Hotpoint RSG 923 EU de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding
37
NL
Nederlands
NL
WASAUTOMAAT
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 40
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 41
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Beschrijving van de wasautomaat, 42-43
Bedieningspaneel
Display
Het uitvoeren van een wascyclus, 44
Programma’s en opties, 45
Programmatabel
Wasopties
Wasmiddelen en wasgoed, 46
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma’s
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
RSG 923
Gebruiksaanwijzing
38
NL
Een correcte nivellering geeft de machine
stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het
zich verplaatsen van de automaat tijdens de
werking. In het geval van vloerbedekking of
een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat
onder de wasmachine genoeg plaats is voor
ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de
koudwaterkraan met
een mondstuk met
schroefdraad van 3/4
gas (zie afbeelding).
Voordat u de
wasautomaat aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan
de wasautomaat door
hem op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels
in de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich
binnen de waarden van de tabel Technische
Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet
u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel
of een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat
worden geleverd.
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren
voor latere raadpleging. In het geval u het
apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het
boekje bij de wasautomaat blijven zodat de
nieuwe gebruiker de functies en betreffende
raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade
heeft geleden gedurende het vervoer. Indien
dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer
en de rubberen ring
met bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie
afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de
wasautomaat ooit worden vervoerd, dan
moeten deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal
is kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser
vaster te schroeven
(zie afbeelding);
de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag deniet overschrijden.
39
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis,
zonder hem te
buigen, aan een
afvoerleiding of aan
een afvoer in de muur
tussen de 65 en 100
cm van de grond af;
of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde
steun aan de kraan
(zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de
buis; indien dit niet te vermijden is moet het
verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de
oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn
dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
• hetstopcontactgeaardisenvoldoetaande
geldende normen;
• hetstopcontacthetmaximumvermogen
van de wasautomaat kan dragen, zoals
aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
• despanningzichbevindttussende
waarden die zijn aangegeven in de tabel
Technische Gegevens (zie hiernaast);
• decontactdoosgeschiktisvoordestekker
van de wasautomaat. Indien dit niet zo
is moet de stekker of het stopcontact
vervangen worden.
! De machine mag alleen binnenshuis op een
vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd
om elektronische schade door bevriezing of
condensatie te voorkomen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
65 - 100 cm
! Het snoer mag niet gebogen of
samengedrukt worden.
! De voedingskabel mag alleen door een
bevoegde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in
gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te
voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed,
op het programma wasmachine reinigen (zie
“Reinigen van de wasautomaat”).
Technische gegevens
Model
RSG 923
Afmetingen
breedte 59,5 cm
hoogte 85 cm
diepte 60,5 cm
Laadcapaci-
teit
van 1 tot 9 kg
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de
technische eigenschappen dat
op het apparaat is bevestigd
Hydraulische
aansluitin-
gen
maximaledruk1MPa(10bar)
minimaledruk0,05MPa(0,5bar)
inhoud trommel 62 liter
Centrifuge-
toerental
tot 1200 toeren per minuut
Controlepro-
gramma’s
volgens de
reglement
1061/2010
en
1015/2010
programma 9;
Eco katoen 60°C;
programma 9;
Eco katoen 40°C.
Deze apparatuur voldoet aan
de volgende CE voorschrif-
ten:
-EMC-2014/30/EU
(Elektromagnetische compa-
tiabiliteit)
- 2012/19/EU (WEEE)
- LVD - 2014/35/EU (Laag-
spanning)
40
NL
Onderhoud en verzorging
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een
zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te
worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp
beschermt en zich aan de onderkant ervan
bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan
de voorkant van
de wasautomaat
met behulp van een
schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de
slang van de watertoevoer. Als er barstjes of
scheuren in zitten moet hij vervangen worden:
gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
Afsluiten van water en stroom
•Sluitnaiederewasbeurtdekraan
af. Hiermee beperkt u slijtage van de
waterinstallatie van de wasmachine en
voorkomt u lekkage.
•Sluitaltijdeerstdestroomafvoordatu
de wasautomaat gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
•Debuitenkantenderubberenonderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit
schuurmiddelen of oplosmiddelen.
•Dewasautomaatbeschiktovereen
programma wasmachine reinigen voor het
reinigen van de binnenkant van de automaat.
Dit moet worden uitgevoerd als de automaat
volledig leeg is.
