Yamaha DSP-AX2 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN
GEBRUIK NEEMT.
1 Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door om uzelf
te verzekeren van de beste prestaties. Bewaar deze handleiding
op een veilige plaats, zodat u er later nog eens iets in kunt
opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek met tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant,
20 cm aan de rechter- en linkerkant en 10 cm ruimte aan de
achterkant als ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de
buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur,
motoren en transformatoren om bromgeluiden te voorkomen.
Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag dit
toestel niet worden blootgesteld aan regen, water en/of enige
andere vloeistof.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet dit toestel
niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv.
een kamer met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er
zich in het binnenwerk van het toestel condens kan vormen
waardoor een elektrische schok, brand, schade aan het toestel
en/of persoonlijk letsel kan ontstaan.
5 Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze de afwerking van dit toestel
kunnen beschadigen en/of doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand
kunnen veroorzaken, het toestel kunnen beschadigen en/of
kunnen leiden tot persoonlijk letsel.
Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze de
gebruiker een elektrische schok kunnen bezorgen en/of dit
toestel kunnen beschadigen.
6 Dek dit toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn o.i.d.,
omdat op die manier de koeling belemmerd wordt. Als de
temperatuur binnenin dit toestel stijgt, kan dit leiden tot brand,
beschadiging van dit toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als u alle
aansluitingen heeft gemaakt.
8 Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan oververhitting
en mogelijk beschadiging ten gevolge hebben.
9 Oefen geen overmatige kracht uit op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt mag u alleen de
stekker zelf vastpakken; trek nooit aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
hierdoor kan de afwerking aangetast worden. Gebruik slechts
een schone, droge doek.
12 Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op het toestel
zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om dit toestel te gebruiken
op een hoger voltage dan het opgegeven voltage, dit kan leiden
tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade
die voortkomt uit gebruik van dit toestel bij een hoger voltage
dan werd opgegeven.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen in geval van onweer.
14 Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/of vloeistoffen
in het toestel kunnen binnendringen.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de
stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf
uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze
toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid
stroom te verbruiken.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“AC-3”, “Pro Logic” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
Confidential Unpublished Works. ©1992-1997 Dolby Laboratories,
Inc. Alle rechten voorbehouden.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US
Pat. No. 5,451,942 en andere wereldwijde patenten, verkregen en
aangevraagd. “DTS”, “DTS Digital Surround” en “DTS ES”, zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996
Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
DOLBY
DIGITAL
15 Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te repareren. Neem
contact op met bevoegd YAMAHA servicepersoneel wanneer u
denkt dat reparatie of controle nodig is. Open in geen geval en
onder geen enkele voorwaarde zelf de behuizing.
16 Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult gebruiken (bijv. als u
op vakantie gaat), dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
17 Lees eerst het hoofdstuk “Oplossen van problemen” voor het
opsporen van veel voorkomende bedieningsfouten voor u
concludeert dat het toestel defect is.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op STANDBY/ON
te drukken om het toestel uit (standby) te zetten en de stekker
uit het stopcontact te halen.
Allen voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1
Nederlands
Inhoud
Inleiding 2
Van start ................................................................................................................... 3
Bedieningsorganen en functies................................................................................. 4
Voorbereidingen 8
Opstelling luidspreker-systeem ................................................................................9
Aansluitingen .........................................................................................................10
In-beeld display (OSD) .......................................................................................... 19
Plaatsing van de luidsprekers ................................................................................. 20
Luidspreker-instellingen.........................................................................................21
Uitgangsniveau luidsprekers ..................................................................................22
Basisbediening 24
Basisweergave ........................................................................................................ 25
Basisopname...........................................................................................................29
Geavanceerde bediening 30
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) ......................................................31
Kenmerken afstandsbediening ............................................................................... 40
Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers ............................................... 51
Instellen van de slaaptimer ..................................................................................... 51
Aanvullende informatie 52
Digitale geluidsveld bewerking (DSP)................................................................... 53
CINEMA-DSP .......................................................................................................55
DSP parameters ......................................................................................................58
Aanhangsel 62
Oplossen van problemen ........................................................................................ 63
Technische gegevens.............................................................................................. 66
Inleiding
2
Welkom in de opwindende wereld van digitaal amusement bij u thuis. Dit toestel is de meest complete
en geavanceerde AV-versterker die op dit moment op de markt is. Alhoewel sommige van de meer
vooruitstrevende mogelijkheden van dit toestel u wellicht niet bekend voorkomen, zijn ze toch
gemakkelijk te bedienen. In dit toestel gebruikte state-of-the-art technologieën zoals Dolby Digital en
DTS kunnen dezelfde audio ervaring bij u thuis brengen, zoals ze dat doen in kwaliteitsbioscopen over
de hele wereld. Om het luisteren nog plezieriger te maken, beschikt dit toestel over een aantal
exclusieve, digitaal gecreëerde luisteromgevingen, de zogenaamde digitale geluidsvelden. Als u een van
deze geluidsveldprogramma’s kiest, is het alsof u getransporteerd wordt naar plekken als een open lucht
amfitheater, een oude kerk, of een gezellige jazz club. Neem nu even rustig de tijd om meer over deze
mogelijkheden te lezen en geniet van de nieuwe ervaringen die dit toestel u thuis bezorgt.
Inleiding
Kenmerken
Dolby Digital en DTS decoder
Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES decoder
Digitale geluidsvelden (DSP)
CINEMA-DSP: Dolby Digital + DSP en DTS + DSP
Virtuele CINEMA DSP en HP CINEMA DSP
Multi-functionele afstandsbediening
Ingebouwde 8 kanaals eindversterker
Van start 3
Controleren van de inhoud van de doos ...................................................................3
Batterijen in de afstandsbediening zetten................................................................. 3
Gebruiken van de afstandsbediening........................................................................ 3
Bedieningsorganen en functies 4
Voorpaneel ............................................................................................................... 4
Aanduidingen op het display.................................................................................... 5
Achterpaneel............................................................................................................. 6
Afstandsbediening .................................................................................................... 7
3
Nederlands
Van start
Controleren van de inhoud van de doos
Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn.
Batterijen in de afstandsbediening zetten
Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak door de + en – tekens op de batterijen te laten overeenkomen met de
polariteitsmerktekens (+ en –) in het vak.
Vervang de batterijen van tijd tot tijd. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de aanwijzingen op de verpakking
aandachtig door aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en kleur op elkaar kunnen lijken.
Over het vervangen van de batterijen
Als de batterijen leeg raken, zal het bereik van de afstandsbediening verminderen
en zal de TRANSMIT indicator niet meer knipperen, of zwakker worden. Wanneer
u een van deze omstandigheden bemerkt, dient u alle batterijen te vervangen.
Opmerkingen:
Als de afstandsbediening langer dan 20 minuten zonder batterijen blijft, of als de
batterijen leeg zijn maar u ze in de afstandsbediening laat zitten, zal de inhoud van het
geheugen mogelijk gewist worden. Als het geheugen van de afstandsbediening gewist is,
dient u er nieuwe batterijen in te doen en moet u eventueel eerder geprogrammeerde
functies die gewist zijn opnieuw programmeren.
U moet RESET in het batterijvak indrukken met een balpen of iets dergelijks nadat u
nieuwe batterijen in de afstandsbediening heeft gezet voor u deze gaat gebruiken.
(Hierdoor wordt de inhoud van het geheugen niet gewist.)
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gericht infraroodsignaal uit. U moet de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor op het hoofdtoestel
richten wanneer u dit wilt bedienen. Wanneer de sensor afgedekt wordt of wanneer er zich een groot voorwerp tussen de afstandsbediening
en het hoofdtoestel bevindt, kan de sensor de signalen niet ontvangen. Het is mogelijk dat de sensor de signalen niet naar behoren kan
ontvangen wanneer er direct zonlicht of sterk kunstlicht (zoals een TL lamp of een stroboscoop) op valt. In dit geval dient u de richting van
het licht of de positie van het hoofdtoestel te veranderen om te voorkomen dat het licht direct op de sensor valt.
Over het omgaan met de afstandsbediening
Ga voorzichtig om met de afstandsbediening.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Stel de afstandsbediening niet langere tijd bloot aan:
hoge vochtigheid of hoge temperatuur, zoals in de buurt van een
verwarming, kachel of bad; of
overmatig stof; of
zeer lage temperaturen.
Afstandsbediening
Alkali batterijen (3) (LR6)
Snelle referentiegids
Netsnoer
(Alleen voor Europese
modellen)
Reset-toets
STANDBY
/ON
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2
INPUT MODE
INPUT
VOLUME
SILENT
PHONES
SPEAKERS
B
A
PROCESSOR
DIRECT
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE REC OUT DSP PROGRAM
VIDEO AUX
VCR 1
SAT
CABLE
D-TV/LD
DVD
SOURCE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CD
PHONO
VCR 2/DVR
EFFECT
6CH
INPUT
S VIDEO VIDEO L R OPTICALAUDIO
VIDEO AUX
30°30°
Ongeveer 6 m
Quick Reference Card
Remote Control TUNER CD button (CD area)
MD/TAPE button (MD area) CD-R button (CD-R area)
V655120
Infrared window
CLEAR
RE-NAME
TRANSMIT
STANDBY
SYSTEM POWER
Display
Source selector
LIGHT
Operational buttons
10 KEY/DSP
Operational buttons
LEVEL
ON SCREEN
SLEEP
TEST
LEARN
MACRO
MACRO ON/OFF
A
button
Input buttons
6CH INPUT
Sound program selector/
Numeric buttons
MUTE
VOLUME +/–
EFFECT
PARAMETER/SET MENU
Cursor buttons
Cover
POWER
Preset number 1 to 8
Preset group A through E from left.
Preset group A/B/C/D/E
Preset +/–
(Set 10KEY)
POWER
DISPLAY
SEARCH
Skip Search
STOP
PLAY
PAUSE (/Stop)
Numeric buttons 1 to 9
Numeric button +10
Numeric button 0
DISC +/– (Disc Skip)
TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE
function if you have set up the
manufacturer code for the TV Area.
CLEAR
INDEX
(Set 10KEY)
POWER
REC/PAUSE
DISPLAY
SEARCH
Skip Search
Numeric buttons 1 to 9
Numeric button +10
Numeric button 0
(Set 10KEY)
STOP
PLAY
PAUSE
TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE
function if you have set up the
manufacturer code for the TV Area.
POWER
REC/PAUSE
DISPLAY
SEARCH
SOUND
Skip Search
STOP
PLAY
PAUSE
Numeric buttons 1 to 9
Numeric button +10
Numeric button 0
TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE
function if you have set up the
manufacturer code for the TV Area.
INDEX
(Set 10KEY)
Als het toestel net niet op de plank of andere plek past, kunt u eventueel de zijpanelen verwijderen door de schroeven waarmee deze zijn
vastgezet uit te draaien. Haal vervolgens de beschermlaag van deze stickers en plak ze over de schroefgaten.
Stickers zijpaneel
RL
Inleiding
4
Bedieningsorganen en functies
Voorpaneel
Doe deze klep dicht wanneer u de bedieningsorganen erachter niet gebruikt. Druk zachtjes tegen de onderkant van het paneel om de klep
open te doen.
STANDBY
/ON
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2
INPUT MODE
INPUT
VOLUME
SILENT
PHONES
SPEAKERS
B
A
PROCESSOR
DIRECT
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE REC OUT
VIDEO AUX
VCR 1
SAT
CABLE
D-TV/LD
DVD
SOURCE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CD
PHONO
VCR 2/DVR
EFFECT
6CH
INPUT
S VIDEO VIDEO L R OPTICALAUDIO
VIDEO AUX
DSP PROGRAM
BASS
STEREO
SLEEP
P.DIRECT
MEMORY
D-TV/LD
DVD
CABLE
MD/TAPE
SAT CD-R
VCR 1 TUNER
VCR2/DVR
CD
V-AUX PHONO
ZONE 2
BASS
STEREO
SLEEP
P.DIRECT
MEMORY
12 345
76890q yrt
56
0
q
9
8
7
1
2
3
4
w e
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan (on) of uit (standby). Wanneer u dit toestel
aan zet, zult u een klik horen, waarna er een vertraging zal optreden van
vier a vijf seconden voor dit toestel in staat is geluid te reproduceren.
In de standby stand blijft dit toestel een kleine hoeveelheid stroom
verbruiken zodat het klaar staat om te reageren op de afstandsbediening.
2 Sensor afstandsbediening
3 INPUT MODE
Hiermee kunt u het soort audiosignaal voor de geselecteerde
signaalbron kiezen.
4 INPUT keuzetoetsen
Hiermee kunt u de signaalbron kiezen.
5 VOLUME
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen instellen. Dit
heeft geen invloed op het REC OUT uitgangsniveau.
6 PHONES
Via deze aansluiting kunt u met een hoofdtelefoon naar de
gereproduceerde geluiden luisteren. Wanneer u hierop een
hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de PREOUT aansluitingen of de luidsprekers.
7 SPEAKERS A/B
Wanneer SPEAKERS A/B is ingeschakeld, kunt u hiermee de
set hoofd luidsprekers die zijn aangesloten op de A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel inschakelen.
8 BASS EXTENSION ON/OFF
Als u de BASS EXTENSION heeft ingeschakeld, zal deze
functie de weergave van de lage tonen via de linker en rechter
hoofdkanalen met +6 dB (60 Hz) versterken terwijl toch de
algehele toonbalans behouden blijft. Deze extra versterking kan
nuttig zijn als u geen subwoofer gebruikt. De versterking kan
onopgemerkt blijven als de hoofd-luidsprekers ingesteld zijn op
“SMALL” (klein) en de uitgangsfunctie voor de lage tonen is
ingesteld op “SWFR”.
9 PROCESSOR DIRECT ON/OFF
Als u de PROCESSOR DIRECT functie heeft ingeschakeld,
worden de BASS, TREBLE, BALANCE en BASS
EXTENSION instellingen gepasseerd en wordt het
oorspronkelijke signaal onveranderd doorgegeven.
0 BASS
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en
het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar
rechts om de lage tonen te versterken en draai de draaiknop
naar links om de lage tonen te verzwakken.
5
Nederlands
q TREBLE
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en
het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar
rechts om de hoge tonen te versterken.
w REC OUT
Hiermee kunt u de signaalbron kiezen die u naar de audio/video
opname-apparatuur wilt leiden.
e EFFECT
Hiermee kunt u de effect-luidsprekers (midden, voor-effect,
achter en achter-midden) aan of uit zetten. Als u deze
luidsprekers met EFFECT uit zet, worden alle DTS en Dolby
Digital audiosignalen naar de linker en rechter hoofdkanalen
geleid, met uitzondering van het LFE-kanaal.
r 6CH INPUT
Hiermee kunt u schakelen tussen de 6CH INPUT functie en de
normale ingangsfuncties. De 6CH INPUT functie heeft
voorrang boven de met de
INPUT
keuzetoetsen geselecteerde
signaalbron. U kunt de DSP geluidsveldprogramma’s niet
gebruiken in combinatie met een externe decoder.
t VIDEO AUX
Via deze aansluitingen kunt audio- en videosignalen van een
draagbare externe signaalbron, bijvoorbeeld een videocamera
gebruiken. Om de signalen van deze aansluitingen te kunnen
reproduceren, dient u V-AUX als signaalbron in te stellen. Om
deze signaalbron weer te geven via de VCR 1 en VCR 2/DVR
uitgangsaansluiting, dient u tevens VIDEO AUX in te stellen
via de REC OUT keuzeschakelaar.
y DSP PROGRAM keuzetoetsen
Hiermee kunt u een DSP programma kiezen.
Aanduidingen op het display
1 Processor indicators
Als een van de DTS/VIRTUAL/Dolby Digital/DOLBY PRO
LOGIC/DSP/Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES functies in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 PCM
Deze zal oplichten wanneer dit toestel PCM (Pulscode
modulatie) digitale audiosignalen aan het reproduceren is.
3 SPEAKERS A/B
De indicator die hoort bij de set hoofd luidsprekers die u heeft
gekozen zal oplichten. Wanneer beide sets luidsprekers zijn
geselecteerd, zullen beide indicators oplichten.
4 Hoofdtelefoon
Deze indicator zal oplichten wanneer u een hoofdtelefoon aansluit.
5 Multi-informatie display
Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma en
andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.
6 Aanduiding signaalbron
Het pijltje geeft de huidige signaalbron aan.
7 BASS
Licht op wanneer de BASS EXTENSION functie in werking is.
8 SLEEP
Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
9 P. DIRECT
Licht op wanneer de PROCESSOR DIRECT functie in
werking is.
0 STEREO
Licht op wanneer de AUTO afstem-indicator aan is en het
toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.
q MEMORY
Knippert als een zender kan worden opgeslagen.
Bedieningsorganen en functies
Inleiding
6
Bedieningsorganen en functies
OPTICAL
MD/TAPE
R
L
R
L
R
L
CENTER
R
L
R
L
R
L
R
L
CAUTION
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
FRONT
REAR
REAR CENTER
CENTER
MAIN A OR B
A + B
: 6
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
FRONT
REAR
REAR CENTER
CENTER
MAIN A OR B
A + B
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 16
MIN./SPEAKER
TUNER
VOLTAGE SELECTOR
q
w9
4
6
0
7
1
25
8
e
Achterpaneel
1 Audio component aansluitingen
2 Video component aansluitingen
3 Antenne ingangsaansluitingen
4 Aansluitingen luidsprekers
5 AC OUTLETS
Deze netstroomaansluitingen kunt u gebruiken om uw andere
audio/video-apparatuur van stroom te voorzien.
6 IMPEDANCE SELECTOR
7 DIGITAL OPTICAL/COAXIAL
aansluitingen
8 6CH INPUT ingangsaansluitingen
9 PRE OUT/MAIN IN aansluitingen
0 Netsnoer
Sluit de stekker hiervan aan op een stopcontact.
Bij algemene modellen en modellen voor China en Groot-
Brittannië, kan het netsnoer niet van het toestel worden
losgekoppeld.
q GND Aardaansluiting
w RS232C/CTRL OUT
Dit zijn uitbreidingsaansluitingen voor gebruik bij aanvullende
speciale installaties. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
e q RF (AC-3) ingangsaansluiting
Alleen voor algemene modellen en modellen voor China.
(Modellen voor China en algemene modellen)
7
Nederlands
Bedieningsorganen en functies
Afstandsbediening
1 CLEAR
Hiermee kunt u geleerde instructies wissen.
2 RE-NAME
Hiermee kunt u een ingevoerde naam opnieuw benoemen.
3 TRANSMIT
Dit lampje knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt.
4 LEARN
Hiermee start u de leerfunctie.
5 MACRO
Hiermee activeert u de MACRO instelling.
6 MACRO ON/OFF
Met deze schakelaar kunt u de macro-functie aan of uit zetten.
7 Signaalbron keuzetoetsen
Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron.
8 6CH INPUT
Hiermee kunt u overschakelen naar de 6CH INPUT functie
wanneer u gebruik maakt van een externe decoder.
9 Bedieningstoetsen
Hiermee voert u de corresponderende bediening uit, afhankelijk
van de gekozen signaalbron.
u
y
i
o
h
p
9
a
d
s
f
j
t
r
e
w
q
0
8
7
6
k
5
4
g
1
2
3
0 Geluidsveldprogramma keuzetoetsen/
Cijfertoetsen
Hiermee kiest u het gewenste geluidsveld.
q MUTE
Met deze toets kunt u de geluidsweergave tijdelijk uitschakelen.
Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te
hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.
w VOLUME +/–
Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.
e EFFECT
Deze toets schakelt de effect-luidsprekers (Midden, Voor,
Achter en Achter-midden) aan of uit.
r PARAMETER/SET MENU
Hiermee kunt u kiezen tussen de PARAMETER of de SET
MENU bedieningsfunctie.
t Cursortoetsen
Selecteren en instellen van DSP programma-parameters of
onderdelen van het instelmenu instellen, afhankelijk van de
stand van de PARAMETER/SET MENU schakelaar.
y STANDBY
Hiermee schakelt u het toestel uit (standby).
u SYSTEM POWER
Hiermee schakelt u het toestel in.
i Display
Hierop verschijnt informatie over de bediening.
o Signaalbron toetsen
Hiermee kunt u de signaalbron kiezen.
p 10 KEY/DSP
Hiermee kunt u kiezen of u de cijfertoetsen of de DSP
programma’s wilt gebruiken.
a LEVEL
Hiermee kunt u het in te stellen luidspreker-kanaal kiezen en
het weergave-niveau instellen.
s ON SCREEN
Hiermee kunt u de in-beeld display functie voor uw video-monitor instellen.
d SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
f TEST
Hiermee kunt u d testtoon laten weergeven wanneer u de
luidspreker-niveaus wilt instellen.
g Infraroodvenster
h LIGHT
Hiermee kunt u de verlichting aan of uit zetten. Als u deze toets eenmaal
indrukt, zal de verlichting ongeveer 10 seconden ingeschakeld worden.
Druk nogmaals op deze toets om de verlichting uit te schakelen.
j Klep
k Å Toets
Hiermee kunt u het bedieningsgebied omschakelen.
Voorbereidingen
8
Voorbereidingen
Opstelling luidspreker-systeem 9
Aansluitingen 10
Aansluiten van audio-apparatuur ........................................................................... 10
Aansluiten van video-apparatuur ........................................................................... 12
Aansluiten van luidsprekers ................................................................................... 14
Aansluiten van subwoofers ....................................................................................16
Aansluiten van een externe decoder.......................................................................17
Aansluiten van externe versterkers ........................................................................ 17
Overige ...................................................................................................................18
In-beeld display (OSD) 19
In-beeld display functies ........................................................................................19
Instellen van de in-beeld display functie................................................................ 19
Plaatsing van de luidsprekers 20
Luidspreker-instellingen 21
Uitgangsniveau luidsprekers 22
Voor u begint.......................................................................................................... 22
Dolby Surround test ............................................................................................... 22
DSP test .................................................................................................................. 23
9
Nederlands
Opstelling luidspreker-systeem
De meest complete luidspreker-opstelling bestaat uit acht luidsprekers: de linker en rechter hoofd-luidsprekers, een midden-luidspreker,
linker en rechter achter-luidsprekers, de linker en rechter voor-effect-luidsprekers en een achter-midden-luidspreker. Als u minder dan acht
luidsprekers gebruikt, kunt u de signalen voor luidsprekers die u niet heeft naar andere luidsprekers in uw opstelling leiden. Met elk van deze
opstellingen kunt u een subwoofer gebruiken om een vollere geluidsweergave te bereiken.
