de console gebruikt met hoge instellingen en/of een groter persoonlijk elektronisch apparaat gebruikt, dan
wordt de hartslagmeting op de console mogelijk verstoord door interferentie. Met deze optie kunt u de telemetrische
hartslagontvanger uitschakelen om de interferentie te blokkeren.
Op het bovenste display ziet u de huidige waarde-instelling: 'ON' of 'OFF'. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om
de waarde te veranderen.
De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de telemetrische hartslagontvanger te activeren.
8. Op het consoledisplay verschijnt de boodschap 'EDIT LOWER DISPLAY' (Onderste display bewerken). Met deze optie
bepaalt u welke trainingswaarden worden weergegeven tijdens een training.
Op het onderste display verschijnen alle trainingswaarden, waarbij de actieve trainingswaarde knippert. Op het
bovenste display ziet u de actieve waarde-instelling: 'ON' of 'OFF'. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de
actieve trainingswaarde te verbergen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de actieve trainingswaarde te
veranderen.
OPMERKING: Om een verborgen trainingswaarde zichtbaar te maken herhaalt u de procedure en verandert u de instelling
voor die waarde op het bovenste display naar 'ON'.