Aeg-Electrolux L64857L Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding
LAVAMAT 64857L
Gebruiksaanwijzing Wasmachine
Notice d'utilisation Lave-linge
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat
stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.
Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem
te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
INHOUD
BEDIENINGSINSTRUCTIES 3
VEILIGHEIDSINFORMATIE 3
Algemene veiligheid 3
Installatie 4
Gebruik 4
Veiligheid van kinderen 5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 5
Wasmiddellade 6
BEDIENINGSPANEEL 7
DISPLAY 7
Controlelampjes (10) 8
PERSONALISERING 8
Geluidssignalen 8
Kinderslot 9
DAGELIJKS GEBRUIK 9
Wasgoed in de machine doen 9
Wasmiddel en wasverzachter doseren 9
Het gewenste programma kiezen met de
programmakeuzeknop (1) 10
De gewenste TEMPERATUUR kiezen (toets
2) 11
De CENTRIFUGEREN-snelheid of de optie
SPOELSTOP kiezen (toets 3) 11
Programmakeuzetoetsen 11
Kies de optie VLEKKEN (Toets 4) 11
De optie BEHOEDZAAM (toets 5) 12
De optie TIJD kiezen (toets 6) 12
De START/PAUZE kiezen (toets 8) 12
De STARTUITSTEL kiezen (toets 9) 12
Een extra spoelgang ( EXTRA SPOELEN)
kiezen 13
Een optie of lopend programma wijzigen
13
Een programma onderbreken 13
Een programma annuleren 13
De deur openen nadat het programma is
gestart 13
Aan het einde van het programma 14
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 14
De was sorteren 14
Voordat u de was in de machine doet 14
Vlekken verwijderen 15
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
15
Hoeveelheid wasmiddel 16
Graden van waterhardheid 16
WASPROGRAMMA'S 16
ONDERHOUD EN REINIGING 19
Ontkalken 19
Na elke wasbeurt 19
Onderhoudswasbeurt 20
Schoonmaken van de buitenkant 20
Wasmiddellade 20
Wastrommel 20
Deurrubber 21
Afvoerpomp 21
De watertoevoerfilters schoonmaken 23
Machine legen in geval van nood 24
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 24
PROBLEMEN OPLOSSEN 24
TECHNISCHE GEGEVENS 28
VERBRUIKSWAARDEN 28
MONTAGE-INSTRUCTIES 29
MONTAGE 29
Uitpakken 29
Plaatsing en waterpas zetten 31
2
Inhoud
Watertoevoer 31
Waterstop 33
Waterafvoer 33
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
34
MILIEUBESCHERMING 34
Verpakkingsmaterialen 35
Milieutips 35
Wijzigingen voorbehouden
BEDIENINGSINSTRUCTIES
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
• De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten
met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant,
de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
• Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later
nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken
wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaan-
wijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werking
van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
• U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te instal-
leert of in gebruik neemt.
• Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport,
voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er on-
derdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
• Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de
wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik
neemt.
Algemene veiligheid
• Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze
veranderingen aan te brengen aan dit apparaat.
• Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aan-
raken!
• Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel klimmen. Controleer om dit te
voorkomen de trommel vóór gebruik.
• Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde,
scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet
in het apparaat terechtkomen.
• Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel
doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de
fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden.
• Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kus-
sensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
Veiligheidsinformatie
3
132945541-00-142010
• Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of
gescheurde materialen te wassen.
• Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stop-
contact en draai de kraan dicht.
• Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondes-
kundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem
contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele vervan-
gingsonderdelen.
Installatie
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het
apparaat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
• Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden ver-
wijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere
eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaan-
wijzing.
• Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang
staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
• Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes
te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circu-
leren.
• Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
• Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofd-
stuk "Bevriezingsgevaren.
• Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden,
moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
• Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werk-
zaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat
te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
• Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor machinaal wassen. Volg de in-
structies op het wasvoorschrift in de kleding.
• Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
• Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle
knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken
zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen.
Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
• Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen
niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt,
dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het
in de wasautomaat doet.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
• Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad
of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk
is.
4
Veiligheidsinformatie
Veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik
van het apparaat
• Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleve-
ren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van
kinderen.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
• Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet
in de trommel kunnen klimmen. Om te voor-
komen dat kinderen of huisdieren binnen in
deze machine vast komen te zitten, heeft hij
een speciale functie. Om deze functie te ac-
tiveren draait u de knop (zonder deze in te
drukken) aan de binnenkant van de deur naar
rechts tot de groef horizontaal staat. Gebruik
zo nodig een muntstuk. Om deze functie uit
te schakelen en de mogelijkheid te herstellen
om de deur te sluiten, draait u de knop naar
links tot de groef verticaal staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van
wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel.
Het spaarklepsysteem staat het totale gebruik van wasmiddel toe en vermindert het wa-
terverbruik om energie te sparen.
Beschrijving van het product
5
1
6
3
4
5
2
1 Wasmiddellade
2 Bedieningspaneel
3 Deurhandgreep
4 Typeplaatje
5 Afvoerpomp
6 Verstelbare pootjes
Wasmiddellade
Vakje voor waspoeder voor de voorwas . Het
voorwasmiddel wordt het begin van het waspro-
gramma ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
te gebruiken voor de hoofdwas .
vakje voor vloeibare toevoegingen (wasver-
zachter, stijfsel).
Vakje voor vlekkenverwijderaar te gebruiken
voor de hoofdwas met VLEKKEN-optie .
6
Beschrijving van het product
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop
zien alsook de toetsen en controlelampjes. Deze onderdelen worden weergegeven met
relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd.
1 2 3 4 5 6 87 9 10
1 Programmakeuzeknop
2 TEMPERATUUR -toets
3 CENTRIFUGEREN -toets
4 VLEKKEN -toets
5 BEHOEDZAAM -toets
6 TIJD -toets
7 DISPLAY
8 START/PAUZE -toets
9 STARTUITSTEL -toets
10 Controlelampjes
Symbolen :
Spoelstop, Koud
DISPLAY
7.2
7.3
7.1
Bedieningspaneel
7
Duur van het gekozen programma (7.1):
Duur van het gekozen programma: Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijds-
duur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld 2.05 ). De duur wordt automatisch
berekend op basis van de aanbevolen maximale belading voor elk type wasgoed. Na de start
van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes
In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven worden, bij-
voorbeeld
(zie hoofdstuk «Problemen oplossen...»).
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen, verschijnt er een knipperende nul
, het controlelampje
DEUR ( 10.2 ), het controlelampje WASSEN ( 10.1 ) en het controlelampje van toets 8 gaan
uit. De deur kan nu geopend worden.
Verkeerde optiekeuze
Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma,
verschijnt de boodschap Err gedurende een paar seconden en gaat het gele licht van knop
8 knipperen.
Startuitstel (7.2)
Het gekozen uitstel (max. 20 uur), ingesteld met de betreffende toets, wordt gedurende een
paar seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder ge-
selecteerde programma. Het symbool 7.2 verschijnt op het display. De tijdsduur van het
uitstel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog maar 1 uur resteert, neemt de tijd per
minuut af.
Kinderslot (7.3)
Controlelampjes (10)
Nadat u op toets 8 heeft gedrukt, gaat het HOOFD-
WAS controlelampje ( 10.1 ) branden.
Als het controlelampje 10.1 aan gaat, betekent dit
dat de machine in werking is.
Het DEUR controlelampje ( 10.2 ) geeft aan of de
deur geopend kan worden:
• lampje aan: de deur kan niet geopend worden
• lampje knippert: de deur wordt geopend
• lampje uit: De deur kan nu geopend worden
Als de machine extra spoelgangen uitvoert, gaat
het EXTRA SPOELEN controlelampje ( 10.3 ) bran-
den. Raadpleeg voor het toevoegen van een extra
spoelgang "Een extra spoelgang kiezen".
PERSONALISERING
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen
zal zijn:
• aan het einde van een cyclus
8
• in geval van problemen met de werking.
Door ongeveer 6 seconden tegelijkertijd op de toetsen 3 en 4 te drukken, wordt het ge-
luidssignaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door
nogmaals op deze 2 toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer ingeschakeld.
Kinderslot
Met deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich dan geen
zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
•
voordat toets 8 wordt ingedrukt: de machine kan niet gestart worden.
•
nadat toets 8 is ingedrukt: ingestelde programma's of opties kunnen niet veranderd
worden.
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de
toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 7.3 op (van) het display verschijnt (verdwijnt).
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur voorzichtig door de hand-
greep naar buiten te trekken. Doe het was-
goed stuk voor stuk in de trommel; schud
het eerst zo goed mogelijk uit.
2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het
sluiten een klik horen.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet tussen de deur en de
rubber pakking terecht komen.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en
wasmiddel.
Dagelijks gebruik
9
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid
wasmiddel af, giet het in het vakje voor de
hoofdwas
en, als u een voorwas fase
wilt uitvoeren, giet dan het wasmiddel in
het vakje
.
Als u de vlekken functie wilt gebruiken,
giet de vlekkenverwijderaar dan in het
bakje met de pijl
.
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
vakje
(de gebruikte hoeveelheid mag de
markering MAX in de lade niet overschrij-
den).
Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig
in.
Het gewenste programma kiezen met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de
programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's").
