Documenttranscriptie
y
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen en een eventueel
aangesloten buitenantenne los te koppelen van dit toestel
wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u op STANDBY/ON
te drukken om dit toestel uit (standby) te zetten, waarna u de
stekker uit het stopcontact moet halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. In deze staat is dit toestel
ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid
stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
INHOUDSOPGAVE
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START ........................................................... 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 4
VOORBEREDINGEN
AANSLUITINGEN .............................................. 11
OPNEMEN ............................................................42
FM/AM AFSTEMMEN........................................43
Automatisch afstemmen .......................................... 43
Handmatig afstemmen ............................................. 44
Automatisch voorprogrammeren ............................. 45
Handmatig voorprogrammeren................................ 46
Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 47
Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 48
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM
ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR
HET V.K. EN EUROPA)..................................50
Selecteren van een Radio Data Systeem
programma........................................................... 50
Gebruiken van het Radio Data Systeem
netwerk ................................................................ 51
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 52
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ....................54
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Luidsprekers opstellen ............................................. 11
Aansluiten van luidsprekers..................................... 12
Informatie over aansluitingen en stekkers ............... 15
Stroomschema audio- en videosignalen .................. 16
Aansluiten van een TV ............................................ 17
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder,
een videorecorder of een STB (Set Top Box) ..... 18
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler
of cassettedeck..................................................... 20
Aansluiten van een multiformaat-speler of
externe decoder.................................................... 21
Aansluiten van een spelcomputer, een videocamera
of een draagbare audiospeler ............................... 21
Aansluiten van de FM en AM antennes .................. 22
Aansluiten van het netsnoer..................................... 23
Instellen van de luidspreker-impedantie.................. 24
Aan zetten van dit toestel en weer uit (standby)...... 25
Genieten van surroundweergave van multikanaals
materiaal .............................................................. 39
Genieten van surroundweergave van 2-kanaals
materiaal .............................................................. 40
Gebruiken van het Virtual CINEMA DSP .............. 41
VOORBEREDINGEN
Voorpaneel................................................................. 4
Afstandsbediening ..................................................... 6
Display voorpaneel .................................................... 8
Achterpaneel ............................................................ 10
LUISTEREN NAAR
SURROUNDWEERGAVE ..............................39
INLEIDING
INLEIDING
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 54
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ................ 55
Veranderen van geluidsveldparameter
instellingen .......................................................... 57
Geluidsveldprogramma luidsprekeropstellingen ..... 63
BASIS SETUP....................................................... 26
GEAVANCEERDE BEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 29
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES ....... 31
SET MENU ............................................................66
Gebruiken van het SET MENU............................... 68
1 SOUND MENU.................................................... 70
2 INPUT MENU...................................................... 73
3 OPTION MENU................................................... 75
GEAVANCEERDE SETUP.................................76
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................78
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ....................................................... 78
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 80
AANVULLENDE
INFORMATIE
Gebruiken van het SILENT CINEMA .................... 31
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 31
Selecteren van de nacht-luisterfunctie ..................... 31
Selecteren van de ingangsfunctie............................. 32
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 33
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 34
Selecteren van de Compressed Music Enhancer
functie .................................................................. 35
Selecteren van de MULTI CH INPUT
component ........................................................... 36
Luisteren naar multikanaals materiaal met
2-kanaals stereoweergave.................................... 36
Luisteren naar onbewerkte weergave ...................... 36
Luisteren naar pure hi-fi stereoweergave ................ 37
Tonen van informatie over de signaalbron .............. 37
Afspelen van video op de achtergrond .................... 38
GEAVANCEERDE
BEDIENING
BASISBEDIENING
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ....................81
AANVULLENDE INFORMATIE
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................82
WOORDENLIJST ................................................86
Nederlands
Audio informatie...................................................... 86
Video informatie...................................................... 87
Geluidsveldprogramma informatie.......................... 88
TECHNISCHE GEGEVENS...............................89
1
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 6-kanaals eindversterker
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,06% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω)
Voor: 90 W + 90 W
Midden: 90 W
Surround: 90 W + 90 W
Surround Achter: 90 W
Kenmerken geluidsveld
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/
Dolby Pro Logic IIx decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA™
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
◆ Radio Data Systeem afstemmogelijkheden
Overige kenmerken
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ 6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen
(3 COMPONENT VIDEO IN en 1 MONITOR OUT)
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Slaaptimer
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
◆ PORTABLE mini analoge ingangsaansluiting op het
voorpaneel voor een draagbare audiospeler
◆ Compressed Music Enhancer functie ter verbetering
van de weergavekwaliteit van ongewenste
compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij
MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereoinstallatie
Opmerkingen
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
2
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
VAN START
VAN START
INLEIDING
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
REC
STANDBY
AM ringantenne
75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter
(Alleen bij modellen voor het V.K.)
POWER
TUNER
VCR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
DISC SKIP
SLEEP
FREQ/TEXT
MODE
Batterijen (2)
(AA, R6, UM-3)
EON
PTY SEEK
AMP
START
VOLUME
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada, China,
Azië en algemene modellen)
MUTE
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
FM binnenantenne
(Modellen voor het V.K., Europa,
Australië en Korea)
ENT.
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
DISPLAY
PRESET/CH
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening
Opmerkingen
2
1
3
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AA,
R6, UM-3) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Nederlands
1
• Verwissel alle batterijen wanneer u merkt dat het bereik van de
afstandsbediening afneemt.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
1
2 3
4
5
6
7 8
9
0
VOLUME
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l
NEXT
EDIT
PRESET/TUNING h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
A
B
C D
E
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby) (zie
bladzijde 25).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
2 Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 7).
3 PRESET/TUNING, EDIT
• Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 48).
4 FM/AM
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
radiobanden FM en AM (MG) wanneer de “TUNER”
(radio) is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
4
F
G
H
I
L
AUDIO
R
PORTABLE
J
5 A/B/C/D/E, NEXT
• Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen
selecteren (A t/m E) wanneer de “TUNER” (radio) is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
• Selecteert het luidsprekerkanaal waarvan u het
uitgangsniveau wilt instellen wanneer de “TUNER”
niet geselecteerd is als signaalbron (zie bladzijde 34).
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL +/– toetsen
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) wanneer de “TUNER” (radio) is geselecteerd als
signaalbron. De dubbele punt (:) zal verschijnen op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 47).
• Selecteert de afstemfrequentie wanneer u “TUNER”
heeft geselecteerd als signaalbron. De dubbele punt (:)
zal niet verschijnen op het display op het voorpaneel
(zie bladzijde 44).
• Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met NEXT
wanneer de “TUNER” niet is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 34).
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie
bladzijde 45).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 8).
0 VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
A
PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 31).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting of de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Opmerking
INLEIDING
9 TUNING MODE (AUTO/MAN’L)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 43).
I MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 36).
De signaalbron die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen zal voorrang krijgen over een met INPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
J VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video ingangsaansluitingen kunt u een
externe signaalbron zoals een spelcomputer, een
videocamera of draagbare audiospeler aansluiten (zie
bladzijde 21).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE miniaansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R
aansluitingen binnenkomende signalen.
B SPEAKERS A/B toetsen
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op
het achterpaneel aan of uit.
C STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 36).
D TONE CONTROL
Selecteert “BASS” of “TREBLE” om de algehele balans
tussen de linker en rechter voor-luidsprekers in te stellen,
samen met BASS/TREBLE +/– (zie bladzijde 30).
E BASS/TREBLE +/– toets
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voor-luidsprekers, samen met TONE CONTROL
(zie bladzijde 30).
F PROGRAM l / h toetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 54).
Nederlands
G INPUT MODE
Hiermee kunt u het toestel uitsluitend instellen op digitale
of analoge ingangssignalen, of het toestel automatisch het
soort ingangssignaal laten bepalen wanneer een
component zowel digitaal als analoog op dit toestel is
aangesloten (zie bladzijde 32).
H INPUT keuzeknop
Selecteer de gewenste signaalbron.
5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 78 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen.
1
2
TV
AV
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
REC
DISC SKIP
SLEEP
FREQ/TEXT
3
4
5
6
7
8
POWER
POWER
EON
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
AMP
0
A
B
C
D
START
VOLUME
E
MUTE
F
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
MOVIE
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
G
H
I
Druk op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infraroodzender
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt deze zender op de component die u wilt bedienen
(zie bladzijde 7).
2 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron.
9
STANDBY
POWER
■ Bedienen van dit toestel
J
3 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie
bladzijde 54).
– Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 40).
– Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie
bladzijde 39).
– Gebruik DIRECT ST. om 2-kanaals bronmateriaal
weer te geven in hi-fi stereo (zie bladzijde 37).
4 SPEAKERS
Hiermee kunt u de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan
of uit zetten. Druk herhaaldelijk op deze toets om de
instelling als volgt te wijzigen:
A aan
B aan
A en B uit
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
DISPLAY
PRESET/CH
5 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 35).
6 LEVEL
Hiermee selecteert u het luidsprekerkanaal dat u wilt
instellen (zie bladzijde 34).
7 Cursortoetsen u / d / j / i, ENTER
Hiermee kunt u de parameters van de
geluidsveldprogramma’s of de “SET MENU” parameters
selecteren en instellen.
8 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het “SET MENU”.
9 STANDBY
Hiermee zet u dit toestel uit (standby) (zie bladzijde 25).
0 POWER
Hiermee zet u dit toestel aan (zie bladzijde 25).
6
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
A MULTI CH IN
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron bij gebruik van een
externe decoder enz. (zie bladzijde 36).
J Toetsen voor Radio Data Systeem radioontvangst
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
C SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 33).
PTY SEEK MODE
Hiermee zet u dit toestel in de PTY SEEK functie (zie
bladzijde 50).
D AMP
Hiermee zet u de afstandsbediening in de
bedieningsfunctie voor dit toestel.
PTY SEEK START
Begint het zoeken naar een geschikte zender nadat u
het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de
PTY SEEK functie (zie bladzijde 51).
E VOLUME +/–
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
Opmerking
EON
Hiermee kunt u het programmatype selecteren
(NEWS, AFFAIRS, INFO, of SPORT) waarop u
automatisch af wilt laten stemmen (zie bladzijde 52).
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
F MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 31).
G STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 36).
INLEIDING
FREQ/TEXT
Hiermee kunt u het Radio Data Systeem display
instellen op weergave van de PS, PTY, RT, of CT
functie (als de zender in kwestie de corresponderende
diensten aanbiedt) en het frequentiedisplay (zie
bladzijde 52).
B CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 80).
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het toestel dat
u wilt bedienen.
VOLUME
STANDBY
/ON
H NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 31).
I SET MENU
Opent het “SET MENU” (zie bladzijde 68).
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING/CH h
NEXT
EDIT
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
30
30
L
AUDIO
R
PORTABLE
Ongeveer 6 m
■ Bedienen van de TUNER functies
Druk op TUNER om de TUNER functies te bedienen.
3 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren.
6 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (MG) (zie bladzijde 43).
7
Nederlands
7 A/B/C/D/E j / i, PRESET/CH u / d
Gebruik PRESET/CH u / d om een voorkeuzegroep (A
t/m E) te selecteren en A/B/C/D/E j / i om een
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren (zie
bladzijde 47).
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
2 3
1
t
5
6
7
8
96
24
9
0
VIRTUAL
STANDARD
SP SILENT CINEMA
NIGHT
AB
HiFi DSP
PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP
q DIGITAL
q PL x q PL
B
A
VOLUME
AUTO TUNED STEREO MEMORY
MATRIX DISCRETE
ENHANCER
q EX
4
ft
q PL
mS
dB
PCM
D
C
E F
G
H
I
dB
MUTE
96/24 LFE
L C R
SL SB SR
J K L
O
M
N
(Alleen modellen voor het V.K. en
Europa)
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
8 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 43).