Opstelling met acht of zeven luidsprekers
–Full Cinema DSP–
Wanneer u naar speelfilms afspeelt, zal deze opstelling ten volle de krachtige en
realistische geluidskwaliteit van het 70 mm multikanaals audiosysteem ten gehore
brengen. De gesproken tekst komt als het ware direct van het scherm, de
geluidseffecten zijn een stukje achter het scherm gepositioneerd en de muziek van
de soundtrack is nog verder achter het scherm gepositioneerd om de weidsheid en
de diepte van de presentatie te vergroten. Deze opstelling maakt het beste gebruik
van de mogelijkheden van dit toestel.
De midden achter-luidspreker wordt gebruikt bij 6-kanaals digitale surround
weergave.
Opstelling met zes luidsprekers –Hi Fi DSP–
Deze opstelling wordt het meest gebruikt voor audio-weergave met HiFi DSP
geluidsveldprogramma’s. De gesproken tekst van een film wordt niet zo precies
geplaatst als bij een opstelling met zeven of acht luidsprekers. Er wordt echter een
dynamisch DSP (Digitale geluidsveld processor) geluidsveld gecreëerd hetgeen
diepte geeft aan het geluid.
Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1A. CENTER SP van het
instelmenu (SET MENU) en onderdeel 1D. REAR CT SP op “NONE” (geen) te
zetten.
Opstelling met vijf luidsprekers
–Standaard 5.1 kanalen–
Deze opstelling kan de hoogte van het geluidsveld niet zo goed tot uitdrukking
brengen als de opstelling met zeven of acht luidsprekers. De gesproken tekst wordt
echter geplaatst alsof deze direct van het scherm komt.
Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1F. FRNT EFCT SP van het
instelmenu (SET MENU) en onderdeel 1D. REAR CT SP op “NONE” (geen) te
zetten.
Opstelling met vier luidsprekers
–Vereiste minimum–
In deze opstelling worden de signalen voor de midden-luidspreker en de voor-
effect-luidspreker naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers geleid.
Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1A. CENTER SP, onderdeel
1F. FRNT EFCT SP en onderdeel 1D. REAR CT SP van het instelmenu (SET
MENU) op “NONE” (geen) te zetten.
Voor-effect-luidsprekers
Midden-luidspreker
Voor subwoofer
Hoofd-luidsprekers
Achter-luidsprekers
Achter-midden-luidspreker
Achter-subwoofer
( )
Voorbereidingen
10
Aansluitingen
Aansluiten van audio-apparatuur
Voor u andere componenten aansluit, moet u eerst de stroomvoorziening uitschakelen van alle apparatuur die u wilt aansluiten, inclusief dit
toestel en moet u bepalen welke aansluitingen bedoeld zijn voor de linker en rechter kanalen en welke de ingangs en welke
uitgangsaansluitingen zijn.
Wanneer u andere YAMAHA audio componenten (zoals een CD-speler of wisselaar, MD-speler of cassettedeck) gebruikt, dient u deze aan
te sluiten op aansluitingen met hetzelfde nummerlabel. Yamaha gebruikt dit nummersysteem op alle producten.
In de aansluitingsvoorbeelden op de volgende bladzijden:
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij optische glasvezelkabels. U kunt de
digitale aansluitingen gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te verwerken. Wanneer u componenten aansluit op zowel de
COAXIAL als de OPTICAL aansluitingen (voor CD en CABLE), zullen de ingangssignalen van de COAXIAL aansluiting voorrang krijgen.
Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor 96 kHz/24 bits digitale signalen.
Over het stofkapje
Trek het kapje uit de optische aansluiting voor u de optische glasvezelkabel
aansluit. Gooi het kapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt,
moet u het kapje weer op zijn plaats zetten. Dit kapje beschermt de aansluiting
tegen stof.
De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA standaard. Als u
een optische glasvezelkabel gebruikt die niet aan deze standaard voldoet, is het
mogelijk dat dit toestel niet naar behoren kan functioneren.
Aansluiten van een draaitafel
Deze ingangsaansluitingen zijn bedoeld om een draaitafel met een MM of hoog
vermogen MC cartridge op aan te sluiten. Als u een draaitafel heeft met een laag
vermogen MC cartridge, dient u een inline booster of MC-kop versterker te
gebruiken voor u deze ingangsaansluitingen kunt gebruiken.
De GND (aarde) aansluiting aardt de draaitafel niet. Het dient alleen om storing
van het overgedragen signaal te verminderen. In sommige gevallen is het mogelijk
dat u last heeft van ruis als u de GNG (aarde) aansluiting niet gebruikt.
Aansluiten van een CD-speler
De COAXIAL CD en OPTICAL CD igae kunt u gebruiken als uw CD-speler
eveneens is voorzien van coaxiale of optisch digitale uitgangsaansluitingen.
Wanneer u een CD-speler aansluit op zowel de COAXIAL CD en OPTICAL
CD ingangsaansluitingen, zullen de signalen die binnenkomen via de
COAXIAL CD ingangsaansluiting voorrang krijgen.
Aansluiten van een MD- of DAT-deck
Wanneer u een recorder aansluit op dit toestel, dient u dat apparaat ingeschakeld
te houden terwijl dit toestel in gebruik is. Als de recorder uit staat, kan het via
dit toestel weergegeven geluid van andere componenten vervormd worden.
Wanneer u opneemt van een signaalbron die is aangesloten op dit toestel terwijl
dit toestel uit staat, is het mogelijk dat het opgenomen geluid vervormd wordt.
Om dit probleem te voorkomen, dient u dit toestel in te schakelen.
Wanneer u een CD-recorder aansluit op zowel de analoge als de digitale in- en
uitgangsaansluitingen, zal de voorkeur worden gegeven aan de digitale
signalen.
11
Nederlands
Aansluitingen
OPTICAL
OPTICAL
OUT (REC)
OUT (REC)
CENTER
L
R
L
R
L
R
L
R
L
R
L
R
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
INPUT
INPUT
GROUND
OPTICAL
OUTPUT
OPTICAL
INPUT
OPTICAL
INPUT
OPTICAL
OUTPUT
COAXIAL
OUTPUT
<Digitaal>
<Digitaal>
<Digitaal>
<Digitaal>
<Digitaal>
<Analoog>
<Analoog>
<Analoog>
<Analoog>
<Analoog>
<Analoog>
MD/Cassette-
recorder
CD-recorder
CD-speler
Draaitafel
naar/van externe
versterker
naar/van externe
bedieningseenheid
van externe
decoder
(Modellen voor China en algemene modellen)
Voorbereidingen
12
Aansluitingen
Aansluiten van video-apparatuur
Voor u enige apparatuur aansluit, dient u de stroomvoorziening voor alle componenten die u wilt aansluiten, inclusief dit toestel, af te sluiten
en te bepalen welke aansluitingen voor de linker en rechter kanalen bedoeld zijn en welke de in en welke de uitgangsaansluitingen zijn.
Wanneer u alle aansluitingen gemaakt hebt, dient u nogmaals te controleren of alles goed is aangesloten.
Over de video-aansluitingen
Er zijn drie soorten video-aansluitingen. Videosignalen die binnenkomen via de VIDEO aansluitingen zijn conventionele composiet
videosignalen. Videosignalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen zijn gescheiden in luminantie (Y) en kleur (C) videosignalen.
De S-videosignalen zorgen voor een hogere kwaliteit kleurweergave.
Videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen zijn gescheiden in luminantie (Y) en kleurverschil (P
B/CB,
P
R/CR) videosignalen. De aansluitingen zijn derhalve ook gescheiden in drie voor elk signaal. De labels van de component
video aansluitingen kunnen verschillen, afhankelijk van de gebruikte apparatuur (bijv. Y, C
B, CR/Y, PB, PR/Y, B-Y, R-Y enz.). Component
videosignalen leveren de hoogste kwaliteit beeldweergave.
Als uw video component een S-video of component video uitgangsaansluiting heeft,
kunt u deze op dit toestel aansluiten. Verbind de S-video uitgangsaansluiting van uw
video component met de S-VIDEO aansluiting, of verbind de component
uitgangsaansluitingen van uw video component met de COMPONENT VIDEO
aansluitingen.
Opmerkingen:
Elke soort video-aansluiting werkt onafhankelijk van de andere. Signalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en component aansluitingen worden
gereproduceerd via de corresponderende composiet video, S-video en component
uitgangsaansluitingen.
Gebruik een in de handel verkrijgbare S-videokabel wanneer u iets aansluit op de
S VIDEO aansluitingen en een in de handel verkrijgbare videokabel wanneer u iets
aansluit op de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
Wanneer u de COMPONENT VIDEO aansluitingen gebruikt, dient u tevens de
handleiding van de aan te sluiten apu te raadplegen.
Composiet VIDEO aansluiting
S VIDEO aansluiting
COMPONENT VIDEO aansluitingen
13
Nederlands
Aansluitingen
OPTICAL
OUT (REC)
OUT (REC)
CENTER
VIDEO
OUTPUT
COMPONENT
INPUT
AUDIO
OUTPUT
AUDIO
INPUT
S VIDEO
INPUT
VIDEO
INPUT
S VIDEO
INPUT
VIDEO
INPUT
S VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
COMPONENT
OUTPUT
COMPONENT
OUTPUT
AUDIO
OUTPUT
AUDIO
OUTPUT
RF
OUTPUT
AUDIO
OUTPUT
OPTICAL
OUTPUT
OPTICAL
OUTPUT
CABLE COAXIAL
OUTPUT
SAT OPTICAL
OUTPUT
<Digitaal>
<Digitaal>
<Digitaal>
<Digitaal>
<Analoog>
<Video>
<Video>
<Video>
<RF>
<Video>
<Video>
<Video>
<Component Video>
<Component Video>
<Component Video>
<Analoog>
<Analoog>
<Analoog>
<Analog>
VIDEO
OUTPUT
L
R
L
R
L
R
L
R
L
R
DVD-speler
DTV/LD-speler
Kabel TV/SAT
Videorecorder 1/2
Monitor
RF-Signaal uitgangsaansluiting
(Alleen voor algemene modellen
en modellen voor China.
* <Modellen voor Euyropa en Groot-Brittannië>
Als uw LD-speler is voorzien van een Dolby Digital RF signaal uitgangsaansluiting, kunt u deze aansluiten op dit toestel via een externe
RF demodulator.
(U kunt de Dolby Digital RF signaal uitgangsaansluiting van uw LD-speler verbinden met de COAXIAL aansluitingen met behulp van de
“I/O ASSIGN” (I/O toewijzing) op het SET MENU.)
Voorbereidingen
14
Aansluitingen
Aansluiten van luidsprekers
Dit hoofdstuk legt uit hoe u uw luidsprekers kunt aansluiten op dit toestel. Als u klaar bent met het aansluiten van de luidsprekers, kunt u via
het instelmenu (SET MENU) de instellingen voor de uitgangssignalen wijzigen aan de hand van het aantal luidsprekers in uw opstelling.
Voor u enig luidsprekersnoer aansluit, moet u eerst bepalen welke aansluitingen bedoeld zijn voor de linker en de rechter kanalen en moet u
ook de + en polariteit bepalen. Als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op ), zal dit toestel geen helder geluid kunnen reproduceren.
Gebruik van luidsprekersnoeren
Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van isolatie voorziene draden
naast elkaar. Een van deze draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien
heeft deze een streepje, een groef of een ribbel. Om er zeker van te kunnen zijn dat
u al uw luidsprekers met de juiste polariteit aansluit, moet u eerst het verschil
bepalen tussen de twee draden van de door u gebruikte luidsprekersnoeren en moet
u beslissen welke draad u zult gaan gebruiken voor de verschillende polen (+ en –),
waarna u zich natuurlijk vervolgens altijd hieraan moet houden.
1
1
Strip 9 mm van de isolatie van de uiteinden van de draden.
2
2
Draai de ontblootte uiteinden van de draden in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3
3
Draai de knop van de aansluiting tegen de klok in los.
4
4
Steek alleen het ontblootte stukje draad in de spleet in de zijkant van de
aansluiting en draai de knop weer vast.
Opmerking:
Als uw luidsprekersnoeren zijn voorzien van bananenstekkers, dient u de knop van
de aansluiting vast te draaien en de stekker in het gat van de knop te steken.
(Behalve modellen voor Europa en Groot-Brittannië.)
Let op:
Bevestig de luidsprekersnoeren zorgvuldig om kortsluiting te voorkomen. Als u de
stroom inschakelt en er kortsluiting optreedt, is het mogelijk dat dit toestel
beschadigd raakt, ook al zal de ingebouwde beveiliging automatisch de stroom
uitschakelen.
Over de q RF (AC-3) signaal ingangsaansluiting <Alleen voor algemene modellen en modellen voor China.>
Als uw LD-speler is voorzien van een q RF (AC-3) signaal uitgangsaansluiting, kunt u deze aansluiten op de q RF (AC-3)
ingangsaansluiting van dit toestel. U dient hiertoe het 7D. COAXIAL IN (10) onderdeel van het SET MENU op “LD-RF” te zetten. Als er
tegelijkertijd q RF (AC-3) en analoge signalen binnenkomen, zullen de RF signalen de voorkeur krijgen. Wanneer u q RF (AC-3)
signalen wilt weergeven, dient u de ingangsfunctie op “D.D. RF” te zetten met behulp van INPUT MODE.
Opmerking:
q RF (AC-3) signalen kunnen niet worden gereproduceerd met behulp van de REC
OUT schakelaar. Wanneer geluid of beelden opneemt van een LD-speler, moet u de
speler aansluiten op hetzij de DIGITAL OPTICAL, hetzij de analoge AUDIO
aansluitingen.
Let op:
Ook al sluit u een LD-speler met een q RF (AC-3) uitgangsaansluiting aan op dit
toestel, u zult toch geen Dolby Digital geluid kunnen weergeven van elke LD schijf. U
moet een LD weergeven die Dolby Digital gecodeerd is om te kunnen profiteren van
Dolby Digital weergave.
Bananenstekker
(Behalve modellen voor Europa en Groot-
Brittannië.)
15
Nederlands
Aansluitingen
CAUTION
SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
FRONT
REAR
REAR CENTER
CENTER
MAIN A OR B
A + B
: 6
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
FRONT
REAR
REAR CENTER
CENTER
MAIN A OR B
A + B
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 16
MIN./SPEAKER
VOLTAGE SELECTOR
Rechter voor-
luidspreker
Linker voor-
luidspreker
Achter-midden-
luidspreker
Rechter achter-
luidspreker
Linker achter-
luidspreker
Naar een andere
component
Subwoofersysteem
Rechter hoofd-
luidspreker B
Linker hoofd-
luidspreker B
Rechter hoofd-
luidspreker A
Linker hoofd-
luidspreker A
Midden-
luidspreker
(Modellen voor China en algemene
modellen)
Voorbereidingen
16
Aansluitingen
Aansluiten van subwoofers
Aansluiten van een voor subwoofer
Sluit de ingangsaansluiting van uw subwoofer aan op een van PRE OUT/
MAIN IN SUBWOOFER aansluitingen.
Opmerkingen:
De SUBWOOFER aansluitingen hebben een ingebouwd hoog cut-off filter
(90 Hz). Wanneer u een subwoofer met eigen stroomvoorziening gebruikt, dient u
de cut-off frequentie op “MAX” te zetten op uw subwoofer.
Via beide SUBWOOFER aansluitingen wordt hetzelfde signaal geproduceerd.
Aansluiten van een achter-subwoofer
Door zowel voor als achter een subwoofer te gebruiken, kunnen de CINEMA-DSP
geluidsveldprogramma’s realistische bioscoopeffecten reproduceren met een
krachtige, dynamische geluidsweergave. Om gebruik te kunnen maken van deze
dynamische weergave, moet u via het instelmenu (SET MENU) het onderdeel 1C.
REAR L/R SP op “LARGE” (groot) zetten en dient u uw achter-luidsprekers en
subwoofer aan te sluiten zoals hieronder staat aangegeven.
1
1
Sluit met luidsprekersnoeren de rechter + ingangsaansluiting van uw
subwoofer aan op de REAR R + aansluiting en de rechter
ingangsaansluiting van uw subwoofer op de REAR R aansluiting.
2
2
Sluit met luidsprekersnoeren de linker + ingangsaansluiting van uw subwoofer
aan op de REAR L + aansluiting en de linker ingangsaansluiting van uw
subwoofer op de REAR L aansluiting.
3
3
Sluit uw achter-luidsprekers aan op de uitgangsaansluitingen van de achter-
subwoofer.
Let er op dat u de achter-luidsprekers juist gepoold aansluit op de subwoofer.
Opmerking:
Stel het volume voor de subwoofer in met de regelaars op de subwoofer zelf, niet
met dit toestel.
R
L
CENTER
R
L
Subwoofersysteem
R
L
Subwoofersysteem
Rechter achter-
luidspreker
Linker achter-
luidspreker
17
Nederlands
Aansluitingen
Aansluiten van een externe decoder
Dit toestel is uitgerust met zes extra ingangsaansluitingen (links en rechts hoofd, midden, links en rechts surround en subwoofer) voor
gescheiden multikanaals ingangssignalen van een externe decoder, geluidsprocessor of voorversterker. Sluit de uitgangsaansluitingen van uw
externe decoder aan op de 6CH INPUT ingangsaansluitingen.
Let er op dat de linker en rechter uitgangsaansluitingen worden aangesloten op de
linker en rechter ingangsaansluitingen voor de hoofd en surround kanalen.
Om naar de weergave van uw externe decoder te luisteren, dient u 6CH INPUT in te
drukken op dit toestel of de afstandsbediening.
Opmerkingen:
Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zal dit toestel automatisch de
ingebouwde geluidsveldprocessor uitschakelen en zal het derhalve niet mogelijk zij te
luisteren met een van de DSP programma’s.
Wanneer u 6CH INPUT als ingangsbron kiest, zal het wijzigen van SPEAKER SET op
het SET MENU geen effect hebben.
Aansluiten van externe versterkers
Als u het uitgangsvermogen van de luidsprekers wilt opvoeren, of wanneer u een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een
externe versterker aansluiten op de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen.
R
L
CENTER
R
L
q
w
e
t
y
r
q FRONT aansluitingen
Voor-effect uitgangsaansluitingen.
w REAR (surround) aansluitingen
Achter-kanaal uitgangsaansluitingen.
e SUBWOOFER aansluitingen
Hoofd, midden en achter kanaal frequenties onder de 90 Hz
worden weergegeven via deze aansluitingen. U kunt ook DTS
en Dolby Digital LFE signalen via deze uitgangsaansluiting
weergeven.
Regel het volume voor de subwoofer met de daartoe bestemde
regelaar op de subwoofer zelf. Het volume van de subwoofer
kan niet worden geregeld door dit toestel.
r CENTER aansluiting
Uitgangsaansluiting middenkanaal.
t REAR CENTER aansluiting
Aansluiting voor het achter-midden-kanaal uitgangssignaal.
y MAIN aansluitingen
MAIN IN aansluitingen ........ Ingangsaansluiting voor de
versterkers voor het hoofdkanaal
van dit toestel.
Wanneer u deze aansluitingen gebruikt, zulle signalen die
binnenkomen via de voorversterker van dit toestel niet worden
gereproduceerd via de hoofdversterker van dit toestel.
MAIN OUT aansluitingen ... Hoofdkanaal
uitgangsaansluitingen. De
uitgangssignalen via deze
aansluitingen kunnen worden
geregeld door de BASS,
TREBLE, BALANCE en BASS
EXTENSION instellingen.
Voorbereidingen
18
Aansluitingen
Overige
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Kies de stand die overeenkomt met de specificaties van uw luidspreker-systeem.
(Bovenste stand)
FRONT EFFECT:
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen.
REAR: De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen.
REAR CENTER:
De impedantie van de luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen.
CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 4 Ohm bedragen.
MAIN: Als u een paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 4 Ohm bedragen.
Als u twee paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 8 Ohm bedragen.
(Onderste stand)
FRONT EFFECT:
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
REAR: De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
REAR CENTER:
De impedantie van de luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
MAIN: Als u een paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 8 Ohm bedragen.
Als u twee paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 16 Ohm bedragen.
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen
gemaakt zijn.
Let op:
Gebruik geen ander netsnoer dan het meegeleverde. (alleen modellen voor Europa)
Netstroomaansluitingen (AC OUTLETS)
U kunt deze gebruiken om andere componenten uit uw systeem van stroom te
voorzien. De aan/uit toets (STANDBY/ON, SYSTEM POWER of STANDBY
op de afstandsbediening) van dit toestel zal vervolgens ook deze componenten
bedienen. Deze netstroomaansluitingen voorzien de aangesloten apparatuur alleen
van stroom wanneer dit toestel is ingeschakeld. Het maximum vermogen (totaal
opgenomen vermogen van de componenten) die kunnen worden aangesloten op de
AC OUTLETS netstroomaansluitingen is 100 W.
Voltage keuzeschakelaar (Algemene modellen en modellen
voor China)
De voltage keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit toestel moet worden
ingesteld aan de hand van de netspanning bij u thuis VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt.
WAARSCHUWING
Verzet de impedantie keuzeschakelaar
IMPEDANCE SELECTOR niet terwijl het
toestel is ingeschakeld, daar dit het toestel kan
beschadigen.
ALS DIT TOESTEL NIET INSCHAKELT
WANNEER ER OP DE STANDBY/ON
TOETS WORDT GEDRUKT:
De impedantie keuzeschakelaar IMPEDANCE
SELECTOR staat wellicht niet goed in een
van de twee mogelijke standen. In dit geval
dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste
stand te zetten terwijl het toestel uit (standby)
staat.
G.
IMPEDANCE SELECTOR
VOLTAGE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
FRONT
REAR
REAR CENTER
CENTER
MAIN A OR B
A + B
: 6
MIN./SPEAKER
: 6
MIN./SPEAKER
: 6
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 4
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
FRONT
REAR
REAR CENTER
CENTER
MAIN A OR B
A + B
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 8
MIN./SPEAKER
: 16
MIN./SPEAKER
240
AC OUTLETS
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Netsnoer (alleen modellen voor Europa)
R
W
ER ON
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
N
./SPEAKER
IN./SPEAKER
Netsnoer
(Algemene modellen, modellen
voor China en Groot-Brittannië)
VOLTAGE
SELECTOR
(Voltage
keuzeschakelaar)
(Algemene
modellen en
modellen voor
China)
19
Nederlands
In-beeld display (OSD)
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een video-monitor. Als u het instelmenu (SET MENU) en de instellingen
voor de DSP geluidsveldprogramma’s op een scherm bekijkt, is het veel makkelijker om de beschikbare mogelijkheden en parameters te
overzien dan wanneer u deze gegevens van het display op het voorpaneel moet lezen.
