MARYNEN CMFCYCLE Handleiding

Type
Handleiding
WASAUTOMAAT
CMF CYCLE
GEBRUIKSAANWIJZING
132983721
Inhoud
2
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid 3
Afvalverwerking 4
Milieutips 4
Technische gegevens 4
Installatie
5
Transportbeveiliging 5
Plaatsen 5
Montage op een voetstuk 6
Watertoevoer 6
Waterafvoer 6
Elektrische aansluiting 7
Uw nieuwe wasautomaat 8
Beschrijving van de machine 8
Wasmiddellade 8
Gebruik 9
Bedieningspaneel 9
Beschrijving van de bedieningselementen 9-10
Adviezen en tips voor het wassen 11
Was niet te lang opsparen 11
Sorteren 11
Temperaturen 11
Hoeveel wasgoed in de trommel? 11
Vóór u het wasgoed in de trommel doet 12
Welke wasmiddelen gebruiken? 13
Traditionele poeder-wasmiddelen 13
Vloeibare wasmiddelen 13
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 13
Wasverzachter 13
Waterontharder 13
Een was doen 14-15
Internationale behandelingsetiketten
16
Programmatabel
17-18
Onderhoud
19
De buitenkant 19
De deur 19
De wasmiddellade 19
Het toevoerfilter 19
De afvoerpomp 19
Waterafvoer in noodgevallen 20
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 20
Eenvoudige storingen
21-22
Klantenservice 23
Garantievoorwaarden 23-25
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis
hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of
voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het
apparaat.
Dit symbool staat en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Geachte klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende
eigenaar van het apparaat.
Transportschade
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat
installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
3
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren
moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade
aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg
zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de
watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve
van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend
door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd
worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de
installatie of het verplaatsen niet op het
aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier
niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het
textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de
betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine,
terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen
mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke
reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds
vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen
in de wasautomaat gewacht worden tot het
artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs
en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen
kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de
wasautomaat doet, de borst- en broekzakken
leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel
loshangende knopen verwijderd of eerst
aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd
goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds
verf-, inkt-,
roest- en grasvlekken. Was bh’s met
beugels altijd in een wasnetje en alleen op
programma HANDWAS.
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids-
spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere
harde of scherpe materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Wees dosering kan schade aan het wasgoed
toebrengen. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd
eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet
het geval is, laat de machine dan eerst het water
afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de
gebruiksaanwijzing.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan
indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is
beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het
ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit
door, afhankelijk van de wijze van installatie, de
stekker uit het stopcontact te nemen of de
badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te
schakelen. Draai na het gebruik altijd de
watertoevoerkraan dicht.
Algemene veiligheid
Tracht, in geval van een storing of defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties die
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX Service.
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact
trekken, maar aan de stekker.
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door
ondeskundige omgang met elektrische
apparaten. Zorg daarom voor het nodige toezicht
als de machine aanstaat en laat kinderen niet met
de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere
kinderen in de machine kunnen opsluiten.
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen;
vooral folie en styropor kunnen gevaren
opleveren. Verstikkingsgevaar!
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet
in de trommel van de wasautomaat kunnen
klimmen.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan dadelijk
onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken,
aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak
bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen
kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de
machine opsluiten.
4
Milieutips
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor
te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en
tijd (en u ontziet het milieu).
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle
trommel.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen
vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd
worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur
wassen.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de
aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-
onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval
worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en
hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen
>PS<=voor polystyreen
>PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud
papier deponeren.
Oude machine
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat
dit product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens
en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Afvalverwerking
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm
diepte 59 cm
Maximum vulgewicht Katoen 6, kg
Synthetica 2,5, kg
Fijne was 2,5, kg
Wol, handwas 20 kg
Centrifugetoerental maximum 1300 tpm.
Netspanning/-frequentie 220-230 V/50 Hz
Aansluitwaarde 2200 W
Zekeren met minimaal 10 A
Waterdruk minimum 0,05 MPa
maximum 0,8 MPa
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen 89/336/EEG, 73/23/EEG
5
Installatie
Transportbeveiliging
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in
geval van verhuizing moeten ze wederom
aangebracht worden.
U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met een sleutel de twee onderste
schroeven aan de achterkant van de machine los.
2. Verwijder de twee afstandshulzen.
3. Leg de machine voorzichtig op z’n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
4. Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant
van de machine en maak de 2 plastic zakken aan
de voorkant van het apparaat los.
5. Trek de linker plastic zak voorzichtig naar rechts
en dan naar beneden om hem te verwijderen.