2 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 35).
9 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender
(zie bladzijde 43).
3 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
0 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 43).
DSP
aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
4 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 41).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(zie bladzijde 31).
7 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 55).
8
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden
(zie bladzijde 45).
B VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
C PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
D STANDARD indicator
Licht op wanneer het “SUR. STANDARD” of “SUR.
ENHANCED” programma is geselecteerd
(zie bladzijde 40).
E SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
F Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 31).
INLEIDING
G NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 31).
H HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 55).
I Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
J SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 33).
K MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 31).
L 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
M Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat (zie bladzijde 27).
N LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
O Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
Licht op wanneer er Radio Data Systeem gegevens
worden ontvangen.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
Nederlands
9
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
2
AUDIO
AUDIO
3
4
5
OUTPUT
MULTI CH INPUT CENTER
6
DIGITAL INPUT
DVD
DTV/CBL
DVD
COMPONENT VIDEO
DVD
Y
MD/ OUT
IN
(PLAY) CD-R (REC)
CD
DVD
DTV/CBL
IN
DVR OUT
VIDEO
TUNER
AM
ANT
GND
MONITOR
OUT
DVD
DTV/CBL
SURROUND
FRONT
IN
DVR OUT
S VIDEO
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
OPTICAL
DVR
PR
Y
PB
PR
COAXIAL
MONITOR
OUT
DTV/CBL
SPEAKERS
FM ANT
75Ω
UNBAL.
PB
MONITOR OUT
AC OUTLETS
FRONT
SURROUND
A
B
CENTER
7
SURROUND BACK
8
9
1 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 17 en 18 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 17 en 18 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
7 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 22 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
8 Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 SUBWOOFER OUTPUT aansluiting
Zie bladzijde 13 voor meer informatie over deze
aansluiting.
9 AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u eventueel andere audiovisuele
componenten van stroom voorzien.
Zie bladzijde 23 voor details.
5 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 18 en 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Zie bladzijde 23 voor details.
10
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de standaard ITU-R* opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van
deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk
zijn.
Midden-luidspreker (C)
FL
SR
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats
de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers
en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld
direct erboven of eronder.
SR
Surround-luidsprekers (SL en SR)
FR
C
30˚
SL
VOORBEREIDINGEN
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union).
Voor-luidsprekers (FL en FR)
60˚
SL
80˚
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
SB
Surround achter-luidspreker (SB)
FR
SW
FL
SR
C
SL
De surround achter-luidspreker geeft een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgt voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidspreker
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers.
Subwoofer (SW)
SB
1,8 m
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi stereo reproductie van het LFE
(lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS
geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet
zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
Nederlands
11
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 25).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd
raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel
in gebruik neemt (zie bladzijde 24).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of “NONE” bij “SPEAKER SET”
(zie bladzijden 70 en 71) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “BASS OUT” (zie bladzijde 71).
Voor-luidsprekers (A)
Rechts
Links
Subwoofer
Surround-luidsprekers
Rechts
Links
1
2
4
5
7
OUTPUT
SUB
WOOFER
SPEAKERS
FRONT
SURROUND
A
B
CLASS 2 WIRING
Voorluidsprekers (B)
12
CENTER
SURROUND BACK
3
Middenluidspreker
6
Surround achterluidspreker
AANSLUITINGEN
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee voor-luidsprekersystemen
(1, 2) aansluiten. Als u een enkel voor-luidsprekersysteem
gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
1
CENTER aansluitingen
7
Hierop kunt u een midden-luidspreker (3) aansluiten.
SURROUND aansluitingen
2
4
3
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
5
6
VOORBEREIDINGEN
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u een surround achter-luidspreker (6)
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker (7) aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
Opstelling van de luidsprekers
Nederlands
13
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
■ Gebruik van bananenstekkers
(Uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
10 mm
2
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
4
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
14
1
Maak de knop vast.
2
Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
Maak de knop los.
AANSLUITINGEN
Informatie over aansluitingen en stekkers
Informatie over audio-aansluitingen en stekkers
PORTABLE
AUDIO
DIGITAL AUDIO DIGITAL AUDIO
R
COAXIAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
C
OPTICAL
VIDEO
S VIDEO
(Geel)
O
Stereo
Coaxiaal
Optisch
analoge
digitale
digitale
audio
audiostekker audiostekker
ministekker
V
Composiet
videostekker
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
(Groen)
S
Svideostekker
Y
(Blauw) (Rood)
PB
VOORBEREIDINGEN
L
M
Informatie over video-aansluitingen en stekkers
PR
Component
videostekker
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft vier soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
PORTABLE aansluiting
Voor digitale audiosignalen via analoge stereo
ministekkerkabels.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
Opmerkingen
• U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital
en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel
met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het
via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale
signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
• Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische
glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer
u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er
weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof.
Nederlands
15
AANSLUITINGEN
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen voor AUDIO OUT (REC)
Uitgang
AUDIO OUT (REC)
Ingang
L
R
L
R
AUDIO
Analoge audio
PORTABLE
Analoog uitgangssignaal
Opmerking
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen
die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven.
■ Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
Y
PB
PR
Y
PB
PR
COMPONENT
VIDEO
Analoge
video
S VIDEO
VIDEO
Door
16
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een TV
Verbind uw TV met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
VOORBEREIDINGEN
COMPONENT VIDEO
Y
MONITOR
OUT
VIDEO
S VIDEO
MONITOR
OUT
PB
PR
MONITOR OUT
S
S-video ingang
V
Y
PB
PR
Component video ingang
Video ingang
TV
Nederlands
17
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een DVD-speler, een DVD-recorder, een videorecorder of
een STB (Set Top Box)
Sluit uw DVD-speler, DVD-recorder, videorecorder of STB (STB; een kastje bovenop de TV) aan via dezelfde soort
video-aansluitingen als welke u gebruikt heeft voor uw TV (zie bladzijde 17). Een zogenaamde Set Top Box kan
bijvoorbeeld een kabel-tv ontvanger of satellietontvanger zijn.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• U moet hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 17). Als u
bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te
verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL IN”, “COAXIAL IN” bij “INPUT ASSIGN”
(zie bladzijde 73).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
DIGITAL INPUT
AUDIO
DVD
DVD
COMPONENT VIDEO
DVD
Y
OPTICAL
DVD
COAXIAL
DVD
VIDEO
V
R
S VIDEO
L
S
O
C
Optische audio uitgang
S-Video uitgang
Coaxiale audio uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
18
DVD-speler
Component video uitgang
Y
PB
PR
PB
PR
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een DVD-recorder of videorecorder
AUDIO
COMPONENT VIDEO
DVR
Y
IN
DVR OUT
IN
VIDEO
L
PR
DVR OUT
S VIDEO
V
V
S
R
VOORBEREIDINGEN
R
PB
S
Y
L
S-Video uitgang
PB
PR
S-video ingang
Audio ingang
Video ingang
Video uitgang
Audio uitgang
Component video uitgang
DVD-recorder of
videorecorder
■ Aansluiten van een STB
Kabel TV of
satellietontvanger
Audio uitgang
Component video uitgang
Video uitgang
Optische audio uitgang
S-Video uitgang
R
L
V
O
S
Y
PB
PR
DIGITAL INPUT
AUDIO
DTV/CBL
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
OPTICAL
DTV/CBL
VIDEO
DTV/CBL
DTV/CBL
S VIDEO
Nederlands
19
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een CD-speler, een MD-speler of cassettedeck
Sluit uw CD-speler, MD-speler of cassettedeck aan via analoge aansluitingen.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerking
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL IN”, “COAXIAL IN” bij “INPUT ASSIGN”
(zie bladzijde 73).
CD-speler
Audio uitgang
R
L
DIGITAL INPUT
AUDIO
DVD
CD
R
Audio uitgang
MD/ OUT
IN
(PLAY) CD-R (REC)
L
R
OPTICAL
L
Audio ingang
MD-recorder of cassettedeck
20
DTV/CBL
DVD
COAXIAL
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaatspeler of externe decoder
LET OP
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer, een videocamera of een draagbare
audiospeler wilt aansluiten op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerking
Sluit dit toestel of de andere componenten pas
aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen
tussen de componenten gemaakt zijn.
De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE miniaansluiting hebben voorrang boven de via de AUDIO L/R
aansluitingen binnenkomende signalen.
VOORBEREIDINGEN
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en
SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe
decoder, sound processor of voorversterker. Verbind de
uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of
externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen.
Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen
verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Aansluiten van een spelcomputer,
een videocamera of een draagbare
audiospeler
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie
bladzijde 36), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste
een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u
gebruik maakt van deze functie.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
VOLUME
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING
NEXT
EDIT
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
STRAIGHT
SPEAKERS
A
B
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
VIDEO AUX
M
VIDEO
V
L
L
AUDIO
R
PORTABLE
R
Audio
uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
MULTI CH INPUT CENTER
Spelcomputer of
videocamera
FRONT
L
Voorkanaal
uitgang
R
L
Surroundkanaal
uitgang
SURROUND
Draagbare
audiospeler
SUB
WOOFER
R
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Nederlands
Multiformaat-speler of
externe decoder
21
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
2
Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3
Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4
Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los
zodat dit terugveert.
5
Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
Opmerkingen
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 77).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM binnenantenne
(meegeleverd)
TUNER
AM
ANT
GND
FM ANT
75Ω
UNBAL.
Aarde
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min
mogelijk storing dient u de
antenne GND aansluiting
goed te aarden. Een goede
AM buitenantenne
aarding wordt bijvoorbeeld
Gebruik 5 tot 10 meter met plastic
verzorgd door een metalen
geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit staaf die in vochtige grond
gedreven is.
een raam naar buiten spant.
y
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
22
Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 43).
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt u de stekker in het stopcontact steken.
(Modellen voor de V.S.)
VOORBEREIDINGEN
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
LET OP
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit
toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
............................ 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
............. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
Aanduiding voltage
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
...................................................... 1 Netstroomaansluiting
Modellen voor Korea ................................................ Geen
Overige modellen ..................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) worden
van stroom voorzien wanneer dit toestel is ingeschakeld.
De stroom voor deze aansluiting(en) zal echter worden
uitgeschakeld wanneer dit toestel uit (standby) wordt
gezet, of wanneer de stekker van dit toestel uit het
stopcontact wordt gehaald. Voor informatie omtrent het
maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op
bladzijde 89.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Nederlands
23
AANSLUITINGEN
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
3
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, moet
u “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt.
Druk op de PROGRAM l / h toetsen op het
voorpaneel om en selecteer “SP IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
l
PROGRAM
h
VOLUME
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
STRAIGHT
SPEAKERS
A
B
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
SP IMP.-8 MIN
2,5
2,4
3
4
1
Controleer of het toestel uit (standby) staat.
Zie bladzijde 25 voor details omtrent het aan en uit
(standby) zetten van dit toestel.
2
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens op
STANDBY/ON om dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
SP IMP.-6 MIN
Houd
ingedrukt
STRAIGHT
STANDBY
/ON
EFFECT
5
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel
uit (standby) te zetten.
STANDBY
/ON
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de
volgende keer aan zet.