Als er tevens een videobron wordt weergegeven, zal het in-beeld display over het beeld worden geprojecteerd.
Als er geen videobron wordt gereproduceerd (of wanneer de signaalbron uit (standby) staat), kunt u het in-beeld display (blauwe
achtergrond) in- of uitschakelen via “14 DISPLAY SET” op het SET MENU.
In-beeld display functies
U kunt de hoeveelheid gegevens die wordt getoond door het in-beeld display wijzigen.
Volledige weergave.... Deze instelling laat de parameterwaarden voor het
geluidsveldprogramma op de video-monitor zien.
Verkorte weergave ..... Deze instelling laat onder in beeld dezelfde informatie zien als
het display op het voorpaneel waarna de informatie van het
beeld verdwijnt.
Weergave uit .............. Deze instelling laat korte tijd de aanduiding “DISPLAY OFF”
onder in beeld zien. Hierna zullen er geen aanduidingen van
handelingen meer op het scherm verschijnen, behalve wanneer
ON SCREEN gebruikt wordt.
Opmerkingen:
Wanneer u kiest voor weergave van alle informatie op het scherm, zullen de INPUT
keuzetoetsen, VOLUME en sommige andere gegevens onder in beeld wordt
weergegeven op dezelfde manier als op het display op het voorpaneel van het toestel.
Het signaal van het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de REC OUT
keuzeschakelaar en zal niet worden opgenomen met enig videosignaal.
De informatie betreffende het instelmenu (SET MENU) en de TEST DOLBY SUR en
TEST DSP functies zal op het scherm verschijnen ongeacht de instelling voor het in-
beeld display.
Instellen van de in-beeld display functie
1
1
Wanneer u de stroom inschakelt, zullen de video-monitor en het display op
het voorpaneel het hoofd volumeniveau een paar seconden laten zien en
vervolgens overschakelen naar het huidige geluidsveldprogramma.
2
2
Druk herhaaldelijk op ON SCREEN op de afstandsbediening om de
instelling voor de weergave van het in-beeld display te wijzigen.
De instelling verandert als volgt: Volledige weergave, verkorte weergave, uit.
Opmerkingen:
Als u een videobron kiest die componenten aangesloten heeft op zowel de
S VIDEO IN als de composiet VIDEO IN aansluitingen en zowel de S VIDEO
OUT als de composiet VIDEO OUT uitgangsaansluitingen zijn aangesloten op een
video-monitor, dan zal het beeld zowel via de S VIDEO OUT als via de composiet
VIDEO OUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Het in-beeld display zal
echter alleen worden gereproduceerd via het S video uitgangssignaal. Als er geen
videosignaal binnenkomt, zal het in beeld display worden gereproduceerd via zowel
de S-video als het composiet videosignaal.
Als uw video monitor alleen aangesloten is op de COMPONENT VIDEO
aansluitingen van dit toestel, zal het in beeld display niet getoond worden. Let er op
dat uw video monitor aangesloten is op de COMPONENT VIDEO aansluiting en
hetzij de VIDEO, hetzij de S VIDEO aansluitingen, als u het in beeld display wilt
kunnen zien.
Afspelen van videomateriaal met een anti-kopieersignaal, of van videosignalen die
veel ruis bevatten, kan resulteren in instabiele beeldweergave.
P01 CONCERT HALL 1
≥ Europe Hall A
INIT.DLY…………30ms
ROOM SIZE…………1.0
LIVENESS…………………5
CONCERT HALL 1
Europe Hall A
P01
Volledige weergave (Bijv.)
Verkorte weergave (Bijv.)
ON SCREEN
Voorbereidingen
20
Plaatsing van de luidsprekers
Waar u uw luidsprekers neerzet heeft grote invloed op hoe goed uw systeem zal klinken.
Plaatsing van de hoofd-luidsprekers
Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke afstanden van de
belangrijkste luisterplek.
Als u een TV of video-monitor in uw systeem heeft opgenomen, moet de afstand
van elk van deze luidsprekers tot de TV of video-monitor ook gelijk zijn.
Plaatsing van de midden-luidspreker
Als u een TV of video-monitor in uw systeem heeft, dient u de voorkant van de
midden-luidspreker in lijn te brengen met de voorkant van het beeldscherm. Plaats de
luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor, bijvoorbeeld er direct onder of er
bovenop. Als u de luidspreker onder de monitor zet, kunnen de voor-effect-
luidsprekers de hoogte van het geluid regelen in samenhang met de actie op het
scherm (afhankelijk van de plaats van de luisteraar). Als u een projectiescherm
gebruikt in uw systeem, dient u de midden-luidspreker onder het scherm te zetten. De
luidspreker moet in dat geval in lijn gebracht worden met het midden van het scherm.
Plaatsing van de voor-effect, achter en achter-
midden-luidsprekers
De voor effect-luidsprekers moeten ongeveer 0,5 ~ 1 m buiten de hoofd-
luidsprekers en voor in de ruimte geplaatst worden. Ze moeten naar de
belangrijkste luisterplek gericht worden. Plaats de achter-luidsprekers achterin de
ruimte en richt ook deze op de luisterplek. De achter-luidsprekers mogen verder uit
elkaar gezet worden dan de voor-effect-luidsprekers. De voor-effect en achter-
luidsprekers moeten ongeveer 1,8 m boven de vloer geplaatst worden.
Wanneer u eenmaal naar materiaal aan het luisteren bent, kunt u de plaatsing van
de luidsprekers aanpassen tot u een evenwichtige weergave via de hoofd, voor-
effect en achter-luidsprekers heeft bereikt.
Wanneer u een projectiescherm gebruikt
Plaats de luidsprekers zoals aangegeven op de afbeelding.
De hoofd-luidsprekers horen ongeveer een kwart van de schermhoogte boven de
onderrand van het scherm geplaatst te worden.
Plaats de midden-luidspreker in het midden en direct onder het scherm. De
midden-luidspreker zorgt ervoor dat de gesproken tekst precies gepositioneerd kan
worden.
Wanneer u een projectiescherm gebruikt met uw systeem, zullen de voor-effect-
luidsprekers voor een betere effectkwaliteit zorgen. De CINEMA-DSP
geluidsveldprogramma’s tillen het geluid van de midden-luidspreker naar boven en
zorgen voor een natuurlijke weergave in overeenstemming met de videobeelden.
Plaatsing van de subwoofers
Plaats de voor-subwoofer dicht bij de hoofd-luidsprekers. Keer de subwoofer een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te
verminderen.
Als u een achter-subwoofer gebruikt, dient u deze achter de belangrijkste
luisterplek te plaatsen. De plaatsing van de achter-subwoofer is niet heel belangrijk
vanwege het ongerichte karakter van de ultra-lage frequenties van het
gereproduceerde geluid.
Door een subwoofer van hoge kwaliteit toe te voegen aan de luidspreker-
opstellingen op de bladzijde 9, zult u in staat zijn te genieten van krachtigere en
realistischere filmeffecten, ook als u al grote hoofd-luidsprekers heeft.
Opmerkingen:
Als u luidsprekers van verschillende merken (met verschillende toonkarakteristieken)
door elkaar gebruikt in uw opstelling, is het mogelijk dat de overgangen in de toon van
een bewegende menselijke stem en andere soorten geluiden niet helemaal soepel
verlopen. We raden u daarom aan luidsprekers van een bepaalde fabrikant te gebruiken,
of luidsprekers waarvan u zeker weet dat dezelfde toonkarakteristieken delen.
U Kunt ook de uitgangsniveaus en de equalizatie van uw effect-luidsprekers regelen via
het instelmenu.
Als u kleine luidsprekers gebruikt, zal de toevoeging van een subwoofer de
geluidseffecten in films benadrukken.
Hoofd-
luidspreker
Hoofd-
luidspreker
TV of video-
monitor
TV of video-
monitor
Midden-luidspreker
FL
L
0.5~1m1m 1m0.5~1m1.5~3m
(1~3ft)(3ft) (3ft)(1~3ft)(5~15ft)
RL
CR
FR
RR
RC
L
C
R
1/4
1
Voor-effect-luidsprekers
Voor
subwoofer
Midden-
luidspreker
Achter-subwoofer
Achter-midden-
luidspreker
Achter-luidsprekers
1,8 m
Hoofd-luidspreker
21
Nederlands
Luidspreker-instellingen
Dit toestel heeft zeven SPEAKER SET onderdelen in het instelmenu (SET MENU) die u moet instellen aan de hand van het aantal
luidsprekers in uw opstelling en hun afmetingen. De volgende tabel geeft een kort overzicht van deze SPEAKER SET onderdelen em laat de
begininstellingen en andere mogelijke instellingen zien. Als de begininstellingen niet geschikt zijn voor uw luidspreker opstelling, dient u
deze via het instelmenu (SET MENU) te wijzigen.
Samenvatting SPEAKER SET onderdelen 1A t/m 1G
Onderdeel
1A. CENTER SP
1B. MAIN SP
1C. REAR L/R SP
1D. REAR CT SP
1E. LFE/BASS OUT
1F. FRNT EFCT SP
1G. MAIN LEVEL
Beschrijving
Instelling van het uitgangssignaal voor het midden-kanaal, afhankelijk van de
afmetingen van de midden-luidspreker.
De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen).
Instelling van het uitgangssignaal voor het hoofd-kanaal, afhankelijk van de afmetingen
van de hoofd-luidsprekers.
De mogelijke instellingen zijn LARGE (groot) of SMALL (klein).
Instelling van het uitgangssignaal voor het achter-kanaal, afhankelijk van de afmetingen
van de achter-luidsprekers.
De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen).
Instelling van het uitgangssignaal voor het achter-midden-kanaal, afhankelijk van de
afmetingen van de achter-midden-luidspreker.
De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen).
Instelling van een luidspreker voor het LFE/Bass uitgangssignaal.
De mogelijke instellingen zijn SWFR (subwoofer), MAIN (hoofd-) en BOTH (allebei).
Instelling van het uitgangssignaal voor het voor-effect-kanaal.
De mogelijke instellingen zijn YES (ja) of NONE (geen).
Stelt het uitgangsniveau van het uitgangssignaal voor het hoofd-kanaal in.
De mogelijke instellingen zijn Normal (normaal) of –10 dB.
Begininstelling
LRG
LARGE
LRG
LRG
BOTH
YES
Normal
Opmerking:
Gebruik “L/R BALANCE” op het SET MENU wanneer u de balans van het uitgangsniveau tussen de linker en rechter hoofd-luidsprekers in wilt
stellen.
Voorbereidingen
22
Dolby Surround test
1
1
Nadat u de Dolby Surround test heeft geselecteerd, zal “TEST DOLBY SUR.”
op de video monitor en op het display op het voorpaneel verschijnen.
2
2
Stel met VOLUME +/– de testtoon voor elk van de luidsprekers in. Stel het
uitgangsniveau zo in dat alle luidsprekers even luid klinken.
De testtoon komt achtereenvolgens uit d linker hoofd-luidspreker, de
midden-luidspreker, rechter hoofd-luidspreker, rechter achter-luidspreker,
midden achter-luidspreker en tenslotte uit de linker achter-luidspreker. De
testtoon duurt telkens 2,5 seconden.
Houd h of g ingedrukt om de testtoon tijdlijk ergens te stoppen.
Gebruik h of g ook om een bepaalde luidspreker te selecteren.
3
3
Druk twee keer op TEST om de testtoon te laten stoppen wanneer u klaar
bent.
U kunt het uitgangsniveau van de effectkanalen (links achter, rechts achter,
midden achter en midden) tot +10 dB opvoeren. Als het uitgangsniveau van
de midden, achter en midden achter luidsprekers dan nog lager blijft dan dat
van de hoofd-luidsprekers, dient u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL zo in te
stellen dat het volume van de hoofd-luidsprekers tot ongeveer een-derde van
het normale niveau wordt teruggebracht. Nadat u het onderdeel 1G. MAIN
LEVEL via het SET MENU heeft ingesteld op “–10 dB”, dient u de niveaus
voor de midden, achter en midden achter luidsprekers opnieuw in te stellen.
FL
L
RL
C
RC
R
FR
RR
EFFECT LEVEL
L SUR. 0dB
TEST DOLBY SUR.
EFFECT LEVEL
L SUR. 0dB
Uitgangsniveau luidsprekers
Dit hoofdstuk behandelt het instellen van de luidspreker-niveaus met behulp van de testtoon. Er zijn twee tests; Dolby Surround en DSP.
Voor u begint
1
1
Zet de BASS en TREBLE regelaars op het voorpaneel op “0” (in het
midden) en schakel de BASS EXTENSION uit.
2
2
Gebruik voor de volgende drie stappen de afstandsbediening. Ga op de
belangrijkste luisterplek zitten en zet de PARAMETER/SET MENU
schakelaar op de afstandsbediening op PARAMETER.
3
3
Zet de 10 KEY/DSP schakelaar op DSP en druk op q/DTS SUR.
4
4
Druk op TEST en selecteer de gewenste test.
Kies “TEST DOLBY SUR.” om de uitgangsniveaus van de midden, achter-
midden en links-achter en rechts-achter luidsprekers af te stemmen op dat van
de linker en rechter hoofd-luidsprekers.
Kies “TEST DSP” om de uitgangsniveaus van de voor-effect-luidsprekers in
evenwicht te brengen met die van de hoofd-luidsprekers.
BASS TREBLE
23
Nederlands
Uitgangsniveau luidsprekers
DSP test
1
1
Nadat u de DSP test heeft geselecteerd, zal “TEST DSP” op de video monitor
en op het display op het voorpaneel verschijnen.
2
2
Stel met VOLUME +/– de testtoon voor elk van de luidsprekers in. Stel het
uitgangsniveau van de voorste effect-luidsprekers zo in dat deze even hard
klinken als de hoofd-luidsprekers.
De testtoon klinkt achtereenvolgens uit de voor-effect-luidsprekers en de
hoofd-luidsprekers. De testtoon zal elke keer 2,5 seconden lang
weergegeven worden.
3
3
Regel het uitgangsniveau van de voor-effect-luidsprekers met de cursor + en
toetsen op de afstandsbediening zo af dat het uitgangsniveau van de voor-
effect-luidsprekers en dat van de hoofd-luidsprekers hetzelfde klinkt.
De testtoon wordt automatisch weergegeven via de voor-effect-luidsprekers
terwijl u het niveau regelt.
Opmerkingen:
Als u de testtoon niet kunt horen, dient u eerst VOLUME in te stellen en vervolgens
de stroom uit te schakelen en de luidsprekersnoeren en andere aansluitingen te
controleren.
De testtoon kan apart worden weergegeven via de linker of de rechter voor-effect-
luidspreker. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld de aansluitingen van deze
luidsprekers wilt controleren.
Druk op h om de testtoon te laten weergeven via de linker luidspreker, of op g om
de testtoon te laten weergeven via de rechter luidspreker. (Het in-beeld display zal
laten zien via welke luidspreker de testtoon wordt weergegeven.)
U kunt het uitgangsniveau van de linker en de rechter voor-effect-luidsprekers
echter niet apart regelen.
Als u op g drukt, kunt u de testtoon alleen horen via de rechter voor effect-
luidspreker en door op h te drukken, alleen via de linker voor effect-luidspreker.
Laat de toets in kwestie weer los om terug te keren naar de oorspronkelijke situatie.
De toonkwaliteit van de luidsprekers kan worden ingesteld met de onderdelen
5. CENTER GEQ van het instelmenu (SET MENU).
Als het uitgangsniveau van de voor-effect-luidsprekers lager is dan dat van de
hoofd-luidsprekers, zelfs nadat u dit met +10 dB verhoogd heeft, dient u onderdeel
1G. MAIN LEVEL van het instelmenu (SET MENU) op “–10dB” te zetten.
Hierdoor zal het uitgangsniveau van de hoofd-luidsprekers tot ongeveer een derde
van het normale niveau worden teruggebracht.
Nadat u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL van het instelmenu (SET MENU) op
“–10dB” heeft gezet, dient u de TEST DOLBY SUR. procedure op de voorgaande
bladzijde te herhalen.
Als u geen voor effect-luidsprekers gebruikt, dient u het onderdeel 1F. FRNT EFCT
SP via het SET MENU op “NONE” (geen) te zetten, waarna het DSP voor effect-
signaal gemengd zal worden met de signalen voor het hoofdkanaal.
Wanneer u een hoofdtelefoon heeft aangesloten op dit toestel, zullen de Dolby
Surround en DSP test niet functioneren.
TEST DSP
MAIN
FL
L
RL
C
RC
R
FR
RR
EFFECT LEVEL
FRONT 0dB
TEST DSP
EFFECT LEVEL
FRONT 0dB
IntroductionPreparationsBasisbediening
Advanced
Operation
Additional
Information
Appendix
24
Basisbediening
Basisweergave 25
Aan en uit zetten van het toestel............................................................................. 25
Selecteren van een signaalbron .............................................................................. 26
Ingangsfuncties en aanduidingen ........................................................................... 27
Selecteren van een geluidsveldprogramma ............................................................28
Basisopname 29
Voorbereidingen..................................................................................................... 29
25
Nederlands
Basisweergave
De bediening bij weergave wordt uiteen gezet aan de hand van de bedieningsorganen op het toestel zelf en die op de afstandsbediening.
Hierbij wordt deze volgorde aangehouden: “naam van de toets (naam van de toets op de afstandsbediening)”.
Aan en uit zetten van het toestel
1
1
Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM POWER op de afstandsbediening)
om de stroom in te schakelen.
Het voorpaneel (en het monitorscherm) zullen het ingestelde volumeniveau
een paar seconden lang laten zien en vervolgens overschakelen naar het
tonen van het op dit moment ingestelde geluidsveldprogramma.
2
2
Druk op STANDBY/ON (of op STANDBY op de afstandsbediening) om de
stroom uit (standby) te schakelen.
Opmerking:
De bedieningstoestand waarin het toestel zich bevindt wordt bij het uitschakelen
opgeslagen in het geheugen van het toestel. Door een in de handel verkrijgbare
timer aan te sluiten op dit toestel, kunt u gemakkelijk op het door u gewenste
tijdstip een signaalbron laten weergeven of opnemen.
STANDBY
SYSTEM
POWER
VOLUME
EFFECT
STANDBY
/ON
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2
INPUT MODE
INPUT
VOLUME
SILENT
PHONES
SPEAKERS
B
A
PROCESSOR
DIRECT
BASS
EXTENSION
BASS TREBLE REC OUT DSP PROGRAM
VIDEO AUX
VCR 1
SAT
CABLE
D-TV/LD
DVD
SOURCE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CD
PHONO
VCR 2/DVR
EFFECT
6CH
INPUT
S VIDEO VIDEO L R OPTICALAUDIO
VIDEO AUX
STANDBY/ON VOLUME
EFFECT
INPUT MODE
Ingangskeuze-
toetsen
STANDBY
/ON
STANDBY
/ON
INPUT keuzetoetsen
IntroductionPreparationsBasisbediening
Advanced
Operation
Additional
Information
Appendix
26
Basisweergave
Selecteren van een signaalbron
1
1
Selecteer de gewenste signaalbron met de INPUT keuzetoetsen, of druk op
een van de directe keuzetoetsen op de afstandsbediening.
De huidige signaalbron wordt op het display op het voorpaneel aangegeven
met een pijltje.
De naam van de huidige signaalbron en de bijbehorende ingangsfunctie
worden een paar seconden lang getoond op het display op het voorpaneel en
op de video-monitor.
Selecteer deze signaalbron: Om het signaal via deze
apparatuur weer te geven.
DVD........................................ DVD-speler
D-TV/LD ................................ LD-speler /Digitale TV of TV
CABLE ................................... Kabeltelevisie
VCR 1 ..................................... Videodeck 1
VCR 2/DVR ........................... Videorecorder 2 of digitale videorecorder
V-AUX ................................... Andere AV component
PHONO .................................. Draaitafel
CD........................................... CD-speler
TUNER ................................... AM/FM tuner
MD/TAPE............................... MD-recorder/Cassettedeck
CD-R....................................... CD Recorder
SAT......................................... Satelliettuner
2
2
Begin de weergave (of stem af op een zender) op de signaalbron.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component.
3
3
Regel het VOLUME met de draaiknop (of de VOLUME +/– toetsen op de
afstandsbediening).
Let op:
Als de op VCR 1, VCR 2/DVR, MD/TAPE of CD-R OUT aangesloten
component is uitgeschakeld, is het mogelijk dat het weergegeven geluid vervormd
raakt, of dat het volume te laag is. Schakel de betreffende component in een
dergelijk geval in.
Achtergrondvideo (BGV) functie
De achtergrondvideo (BGV) functie stelt u in staat een videosignaal van een
videobron te combineren met een audiosignaal van een audiobron. (Zo kunt u
bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u een video bekijkt.)
Selecteer een signaalbron uit de video-groep en kies vervolgens een signaalbron uit
de audio-groep met de afstandsbediening. Gebruik de ingangstoetsen op de
afstandsbediening om uw keuze te maken. De BGV functie werkt niet als u de
signaalbron kiest met de INPUT keuzetoetsen op het voorpaneel.
INPUT
D-TV/LD
DVD
CABLE
MD/TAPE
SAT CD-R
VCR 1 TUNER
VCR2/DVR
CD
V-AUX PHONO
De geselecteerde signaalbron
VOLUME
27
Nederlands
Basisweergave
Ingangsfuncties en aanduidingen
Dit toestel heeft diverse ingangsaansluitingen. Als een externe component is aangesloten op meer dan een soort ingangsaansluiting, kunt u
aangeven welk ingangssignaal voorrang moet krijgen. Druk op INPUT MODE op het voorpaneel of op een van de ingangskeuzetoetsen
(druk deze herhaaldelijk in) op de afstandsbediening om de ingangsfunctie te zien of te wijzigen.
AUTO:...........
Deze functie wordt automatisch ingesteld wanneer u dit toestel inschakelt. In deze
functie zal het ingangssignaal automatisch worden gekozen in deze volgorde:
1) Dolby Digital of DTS gecodeerde signalen
2) Digitale (PCM) signalen
3) Analoge signalen
DTS: ................. In deze functie worden alleen DTS gecodeerde digitale signalen geselecteerd,
ook als er tegelijkertijd andere ingangssignalen beschikbaar zijn.