6. Trek de rechter plastic zak voorzichtig naar links
en dan naar boven om hem te verwijderen.
P1127
P1126
P1124
2
3
1
P0018
P0001
P1129
Het is beslist noodzakelijk dat u de
transportbeveiligingen verwijdert voor u de
machine in gebruik neemt.
7. Zet de machine rechtop en verwijder de bovenste
schroef uit de achterwand. Verwijder de
betreffende huls.
8. Dicht de gaten af met de doppen die bij de
gebruiksaanwijzing verpakt zijn.
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat
een houten vloer met een 5 cm dikke
hardhoutenplaat versterken, over ten minste twee
draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle
kanten enkele centimeters buiten de machine
steken.
Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst
wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een
eventuele lekkage het water niet naar de verdieping
eronder kan lekken.
Raadpleeg uw leverancier/installateur.
Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of
andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de
afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening
zich binnen het bereik van de machineslangen en
het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan
adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de
afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door
middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare
voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de
voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan
circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier
de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer
belangrijk.
P1051
P0002
P1128
6
Montage op een voetstuk
Afmetingen:
hoogte: 30 cm.
breedte: 60 cm.
diepte: 60 cm
Deze machine kan worden geïnstalleerd op een
stalen voetstuk met lade zodat u hem makkelijker
kunt vullen en leeghalen.
Informeer bij uw vakhandelaar naar het geschikte
voetstuk.
Watertoevoer
Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang
stevig op de
3
/
4
" schroefdraad van de kraan.
Gebruik alleen nieuwe slangen voor de
watertoevoer.
Het andere eind van de toevoerslang, aan de
machinekant, kan naar alle richtingen worden
verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht
verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten
verplaatsen, koop dan een langere, complete,
hogedrukslang die speciaal voor dit doel gemaakt is.
Als de aansluiting op nieuwe leidingen of op
leidingen, die lange tijd niet zijn gebruikt, wordt
gemaakt, is het raadzaam het water enige tijd te
laten lopen alvorens de wasautomaat aan te sluiten.
P0021
P1088
P1216
Hierdoor wordt voorkomen, dat zand, roest e.d. het
filter in de toevoerslang verstoppen.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor
zorgen dat de bocht niet, door het snel
uitstromende water, van de rand kan schieten.
Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die
aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten
en zodanig dat de bocht van de slang zich op ten
minste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp
groter moet zijn dan de buitendiameter van het
slangeind.
U mag de afvoerslang verlengen tot een maximale
totale lengte van 400 cm. Gebruik een verlengslang
van ten minste dezelfde binnendiameter als de
originele slang en gebruik een koppeling die Het
stabilisatie-controlesysteem zorgt voorvoor dat doel
bestemd is.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Voor een goede werking van de machine moet de
afvoerslang worden vastgehaakt op de steun die
zich bovenaan de achterzijde van het apparaat
bevindt.
P1118
P0022
7
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig
aansluitsnoer en stekker met randaarde.
De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een
stopcontact met randaarde; de machine dient
deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een
zogeheten vaste aansluiting gemaakt worden;
raadpleeg uw installateur.
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor
schade of letsel, ontstaan door het niet
voldoen aan bovenstaande veiligheids-
voorschriften.
Het aansluitsnoer mag uitsluitend door de
ELECTROLUX Service vervangen
worden.
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken
zijn nadat de machine geïnstalleerd is.
8
Beschrijving van de machine
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Deurgreep
4 Afvoerpomp
5 Verstelbare voetjes
VLEKKEN
EXTRA
KORT
START/
PAUZE
EXTRA
SPOELEN
95° + VOORWAS
40° BONTE WAS
POMPEN
CENTRIFUGEREN
UIT
50° SYNTHETICA
SPOELEN
WASVER-
ZACHTEN
60°
SNELWAS 30°
40°
FIJNE WAS
STRIJKVRIJ
40°
BONTE WAS 30°
WITTE WAS 60°E
8 H
4 H
2 H
EINDE
HOOFDWAS
KORT
START-
UITSTEL
12 H
HANDWAS
30°
WOL
40°
1
2
3
4
5
ELECTRONIC 1300rpm
Deze nieuwe wasautomaat voldoet aan alle eisen
voor een moderne behandeling van uw wasgoed,
met besparing van water, stroom en wasmiddel.
Doordat de wasautomaten de laatste jaren steeds
zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd
langer geworden. U zult echter merken dat het
wasresultaat optimaal is.
De programmakiezer zorgt at; hiermee worden
zowel het programma als de temperatuur
gekozen.