24
AANSLUITINGEN
Aan zetten van dit toestel en weer uit (standby)
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
STANDBY/ON
STANDBY
VOLUME
STANDBY
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
POWER
POWER
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING
NEXT
EDIT
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
V-AUX
INPUT
PHONES
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
VOORBEREIDINGEN
SPEAKERS
A
B
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
■ Inschakelen van de stroom
■ Uit (standby) zetten van dit toestel
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel (of op
POWER op de afstandsbediening) om dit toestel
aan te zetten.
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel
(of STANDBY op de afstandsbediening) om dit
toestel uit (standby) te zetten.
STANDBY
POWER
STANDBY
/ON
Voorpaneel
STANDBY
/ON
of
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Nederlands
25
BASIS SETUP
BASIS SETUP
De “BASIC SETUP” is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt
maken.
Opmerkingen
• U moet uw hoofdtelefoon losmaken van het toestel.
• Als u het toestel met de hand nog preciezer wilt instellen, kunt u de gedetailleerde instellingen van het “SOUND MENU”
(zie bladzijde 70) gebruiken.
• Wijzigen van instellingen via de “BASIC SETUP” zorgt ervoor dat alle met de hand via het “SOUND MENU” gewijzigde instellingen
zullen worden teruggezet (zie bladzijde 70).
• De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet aangegeven.
• Druk op RETURN op de afstandsbediening om terg te keren naar het vorige menuniveau.
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
AMP
START
1
3
VOLUME
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
Druk op ENTER om de “BASIC SETUP” te
openen.
MUTE
MOVIE
10
ENT.
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
1
2,12
3-11
Druk op SET MENU.
“BASIC SETUP” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
MENU
SRCH MODE
PRESET/CH
PRESET/CH
AMP
SET MENU
A/B/C/D/E
DISPLAY
Druk op AMP op de afstandsbediening.
2
ENTER
A/B/C/D/E
. BASIC SETUP
De aanduiding “ROOM” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
4
Druk op j / i om de gewenste instelling te
selecteren.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ROOM:
S >M
L
Selecteer de afmetingen van de ruimte waarin uw
luidsprekers staan opgesteld. In het algemeen worden
de afmetingen van de kamer als volgt gedefinieerd:
Keuzes: S, M, L
[Modellen voor de V.S. en Canada]
S (klein)
16 x 13ft, 200ft2 (4,8 x 4,0m, 20m2)
M (midden) 20 x 16ft, 300ft2 (6,3 x 5,0m, 30m2)
L (groot)
26 x 19ft, 450ft2 (7,9 x 5,8m, 45m2)
[Overige modellen]
S (klein)
3,6 x 2,8m, 10m2
M (medium) 4,8 x 4,0m, 20m2
L (groot)
6,3 x 5,0m, 30m2
26
BASIS SETUP
5
Druk op d, selecteer “SUBWOOFER” en
druk vervolgens op j / i om de gewenste
instelling te selecteren.
7
Druk op d, selecteer “SET” en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
PRESET/CH
PRESET/CH
PRESET/CH
>SET
Keuzes: YES, NONE
• Selecteer “YES” als u een subwoofer in uw
systeem heeft.
• Selecteer “NONE” als u geen subwoofer in uw
systeem heeft.
CANCEL
Keuzes: SET, CANCEL
• Selecteer “SET” om de gewijzigde instellingen
definitief te maken.
• Selecteer “CANCEL” om de instelfunctie te
verlaten zonder wijzigingen aan te brengen.
Druk op d, selecteer “SPEAKERS” en kies
vervolgens met j / i het aantal luidsprekers
dat is aangesloten op dit toestel.
y
U kunt ook op SET MENU drukken om de setup procedure
te annuleren.
8
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
VOORBEREIDINGEN
SUBWOOFER .. YES
6
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
SPEAKERS..6spk
Keuze
Display
Luidsprekers
2spk
L C R
SL SB SR
L/R voor
3spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, midden
4spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, L/R surround
5spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, midden, L/R surround
6spk
L C R
SL SB SR
L/R voor, midden, L/R surround,
surround achter
Als u bij stap 7 “SET” heeft geselecteerd, zult u twee
keer om beurten uit elk van de luidsprekers een
testtoon horen. “CHECK:TestTone” zal een paar
seconden op het display op het voorpaneel getoond
worden, gevolgd door “CHECK OK?”.
CHECK:TestTone
y
Controleer de luidsprekerverbindingen (zie bladzijde 12) en
wijzig indien nodig de “SPEAKERS” instellingen in stap 6.
Nederlands
27
BASIS SETUP
9
Druk op j / i om de gewenste instelling te
selecteren.
11
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Druk op d / u om een luidspreker te
selecteren en gebruik vervolgens j / i om de
juiste balans in te stellen.
De geselecteerde luidspreker en de linker voorluidspreker (of de linker surround-luidspreker) geven
om de beurt de testtoon weer.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
CHECK OK? .. YES
Keuzes: YES, NO
• Selecteer “YES” om de setup procedure af te
sluiten als de testtoon via elk van de luidsprekers
goed klonk.
• Selecteer “NO” om door te gaan naar het
instelmenu voor het op elkaar afstemmen van de
uitgangsniveaus van de verschillende luidsprekers.
10
PRESET/CH
• Selecteer “FR” om de balans tussen de linker en de
rechter voor-luidsprekers in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de midden-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans tussen de linker voorluidspreker en de linker surround-luidspreker in te
stellen.
• Selecteer “SB” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de surround achterluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans tussen de linker
surround-luidspreker en de rechter surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans tussen de linker
voor-luidspreker en de subwoofer in te stellen.
A/B/C/D/E
PRESET/CH
12
Druk op SET MENU om de “BASIC SETUP” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
28
A/B/C/D/E
FR ----||----
ENTER
• Als u bij stap 9 “YES” heeft geselecteerd, is
daarmee de setup procedure afgesloten en zal het
display terugkeren naar het eerste “SET MENU”
scherm.
• Als u bij stap 9 “NO” heeft geselecteerd, zal het
instelscherm voor het niveau van de
voorluidsprekers op het display op het voorpaneel
verschijnen.
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
A/B/C/D/E
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
WEERGAVE
WEERGAVE
LET OP
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
3
VOLUME
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING
NEXT
EDIT
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
INPUT
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
l
STRAIGHT
SPEAKERS
A
B
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
6 7
3
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
REC
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
3
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display op het voorpaneel getoond.
SLEEP
EON
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
Afstandsbediening
TUNER
DISC SKIP
FREQ/TEXT
V-AUX
5
Voorpaneel
CD
BASISBEDIENING
6
2
5
AMP
START
VOLUME
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
Beschikbare signaalbronnen
MUTE
2
MD/CD-R
PORTABLE
of
2
CD
BASS/TREBLE
10
DVR
7
MOVIE
V-AUX
DVD
ENT.
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Druk op SPEAKERS A of B op het voorpaneel
(of druk eerst op AMP en vervolgens
herhaaldelijk op SPEAKERS op de
afstandsbediening).
Met elke druk op SPEAKERS A of B op het
voorpaneel zet u de bijbehorende set luidsprekers aan
of uit.
SPEAKERS
A
B
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
Op dit moment
geselecteerde signaalbron
dB
AUTO
L
R
Op dit moment
geselecteerde
ingangsfunctie
Opmerking
Als u een signaalbron wilt selecteren die digitaal is
aangesloten, dient u “INPUT MODE” op “AUTO” of
“DTS” in te stellen (zie bladzijde 32).
4
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 43 voor details omtrent het afstemmen.
Voorpaneel
of
Nederlands
AMP
SPEAKERS
9
Afstandsbediening
29
WEERGAVE
5
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
VOLUME
+
of
VOLUME
–
Drunk op de PROGRAM l / h toetsen op het
voorpaneel (of druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel.
Zie bladzijde 55 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Afstandsbediening
Voorpaneel
6
7
l
h
PROGRAM
Voorpaneel
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel, kies tussen “TREBLE” (hoge
tonen) en “BASS” (lage tonen) en gebruik
vervolgens de BASS/TREBLE +/– toetsen om
de gekozen tonen te versterken of te
verzwakken.
of
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
Afstandsbediening
BASS/TREBLE
TONE CONTROL
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
TREBLE
dB
0dB
L
R
• Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge
tonen te regelen.
• Selecteer “BASS” om de weergave van de lage
tonen te regelen.
Opmerkingen
• De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
• Wanneer “TC.BYPASS” op “AUTO” staat (zie
bladzijde 73) en “BASS” en “TREBLE” op 0 dB worden
gezet, zal het audiosignaal automatisch de
toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd
passeren.
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is
het mogelijk dat de toonkleur van de surroundluidsprekers niet meer overeenkomt met die van de linker
en rechter voor-luidsprekers.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer
“DIRECT STEREO” (zie bladzijde 37) is geselecteerd, of
wanneer “MULTI CH INPUT” (zie bladzijde 36) is
geselecteerd als signaalbron.
• Om te profiteren van surroundweergave van multikanaals
materiaal, zie bladzijde 39 voor details.
30
TV Sports
dB
L
R
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen Geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met
de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 36).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48
kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen
worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
• Om informatie te laten weergeven op het display op het
voorpaneel over de op dit moment geselecteerde
signaalbron, zie bladzijde 37 voor details.
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
Gebruiken van het SILENT CINEMA
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 55). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
Selecteren van de nachtluisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren,
toch alles te kunnen verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” afhankelijk van wat voor materiaal u
gaat afspelen.
1
Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op
NIGHT op de afstandsbediening om te kiezen
tussen “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”.
Opmerkingen
NIGHT
AMP
• SILENT CINEMA kan niet worden ingeschakeld wanneer
“MULTI CH INPUT” is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 36).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 37) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 36)
is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT”
functie staat (zie bladzijde 36).
10
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
MUTE
y
• U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTING TYP.” parameter in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 73)
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
BASISBEDIENING
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar
muziek wilt luisteren om alle geluiden beter
verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt
gebruiken.
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om het
effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het
voorpaneel.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Opmerking
Afstandsbediening
Als u een andere signaalbron of een ander geluidsveldprogramma
inschakelt terwijl de geluidsweergave tijdelijk uitgeschakeld is,
zal het toestel de geluidsweergave hervatten.
Effect.Lvl:MID
Nederlands
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
31
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
Opmerkingen
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
– wanneer de “DIRECT STEREO” functie (zie
bladzijde 37) is ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 36).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
2
Druk herhaaldelijk op INPUT MODE op het
voorpaneel om de gewenste ingangsfunctie
te selecteren.
INPUT MODE
Beschikbare signaalbronnen
DVR
DVD
Op dit moment
geselecteerde
signaalbron
Selecteren van de ingangsfunctie
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt
gebruiken.
AUTO
y
U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen
via de “INPUT MODE” parameter in het “INPUT MENU” (zie
bladzijde 74).
DTS
Opmerkingen
• Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven (bij gebruik
van een digitale audioverbinding) moet u “INPUT MODE”
instellen op “DTS”.
• Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of
andere manier bewerkt is, is het misschien, afhankelijk van de
speler in kwestie, niet meer mogelijk het DTS signaal te
decoderen, ook al bestaat er een digitale verbinding tussen de
speler en dit toestel.
1
Verdraai INPUT op het voorpaneel en
selecteer de gewenste signaalbron.
INPUT
32
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
ANALOG
dB
AUTO
L
R
Op dit moment
geselecteerde
ingangsfunctie
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
1) Digitale signalen
2) Analoge signalen
Alleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd.
Als er geen DTS signalen
binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Opmerkingen
• Wanneer “INPUT MODE” is ingesteld op “AUTO”, zal
dit toestel automatisch overschakelen naar de juiste
decoder indien er een Dolby Digital of DTS signaal wordt
gedetecteerd.