Het wasmiddel (circa
10% van de hoeveelheid
die wordt aanbevolen
voor een niet zo vuile
was) of de speciale
reinigingsmiddelen voor
wasautomaten kunnen
worden gebruikt als
hulpmiddelen tijdens
dit wasprogramma. We
raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40
wascycli uit te voeren.
Om dit programma te activeren drukt u
tegelijkertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie afb.).
Het programma start automatisch en heeft een
duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te
beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje
door het op te
lichten en naar
voren te trekken (zie
afbeelding).
Was het onder
stromend water. Dit
moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
•Laatdedeuraltijdopeenkierstaanomnare
luchtjes te vermijden.
1
2
A
B
44
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets
; het groene controlelampje START/PAUSE zal
langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals
aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop
PROGRAMMA’ahetgewensteprogramma;hiermee
zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid
verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display
verschijnt de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale
toetsen:
Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat
toontautomatischdemaximaletemperatuuren
centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of
de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel
zijn met het gekozen programma. Door op de toets
te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan
verlagen,totaandekoudewascyclus“OFF”.Doorte
drukken op de toets kunt u het toerental van de
centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe
”OFF”.Alsunogmaalsopdetoetsendruktzultuopde
maximaaltoegestanewaardenterugkeren.
! Uitzondering: als u het programma 3 selecteert kunt u
de temperatuur tot op 60° instellen.
! Uitzondering: als u het programma 4 selecteert kunt u
de temperatuur tot op 60° instellen.
! Uitzondering: als u het programma 11 selecteert kunt
u de temperatuur tot op 90° instellen.
Een uitgestelde start instellen
Om de uitgestelde start van het gekozen programma
in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de
gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie
geactiveerd is, wordt op de display het symbool
verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt
uopdetoetstotdatophetdisplaydetekst“OFF”
verschijnt.
De gewenste wasintensiteit te kiezen.
Metdeoptie kunt u het wasprogramma
optimaliseren op basis van de vuilgraad van het
wasgoed en de gewenste wasintensiteit.
Voor zeer vuile was drukt u op de toets totdat u het
niveau “Intensive” bereikt. Dit niveau garandeert een
kwalitatief zeer hoog wasresultaat dankzij het gebruik
van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van
de cyclus, en een grotere mechanische beweging van
de trommel. Hierdoor worden zelfs de hardnekkigste
vlekken verwijderd.
Voor niet zo vuile was of voor een voorzichtigere
behandeling van het wasgoed drukt u op de toets
totdat u het niveau “Delicate” bereikt. Deze cyclus zorgt
voor een beperktere mechanische beweging waardoor
fijne was perfect kan worden gewassen.
De kenmerken van de cyclus wijzigen.
• Drukopdetoetsomdeoptieteactiveren.Het
controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan.
• Druknogmaalsopdeknopomdeoptiete
deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met
een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje
voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen
en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet
controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal
aangaan.
! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen
washoeveelheid en/of de duur van de cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUSE. Het betreffende controlelampje
zal aangaan met een groen licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD
is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus
bezig is, zet u de wasautomaat in pauzestand door
middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje
START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een
oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus
en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om
de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u
op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen.
Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het
programma te hervatten vanaf het punt dat het werd
onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen.
Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het
apparaat uit.
! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u
enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus
zal worden onderbroken en de wasautomaat gaat uit.
45
NL
Programma’s en opties
Wasopties
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met
het ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met
een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje
voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen
en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet
controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan.
Extra Spoeling
Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat
en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Programmatabel
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden.
De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de
hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
1) Controleprogramma volgens de reglement 1061/2010: selecteer het programma 9
met een temperatuur van 60°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Controleprogramma volgens de reglement 1061/2010: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen svan een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik
van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
Voor alle Test Institutes:
3) Programma katoen lang: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
4) Programma Synthetisch lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Time Saver
Als u deze optie selecteert verkort u de duur van het
programma tot aan 50%, aan de hand van de gekozen
cyclus, en zorgt u als gevolg voor een aanzienlijke water-
en energiebesparing. Gebruik deze cyclus voor niet zo vuil
wasgoed.
* Als u het programma selecteert en de centrifuge uitsluit, zal de machine alleen het water afpompen.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Max. temp.
(°C)
Max. snelheid
(toeren per
minuut)
Wasmiddel
Max.
lading (kg)
Energiever-
bruik %
Energiever-
bruik kWh
Totaal water
lt
Duur cyclus
Wassen
Wasver-
zachter
DAILY CLEAN
1
Vlekkenverwijdering
40° 1200
5 - - -
**
2
Anti Vleck Snel
40° 1200
4,5 - - -
**
3
Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte fijne was.