Starttijdkeuze: u kunt de start van het
programma 2 tot max. 12 uur uitstellen (bijv. tot
de voordeeluren).
De automatische sopafkoeling op 60° C in het
witte was-programma voor het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen.
Het speciale wolprogramma behandelt wollen
goed uiterst voorzichtig.
Het stabilisatie-controlesysteem zorgt voor
stabiliteit en rustige loop.
De spaarklep zorgt ervoor dat het wasmiddel
geheel wordt gebruikt en reduceert het
waterverbruik; zo wordt energie bespaard.
Uw nieuwe wasautomaat
Wasmiddellade
Voorwasmiddel, vlekkenzout
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
P1140
9
Gebruik
Bedieningspaneel
Keuzetoetsen
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende
functies met elkaar gecombineerd worden.
Deze moeten worden gekozen nadat het
programma is ingesteld en voordat toets
START/PAUZE wordt ingedrukt.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Als de toets nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het lampje uit.
Als het lampje ca. 2 seconden knippert en er wordt
ook een geluidssignaal gegeven, betekent dat dat
een onjuiste keuze is gemaakt.
1 Toets KORT
EXTRA KORT
U hebt de keus uit twee functies:
KORT: verkorte hoofdwas voor licht
verontreinigd wasgoed (witte, bonte was en
synthetica).
EXTRA
KORT
: voor wasgoed dat niet erg vuil
is of om textiel op te frissen (witte, bonte was,
synthetica en fijne was).
Het lampje dat overeenkomt met de gekozen
stand, gaat branden.
KORT en EXTRA KORT kunnen niet bij
instelling 60E gekozen worden. De tijdsduur
wordt aangepast aan het soort textiel en de
gekozen temperatuur. Max. belading voor witte
en bonte was 3,5 kg.
Belangrijk!
Wanneer u gelijktijdig op de toetsen KORT/EXTRA
KORT en STARTUITSTEL drukt, schakelt u het
geluidssignaal uit dat te horen is bij het instellen van
het programma, aan het einde van de wascyclus en
als een onjuiste keuze is gemaakt.
Door weer op deze 2 toetsen te drukken wordt het
geluidssignaal weer ingeschakeld.
2 Toets VLEKKEN
Voor het behandelen van sterk verontreinigd
wasgoed of van wasgoed met vlekken met
vlekkenzout (verlengde hoofdwas met inspoeling van
vlekkenzout op het juiste moment, kan niet bij
temperaturen beneden 40°C gekozen worden). Deze
functie kan voor witte, bonte was en synthetica
gekozen worden (niet mogelijk bij 95°+VOORWAS).
3 Toets EXTRA SPOELEN
In alle programma’s mogelijk behalve bij WOL en
HANDWAS. De machine voert 2 extra spoelgangen
uit. Aanbevolen voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden met heel zacht
water.
4 Toets START/PAUZE
Nadat u het gewenste programma en de opties
gekozen heeft, drukt u op deze toets om het
wasprogramma te starten. Het lampje boven de
toets stopt met knipperen en blijft nu continu
branden. Als de functie STARTUITSTEL gekozen is,
begint nu het terugtellen.
Het lopende programma wordt onderbroken als u
weer op de toets drukt. Het lampje boven de toets
gaat knipperen. Om het programma verder af te
werken drukt u opnieuw op toets Start/Pauze.
5 Toets STARTUITSTEL
Met deze toets kan de programmastart 2 tot 12 uur
worden uitgesteld. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren
wassen.
Het lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd,
brandt.
Deze toets moet worden ingedrukt voordat u
toets START/PAUZE indrukt.
123456 7
VLEKKEN
EXTRA
KORT
START/
PAUZE
EXTRA
SPOELEN
95° + VOORWAS
40° BONTE WAS
POMPEN
CENTRIFUGEREN
UIT
50° SYNTHETICA
SPOELEN
WASVER-
ZACHTEN
60°
SNELWAS 30°
40°
FIJNE WAS
STRIJKVRIJ
40°
BONTE WAS 30°
WITTE WAS 60°E
8 H
4 H
2 H
EINDE
HOOFDWAS
KORT
START-
UITSTEL
12 H
HANDWAS 30°
WOL
40°
10
Om de starttijd te annuleren nadat toets
START/PAUZE ingedrukt is, gaat u als volgt te werk:
Druk op START/PAUZE-toets.
Druk een keer op toets STARTUITSTEL: het
lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd,
gaat uit.
Druk opnieuw op toets START/PAUZE.
Belangrijk!
Om de starttijd te wijzigen moet u eerst het
wasprogramma weer kiezen.
De deur is gedurende het startuitstel vergrendeld.