• In de meeste gevallen raden we u aan gewoon “INPUT
MODE” op “AUTO” te zetten.
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 23).
1
3
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER pCD
VOLUME
SLEEP
dB
SLEEP 120min
L
R
Knippert
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
CD
V-AUX
SP
A
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER pCD
SP
A
VOLUME
SLEEP
STRAIGHT
dB
L
R
Licht op
V-AUX
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 43 voor details omtrent het afstemmen.
4
Druk op net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
SLEEP
Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER pCD
VOLUME
SP
A
SLEEP OFF
SLEEP
BASISBEDIENING
2
DVR
dB
L
R
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP
OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het
display op het voorpaneel.
y
SLEEP 120min
SLEEP OFF
SLEEP
SLEEP 90min
30min
SLEEP
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op
de afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel)
het toestel uit (standby) te zetten.
60min
Nederlands
33
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
Instellen luidsprekerniveaus
2
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Druk op j / i op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker
te regelen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “BASIC SETUP” (zie bladzijde 26) en “SP
LEVEL” (zie bladzijde 71) methodes.
ENTER
A/B/C/D/E
y
PRESET/CH
Deze handeling kan ook worden uitgevoerd met de
bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk herhaaldelijk op
NEXT op het voorpaneel om het luidsprekerkanaal te selecteren
waarvan u het uitgangsniveau wilt instellen en gebruik vervolgens
LEVEL +/– op het voorpaneel om het uitgangsniveau te regelen.
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
AMP
START
3
Druk op ENTER op de afstandsbediening
wanneer u klaar bent met instellen.
1
VOLUME
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENTER
MUTE
1
10
TITLE
MENU
A/B/C/D/E
3
A/B/C/D/E
RETURN
DISPLAY
PRESET/CH
2
Druk op AMP en vervolgens net zo vaak op
LEVEL op de afstandsbediening tot u de
luidspreker die u wilt instellen heeft
geselecteerd.
AMP
LEVEL
TITLE
BAND
• Druk op “FRONT L” om het uitgangsniveau
(volume) van de linker voor-luidspreker te regelen.
• Druk op “CENTER” om het uitgangsniveau
(volume) van de midden-luidspreker te regelen.
• Druk op “FRONT R” om het uitgangsniveau
(volume) van de rechter voor-luidspreker te
regelen.
• Druk op “SUR. R” om het uitgangsniveau
(volume) van de rechter surround-luidspreker te
regelen.
• Druk op “SUR. B” om het uitgangsniveau
(volume) van de surround achter-luidspreker te
regelen.
• Druk op “SUR. L” om het uitgangsniveau (volume)
van de linker surround-luidspreker te regelen.
• Druk op “SWFR” om het uitgangsniveau (volume)
van de subwoofer te regelen.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met u / d.
34
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENT.
SRCH MODE
BAND
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
SET MENU
LEVEL
ENTER
1
A/B/C/D/E
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
1
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Druk herhaaldelijk op AMP en vervolgens op
ENHANCER op de afstandsbediening om de
gewenste Compressed Music Enhancer
functie te selecteren.
Het volgende scherm zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en de ENHANCER indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel.
ENHANCER
AMP
0
Licht op
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
ENHANCER
dB
ENHANCER 2CH
L
R
Opmerkingen
y
De ENHANCER indicator op het display op het voorpaneel licht
op wanneer één van de Compressed Music Enhancer functies is
ingeschakeld.
BASISBEDIENING
Keuzes: 2ch Stereo, 6ch Stereo, Off
• Selecteer “2ch Stereo” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 2kanaals stereo.
• Selecteer “6ch Stereo” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in 6kanaals stereo.
• Selecteer “Off ” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
• De Compressed Music Enhancer functie is geschikt voor PCM
signalen (32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) en met analoge 2kanaals ingangssignalen.
• De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
• Wanneer de Compressed Music Enhancer functie is
ingeschakeld terwijl er een ongeschikt signaal wordt
weergegeven, zal de melding “Not Available” op het display op
het voorpaneel verschijnen.
• Wanneer de signaalbron wordt omgeschakeld naar één met een
ongeschikt signaal terwijl de Compressed Music Enhancer
functie is ingeschakeld, zal de Compressed Music Enhancer
functie automatisch worden uitgeschakeld en zal het betreffende
signaal worden weergegeven als 2-kanaals of 6-kanaals stereo.
Opmerking
Wanneer u “Off ” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
2
Druk op j / i op de afstandsbediening om het
gewenste effectniveau te selecteren.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
Opmerking
35
Nederlands
Zet het effectniveau op “HIGH” of “LOW” aan de hand van
de eigenschappen van het bronsignaal. Het is mogelijk dat
de hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt
worden. Zet het effectniveau in een dergelijk geval op
“LOW”.
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 21).
Druk op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of
op MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat
“MULTI CH INPUT” verschijnt op het display op
het voorpaneel.
MULTI CH
INPUT
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
1
MULTI CH IN
of
Druk op AMP en vervolgens op STRAIGHT
op de afstandsbediening en kies
“STRAIGHT”.
AMP
Voorpaneel
Afstandsbediening
STRAIGHT
ENT.
MULTI CH INPUT
Opmerking
STRAIGHT
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan
er geen andere signaalbron worden weergegeven. Als u met
INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) een andere signaalbron wilt selecteren, druk
dan eerst op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) zodat de melding “MULTI CH INPUT”
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op
STEREO op de afstandsbediening en kies “2ch
Stereo”.
AMP
STEREO
1
2ch Stereo
y
• U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
“BASS OUT” is ingesteld op “SWFR” of “BOTH” (zie
bladzijde 71).
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door op de
PROGRAM l / h toetsen op het voorpaneel te drukken.
36
2
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen
dient u nog eens op STRAIGHT op de
afstandsbediening te drukken zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer
ingeschakeld.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren door op
STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel te drukken.
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
Luisteren naar pure hi-fi
stereoweergave
De “DIRECT STEREO” functie laat bronsignalen alle
decoders en DSP processors van dit toestel onveranderd
passeren zodat u kunt profiteren van pure hi-fi weergave
van 2-kanaals PCM en analoge bronsignalen.
Druk op AMP en vervolgens op DIRECT ST. op de
afstandsbediening en kies “DIRECT STEREO”.
AMP
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen om
de gewenste signaalbron te selecteren.
DIRECT ST.
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX
8
2
BASISBEDIENING
DIRECT STEREO
Druk op AMP en vervolgens op STRAIGHT
op de afstandsbediening en kies
“STRAIGHT”.
STRAIGHT
AMP
ENT.
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in de “DIRECT STEREO” functie.
• Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen in deze stand, zal het toestel automatisch
overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron.
Wanneer “DTS” is geselecteerd als ingangsfunctie (zie
bladzijde 32) zal er geen geluid worden weergegeven.
• Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
• De “TONE CONTROL” (zie bladzijde 30) en “SOUND
MENU” (zie bladzijde 70) instellingen (behalve voor de
instelling van de luidsprekerniveaus) staan buiten werking.
• Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
STRAIGHT
3
Druk op u / d om de informatie over het
ingangssignaal te laten verschijnen.
y
U kunt de “DIRECT STEREO” functie ook selecteren door
herhaaldelijk op de PROGRAM l / h toetsen op het voorpaneel
te drukken.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Nederlands
37
GEBRUIKEN VAN ANDERE FUNCTIES
De volgende informatie zal een paar seconden lang
op het display op het voorpaneel getoond worden.
Signaalformattering
De formattering van het signaal wordt getoond.
Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan
detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
Display status: Analog, Digital, Dolby Digital, DTS,
PCM, Unknown Digital
Opmerking
“Unknown Digital” verschijnt wanneer dit toestel een
signaal detecteert dat niet gedecodeerd kan worden.
Kanaal in:
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/LFE”.
Bemonsteringsfrequentie fs:
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Display status: 32kHz, 44.1kHz, 48kHz, 64kHz,
88.2kHz, 96kHz
Bitsnelheid rate:
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
Vlag flg:
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
y
Wanneer u informatie over de signaalbron bekijkt, staat dit toestel
in de “STRAIGHT” stand (zie bladzijde 36). Om eventuele
geluidseffecten weer in te schakelen, dient u nog eens op
“STRAIGHT” te drukken.
38
Afspelen van video op de
achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Druk op de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
Audiobronnen
V-AUX
Videobronnen
Opmerking
Als u wilt luisteren naar een signaalbron die is aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen terwijl u naar andere
videobeelden kijkt, moet u eerst de videobron selecteren en
vervolgens op MULTI CH INPUT op het voorpaneel (of MULTI
CH IN op de afstandsbediening) drukken om “MULTI CH
INPUT” als signaalbron te selecteren (zie bladzijde 36).
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave
van multikanaals materiaal
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten,
kunt u via deze functie profiteren van 6.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder.
1
Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op
EXTD SUR. op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen 5.1- en 6.1kanaals weergave.
7
Decoder
Functies
Voor weergave van Dolby Digital of
PLIIxMusic DTS signalen via 6.1 kanalen met de Pro
Logic IIx Music decoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of
DTS signalen via 6.1 kanalen met de
Dolby Digital EX decoder.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1 kanalen te
creëren.
Opmerkingen
2
Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer
“PLIIxMusic” (enz.) wordt getoond.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1
kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1
kanalen worden weergegeven.
• Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx Music”, “EX/
ES” of “EX”) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk,
ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– wanneer “SUR. LR” (zie bladzijde 70) of “SUR. B” (zie
bladzijde 70) op “NONE” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer het “2ch Stereo” (zie bladzijde 36) of “DIRECT
STEREO” (zie bladzijde 37) programma is geselecteerd.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “AUTO”.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70).
BASISBEDIENING
EXTD SUR.
AMP
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Nederlands
39
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Genieten van surroundweergave
van 2-kanaals materiaal
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
1
Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op
STANDARD op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “SUR.
STANDARD” en “SUR. ENHANCED”
programma's, of druk op MOVIE om de
“MOVIE THEATER” programma's te
selecteren.
STANDARD
SUR. STANDARD
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
PLIIx Music
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor muziekmateriaal
PLIIx Game
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor spelmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
Neo:6 Music
DTS verwerking voor
muziekmateriaal
5
AMP
of
MOVIE
4
2
Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
SELECT
6
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het
materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de afstandsbediening
terwijl het decodertype op het display op het voorpaneel wordt
getoond.
Functies
SUR. ENHANCED
of
MOVIE THEATER
Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking
voor filmmateriaal
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal
Opmerking
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 70).
40
LUISTEREN NAAR SURROUNDWEERGAVE
Gebruiken van het Virtual CINEMA
DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. LR” op “NONE” (zie bladzijde 70) instelt,
zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 55).
Opmerking
BASISBEDIENING
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. LR” op “NONE” (zie
bladzijde 70):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 36).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer “DIRECT STEREO” (zie bladzijde 37) of “2ch
Stereo” (zie bladzijde 36) is geselecteerd, of wanneer het
toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 36).
Nederlands
41
OPNEMEN
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 30), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 71) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 54) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge OUT (REC) aansluitingen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
VOLUME
1
Zet alle aangesloten componenten aan.
2
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of druk op
één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de signaalbron
waarvan u wilt opnemen te selecteren.
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
INPUT
2
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
of
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
REC
42
STANDBY
V-AUX
POWER
Voorpaneel
Afstandsbediening
TUNER
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
2
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende
component.
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
3
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antenne zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator op het display oplicht.