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuze-
knop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal
spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. Stand
om het programma te resetten/ De machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op stand
gedraaid worden
om de machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop naar een ander programma draait terwijl de machine in
bedrijf is, gaat het gele controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en wordt het bericht
Err op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het
nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
10
Dagelijks gebruik
De gewenste TEMPERATUUR kiezen (toets 2)
Bij het kiezen van een programma stelt het apparaat automatisch de standaardtemperatuur
voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de temperatuur te verhogen of te verlagen, als u wilt
dat uw wasgoed wordt gewassen op een temperatuur die afwijkt van de door de wasau-
tomaat voorgestelde temperatuur.
Door de stand
(Koud) te kiezen zal de machine wassen met koud water. Deze optie wordt
gebruikt bij extreem fijne was zoals gordijnen.
Zie voor de beschikbare maximale en minimale waswatertemperatuur "Wasprogramma's".
De CENTRIFUGEREN -snelheid of de optie SPOELSTOP kiezen (toets 3)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale
centrifugetoerental voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat uw
wasgoed wordt gecentrifugeerd op een snelheid die afwijkt van de door de wasmachine
voorgestelde temperatuur.
Het desbetreffende lampje licht op.
SPOELSTOP : als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te
voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Als het programma is afgelopen verschijnt op het
display knipperend
, het controlelampje 10.2 brandt, het lampje van toets 8 is uit en de
deur is vergrendeld om aan te geven dat het water eerst moet worden afgevoerd.
Lees het hoofdstuk "Aan het einde van het programma" voor instructies om het
water weg te pompen.
Programmakeuzetoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden.
Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste programma gekozen heeft
en voordat u op toets 8 drukt.
Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes branden. Als zij
opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit.
Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer
en verschijnt het bericht Err gedurende enkele seconden op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk "Waspro-
gramma's".
Kies de optie VLEKKEN (Toets 4)
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met
vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelings-
fase). Het desbetreffende lampje licht op.
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
Als u het programma met de vlekkenoptie wilt gebruiken, giet dan vlekkenverwijderaar in
het vakje
met een blauwe pijl.
Dagelijks gebruik
11
De optie BEHOEDZAAM (toets 5)
Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit verminderd. De machine voegt een spoelgang
toe in de programma's voor KATOEN , 40-60 MIX , SYNTHETICA en ECO . Het bijbehorende
symbool verschijnt op het display.
Deze optie kan niet gekozen worden samen met de optie EXTRA SPOELEN .
Deze optie wordt aanbevolen voor niet-kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak
gewassen worden.
De optie TIJD kiezen (toets 6)
Met deze optie kunt u de wastijd veranderen die de wasmachine automatisch heeft voor-
gesteld.
KORT : door eenmaal op toets 6 te drukken gaat het bijbehorende controlelampje branden
en zal de wasduur verkort worden om dagelijks wasgoed te wassen.
EXTRA KORT : door tweemaal op toets 6 te drukken, blijft het bijbehorende controlelampje
branden en wordt de wasduur verkort om licht vervuild wasgoed of artikelen die slechts
korte tijd gebruikt of gedragen zijn te wassen. Op het display wordt de aflopende wastijd
weergegeven.
De START/PAUZE kiezen (toets 8)
Om het gekozen programma te starten drukt u op toets 8 ; het bijbehorende rode contro-
lelampje stopt met knipperen.
Het controlelampje 10.1 brandt om aan te geven dat het apparaat begint te werken.
Het controlelampje 10.2 brandt om aan de geven dat de deur vergrendeld is.
Om een lopend programma te onderbreken drukt u op toets 8 : het bijbehorende rode
controlelampje gaat knipperen.
Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken drukt
u nogmaals op toets 8 . Als u een uitgestelde start geselecteerd heeft met toets 9 , begint
de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knippert het gele con-
trolelampje van de toets 8 3 keer en wordt de melding Err ongeveer 2 seconden weerge-
geven.
De STARTUITSTEL kiezen (toets 9)
Als u voordat u het programma start de start wilt uitstellen, druk dan herhaaldelijk op
de toets om het gewenste uitstel te selecteren.
De duur van het gekozen uitstel (max. 20 uur) verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden
op het display, daarna verschijnt de duur van het programma weer.
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u op toets 8
drukt.
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens
steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitgesteld.
Als u later tijdens de vertragingstijd nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op
de toets 8 om de machine op pauze te zetten. Doe het wasgoed in de trommel, doe de deur
dicht en druk opnieuw op toets 8 .
De uitgestelde start kiezen.
• Kies het programma en de gewenste opties.
• Kies de startvertraging.
12
Dagelijks gebruik
•
druk op toets 8 : de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het programma zal
beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
Startuitstel annuleren
•
Zet de wasmachine op PAUZE door op toets 8 te drukken;
•
Druk eenmaal op toets 9 tot het symbool
wordt weergegeven;
•
druk nogmaals op toets 8 om het programma te starten.
• Het gekozen uitstel kan alleen veranderd worden nadat u het wasprogramma opnieuw
gekozen heeft.
• De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u de deur toch wilt openen, dan
moet u de wasmachine eerst op PAUZE zetten door op de toets 8 te drukken. Nadat u
de deur weer gesloten heeft drukt u weer op de toets 8 .
Toets 9 kan niet gekozen worden bij het programma POMPEN .
Een extra spoelgang ( EXTRA SPOELEN ) kiezen
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid
(allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een
extra hoeveelheid water te spoelen.
Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de toetsen 2 en 3 : het controlelampje
10.3 gaat branden. Deze functie blijft permanent actief. Om de functie uit te schakelen
drukt u nogmaals op dezelfde toetsen tot het lampje 10.3 uit gaat.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat
u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine laten pauzeren door op toets 8 te drukken.
U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten . Draai de pro-
grammakeuzeknop eerst op
en dan op de stand van het nieuwe programma. Start het
nieuwe programma door nogmaals op toets 8 te drukken. Het water in de kuip zal niet
worden weggepompt.
Een programma onderbreken
Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende controle-
lampje gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw
programma kiezen.
De deur openen nadat het programma is gestart
Zet de machine eerst op pauzeren door op toets 8 te drukken. Als het controlelampje
10.2 uitgaat, kan de deur enkele minuten later geopend worden.
Als de deur vergrendeld blijft - het controlelampje 10.2 brandt, betekent dit dat de machine
al aan het opwarmen is, dat het waterniveau boven de bodemrand van de deur komt. In
dat geval kan de deur niet worden geopend. Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch
nodig is, schakelt u de machine uit door de keuzeknop op
te draaien. Na enkele minuten
kan de deur worden geopend (let op het waterniveau en de temperatuur .
Dagelijks gebruik
13
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma en de opties opnieuw kiezen en op
toets 8 drukken.
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch, het controlelampje van toets 8 , de controlelampjes 10.1
en 10.2 gaan uit en een knipperende
verschijnt op het display.
Als er een programma of optie gekozen wordt waarbij het water in de trommel niet wordt
weggepompt, dan gaat het controlelampje 10.2 branden, er verschijnt een knipperende
op het display, het controlelampje van toets 8 gaat uit en de deur blijft vergrendeld om
aan te geven dat het water eerst moet worden weggepompt voordat de deur geopend kan
worden.
Volg onderstaande instructies om het water af te voeren:
• Draai de programmakeuzeknop naar
• Kies het programma POMPEN of CENTRIFUGEREN .
• Verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de betreffende toets
•
Druk op toets 8
• Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende
. Het con-
trolelampje 10.2 gaat uit en de deur kan geopend worden.
Draai de programmakeuzeknop op
om de machine uit te schakelen. Verwijder het was-
goed uit de trommel en controleer goed of de trommel helemaal leeg is. Als u niet van plan
bent om nog een was te doen, draai dan de kraan dicht. Laat de deur open staan om de
vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebe-
sparingssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op
een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de
wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch,
fijne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit
soort kleding de eerste keer dan ook apart.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange
riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
14
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water
en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het
kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht
in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een
zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt
gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval
beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en
kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte
weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
1)
, leg het kledingstuk op een zachte doek en
dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met
brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur
of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmid-
del.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton
1)
en dan met
azijnzuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna
grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, ver-
volgens inwrijven met reinigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik
van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoe-
veelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de
kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden ge-
bruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels
• waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C
max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmid-
dellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
1) gebruik geen aceton op kunstzijde
Nuttige aanwijzingen en tips
15
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas
te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van
geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet .
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel, de
hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast
• het wasgoed licht vervuild is
• er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie
over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetref-
fende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid middelmatig of hoog is, raden we aan een
waterontharder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant opvolgt. Als
de hardheid van het water zacht is, pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
WASPROGRAMMA'S
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Beschrijving van de cyclus
Maximale belading wasgoed
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
KATOEN/LINNEN
95°- Koud
Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren
Max. belading 7 kg - Gereduceerde lading 3,5 kg
Voor wit en bont katoen (normaal vervuilde artike-
len).
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN
1)
, BEHOED-
ZAAM , TIJD
2)
, EXTRA
SPOELEN
KATOEN MET VOORWAS
95°- Koud
Voorwas - Hoofdwas - Spoelgangen - Lang centrifu-
geren
Max. belading 7 kg - Gereduceerde lading 3,5 kg
Voor wit of bont katoen met voorwasfase (sterk
vervuilde artikelen).