40°
(Max.60°C)
1200
9 53 1,10 97 225’
4
Synthetisch (4): niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40°
(Max.60°C)
1000
4,5 46 0,56 65 100’
5
Snelle 30’: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor
wol, zijde en handwas).
30° 800
3,5 71 0,20 38 30’
SPECIALS
6
Donkere was
30° 800
5 - - -
**
7
Ultra fijne was
30° 0
1 - - -
**
8
Wol: voor wol, kasjmier, etc.
40° 800
2 - - -
**
9
Eco Katoen 60°C
60°/4
(1): zeer vuile wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
1200
9 53 1,15 57,4 240’
9
Eco Katoen 40°C
60°/4
(2): niet zo vuile witte en bonte fijne was.
40°
1200
9 53 1,10 97 225’
10
S
tandaard katoen 20°C: weinig vuile witte en bonte fijne was.
20°
1200
9 - - -
**
EXTRA
11 Witte was
60°
(Max.90°C)
1200
9 - - -
**
12
Antiallergie
60°
1200
5 - - -
**
13
Zijde & Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0
2 - - -
**
14
Dekbedden: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons.
30° 1000
3,5 - - -
**
Delprogramma’s
Spoelen
-
1200 -
9 - - -
**
Centrifuge + Waterafvoer
-
1200 - - 9 - - -
**
Alleen Waterafvoer *
- OFF
- - 9 - - -
**
** U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren.
46
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter.
Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat
zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt in:
! Doe het wasmiddel niet in
het middelste bakje (*).
Vak 1: Wasmiddel voor
hoofdwas (poeder of
vloeibaar) Als u een
vloeibaar wasmiddel
gebruikt raden we u aan het
bijgeleverde schotje A te
gebruiken voor een correcte dosering. Voor het gebruik
van poederwasmiddel doet u het schotje terug in de
opening B.
Vak 2: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
Voorbereiden van het wasgoed
•Verdeelhetwasgoedvolgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
•Leegdezakkenencontroleerdeknopen.
•Overschrijdhetaangegevengewicht,berekendvoor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma’s
Vlekkenverwijdering: dit programma 1 is geschikt
voor het wassen van zeer vuil kleurvast wasgoed. Het
programma garandeert een hogere wasklasse dan de
standaardklasse(klasseA).Mengtijdensditprogramma
nooit kleding van verschillende kleuren. We raden u aan
waspoeder te gebruiken. We raden u aan hardnekkige
vlekken voor te behandelen met wasversterkers.
Anti Vleck Snel: het programma is ontwikkeld om
kledingstukken met moeilijke vlekken die dezelfde dag
gemaakt zijn in een uur te wassen. Het programma is
geschikt voor bonte was van gemengde vezels. Er wordt
een optimale bescherming gegarandeerd.
Donkere was: gebruik de cyclus 6 voor het wassen
van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor het
langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een beter
resultaat raden we u aan voor de bonte was een vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Ultra fijne was: gebruik het programma 7 voor het
wassen van zeer fijne was met stras of pailetten.
We raden u aan de kleding binnenstebuiten te draaien voor
u hem wast en om kleine kledingstukken in het speciale
zakje voor fijne was te stoppen.
Voor een beter resultaat raden we u aan voor de fijne was
een vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Wol - Woolmark Apparel Care - Green:
de wascyclus “Wol” van deze wasmachine is goedgekeurd
door de ‘Woolmark Company’ voor het wassen van wollen
kleding die “met de hand” kan worden gewassen, mits de
wascyclus wordt uitgevoerd volgens de aanwijzingen op
het etiket van het kledingstuk en volgens de aanwijzingen
vandefabrikantvandezewasmachine.(M1127)
Standaard katoen op 20°C Katoen ideaal voor een
lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud
water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus
op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische
werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer
dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Antiallergie: gebruik het programma 12 voor het
verwijderen van de voornaamste allergenen zoals
stuifmeel, mijten, katten- en hondenhaar.
Zijde: gebruik het speciale programma 13 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een
kussensloop of net. Gebruik het programma 13.
Dekbedden: voor het wassen van dekens of
kledingstukken die met dons zijn gevuld zoals
eenpersoons of tweepersoons dekbedden (niet meer
dan 3,5 kg), kussens of ski-jacks gebruikt u het speciale
programma 14. We raden u aan het donzen wasgoed
in de trommel te laden met de randen naar binnen toe
gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van
het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het
beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het
doseerbakje te gieten.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd,
zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans
is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats
van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de
waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u
aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
1
2
A
B
*
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasmachine ontvangt geen
water (Op de display knippert de
tekst “H2O”).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van deOpties”
en het controlelampje START/PAUSE
gaan snel knipperen en op het
display verschijnt een storingscode
(bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
• Destekkerzitnietinhetstopcontactofnietvergenoegomcontacttemaken.