TUNING MODE
Automatisch afstemmen
AUTO/MAN'L
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
DVR
2
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
VOLUME
AUTO TUNED
SP
A
AM 1440 kHz
R
VOLUME
Geen dubbele punt (:)
Licht op
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
BASISBEDIENING
A
dB
L
PRESET/TUNING
3
1
4
1
3
EDIT
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
4
Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
l
PRESET/TUNING
h
LEVEL
FM/AM
FM
of
AM
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
AUTO TUNED
VOLUME
SP
A
A
dB
AM 1530 kHz
L
R
Nederlands
Licht op
43
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
3
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L) zodat
de AUTO indicator van het display verdwijnt.
TUNING MODE
Opmerking
AUTO/MAN'L
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
2
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
TUNED
VOLUME
SP
A
A
dB
AM 1440 kHz
L
R
VOLUME
Geen dubbele punt (:)
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
Verdwijnt
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
TUNING MODE
PORTABLE
PRESET/TUNING
3
1
4
1 3
EDIT
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
4
Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
l
PRESET/TUNING
LEVEL
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
44
of
AM
h
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 FM zenders met een goede ontvangst
(A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen)
automatisch laten voorprogrammeren op de volgorde
waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens
gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers
afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders.
3
Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden
zal het automatisch voorprogrammeren beginnen
vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
3
2
VOLUME
Knippert
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
DVR
TUNING MODE
PHONES
SPEAKERS
A
B
l
PROGRAM
h
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
MEMORY
VOLUME
dB
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
DTV/CBL
SP
A
VIDEO AUX
INPUT MODE
V-AUX
AUTO TUNED
AUTO/MAN'L
INPUT
STRAIGHT
A1:FM 87.50MHz
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
L
R
Knippert
1
1
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
y
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen. Zie “Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 46 voor details.
BASISBEDIENING
3
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
Opmerkingen
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren”.
Nederlands
45
FM/AM AFSTEMMEN
■ Mogelijkheden automatisch
voorprogrammeren
Handmatig voorprogrammeren
U kunt het voorkeuzenummer opgeven waar u het toestel
wilt laten beginnen met het opslaan van FM zenders en/of
vanwaar het afstemmen naar lagere frequenties zal
beginnen.
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de
hand voorprogrammeren.
2,5
3
Opmerking
Voer eerst de stappen 1 t/m 3 onder “Automatisch
voorprogrammeren” op bladzijde 45 uit.
VOLUME
STANDBY
/ON
• Druk op A/B/C/D/E en vervolgens op
PRESET/TUNING l / h om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder
de eerste zender zal worden opgeslagen.
Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
l
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
l
PROGRAM
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
4
1
• Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele
punt (:) verdwijnt van het display op het
voorpaneel en druk vervolgens op PRESET/
TUNING l om af te stemmen naar lagere
frequenties.
PRESET/TUNING
NEXT
STRAIGHT
SPEAKERS
A
B
h
LEVEL
l
A/B/C/D/E
INPUT
NEXT
PRESET/TUNING
FM/AM
EDIT
PHONES
Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie de bladzijden 43 en 44 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
VOLUME
TUNED
SP
A
A
dB
AM
630 kHz
L
R
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display op het
voorpaneel getoond worden.
h
LEVEL
2
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Knippert
3
Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
herhaaldelijk op A/B/C/D/E tot u de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
A/B/C/D/E
NEXT
Knippert
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
C :AM
Voorkeuzegroep
46
dB
630 kHz
Dubbele punt (:)
L
R
FM/AM AFSTEMMEN
4
Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
• Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
VOLUME
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
PRESET/TUNING
l PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l
h
MEMORY
LEVEL
MAN'L/AUTO FM
h
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
STRAIGHT
SPEAKERS
A
B
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
LEVEL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
Knippert
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
AUDIO
R
PORTABLE
12
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
630 kHz
L
SET MENU
LEVEL
dB
C3:AM
L
R
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
2
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
DISPLAY
1
PRESET/CH
y
5
Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) terwijl
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de “TUNER” (Radio) als
signaalbron te selecteren.
1
Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of A-E/
CAT. j / i op de afstandsbediening) om de
gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te
selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
BASISBEDIENING
Voorkeuzenummer
A/B/C/D/E
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
of
CD
TUNED
VOLUME
SP
A
C3:AM
NEXT
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
dB
630 kHz
L
R
PRESET/CH
Voorpaneel
Afstandsbediening
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
6
Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Nederlands
47
FM/AM AFSTEMMEN
2
Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
2,4
VOLUME
l
PRESET/TUNING
h
of
ENTER
LEVEL
A/B/C/D/E
STANDBY
/ON
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING
NEXT
EDIT
h
MEMORY
LEVEL
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
PRESET/CH
SPEAKERS
A
B
l
STRAIGHT
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
Afstandsbediening
Voorpaneel
1,3 1,3
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
CD
TUNED
VOLUME
SP
A
E1:FM 87.50MHz
dB
L
1
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 47.
2
Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
R
y
U kunt het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) ook direct
invoeren met de cijfertoetsen op de afstandsbediening.
PRESET/TUNING
EDIT
Knippert
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
E1:FM 87.50MHz
Knippert
48
dB
L
R
FM/AM AFSTEMMEN
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 47.
PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
EDIT
NEXT
Knippert
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
MEMORY
VOLUME
SP
A
dB
A5:FM 90.60MHz
L
R
BASISBEDIENING
Knippert
4
Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
PRESET/TUNING
EDIT
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R pTUNER
TUNED
CD
VOLUME
SP
A
EDIT
dB
E1-A5
L
R
Nederlands
49
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Het Radio Data Systeem (alleen modellen voor het V.K. en Europa) is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM
zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in
een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma
Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde
service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programma
3
Met deze functie kunt u één van de 15 Radio Data
Systeem programmatypes selecteren en het toestel onder
alle beschikbare voorkeuzezenders laten zoeken naar
programma’s van het gewenste type.
POWER
POWER
TV
AV
CD
1
MD/CD-R
DVD
STANDBY
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
1
1
SLEEP
FREQ/TEXT
MODE
ENTERTAIN
EON
PTY SEEK
3
4
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENTER
A/B/C/D/E
10
SET MENU
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
A/B/C/D/E
DAB MEMORY
DISPLAY
PRESET/CH
Programmatype
LEVEL
TITLE
FM
BAND
Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
PTY SEEK
NEWS
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
50
Licht op
A/B/C/D/E
RETURN
AMP
PRESET/CH
3
Druk op TUNER en vervolgens op BAND op
de afstandsbediening en kies “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
MODE
A/B/C/D/E
ENT.
LEVEL
START
TUNER
2
POP M
MOVIE
2
SELECT
ENTER
DISC SKIP
4
2
MUSIC
1
STANDARD
TUNER
DTV/CBL
REC
STEREO
POWER
Druk op PRESET/CH u / d op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
4
Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
PTY SEEK
POP M
PTY HOLD
Licht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
POWER
POWER
TV
AV
CD
1
DVD
MD/CD-R
DTV/CBL
REC
3
MODE
STEREO
POWER
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
TUNER
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
1
10
ENT.
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
ENTER
DISC SKIP
SLEEP
FREQ/TEXT
1
STANDBY
BASISBEDIENING
Knippert
START
Gebruiken van het Radio Data
Systeem netwerk
EON
PTY SEEK
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
AMP
DAB MEMORY
DISPLAY
PRESET/CH
START
Druk op TUNER en vervolgens op BAND op
de afstandsbediening en kies “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
TUNER
LEVEL
TITLE
FM
BAND
2
Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
Nederlands
51
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
3
Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype (NEWS, AFFAIRS, INFO of
SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
EON
NEWS
Licht op
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem functies alleen selecteren
wanneer de corresponderende indicators oplichten op het
display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel
alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de
zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1
POWER
POWER
TV
AV
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
SLEEP
FREQ/TEXT
1
1
ENTERTAIN
MOVIE
2
3
4
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
EON
PTY SEEK
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
AMP
DAB MEMORY
DISPLAY
PRESET/CH
START
Druk op TUNER en vervolgens op BAND op
de afstandsbediening en kies “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
TUNER
LEVEL
TITLE
BAND
52
MUSIC
1
STANDARD
ENTER
DISC SKIP
MODE
STEREO
POWER
CD
REC
2
STANDBY
FM
AFSTEMMEN OP RADIO DATA SYSTEEM ZENDERS (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
2
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
FREQ/TEXT
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
BASISBEDIENING
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Nederlands
53
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de
wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de
muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
■ Onderdelen van een geluidsveld
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten
weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel
oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct
waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond)
en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en
maken het directe geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de
grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen
in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst
om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen Geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 36).
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden
teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
■ Bediening via het voorpaneel
■ Afstandsbediening
FREQ/TEXT
MODE
EON
PTY SEEK
AMP
AMP
START
VOLUME
STANDBY
/ON
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
VOLUME
MUTE
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
STEREO
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
10
ENT.
PROGRAM l / h toetsen
Druk herhaaldelijk op de PROGRAM l / h
toetsen op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
54
Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op één
van de geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet “INPUT
MODE” op “AUTO” (zie bladzijde 32) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het
binnenkomende ingangssignaal.
Opmerkingen
• De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma.
■ Voor film/video bronnen
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
y
Druk op de PROGRAM l / h toetsen op het voorpaneel (of druk op AMP en dan op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 54).
Toets
Geluidsveldprogramma
afstandsbediening
Kenmerken
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal
onveranderd weer.
2
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Creëert een enthousiaste atmosfeer waarin u zich
middenin een echt jazz of rock concert kunt wanen.
ENTERTAINMENT
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Reproduceert de geluidsomgeving van een grote
concertzaal met behulp van het surround geluidsveld om de weergave van
allerlei TV programma’s, zoals nieuws, licht amusement, muziekprogramma’s
of sportprogramma’s, te verbeteren.
ENTERTAINMENT
Mono Movie
CINEMA DSP verwerking. Reproduceert mono videobronnen (zoals oude
films) met een optimaal natrillingsniveau om het geluid meer diepte te geven,
alleen met behulp van het zogenaamde aanwezigheidsgeluidsveld.
ENTERTAINMENT
Game
CINEMA DSP verwerking. Voegt een diepe en ruimtelijke dimensie toe aan de
geluidsweergave van videospelletjes.
3
MULTI
2-CH
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
1
Bronnen
Nederlands
55
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Toets
Geluidsveldprogramma
afstandsbediening
Kenmerken
MOVIE THEATER
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert tot in de details het
extreem brede geluidsveld van een 70-mm bioscoop, hetgeen zowel de videoals de geluidsweergave ongelofelijk realistisch maakt. Dit is ideaal voor Dolby
Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal; vooral voor groots
opgezette films.
MOVIE THEATER
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van
gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science
fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden
van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een
virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd
materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
4
MOVIE THEATER
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma reproduceert de geluidsweergave
van de nieuwste 70-mm en multikanaals filmsoundtracks zoals weergegeven in
de nieuwste bioscopen, waarbij de natrillingen van het geluidsveld zelf zoveel
mogelijk worden onderdrukt.
MOVIE THEATER
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van
70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door
een zacht en weids geluidsveld.
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
Bronnen
MULTI
2-CH
5
■ Voor muziekmateriaal
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
y
Druk op de PROGRAM l / h toetsen op het voorpaneel (of druk op AMP en dan op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren (zie bladzijde 54).
Toets
Geluidsveldprogramma
afstandsbediening
1
2
3
Kenmerken
STEREO
2ch Stereo
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal.