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN
1)
, BEHOED-
ZAAM , TIJD
2)
, EXTRA
SPOELEN
3)
16
Wasprogramma's
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Beschrijving van de cyclus
Maximale belading wasgoed
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
40 - 60 MIX
40°
Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren
Max. belading 7 kg
Wit en bont katoen Dit programma kan gebruikt
worden voor wasgoed dat apart gewassen moet wor-
den op 40°C of 60°C. Zo kunt u de trommel maximaal
beladen en energie en water besparen. U krijgt het-
zelfde goede wasresultaat als van een normaal pro-
gramma op 60°C.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN , BEHOEDZAAM ,
EXTRA SPOELEN
JEANS
60° tot Koud
Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren
Max. belading 3,5 kg
Speciaal programma voor spijkerbroeken, artikelen
van spijkerstof. De optie Extra spoelen wordt auto-
matisch geactiveerd.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP
SYNTHETICA
60° tot Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 3,5 kg - Gereduceerde lading 2 kg
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, ge-
kleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blou-
ses.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN
1)
, BEHOED-
ZAAM , TIJD
2)
, EXTRA
SPOELEN
SYNTHETICA MET VOORWAS
60° tot Koud
Voorwas - Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifu-
geren
Max. belading 3,5 kg - gereduceerd. Belading 2kg
Synthetische of gemengde stoffen met voorwas-
fase: sterk vervuilde artikelen. ondergoed, gekleurde
kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN
1)
, BEHOED-
ZAAM , TIJD
2)
, EXTRA
SPOELEN
3)
STRIJKVRIJ PLUS
60° tot Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 1 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en
gecentrifugeerd moeten worden. Als u dit pro-
gramma kiest wordt het wasgoed behoedzaam ge-
wassen en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te
voorkomen. Op deze manier kunt u gemakkelijker
strijken. Bovendien zal de machine extra spoelgangen
uitvoeren.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , EXTRA
SPOELEN
Wasprogramma's
17
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Beschrijving van de cyclus
Maximale belading wasgoed
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
FIJNE WAS
40°- Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 3,5 kg- Gereduceerde belading 2 kg
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN
1)
, TIJD
2)
, EXTRA
SPOELEN
WOL PLUS /HANDWAS / ZIJDE
40° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Wol/Handwas: Max. belading 2 kg; ZIJDE: Max. bela-
ding 1 kg
Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en
voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Op-
merking : Een enkel of groot stuk wasgoed kan on-
balans veroorzaken. Als de machine de laatste centri-
fugefase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed toe,
verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervol-
gens het centrifugeprogramma.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP
KORT SPOELEN
Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 7 kg
Met dit programma is het mogelijk om katoenen kle-
dingstukken die met de hand gewassen zijn uit te
spoelen en te centrifugeren. De machine voert enkele
spoelgangen uit, gevolgd door een laatste centrifu-
gegang. De centrifugesnelheid kan verlaagd worden
met de betreffende toets.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , EXTRA
SPOELEN
POMPEN
Afvoeren van het water
Om het laatste spoelwater af te voeren bij program-
ma's met de optie SPOELSTOP gekozen.
CENTRIFUGEREN
Pompen en lang centrifugeren
Max. belading 7 kg
Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken
die met de hand gewassen zijn en na programma's
met de gekozen SPOELSTOP optie. Voordat u dit pro-
gramma kiest moet de keuzeknop op
gedraaid zijn.
U kunt de snelheid met behulp van de betreffende
toets aanpassen aan de weefsels die gecentrifugeerd
moeten worden.
CENTRIFUGEREN
18
Wasprogramma's
Programma
Maximale en minimale temperatuur
Beschrijving van de cyclus
Maximale belading wasgoed
Type wasgoed
Opties
Wasmiddel
Vakje
OPFRISSEN
30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 3 kg
Dit programma kan gebruikt worden voor het snel
wassen van sportartikelen, of katoenen en syntheti-
sche artikelen die licht vervuild of slechts eenmaal
gedragen zijn.
CENTRIFUGEREN
ECO
60° houden
Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren
Max. belading 7 kg
Wit en kleurecht katoen .
Dit programma kan worden gekozen voor licht of
normaal vervuilde katoenen artikelen. De tempera-
tuur wordt verlaagd en de wasduur wordt verlengd.
Hierdoor kunt u een goede wasefficiëntie bereiken en
tegelijk energie besparen.
CENTRIFUGEREN ,
SPOELSTOP , VLEK-
KEN , BEHOEDZAAM ,
EXTRA SPOELEN
/UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de
machine uit te schakelen .
1) VLEKKEN optie kan alleen gekozen worden bij een temperatuur van 40°C of hoger.
2) Als u de optie SUPERSNEL kiest door op toets 6 te drukken, adviseren wij u de maximale belading te beperken,
zoals aangegeven. Volledige belading is mogelijk, de wasresultaten zullen echter minder goed zijn.
3) Als gebruik gemaakt wordt van vloeibaar wasmiddel, moet een programma zonder VOORWAS gekozen worden.
ONDERHOUD EN REINIGING
U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reinigings-
of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een
waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en
volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de
vorming van kalkaanslag.
Na elke wasbeurt
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangename
luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na een
wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard.
Onderhoud en reiniging
19
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van
de trommel blijft zitten.
Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren.
Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
• Moet de trommel leeg zijn.
• Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
• Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met
biologische eigenschappen.
Schoonmaken van de buitenkant
Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep,
droog het daarna grondig af.
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van
de machine te reinigen.
Wasmiddellade
De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt.
1. Verwijder de wasmiddellade door hem stevig naar buiten te trekken.
2. Verwijder het tussenschotje van de was-
verzachter uit het middelste vakje.
3. Maak alle onderdelen schoon met water.
4. Schuif het tussenschotje van de wasver-
zachter zo ver mogelijk naar binnen, zodat
het stevig op zijn plaats zit.
5. Maak het gehele inspoelbereik met een
borstel schoon, in het bijzonder de sproei-
monden in de bovenkant van inspoelvak-
jes.
6. Plaats de wasmiddellade in de geleiderails
en duw hem naar binnen.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in
de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor
bevatten of ijzer of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
20
Onderhoud en reiniging
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen
te verwijderen.
Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een kwart
maatbeker wasmiddel toe.
Deurrubber
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal
evt. aanwezige voorwerpen weg die in de manchet
terecht zijn gekomen.
Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als:
• de machine niet pompt en/of niet centrifugeert;
• de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheids-
spelden, munten, enz. die de pomp blokkeren;
• er een probleem met de waterafvoer is vastgesteld ( zie hoofdstuk "Problemen oplossen..."
voor meer details).
WAARSCHUWING!
Voordat u het pompdeurtje opent, schakelt u de machine uit en trekt u de hoofdstekker uit
het stopcontact.
Ga als volgt te werk:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
3. Open het pompdeurtje.
4. Trek de klep naar voren om hem te ver-
wijderen.
5. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp
om het vrijkomende water op te vangen.
6. Trek de noodafvoerslang naar buiten,
plaats hem in de opvangbak en verwijder
de dop.
Onderhoud en reiniging
21
7. Als er geen water meer naar buiten
komt, schroef dan het deksel van de
pomp los door deze naar links te draaien
en verwijder het filter. Gebruik indien
nodig een tang. Houd altijd een oude
doek bij de hand om het eventueel ge-
morste water te kunnen opvegen.
Maak het filter schoon onder een kraan om alle pluis te verwijderen.
8. Verwijder vreemde materialen en was-
poeder van het filter en het schoepen-
rad.
9. Controleer of het schoepenrad van de
pomp kan draaien (het draait schokke-
rig). Als hij niet draait, neemt u contact
op met uw klantenservice.
10. Plaats de dop terug op de noodafvoers-
lang en zet de slang terug op zijn plaats.
11. Plaats het filter terug in de pomp door
het goed in de speciale geleidingen te
plaatsen. Schroef het deksel van de
pomp goed vast door het rechtsom te
draaien.
12. Plaats de klep terug en sluit het pomp-
deurtje.
WAARSCHUWING!
Als de machine in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet water
in de pomp aanwezig zijn.
Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de cyclus
heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft gehaald. Wanneer u het pomp-
deksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of het stevig is vastgezet om lekkages
te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen.
22
Onderhoud en reiniging
De watertoevoerfilters schoonmaken
Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt
gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehorende alarm
toont (zie hoofdstuk "Wat te doen als..." voor meer informatie), moet u controleren of de
watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
Om de watertoevoerfilters schoon te maken:
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang van de kraan.
3. Reinig het zeefje in de slang met een harde
borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
Zorg ervoor dat de aansluiting stevig vast
zit.
5. Schroef de slang van het apparaat. Houd
een oude doek bij de hand om eventueel
gemorst water te kunnen opvegen.
6. Maak het filter in de klep schoon met een
stevige borstel of met een doek.
7. Schroef de slang terug op de machine en
zorg dat de aansluiting stevig vast zit.
8. Draai de waterkraan open.
Onderhoud en reiniging
23
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te laten lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht;
3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld;
4. open het pompdeurtje;
5. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang in de bak.
Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak moeten lopen.
Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de slang. Gooi de opvangbak leeg. Herhaal
deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt;
6. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven;
7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats;
8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan
dalen, ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de watertoevoerslang los van de kraan;
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op de vloer
geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen;
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang weer op
zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst.
Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de vorming
van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstemperatuur boven
de 0°C ligt.
Elke keer als u het water afvoert met behulp van de noodafvoerslang, moet u 2 liter water
in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade gieten en daarna het pro-
gramma POMPEN laten draaien. Dit schakelt de SPAARKLEP -voorziening in, waarmee
voorkomen wordt dat een gedeelte van het wasmiddel bij de volgende wasbeurt ongebruikt
blijft.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van on-
oplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur gemakkelijk
worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voordat u contact op-
neemt met onze Klantenservice.