Tijdens deze periode kunt u wasgoed toevoegen:
druk op toets START/PAUZE, de deur kan
geopend worden. Voeg het wasgoed toe, sluit de
deur en druk weer op toets START/PAUZE.
Het startuitstel kan niet voor de programma’s
POMPEN en CENTRIFUGEREN gekozen worden.
6 Indicatie van het programmaverloop
Op het moment dat u de uitgestelde starttijd kiest,
gaat het lampje, dat overeenkomt met de gekozen
tijd, branden. Na indrukken van toets START/PAUZE
begint de machine in stappen van uren terug te
tellen.
HOOFDWAS: als het lampje brandt, betekent dat
dat de machine in bedrijf is.
EINDE = einde cyclus
Als lampje EINDE knippert, betekent dat dat er een
storing in de machine opgetreden is:
- 4x aan en uit = deur open
- 2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
- 1x aan en uit = storing bij de watertoevoer
Tegelijkertijd klint een geluidssignaal.
Raadpleeg hoofdstuk “Eenvoudige storingen” om
het defect op te heffen.
4 H
2 H
8 H
HOOFDWAS
EINDE
7 Programmakiezer
Deze knop is in sectoren verdeeld:
Witte en bonte was
Synthetica
Fijne was
Handwas
Wol
Extra programma's
0/UIT Programma annuleren/Machine uitschakelen.
De programmakiezer kan zowel naar rechts als naar
links gedraaid worden.
Symbolen op de programmakiezer
60°E = Energie besparen
Aan het einde van het programma moet de
programmakiezer op O gedraaid worden.
Let op!
Als de programmakiezer tijdens de uitvoering van
een wasprogramma op een ander programma wordt
gezet, gaan de lampjes van het programmaverloop
knipperen. De machine zal het zojuist gekozen
programma niet uitvoeren.
95° + VOORWAS
40° BONTE WAS
POMPEN
CENTRIFUGEREN
UIT
50° SYNTHETICA
SPOELEN
WASVER-
ZACHTEN
60°
SNELWAS 30°
40°
FIJNE WAS
STRIJKVRIJ
40°
BONTE WAS 30°
WITTE WAS 60°E
HANDWAS 30°
WOL
40°
11
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C
gewassen worden.
U kiest deze temperatuur ten eerste als dit op het
wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor
donkergekleurd textiel, fijne was en wol.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig
vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog
schoon wordt.
30°C: voor lichtgekleurde bonte was. Voor bijzonder
teer wasgoed is het programma HANDWAS 30°C
geschikt.
Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur
te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren
wij u, naast het kiezen van het juiste programma,
ook de maximaal toegestane belading van de
trommel niet te overschrijden.
Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel
doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een
andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en
linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor
sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten
kreukherstellende stoffen vallen onder synthetica.
Een derde van de trommel voor fijne was en
machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat
wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer
weegt.
Adviezen en tips voor het
wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te
lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig
is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een
muffe geur.
Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»;
weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje
afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen
aandachtig te lezen.
Een streep onder de tobbe betekent dat u het
artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s
mag wassen.
Was gekleurd goed, met name donker gekleurd,
eerst een keer apart. De kans is groot dat het
afgeeft.
Sterke kreukherstellende stoffen, zoals
polyester/katoen, vallen onder synthetica.
Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages,
vallen onder fijne was.
Het wolwasprogramma van deze wasautomaat werd
door Woolmark goedgekeurd, op voorwaarde dat de
kleding gewassen wordt overeenkomstig de
instructies op het kledingetiket en die van de
producent van deze wasautomaat. Licentienummer
M9604.
Voor alle andere wolsoorten en mengsels is het
programma HANDWAS geschikt.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de
soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk
wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor wit of kookecht gekleurd katoen en
linnen, zoals beddengoed, tafellakens, theedoeken,
handdoeken, zakdoeken en ondergoed.
Gemakshalve wordt deze groep vaak witte was
genoemd.
60°C: voor normaal verontreinigde witte was en voor
lichtgekleurde bonte was.
50°C: voor witte en lichtgekleurde synthetica.
12
Voor synthetica, mengsels en fijne was is het
onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze
stoffen zeer verschillend van aard zijn.
Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een
maximum van 2 kg op, maar feitelijk bedoelen we
dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g
Kussensloop 125 - 0200 g
Tafellaken 350 - 0500 g
Servet 70 - 0120 g
Theedoek 75 - 0100 g
Badhanddoek 150 - 0200 g
Badlaken 700 - 1000 g
Overhemd 200 - 0300 g
Schort 150 - 0200 g
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds.
Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af.
Sluit drukknopen en ritssluitingen.
Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen.
Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een
sloop of linnen zak.Verwijder voortijds
achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en
broekzakken.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat
moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes
voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren
zakdoekjes de overgebleven was met de warme
strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische
stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van
de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als
de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een
verdunde oplossing van bleekwater.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal
behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna
wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel
gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant
verwijderen met nagellak-remover. Pas op met
remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met
een witte schone katoenen doek en een oplosmiddel
(terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel
nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is
niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en
chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken.
Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een
zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er
tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch
voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de
stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep
of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta.
Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen.
Oude vlekken voorweken met een biologisch
voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken
met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of
spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen.
Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met
terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals
terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en
dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur
gebruiken.
Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst
uitdampen voor u het in de wasautomaat of de
droogautomaat doet.
De fabrikant van uw wasautomaat is niet
aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het
gebruik van gevaarlijke stoffen.
LET OP
Objecten zoals flippo’s, munten,
veiligheidsspelden, schroeven en andere
harde materialen behoren niet in de
wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade
veroorzaken.
Was bh’s met beugels altijd in een wasnetje
en alleen op programma HANDWAS.
13
Hardheid
Franse
schaal
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de
wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter
mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje
of de maximum aanduiding komen.
Erg dikke vloeistof voortijds met wat water
verdunnen.
Waterontharder
Water is «harder» naarmate er meer calcium en
magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de
hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de
verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale
zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren.
U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Bereik
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
00-07
08-14
15-21
meer dan 21
0-15
16-25
26-37
meer dan 37
Duitse
schaal
Waterhardheid
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine-
wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine.
Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt.
Houd u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking
aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u
opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de
moeite waard om daarna uit te proberen of bij
minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende
schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein
wasje aanzienlijk minder doseren.
Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was,
bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale
fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en
biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
Traditionele poeder-wasmiddelen
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de
voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat,
mits u geen programma met VLEKKEN-functie doet,
direct in het vakje voor het hoofd
wasmiddel
gieten. Wel meteen daarna de machine starten.
Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage
wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere
temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een
poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen
(ULTRAs, MICRO’s en dergelijke)
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde
manier als vloeibare wasmiddelen doseren.
Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van
deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine
automatisch een hoeveelheid vloeibare
wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te
gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn.
Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het
wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u
synthetisch wasgoed in de machine droogt: het
wordt dan niet statisch (knetteren, kleven).
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed
als op machinedelen. Bekend is onder andere het
stug worden van wasgoed en het verkalken van het
verwarmingselement.
Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant
een kalkbindende stof in het wasmiddel. Voorheen
was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van
milieutechnische aard, een fosfaatvervanger.
Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten.
Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts
om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te
voegen.
Automatisch doseert u dan eigenlijk te veel van al
die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen
door minder wasmiddel te doseren en het verschil
opvangen door een onthardingsmiddel, zoals
Calgon, mee te doseren. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant van het
onthardingsmiddel.
14
Een was doen
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het
vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te
activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed
uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn
ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden
verwijderd. Programma: bonte was 95°C, met een
halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één Het
stabilisatie-controlesysteem zorgt voorvoor één in de
trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar.
Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij niet verder kan.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Als u 95°+VOORWAS of een programma met
VLEKKEN-functie kiest, vlekkenzout in vak
doseren.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Gewenste programma kiezen
Draai de programmakiezer op het gewenste
programma.
Het lampje van toets START/PAUZE gaat knipperen.
95° + VOORWAS
40° BONTE WAS
POMPEN
CENTRIFUGEREN
UIT
50° SYNTHETICA
SPOELEN
WASVER-
ZACHTEN
60°
SNELWAS 30°
40°
FIJNE WAS
STRIJKVRIJ
40°
BONTE WAS 30°
WITTE WAS 60°E
HANDWAS 30°
WOL
40°
P1174
P1175
5. Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
6. Functie STARTUITSTEL kiezen
Voordat u het programma start, als u de machine
op een ander tijdstip wilt laten beginnen, drukt u op
de toets STARTUITSTEL totdat het lampje dat
overeenkomt met de gekozen tijd, brandt.
7. Het programma starten
Druk op toets START/PAUZE: het betreffende lampje
stopt met knipperen, lampje HOOFDWAS brandt.
Het programma start.
Als u gekozen heeft voor startiutstel, begint de
machine het terugtellen.