STEREO
6ch Stereo
Voor weergave van 2-kanaals bronmateriaal met alle luidsprekers via 6.1
kanalen, waarmee een groter geluidsveld geproduceerd wordt; ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
MUSIC
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert een klassieke doosvormige
concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen
zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MUSIC
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert het geluidsveld vlak voor
het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club met 300
zitplaatsen.
MUSIC
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Dit programma reproduceert de dynamische rock-sound
van “The Roxy Theatre”, één van de vetste rock clubs in L.A. De virtuele
luisterplek bevindt zich iets links van het midden van de zaal.
ENTERTAINMENT
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad en geeft een geconcentreerde en
energieke weergave.
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
5
56
Bronnen
2-CH
MULTI
2-CH
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
2
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
Opmerkingen
• Gebruik de “PARAM. INI” functie in het “OPTION MENU”
om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een
groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 75).
• U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 75). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
Druk herhaalderlijk op één van de toetsen
voor de geluidsveldprogramma’s tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
STEREO
3
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
Druk op u / d om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op j / i om de ingestelde waarde
te veranderen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
y
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 58.
• Herhaal de stappen 2 en 3 indien u nog andere parameters voor
dit geluidsveldprogramma wilt veranderen.
• Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van de waarde van
een geluidsveldparameter, zal de oorspronkelijke
fabrieksinstelling kort op het display op het voorpaneel worden
getoond.
EON
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
AMP
START
A/B/C/D/E
PRESET/CH
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
FREQ/TEXT
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
1
VOLUME
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
MUTE
10
MOVIE
ENT.
LEVEL
SET MENU
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
1
2
3
DISPLAY
PRESET/CH
Druk op AMP op de afstandsbediening.
AMP
Nederlands
57
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
y
Voor details met betrekking tot het veranderen van ingestelde waarden voor geluidsveldparameters, zie bladzijde 57.
Geluidsveldparameter
DSP LEVEL
Kenmerken
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
INIT. DLY
P. INIT. DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar
lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde
voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT. DLY en P. INIT. DLY)
1 t/m 49 ms (S. INIT. DLY och SB INI. DLY)
Niveau
Niveau
Niveau
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
58
Grote waarde = 99 ms
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB RM SIZE
Kenmerken
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
Niveau
Niveau
Brongeluid
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Brongeluid
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Niveau
Dood
Niveau
Levendig
Niveau
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Grote waarde = 2,0
Tijd
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Grote waarde = 10
Nederlands
59
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
REV.TIME
Kenmerken
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Natrillingen
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
60 dB
REV.TIME
Geluidsbron
60 dB
REV.TIME
Korte
natrillingen
60 dB
REV.TIME
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
REV.DELAY
Natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Niveau
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
REV. LEVEL
Tijd
60
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
REV.LEVEL
Kenmerken
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Niveau
Instelbereik: 0 tot 100%
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
2ch Stereo
DIRECT
REV.TIME
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: AUTO, OFF
y
6ch Stereo
CT LEVEL
SL LEVEL
SR LEVEL
SB LEVEL
6-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround en surround achter niveaus. Regelt het
volumeniveau voor elk kanaal in de 6-kanaals stereo weergavefunctie.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
• De “AUTO” instelling laat het signaal alleen de decoders en DSP processors passeren wanneer
“BASS” en “TREBLE” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 30).
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
– “BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 71).
– “FRONT” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 70) en “BASS OUT” is ingesteld op
“SWFR” (zie bladzijde 71).
Instelbereik: 0 tot 100%
Nederlands
61
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldparameter
Kenmerken
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
PANORAMA
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
DIMENSION
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Keuzes: OFF, ON
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
CT WIDTH
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de middenluidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
C. IMAGE
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
y
De “PRO LOGIC IIx Music”, “PRO LOGIC II Music” en “DTS Neo:6 Music” parameters kunnen alleen worden ingesteld wanneer
“SUR. STANDARD” is geselecteerd. Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op de afstandsbediening en kies
“SUR. STANDARD” (zie bladzijde 40).
62
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma luidsprekeropstellingen
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de
diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma.
Opmerking
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt
weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde
manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “6ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de surround
achter-luidspreker (zie bladzijde 39).
In de schema’s worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt:
L
Linker voor-luidspreker
SL
Linker surround-luidspreker
C
Midden-luidspreker
SR
Rechter surround-luidspreker
R
Rechter voor-luidspreker
SB
Surround achter-luidspreker
Luidspreker die geluid weergeeft
*
Luidspreker die geen geluid weergeeft
Wanneer de q EX / q PL IIx / ES indicators uit zijn op het display op het voorpaneel
2-kanaals audio
(mono)
STEREO
2ch Stereo
L
SL
STEREO
6ch Stereo
L
SL
MUSIC
Hall in Vienna
The Bttm Line
The Roxy Thtr
ENTERTAINMENT
Disco
SL
L
SL
SB
C
SB
C
SB
C
SB
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
C
SB
C
SB
C
SB
C
SB
5.1/6.1-kanaals audio *
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
C
SB
C
SB
C
SB
C
SB
R
SR
R
SR
R
SR
Nederlands
MUSIC
Pop/Rock
ENTERTAINMENT
TV Sports
Mono Movie
Game
L
C
2-kanaals audio
(stereo)
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma
R
SR
63
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma
SUR. ENHANCED
DOLBY DIGITAL
PRO LOGIC
DTS
2-kanaals audio
(mono)
L
SL
C
SB
2-kanaals audio
(stereo)
R
L
SR
SL
Pro Logic
SUR. ENHANCED
PLII Movie
PLIIx Movie
L
SL
C
SB
C
SB
5.1/6.1-kanaals audio *
R
L
SR
SL
C
SB
R
SR
Pro Logic
R
L
SR
SL
C
SB
R
SR
Pro Logic II
L
SL
C
SB
R
SR
Pro Logic IIx
L
SL
C
SB
R
L
SR
SL
R
L
SR
SL
C
SB
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
SUR. ENHANCED
Neo:6 Cinema
R
SR
STRAIGHT
L
SL
C
SB
C
SB
R
L
SR
SL
C
SB
R
SR
Mono weergave
DIRECT STEREO
L
SL
C
SB
R
L
SR
SL
C
SB
R
SR
Mono weergave
Nederlands
65
SET MENU
SET MENU
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ BASIC SETUP BASIC SETUP
Deze functie is handig wanneer u uw systeem snel en met minimale inspanningen klaar voor gebruik wilt maken (zie
bladzijde 26).
■ MANUAL SETUP MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen en de crossover frequentie.
70
B)SP LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
71
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
72
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
72
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
72
F)D. RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
73
G)AUDIO SET
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de
instellingen voor het passeren van de toonregeling.
73
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of
een signaalbron een andere naam geven.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)INPUT ASSIGN
Toewijzen van ingangsaansluitingen van dit toestel aan de daarmee verbonden componenten.
73
B)INPUT MODE
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
74
C)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
74
D)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
74
66
SET MENU
Optiemenu 3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Parameter
Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display.
75
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere “SET MENU”
instellingen.
75
C)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
75
D)MULTI ZONE
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn aangesloten op de SPEAKERS B
aansluitingen.
75
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
67
SET MENU
Gebruiken van het SET MENU
2
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
FREQ/TEXT
EON
MODE
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
STEREO
MUSIC
AMP
START
Druk op u / d, selecteer “MANUAL SETUP”
en druk vervolgens op ENTER.
1
VOLUME
ENTER
MUTE
ENTERTAIN
A/B/C/D/E
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
SET MENU
LEVEL
TITLE
MENU
SRCH MODE
BAND
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
A/B/C/D/E
MOVIE
PRESET/CH
1,7
2-6
. MANUAL SETUP
DISPLAY
PRESET/CH
3
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
• Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het
“SET MENU”, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Herhaal de volgende procedure om de diverse instellingen te
selecteren en te wijzigen.
• Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige menu.
Druk op ENTER om de “MANUAL SETUP” te
openen.
“1 SOUND MENU” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
ENTER
A/B/C/D/E
Opmerking
PRESET/CH
U kunt sommige “SET MENU” parameters niet wijzigen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” is geselecteerd als
nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 31).
1
Druk op AMP en vervolgens op SET MENU
om het “SET MENU” te openen.
“BASIC SETUP” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
AMP
A/B/C/D/E
1 SOUND MENU
4
Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
menu te selecteren en druk op ENTER om het
te openen.
De volgende menu's verschijnen op het display op het
voorpaneel als u herhaaldelijk op u / d drukt.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
. BASIC SETUP
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
PRESET/CH
1 SOUND MENU
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
68
A/B/C/D/E
SET MENU
5
Druk herhaaldelijk op u / d om het gewenste
submenu te selecteren en druk op ENTER
om het te openen.
Herhaal de stappen 5 en 6 om door de mogelijkheden
te bladeren en de in te stellen onderdelen op te
zoeken.
Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige
menu.
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Druk op SET MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
SET MENU
MENU
SRCH MODE
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
PRESET/CH
PRESET/CH
6
A/B/C/D/E
7
Druk op u / d om de gewenste parameter te
selecteren en vervolgens op j / i om de
instelling te wijzigen.
• Druk op i om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op j om de ingestelde waarde te verlagen.
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
69
SET MENU
1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertraging in de
videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Voor-luidsprekers FRONT
Keuzes: SMALL, LARGE
• Selecteer “SMALL” (klein) als u kleine voorluidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen
weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de
linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij
BASS OUT geselecteerde luidsprekers gedirigeerd
worden.
• Selecteer “LARGE” (groot) als u grote voorluidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer
te geven. Alle signalen voor de linker en rechter
voorkanalen worden naar de linker en rechter voorluidsprekers gedirigeerd.
Opmerking
Als “BASS OUT” is ingesteld op “FRNT” (zie bladzijde 71),
zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS
bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen,
en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” of “NONE” allemaal gedirigeerd worden naar de linker
en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “FRONT” instelling.
Midden-luidspreker CENTER
Keuzes: NONE, SML, LRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen middenluidspreker heeft aangesloten. De lage tonen uit het
middenkanaal zullen gedirigeerd worden naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd bij “BASS OUT”
(zie bladzijde 71) en de rest van het middenkanaal zal
naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden
gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “BASS OUT” (zie bladzijde 71).
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
70
Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. LR
Keuzes: NONE, SML, LRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 41) en zal “ SUR. B” automatisch op
“NONE” (geen) worden ingesteld (zie hieronder). De
lage tonen in de linker en rechter surroundkanalen
zullen naar de bij “BASS OUT” geselecteerde
luidsprekers gedirigeerd worden (zie bladzijde 71).
• Selecteer “SML” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden
(zie bladzijde 71).
• Selecteer “LRG” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
Surround achter-luidsprekers SUR. B
Keuzes: NONE, SML, LRG
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen surround schterluidspreker heeft aangesloten. De lage tonen uit het
surround-achterkanaal zullen gedirigeerd worden naar
de luidsprekers die zijn geselecteerd bij “BASS OUT”
(zie bladzijde 71) en de rest van het surroundachterkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “SML” (klein) als u een kleine surround
achter-luidspreker heeft die niet goed in staat is lage
tonen weer te geven. De lage tonen uit het surroundachterkanaal worden gedirigeerd naar de luidsprekers
die u heeft geselecteerd bij “BASS OUT” (zie
bladzijde 71).
• Selecteer “LRG” (groot) als u een grote surround
achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen
weer te geven. Alle signalen voor het surroundachterkanaal worden naar de surround achterluidspreker gedirigeerd.
SET MENU
LFE/Lage tonen weergave BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
• Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “SML” (of “SMALL”) of op “NONE”
worden naar de subwoofer gedirigeerd.