Tijdens de werking van de machine kan het gele controlelampje van toets 8 gaan knipperen,
een van de volgende alarmcodes verschijnt op het display en tegelijkertijd klinken er om
de 20 seconden enkele geluidssignalen waarmee aangegeven wordt dat de machine niet
werkt:
•
: probleem met de watertoevoer
•
: probleem met de waterafvoer
•
: deur open
•
: anti-overloopsysteem geactiveerd
24
Problemen oplossen
Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 8 om het programma opnieuw te starten.
Als het probleem, na alle controles, zich nog steeds voordoet, neem dan contact op met
onze service-afedling.
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De wasautomaat start niet:
De deur is niet goed gesloten.
• Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
• Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
• Controleer de elektrische installatie in uw
woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
• Vervang de zekering.
De keuzeknop staat niet op de juiste stand en
toets 8 is niet ingedrukt.
• Draai de keuzeknop en druk nogmaals op
toets 8 .
De uitgestelde start is gekozen.
• Als het wasgoed meteen gewassen moet
worden, annuleer dan de uitgestelde start.
Het KINDERSLOT is geactiveerd.
• Schakel deze voorziening uit.
De machine wordt niet met water gevuld:
De waterkraan is dicht.
• Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
• Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
Het filter in de toevoerslang is verstopt.
• Maak het zeefje van de toevoerslang schoon.
De deur is niet goed gesloten.
• Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in de machine en dat loopt
meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te
laag.
• Zie hoofdstuk "Waterafvoer".
De machine pompt het water niet weg en/of
centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
• Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
• Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij
het water in de trommel niet wordt wegge-
pompt of een programma dat alle spoelgangen
onderdrukt.
• Schakel de optie uit.
• Kies programma pompen of centrifugeren.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
Problemen oplossen
25
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of ongeschikt wasmiddel gebruikt
(te veel schuimvorming).
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de
toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd
gemakkelijk te zien, omdat het water langs de
slang naar beneden loopt; controleer of de slang
vochtig is.
• Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
De afvoerslang is beschadigd.
• Vervang deze door een nieuwe.
De dop op het filter is na het schoonmaken niet
goed op zijn plaats gezet of het filter is niet goed
vastgeschroefd.
• Zet de dop terug op het filter of schroef het
filter helemaal vast.
Onbevredigende wasresultaten:
Er is te weinig of ongeschikt wasmiddel ge-
bruikt.
• Gebruik meer wasmiddel of gebruik een an-
der middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen
behandeld.
• Gebruik normaal in de handel verkrijgbare
producten om hardnekkige vlekken te be-
handelen.
De juiste temperatuur was niet gekozen.
• Controleer of u de juiste temperatuur heeft
gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
• Stop wat minder wasgoed in de trommel.
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
• Wacht tot de wascyclus is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
• Wacht tot het controlelampje DEUR uit gaat.
Er staat water in de trommel.
• Kies programma Pompen of Centrifugeren.
26
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De machine staat te schudden of maakt la-
waai:
De transportbouten en het verpakkingsmateri-
aal zijn niet verwijderd.
• Controleer of het apparaat correct geïnstal-
leerd is.
De pootjes zijn niet afgesteld
• Controleer of het apparaat goed waterpas
staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in de
trommel.
• Doe meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint traag of de machine
centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor onbalans is
ingeschakeld omdat het wasgoed niet gelijk-
matig in de trommel is verdeeld. Het wasgoed
wordt herverdeeld doordat de machine de
trommel in tegenovergestelde richting rond-
draait. Dit kan verschillende keren nodig zijn
voordat de onbalans verdwijnt en het normale
centrifugeren kan worden hervat. Als na enkele
minuten het wasgoed nog steeds niet gelijkma-
tig in de trommel is verdeeld, zal de machine
niet centrifugeren.
• Verdeel het wasgoed opnieuw.
De machine maakt een ongebruikelijk geluid:
De machine is uitgerust met een type motor die
vergeleken met andere traditionele motoren
een ongebruikelijk geluid maakt. Deze nieuwe
motor zorgt voor een soepelere start en een be-
tere verdeling van het wasgoed in de trommel
tijdens het centrifugeren, en voor een betere
stabiliteit van de machine.
Er is geen water zichtbaar in de trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne tech-
nologie werken erg zuinig en verbruiken weinig
water zonder dat dit van invloed is op de pres-
tatie van de machine.
Op het display verschijnt de alarmcode
:
Anti-overloopsysteem geactiveerd.
• Koppel het apparaat los, draai de kraan dicht
en neem contact op met de klantenservice.
Problemen oplossen
27
Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen,
neem dan contact op met onze Klantenservice.
Noteer alvorens te bellen het model, serienummer
en de aankoopdatum van de machine: de Klan-
tenservice zal om deze informatie vragen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
63 cm
Elektrische aansluiting
Spanning - Totale vermogen -
Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1400 Toeren per minuut
VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energieverbruik (kWh) Waterverbruik (liter) Duur van het pro-
gramma (uur.minuten)
Witte katoen 95° 2.1 65
Raadpleeg voor de
duur van de pro-
gramma's, het dis-
play op het bedie-
ningspaneel.
Katoen 60° 1.4 60
Katoen ECO 60°
1)
1.05 49
Katoen 40° 0.77 60
Synthetische stoffen
40°
0.6 54
Fijne was 40° 0.6 63
Wol/Handwas 30° 0.25 55
1) " Het programma " Katoen Eco " op 60 °C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de
gegevens die op het energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
28
Technische gegevens
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk
van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de
omgevingstemperatuur.
MONTAGE-INSTRUCTIES
MONTAGE
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd alvorens de
machine in gebruik te nemen.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden gemon-
teerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd.
1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal ver-
wijderd heeft, de machine voorzichtig op
zijn achterkant leggen om de basis van
piepschuim van de onderkant te kunnen
verwijderen.
2. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoers-
lang van de slanghouders op de achter-
kant van het apparaat.
Montage
29
3. Draai de drie bouten los met de sleutel die
bij de machine geleverd is.
4. Schuif de betreffende kunststof afstand-
houders naar buiten.
5. Open de vuldeur, neem de watertoevoers-
lang uit de trommel en verwijder het po-
lystyreen blokje dat op de afdichting van
de deur zit.
30
Montage
6. Maak het kleine gaatje aan de bovenkant
en de twee grotere gaten dicht met de
plastic doppen die in het zakje zitten van
de gebruiksaanwijzing.
7. Sluit de watertoevoerslang aan zoals be-
schreven in paragraaf "Watertoevoer".
Plaatsing en waterpas zetten
Installeer de machine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de ma-
chine niet wordt belemmerd door tapijten, vloer-
bedekking, enz.
Voordat u de machine op kleine tegels plaatst, een
rubber mat gebruiken.
Probeer nooit oneffenheden van de vloer te cor-
rigeren door houten blokjes, karton of iets derge-
lijks onder de machine te plaatsen.
Als het onvermijdelijk is om de machine naast een
gasfornuis of kolenkachel te plaatsen, moet er een
isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie aan de
kant van het fornuis of de kachel tussen beide ap-
paraten geplaatst worden.
De machine mag niet geïnstalleerd worden in ruimtes waar de temperatuur onder 0°C kan
komen.
De watertoevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn.
Zorg ervoor dat het apparaat na installatie makkelijk bereikbaar is voor de reparateur voor
het geval er een storing moet worden verholpen.
Zet de machine zorgvuldig waterpas door de stelpootjes in of uit te draaien. Leg nooit
karton, hout of vergelijkbare materialen onder de machine om evt. oneffenheden in de
vloer op te heffen.
Watertoevoer
Een toevoerslang is meegeleverd; deze is te vinden in de trommel van de machine.
Dit apparaat moet aangesloten worden op een koud watertoevoer.
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige machine.
Montage
31
1. Open de vuldeur en neem de toevoerslang
uit de trommel.
2. Sluit de slang met de haakse aansluiting
op de machine aan.
Bevestig de toevoerslang niet naar bene-
den gericht. Bevestig de slang altijd onder
een hoek naar links of naar rechts, afhan-
kelijk van de plaats waar de waterkraan
zich bevindt.
3. Breng de slang in de juiste positie door de
ringmoer los te draaien. Als de toevoers-
lang zich in de juiste positie bevindt, draai
de ringmoer dan weer vast om lekkage te
voorkomen.
4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"-
schroefdraad. Gebruik altijd de bij de ma-
chine geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt
verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang
moeten kopen die speciaal voor dit doel is ge-
maakt.
De installatie moet voldoen aan de vereisten
van het plaatselijke waterleidingbedrijf en de
bouwvoorschriften. Controleer de minimale
waterdruk die vereist is voor de veilige werking
van het apparaat in hoofdstuk "Technische
gegevens.
32
Montage
Waterstop
De toevoerslang is voorzien van een waterstop,
een beveiligingsvoorziening tegen schade veroor-
zaakt door waterlekkage die kan ontstaan door
natuurlijke slijtage van de slang. Deze storing
wordt aangegeven door een rood vlak in venster
"A" . Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien en
contact opnemen met de Klantenservice om de
slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst:
1.
Over de rand van een gootsteen; gebruik hiervoor de bij de machine geleverde
slanggeleider van kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de was-
automaat aan het leeglopen is.
U kunt de slang met een stuk touw aan de
kraan vastbinden of aan de wand beves-
tigen.