ANALOG: ..... In deze functie worden alleen analoge signalen geselecteerd, ook als er
tegelijkertijd digitale ingangssignalen beschikbaar zijn.
<Wanneer LD is gekozen als signaalbron> (Alleen algemene modellen en modellen voor China)
AUTO:........... In deze functie zal het toestel automatisch het ingangssignaal kiezen in
deze volgorde:
1) Dolby Digital RF gecodeerde signalen.
2) DTS gecodeerde signalen
3) Digitale (PCM) signalen
4) Analoge signalen
D.D.RF: ......... Dit toestel zal alleen Dolby Digital RF signalen selecteren.
DTS: ..............
In deze functie zal dit toestel zal alleen DTS gecodeerde digitale ingangssignalen
selecteren, ook als er tegelijkertijd andere signalen binnenkomen.
DGTL: ........... Dit toestel zal alleen digitale signalen die binnenkomen via de
OPTICAL ingangsaansluitingen selecteren.
ANALOG: .....
Dit toestel zal alleen signalen selecteren die binnenkomen via de ANALOG
ingangsaansluitingen. Dit toestel zal geen Dolby Digital RF of DTS signalen selecteren.
Opmerkingen:
Als er zowel via de COAXIAL als de OPTICAL aansluitingen digitale signalen binnenkomen, zal het digitale signaal van de COAXIAL aansluiting
de voorrang krijgen.
Wanneer AUTO ingesteld staat, zal dit toestel automatisch het ingangssignaal proberen te herkennen. Als er een Dolby Digital of DTS signaal wordt
gedetecteerd, zal de decoder automatisch naar de toepassellijke instelling overschakelen en een 5.1 kanaals signaal reproduceren.
In de volgende situatie kan de geluidsweergave worden onderbroken bij sommige LD en DVD-spelers: De ingangsfunctie staat op AUTO. Er wordt
gezocht terwijl er een schijf wordt afgespeeld die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS, waarna de weergave van deze schijf wordt hervat. De
geluidsweergave zal nu kort worden onderbroken omdat het digitale signaal weer opnieuw moet worden gedetecteerd.
Opmerkingen bij weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier is bewerkt, kunt u mogelijk het DTS signaal niet meer
decoderen, ook al is er een digitale verbinding tussen dit toestel en de speler.
Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de ingangsfunctie op ANALOG zet, zal dit toestel de ruis behorend bij een rauw
DTS signaal weergeven. Wanneer u een DTS bronsignaal wilt weergeven, moet u de signaalbron aansluiten op een digitale
ingangsaansluiting en de ingangsfunctie op AUTO of DTS zetten.
Als u de ingangsfunctie op ANALOG zet terwijl er een DTS gecodeerd signaal wordt weergegeven, zal dit toestel geen geluid produceren.
Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de ingangsfunctie op AUTO zet, zal er een moment slechts ruis worden
weergegeven terwijl het toestel het signaal als DTS signaal aan het herkennen is en de DTS decoder aan het inschakelen is. Dit duidt
niet op een storing. U kunt dit voorkomen door de ingangsfunctie van tevoren al op DTS te zetten.
Als u doorgaat met de weergave van een DTS gecodeerd signaal terwijl u de ingangsfunctie op AUTO laat staan, zal dit toestel
automatisch naar de “DTS decodering” functie schakelen om te voorkomen dat er later ruis wordt weergegeven. (De “t” indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel.) De “t” indicator zal direct na het einde van de weergave van een DTS gecodeerd
bronsignaal gaan knipperen. Terwijl deze indicator aan het knipperen is, kan er alleen een DTS gecodeerd bronsignaal worden
weergegeven. Als u nu een gewoon PCM bronsignaal wilt laten weergeven, dient u de ingangsfunctie terug op AUTO te zetten.
De “t” indicator zal gaan knipperen wanneer de ingangsfunctie op AUTO staat en er gezocht wordt of een stuk wordt overgeslagen
bij weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal. Als deze toestand 30 seconden of langer voortduurt, zal het toestel automatisch van
de “DTS decodering” functie overschakelen naar de ingangsfunctie voor digitale PCM signalen, waarna de “t” indicator zal doven.
Opmerkingen bij weergave van een LD of DTS CD bronsignaal
Voor LD materiaal zonder digitaal geluidsspoor dient u de LD-speler aan te sluiten op de analoge ingangsaansluitingen en de
ingangsfunctie op AUTO of op ANALOG te zetten.
Als de LD-speler een non-standaard signaal produceert, is dit toestel niet in staat te detecteren of dit een Dolby Digital of DTS signaal
is. In een dergelijk geval zal de decoder automatisch overschakelen naar PCM of analoog.
Sommige A/V componenten, zoals LD-spelers, produceren verschillende audiosignalen via hun analoge en hun digitale
uitgangsaansluitingen. Verander de ingangsfunctie indien nodig.
Als u een LD-speler gebruikt, een met Dolby Digital gecodeerd signaal wilt weergeven en terugschakelt naar de normale weergave van
pauze of nadat u een hoofdstuk hebt doorgespoeld, is het mogelijk dat u een kort moment voor het Dolby Digital signaal wordt
weergegeven het PCM of analoge geluid kunt horen.
AUTO:DOLBY D.
AUTO:DTS
AUTO:PCM
AUTO:ANALOG
AUTO:---
• AUTO
• DTS
DTS
DTS:---
• ANALOG
ANALOG
ANALOG:---
IntroductionPreparationsBasisbediening
Advanced
Operation
Additional
Information
Appendix
28
Basisweergave
Selecteren van een geluidsveldprogramma
U kunt uw luister-ervaring verbeteren door een DSP geluidsveldprogramma te selecteren. De 25 DSP geluidsveldprogramma’s zijn verdeeld
in 12 DSP programmagroepen.
1
1
Zet de 10 KEY/DSP schakelaar op de afstandsbediening op DSP.
2
2
Druk op het hoofdtoestel op de DSP toets en verdraai de MULTI JOG
draaiknop om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren.
Opmerkingen:
Als er een DTS of Dolby Digital signaal binnenkomt en de ingangsfunctie op
“AUTO” staat, zal het geluidsveldprogramma automatisch naar het geschikte
decodeerprogramma overschakelen.
Kies een geluidsveldprogramma aan de hand van uw eigen voorkeur, niet gebaseerd
op de naam van het programma. De akoestiek van de ruimte waarin u zich bevindt,
heeft ook invloed op de geluidsweergave via het geluidsveldprogramma. U dient de
weerkaatsing van geluid in de ruimte zoveel mogelijk te verminderen om het effect
van het programma te maximaliseren.
Wanneer u een signaalbron selecteert, zal het hoofdtoestel automatisch het laatst
met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Wanneer u het hoofdtoestel uitschakelt, worden de op dat moment ingeschakelde
signaalbron en het gebruikte geluidsveldprogramma automatisch opgeslagen in het
geheugen, zodat deze automatisch kunnen worden ingesteld wanneer de volgende
keer de stroom weer ingeschakeld wordt.
Wanneer de signaalbron digitale signalen met een hoge bemonsteringsfrequentie
van 96 kHz produceert, kunnen de DSP geluidsveldprogramma’s niet worden
toegepast op de geluidssignalen. In dit geval zullen de signalen worden
gereproduceerd als gewone 2 kanaals stereo signalen.
Virtuele CINEMA DSP en HP CINEMA DSP
U kunt het virtuele CINEMA DSP geluidsveldprogramma ervaren door het onderdeel 1C. REAR L/R SP van het instelmenu (SET MENU)
op “NONE” (geen) te zetten. De geluidsveld-bewerking wordt aldus gewijzigd in de virtuele CINEMA DSP, afhankelijk van het
geselecteerde geluidsveldprogramma. Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van virtuele geluiden zonder achter-luidsprekers. De
signalen voor de achter-luidsprekers worden weergegeven via de hoofd-luidsprekers. U kunt ook luisteren met HP (hoofdtelefoon) CINEMA
DSP door uw hoofdtelefoon aan te sluiten op de PHONES aansluiting terwijl de DSP geluidsveldprogramma’s ingeschakeld zijn. Wanneer
de signaalbron digitale signalen met een hoge bemonsteringsfrequentie van 96 kHz produceert, kunnen de Virtual CINEMA DSP en HP
CINEMA DSP programma’s niet functioneren.
Opmerking:
Dit toestel wordt in de volgende gevallen toch niet in de Virtual CINEMA DSP gezet, ook al staat “1C REAR L/R SP” op “NONE” (geen):
wanneer het 8ch Stereo, DOLBY DIGITAL/Normal of DTS/Normal programma is geselecteerd;
wanneer het geluidseffect is uitgeschakeld;
wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron;
wanneer dit toestel digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz ontvangt;
wanneer er een Dolby Digital KARAOKE bronsignaal wordt weergegeven;
wanneer de testtoon wordt gebruikt; of
wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
Normale stereo weergave
Voor normale stereo weergave dien u op EFFECT te drukken om de effecten te
annuleren.
Opmerkingen:
Wanneer u de effecten uitschakelt, zal er geen geluid worden gereproduceerd via de
voor-effect, midden, achter en achter-midden-luidsprekers.
Als u de effecten uitschakelt terwijl er DTS of Dolby Digital signalen worden verwerkt,
zal het dynamisch bereik van het signaal automatisch worden gecomprimeerd.
Het volume wordt mogelijk heel erg verminderd wanneer u de effecten uitschakelt, of
wanneer u het instelmenu (SET MENU) wijzigt. Zet de effecten in dit geval weer aan.
6.1/ES
Als u gebruik wilt maken van de achter-
midden-luidspreker met een 5.1 kanaals
signaalbron, dient u op 6.1/ES te drukken.
10KEY/DSP
Hi-Fi DSP programma’s
CINEMA-DSP programma’s
Entertainment
Game
Concert Video
Pop/Rock
Classical/Opera
TV Theater
Mono Movie
Variety/Sports
Movie Theater 1
Spectacle
Sci-Fi
Movie Theater 2
Adventure
General
q/DTS SURROUND
Normal/Matrix 6.1/ES
Enhanced/6.1/ES
EFFECT
EFFECT OFF
Concert Hall 1
Europe Hall A
Europe Hall B
Concert Hall 2
U.S.A. Hall C
Live Concert
Church
Freiburg
Royaumont
Jazz Club
Village Gate
The Bottom Line
Rock Concert
Roxy Theatre
Arena
Stadium
Anaheim
Bowl
Entertainment
Disco
8ch Stereo
29
Nederlands
Basisopname
Door middel van REC OUT kunt u opnemen van de ene signaalbron terwijl u luistert naar een andere.
Voorbereidingen
1
1
Zet dit toestel en alle aangesloten apparatuur aan.
2
2
Kies de signaalbron waarvan u wilt opnemen met REC OUT.
Zet REC OUT op SOURCE om van de huidige signaalbron op te nemen.
Zet REC OUT op de signaalbron waarvan u wilt opnemen om op te nemen
van een signaalbron die u niet weer wilt laten geven.
3
3
Begin de weergave (of stem af op een zender) op de signaalbron.
4
4
Begin de opname op het opname-apparaat.
Als u ondertussen naar een andere signaalbron wilt luisteren en REC OUT
niet op SOURCE staat, kunt u de weer te geven signaalbron kiezen met de
INPUT keuzetoetsen en vervolgens het volume naar eigen smaak instellen.
Opmerkingen:
Maak een test-opname voor u daadwerkelijk gaat opnemen.
Wanneer dit toestel is uitgeschakeld, kunt u niet opnemen van het ene op dit toestel
aangesloten apparaat naar het andere.
De instelling van BASS, TREBLE, BASS EXTENSION, BALANCE,
VOLUME en DSP geluidsveldprogramma’s heeft geen invloed op het opgenomen
signaal.
Bijzondere aandachtspunten bij het opnemen van
DTS materiaal
Het DTS signaal is een digitale bitstroom. Als u probeert de DTS bitstroom
digitaal op te nemen, zal slechts geruis worden opgenomen. Als u dus dit toestel
wilt gebruiken om DTS gecodeerd bronmateriaal op te nemen, dient u aandacht te
schenken aan de volgende punten.
Voor DTS gecodeerde LD’s, DVD’s en CD’s:
Op de volgende manier kunnen alleen 2 kanaals analoge audiosignalen worden
opgenomen:
LD’s:
Zet de linker en rechter uitgangsaansluitingen van uw LD-speler op de
analoge soundtrack.
DVD’s:
Gebruik het discmenu om de gemengde 2 kanaals links en rechts audio
uitgangsaansluitingen van de DVD-speler op de PCM of Dolby Digital
soundtrack te zetten.
CD’s:
Het op CD’s opgenomen DTS signaal kan alleen worden gereproduceerd als
een digitale bitstroom en kan daarom niet worden opgenomen.
STANDBY
/ON
REC OUT
VIDEO AUX
VCR 1
SAT
CABLE
D-TV/LD
DVD
SOURCE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CD
PHONO
VCR 2/DVR
IntroductionPreparationsBasic Operation
Geavanceerde
bediening
Additional
Information
Appendix
30
Geavanceerde
bediening
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) 31
Bedienen van het instelmenu (SET MENU) ..........................................................32
1. SPEAKER SET (1A. CENTER SP t/m 1G. MAIN LEVEL) ............................ 33
2. LOW FREQ. TEST ............................................................................................35
3. L/R BALANCE.................................................................................................. 36
4. HP TONE CTRL (Hoofdtelefoon toonregeling)................................................ 36
5. CENTER GEQ (Midden grafische equalizer).................................................... 36
6. INPUT RENAME ............................................................................................. 36
7. I/O ASSIGN ....................................................................................................... 37
8. INPUT MODE ...................................................................................................37
9. PARAMETER INI (Parameter initialisatie) ...................................................... 37
10. DOLBY D. SET (Dolby Digital instelling) ..................................................... 38
11. DTS SET .......................................................................................................... 38
12. 6.1/ES AUTO ...................................................................................................38
13. SP DELAY TIME ............................................................................................ 39
14. DISPLAY SET ................................................................................................. 39
15. MEMORY GUARD......................................................................................... 39
Kenmerken afstandsbediening 40
Gebruik van de afstandsbediening .........................................................................40
Bedieningstoetsen voor alle componenten ............................................................. 42
Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening ...........................45
Programmeren van een nieuwe functie voor de afstandsbediening ....................... 46
Gebruiken van de macro-functie ............................................................................47
Veranderen van de naam van de signaalbron op het display .................................49
Wissen van een geleerde functie of macro............................................................. 49
Wissen van geleerde functies en instellingen......................................................... 50
Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers 51
Instellen van de slaaptimer 51
31
Nederlands
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
Het instelmenu (SET MENU) bestaat uit zestien onderdelen, inclusief de luidspreker-instellingen, midden-grafische equalizer en parameter
initialisatie functies. Kies het toepasselijke onderdeel en stel de betreffende waarden in naar behoeven.
Opmerkingen:
U kunt onderdelen van het instelmenu (SET MENU) wijzigen terwijl er een signaalbron gereproduceerd wordt.
Wij raden u aan de onderdelen van het instelmenu (SET MENU) in te stellen met behulp van een video-monitor. Het is gemakkelijker om de
mogelijkheden te overzien op het scherm van de monitor dan op het display op het voorpaneel van dit toestel wanneer u de onderdelen van het
instelmenu (SET MENU) instelt.
Onderdelen
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. MAIN SP
1C. REAR L/R SP
1D. REAR CT SP
1E. LFE/BASS OUT
1F. FRNT EFCT SP
1G. MAIN LEVEL
2. LOW FREQ. TEST
3. L/R BALANCE
4. HP TONE CTRL
5. CENTER GEQ
6. INPUT RENAME
7. I/O ASSIGN
8. INPUT MODE
9. PARAMETER INI
10. DOLBY D. SET
10A. LFE LEVEL
10B. D-RANGE
11. DTS SET
12. 6.1/ES AUTO
13. SP DELAY TIME
14. DISPLAY SET
15. MEMORY GUARD
Omschrijvingen
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw midden-luidspreker.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw hoofd-luidsprekers.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw achter-luidsprekers.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw achter-midden-luidspreker.
Selecteert de uitgangsfunctie voor het LFE/BASS uitgangssignaal.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw voor-effect-
luidsprekers.
Selecteert het uitgangsniveau voor uw hoofd-kanalen.
Brengt het uitgangsniveau van de subwoofer in overeenstemming met
dat van de andere luidsprekers.
Regelt de balans tussen de linker en rechter kanalen.
Regelt de toonbalans voor de hoofdtelefoon.
Brengt de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in overeenstemming
met de hoofd-luidsprekers.
Verandert de naam van de ingangen.
Wijst de I/O aansluitingen toe aan de aangegeven signaalbronnen.
Selecteert de aanvankelijke ingangsfunctie voor de diverse
signaalbronnen.
Initialiseert de parameters van een groep DSP programma’s.
Regelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor Dolby Digital signalen.
Regelt het dynamisch bereik voor Dolby Digital signalen.
Regelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor DTS signalen.
Selecteert de AUTO functie voor Dolby Digital Matrix 6.1 en DTS ES
decodering.
Regelt de vertraging voor de midden en achter-midden-luidsprekers.
Selecteert de display-instellingen.
Vergrendelt de DSP programma-parameters en andere instelmenu (SET
MENU) instellingen.
Instelling
LRG / SML / NONE
LARGE / SMALL
LRG / SML / NONE
LRG / SML / NONE
SWFR / MAIN / BOTH
YES / NONE
Normal / –10dB
TEST TONE;
OFF / ON
OUTPUT;
MAIN L/R, MAIN L, CENTER, MAIN R, R
SUR, REAR CT, L SUR, SWFR, FRONT
FREQ.;
35Hz—250Hz
(Smal- of breedband)
L t/m 0 t/m R
BASS; –6dB t/m +3dB
TRBL; –6dB t/m +3dB
5 banden: –6dB t/m +6dB
Maximaal acht tekens.
Digitaal I/O, CMPNT ingang.
AUTO / LAST
1 t/m 12
SP, HP; –20dB t/m 0dB
SP, HP; MAX / STD / MIN
SP, HP; –10dB t/m +10dB
ON / OFF
CENTER; 0ms t/m 5ms
REAR CNTR; 0ms t/m 30ms
BLUE BACK; AUTO/OFF
OSD SHIFT; 0 t/m 10
DIMMER; –4 t/m 0
OFF / ON
Bladzijde
33-35
35
36
36
36
36
37
37
37
38
38
38
39
39
39
IntroductionPreparationsBasic Operation
Geavanceerde
bediening
Additional
Information
Appendix
32
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
Bedienen van het instelmenu (SET MENU)
Voer de instellingen uit met de afstandsbediening. Sommige onderdelen vereisen extra stappen om de gewenste instelling te maken.
1
1
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op SET MENU (instelmenu).
2
2
Druk herhaaldelijk op h of g om een onderdeel te kiezen van het SET MENU en gebruik vervolgens + of om dat onderdeel in te
stellen.
Het onderdeel dat u het laatst heeft ingesteld zal op het display verschijnen.
Sommige onderdelen zijn zelf weer onderverdeeld.
3
3
Druk op + of om de instelling van het onderdeel te wijzigen.
4
4
Druk herhaaldelijk op h of g of op een DSP keuzetoets om het instelmenu te verlaten.
PARAMETER / SET MENU
Cursortoetsen
SET MENU 1/4
1 SPEAKER SET
≥ 2 LOW FREQ.TEST
3 L/R BALANCE
4 HP TONE CTRL
In-beeld display (OSD)
Voorpaneel display
2 LOW FREQ.TEST
≥ TEST TONE………OFF
OUTPUT…MAIN L/R
FREQ.………………88Hz
2 LOW FREQ.TEST
TEST TONE………OFF
of
2 LOW FREQ.TEST
-/+ : Enter
33
Nederlands
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
1. SPEAKER SET (1A. CENTER SP t/m 1G. MAIN LEVEL)
Met deze functie kunt u de voor uw luidspreker-opstelling geschikte uitgangsfuncties selecteren. U moet de uitgangsfunctie instellen wanneer
u een subwoofer gebruikt.
1A. CENTER SP (midden-luidspreker)
Door een midden-luidspreker toe te voegen aan uw luidspreker-opstelling, zal dit toestel in staat zijn de gesproken tekst goed te plaatsen
voor alle luisteraars en beeld en geluid optimaal met elkaar te laten overeenkomen. Het in-beeld display zal een grote, kleine of helemaal
geen midden-luidspreker laten zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LRG” (groot).
Kies de “LRG” (groot) instelling als u een grote midden-luidspreker heeft. Het hele bereik van midden-kanaal signalen wordt naar de
midden-luidspreker gestuurd.
Kies de “SML” (klein) instelling als u een kleine midden-luidspreker heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen midden-luidspreker heeft. Alle signalen voor het midden-kanaal zullen naar de linker en
rechter hoofd-luidsprekers worden gestuurd. De “NONE” (geen) instelling zal de gesproken tekst goed kunnen plaatsen voor de
luisteraar op de belangrijkste luisterplek.
1B. MAIN SP (hoofd-luidsprekers)
Het display zal kleine of grote hoofd-luidsprekers tonen afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LARGE” (groot).
Kies de “LARGE” (groot) instelling als u grote hoofd-luidsprekers heeft. Het gehele bereik voor de linker en rechter hoofd-kanaal
signalen zal naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd.
Kies de “SMALL” (klein) instelling als u kleine hoofd-luidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Opmerking:
Wanneer u de “MAIN” instelling kiest voor het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT, zullen de lage tonen van 90 Hz en minder naar de hoofd-luidsprekers
worden gestuurd ook al stelt u “SMALL” (klein) in voor de hoofd-luidsprekers zelf.
1C. REAR L/R SP (achter-luidsprekers)
Het in-beeld display zal grote, kleine of geen luidsprekers laten zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LRG” (groot).
Kies de “LRG” (groot) instelling als u grote linker en rechter achter-luidsprekers heeft of wanneer u een achter-subwoofer heeft. Het
hele bereik van achter-kanaal signalen wordt naar de linker en rechter achter-luidsprekers gestuurd.
Kies de “SML” (klein) instelling als u kleine linker en rechter achter-luidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen
naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen achter-luidsprekers heeft.
In dit geval zal de achter-midden-luidspreker automatisch op “NONE” (geen) gezet worden en zal het onderdeel 1D. REAR CT SP
(achter-midden-luidspreker) worden overgeslagen.