• Selecteer “FRNT” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” of
“NONE” zullen allemaal gedirigeerd worden naar de
linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de
“FRONT” instelling (zie bladzijde 70).
• Selecteer “BOTH” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” of
“NONE” worden naar de subwoofer gedirigeerd. De
lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen
naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT”
instelling (zie bladzijde 70).
Subwooferfase SWFR PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: NRM, REV
Instelbereik: –10,0 t/m +10,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0 dB
Hier volgt een voorbeeld waarin “FL” is geselecteerd om
de balans voor de linker voor-luidspreker in te stellen.
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
CD
VOLUME
SP
A
dB
FL ----||----
L C R
SL
SR
Knippert
• Selecteer “FL” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “FR” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “C” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SL” om de balans voor de linker surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SR” om de balans voor de rechter surroundluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SB” om de balans voor de surround achterluidspreker in te stellen.
• Selecteer “SWFR” om de balans voor de subwoofer in
te stellen.
Opmerking
“C”, “SL”, “SR”, “SB” en “SWFR” kunnen niet worden ingesteld
indien “CENTER” (zie bladzijde 70), “SUR. LR” (zie
bladzijde 70), “SUR. B” (zie bladzijde 70) en “BASS OUT”
(zie bladzijde 71) zijn ingesteld op “NONE”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Crossover CROSSOVER
Met deze functie kunt u een crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie
bladzijde 70). Alle frequenties onder de geselecteerde
frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of
naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of
“LARGE”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 70).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
■ Luidsprekerniveau B) SP LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 70) geselecteerde
luidsprekers. De geselecteerde luidspreker geeft de
testtoon weer en de bij die luidspreker behorende indicator
knippert.
• Selecteer “NRM” als u de fase voor uw subwoofer niet
wilt omkeren.
• Selecteer “REV” om de fase voor uw subwoofer om te
keren.
Nederlands
71
SET MENU
■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
• Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
• Selecteer “FRONT L” om de afstand voor de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “FRONT R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “CENTER” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
• Selecteer “SUR. B” om de afstand voor de surround
achter-luidspreker in te stellen.
Begininstelling: 2,10 m (7.0 ft)
• Selecteer “SWFR” om de afstand voor de subwoofer in
te stellen.
Begininstelling: 3,00 m (10.0 ft)
■ Grafische equalizer voor het
middenkanaal D)CENTER GEQ
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via het
middenkanaal zo aanpassen met de ingebouwde 5-banden
(100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz en 10kHz) grafische
equalizer, dat de toonkwaliteit van de middenluidspreker
overeenkomt met die van de voorluidsprekers. U kunt de
instelling verrichten terwijl u naar de huidige signaalbron
luistert, of luisterend naar een testtoon.
Instelbereik: –6 t/m +6 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
y
Druk op u / d om een frequentieband te selecteren en op j / i
om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Hier volgt een voorbeeld waarin “100 Hz” is geselecteerd
als de frequentieband.
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
100Hz--||--
CD
VOLUME
dB
0
dB
Testtoon TEST
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
• Selecteer “ON” om de linker voor- en de middenluidspreker een testtoon te laten produceren en stel aan
de hand daarvan de toonkwaliteit van de middenluidspreker in.
■ Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel
Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Luidspreker SP LFE
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Opmerking
Hoofdtelefoon HP LFE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
“CENTER”, “SUR. L”, “SUR.R”, “SUR. B” en “SWFR” kunnen
niet worden ingesteld indien “CENTER” (zie bladzijde 70),
“SUR. LR” (zie bladzijde 70), “SUR. B” (zie bladzijde 70) en
“BASS OUT” (zie bladzijde 71) zijn ingesteld op “NONE”.
Opmerking
72
TUNER
SP
A
Afhankelijk van de instellingen bij “BASS OUT” (zie
bladzijde 71) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
SET MENU
■ Dynamisch bereik F)D. RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Luidspreker SP D.R
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon HP D.R
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
Keuzes: MIN, STD, MAX
• Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
• Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
■ Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYP.
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie
bladzijde 31).
Keuzes: FULL, –20dB
• Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Passeren toonregeling TC.BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de
toonregeling helemaal laten negeren wanneer “TREBLE”
en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 30).
Keuzes: AUTO, OFF
• Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeeerd wordt.
Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen
aan andere apparatuur, de ingangsfunctie selecteren of een
signaalbron een andere naam geven.
■ Toewijzen van ingangsaansluitingen
A)INPUT ASSIGN
U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de ingangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen
A, B en C
C.V[A]
C.V[B]
C.V[C]
Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
[C] DVD, DTV/CBL, V-AUX, DVR
Voor OPTICAL INPUT aansluiting 1 en 2
IN (1)
IN (2)
Keuzes: (1) CD, MD/CDR, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
(2) CD, MD/CDR, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
Voor COAXIAL INPUT aansluiting 3
COAXIAL IN (3)
Keuzes: (3) CD, MD/CDR, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
DVR
Opmerkingen
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de DIGITAL
INPUT (COAXIAL) als met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT
(COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Audio vertraging A.DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
2 INPUT MENU
Nederlands
73
SET MENU
■ Ingangsfunctie B)INPUT MODE
Gebruik deze functie om de “INPUT MODE” van dit
toestel terug te zetten op “AUTO” (zie bladzijde 32)
ongeacht de vorige instelling of om de laatste
ingangsfunctie op te roepen (“AUTO”, “DTS”, of
“ANALOG”) die gebruikt werd met de signaalbron in
kwestie zodra u dit toestel inschakelt.
Keuzes: AUTO, LAST
3
Kies met u / d het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met j / i naar het volgende
teken.
ENTER
ENTER
ENTER
• Selecteer “AUTO” om “INPUT MODE” terug te zetten
op “AUTO” (zie bladzijde 32) ongeacht de vorige
instelling zodra u dit toestel aan zet. Ingangssignalen
worden door dit toestel automatisch geselecteerd in
deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
• Selecteer “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie (“AUTO”, “DTS”, of “ANALOG”) in
te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in
kwestie gebruikt is.
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin aan “DVD”
de nieuwe naam “My DVD” wordt gegeven.
DVR
V-AUX
DTV/CBL pDVD
MD/CD-R
TUNER
Opmerkingen
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, –, +, enz.).
1
2
My DVD
L C R
SL
SR
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX
Druk op AMP en vervolgens herhaaldelijk op
j / i op de afstandsbediening om de “_”
(onderstreping) onder de spatie of het teken
dat u wilt bewerken te plaatsen.
AMP
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
PRESET/CH
74
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5
Druk nog eens op SET MENU op de
afstandsbediening om de “INPUT RENAME”
functie af te sluiten.
VOLUME
dB
CD
4
CD
SP
A
DVD
A/B/C/D/E
PRESET/CH
PRESET/CH
PRESET/CH
■ Signaalbronnen nieuwe namen geven
C)INPUT RENAME
Via deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals getoond op het display op het voorpaneel
veranderen.
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
SET MENU
MENU
SRCH MODE
■ Volume Trim D)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
Instelbereik: –6,0 t/m 6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
SET MENU
3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
■ Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op j om het display op het voorpaneel te
dimmen.
• Druk op i om het display op het voorpaneel helderder
te maken.
■ Geheugen beveiliging B) MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
• Selecteer “OFF” om de “MEMORY GUARD” functie
uit te schakelen.
• Selecteer “ON” om de inhoud van het geheugen te
beveiligen:
– DSP programma instellingen
– Alle “SET MENU” onderdelen
– Alle ingestelde luidsprekerniveaus
Opmerking
■ Zone instelling D)MULTI ZONE
Via deze instelling kunt u de locatie aangeven van de
luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B
aansluitingen van dit toestel.
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers
die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen
zich bevinden.
Keuzes: FRONT, ZONE B
• Selecteer “FRONT” om de SPEAKERS A en B set aan
of uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw eerste
luisterruimte bevinden.
• Selecteer “ZONE B” als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte (zone) bevinden. Als SPEAKERS A
wordt uitgeschakeld en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld, zullen alle luidsprekers in de eerste
luisterruimte worden uitgeschakeld en zal er alleen via
de SPEAKERS B aansluitingen geluid worden
weergegeven.
Opmerkingen
• Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting van dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de SPEAKERS B aansluitingen wanneer “SP
B” is ingesteld op “ZONE B”.
• Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
“ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual
CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 41).
Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u
geen andere “SET MENU” items meer selecteren of instellen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Met deze functie kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de corresponderende toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s op de afstandsbediening om het
geluidsveldprogramma dat u wilt initialiseren te
selecteren.
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE THEATER, STANDARD
Opmerkingen
Nederlands
• U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft
geïnitialiseerd.
• U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
• U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren
wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingesteld op
“ON”.
75
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• De instellingen die u maakt treden in werking wanneer u de volgende keer dit toestel aan zet door op STANDBY/ON op het
voorpaneel (of POWER op de afstandsbediening) te drukken (zie bladzijde 25).
• Alleen STANDBY/ON, STRAIGHT (EFFECT) en de PROGRAM l / h toetsen functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu
gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
3
VOLUME
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
l PRESET/TUNING
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
TUNING MODE
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
L
AUDIO
R
PORTABLE
Gebruik de PROGRAM l / h toetsen op het
voorpaneel en selecteer de parameter
waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 77 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
l
1,2,5
1
2,4
PROGRAM
h
3
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om
dit toestel in de uit (standby) te zetten.
Op dit moment
geselecteerde
parameterinstelling
Op dit moment
geselecteerde
parameter
STANDBY
/ON
SP IMP.-8 MIN
2
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens op
STANDBY/ON om dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Houd
ingedrukt
STANDBY
/ON
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om de geselecteerde
instelling te wijzigen.
STRAIGHT
EFFECT
5
STRAIGHT
EFFECT
4
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel
uit (standby) te zetten.
STANDBY
/ON
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
76
GEAVANCEERDE SETUP
■ Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN
• Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 Ω .
• Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 Ω .
SP IMP.
Luidspreker
Impedantieniveau
Opmerkingen
• Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het
uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 16 Ω of hoger
zijn.*
■ Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en algemene
modellen)
Midden
Surround
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
(zie bladzijde 81).
Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
• Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 Ω of hoger
zijn.
Voor
8ΩMIN
■ Fabrieksinstellingen PRESET
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 Ω of
hoger zijn.
Surround Achter
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 4 Ω of hoger
zijn.
Voor
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de
impedantie van elk van de
luidsprekers 8 Ω of hoger
zijn.
6ΩMIN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Midden
Surround
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 Ω of
hoger zijn.
Surround Achter
*
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik
maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B)
wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8ΩMIN”.
Nederlands
77
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 80).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van een TV
Druk op AMP om dit toestel te bedienen.
Druk op DTV/CBL om uw TV te kunnen bedienen. Om
uw TV te kunnen bedienen, moet u de juiste
afstandsbedieningscodes voor DTV/CBL instellen (zie
bladzijde 80).
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
CD
MD/CD-R
TUNER
DVD
DTV/CBL
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
REC
DISC SKIP
FREQ/TEXT
MODE
EON
PTY SEEK
*1
TV CH
TV INPUT
DTV/CBL
POWER
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
REC
SLEEP
DISC SKIP
AMP
FREQ/TEXT
AMP
START
MODE
VOLUME
TV VOL
TV MUTE
*1
*1
*1
STANDBY
TUNER
DVR
V-AUX
CODE SET
MULTI CH IN
SLEEP
EON
PTY SEEK
AMP
START
VOLUME
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
MUTE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
ENT.