START/
PAUZE
8 H
4 H
2 H
EINDE
HOOFDWAS
START
UITSTEL
12 H
VLEKKEN
EXTRA
KORT
EXTRA
SPOELEN
KORT
15
8. Wijzigen van een optie of een lopend
programma
Het programma kan gewijzigd worden zolang u nog
niet op toets START/PAUZE gedrukt heeft.
Optie wijzigen:
U kunt een optie wijzigen voordat het programma
deze heeft uitgevoerd.
Als het programma al gestart is, moet u toets
START/PAUZE indrukken.
Lopend programma wijzigen:
Draai de programmakiezer op stand “O” en dan op
het gewenste programma. Het water in de kuip
wordt niet weggepompt. Start het nieuwe
programma door op toets START/PAUZE te
drukken.
9. Onderbreken van het programma
Druk op toets START/PAUZE, het betreffende lampje
knippert. Om het programma verder af te werken
drukt u opnieuw op toets START/PAUZE.
10. Annuleren van het programma
Draai de programmakiezer op stand “O” voor het
annuleren van een ingesteld programma.
U kunt nu een ander programma kiezen.
11. Openen van de deur tijdens een
lopend programma
De deur kan geopend worden, nadat u de machine
in PAUZE gezet hebt, mits:
de machine het water niet boven 55°C aan het
verwarmen is
het waterniveau niet hoog is
de trommel niet in beweging is
Als dit niet het geval is, kan de deur geopend
worden.
Indien de deur niet geopend kan worden (zie boven)
en dit absoluut noodzakelijk is, schakelt u de
machine uit door de programmakiezer op stand “O”
te draaien.
Na ongeveer 3 minuten kunt u de deur openen.
Denk om het waterniveau en soptemperatuur!
U kunt nu het programma weer kiezen en
opnieuw op toets START/PAUZE drukken, om het
programma verder af te werken.
12. Einde van het programma
De machine stopt automatisch en klint een een
geluidssignaal.
U moet het water afpompen voordat u de deur kunt
openen. Draai de programmakiezer op stand “O” en
dan op programma POMPEN of CENTRIFUGEREN.
Schakel de machine uit door de programmakiezer
op stand “O” te draaien.
Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de
trommel.
Controleer of de trommel helemaal leeg is, anders
zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen
beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed
kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat
de machine kan drogen.
16
Internationale behandelingsetiketten
NORMAAL
WASGOED
TEER
WASGOED
Wassen op
95°C
Wassen op
60°C
Wassen op
40°C
Wassen op
30°C
Teer goed met
de
hand wassen
Niet wassen
BLEKEN Koud bleken met bleekwater of chloorbleek-
middel in verdunde oplossing mogelijk
Niet bleken
STRIJKEN Hoge temperatuur
(max. 200°C)
Matige temperatuur
(max. 150°C)
Lage temperatuur
(max. 100°C)
Niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
Chemisch reinigen
(alle gebruikelijke
oplosmiddelen)
Chemisch reinigen
(alle oplosmiddelen
m.u.v.
trichlooretheen)
Chemisch reinigen
(alleen olieoplosmid-
delen en R113)
Niet chemisch
reinigen
DROGEN Wasgoed uitge-
spreid drogen
Wasgoed han-
gend drogen
Wasgoed op
hangertje drogen
Drogen in droog-
trommel mogelijk
hoge
temperatuur
matige
temperatuur
Niet in de droog-
trommel drogen
95
60
60
40
40
40
30
17
Programmatabel
WASPROGRAMMA’S
Programma
Temperatuur
Soort wasgoed
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
5 kg
2,5 kg 0,7 54 85
2 kg
0,25
55
50
2,5 kg
2 kg
0,5
0,35 55 55
55
60
5 kg
2,2 68 165
1,2 49 120
Bonte was
60°
Lichtgekleurd wasgoed,
linnen of katoen, bij.
overhemden, ondergoed,
badstof
5 kg 0,55 49 115
Bonte was
30°-40°
Donkergekleurd wasgoed,
bijv. overhemden,
blouses, ondergoed
Synthetica
50°
30°
40°
40°
Textiel van
kreukherstellend
gemaakte katoen,
weefsels gemengd met
katoen, synthetische
weefsels
Voor bijzonder teer
wasgoed met “Handwas”
etiket
Voor alle fijne textiel,
bijvoorbeeld vitrages
WOL
Wolwasprogramma voor
textiel met het wolmerk en
de aanduiding “krimpvrij”
of “wasmachine veilig”
Handwas
EXTRA KORT
EXTRA SPOELEN
Fijne was
1 kg
0,35
59
80
2 kg 0,3
40
30
40°
30°
Synthetische weefsels,
blouses, no-iron
overhemden
Licht verontreinigd
wasgoed, behalve wol
Strijkvrij
KORT/EXTRA KORT
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
Snelwas
Wol
Witte was
+
VOORWAS
95°
Wit wasgoed, bijvoorbeeld
werkkleding die normaal
verontreinigd is,
beddengoed, tafellakens en
ondergoed, handdoeken
KORT/EXTRA KORT
EXTRA SPOELEN
6 kg
1,14 49 145
Witte was
SPAAR-
programma
60°E
Wit wasgoed dat slechts
licht verontreinigd is, bijv.