1A CENTER SP
“LRG SML NONE
1A CENTER SP
LRG “SML NONE
1A CENTER SP
LRG SML “NONE
1A CENTER SP
“LRG SML NONE
Groot Klein Geen
1B MAIN SP
“LARGE SMALL
1B MAIN SP
LARGE “SMALL
1B MAIN SP
“LARGE SMALL
Groot Klein
1C REAR L/R SP
“LRG SML NONE
1C REAR L/R SP
LRG “SML NONE
1C REAR L/R SP
LRG SML “NONE
1C REAR L/R SP
“LRG SML NONE
Groot Klein Geen
IntroductionPreparationsBasic Operation
Geavanceerde
bediening
Additional
Information
Appendix
34
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
1D. REAR CT SP (achter-midden-luidspreker)
Door een achter midden-luidspreker toe te voegen aan uw luidspreker-opstelling, kan dit toestel realistischer overgangen van voor naar
achter en vice-versa weergeven. De begininstelling is “LRG” (groot).
Kies de “LRG” (groot) instelling als u een grote achter-midden-luidspreker heeft. Het hele bereik van achter-midden-kanaal signalen
wordt naar de achter-midden-luidsprekers gestuurd.
Kies de “SML” (klein) instelling als u een kleine achter-midden-luidspreker heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen achter-midden-luidspreker heeft. Het achter-midden signaal wordt naar de achter L/R
luidsprekers gestuurd.
1E. LFE/BASS OUT (Bas uitgangsfunctie)
LFE signalen geven lage toon-effecten weer wanneer dit toestel DTS of Dolby Digital signalen reproduceert. Lage tonen in dit verband
zijn tonen met een frequentie van 90 Hz of minder. De begininstelling is “BOTH” (allebei).
Kies de “SWFR” (subwoofer) instelling als u een subwoofer heeft. De LFE signalen zullen naar de subwoofer worden gestuurd.
Kies de “MAIN” instelling als u geen subwoofer heeft. De LFE signalen zullen naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd.
Kies de “BOTH” (allebei) instelling als u een subwoofer heeft en de lage tonen uit het hoofd-kanaal wilt mengen met de LFE
signalen.
Opmerking:
De lage frequentie signalen van 90 Hz en minder van alle hoofd, midden, achter en achter-midden kanalen worden naar het LFE kanaal gestuurd
wanneer u de kleine luidspreker instelling selecteert bij de onderdelen 1A, 1B, 1C en 1D.
1F. FRNT EFCT SP (voor-effect-luidsprekers)
Dit toestel gebruikt voor-effect luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen van de geluidsveldprogramma’s te plaatsen. Als u geen voor-
effect-luidsprekers gebruikt, kunt u de voor-effect signalen naar de hoofd-luidsprekers laten sturen.
Het in-beeld display laat kleine of geen voor-effect-luidsprekers zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is
“YES” (ja).
Kies “YES” (ja) als u voor-effect-luidsprekers gebruikt.
Kies “NONE” (geen) als u geen voor-effect-luidsprekers gebruikt. De voor-effect signalen zullen gemengd worden met de hoofd-
kanalen.
1D REAR CT SP
“LRG SML NONE
1D REAR CT SP
LRG “SML NONE
1D REAR CT SP
LRG SML “NONE
1D REAR CT SP
“LRG SML NONE
Groot Klein Geen
1E LFE/BASS OUT
SWFR MAIN“BOTH
1E LFE/BASS OUT
“SWFR MAIN BOTH
1E LFE/BASS OUT
SWFR“MAIN BOTH
1E LFE/BASS OUT
SWFR MAIN“BOTH
Subwoofer Hoofd Allebei
1F FRNT EFCT SP
“YES NONE
1F FRNT EFCT SP
“YES NONE
1F FRNT EFCT SP
YES “NONE
YES NONE
35
Nederlands
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
1G. MAIN LEVEL
Verander deze instelling als u de volumeniveaus van de voor, achter en midden-luidsprekers niet in evenwicht kunt brengen met dat van
de hoofd-luidsprekers vanwege de ongewoon hoge prestaties van de hoofd-luidsprekers. De begininstelling is “Normal” (normaal).
Kies “Normal”, als u het volume van uw effect-luidsprekers in evenwicht kunt brengen met dat van uw hoofd-luidsprekers via de
Dolby Surround test.
Kies “–10dB” als u het volume van uw effect-luidsprekers niet in evenwicht kunt brengen met dat van uw hoofd-luidsprekers via de
Dolby Surround test.
Opmerkingen:
Wanneer dit toestel digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz ontvangt, zijn de niveau-instellingen bij de onderdelen 1B en 1E
mogelijk, maar die bij de onderdelen 1A, 1C, 1D en 1F niet.
Wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron, zijn de niveau-instellingen bij de onderdelen 1A t/m 1F niet mogelijk.
1G MAIN LEVEL
“Normal -10dB
1G MAIN LEVEL
“Normal -10dB
1G MAIN LEVEL
Normal “-10dB
Normaal –10dB
2. LOW FREQ. TEST
U kunt deze functie gebruiken om het volume van de subwoofer zo in te stellen dat dit overeenkomt met het volume van de andere
luidsprekers in uw opstelling. Wijzig de instelling met de afstandsbediening terwijl u zich op de belangrijkste luisterplek bevindt.
1
1
Druk op + of om de TEST TONE aan (“ON”) te zetten en regel vervolgens het volume met VOLUME + zodat u de toon goed kunt
onderscheiden.
2
2
Druk herhaaldelijk op
g
om naar OUTPUT te gaan en druk op + of om de luidspreker die u met de subwoofer wilt vergelijken te selecteren.
Als u “SUBWOOFER” kiest, zal de subwoofer geen testtonen boven 90 Hz weergeven. De testtoon zal niet noodzakelijkerwijs
worden gereproduceerd via de geselecteerde luidsprekers. De weergavefunctie van de testtoon hangt af van de instellingen van het
onderdeel 1. SPEAKER SET (luidspreker-instelling) van het instelmenu.
3
3
Druk herhaaldelijk op g om naar FREQ. te gaan en druk op + of om de frequentie die u wilt gebruiken in te stellen.
4
4
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf zodat dit overeenkomt met het volume van de
luidspreker waarmee u de subwoofer vergelijkt.
Opmerkingen:
Stel geen te hoog VOLUME in.
Als u geen testtoon kunt horen, dient u de stroom uit te schakelen en dient u te controleren of alle noodzakelijke aansluitingen correct zijn.
U kunt de TEST TONE niet aan (“ON”) zetten als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel.
Over de testtoon
De testtoon wordt geproduceerd door de toongenerator.
De toongenerator produceert een smalle bandruis gecentreerd rond een bepaalde
frequentie door het band-doorgangsfilter.
U kunt deze midden-frequentie instellen van 35 Hz t/m 250 Hz in stappen van een
zesde octaaf.
U kunt de testtoon niet alleen gebruiken om het niveau van de subwoofer aan te
passen, maar ook om de frequentiekarakteristieken van uw luisterruimte bij lage
tonen te controleren. Lage tonen ondervinden in het bijzonder invloed van de
positie van de luisteraar, de plaatsing van de luidspreker, de polariteit van de
subwoofer en andere omstandigheden.
2 LOW FREQ.TEST
TEST TONE………OFF
2 LOW FREQ.TEST
OUTPUT…MAIN L/R
2 LOW FREQ.TEST
FREQ.………………88Hz
2 LOW FREQ.TEST
≥ TEST TONE………OFF
OUTPUT…MAIN L/R
FREQ.………………88Hz
2 LOW FREQ.TEST
TEST TONE…………ON
≥ OUTPUT…MAIN L/R
FREQ.………………88Hz
2 LOW FREQ.TEST
TEST TONE…………ON
OUTPUT…MAIN L/R
≥ FREQ.………………88Hz
35 Hz~250 Hz
Band-doorgangsfilter
Midden-frequentie
Digitale generator (Produceert breedbandruis)
RUIS
Frequentie
IntroductionPreparationsBasic Operation
Geavanceerde
bediening
Additional
Information
Appendix
36
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
3. L/R BALANCE
Gebruik deze mogelijkheid om de balans tussen de linker en rechter hoofd-
luidsprekers in te stellen. De standaardinstelling is neutraal.
4. HP TONE CTRL (Hoofdtelefoon toonregeling)
Met deze functie kunt u het niveau van de lage en hoge tonen regelen wanneer u een
hoofdtelefoon gebruikt. De begininstelling is 0 dB voor zowel de lage als de hoge
tonen.
Kies BASS (lage tonen) of TRBL (hoge tonen) en druk op + of om het
betreffende niveau te wijzigen. U kunt de niveaus instellen van –6 dB t/m
+3 dB.
5. CENTER GEQ (Midden grafische equalizer)
Met deze functie kunt u via de ingebouwde 5 bands grafische equalizer de
toonweergave van de midden-luidspreker aanpassen aan die van de linker en rechter
hoofd-luidsprekers. U kunt kiezen uit de 100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz of 10 kHz
frequentiebanden.
1
1
Gebruik g om een hogere frequentieband te kiezen en h voor een lagere.
2
2
Druk op + of om het niveau voor de betreffende frequentieband in te stellen.
Opmerking:
U kunt de geluidsweergave via de midden-luidspreker volgen terwijl u dit
onderdeel instelt met behulp van de Dolby Surround testtoon-generator. Druk op
TEST voor u de bovenstaande procedure begint. De aanduiding “TEST DOLBY
SUR.” zal verschijnen en de testtoon zal achtereenvolgens via de diverse
luidsprekers worden weergegeven. Als u de bovenstaande procedure eenmaal
begonnen bent, zal de testtoon uit de midden-lsr blijven klinken en kunt u horen
hoe het geluid verandert tw u de niveaus van de verschillende frequentiebanden
regelt. Om de testtoon-generator uit te zetten, dient u net zo vaak op TEST e
drukken totdat het oorspronkelijk ingestelde DSP programma weer verschijnt.
6. INPUT RENAME
Gebruik deze functie om de naam van het ingangssignaal te veranderen zoals dit
verschijnt op het in-beeld display of op het display op het voorpaneel.
1
1
Selecteer het ingangssignaal waarvan u de naam wilt veranderen door een van
de ingangskeuzetoetsen in te drukken (of gebruik de INPUT keuzetoetsen).
2
2
Druk op + of om het streepje onder het teken dat u wilt veranderen te laten
knipperen.
3
3
Druk op h of g om het teken te kiezen dat u wilt gebruiken en + of om naar
het volgende teken te gaan.
Druk op g om het teken te wijzigen in deze volgorde, of druk op h om de
reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
A~Z, spatie, 0~9, spatie, a~z, spatie, #, *, + enz.
Volg de bovenstaande procedure om de namen van andere ingangssignalen
te wijzigen.
4
4
Druk herhaaldelijk op + of om de INPUT RENAME functie weer te
verlaten.
3L R
0
3 L/R BALANCE
LR
0
4 HP TONE
BASS 0dB
4 HP TONE
TRBL 0dB
4 HP TONE CTRL
BASS |
__________
TRBL |
-
--------
+
0dB
5 CENTER
100Hz
5 CENTER GEQ
≥ 100Hz |
300Hz |
1kHz |
3kHz |
10kHz |
-
-------
+
_________
VCR1 -> VCR1
--------
6 INPUT RENAME
VCR1 -> VCR1
--------
37
Nederlands
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
7. I/O ASSIGN
Gebruik deze mogelijkheid om de COMPONENT (A en B) aansluitingen en de DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen (1) t/m (10)* toe
te wijzen aan de juiste signaalbronnen. U kunt de instelling wijzigen als er niet genoeg digitale ingangsaansluitingen zijn, afhankelijk van de
signaalbronnen die u zelf gebruikt. (*(10) kan alleen worden geselecteerd voor algemene modellen en modellen voor China.) De
standaardinstellingen zullen op het display worden getoond.
8. INPUT MODE
Gebruik deze mogelijkheid om de ingangsfunctie te bepalen voor signaalbronnen die
zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel
inschakelt.
Kies “AUTO” als u dit toestel automatisch wilt laten bepalen wat voor
ingangssignaal er binnenkomt en aan de hand daarvan de juiste ingangsfunctie
wilt laten kiezen.
Kies “LAST” als u dit toestel automatisch de ingangsfunctie die de vorige
keer voor de betreffende signaalbron werd gebruikt wilt laten gebruiken.
9. PARAMETER INI (Parameter initialisatie)
Met deze functie kunt de parameters voor elk DSP programma binnen een DSP
programmagroep initialiseren. Wanneer u een DSP programmagroep initialiseert,
zullen alle parameter waarden binnen die groep teruggezet worden op hun
begininstellingen.
Druk op de DSP programmagroeptoets op de afstandsbediening voor de groep
die u wilt initialiseren.
Alle DSP programma’s binnen de geselecteerde groep worden teruggezet
op hun begininstellingen.
Herhaal deze stap als u andere DSP programmagroepen wilt initialiseren.
Opmerkingen:
De asterisk (*) naast een DSP programmagroepnummer geeft aan dat de parameter-
waarden van een of meer DSP programma’s in deze groep gewijzigd zijn.
De parameter-waarden van de DSP programma’s worden niet gewijzigd als u een
programmagroep zonder asterisk (*) initialiseert.
Wanneer de MEMORY GUARD functie aan (“ON”) staat, kunt u geen
programmagroepen initialiseren.
U kunt de individuele DSP programma’s binnen een programmagroep niet apart
initialiseren.
Let op:
Wanneer u een DSP programmagroep initialiseert is het niet meer mogelijk dit
toestel automatisch terug te laten gaan naar de eerder ingestelde parameter-
waarden.
7A. Voor de
COMPONENT VIDEO
INPUT aansluitingen
[A] en [B]
7B. Voor de
OPTICAL OUTPUT
aansluitingen
(1) en (2)
7C. Voor de
OPTICAL INPUT
aansluitingen
(3) t/m (7)
7D. Voor de
COAXIAL INPUT
aansluitingen
(8) t/m (10)*
7A CMPNT-V INPT
[A]………… DVD
7A CMPNT-V INPUT
≥ [A]………… DVD
[B]…………D-TV/LD
7B OPTICAL OUT
(1)…………MD/TAPE
7B OPTICAL OUT
≥ (1)…………MD/TAPE
(2)………… CD-R
7C OPTICAL IN
(5)………… DVD
7C OPTICAL IN
≥
(3)………… CD
(4)………… CD-R
(5)………… DVD
(6)…………D-TV/LD
(7)………… SAT
7D COAXIAL IN
(9)………… CABLE
7D COAXIAL IN
≥
(8)………… CD
(9)………… CABLE
(10)……… LD-RF
8 INPUT MODE
“AUTO LAST
8 INPUT MODE
>AUTO LAST
9 PARAM. INI
*1234
9 PARAM. INI
5678
9 PARAM. INI
9101112
9 PARAM. INI
*1234
5678
9101112
*
IntroductionPreparationsBasic Operation
Geavanceerde
bediening
Additional
Information
Appendix
38
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
10. DOLBY D. SET (Dolby Digital instelling)
10A. LFE LEVEL
U kunt via deze functie het uitgangsniveau van de LFE (Lage Frequentie Effecten)
regelen bij de weergave van Dolby Digital gecodeerd materiaal. Deze instelling is
alleen effectief wanneer dit toestel Dolby Digital signalen decodeert. De LFE
signalen geven de lage frequentie effecten weer die worden toegevoegd aan
sommige scènes.
U kunt het niveau regelen in een bereik tussen 0 dB t/m –20 dB.
Regel het LFE uitgangsniveau in overeenstemming met het vermogen van
uw subwoofer of hoofdtelefoon.
10B. D-RANGE (dynamisch bereik)
Deze functie kunt u gebruiken om het dynamisch bereik te regelen. Deze instelling
is alleen effectief wanneer dit toestel Dolby Digital signalen decodeert.
Kies de “MAX” instelling voor speelfilms.
Kies de “STD” (standaard) instelling voor algemeen gebruik.
Kies de “MIN” instelling wanneer u bij zeer lage volumes luistert.
11. DTS SET
11. LFE LEVEL
Deze functie kunt u gebruiken om het uitgangsniveau van het LFE (Lage
Frequentie Effecten) kanaal in te stellen wanneer u DTS gecodeerd materiaal
afspeelt. Deze instelling is alleen maar effectief wanneer dit toestel DTS signalen
decodeert. Het LFE signaal bevat lage speciale effecttonen die alleen aan bepaalde
scènes worden toegevoegd.
U kunt het uitgangsniveau instellen van –10 dB t/m +10 dB.
Regel het LFE niveau overeenkomstig het vermogen van uw subwoofer of
hoofdtelefoon.
12. 6.1/ES AUTO
U kunt deze functie gebruiken om de DOLBY Digital Matrix 6.1 of DTS ES AUTO
functie aan of uit te zetten.
Kies “ON” (aan) om het hoofdtoestel in staat te stellen de Dolby Digital
Matrix 6.1 of DTS ES decoder automatisch in te schakelen wanneer er
materiaal met het bijbehorende identificatiesignaal wordt herkend.
Kies “OFF” (uit) als u deze functie met de hand wilt bedienen door middel
van 6.1/ES op de afstandsbediening.
10A LFE LEVEL
SP………………0dB
10A LFE LEVEL
SPEAKER………………0dB
HEADPHONE…………0dB
≥
10B D-RANGE
SP:“MAX STD MIN
10B D-RANGE
SP:>MAX STD MIN
HP:>MAX STD MIN
≥
11 LFE LEVEL
SP………………0dB
11 LFE LEVEL
SPEAKER………………0dB
HEADPHONE…………0dB
≥
12 6.1/ES AUTO
“ON OFF
12 6.1/ES AUTO
>ON OFF
39
Nederlands
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
13. SP DELAY TIME
Met deze functie kunt u de vertraging voor de geluidsweergave via de midden en
achter-midden kanalen instellen. Deze functie werkt wanneer dit toestel DTS of Dolby
Digital signalen decodeert. In het ideale geval horen de midden en midden-achter-
luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek te staan als de linker en rechter
hoofd-luidsprekers. In de meeste situaties thuis zullen echter de midden en achter-
midden-luidsprekers op een lijn staan met de hoofd, respectievelijk de achter-
luidsprekers. Door de geluidsweergave via de midden en achter-midden-luidsprekers
iets te vertragen, kan de schijnbare afstand tussen deze luidsprekers en de luisterplek
aangepast worden zodat ze op dezelfde afstand lijken te staan als de linker en rechter
hoofd-luidsprekers en de linker en rechter achter-luidsprekers. Het juist instellen van
de vertraging voor de midden-luidspreker is in het bijzonder van belang voor het
geven van diepte aan de gesproken tekst.
U kunt de vertraging instellen van 0 ms t/m 5 ms voor de midden-luidspreker
en van 0 ms t/m 30 ms voor de achter-midden-luidspreker.
Door de vertraging met 1 ms te verhogen, wordt een afstand van ongeveer
30 cm verder weg van de luisterplek gesimuleerd.
14. DISPLAY SET
BLUE BACK > AUTO/OFF
U kunt de achtergrond van de in-beeld displays blauw laten worden als er geen
videobron wordt weergegeven (of wanneer de signaalbron is uitgeschakeld).
OSD SHIFT
Met deze mogelijkheid kunt u de verticale positie van het in-beeld display
instellen.
DIMMER
U kunt de helderheid van het display op het voorpaneel instellen.
15. MEMORY GUARD
U kunt deze functie gebruiken om te voorkomen dat er per ongeluk wijzigingen
worden aangebracht in de DSP programma parameterwaarden en andere instellingen
van dit toestel.
Selecteer “ON” (aan) om met MEMORY GUARD de volgende instellingen te
vergrendelen:
DSP programma parameters
Alle onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
De uitgangsniveaus van de voor, achter en midden-luidsprekers en van de
subwoofer
De instelling voor het in-beeld display
Opmerkingen:
Wanneer MEMORY GUARD aan (“ON”) staat, kunt u geen testfuncties gebruiken.
Wanneer MEMORY GUARD aan (“ON”) staat, kunt u geen ander onderdeel van het
instelmenu selecteren.
13 SP DLY TIME
CENTER………………0ms
13 SP DELAY TIME
CENTER………………0ms
REAR CNTR………3ms
≥
14 DISPLAY SET
BLUE BACK……AUTO
14 DISPLAY SET
BLUE BACK………AUTO
OSD SHIFT………………0
DIMMER………………………0
≥
15 MEMORY GUARD
“OFF ON
15 MEMORY GUARD
>OFF ON
Geavanceerde
bediening
40
Kenmerken afstandsbediening
De afstandsbediening is niet alleen in staat het hoofdtoestel te bedienen, maar ook andere apparatuur van Yamaha en ook audio en video
componenten van andere fabrikanten, zowel met behulp van de leer-functie als via ingevoerde fabrikantencodes. De Macro functie maakt het
gebruik van dit toestel ook gemakkelijker doordat u de mogelijkheid geboden wordt een reeks van handelingen onder een enkele toets te
programmeren.
Gebruik van de afstandsbediening
<Bedieningstoetsen hoofdtoestel>
De bedieningstoetsen voor het hoofdtoestel bevinden zich in het
hieronder grijs aangegeven gebied. Deze zijn bedoeld voor het
bedienen van dit toestel. U kunt de functies onder deze toetsen
bedienen ongeacht welke Component bedieningstoetsen u
geselecteerd heeft.
<Bedieningstoetsen componenten>
De bedieningstoetsen voor andere componenten bevinden zich in het
hieronder grijs aangegeven gebied. Elke component heeft andere
functies voor de aangegeven bedieningstoetsen. De component die u
heeft geselecteerd met de een van de ingangskeuzetoetsen kan
worden bediend en het display zal de bijbehorende naam van het
ingangssignaal laten zien.
Å toets en
ingangskeuzetoetsen
10KEY/DSP
keuzeschakelaar
(Op dit moment
staat deze op DSP)
De Å toets en de
ingangskeuzetoetsen
wijzigen de functies
van de
bedieningstoetsen
voor elke
component
10KEY/DSP
schakelaar
(Op dit moment staat
deze op 10KEY)
Er zijn 14 verschillende sets bedieningstoetsen voor de diverse
componenten. U kunt de fabrikantencode programmeren en andere
afstandsbediening-functies voor elke set (In de OPTN set kan geen
fabrikantencode worden geprogrammeerd).