9
0
10
SET MENU
LEVEL
TITLE
BAND
*2
*2
A/B/C/D/E
TITLE
BAND
DISPLAY
Deze toetsen bedienen altijd dit toestel zelf.
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer er op AMP is
gedrukt.
SET MENU
MENU
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
DISPLAY
PRESET/CH
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV.
Afstandsbediening
*2
78
ENT.
SRCH MODE
A/B/C/D/E
PRESET/CH
Opmerkingen
*2
MOVIE
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
10
LEVEL
MENU
SRCH MODE
ENTER
*1
POWER
Digitale TV/Kabel TV
TV POWER
Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV CH +/–
Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
Deze toetsen bedienen uw TV alleen wanneer er op DTV/CBL
is gedrukt. Zie de “Digitale TV/Kabel TV” kolom op
bladzijde 79 voor details.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Bedienen van andere componenten
Wanneer u de juiste afstandsbedieningscodes heeft
ingesteld (zie bladzijde 80), kunt u met de
ingangskeuzetoetsen en de component kiezen die u wilt
bedienen. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het
verwachte effect hebben op uw apparatuur.
1
POWER
TV
AV
CD
MD/CD-R
DVD
1
2
AV POWER
Aan/uit
*1
Digitale TV/Kabel
TV
VCR aan/uit
*2
MUSIC
ENTERTAIN
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
3
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
DVR
V-AUX
9
0
CODE SET
MULTI CH IN
DISC SKIP
SLEEP
EON
PTY SEEK
TV VOL
TV CH
TV MUTE
TV INPUT
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
*1
MD/CD-recorder
Aan/uit
*1
Disc Overslaan
VCR weergave *2
Weergave
Weergave
w
Terug zoeken
Terug zoeken
VCR terug zoeken *2
Terug zoeken
Terug zoeken
f
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
VCR vooruit zoeken *2
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Pauze
Pauze
VCR pauze *2
Pauze
Pauze
Terug springen
Terug springen
Vooruit springen
Vooruit springen
Vooruit springen
s
0-9, +10
9
A/B/C/D/E
DISPLAY
PRESET/CH
VOLUME
VCR opname *2, 3
a
7
8
ENTER
A/B/C/D/E
RETURN
DAB MEMORY
Weergave
Terug springen
ENT.
SET MENU
LEVEL
Opname *3
b
10
MOVIE
START
CD-speler
Aan/uit
AMP
4
5
6
Weergave
e
Tuner
Aan/uit *1
Opname (MD)
Stop
Stop
VCR stop *2
Stop
Stop
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders (1-8)
Titel
Band
PRESET/CH u
Hoger
VCR volgende kanaal
Volgende
voorkeuzezender (1-8)
PRESET/CH d
Lager
VCR vorige kanaal
Vorige
voorkeuzezender (1-8)
A-E/CAT. j
Links
Vorige
voorkeuzezender (A-E)
A-E/CAT. i
Rechts
Volgende
voorkeuzezender (A-E)
TITLE
ENTER
RETURN
ENT.
MENU
DISPLAY
Selecteren
Terug
Titel/Index
Enter
Enter
Index
Index
Display
Display
Display
Menu
Display
Opmerkingen
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen wanneer de afstandsbedieningscode van uw videorecorder is ingesteld op DVR
en DTV/CBL is geselecteerd.
*3 Wanneer u deze toets gebruikt om opnamen te maken van een signaalbron, dient u deze tweemaal in te drukken om storingen te
voorkomen.
*2
GEAVANCEERDE
BEDIENING
6
7
8
9
Aan/uit
*1
Videorecorder
TV INPUT
Disc overslaan
REC/DISC SKIP
p
3
4
5
DVD-speler
POWER
TUNER
FREQ/TEXT
MODE
Afstandsbediening
STANDBY
DTV/CBL
REC
2
TV MUTE
STEREO
MUTE
POWER
Nederlands
79
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellen van
afstandsbedieningscodes
1
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. U
kunt voor elke signaalbron een afstandsbedieningscode
instellen. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Signaalbron
Archief
(Componentencategorie)
Fabrikant
Standaard
code
CD
CD
YAMAHA
199
MD/CD-R
CD-R
YAMAHA
499
DVD
DVD
YAMAHA
699
TUNER
*1
TUNER
YAMAHA
Vast
DTV/CBL
*2
–
–
–
DVR
–
–
–
V-AUX
*1
*2
Houd ingedrukt
CD
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
CODE SET
DVR
V-AUX
Opmerking
U moet CODE SET ingedrukt houden tijdens deze hele
procedure.
2
Houd CODE SET ingedrukt en voer met de
cijfertoetsen (0 t/m 9) de drie cijfers van de
afstandsbedieningscode voor de component
in kwestie in.
Wanneer het instellen met succes verloopt, zal de
melding “PRESET OK” verschijnen; zoniet, dan zal
“PRESET NG” verschijnen op het display op het
voorpaneel. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
Houd ingedrukt
–
–
–
–
–
–
U kunt alleen dit toestel bedienen.
U kunt alleen maar TV afstandsbedieningscodes instellen
onder DTV/CBL.
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
80
Houd CODE SET ingedrukt en druk op een
ingangskeuzetoets of om de component
die u wilt instellen te selecteren.
CODE SET
STEREO
MUSIC
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STANDARD
SELECT
EXTD SUR.
DIRECT ST.
5
6
7
8
SPEAKERS
ENHANCER
NIGHT
STRAIGHT
9
0
10
ENT.
Opmerkingen
• Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
• U kunt slechts één enkele afstandsbedieningscode toewijzen
aan één ingangskeuzetoets.
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters. De parameters voor het uitgebreide
instelmenu zullen echter niet worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op STANDBY/ON op het voorpaneel drukken (of
op STANDBY op de afstandsbediening) om dit toestel uit (standby) te zetten.
3
VOLUME
Druk op de PROGRAM l / h toetsen op het
voorpaneel om en selecteer “PRESET”.
STANDBY
/ON
PRESET/TUNING
FM/AM
A/B/C/D/E
NEXT
EDIT
l PRESET/TUNING
h
LEVEL
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
l
TUNING MODE
PROGRAM
h
AUTO/MAN'L
INPUT
PHONES
SPEAKERS
A
B
STRAIGHT
l
PROGRAM
h
VIDEO AUX
INPUT MODE
MULTI CH
INPUT
EFFECT
TONE CONTROL
BASS/TREBLE
VIDEO
SILENT CINEMA
1-2,5
2,4
L
AUDIO
R
PORTABLE
3
PRESET-CANCEL
1
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om
dit toestel in de uit (standby) te zetten.
4
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
op het voorpaneel om en selecteer “RESET”.
STRAIGHT
STANDBY
/ON
EFFECT
2
PRESET-RESET
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
Houd
ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
STANDBY
/ON
5
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd STRAIGHT (EFFECT) op het
voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens op
STANDBY/ON om dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Druk op STANDBY/ON op het voorpaneel om
uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
(standby) te zetten.
STANDBY
/ON
Nederlands
81
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid
Geen beeld
82
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
24
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
12
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
“INPUT MODE” is ingesteld op “DTS”
of “ANALOG”.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO”.
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) of met MULTI CH INPUT op het
voorpaneel (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
12
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de set voor-luidsprekers met SPEAKERS
A/B en/of B op het voorpaneel of SPEAKERS op de
afstandsbediening.
29
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
31
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG” terwijl er DTS gecodeerd
materiaal wordt weergegeven.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
32
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CDROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
Er wordt gebruik gemaakt van
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het
beeldsignaal.
Sluit uw videocomponenten op dezelfde manier aan
op dit toestel als uw videomonitor.
18
17–23
32
29, 36
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Het geluid valt
plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Oorzaak
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Oplossing
Zie
bladzijde
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
24
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
hervatten.
31
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Onjuiste balans ingesteld via “SPEAKER
LEVEL”.
Wijzig de “SPEAKER LEVEL” instellingen.
71
17–23
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven,
terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de
voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de middenluidspreker.
“CENTER” in het “SET MENU” staat op
“NONE”.
Zet “CENTER” op “SML” of “LRG”.
70
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 6ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
54
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
“SUR. LR” in het “SET MENU” staat op
“NONE”.
Zet “SUR. LR” op “SML” of “LRG”.
70
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
36
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidspreker.
“SUR. LR” in het “SET MENU” is
ingesteld op “NONE” en “SUR. B” is
automatisch ingesteld op “NONE”.
Zet “SUR. LR” en “SUR. B” op “SML” of “LRG”.
70
“SUR. B” in het “SET MENU” staat op
“NONE”.
Zet “SUR. B” op “SML” of “LRG”.
70
“BASS OUT” staat op “FRNT” in het
“SET MENU” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt
weergegeven.
Zet “BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
71
“BASS OUT” in het “SET MENU” staat
op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een 2kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “BASS OUT” op “BOTH”.
71
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen (bas).
Nederlands
83
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
“INPUT MODE” is ingesteld op
“ANALOG”.
Zet “INPUT MODE” op “AUTO” of “DTS”.
32
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
—
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opnameapparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
De
geluidsveldparameter
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het “SET
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
75
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
12
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
84
18–20
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Tuner
FM
AM
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
22
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
—
Stem met de hand af.
44
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne
zodat u van deze interferentie geen last
meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
—
Stem met de hand af.
44
Er kan niet langer worden
afgestemd op eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de
beste ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
44
45, 46
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen
helpen, maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
7
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
80
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
80
AANVULLENDE
INFORMATIE
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
Nederlands
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
85
WOORDENLIJST
WOORDENLIJST
Audio informatie
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “flyaround” effecten.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
■ Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
86
■ Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten: 2
voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal
reproduceert geluid binnen een nauw begrensd
frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op
videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en
kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby
Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale
signaalverwerking die automatisch het volume van de
verschillende kanalen stabiliseert om de
richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende
geluidsbronnen te verbeteren.
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
■ DTS (Digital Theater Systems) Digital
Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
■ ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak
wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het
bijzonder bij het masteren van opnamen.
WOORDENLIJST
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem.
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Video informatie
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
87
WOORDENLIJST
Geluidsveldprogramma informatie
■ CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
■ SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
88
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ..................................... 90 W
• Maximum vermogen (EIAJ)
[Modellen voor Azië, China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ......................................................... 130 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 Ω ........................................................ 120/155/190/235 W
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ........................................................ 140 W
• IEC uitgangsvermogen [modellen voor Europa en Azië]
1 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ...................................................... 100 W
• Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 120 of meer
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ............. 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
• Totale harmonische vervorming
CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 45 W, 8 Ω)
.......................................................................... 0,06% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD (250 mV) naar L/R voor, Effect uit ................ 100 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 kΩ afgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
• Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ..................................... ±10 dB/60 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
• Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ............................ 150 mV/100 Ω
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
REC OUT ............................................................ 200 mV/1,2 kΩ
SUBWOOFER ............................................................. 4 V/1,2 kΩ
VIDEO GEDEELTE
• Videosignaaltype ............................................................ PAL/NTSC
• Signaal-ruis verhouding ............................................ 50 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component ............................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,2%/0,3%
• Stereoscheiding (1 kHz) .......................................................... 42 dB
• Frequentierespons ........................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid .................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] .... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 350 W/440 VA
[Overige modellen] ............................................................ 360 W
• Stroomverbruik Uit (standby) ................................ 0,1 W of minder
• Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 161 x 391 mm
89
Nederlands
• Gewicht ................................................................................ 10,5 kg
AANVULLENDE
INFORMATIE
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor het V.K. en Australië]
......................................................... 1 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor de V.S., Canada en China]
......................................................... 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Europa Azië en algemene modellen]
........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)