• Hethelehuiszitzonderstroom.
• Dedeurzitnietgoeddicht.
• DeON/OFFtoetsisnietingedrukt.
• DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
• Dewaterkraanisnietopen.
• Eriseenuitgesteldestartingesteld.
• Dewatertoevoerbuisisnietaangeslotenopdekraan.
• Debuisisgebogen.
• Dewaterkraanisnietopen.
• Hethelehuiszitzonderwater.
• Erisonvoldoendedruk.
• DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
• Deafvoerbuisisnietop65tot100cmafstandvandegrondafgeïnstalleerd(zie
“Installatie”).
• Hetuiteindevandeafvoerbuisligtonderwater(zie “Installatie”).
• Deafvoerindemuurheeftgeenontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en
afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
• Hetprogrammavoorzietgeenafvoer:metenkeleprogramma’sdientdemachine
handmatig te worden ingesteld.
• Deafvoerbuisisgebogen(zie “Installatie”).
• Deafvoerleidingisverstopt.
• Detrommelisbijhetinstallerennietopdejuistewijzegedeblokkeerd(zie
“Installatie”).
• Dewasautomaatstaatnietgoedrecht(zie “Installatie”).
• Dewasautomaatstaattekraptussenmeubelsenmuur(zie “Installatie”).
• Debuisvandewatertoevoerisnietgoedaangeschroefd(zie “Installatie”).
• Hetwasmiddelbakjeisverstopt(voorreinigingzie “Onderhoud en verzorging”).
• Deafvoerbuisisnietgoedaangesloten(zie “Installatie”).
• Doedewasautomaatuitenhaaldestekkeruithetstopcontact.Wachtcirca1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
• Hetwasmiddelisnietbedoeldvoorwasautomaten(ermoet“voor
wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
• Uheeftteveelwasmiddelgebruikt.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
• Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenofdestoringisverholpen;
• Neemindienditniethelptcontactopmetdeservicedienst.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Comunicare:
• hettypestoring;
• hetmodelwasautomaat(Mod.);
• hetserienummer(S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Installatie, 38-39 NL Nederlands Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 40 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controle van de buis van de watertoevoer Voorzorgsmaatregelen en advies, 41 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur RSG 923 Beschrijving van de wasautomaat, 42-43 Bedieningspaneel Display Het uitvoeren van een wascyclus, 44 Programma’s en opties, 45 Programmatabel Wasopties Wasmiddelen en wasgoed, 46 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma’s Balanceersysteem van de lading Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL ! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Uitpakken en waterpas zetten Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpas zetten 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 38 Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. Hydraulische en elektrische aansluitingen Aansluiting van de watertoevoerbuis 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. ! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). ! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. ! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af; of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De machine mag alleen binnenshuis op een vorstvrije en droge plek worden geïnstalleerd om elektronische schade door bevriezing of condensatie te voorkomen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma wasmachine reinigen (zie “Reinigen van de wasautomaat”). Technische gegevens Model RSG 923 Afmetingen breedte 59,5 cm hoogte 85 cm diepte 60,5 cm Laadcapaciteit Elektrische aansluitingen Hydraulische aansluitingen Centrifugetoerental Controleprogramma’s volgens de reglement 1061/2010 en 1015/2010 van 1 tot 9 kg zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd maximale druk 1 MPa (10 bar) minimale druk 0,05 MPa (0,5 bar) inhoud trommel 62 liter tot 1200 toeren per minuut programma 9; Eco katoen 60°C; programma 9; Eco katoen 40°C. Deze apparatuur voldoet aan de volgende CE voorschriften: - EMC - 2014/30/EU (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2012/19/EU (WEEE) - LVD - 2014/35/EU (Laagspanning) 39 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. Reinigen van de wasautomaat • De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. • De wasautomaat beschikt over een programma wasmachine reinigen voor het reinigen van de binnenkant van de automaat. Dit moet worden uitgevoerd als de automaat volledig leeg is. Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid A B die wordt aanbevolen voor een niet zo vuile was) of de speciale reinigingsmiddelen voor wasautomaten kunnen worden gebruikt als hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40 wascycli uit te voeren. Om dit programma te activeren drukt u tegelijkertijd 5 sec. op de toetsen A en B (zie afb.). Het programma start automatisch en heeft een duur van circa 70 minuten. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de toets START/PAUSE. Reinigen van het wasmiddelbakje 1 2 Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen. Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 40 ! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken. ! Gebruik nooit tweedehands buizen. Het uitvoeren van een wascyclus NL 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk optoets ; het groene controlelampje START/PAUSE zal langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN.Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in “Wasmiddelen en wasgoed”. 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Kies met de draaiknop PROGRAMMA’a het gewenste programma; hiermee zijn een temperatuur en een centrifugesnelheid verbonden die gewijzigd kunnen worden. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzig de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus “OFF”. Door te drukken op de toets kunt u het toerental van de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan nul toe ”OFF”. Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. ! Uitzondering: als u het programma 3 selecteert kunt u de temperatuur tot op 60° instellen. ! Uitzondering: als u het programma 4 selecteert kunt u de temperatuur tot op 60° instellen. ! Uitzondering: als u het programma 11 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen. Een uitgestelde start instellen Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffendetoetstotdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op de display het symbool verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen drukt u op de toets totdat op het display de tekst “OFF” verschijnt. De gewenste wasintensiteit te kiezen. Met de optie kunt u het wasprogramma optimaliseren op basis van de vuilgraad van het wasgoed en de gewenste wasintensiteit. Voor zeer vuile was drukt u op de toets totdat u het niveau “Intensive” bereikt. Dit niveau garandeert een kwalitatief zeer hoog wasresultaat dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus, en een grotere mechanische beweging van 44 de trommel. Hierdoor worden zelfs de hardnekkigste vlekken verwijderd. Voor niet zo vuile was of voor een voorzichtigere behandeling van het wasgoed drukt u op de toets totdat u het niveau “Delicate” bereikt. Deze cyclus zorgt voor een beperktere mechanische beweging waardoor fijne was perfect kan worden gewassen. De kenmerken van de cyclus wijzigen. • Druk op de toets om de optie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren; desbetreffend controlelampje gaat uit. ! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. ! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan. ! De opties kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symbool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is, zet u de wasautomaat in pauzestand door middel van de toets START/PAUSE (het controlelampje START/PAUSE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUSE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uit is kunt u de deur openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst “END” verschijnt op het display. Als het symbool DEUR GEBLOKKEERD uitgaat kunt u de deur openen. Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit. ! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren moet u enkele seconden de toets ingedrukt houden. De cyclus zal worden onderbroken en de wasautomaat gaat uit. Programma’s en opties NL Wasverzachter Max. lading (kg) Energieverbruik % Energieverbruik kWh Totaal water lt Duur cyclus Wasmiddel Wassen Max. temp. (°C) Max. snelheid (toeren per minuut) Programma’s Programmatabel 1 Vlekkenverwijdering 40° 1200   5 - - - ** 2 Anti Vleck Snel 40° 1200   4,5 - - - ** 3 Katoen (3): niet zo vuile witte en bonte fijne was.   9 53 1,10 97 225’ 4 Synthetisch (4): niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° (Max. 60°C) 1200 40° (Max. 60°C) 1000   4,5 46 0,56 65 100’ 5 Snelle 30’: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). 3,5 71 0,20 38 30’ Beschrijving van het Programma DAILY CLEAN 30° 800       5 1 2 9 ** ** ** 53 1,15 57,4 240’ 53 1,10 - SPECIALS 6 Donkere was 30° 800 7 Ultra fijne was 30° 0 8 Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 9 Eco Katoen 60°C 60°/40° (1): zeer vuile wit en kleurecht bont wasgoed. 60° 1200     9 Eco Katoen 40°C 60°/40° (2): niet zo vuile witte en bonte fijne was. 40° 20° 1200 1200     9 9 11 Witte was 60° (Max. 90°C) 1200   9 - 12 Antiallergie 60° 1200 13 Zijde & Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 14 Dekbedden: voor kledingstukken/beddengoed gevuld met dons. 30° 1000       5 2 3,5 Spoelen - 1200 -  Centrifuge + Waterafvoer - 1200 - Alleen Waterafvoer * - OFF - 10 Standaard katoen 20°C: weinig vuile witte en bonte fijne was. 97 - 225’ - - ** - - - ** 9 - - - ** - 9 - - - ** - 9 - - - ** ** EXTRA ** ** Delprogramma’s * Als u het programma selecteert en de centrifuge uitsluit, zal de machine alleen het water afpompen. ** U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. 1) Controleprogramma volgens de reglement 1061/2010: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 60°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. 2) Controleprogramma volgens de reglement 1061/2010: selecteer het programma 9 met een temperatuur van 40°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen svan een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. Voor alle Test Institutes: 3) Programma katoen lang: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C. 4) Programma Synthetisch lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Wasopties ! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet worden geactiveerd. ! Als de optie die geselecteerd is niet compatibel is met een eerder ingestelde optie, zal het controlelampje voor de eerst geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede optie geactiveerd wordenhet controlelampjevan de optiedie geactiveerd is zal aangaan. Time Saver Als u deze optie selecteert verkort u de duur van het programma tot aan 50%, aan de hand van de gekozen cyclus, en zorgt u als gevolg voor een aanzienlijke wateren energiebesparing. Gebruik deze cyclus voor niet zo vuil wasgoed. Extra Spoeling Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. 45 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. ! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren A B en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: ! Doe het wasmiddel niet in het middelste bakje (*). * Vak 1: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt raden we u aan het bijgeleverde schotje A te gebruiken voor een correcte dosering. Voor het gebruik van poederwasmiddel doet u het schotje terug in de opening B. Vak 2: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. 2 1 Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel” Hoeveel weegt wasgoed? 1 laken 400-500 g. 1 sloop 150-200 g. 1 tafelkleed 400-500 g. 1 badjas 900-1200 g. 1 handdoek 150-250 g. Voor een beter resultaat raden we u aan voor de fijne was een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Wol - Woolmark Apparel Care - Green: de wascyclus “Wol” van deze wasmachine is goedgekeurd door de ‘Woolmark Company’ voor het wassen van wollen kleding die “met de hand” kan worden gewassen, mits de wascyclus wordt uitgevoerd volgens de aanwijzingen op het etiket van het kledingstuk en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze wasmachine. (M1127) Standaard katoen op 20°C Katoen ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties. Antiallergie: gebruik het programma 12 voor het verwijderen van de voornaamste allergenen zoals stuifmeel, mijten, katten- en hondenhaar. Zijde: gebruik het speciale programma 13 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Gebruik het programma 13. Dekbedden: voor het wassen van dekens of kledingstukken die met dons zijn gevuld zoals eenpersoons of tweepersoons dekbedden (niet meer dan 3,5 kg), kussens of ski-jacks gebruikt u het speciale programma 14. We raden u aan het donzen wasgoed in de trommel te laden met de randen naar binnen toe gevouwen (zie afbeeldingen) en ervoor te zorgen de ¾ van het volume van de trommel niet te overschrijden. Voor het beste resultaat raden wij aan vloeibaar wasmiddel in het doseerbakje te gieten. Speciale programma’s Vlekkenverwijdering: dit programma 1 is geschikt voor het wassen van zeer vuil kleurvast wasgoed. Het programma garandeert een hogere wasklasse dan de standaard klasse (klasse A). Meng tijdens dit programma nooit kleding van verschillende kleuren. We raden u aan waspoeder te gebruiken. We raden u aan hardnekkige vlekken voor te behandelen met wasversterkers. Anti Vleck Snel: het programma is ontwikkeld om kledingstukken met moeilijke vlekken die dezelfde dag gemaakt zijn in een uur te wassen. Het programma is geschikt voor bonte was van gemengde vezels. Er wordt een optimale bescherming gegarandeerd. Donkere was: gebruik de cyclus 6 voor het wassen van bonte was. Het programma is ontwikkeld voor het langdurige behoud van de donkere kleuren. Voor een beter resultaat raden we u aan voor de bonte was een vloeibaar wasmiddel te gebruiken. Ultra fijne was: gebruik het programma 7 voor het wassen van zeer fijne was met stras of pailetten. We raden u aan de kleding binnenstebuiten te draaien voor u hem wast en om kleine kledingstukken in het speciale zakje voor fijne was te stoppen. 46 Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. NL Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • • De deur zit niet goed dicht. De ON/OFF toets is niet ingedrukt. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De waterkraan is niet open. Er is een uitgestelde start ingesteld. De wasmachine ontvangt geen water (Op de display knippert de tekst “H2O”). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: met enkele programma’s dient de machine handmatig te worden ingesteld. • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de “Opties” • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. en het controlelampje START/PAUSE Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. gaan snel knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 47 Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Neem indien dit niet helpt contact op met de servicedienst. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Comunicare: • het type storing; • het model wasautomaat (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57

Hotpoint RSG 923 EU de handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
de handleiding