41
Nederlands
Kenmerken afstandsbediening
SOURCE SELECT
U kunt een andere component bedienen, onafhankelijk van de eerder geselecteerde
signaalbron door op een ingangskeuzetoets te drukken.
1
1
Druk op SOURCE SELECT h of g om een component te selecteren en de
afstandsbediening deze te laten bedienen.
2
2
Op het display kan het volgende verschijnen: V-AUX, TAPE, PHONO,
TUNER, MD, CD, VCR 1, VCR 2, DVD, CD-R, CABLE (kabeltelevisie),
SAT (satelliettuner), A, TV/LD (digitale en reguliere TV/LD-speler), OPTN
(optie).
Over OPTN (optie)
OPTN is een extra set bedieningstoetsen die u kunt programmeren met andere
afstandsbediening-functies. (U kunt geen fabrikantencode programmeren voor
deze set.)
Verlichtingsfunctie
De actieve toetsen en het display zullen 10 seconden lang oplichten als u op
LIGHT drukt.
Geavanceerde
bediening
42
TUNER toets (Tuner set)
MD/TAPE (MD set*
1
)
*1 Bij bediening van een cassettedeck, dient u de fabrikantencode
voor TAPE in te stellen voor u de afstandsbediening gaat
gebruiken.
Kenmerken afstandsbediening
Bedieningstoetsen voor alle componenten
De algemene bedieningstoetsen voor elke set worden hier getoond. Sommige hiervan functioneren wellicht niet, afhankelijk van de
component die u ermee probeert te bedienen.
POWER
(Zet op 10KEY)
Voorkeuzenummers 1 t/m 8
Voorkeuzegroepen A t/m E van links
naar rechts.
Voorkeuzegroep A/B/C/D/E
Voorkeuze +/–
CD toets (CD set)
CD-R toets (CD-R set)
POWER
REC/PAUSE
DISPLAY
SEARCH
STOP
PLAY
PAUSE
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
(Zet op 10KEY)
POWER
DISPLAY
SEARCH
STOP
PLAY
CLEAR
INDEX
Fragmenten overslaan
PAUSE (Pauze/Stop)
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
DISC +/– (disc overslaan)
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
(Zet op 10KEY)
POWER
REC/PAUSE
DISPLAY
SEARCH
SOUND
STOP
PLAY
PAUSE
INDEX
Fragmenten overslaan
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
(Zet op 10KEY)
Fragmenten overslaan
43
Nederlands
Kenmerken afstandsbediening
PHONO en V-AUX toetsen en OPTN set*
2
*2 De bedieningstoetsen werken niet als u niet eerst de
fabrikantencode voor de broncomponent heeft ingesteld.
D-TV/LD toets (TV set*
3
)
*3 Stel de fabrikantencode voor de TV in voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken. Bij bediening van een LD-
speler, dient u de fabrikantencode voor de LD in te stellen voor u
de afstandsbediening gaat gebruiken.
Als LD geselecteerd staat, kan de TV niet worden bediend. Zet
indien nodig de TV code onder de PHONO toets.
(Zet op 10KEY)
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
DISPLAY
POWER
TV INPUT
TV MUTE
TV VOL +/–
CH +/–
U kunt uw videorecorder bedienen
als u de code voor VCR1 heeft
geprogrammeerd.
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets 10 of 0
Enter
(Zet op 10KEY)
DVD toets (DVD set)
VCR1 en VCR2/DVR toetsen (VCR sets*
4
)
*4 Stel de fabrikantencode voor de videorecorder in voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken.
TITLE
SOUND
SEARCH
PLAY
PAUSE
STOP
CLEAR
POWER
MENU
DISPLAY
Menu-cursor/ENTER
Terug
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
Disc overslaan
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
Titel/index
STOP
PLAY
PAUSE
TV/VIDEO
POWER
CH +/–
Terugspoelen/snel vooruit
REC (twee keer drukken)
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets 10 of 0
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
Fragmenten overslaan
(Zet op 10KEY)
(Zet op 10KEY)
Geavanceerde
bediening
44
Kenmerken afstandsbediening
CABLE en SAT toetsen (CABLE en SAT
sets*
5
)
*5 Stel de fabrikantencode voor de kabeltelevisie- of satelliettuner in
voor u de afstandsbediening gaat gebruiken.
POWER
MENU
DISPLAY
CH +/–
Menu-cursor/ENTER
U kunt uw videorecorder bedienen
als u de code voor VCR1 heeft
geprogrammeerd.
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Terugroepen
Cijfertoets 0
Enter
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
Å toets (ex. LD set*
6
)
*6 U kunt ook andere componenten die niet zijn aangesloten op dit
toestel bedienen. (“Å” kan niet worden gebruikt als
ingangskeuzetoets.)
POWER
STOP
PLAY
PAUSE
CLEAR
DISPLAY
SEARCH
SOUND
CHAPTER +/– (hoofdstuk opzoeken)
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
Hoofdstuk/tijd
(Zet op 10KEY)
(Zet op 10KEY)
45
Nederlands
Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening
U kunt andere componenten bedienen door een fabrikantencode te programmeren. Zo’n code kan worden geprogrammeerd voor elke set
bedieningstoetsen, behalve voor de OPTN set. De Yamaha code is de standaardinstelling voor DVD, CD-R, CD, MD, TUNER en Å (LD
code). Er is geen standaardinstelling voor VCR1, VCR2/DVR, V-AUX, PHONO, TAPE, CABLE en SAT.
1
1
Selecteer de broncomponent waarvoor u de code wilt
programmeren met de ingangskeuzetoetsen.
2
2
Houd LEARN ongeveer drie seconden ingedrukt met een
balpen of iets dergelijks.
3
3
Gebruik h/g en selecteer de naam van de fabrikant van uw
component.
U zult de namen van de meeste audio-video fabrikanten
wereldwijd in alfabetische volgorde op het display
kunnen lezen.
4
4
Druk op POWER (of een willekeurige andere toets) op de
afstandsbediening terwijl u deze op de te bedienen
component richt om te controleren of de code juist is
ingevoerd. Als de component niet met de afstandsbediening
bedient kan worden, dient u een andere code voor dezelfde
fabrikant te proberen.
5
5
Druk LEARN in om de voorgeprogrammeerde code te
bevestigen.
Als u direct weer een andere code voor een ander apparaat
wilt programmeren, dient u op ENTER te drukken en de
stappen 1 t/m 4 te herhalen.
Opmerking:
Als u al een functie heeft geprogrammeerd onder een van de toetsen, zal deze functie voorrang krijgen over de via de fabrikantencode
geprogrammeerde functie voor die toets.
Bedienen van een andere component dan de door u geselecteerde broncomponent
(signaalbron)
1
1
Herhaal de stappen 1 en 2 van de procedure onder
“Programmeren van de fabrikantencode in de
afstandsbediening”.
2
2
Kies een componenten categorie (Library) met q/w.
Er zijn 13 categorieën om een fabrikantencode te
programmeren: L:TV, L:CAB (CABLE), L:DBS, L:SAT,
L:VCR, L:DVD, L:LD, L:CD, L:MD, L:TAP (TAPE),
L:TUN (TUNER), L:CDR, *L:AMP.
*
L:AMP heeft vier codes; YPC, DSP, NO en Zone2. “YPC” moet
worden gekozen om dit toestel te bedienen. “DSP” is bedoeld voor
het bedienen van Yamaha DSP versterkers anders dan dit toestel.
“NO” is bedoeld om de bedieningsfuncties van het hoofdtoestel te
wissen. Dit model is niet uitgerust met een Zone 2 functie.
3
3
Herhaal de stappen 3 en 4 van de procedure onder
“Programmeren van de fabrikantencode in de
afstandsbediening”.
Opmerking:
De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u op een andere toets dan de cursortoetsen of ENTER
drukt; wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer een van de schakelaars MACRO ON/OFF, 10KEY/DSP of PARAMETER/
SET MENU in een andere stand wordt gezet.
Kenmerken afstandsbediening
Knipperen
om en om
LEARN
Geavanceerde
bediening
46
Programmeren van een nieuwe functie voor de afstandsbediening
Als u functies wilt programmeren die niet inbegrepen zijn in de basisbediening via de fabrikantencode, of wanneer er geen fabrikantencode is
voor het apparaat dat u wilt bedienen, dan dient u de volgende procedure uit te voeren. De programmeerbare toetsen komen overeen met de
toetsen uit een set bedieningstoetsen, dus u kunt voor elke component, voor elke set apart toetsen programmeren. Het is ook mogelijk toetsen
te programmeren in de set die bestemd is voor de bediening van het hoofdtoestel.
1
1
Leg deze afstandsbediening en de afstandsbediening van het
andere apparaat ongeveer 5 a 10 cm uit elkaar op een plat
oppervlak zodat de infraroodvensters op elkaar gericht zijn.
2
2
Selecteer een broncomponent.
3
3
Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in.
Houd LEARN niet langer dan drie seconden ingedrukt. Het
toestel zal dan namelijk in de stand gaan waarin u de
fabrikantencode kunt instellen.
4
4
Druk de toets waaronder u de nieuwe functie wilt
programmeren in en laat deze weer los.
5
5
Houd de toets op de andere afstandsbediening met de functie
die u wilt overnemen ingedrukt totdat op het display op deze
afstandsbediening de aanduiding “OK” verschijnt ten teken
dat de functie geprogrammeerd is.
Wanneer het programmeren niet goed gegaan is zal de
aanduiding “NG” (niet goed) verschijnen. Herhaal stap 4
totdat “OK” op het display verschijnt.
6
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om nog meer functies over te
nemen.
7
7
Druk LEARN nog een keer in om de leer-functie te verlaten.
Opmerkingen:
Als u niet binnen 30 seconden een toets indrukt, zal de leer-functie worden geannuleerd.
Deze afstandsbediening zendt infrarood stralen uit. Als de andere afstandsbediening eveneens infrarood stralen gebruikt, is deze afstandsbediening in staat
de meeste functies van de andere afstandsbediening te leren. Het kan echter onmogelijk blijken sommige speciale of extreem lange signalen te leren.
(Raadpleeg tevens de handleiding van de andere afstandsbediening.) Wanneer het geheugen vol is, zal de aanduiding “FULL” verschijnen op het display
van deze afstandsbediening en zal deze niet meer in staat zijn functies te leren. U kunt vervolgens minder gewenste geprogrammeerde functies wissen om
ruimte te maken voor de nieuw te leren functies.
Ook al zijn de batterijen in de andere afstandsbediening nog krachtig genoeg om het bijbehorende apparaat te bedienen, is het toch mogelijk dat ze niet
krachtig genoeg meer zijn om hun signalen over te brengen op deze afstandsbediening.
Wanneer de afstandsbedieningen te dicht bij elkaar liggen, of juist te ver uit elkaar, kan het programmeren onmogelijk blijken.
Direct invallend zonlicht stoort de infrarood stralen.
De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer de
schakelaar MACRO ON/OFF in een andere stand wordt gezet.
5~10 cm
LEARN
Knipperen
om en om
LEARN
Kenmerken afstandsbediening
47
Nederlands
Kenmerken afstandsbediening
Gebruiken van de macro-functie
De macro-functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te voeren met een druk op een enkele toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD
wilt afspelen zou u normaliter eerst de betreffende componenten aan moeten zetten, vervolgens de CD-speler als signaalbron moeten
selecteren en dan de weergavetoets in moeten drukken. Met de macro-functie kunt u al deze handelingen opslaan onder de CD macro-toets.
De macro-toetsen (de ingangskeuzetoetsen en SYSTEM POWER / STANDBY) zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd met macro-
programma’s. U kunt natuurlijk ook uw eigen macro’s programmeren.
*1 Om bepaalde Yamaha componenten die zijn aangesloten op dit toestel aan te kunnen zetten, kunt u deze aansluiten op de netstroomaansluitingen
(AC OUTLETS) op het achterpaneel.
*2 Als de gekozen macro aan/uit functies bevat, is het mogelijk dat de component uitschakelt wanneer deze al aan stond toen u op de macro toets drukte.
Wanneer uw TV bijvoorbeeld al aan staat en u op de SYSTEM POWER macro toets drukt, dan zal de TV uit gaan.
*3 De componenten waarop de weergave kan worden begonnen zijn: alle op afstand bedienbare YAMAHA MD-recorders, CD-spelers, CD-recorders en
DVD-spelers. Bij gebruik van macro’s in de bediening van componenten anders dan deze, of van componenten van andere fabrikanten dan YAMAHA,
dient u of het signaal van de weergavetoets (PLAY) van de afstandsbediening van de betreffende component te laten leren door deze afstandsbediening, of
de juiste fabrikantencode in te voeren.
(Bijv.) Druk op een macro-toets Verstuurt automatisch de signalen van elk van de toetsen in de geprogrammeerde volgorde
(CD set*
3
)
Macro-toets Eerste Tweede
—————
—————
Derde
—————
—————
—————
—————
—————
—————
—————
—————
—————
(D-TV set*
2
)
*
1
(MD/TAPE set*
3
)
(DVD set*
3
)
(VCR1 set*
3
)
(VCR2/DTR set*
3
)
(CD-R set*
3
)
Geavanceerde
bediening
48
Kenmerken afstandsbediening
Bedienen van de macro-functie
1
1
Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
2
2
Druk op een macro-toets.
Opmerkingen:
Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF als u klaar bent
met de macro-functie.
Terwijl het hoofdtoestel een macro-programma uitvoert zal
deze niet in staat zijn invoer van andere toetsen te verwerken,
totdat de macro is afgewerkt (de TRANSMIT indicator zal
ophouden met knipperen).
Houd de afstandsbediening gericht op de component die door
de macro wordt bediend totdat de macro is afgelopen.
Programmeren van een macro
U kunt de macro-functie gebruiken om een reeks commando’s van de afstandsbediening te versturen met een druk op een enkele toets.
1
1
Druk MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
Als u niet binnen 30 seconden een handeling uitvoert, zal
het programmeren van een nieuwe macro worden
geannuleerd.
2
2
Druk op de macro-toets waaronder u de macro wilt
programmeren.
Gebruik SOURCE SELECT h/g of de
ingangskeuzetoetsen als u de broncomponent wilt
veranderen. Als u hiervoor de ingangskeuzetoetsen
gebruikt, zal dit de eerste stap in de nieuwe macro
worden, terwijl SOURCE SELECT h/g alleen de
geselecteerde broncomponent verandert.
Het display laat om en om de toets zien die u gekozen
heeft voor deze macro en de naam van de component.
3
3
Druk in de gewenste volgorde de toetsen in voor de functies
die u wilt opslaan in de macro.
Een macro kan maximaal uit 10 stappen bestaan
(10 functies).
(Bijv.)
1
MCR 1 : DVD signaalbron
2
MCR 2 : DVD y
3
MCR 3 : DVD w
4
4
Druk MACRO nog een keer in wanneer de reeks die u wilde
opslaan geheel geprogrammeerd is.
De aanduiding “FULL” zal verschijnen nadat u
10 stappen heeft geprogrammeerd.
Opmerkingen:
Wanneer het programmeren niet goed gegaan is zal de aanduiding “NG” (niet goed) verschijnen.
De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en
wanneer de schakelaar MACRO ON/OFF in een andere stand wordt gezet.
MACRO ON/OFF
Macro-toetsen
MACRO
Knipperen
om en om
1
2
3
Knipperen
om en om
Geeft het aantal
ingevoerde macro-
stappen aan
MACRO
49
Nederlands
Kenmerken afstandsbediening
Veranderen van de naam van de signaalbron op het display
1
1
Selecteer de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen
met de ingangskeuzetoetsen.
2
2
Druk RE-NAME in met een balpen of iets dergelijks.
3
3
Gebruik de cursortoetsen h/g en selecteer een teken.
Druk op g om het teken te wijzigen in deze volgorde:
A~Z, a~z, 0~9, spatie, -(streepje), / (slash).
4
4
Gebruik de cursortoetsen q/w om een teken in te voeren
voor de volgende positie.
5
5
Druk
RE-NAME
nog een keer in om de nieuwe naam te bevestigen.
Als u direct nog een andere signaalbron een nieuwe naam wilt geven,
dient u op
ENTER
te drukken en de stappen 1, 3 en 4 te herhalen.
Wissen van een geleerde functie of macro
1
1
Selecteer de signaalbron waarvoor u een functie of macro
wilt wissen met de ingangskeuzetoetsen zodat de naam
daarvan op het display verschijnt.
2
2
Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in als u een
geleerde functie wilt wissen, of MACRO als u een
geprogrammeerde macro wilt wissen.
3
3
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en
houd tegelijkertijd ongeveer 3 seconden lang de toets
ingedrukt waaronder de functie of macro opgeslagen is die u
wilt wissen.
De aanduiding “C:NG” verschijnt op het display wanneer
het wissen niet gelukt is. Probeer in dit geval stap 3
opnieuw.
U kunt nu andere geleerde functies en macro’s wissen door
CLEAR ingedrukt te houden en de betreffende toetsen
ingedrukt te houden.
4
4
Druk LEARN nog een keer in om het wissen van een
geleerde functie te bevestigen, of druk MACRO nog een
keer in om het wissen van een macro te bevestigen.
Als u een onder een bepaalde toets opgeslagen geleerde
functie of macro wist, zal die toets vervolgens weer de in
de fabriek voor die toets geprogrammeerde functie of
macro terugkrijgen.
RE-NAME
MACRO
LEARN
Knipperen
om en om
of
of
CLEAR
Knipperen
om en om
Ingedrukt houden
MACRO
LEARN
of
RE-NAME
Geavanceerde
bediening
50
Kenmerken afstandsbediening
Wissen van geleerde functies en instellingen
1
1
Druk CLEAR in met een balpen of iets dergelijks.
2
2
Druk op h/g en selecteer de te wissen functie. De functies
worden op het display getoond in deze volgorde:
(L: naam van een component) Wist alle geleerde functies
voor deze component.
Wist alle geleerde functies voor de bedieningstoetsen set van
het hoofdtoestel.
Wist alle geleerde functies.
Wist alle macro’s.
Wist alle nieuwe namen voor het display.
Wist alle geprogrammeerde functies, inclusief door de
fabrikantencodes geprogrammeerde functies. Hierdoor zal
de afstandsbediening terugkeren naar de fabrieksinstelling.
3
3
Houd CLEAR nogmaals ongeveer 3 seconden ingedrukt.
De aanduiding “C:NG” verschijnt op het display als deze
handeling mislukt.
4
4
Druk CLEAR in om het wissen te bevestigen.
Als u een onder een bepaalde toets opgeslagen geleerde
functie of macro wist, zal die toets vervolgens weer de in
de fabriek voor die toets geprogrammeerde functie of
macro terugkrijgen.
Opmerkingen:
Als de afstandsbediening langer dan twintig minuten zonder batterijen blijft liggen, of met lege batterijen erin, is het mogelijk dat de inhoud van het
geheugen gewist wordt. Wanneer het geheugen is gewist, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u de gewiste functies
opnieuw invoeren.
De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u op een andere toets dan de cursortoetsen of ENTER
drukt; wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer een van de schakelaars MACRO ON/OFF, 10KEY/DSP of PARAMETER/
SET MENU in een andere stand wordt gezet.
CLEAR
CLEAR
CLEAR
Wanneer bijvoorbeeld DVD
geselecteerd is als de signaalbron.
51
Nederlands
Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers
U kunt het volumeniveau van elke effect-luidspreker (midden, rechts achter, achter-midden, links achter, voor-effect en subwoofer) regelen
terwijl u naar de weergave van een signaalbron luistert.
1
1
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op PARAMETER.
2
2
Drup ok LEVEL om de luidspreker (s) die u wilt instellen te selecteren.
Met elke druk op deze toets zal de geselecteerde luidspreker veranderen en
getoond worden op het display op het voorpaneel van het hoofdtoestel in deze
volgorde: midden, rechts achter, achter-midden, links achter, voor-effect en
subwoofer.
3
3
Regel het volumeniveau van de geselecteerde luidspreker met de + of
toetsen op de afstandsbediening.
U kunt de midden, rechts achter, achter-midden, links achter en voor-effect-
luidspreker instellen van +10 dB t/m –10 dB.
U kunt de subwoofer instellen van 0 dB tot minimaal –20 dB.
Opmerkingen:
• U kunt de linker en rechter luidsprekers niet onafhankelijk van elkaar instellen.
• Wanneer u het luidspreker-niveau regelt via LEVEL, zullen de instellingen die u
heeft gemaakt met de Dolby Surround test en DTS test gewijzigd worden.
• Wanneer de PARAMETER/SET MENU schakelaar op SET MENU staat, kunt u
het luidspreker-niveau niet regelen me LEVEL. Met elke druk op LEVEL zal dan
echter wel het huidig ingestelde niveau voor elk van de luidsprekers verschijnen.
Kies van welke luidspreker u het niveau wilt zien met h of g.
De niveaus van de effect-luidsprekers kunnen niet worden ingesteld als er een
hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel.
Instellen van de slaaptimer
Met deze functie kunt u het hoofdtoestel automatisch uit laten schakelen na een door u bepaalde periode. De slaaptimer is handig wanneer u
in slaap wilt vallen terwijl u naar uw favoriete slaapliedjes luistert via een door u geselecteerde signaalbron. De slaaptimer schakelt ook
automatisch de op de netstroomaansluitingen (AC OUTLETS) externe componenten uit. De slaaptimer kan alleen met de afstandsbediening
worden ingesteld.
Instellen van de slaaptimer
1
1
Selecteer een signaalbron met de INPUT keuzetoetsen en begin de weergave
(of stem af op een zender) op de gekozen signaalbron.
2
2
Druk net zo vaak op SLEEP totdat de gewenste tijd waarna u wilt dat het
hoofdtoestel automatisch uitschakelt ingesteld is.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel veranderen zoals
hieronder staat aangegeven. Na een paar seconden zal het display terugkeren
naar de oorspronkelijke aanduiding.
Annuleren van de slaaptimer
1
1
Druk net zo vaak op SLEEP totdat de aanduiding “SLEEP OFF” (slaaptimer
uit) verschijnt op het display op het voorpaneel.
Na een paar seconden zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke
aanduiding.
Opmerking:
De slaaptimer kan ook worden geannuleerd door het hoofdtoestel uit te schakelen
met STANDBY op de afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel
van het hoofdtoestel), of door de stekker uit het stopcontact te halen.