2.
In een aftakking van een gootsteen-
afvoer. De aftakking dient zich boven de
sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten
minste 60 cm boven de grond bevindt.
3.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een
hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 90 cm.
Het einde van de afvoerslang moet altijd ge-
ventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter
van de afvoerpijp groter moet zijn dan de bui-
tendiameter van de afvoerslang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Montage
33
De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoerslang
en koppelstuk is verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van
de deur van het apparaat.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste
vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
WAARSCHUWING!
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
WAARSCHUWING!
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voort-
komt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
WAARSCHUWING!
Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk zijn.
WAARSCHUWING!
Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze
Klantenservice.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt
u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
34
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool zijn recyclebaar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze netjes weggooit in de daarvoor
bestemde containers.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan
de volgende tips ter harte te nemen:
• Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!).
• De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed
kan daarna bij een lagere temperatuur worden gewassen.
• Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van vervuiling van
het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed.
Milieubescherming
35

Documenttranscriptie

LAVAMAT 64857L Gebruiksaanwijzing Notice d'utilisation Wasmachine Lave-linge 2 Inhoud Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit. Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het apparaat. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat. INHOUD BEDIENINGSINSTRUCTIES 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Algemene veiligheid Installatie Gebruik Veiligheid van kinderen BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Wasmiddellade BEDIENINGSPANEEL 3 3 4 4 5 5 6 7 DISPLAY 7 Controlelampjes (10) 8 PERSONALISERING 8 Geluidssignalen 8 Kinderslot 9 DAGELIJKS GEBRUIK 9 Wasgoed in de machine doen 9 Wasmiddel en wasverzachter doseren 9 Het gewenste programma kiezen met de programmakeuzeknop (1) 10 De gewenste TEMPERATUUR kiezen (toets 2) 11 De CENTRIFUGEREN-snelheid of de optie SPOELSTOP kiezen (toets 3) 11 Programmakeuzetoetsen 11 Kies de optie VLEKKEN (Toets 4) 11 De optie BEHOEDZAAM (toets 5) 12 De optie TIJD kiezen (toets 6) 12 De START/PAUZE kiezen (toets 8) 12 De STARTUITSTEL kiezen (toets 9) 12 Een extra spoelgang ( EXTRA SPOELEN) kiezen 13 Een optie of lopend programma wijzigen 13 Een programma onderbreken 13 Een programma annuleren 13 De deur openen nadat het programma is gestart 13 Aan het einde van het programma 14 NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 14 De was sorteren 14 Voordat u de was in de machine doet 14 Vlekken verwijderen 15 Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen 15 Hoeveelheid wasmiddel 16 Graden van waterhardheid 16 WASPROGRAMMA'S 16 ONDERHOUD EN REINIGING Ontkalken Na elke wasbeurt Onderhoudswasbeurt Schoonmaken van de buitenkant Wasmiddellade Wastrommel Deurrubber Afvoerpomp De watertoevoerfilters schoonmaken Machine legen in geval van nood Voorzorgsmaatregelen bij vorst PROBLEMEN OPLOSSEN 19 19 19 20 20 20 20 21 21 23 24 24 24 TECHNISCHE GEGEVENS VERBRUIKSWAARDEN 28 28 MONTAGE-INSTRUCTIES 29 MONTAGE Uitpakken Plaatsing en waterpas zetten 29 29 31 Veiligheidsinformatie Watertoevoer 31 Waterstop 33 Waterafvoer 33 AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET 34 MILIEUBESCHERMING Verpakkingsmaterialen Milieutips 3 34 35 35 Wijzigingen voorbehouden BEDIENINGSINSTRUCTIES VEILIGHEIDSINFORMATIE Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren. • De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven. • Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werking van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen. • U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt. • Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier. • Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt. 132945541-00-142010 Algemene veiligheid • Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat. • Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aanraken! • Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel klimmen. Controleer om dit te voorkomen de trommel vóór gebruik. • Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtkomen. • Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden. • Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen. 4 Veiligheidsinformatie • Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen te wassen. • Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. • Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele vervangingsonderdelen. Installatie • Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst. • Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice. • Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing. • Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur. • Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren. • Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen. • Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgevaren. • Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter. • Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien. Gebruik • Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd. • Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor machinaal wassen. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding. • Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel. • Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen. • Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de wasautomaat doet. • Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf. • Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is. Beschrijving van het product 5 Veiligheid van kinderen • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat • Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. • De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kinderen. • Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op. • Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klimmen. Om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in deze machine vast komen te zitten, heeft hij een speciale functie. Om deze functie te activeren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de binnenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat. Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze functie uit te schakelen en de mogelijkheid te herstellen om de deur te sluiten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel. Het spaarklepsysteem staat het totale gebruik van wasmiddel toe en vermindert het waterverbruik om energie te sparen. 6 Beschrijving van het product 2 1 3 4 6 1 2 3 4 5 6 Wasmiddellade Bedieningspaneel Deurhandgreep Typeplaatje Afvoerpomp Verstelbare pootjes Wasmiddellade Vakje voor waspoeder voor de voorwas . Het voorwasmiddel wordt het begin van het wasprogramma ingespoeld. Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel te gebruiken voor de hoofdwas . vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel). Vakje voor vlekkenverwijderaar te gebruiken voor de hoofdwas met VLEKKEN-optie . 5 7 Bedieningspaneel BEDIENINGSPANEEL Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop zien alsook de toetsen en controlelampjes. Deze onderdelen worden weergegeven met relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd. 1 2 3 4 5 1 Programmakeuzeknop 2 TEMPERATUUR -toets 3 CENTRIFUGEREN -toets 4 VLEKKEN -toets 5 BEHOEDZAAM -toets 6 TIJD -toets 7 DISPLAY 8 START/PAUZE -toets 9 STARTUITSTEL -toets 10 Controlelampjes Symbolen : Spoelstop, Koud DISPLAY 7.2 7.3 7.1 6 7 8 9 10 8 Duur van het gekozen programma (7.1): Duur van het gekozen programma: Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld 2.05 ). De duur wordt automatisch berekend op basis van de aanbevolen maximale belading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt. Alarmcodes In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven worden, bijvoorbeeld (zie hoofdstuk «Problemen oplossen...»). Einde van het programma Als het programma is afgelopen, verschijnt er een knipperende nul , het controlelampje DEUR ( 10.2 ), het controlelampje WASSEN ( 10.1 ) en het controlelampje van toets 8 gaan uit. De deur kan nu geopend worden. Verkeerde optiekeuze Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, verschijnt de boodschap Err gedurende een paar seconden en gaat het gele licht van knop 8 knipperen. Startuitstel (7.2) Het gekozen uitstel (max. 20 uur), ingesteld met de betreffende toets, wordt gedurende een paar seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder geselecteerde programma. Het symbool 7.2 verschijnt op het display. De tijdsduur van het uitstel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut af. Kinderslot (7.3) Controlelampjes (10) Nadat u op toets 8 heeft gedrukt, gaat het HOOFDWAS controlelampje ( 10.1 ) branden. Als het controlelampje 10.1 aan gaat, betekent dit dat de machine in werking is. Het DEUR controlelampje ( 10.2 ) geeft aan of de deur geopend kan worden: • lampje aan: de deur kan niet geopend worden • lampje knippert: de deur wordt geopend • lampje uit: De deur kan nu geopend worden Als de machine extra spoelgangen uitvoert, gaat het EXTRA SPOELEN controlelampje ( 10.3 ) branden. Raadpleeg voor het toevoegen van een extra spoelgang "Een extra spoelgang kiezen". PERSONALISERING Geluidssignalen De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn: • aan het einde van een cyclus Dagelijks gebruik 9 • in geval van problemen met de werking. Door ongeveer 6 seconden tegelijkertijd op de toetsen 3 en 4 te drukken, wordt het geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze 2 toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer ingeschakeld. Kinderslot Met deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is. Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen: • voordat toets 8 wordt ingedrukt: de machine kan niet gestart worden. • nadat toets 8 is ingedrukt: ingestelde programma's of opties kunnen niet veranderd worden. Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 7.3 op (van) het display verschijnt (verdwijnt). DAGELIJKS GEBRUIK Wasgoed in de machine doen 1. Open de deur voorzichtig door de handgreep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit. 2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het sluiten een klik horen. WAARSCHUWING! Laat het wasgoed niet tussen de deur en de rubber pakking terecht komen. Wasmiddel en wasverzachter doseren Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en wasmiddel. 10 Dagelijks gebruik 1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid wasmiddel af, giet het in het vakje voor de hoofdwas en, als u een voorwas fase wilt uitvoeren, giet dan het wasmiddel in het vakje . Als u de vlekken functie wilt gebruiken, giet de vlekkenverwijderaar dan in het bakje met de pijl . 2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in het vakje (de gebruikte hoeveelheid mag de markering MAX in de lade niet overschrijden). Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig in. Het gewenste programma kiezen met de programmakeuzeknop (1) U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's"). Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed. Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. Stand om het programma te resetten/ De machine uit te schakelen. Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op stand gedraaid worden om de machine uit te schakelen. Als u de programmakeuzeknop naar een ander programma draait terwijl de machine in bedrijf is, gaat het gele controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en wordt het bericht Err op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren. Dagelijks gebruik 11 De gewenste TEMPERATUUR kiezen (toets 2) Bij het kiezen van een programma stelt het apparaat automatisch de standaardtemperatuur voor dat programma voor. Druk herhaaldelijk op deze toets om de temperatuur te verhogen of te verlagen, als u wilt dat uw wasgoed wordt gewassen op een temperatuur die afwijkt van de door de wasautomaat voorgestelde temperatuur. Door de stand (Koud) te kiezen zal de machine wassen met koud water. Deze optie wordt gebruikt bij extreem fijne was zoals gordijnen. Zie voor de beschikbare maximale en minimale waswatertemperatuur "Wasprogramma's". De CENTRIFUGEREN -snelheid of de optie SPOELSTOP kiezen (toets 3) Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat programma voor. Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed wordt gecentrifugeerd op een snelheid die afwijkt van de door de wasmachine voorgestelde temperatuur. Het desbetreffende lampje licht op. SPOELSTOP : als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Als het programma is afgelopen verschijnt op het display knipperend , het controlelampje 10.2 brandt, het lampje van toets 8 is uit en de deur is vergrendeld om aan te geven dat het water eerst moet worden afgevoerd. Lees het hoofdstuk "Aan het einde van het programma" voor instructies om het water weg te pompen. Programmakeuzetoetsen Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden. Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste programma gekozen heeft en voordat u op toets 8 drukt. Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes branden. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit. Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer en verschijnt het bericht Err gedurende enkele seconden op het display. Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk "Wasprogramma's". Kies de optie VLEKKEN (Toets 4) Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Het desbetreffende lampje licht op. Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u het programma met de vlekkenoptie wilt gebruiken, giet dan vlekkenverwijderaar in het vakje met een blauwe pijl. 12 Dagelijks gebruik De optie BEHOEDZAAM (toets 5) Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit verminderd. De machine voegt een spoelgang toe in de programma's voor KATOEN , 40-60 MIX , SYNTHETICA en ECO . Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Deze optie kan niet gekozen worden samen met de optie EXTRA SPOELEN . Deze optie wordt aanbevolen voor niet-kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak gewassen worden. De optie TIJD kiezen (toets 6) Met deze optie kunt u de wastijd veranderen die de wasmachine automatisch heeft voorgesteld. KORT : door eenmaal op toets 6 te drukken gaat het bijbehorende controlelampje branden en zal de wasduur verkort worden om dagelijks wasgoed te wassen. EXTRA KORT : door tweemaal op toets 6 te drukken, blijft het bijbehorende controlelampje branden en wordt de wasduur verkort om licht vervuild wasgoed of artikelen die slechts korte tijd gebruikt of gedragen zijn te wassen. Op het display wordt de aflopende wastijd weergegeven. De START/PAUZE kiezen (toets 8) Om het gekozen programma te starten drukt u op toets 8 ; het bijbehorende rode controlelampje stopt met knipperen. Het controlelampje 10.1 brandt om aan te geven dat het apparaat begint te werken. Het controlelampje 10.2 brandt om aan de geven dat de deur vergrendeld is. Om een lopend programma te onderbreken drukt u op toets 8 : het bijbehorende rode controlelampje gaat knipperen. Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken drukt u nogmaals op toets 8 . Als u een uitgestelde start geselecteerd heeft met toets 9 , begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knippert het gele controlelampje van de toets 8 3 keer en wordt de melding Err ongeveer 2 seconden weergegeven. De STARTUITSTEL kiezen (toets 9) Als u voordat u het programma start de start wilt uitstellen, druk dan herhaaldelijk op de toets om het gewenste uitstel te selecteren. De duur van het gekozen uitstel (max. 20 uur) verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden op het display, daarna verschijnt de duur van het programma weer. U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u op toets 8 drukt. De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitgesteld. Als u later tijdens de vertragingstijd nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op de toets 8 om de machine op pauze te zetten. Doe het wasgoed in de trommel, doe de deur dicht en druk opnieuw op toets 8 . De uitgestelde start kiezen. • Kies het programma en de gewenste opties. • Kies de startvertraging. Dagelijks gebruik 13 • druk op toets 8 : de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het programma zal beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen. Startuitstel annuleren • Zet de wasmachine op PAUZE door op toets 8 te drukken; • Druk eenmaal op toets 9 tot het symbool wordt weergegeven; • druk nogmaals op toets 8 om het programma te starten. • Het gekozen uitstel kan alleen veranderd worden nadat u het wasprogramma opnieuw gekozen heeft. • De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u de deur toch wilt openen, dan moet u de wasmachine eerst op PAUZE zetten door op de toets 8 te drukken. Nadat u de deur weer gesloten heeft drukt u weer op de toets 8 . Toets 9 kan niet gekozen worden bij het programma POMPEN . Een extra spoelgang ( EXTRA SPOELEN ) kiezen Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een extra hoeveelheid water te spoelen. Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de toetsen 2 en 3 : het controlelampje 10.3 gaat branden. Deze functie blijft permanent actief. Om de functie uit te schakelen drukt u nogmaals op dezelfde toetsen tot het lampje 10.3 uit gaat. Een optie of lopend programma wijzigen Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine laten pauzeren door op toets 8 te drukken. U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten . Draai de programmakeuzeknop eerst op en dan op de stand van het nieuwe programma. Start het nieuwe programma door nogmaals op toets 8 te drukken. Het water in de kuip zal niet worden weggepompt. Een programma onderbreken Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende controlelampje gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten. Een programma annuleren Draai de keuzeknop op programma kiezen. om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw De deur openen nadat het programma is gestart Zet de machine eerst op pauzeren door op toets 8 te drukken. Als het controlelampje 10.2 uitgaat, kan de deur enkele minuten later geopend worden. Als de deur vergrendeld blijft - het controlelampje 10.2 brandt, betekent dit dat de machine al aan het opwarmen is, dat het waterniveau boven de bodemrand van de deur komt. In dat geval kan de deur niet worden geopend. Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u de machine uit door de keuzeknop op te draaien. Na enkele minuten kan de deur worden geopend (let op het waterniveau en de temperatuur . 14 Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma en de opties opnieuw kiezen en op toets 8 drukken. Aan het einde van het programma De machine stopt automatisch, het controlelampje van toets 8 , de controlelampjes 10.1 en 10.2 gaan uit en een knipperende verschijnt op het display. Als er een programma of optie gekozen wordt waarbij het water in de trommel niet wordt weggepompt, dan gaat het controlelampje 10.2 branden, er verschijnt een knipperende op het display, het controlelampje van toets 8 gaat uit en de deur blijft vergrendeld om aan te geven dat het water eerst moet worden weggepompt voordat de deur geopend kan worden. Volg onderstaande instructies om het water af te voeren: • Draai de programmakeuzeknop naar • Kies het programma POMPEN of CENTRIFUGEREN . • Verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de betreffende toets • Druk op toets 8 • Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende . Het controlelampje 10.2 gaat uit en de deur kan geopend worden. Draai de programmakeuzeknop op om de machine uit te schakelen. Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed of de trommel helemaal leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, draai dan de kraan dicht. Laat de deur open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebesparingssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS De was sorteren Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fijne was, wol. Voordat u de was in de machine doet Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen. Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart. Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast. Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen. Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta. Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net. Nuttige aanwijzingen en tips 15 Vlekken verwijderen De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het kledingstuk te wassen. Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen. Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren. Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek. Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt. Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton 1), leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek. Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton 1) en dan met azijnzuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen. Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met reinigingspasta. Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen. Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren. De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling. Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden gebruikt: • waspoeder voor alle soorten weefsels • waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol • vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. 1) gebruik geen aceton op kunstzijde 16 Wasprogramma's Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet . Hoeveelheid wasmiddel Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water. Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de te gebruiken hoeveelheden. Gebruik minder wasmiddel als: • als u een kleine lading wast • het wasgoed licht vervuild is • er veel schuimvorming is tijdens het wassen. Graden van waterhardheid De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetreffende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid middelmatig of hoog is, raden we aan een waterontharder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is, pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan. WASPROGRAMMA'S Programma Maximale en minimale temperatuur Beschrijving van de cyclus Maximale belading wasgoed Type wasgoed Opties Wasmiddel Vakje CENTRIFUGEREN , KATOEN/LINNEN 95°- Koud SPOELSTOP , VLEKHoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren KEN 1), BEHOEDMax. belading 7 kg - Gereduceerde lading 3,5 kg ZAAM , TIJD 2), EXTRA Voor wit en bont katoen (normaal vervuilde artikeSPOELEN len). CENTRIFUGEREN , KATOEN MET VOORWAS SPOELSTOP , VLEK95°- Koud Voorwas - Hoofdwas - Spoelgangen - Lang centrifuKEN 1) , BEHOEDgeren ZAAM , TIJD 2) , EXTRA Max. belading 7 kg - Gereduceerde lading 3,5 kg SPOELEN Voor wit of bont katoen met voorwasfase (sterk vervuilde artikelen). 