kort gebruikt beddengoed
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
KORT/EXTRA KORT
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
KORT/ EXTRA KORT
VLEKKEN (alleen
40°)
EXTRA SPOELEN
KORT/EXTRA KORT
VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
ENERGIE BESPAREN
Voor licht tot normaal verontreinigde witte was kan het spaarprogramma 60
°
E gebruikt worden: er wordt een
goed wasresultaat behaald en energie bespaard.
Het programma 60
°
E is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEG-norm
92/75.
* De verbruikswaarden zijn richtlijnen en hangen af van soort en hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur van
het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste
soptemperatuur welke Het stabilisatie-controlesysteem zorgt voorvoor het programma voorzien is.
18
Programmatabel
EXTRA PROGRAMMA’S
Programma
Spoelen
Bestemd voor
Korte
beschrijving
Eventuele
aanvullende
functies
Max.
belading
Energie
kWh
Water
liter
Tijd
min.
Verbruikswaarden*
Met de hand
gewassen goed
Compleet
spoelprogramma
eventueel met
wasverzachter.
Kort centrifugeren op
de maximum snelheid
5 kg 0,05 57 30
/
-
-
2
5 kg
--6
Pompen
Waterafvoer van
de laatste
spoelgang voor
de wasprogram-
ma’s die eindi-
gen met water in
de trommel
Alle textiel
Water afpompen
Aparte lange
centrifugegang
Centrifugeren
5 kg
-1820
Met de hand
gewassen goed
1 spoelgang met
wasverzachter
Kort centrifugeren op
de maximum snelheid
Wasverzachten
/
-
-
-
Annuleren/
Uit
Programma
annuleren, machine
uitschakelen
O
* De verbruikswaarden zijn richtlijnen en hangen af van soort en hoeveelheid wasgoed, van de temperatuur
van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur.
EXTRA SPOELEN
19
Onderhoud
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos
op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2. De deur
Regelmatig controleren of zich aanslag of vreemde
voorwerpen in de rubber manchet achter de deur
bevinden.
3. De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de
stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit
de machine nemen door op de pal links achterin te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u voor het schoonmaken verwijderen.
P1143
P1142
P1050
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich
op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude tandenborstel schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
4. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
water innemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfilter te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Reinig het filter met een borsteltje.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.
5. De afvoerpomp
De afvoerpomp moet regelmatig worden
gecontroleerd en vooral als
de machine niet pompt en/of centrifugeert
de machine tijdens het pompen een ongewoon
geluid maakt dat wordt veroorzaakt door
voorwerpen als veiligheidsspelden, munten e.d.
die de pomp blokkeren.
P1090
P0038
20
6. Waterafvoer in noodgevallen
Als het water niet wordt weggepompt gaat u als
volgt te werk om de machine te legen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Zet een bak op de vloer en leg het einde van de
noodaftapslang in de bak. Verwijder de dop. Het
water moet door de zwaartekracht in de bak lopen.
Als de bak vol is, zet u de dop weer op de slang.
Herhaal de procedure tot er geen water meer
uitkomt.
Maak de pomp eventueel schoon zoals eerder
beschreven.
Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Draai het pompdeksel vast en sluit het deurtje.
7. Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht en draai de
watertoevoerslang van de kraan los.
Zet een bak op de vloer, leg het uiteinde van de
noodaftapslang en van de toevoerslang in de bak
en laat het water uit de machine lopen.
Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan,
zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de
machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.
Belangrijk!
Elke keer dat u m.b.v. de noodaftapslang water
aftapt, moet u 2 liter water in het vak voor
hoofdwasmiddel in de wasmiddellade gieten en dan
programma POMPEN instellen. Hierdoor wordt de
spaarklep geactiveerd en wordt voorkomen dat bij
de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt
achterblijft.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Zet een bak op de vloer om evt. water op te
vangen.
Trek de noodaftapslang uit zijn plaats, leg hem in
het bakje en verwijder de dop.
Als er geen water meer uitkomt, draai dan het
pompdeksel los.
Verwijder vreemde voorwerpen uit het
schoepenrad van de pomp door hem te draaien.
Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats
de slang terug.
Draai het pompdeksel volledig vast.
Sluit het pompdeurtje.
P1117
P1115
P1114
Moderne wasautomaten werken heel zuinig met
lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn
desondanks uitstekend.
In de trommel is geen water te
zien:
Eenvoudige storingen
21
Storingen Mogelijke oorzaken
De machine start niet:
De machine neemt geen water
op:
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water?
Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
De machine neemt wel water in,
maar dat stroomt er door de
afvoer weer uit:
Het uitstroomeind van de afvoerslang hangt te
laag, ten opzichte van de vloer waarop de
machine staat. Zie hoofdstuk "Installatie".
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Afvoerpomp verstopt?
Er ligt water in de vloer:
Te veel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het te veel
schuimt? Te veel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet
nauwelijks dat er water langs de slang loopt;
voelt u dus even of de slang nat is.
Afvoerslang beschadigd?
Is de wasmiddellade schoon?
Is de noodaftapslang gesloten?
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt,
lees dan eerst onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze service-afdeling.
Tijdens de werking van het apparaat kan het gebeuren dat lampje EINDE knippert en een geluidssignaal klinkt:
4x aan en uit = deur open
2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
1x aan en uit = storing bij de watertoevoer
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op toets START/PAUZE om het onderbroken programma
te hervatten.
Indien u de storing niet zelf kunt opheffen, neem dan contact op met onze service-afdeling.
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering in orde?
Is de programmakiezer juist ingesteld?
Is de toets START/PAUZE ingedrukt?
Hebt u de startuitstel ingesteld?
Staat de waterkraan open?
22
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in
werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de
draairichting van de trommel gewijzigd wordt,
losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw
met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk
het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en
het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden.
Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt
is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet
u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen
en het centrifugeprogramma kiezen.
Het centrifugeren begint traag of
het wasgoed wordt niet
gecentrifugeerd:
De machine heeft een modern aandrijfsysteem,
dat in vergelijking met oudere wasautomaten een
afwijkend geluid maakt. Het nieuwe
aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij
centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de
stabiliteit verbeterd.
De machine maakt een
ongewoon geluid:
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel
gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het
wasgoed en tot kalkaanslag in het apparaat.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste
temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed
witte wasmiddelresten te zien:
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare
bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn
niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Mogelijke oplossingen: uitborstelen of
uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste
buiten wassen.
Storingen Mogelijke oorzaken
Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar:
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste
spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter
geen invloed op het spoelresultaat heeft.
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen,
neem dan contact op met onze service-afdeling.
Noteer, voor u gaat telefoneren, merk,
modelnummer en aankoopdatum van uw machine;
de servicedienst zal u er om vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
M
o
d
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
P
r
o
d
.
N
o
.
.
.
.
.
.
..
.
.
.
.
S
e
r
.
N
o
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
P0042 BD
De deur kan niet geopend
worden:
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld?
Het waterniveau in de machine komt boven de
onderkant van de deur uit.
De machine is aan het verwarmen.
23
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende afdelingen
raadplegen:
Service-informatielijn (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen) www.electrolux.nl
Consumentenbelangen (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie) www.electrolux.nl
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd modelaanduiding, productnummer en serienummer van uw
apparaat bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje van het apparaat (aan de binnenkant van het
filterdeurtje en op de achterzijde van het apparaat) en kunt u het beste hieronder noteren.
Modelaanduiding ....................
Productnummer ....................
Serienummer ....................
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de beslissing of bezoek van een
servicetechnicus nodig is.
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
- Hoe doet de storing zich voor?
- Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
- Wordt in het display een foutmelding aangegeven?
Aan de hand van deze informatie kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat het
apparaat bij het eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening onze
service-afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen
gedekt.
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als
buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product
die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van
professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor
tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had
voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen
onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden
overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
Klanten service
Garantievoorwaarden
24
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door
derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd
voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra
kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt
ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar
rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn
uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen,
tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden)
in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
www.electrolux.nl
25
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één
werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie
zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke
oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-
kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is
geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het
begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument
plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in
werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij
de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het
apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en
een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte
van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te
vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie
van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een
hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12
maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde
rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik
opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend
resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument
een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op
basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van
de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig
voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht
veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit
houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook
terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in in Nederland.
From the Electrolux Group. The world’s No. 1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor
use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing machines,
vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in
more than 150 countries around the world.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

MARYNEN CMFCYCLE Handleiding

Type
Handleiding

Gerelateerde papieren