EFFECT LEVEL
CENTER 0dB
EFFECT LEVEL
R SUR. 0dB
EFFECT LEVEL
REAR CT 0dB
EFFECT LEVEL
L SUR. 0dB
EFFECT LEVEL
FRONT 0dB
EFFECT LEVEL
SWFR 0dB
Midden
Rechts achter
Achter-midden
Links achter
Voor
Subwoofer
SLEEP 120 min SLEEP 90 min
SLEEP OFF SLEEP 30 min SLEEP 60 min
Aanvullende
informatie
52
Aanvullende informatie
Digitale geluidsveld bewerking (DSP) 53
Uitleg geluidsvelden...............................................................................................53
HiFi DSP programma’s .......................................................................................... 54
CINEMA-DSP 55
Geluidsontwerp CINEMA-DSP ............................................................................. 55
CINEMA-DSP programma’s ................................................................................. 56
DSP parameters 58
Wijzigen van parameter instellingen...................................................................... 58
Beschrijving parameters ......................................................................................... 58
Terugzetten op de fabrieksinstelling ...................................................................... 61
53
Nederlands
Digitale geluidsveld bewerking (DSP)
Uitleg geluidsvelden
Onder een geluidsveld verstaan we de “karakteristieke weerkaatsing van
geluidsgolven in een bepaalde ruimte”. In concertzalen en andere uitvoeringsruimtes
kunnen we weerkaatsingen en trillingen van de geluiden die door de artiest(en)
worden geproduceerd, tezamen met de directe geluiden zelf horen. De variaties in
deze weerkaatsingen en trillingen tussen de diverse uitvoeringsruimtes vormen de
karakteristieke en herkenbare geluidskwaliteit van elke ruimte.
Yamaha heeft zijn technici over de hele wereld uitgestuurd om de
geluidweerkaatsingen in beroemde concertzalen en uitvoeringsruimtes te meten en
gedetailleerde informatie over de geluidsvelden te verzamelen, zoals de richting, de
sterkte, het bereik en de vertraging van deze weerkaatsingen. Vervolgens hebben we
deze enorme hoeveelheid informatie opgeslagen in de ROM chips van dit toestel.
Recreëren van een geluidsveld
Het recreëren van het geluidsveld van een concertzaal of opera vereist dat de virtuele
geluidsbronnen precies gelokaliseerd kunnen worden in uw luisterruimte. Het
traditionele stereosysteem met slechts twee luidsprekers, kan geen realistisch
geluidsveld recreëren. Yamaha’s DSP heeft minstens vier effect-luidsprekers nodig
om geluidsvelden te kunnen recreëren op basis van de gemeten geluidsveldgegevens.
De processor regelt de sterkte en de vertraging van de signalen die worden
weergegeven via de vier effect-luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen in een
volle cirkel rond de luisteraar te kunnen plaatsen.
De DSP geluidsveldprogramma’s kunnen worden ingedeeld in twee soorten, op basis
van de verwerkingsmethode van het geluidsveld: programma’s die alleen vroege
weerkaatsingen gebruiken en programma’s die zowel vroege weerkaatsingen als
natrillingen gebruiken.
E/R (Vroege weerkaatsing)
Elk geluidsveld valt te onderscheiden door de structuur van het weerkaatste geluid. De verbeterde verwerkingscapaciteit van DSP
technologie heeft de technici van Yamaha in staat gesteld zelfs heel kleine weerkaatsingen met grote vertragingen te kunnen opnemen in de
geluidsveldgegevens.
4ch REV. (Vierkanaals natrillingen)
Dit type programma bestaat uit de weerkaatsing van het geluid en hoge kwaliteits digitale verwerking van de natrillingen van het geluid. De
natrillingen vormen het belangrijkste element in het recreëren van het geluidsveld van bijvoorbeeld een kerk. Om een realistisch, ruimtelijk
geluidsbeeld te kunnen opbouwen uit de natrillingsgegevens, heeft Yamaha vierkanaalsweergave natrillings technologie toegepast.
Illustratie van de virtuele geluidsbronnen en echo-patronen
De virtuele geluidsbronnen en echo-patronen voor de DSP geluidsveldprogramma’s staan hieronder afgebeeld. De illustratie van de virtuele
geluidsbronnen laat alleen vroege weerkaatsingen van het geluid zien, terwijl de illustratie van de echo-patronen zowel; weerkaatst geluid als
natrillingen laat zien.
RL
FR
RR
FL
Virtuele geluidsbronnen
Het middelpunt van deze cirkels stelt de virtuele
geluidsbron voor.
De straal van de cirkel geeft de sterkte van de
virtuele geluidsbron aan.
De directe geluidsbron
De luisterplek
Echo-patronen
Directe geluidsbron
Vroege
weerkaatsingen Natrillingen
50~80 ms
Aanvullende
informatie
54
HiFi DSP programma’s
Concert Hall 1 Programmagroep 1
Concert Hall 2 Programmagroep 2
Church Programmagroep 3
Jazz Club Programmagroep 4
Rock Concert Programmagroep 5
Entertainment Programmagroep 7
Europe Hall A
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500
zitplaatsen. Er is relatief weinig weerkaatsing van de wanden en
het geluid plant zich mooi en verfijnd voort.
Europe Hall B
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700
zitplaatsen. De zuilen en het sierlijke snijwerk geeft extreem
complexe weerkaatsingen die een zeer volle, rijke
geluidsweergave produceren.
U.S.A. Hall C
Dit is een grote zaal met 2600 zitplaatsen met een redelijk
traditioneel Europees ontwerp. De midden en hoge tonen worden
mooi en rijk versterkt.
Live Concert
Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect.
Duidelijke weerkaatsingen uit alle richtingen benadrukken de
verlenging van de weergegeven geluiden. Het geluidsveld biedt
een rijke weergave en uw virtuele zitplaats is ongeveer in het
midden, dicht bij het podium.
Freiburg
Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving
van een grote kerk in deze schilderachtige stad in Zuid-
Duitsland. De vertraging, de galm van de weerkaatsingen is zeer
lang, terwijl de vroege weerkaatsingen minder zijn dan bij andere
geluidsveldprogramma’s.
Royaumont
Dit programma simuleert het geluidsveld van de refter (eetzaal)
van een wonderschoon middeleeuws gotisch klooster in
Royaumont, aan de rand van Parijs.
Village Gate
Dit is het geluidsveld van een jazzclub in New York. Deze
bevindt zich in een kelder en heeft een redelijk groot
vloeroppervlak. De virtuele zitplaats van de luisteraar iets links
van het midden van de zaal.
The Bottom Line
Dit is het geluidsveld van een plek recht voor het podium in de
“The Bottom Line”, een beroemde jazzclub in New York. Links
en rechts is ruimte voor 300 toeschouwers en een geluidsveld
met een zeer realistische en levendige weergave.
Roxy Theatre
Dit is het ideale geluidsveldprogramma voor levendige,
dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma zijn
verkregen in de meest populaire rockclub in LA. De virtuele
zitplaats van de luisteraar bevindt zich iets links van het midden
in de zaal.
Arena
Een klassieke doosvormige concertzaal. Dit
geluidsveldprogramma geeft u lange vertragingen tussen de
directe geluiden en de effect-geluiden, met de uitermate
ruimtelijke gewaarwording van een grote arena.
Stadium Programmagroep 6
Anaheim
Dit programma produceert de lange vertragingen en het
uitzonderlijke gevoel van ruimte van een stadion dat een
diameter heeft van maar liefst 300 meter.
Bowl
Dit programma geeft u het gevoel alsof u zich in een open-lucht
stadion bevindt, met een typische komvormige plaatsing van de
zetels.
Disco
Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving
van een drukke disco in het hart van een grote stad. Het geluid is
massief en zeer geconcentreerd.
8ch Stereo
Dit geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en
partijen, waar het geluid ook direct uit de achterkanalen gehoord
kan worden. Het aantal luidsprekers dat gebruikt zal worden voor
de weergave hangt af van de SPEAKER SET instelling in het
SET MENU.
Digitale geluidsveld bewerking (DSP)
55
Nederlands
CINEMA-DSP
Geluidsontwerp CINEMA-DSP
Filmmakers plaatsen de gesproken tekst doorgaans direct op het scherm, de effect geluiden een beetje verder daarachter en de muziek nog
verder achter het scherm. Al deze geluiden moeten natuurlijk synchroon blijven lopen met de beelden op het scherm.
CINEMA DSP is een verbeterde versie van YAMAHA DSP, speciaal ontworpen voor soundtracks van films. CINEMA DSP integreert de
DTS, Dolby Digital en Dolby Pro Logic surround sound technologieën met de YAMAHA DSP geluidsveldprogramma’s om het surround
geluidsveld samen te stellen. Hierdoor wordt de meest complete filmgeluidsweergave bij u thuis gebracht. In de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s, wordt Yamaha’s exclusieve DSP geluidsbewerking toegevoegd aan de linker en rechter hoofd kanalen en het
midden kanaal, zodat de luisteraar kan genieten van realistische gesproken tekst, diepte in de geluidsweergave, soepele overgangen tussen
geluidsbronnen en een surround geluidsveld dat zich verder dan het scherm zelf lijkt uit te strekken.
Wanneer het toestel een DTS of Dolby Digital signaal herkent, zal de CINEMA DSP geluidsveldprocessor automatisch het meest geschikte
geluidsveldprogramma voor dat signaal selecteren.
Bioscoop programma’s
De zeskanaals soundtracks van 70 mm films zorgen voor een precieze plaatsing van het geluidsveld en een rijke, diepe geluidsweergave,
zonder gebruik te maken van matrix bewerkingen. De bioscoop 70 mm programma’s van dit toestel bieden u dezelfde geluidskwaliteit en
plaatsing als bij zeskanaals soundtracks. De ingebouwde Dolby Digital decoder brengt weergave van professionele kwaliteit, bedoeld voor de
bioscoop, bij u thuis. Met een bioscoop programma van dit toestel kunt u een dynamische weergave verkrijgen zodat u zich in uw eigen
huiskamer in een geweldig theater kunt wanen, dankzij de Dolby Digital technologie.
Dolby Pro Logic + DSP geluidsveldeffect
Deze programma’s zorgen voor een groot geluidsveld en een omhullend surround
effect. Ze geven ook diepte aan het geluid van de hoofd-luidsprekers om zo de
realistische weergave in een Dolby Stereo theater te reproduceren.
Dolby Digital/DTS + DSP geluidsveldeffect
Deze programma’s maken gebruik van yamaha’s drievoudig veld DSP proces voor
elk van de Dolby Digital of DTS signalen voor de voor, liker surround en rechter
surround kanalen. Deze bewerking stelt dit toestel in staat het immense geluidsveld
de surround ervaring van een Dolby Digital of DTS bioscoop te reproduceren
zonder de duidelijke scheiding van alle kanalen op te geven.
Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES + DSP
geluidsveldeffect
Deze programma’s laten u een optimaal profiteren van de ruimtelijke surround
effecten door middel van een extra achter-midden DSP geluidsveld, geproduceerd
door het midden-achter kanaal.
L SURROUND GELUIDSVELD
R SURROUND GELUIDSVELD
AV RUIMTE
AANWEZIGHEID GELUIDSVELD
GESPROKEN
TEKST
EFFECT MUZIEK
Aanwezigheid
DSP geluidsveld
Surround DSP
geluidsveld
Aanwezigheid
DSP geluidsveld
Linker surround DSP
geluidsveld
Rechter surround DSP
geluidsveld
Aanvullende
informatie
56
CINEMA-DSP programma’s
Afhankelijk van het ingangssignaal zal dit toestel automatisch de juiste decoder en DSP geluidsveldprogramma selecteren.
Tabel programmanamen voor elk ingangsformaat
* De Matrix decoder staat aan (ON).
Programmagroepen 7 (Game)~9
Dit zijn geluidsveldprogramma’s voor de audio-video signaalbronnen.
Programmagroepen 10~12
Ideaal voor de weergave van filmmateriaal dat gecodeerd is met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS. Wanneer u een nieuwere film die
gecodeerd is met 6-kanaals digitale surround weergave afspeelt, kunt u profiteren van de volledige 6.1 kanaals weergave met behulp van
de ingebouwde Matrix decoder.
PRO LOGIC zal in werking treden wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is, of is gecodeerd met Dolby Digital in twee
kanalen.
DOLBY DIGITAL zal in werking treden wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital in meer dan twee kanalen is gecodeerd.
DTS DIGITAL SUR zal in werking treden wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met DTS.
Opmerking:
Er zal geen geluid worden geproduceerd via de hoofd-luidsprekers wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven terwijl er een geluidsveld uit
de programmagroepen 7 (Game) en 8–12.
CINEMA-DSP
Ingangssignaal
Programma-
groep
7
8
9
10
11
12
ENTERTAINMENT
CONCERT VIDEO
TV THEATER
MOVIE THEATER 1
MOVIE THEATER 2
PRO LOGIC
DOLBY DIGITAL
DTS DIGITAL SUR
Stereo
(2 kanaals)
Game
Classical/Opera
Pop/Rock
Mono Movie
Variety/Sports
70 mm Spectacle
70 mm Sci-Fi
70 mm Adventure
70 mm General
Normal
Enhanced
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
DOLBY DIGITAL
(5.1 kanaals)
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
DGTL Spectacle
DGTL Sci-Fi
DGTL Adventure
DGTL General
–––––––
–––––––
Normal
Enhanced
–––––––
–––––––
DTS
(5.1 kanaals)
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
DTS Spectacle
DTS Sci-Fi
DTS Adventure
DTS General
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Normal
Enhanced
DOLBY DIGITAL
(6.1 kanaals)*
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Spectacle 6.1
Sci-Fi 6.1
Adventure 6.1
General 6.1
–––––––
–––––––
Matrix 6.1
Enhanced 6.1
–––––––
–––––––
DTS ES
(6.1 kanaals)*
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Spectacle ES
Sci-Fi ES
Adventure ES
General ES
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
ES
Enhanced ES
57
Nederlands
CINEMA-DSP
Concert Video Programmagroep 8
TV Theater Programmagroep 9
Movie Theater 1 Programmagroep 10
Movie Theater 2 Programmagroep 11
Dolby/DTS Surround Programmagroep 12
Classical/Opera
Dit programma biedt uitstekende diepte voor de vocale partijen
en in het algemeen een duidelijke weergave door een proliferatie
van natrillingen te voorkomen.
Het surround geluidsveld is relatief bescheiden, maar levert een
mooie weergave door gebruik te maken van gegevens die werden
verzameld in een echte concertzaal.
Pop/Rock
Dit programma produceert een enthousiaste atmosfeer en geeft u
het gevoel of u zich daadwerkelijk bij een jazz of rock concert
bevindt.
Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de weergave van mono
videomateriaal (bijvoorbeeld oudere films). Het programma
reproduceert de optimum natringen om het geluid diepte te geven
terwijl er alleen gebruik gemaakt wordt van een aanwezigheid
geluidsveld.
Variety/Sports
Alhoewel het aanwezigheid-geluidsveld relatief smal is, zal het
surround geluidsveld de akoestische omgeving van een grote
concertzaal simuleren. Met dit programma kunt u genieten van
verschillende soorten TV programma’s, zoals nieuws,
amusementsprogramma’s, muziekprogramma’s of
sportprogramma’s.
Spectacle
Dit programma reproduceert het extreem brede geluidsveld van
een 70 mm bioscoop. Het geeft het brongeluid tot in detail weer
zodat de video en de geluidsvelden zeer realistisch overkomen.
Dit programma is ideaal voor alle soorten Dolby Surround
videobronnen (vooral grootschalige films).
Sci-Fi
Dit programma reproduceert zeer duidelijk de brede en
omhullende cimatografische ruimte zoals die wordt vormgegeven
op de soundtracks van de nieuwste science fiction films.
Adventure
Dit programma is ideaal voor de precieze weergave van de
geluidsopbouw van de nieuwste 70 mm films en films met
multikanaals soundtracks. Het geluidsveld wordt zo dicht
mogelijk bij dat van de nieuwste bioscopen gehouden zodat de
natrilling van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt
worden.
General
Dit programma is bedoeld voor de weergave van 70 mm en films
met multikanaals soundtracks en wordt gekarakteriseerd door een
zacht en omhullend geluidsveld. Het aanwezigheid geluidsveld is
relatief smal. Het spreidt zich ruimtelijk uit rond en in de richting
van het scherm, waardoor het effect van gesproken tekst beperkt
wordt zonder aan duidelijkheid in te boeten.
Normal/Matrix 6.1/ES
De ingebouwde decoder geeft exact de geluiden en
geluidseffecten van het bronsignaal weer. Het zeer efficiente
decodeerproces verbetert crosstalk en kanaalscheiding en de
plaatsing van het geluid soepeler en preciezer.
In dit programma wordt geen DSP effect toegevoegd.
Enhanced/6.1/ES
Dit programma simuleert de meervoudige surround-luidspreker
systemen van 35 mm bioscopen. De Dolby Surround decodering
en de digitale geluidsveld-bewerking zorgen voor exacte
weergave van effecten zonder de orientatie van het
oorspronkelijke geluid aan te tasten. De surround-effecten die in
dit geluidsveld geproduceerd worden omhullen de kijker op
natuurlijke wijze van achteren, links en rechts en naar het scherm
toe.
Entertainment Programmagroep 7
Game
Dit programma voegt een diep ruimtelijk gevoel toe aan de
geluidsweergave in video-spelletjes.
Aanvullende
informatie
58
DSP parameters
U kunt zonder meer van een uitstekende weergave genieten met de voorgeprogrammeerde parameters. Alhoewel u in principe de
begininstellingen niet hoeft te wijzigen, kunt u sommige van de parameters aanpassen om de signaalbron beter te laten overeenstemmen met
de weergave in de ruimte waar u deze beluistert.
Wijzigen van parameter instellingen
1
1
Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandsbediening op
PARAMETER.
2
2
Zet uw video-monitor aan en druk op ON SCREEN en kies volledige
weergave van de gegevens.
3
3
Selecteer het geluidsveldprogramma dat u wilt aanpassen.
4
4
Druk op g of h en selecteer de gewenste parameter.
5
5
Druk op + of om de waarde van de gekozen parameter te wijzigen.
Wanneer u de parameter instelt op een andere waarde dan de
fabrieksinstelling, zal er een asterisk verschijnen bij de naam van de parameter
op het scherm van de monitor.
6
6
Herhaal de stappen 3 t/m 5 hierboven zo vaak als nodig is om andere
programma-parameters te wijzigen.
Beschrijving parameters
U kunt de waarden van bepaalde digitale geluidsveld parameters wijzigen zodat de geluidsvelden accuraat gereproduceerd kunnen worden in
uw huiskamer. De volgende parameters zijn niet noodzakelijkerwijs allemaal aanwezig in elk programma.
INIT. DLY (Begin-vertraging)
[P. INT. DLY voor het presentie geluidsveld] Instelbereik 1 – 99 ms.
Functie ................ Deze parameter wijzigt de schijnbare afstand tot het brongeluid door de vertraging te regelen tussen het directe geluid
en de eerste weerkaatsing daarvan die de luisteraar hoort.
Beschrijving........ Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij de luisteraar lijkt te staan. Hoe groter deze waarde, hoe verder
deze bij de luisteraar vandaan lijkt te zijn. Voor een kleine ruimte hoort deze parameter op een kleine waarde ingesteld
te worden, terwijl u voor een grote ruimte een grotere waarde dient in te stellen.
P05 ROCK CONCERT
Roxy Theatre
≥ INIT.DLY…………15ms
LIVENESS…………………5
REV.TIME…………1.6s
REV.DELAY……100ms
REV.LEVEL……………7%
Programmanummer Programmanaam
Programmatype (sub-programma)
Cursor Parameters
Voorbeeld met het ROCK CONCERT programma.
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Begin-vertraging Begin-vertraging Begin-vertraging
Geluidsbron
Weerkaat-
singsoppervlak
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Geluidsbron
Vroege
reflecties
Niveau
59
Nederlands
ROOM SIZE
[P. ROOM SIZE voor het presentie geluidsveld] Instelbereik 0.1 – 2.0
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het
surround geluidsveld zal lijken.
Beschrijving........ Omdat geluid herhaaldelijk weerkaatst wordt binnen een ruimte, zal naarmate de ruimte groter is, de tijd tussen de eerst
gehoorde weerkaatsing en de daarop volgende toenemen. Door de tijd tussen deze achtereenvolgende weerkaatsingen
te regelen, kunt u de schijnbare grootte van de virtuele uitvoeringsruimte wijzigen. Als u deze parameter wijzigt van 1
naar 2, verdubbelt u de schijnbare lengte van de ruimte.
LIVENESS Instelbereik 0 – 10
Functie ................ Deze parameter regelt hoe weerkaatsend de virtuele wanden van de zaal moeten schijnen door de snelheid waarmee de
vroege weerkaatsingen wegsterven te wijzigen.
Beschrijving........ De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron sterven veel sneller weg in een ruimte met geluidsabsorberende
wanden, dan in een ruimte met heel erg weerkaatsende wanden. Een ruimte met geluidsabsorberende oppervlakken
wordt ook wel “dood” genoemd, terwijl een ruimte met weerkaatsende oppervlakken “levendig” genoemd wordt. Met
de parameter voor de levendigheid kunt u de snelheid van het wegsterven van de vroege weerkaatsingen instellen en op
deze manier regelen hoe “levendig” de ruimte lijkt.
S. DELAY (Surround vertraging) Instelbereik 0 – 49 ms. (Het bereik hangt mede af van het soort signaal.)
Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surround geluidsveld.
S. INIT. DLY (Surround begin-vertraging) Instelbereik 1 – 49 ms.
Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerst gehoorde weerkaatsing aan de surround-zijde
van het geluidsveld. U kunt deze parameter alleen maar instellen wanneer u tenminste twee voor-kanalen en twee
achter-kanalen gebruikt.
S. ROOM SIZE (Surround afmetingen ruimte) Instelbereik 0.1 – 2.0
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
DSP parameters
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Geluidsbron
Vroege
reflecties
Geluidsbron
Kleine waarde = 0.1 Grote waarde = 2.0
Niveau
Niveau
Tijd Tijd
Geluidsbron
Weinig gereflecteerd
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde =10
Geluidsbron
Dood
Niveau
Veel
gereplecteerd geluid
Levendig
Tijd
Aanvullende
informatie
60
S. LIVENESS (Surround levendigheid) Instelbereik 0 –10
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
RC. INIT. DLY (Achter-midden begin-vertraging) Instelbereik 1 – 49 ms.
Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerst gehoorde weerkaatsing in het achter-midden
geluidsveld.
RC. ROOM SIZE (Achter-midden afmetingen ruimte) Instelbereik 0.1 – 2.0
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het achter-midden geluidsveld.