3) 17 Wasprogramma's Programma Maximale en minimale temperatuur Beschrijving van de cyclus Maximale belading wasgoed Type wasgoed Opties Wasmiddel Vakje CENTRIFUGEREN , 40 - 60 MIX 40° SPOELSTOP , VLEKHoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren KEN , BEHOEDZAAM , Max. belading 7 kg EXTRA SPOELEN Wit en bont katoen Dit programma kan gebruikt worden voor wasgoed dat apart gewassen moet worden op 40°C of 60°C. Zo kunt u de trommel maximaal beladen en energie en water besparen. U krijgt hetzelfde goede wasresultaat als van een normaal programma op 60°C. JEANS 60° tot Koud Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren Max. belading 3,5 kg Speciaal programma voor spijkerbroeken, artikelen van spijkerstof. De optie Extra spoelen wordt automatisch geactiveerd. CENTRIFUGEREN , SPOELSTOP CENTRIFUGEREN , SYNTHETICA 60° tot Koud SPOELSTOP , VLEKHoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren KEN 1) , BEHOEDMax. belading 3,5 kg - Gereduceerde lading 2 kg ZAAM , TIJD 2) , EXTRA Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, geSPOELEN kleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses. SYNTHETICA MET VOORWAS 60° tot Koud Voorwas - Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 3,5 kg - gereduceerd. Belading 2kg Synthetische of gemengde stoffen met voorwasfase: sterk vervuilde artikelen. ondergoed, gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses. CENTRIFUGEREN , SPOELSTOP , VLEKKEN 1) , BEHOEDZAAM , TIJD 2) , EXTRA SPOELEN STRIJKVRIJ PLUS 60° tot Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 1 kg Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en gecentrifugeerd moeten worden. Als u dit programma kiest wordt het wasgoed behoedzaam gewassen en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te voorkomen. Op deze manier kunt u gemakkelijker strijken. Bovendien zal de machine extra spoelgangen uitvoeren. CENTRIFUGEREN , SPOELSTOP , EXTRA SPOELEN 3) 18 Wasprogramma's Programma Maximale en minimale temperatuur Beschrijving van de cyclus Maximale belading wasgoed Type wasgoed FIJNE WAS 40°- Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 3,5 kg- Gereduceerde belading 2 kg Fijne was: acryl, viscose, polyester. Opties CENTRIFUGEREN , SPOELSTOP , VLEKKEN 1) , TIJD 2) , EXTRA SPOELEN WOL PLUS /HANDWAS / ZIJDE 40° - Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Wol/Handwas: Max. belading 2 kg; ZIJDE: Max. belading 1 kg Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Opmerking : Een enkel of groot stuk wasgoed kan onbalans veroorzaken. Als de machine de laatste centrifugefase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens het centrifugeprogramma. CENTRIFUGEREN , SPOELSTOP KORT SPOELEN Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 7 kg Met dit programma is het mogelijk om katoenen kledingstukken die met de hand gewassen zijn uit te spoelen en te centrifugeren. De machine voert enkele spoelgangen uit, gevolgd door een laatste centrifugegang. De centrifugesnelheid kan verlaagd worden met de betreffende toets. CENTRIFUGEREN , SPOELSTOP , EXTRA SPOELEN POMPEN Afvoeren van het water Om het laatste spoelwater af te voeren bij programma's met de optie SPOELSTOP gekozen. CENTRIFUGEREN Pompen en lang centrifugeren Max. belading 7 kg Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken die met de hand gewassen zijn en na programma's met de gekozen SPOELSTOP optie. Voordat u dit progedraaid zijn. gramma kiest moet de keuzeknop op U kunt de snelheid met behulp van de betreffende toets aanpassen aan de weefsels die gecentrifugeerd moeten worden. CENTRIFUGEREN Wasmiddel Vakje Onderhoud en reiniging Programma Maximale en minimale temperatuur Beschrijving van de cyclus Maximale belading wasgoed Type wasgoed OPFRISSEN 30° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 3 kg Dit programma kan gebruikt worden voor het snel wassen van sportartikelen, of katoenen en synthetische artikelen die licht vervuild of slechts eenmaal gedragen zijn. Opties 19 Wasmiddel Vakje CENTRIFUGEREN CENTRIFUGEREN , ECO 60° houden SPOELSTOP , VLEKHoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren KEN , BEHOEDZAAM , Max. belading 7 kg EXTRA SPOELEN Wit en kleurecht katoen . Dit programma kan worden gekozen voor licht of normaal vervuilde katoenen artikelen. De temperatuur wordt verlaagd en de wasduur wordt verlengd. Hierdoor kunt u een goede wasefficiëntie bereiken en tegelijk energie besparen. /UIT Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen . 1) VLEKKEN optie kan alleen gekozen worden bij een temperatuur van 40°C of hoger. 2) Als u de optie SUPERSNEL kiest door op toets 6 te drukken, adviseren wij u de maximale belading te beperken, zoals aangegeven. Volledige belading is mogelijk, de wasresultaten zullen echter minder goed zijn. 3) Als gebruik gemaakt wordt van vloeibaar wasmiddel, moet een programma zonder VOORWAS gekozen worden. ONDERHOUD EN REINIGING U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reinigingsof onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren. Ontkalken Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag. Na elke wasbeurt Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard. 20 Onderhoud en reiniging Onderhoudswasbeurt Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van de trommel blijft zitten. Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren. Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren: • Moet de trommel leeg zijn. • Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen. • Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met biologische eigenschappen. Schoonmaken van de buitenkant Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog het daarna grondig af. Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van de machine te reinigen. Wasmiddellade De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt. 1. Verwijder de wasmiddellade door hem stevig naar buiten te trekken. 2. Verwijder het tussenschotje van de wasverzachter uit het middelste vakje. 3. Maak alle onderdelen schoon met water. 4. Schuif het tussenschotje van de wasverzachter zo ver mogelijk naar binnen, zodat het stevig op zijn plaats zit. 5. Maak het gehele inspoelbereik met een borstel schoon, in het bijzonder de sproeimonden in de bovenkant van inspoelvakjes. 6. Plaats de wasmiddellade in de geleiderails en duw hem naar binnen. Wastrommel Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat. Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor bevatten of ijzer of staalwol. 1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Onderhoud en reiniging 21 2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen te verwijderen. Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een kwart maatbeker wasmiddel toe. Deurrubber Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal evt. aanwezige voorwerpen weg die in de manchet terecht zijn gekomen. Afvoerpomp De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als: • de machine niet pompt en/of niet centrifugeert; • de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheidsspelden, munten, enz. die de pomp blokkeren; • er een probleem met de waterafvoer is vastgesteld ( zie hoofdstuk "Problemen oplossen..." voor meer details). WAARSCHUWING! Voordat u het pompdeurtje opent, schakelt u de machine uit en trekt u de hoofdstekker uit het stopcontact. Ga als volgt te werk: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld. 3. Open het pompdeurtje. 4. Trek de klep naar voren om hem te verwijderen. 5. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp om het vrijkomende water op te vangen. 6. Trek de noodafvoerslang naar buiten, plaats hem in de opvangbak en verwijder de dop. 22 Onderhoud en reiniging 7. 8. Als er geen water meer naar buiten komt, schroef dan het deksel van de pomp los door deze naar links te draaien en verwijder het filter. Gebruik indien nodig een tang. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen. Maak het filter schoon onder een kraan om alle pluis te verwijderen. Verwijder vreemde materialen en waspoeder van het filter en het schoepenrad. 9. Controleer of het schoepenrad van de pomp kan draaien (het draait schokkerig). Als hij niet draait, neemt u contact op met uw klantenservice. 10. Plaats de dop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats. 11. Plaats het filter terug in de pomp door het goed in de speciale geleidingen te plaatsen. Schroef het deksel van de pomp goed vast door het rechtsom te draaien. 12. Plaats de klep terug en sluit het pompdeurtje. WAARSCHUWING! Als de machine in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet water in de pomp aanwezig zijn. Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft gehaald. Wanneer u het pompdeksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen. Onderhoud en reiniging 23 De watertoevoerfilters schoonmaken Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk "Wat te doen als..." voor meer informatie), moet u controleren of de watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn. Om de watertoevoerfilters schoon te maken: 1. Draai de waterkraan dicht. 2. Schroef de slang van de kraan. 3. Reinig het zeefje in de slang met een harde borstel. 4. Schroef de waterslang weer op de kraan. Zorg ervoor dat de aansluiting stevig vast zit. 5. Schroef de slang van het apparaat. Houd een oude doek bij de hand om eventueel gemorst water te kunnen opvegen. 6. Maak het filter in de klep schoon met een stevige borstel of met een doek. 7. Schroef de slang terug op de machine en zorg dat de aansluiting stevig vast zit. 8. Draai de waterkraan open. 24 Problemen oplossen Machine legen in geval van nood Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te laten lopen: 1. trek de stekker uit het stopcontact; 2. draai de waterkraan dicht; 3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld; 4. open het pompdeurtje; 5. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang in de bak. Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak moeten lopen. Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de slang. Gooi de opvangbak leeg. Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt; 6. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven; 7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats; 8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje. Voorzorgsmaatregelen bij vorst Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan dalen, ga dan als volgt te werk: 1. Sluit de kraan en schroef de watertoevoerslang los van de kraan; 2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op de vloer geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen; 3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang weer op zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst. Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de vorming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen. Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstemperatuur boven de 0°C ligt. Elke keer als u het water afvoert met behulp van de noodafvoerslang, moet u 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade gieten en daarna het programma POMPEN laten draaien. Dit schakelt de SPAARKLEP -voorziening in, waarmee voorkomen wordt dat een gedeelte van het wasmiddel bij de volgende wasbeurt ongebruikt blijft. PROBLEMEN OPLOSSEN Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van onoplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur gemakkelijk worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voordat u contact opneemt met onze Klantenservice. Tijdens de werking van de machine kan het gele controlelampje van toets 8 gaan knipperen, een van de volgende alarmcodes verschijnt op het display en tegelijkertijd klinken er om de 20 seconden enkele geluidssignalen waarmee aangegeven wordt dat de machine niet werkt: • : probleem met de watertoevoer • : probleem met de waterafvoer • : deur open • : anti-overloopsysteem geactiveerd Problemen oplossen 25 Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 8 om het programma opnieuw te starten. Als het probleem, na alle controles, zich nog steeds voordoet, neem dan contact op met onze service-afedling. Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing De wasautomaat start niet: De deur is niet goed gesloten. • Doe de deur stevig dicht. De stekker zit niet goed in het stopcontact. • Steek de stekker in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. • Controleer de elektrische installatie in uw woning. De hoofdzekering is doorgebrand. • Vervang de zekering. De keuzeknop staat niet op de juiste stand en toets 8 is niet ingedrukt. • Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 8 . De uitgestelde start is gekozen. • Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleer dan de uitgestelde start. Het KINDERSLOT is geactiveerd. • Schakel deze voorziening uit. De machine wordt niet met water gevuld: De waterkraan is dicht. • Draai de waterkraan open. De toevoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang. Het filter in de toevoerslang is verstopt. • Maak het zeefje van de toevoerslang schoon. De deur is niet goed gesloten. • Doe de deur stevig dicht. Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te Er stroomt water in de machine en dat loopt laag. meteen weer weg: • Zie hoofdstuk "Waterafvoer". De afvoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de afvoerslang. De afvoerpomp is verstopt. • Maak het afvoerfilter schoon. Er is een optie of programma gekozen waarbij De machine pompt het water niet weg en/of het water in de trommel niet wordt weggepompt of een programma dat alle spoelgangen centrifugeert niet: onderdrukt. • Schakel de optie uit. • Kies programma pompen of centrifugeren. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. 26 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing Er ligt water op de vloer: Er is te veel of ongeschikt wasmiddel gebruikt (te veel schuimvorming). • Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel. Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig is. • Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang. De afvoerslang is beschadigd. • Vervang deze door een nieuwe. De dop op het filter is na het schoonmaken niet goed op zijn plaats gezet of het filter is niet goed vastgeschroefd. • Zet de dop terug op het filter of schroef het filter helemaal vast. Onbevredigende wasresultaten: Er is te weinig of ongeschikt wasmiddel gebruikt. • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel. Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen behandeld. • Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hardnekkige vlekken te behandelen. De juiste temperatuur was niet gekozen. • Controleer of u de juiste temperatuur heeft gekozen. Te veel wasgoed in de trommel. • Stop wat minder wasgoed in de trommel. De deur gaat niet open: Het programma loopt nog. • Wacht tot de wascyclus is afgelopen. De deur is niet ontgrendeld. • Wacht tot het controlelampje DEUR uit gaat. Er staat water in de trommel. • Kies programma Pompen of Centrifugeren. Problemen oplossen 27 Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing De machine staat te schudden of maakt lawaai: De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwijderd. • Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is. De pootjes zijn niet afgesteld • Controleer of het apparaat goed waterpas staat. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in de trommel. • Doe meer wasgoed in de trommel. Centrifugeren begint traag of de machine centrifugeert niet: De elektronische voorziening voor onbalans is ingeschakeld omdat het wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het wasgoed wordt herverdeeld doordat de machine de trommel in tegenovergestelde richting ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat de onbalans verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden hervat. Als na enkele minuten het wasgoed nog steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal de machine niet centrifugeren. • Verdeel het wasgoed opnieuw. De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met andere traditionele motoren een ongebruikelijk geluid maakt. Deze nieuwe De machine maakt een ongebruikelijk geluid: motor zorgt voor een soepelere start en een betere verdeling van het wasgoed in de trommel tijdens het centrifugeren, en voor een betere stabiliteit van de machine. Er is geen water zichtbaar in de trommel: Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg zuinig en verbruiken weinig water zonder dat dit van invloed is op de prestatie van de machine. Op het display verschijnt de alarmcode : Anti-overloopsysteem geactiveerd. • Koppel het apparaat los, draai de kraan dicht en neem contact op met de klantenservice. 28 Technische gegevens Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen, neem dan contact op met onze Klantenservice. Noteer alvorens te bellen het model, serienummer en de aankoopdatum van de machine: de Klantenservice zal om deze informatie vragen. TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Breedte Hoogte Diepte 60 cm 85 cm 63 cm Elektrische aansluiting Spanning - Totale vermogen Zekering Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat. Leidingwaterdruk Minimaal Maximaal 0,05 MPa 0,8 MPa Maximale belading Katoen 7 kg Centrifugetoerental Maximaal 1400 Toeren per minuut VERBRUIKSWAARDEN Programma Energieverbruik (kWh) Waterverbruik (liter) Witte katoen 95° 2.1 65 Katoen 60° 1.4 60 1.05 49 Katoen 40° 0.77 60 Synthetische stoffen 40° 0.6 54 Fijne was 40° 0.6 63 Wol/Handwas 30° 0.25 55 Katoen ECO 60° 1) Duur van het programma (uur.minuten) Raadpleeg voor de duur van de programma's, het display op het bedieningspaneel. 1) " Het programma " Katoen Eco " op 60 °C met een belading van 7 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG. Montage 29 De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de omgevingstemperatuur. MONTAGE-INSTRUCTIES MONTAGE Uitpakken Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd alvorens de machine in gebruik te nemen. Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden gemonteerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd. 1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal verwijderd heeft, de machine voorzichtig op zijn achterkant leggen om de basis van piepschuim van de onderkant te kunnen verwijderen. 2. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders op de achterkant van het apparaat. 30 Montage 3. Draai de drie bouten los met de sleutel die bij de machine geleverd is. 4. Schuif de betreffende kunststof afstandhouders naar buiten. 5. Open de vuldeur, neem de watertoevoerslang uit de trommel en verwijder het polystyreen blokje dat op de afdichting van de deur zit. Montage 31 6. Maak het kleine gaatje aan de bovenkant en de twee grotere gaten dicht met de plastic doppen die in het zakje zitten van de gebruiksaanwijzing. 7. Sluit de watertoevoerslang aan zoals beschreven in paragraaf "Watertoevoer". Plaatsing en waterpas zetten Installeer de machine op een vlakke harde vloer. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de machine niet wordt belemmerd door tapijten, vloerbedekking, enz. Voordat u de machine op kleine tegels plaatst, een rubber mat gebruiken. Probeer nooit oneffenheden van de vloer te corrigeren door houten blokjes, karton of iets dergelijks onder de machine te plaatsen. Als het onvermijdelijk is om de machine naast een gasfornuis of kolenkachel te plaatsen, moet er een isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie aan de kant van het fornuis of de kachel tussen beide apparaten geplaatst worden. De machine mag niet geïnstalleerd worden in ruimtes waar de temperatuur onder 0°C kan komen. De watertoevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn. Zorg ervoor dat het apparaat na installatie makkelijk bereikbaar is voor de reparateur voor het geval er een storing moet worden verholpen. Zet de machine zorgvuldig waterpas door de stelpootjes in of uit te draaien. Leg nooit karton, hout of vergelijkbare materialen onder de machine om evt. oneffenheden in de vloer op te heffen. Watertoevoer Een toevoerslang is meegeleverd; deze is te vinden in de trommel van de machine. Dit apparaat moet aangesloten worden op een koud watertoevoer. Gebruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige machine. 32 Montage 1. Open de vuldeur en neem de toevoerslang uit de trommel. 2. Sluit de slang met de haakse aansluiting op de machine aan. Bevestig de toevoerslang niet naar beneden gericht. Bevestig de slang altijd onder een hoek naar links of naar rechts, afhankelijk van de plaats waar de waterkraan zich bevindt. 3. Breng de slang in de juiste positie door de ringmoer los te draaien. Als de toevoerslang zich in de juiste positie bevindt, draai de ringmoer dan weer vast om lekkage te voorkomen. 4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"schroefdraad. Gebruik altijd de bij de machine geleverde slang. De toevoerslang mag niet worden verlengd. Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang moeten kopen die speciaal voor dit doel is gemaakt. De installatie moet voldoen aan de vereisten van het plaatselijke waterleidingbedrijf en de bouwvoorschriften. Controleer de minimale waterdruk die vereist is voor de veilige werking van het apparaat in hoofdstuk "Technische gegevens. Montage 33 Waterstop De toevoerslang is voorzien van een waterstop, een beveiligingsvoorziening tegen schade veroorzaakt door waterlekkage die kan ontstaan door natuurlijke slijtage van de slang. Deze storing wordt aangegeven door een rood vlak in venster "A" . Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien en contact opnemen met de Klantenservice om de slang te laten vervangen. Waterafvoer Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst: 1. Over de rand van een gootsteen; gebruik hiervoor de bij de machine geleverde slanggeleider van kunststof. Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de wasautomaat aan het leeglopen is. U kunt de slang met een stuk touw aan de kraan vastbinden of aan de wand bevestigen. 2. In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten minste 60 cm boven de grond bevindt. 3. Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 90 cm. Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang. De afvoerslang mag niet geknikt zijn. 34 Aansluiting aan het elektriciteitsnet De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoerslang en koppelstuk is verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt. AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat. Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn. WAARSCHUWING! Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. WAARSCHUWING! De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften. WAARSCHUWING! Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk zijn. WAARSCHUWING! Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. MILIEUBESCHERMING Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Milieubescherming 35 Verpakkingsmaterialen Materialen met het symbool zijn recyclebaar. >PE<=polyethyleen >PS<=polystyreen >PP<=polypropyleen Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze netjes weggooit in de daarvoor bestemde containers. Milieutips Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter harte te nemen: • Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!). • De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld. • Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan daarna bij een lagere temperatuur worden gewassen. • Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van vervuiling van het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Aeg-Electrolux L64857L Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding

in andere talen