RC. LIVENESS (Achter-midden levendigheid) Instelbereik 0 – 10
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het achter-midden geluidsveld.
REV. TIME (Natril-tijd) Instelbereik 1.0 – 5.0 sec
Functie ................ Deze parameter regelt hoelang het duurt voor de massieve achtereenvolgende natrillingen wegsterven bij 60 dB
(en 1 kHz). Dit wijzigt de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer breed bereik.
Beschrijving........ Stel een langere natril-tijd in voor “dode” bronnen en luisteromgevingen, en een kortere tijd voor “levendige” bronnen
en luisteromgevingen.
REV. DELAY (Natril-vertraging) Instelbereik 0 – 250 ms.
Functie ................ Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen.
Beschrijving........ Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, zult u zich in een
grotere akoestische omgeving wanen.
DSP parameters
60 dB 60 dB 60 dB
Natrillingen
Geluidsbron
Natrillingen
Natril-tijd Natril-tijd Natril-tijd
Geluidsbron
Korte natrillingen
Lange natrillingen
Kleine waarde = 1.0 s Grote waarde = 5.0 s
(dB)
60 dB
Niveau
Geluidsbron
Natrillingen
Natril-
vertraging
Natril-tijd
Tijd
Vroege reflecties
61
Nederlands
DSP parameters
REV. LEVEL (Natril-niveau) Instelbereik 0 – 100 %
Functie ................ Deze parameter regelt het volume van de natrillingen.
Beschrijving........ Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen.
CT. DELAY (Midden vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
LS. DELAY (Linker surround vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
RC. DELAY (Midden achter vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
RS. DELAY (Rechter surround vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
FL. DELAY (Links voor vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
FR. DELAY (Rechts voor vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
Niveau
Geluidsbron
Natril-niveau
Tijd
Terugzetten op de fabrieksinstelling
Terugzetten van een parameter op de fabrieksinstelling
Selecteer de parameter die terug wilt zetten op de fabrieksinstelling. Houd vervolgens + of ingedrukt tot de waarde tijdelijk stopt met
veranderen bij de fabrieksinstelling. (De asterisk bij de naam van de parameter op het scherm van de monitor zal verdwijnen.)
Terugzetten van alle parameters op de fabrieksinstelling
Gebruik het instelmenu om alle waarden van alle parameters van alle DSP programma’s binnen de geselecteerde groep terug te zetten op
de fabrieksinstelling. Deze handeling zet alle waarden van alle parameters van alle DSP programma’s in de geselecteerde groep in een
keer terug op de fabrieksinstelling.
Opmerkingen:
De beschikbare parameters voor sommige programma’s staan mogelijk op meer dan een pagina van het in-beeld display op het scherm van de monitor.
Om door deze pagina’s te bladeren, dient u op g of h te drukken.
Wanneer de aanduiding “MEMORY GUARD!” (geheugen vergrendeling) op het sscherm verschijnt, kunt u geen waarden van parameters wijzigen.
Schakel de vergrendeling van het geheugen uit via het instelmenu (SET MENU).
Aanhangsel
62
Aanhangsel
Oplossen van problemen 63
Technische gegevens 66
63
Nederlands
Oplossen van problemen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem waar u mee te maken heeft niet
hieronder vermeld staat of als de geboden oplossing niet werkt, dient u de stroom uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te halen en
contact op te nemen met uw dealer of de dichtst bijzijnde Yamaha Audioproducten Service afdeling.
Als dit toestel is blootgesteld aan sterke externe elektrische schokken (zoals een blikseminslag of grote ontlading van statische elektriciteit),
of als u fouten maakt bij de bediening van het toestel, kan het voorkomen dat het toestel niet meer naar behoren kan functioneren. In
dergelijke gevallen dient u de stroom uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te halen en deze na 30 seconden weer terug te doen,
waarna vervolgens de mislukte handeling opnieuw dient te proberen.
Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet aan
wanneer u op STANDBY/ON
drukt, of het toestel keert
plotseling terug in de standby-
stand direct nadat u de stroom
hebt ingeschakeld.
Brom
Geen geluid of geen beeld
Geen beeld
Geen geluid aan een kant.
Het volume verandert niet veel
wanneer u dit met VOLUME
probeert te regelen.
Het geluid valt plotseling weg.
Er komt geen geluid uit de
effect-luidsprekers.
Geen in-beeld display op de
video monitor.
Mogelijke oorzaak
De stekker zit niet of niet goed in het
stopcontact.
De Impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE
SELECTOR) op het achterpaneel staat niet in
de juiste stand.
De beveiligingsschakeling is in werking
getreden.
Er is een gebrekkige kabel-aansluiting.
De draaitafel is niet aangesloten op de GND
(aarde) aansluiting.
Het volume staat te laag.
Gebrekkige of onjuiste in- of
uitgangsaansluitingen.
Onjuiste signaalbron.
Het toestel staat in de DTS ingangsfunctie.
Er komen digitale signalen anders dan PCM
audio, Dolby Digital of DTS gecodeerde
signalen binnen van een CD-ROM o.i.d.
De signaalbron is op dit toestel aangesloten met
een S videokabel, maar er is geen
S video aansluiting tussen dit toestel en uw
video monitor.
Er is een gebrekkige kabel-aansluiting.
MUTE staat aan.
De component die is aangesloten op de
MD/TAPE OUT of CD-R OUT aansluitingen
van dit toestel staat uit.
De beveiligingsschakeling is in werking
getreden vanwege kortsluiting enz.
De slaaptimer is in werking getreden.
De geluidsweergave is uitgeschakeld.
De effecten zijn uitgeschakeld.
Er wordt een Dolby Surround of DTS decoderend
geluidsveldprogramma gebruikt op materiaal dat
niet Dolby Surround of DTS gecodeerd is.
DISPLAY OFF staat ingesteld.
BLUE BACK staat uit (OFF) via het DISPLAY SET menu.
Wat te doen
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Zet de schakelaar helemaal naar een kant
(afhankelijk van uw luidsprekers) terwijl het toestel
in de standby-stand staat.
Controleer of alle luidspreker-draden goed zijn
aangesloten zowel op dit toestel als op de
luidsprekers en dat de draden geen contact maken
met iets anders dan de bijbehorende aansluiting.
Sluit de audiostekkers goed aan. Als dit het probleem
niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
Sluit de aardingsdraad van uw draaitafel aan op de
GND (aarde) aansluiting van dit toestel.
Verhoog het volume.
Sluit de component op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
Selecteer de juiste signaalbron met de INPUT
keuzetoetsen.
Druk op INPUT MODE om een andere
ingangsfunctie te kiezen.
Geef signalen weer die door dit toestel
gereproduceerd kunnen worden.
Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
van dit toestel aan op de S video ingangsaansluiting
van de TV of maak de S videokabel van de
signaalbron los.
Sluit alle kabels goed aan. Als dit het probleem niet
oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
Zet het VOLUME op de minimum instelling, druk
op MUTE om de weergave te hervatten en stel
vervolgens het gewenste volume weer in.
Schakel de component in.
Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar in de juiste stand staat en zet het toestel
vervolgens weer aan.
Controleer of de luidspreker-draden elkaar niet
raken en zet het toestel vervolgens weer aan.
Annuleren de slaaptimer.
Druk op
MUTE
of op andere bedieningstoetsen van dit toestel
om de geluidsweergave te herstellen en stel het volume in.
Druk op EFFECT om de effectgeluiden in te schakelen.
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Stel “Full Display” of “Short Display” in.
Stel “AUTO” in.
Aanhangsel
64
Oplossen van problemen
Probleem
Er komt geen geluid uit de voor-
effect-luidsprekers.
Er komt geen geluid uit de
midden-luidspreker.
Er komt geen geluid uit de
achter-effect-luidsprekers.
Er komt geen geluid uit de
subwoofer.
Slechte weergave van de lage
tonen.
Het volumeniveau kan niet
worden verhoogd, of de
weergave is vervormd.
DSP parameters en sommige
andere instellingen van dit
toestel kunnen niet worden
gewijzigd.
Het toestel functioneert niet naar
behoren.
Er kan niet worden opgenomen
van een signaalbron door een
cassettedeck of videorecorder
die is aangesloten op dit toestel.
De aanduiding “CHECK SP
WIRES!” verschijnt op het display.
Er wordt storing ondervonden
van een TV of tuner in de buurt.
U merkt dat de weergave via een
hoofdtelefoon die direct
aangesloten wordt op een CD-
speler of cassettedeck slechter is
dan voor u deze apparatuur
aansloot op dit toestel.
De aanduiding “INPUT DATA
ERROR” verschijnt op het
display en er wordt geen geluid
weergegeven.
Mogelijke oorzaak
PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/
Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal of DSP
programma 12 is geselecteerd.
Het niveau voor het voor effect kanaal staat op
de minimum instelling.
Het onderdeel 1F. FRNT EFCT van het instelmenu
(SET MENU) staat op “NONE” (geen).
Het onderdeel 1A. CENTER SP van het instelmenu
(SET MENU) staat op “NONE” (geen).
Een van de Hi-Fi DSP geluidsveldprogramma’s
(1 t/m 7 (behalve “Game”)) wordt gekozen.
Het Dolby Digital of DTS ingangssignaal bevat
geen midden-kanaal.
Het volume voor de linker en rechter achter-
luidsprekers is op het minimum ingesteld.
Er wordt een mono signaalbron afgespeeld met
geluidsveldprogramma 12.
Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het
instelmenu (SET MENU) staat op “MAIN”
(hoofd) terwijl er Dolby Digital of DTS
gecodeerd materiaal wordt weergegeven.
Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het
instelmenu (SET MENU) staat op “SWFR”
(subwoofer) of “MAIN” (hoofd) terwijl er
2-kanaals gecodeerd materiaal wordt weergegeven.
Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het
instelmenu (SET MENU) staat op “SWFR”
(subwoofer) of “BOTH” (allebei) terwijl uw
systeem geen subwoofer bevat.
De selectie van de uitgangsfunctie voor de
(Hoofd, Midden of Achter-) kanalen via het
instelmenu (SET MENU) komt niet overeen met
uw luidspreker-opstelling.
De component die is aangesloten op de REC
OUT aansluitingen van dit toestel staat uit.
Het onderdeel 15. MEMORY GUARD van het
instelmenu (SET MENU) staat “ON” (aan).
De interne microcomputer is op tilt geslagen door een
externe elektrische schok (zoals een blikseminslag of
grote ontlading van statische elektriciteit) of door een
ontoereikend voltage van de stroombron.
De signaalbron is alleen met digitale
aansluitingen op dit aangesloten.
De luidspreker-snoeren maken kortsluiting.
Dit toestel staat te dicht bij de component in kwestie.
Dit toestel staat uit.
Er wordt een niet standaard herkend bronsignaal
weergegeven, of de component die het
bronsignaal produceert werkt niet naar behoren.
Wat te doen
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Stel het volumeniveau van de voor-effect-
luidsprekers in.
Kies “YES”.
Selecteer de juiste instelling voor uw midden-
luidspreker.
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Raadpleeg de handleiding van de op dit moment
weergegeven signaalbron.
Verhoog de niveaus van de linker en rechter achter-
luidsprekers.
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Kies “SWFR” of “BOTH”.
Kies “BOTH”.
Kies “MAIN”.
Selecteer de juiste uitgangsfunctie voor elk kanaal
aan de hand van de afmetingen van de luidsprekers
in uw opstelling.
Schakel de component in.
Kies “OFF”.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe deze weer
terug na ongeveer een minuut.
Maak aanvullende analoge aansluitingen.
Controleer of alle snoeren goed zijn aangesloten.
Zet dit toestel verder bij de component in kwestie
vandaan.
Zet dit toestel aan.
Controleer de signaalbron of zet de signaalbron uit
en dan weer aan.
65
Nederlands
Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening doet het
niet.
De afstandsbediening
functioneert niet naar behoren.
De afstandsbediening kan geen
nieuwe functies “leren”. (De
TRANSMIT indicator licht niet
op of knippert niet.)
Continue functies zoals de
volume-instelling worden wel
geleerd, maar werken slechts
een ogenblik en stoppen dan.
Mogelijke oorzaak
De batterijen zijn leeg.
De interne microcomputer is “vastgelopen”.
Te ver weg of te scherpe hoek.
Er valt direct zonlicht of sterke verlichting
(zoals van een TL lamp) op de infraroodsensor
van het hoofdtoestel.
De interne microcomputer is “vastgelopen”.
De batterijen van deze afstandsbediening en/of
van de andere afstandsbediening zijn te zwak.
De twee afstandsbedieningen liggen te ver uit
elkaar of juist te dicht bij elkaar.
De signaalcodering of modulatie van de andere
afstandsbediening is niet geschikt voor deze
afstandsbediening.
Het geheugen is vol.
De interne microcomputer is “vastgelopen”.
Het leerproces is nog niet afgesloten.
Wat te doen
Vervang de batterijen door nieuwe en druk RESET
in het batterijvakje in.
Druk RESET in het batterijvakje in.
De afstandsbediening werkt binnen een maximum
bereik van 6 m, onder een hoek van niet meer dan
30 graden afwijkend van loodrecht op het
voorpaneel.
Verplaats dit toestel.
Druk RESET in het batterijvakje in.
Vervang de batterijen (en druk RESET in het
batterijvakje in).
Gebruik de afstandsbediening op de juiste afstand.
Leren is niet mogelijk.
Verder leren is niet mogelijk zonder eerst onnodige
functies te wissen.
Druk RESET in het batterijvakje in.
Let er op dat u de functietoets op de andere
afstandsbediening ingedrukt moet blijven houden
totdat TRANSMIT langzaam gaat knipperen.
Oplossen van problemen
Aanhangsel
66
Technische gegevens
Audio gedeelte
Minimum RMS uitgangsvermogen
20 Hz t/m 20 kHz, 0,02 % THV, 8 Ohm
Hoofd L/R, Midden, Achter L/R, Achter-midden..........100 W
1 kHz, 0,05 % THV
Voor L/R...........................................................................25 W
<Algemene modellen en modellen voor China>
Maximum vermogen (EIAJ)
1 kHz, 10% THD, 8 Ohm
Hoofd L/R, Midden, Achter L/R, Achter-midden..........135 W
Voor L/R...........................................................................35 W
DIN Standaard uitgangsvermogen
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ohm, Hoofd L/R ...............................160 W
IEC uitgangsvermogen
1 kHz, 0,015 % THV, 8 Ohm, Hoofd L/R ..........................115 W
Dynamisch uitgangsvermogen (IHF)
8/6/4/2 Ohm, Hoofd L/R ............................... 140/170/220/320 W
Dempingsfactor
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ohm, Hoofd L/R ....................... 200 of meer
Vermogensbandbreedte
50 W, 0,08 % THV, 8 Ohm, Hoofd L/R ...........10 Hz t/m 50 kHz
Frequentierespons
CD naar Hoofd L/R ............................. 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
Totale Harmonische Vervorming
20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ohm, Hoofd L/R ................... 0,015%
Signaal-ruis verhouding (IHF-A Netwerk)
CD (ingang kortgesloten 250 mV) naar Hoofd L/R, Effect uit ....
100 dB
PHONO (ingang kortgesloten 5 mV) naar Hoofd L/R, Effect uit ...
86 dB
Residuele ruis (IHF-A Netwerk)
Hoofd L/R......................................................... 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 k getermineerd) naar Hoofd L/R ................. 60 dB/45 dB
Toonregeling (Hoofd L/R)
BASS versterking/verzwakking ..............................±10 dB/50 Hz
TREBLE versterking/verzwakking .......................±10 dB/20 kHz
Bass extensie .............................................................+6 dB/60 Hz
Uitgangsvermogen hoofdtelefoon ......................... 150 mV/100 Ohm
Ingangsgevoeligheid
CD etc. .............................................................. 150 mV/47 kOhm
Phono................................................................. 2,5 mV/47 kOhm
Main In .................................................................... 1 V/47 kOhm
Uitgangsniveau
REC OUT ........................................................... 150 mV/1 kOhm
PRE OUT ............................................................... 1 V/1,2 kOhm
SUB WOOFER ...................................................... 4 V/1,2 kOhm
Video gedeelte
Videosignaal-type........................................................................ PAL
[Algemene modellen en modellen voor China] ......... NTSC/PAL
Composiet videosignaal-niveau................................. 1 Vp-p/75 Ohm
S-Videosignaal-niveau
Y ........................................................................... 1 Vp-p/75 Ohm
C .................................................................... 0,286 Vp-p/75 Ohm
Component videosignaal-niveau
Y ........................................................................... 1 Vp-p/75 Ohm
P
B/CB, PR/CR .................................................................................. 0,7 Vp-p/75 Ohm
Signaal-ruis verhouding.............................................................50 dB
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet, S-Video ............................... 5 Hz t/m 10 MHz –3 dB
Component ................................................DC t/m 30 MHz –3 dB
Algemeen
Stroomvoorziening
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .... 230V wisselstroom/50 Hz
[Algemene modellen en modellen voor China]
................................. 110/120/220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik.........................................................................480 W
Standby-stand .......................................................................1,2 W
Netstroom-aansluitingen (totaal 100 W max.) ............ 3 (geschakeld)
[Modellen voor Groot-Brittannië] .......................... 1 (geschakeld)
Afmetingen (b x h x d) ...................................... 449 x 191 x 468 mm
Gewicht ..................................................................................... 22 kg
Toebehoren ........................................................... Afstandsbediening
Batterijen
Snelle referentiegids
Stickers zijpaneel
[Modellen voor Europa] ............................................. Netsnoer
* Technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
gewijzigd worden.

Documenttranscriptie

VOORZICHTIG: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door om uzelf te verzekeren van de beste prestaties. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 15 Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te repareren. Neem contact op met bevoegd YAMAHA servicepersoneel wanneer u denkt dat reparatie of controle nodig is. Open in geen geval en onder geen enkele voorwaarde zelf de behuizing. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek met tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 10 cm ruimte aan de achterkant als ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. 16 Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult gebruiken (bijv. als u op vakantie gaat), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren en transformatoren om bromgeluiden te voorkomen. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag dit toestel niet worden blootgesteld aan regen, water en/of enige andere vloeistof. 17 Lees eerst het hoofdstuk “Oplossen van problemen” voor het opsporen van veel voorkomende bedieningsfouten voor u concludeert dat het toestel defect is. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op STANDBY/ON te drukken om het toestel uit (standby) te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet dit toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. een kamer met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er zich in het binnenwerk van het toestel condens kan vormen waardoor een elektrische schok, brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel kan ontstaan. De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. 5 Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze de afwerking van dit toestel kunnen beschadigen en/of doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand kunnen veroorzaken, het toestel kunnen beschadigen en/of kunnen leiden tot persoonlijk letsel. – Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze de gebruiker een elektrische schok kunnen bezorgen en/of dit toestel kunnen beschadigen. DOLBY D I G I T A L 6 Dek dit toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn o.i.d., omdat op die manier de koeling belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin dit toestel stijgt, kan dit leiden tot brand, beschadiging van dit toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als u alle aansluitingen heeft gemaakt. 8 Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan oververhitting en mogelijk beschadiging ten gevolge hebben. 9 Oefen geen overmatige kracht uit op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt mag u alleen de stekker zelf vastpakken; trek nooit aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; hierdoor kan de afwerking aangetast worden. Gebruik slechts een schone, droge doek. 12 Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op het toestel zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om dit toestel te gebruiken op een hoger voltage dan het opgegeven voltage, dit kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die voortkomt uit gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan werd opgegeven. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de stekker uit het stopcontact te halen in geval van onweer. 14 Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/of vloeistoffen in het toestel kunnen binnendringen. VOORZICHTIG Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “AC-3”, “Pro Logic” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential Unpublished Works. ©1992-1997 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden. Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US Pat. No. 5,451,942 en andere wereldwijde patenten, verkregen en aangevraagd. “DTS”, “DTS Digital Surround” en “DTS ES”, zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Allen voor klanten in Nederland Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Inhoud Inleiding 2 Van start ................................................................................................................... 3 Bedieningsorganen en functies ................................................................................. 4 Voorbereidingen 8 Opstelling luidspreker-systeem ................................................................................ 9 Aansluitingen ......................................................................................................... 10 In-beeld display (OSD) .......................................................................................... 19 Plaatsing van de luidsprekers ................................................................................. 20 Luidspreker-instellingen ......................................................................................... 21 Uitgangsniveau luidsprekers .................................................................................. 22 Basisbediening 24 Basisweergave ........................................................................................................ 25 Basisopname ........................................................................................................... 29 Geavanceerde bediening 30 Aanvullende informatie Nederlands Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) ...................................................... 31 Kenmerken afstandsbediening ............................................................................... 40 Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers ............................................... 51 Instellen van de slaaptimer ..................................................................................... 51 52 Digitale geluidsveld bewerking (DSP) ................................................................... 53 CINEMA-DSP ....................................................................................................... 55 DSP parameters ...................................................................................................... 58 Aanhangsel 62 Oplossen van problemen ........................................................................................ 63 Technische gegevens .............................................................................................. 66 1 Inleiding Inleiding Welkom in de opwindende wereld van digitaal amusement bij u thuis. Dit toestel is de meest complete en geavanceerde AV-versterker die op dit moment op de markt is. Alhoewel sommige van de meer vooruitstrevende mogelijkheden van dit toestel u wellicht niet bekend voorkomen, zijn ze toch gemakkelijk te bedienen. In dit toestel gebruikte state-of-the-art technologieën zoals Dolby Digital en DTS kunnen dezelfde audio ervaring bij u thuis brengen, zoals ze dat doen in kwaliteitsbioscopen over de hele wereld. Om het luisteren nog plezieriger te maken, beschikt dit toestel over een aantal exclusieve, digitaal gecreëerde luisteromgevingen, de zogenaamde digitale geluidsvelden. Als u een van deze geluidsveldprogramma’s kiest, is het alsof u getransporteerd wordt naar plekken als een open lucht amfitheater, een oude kerk, of een gezellige jazz club. Neem nu even rustig de tijd om meer over deze mogelijkheden te lezen en geniet van de nieuwe ervaringen die dit toestel u thuis bezorgt. Kenmerken Dolby Digital en DTS decoder Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES decoder Digitale geluidsvelden (DSP) CINEMA-DSP: Dolby Digital + DSP en DTS + DSP Virtuele CINEMA DSP en HP CINEMA DSP Multi-functionele afstandsbediening Ingebouwde 8 kanaals eindversterker Van start 3 Controleren van de inhoud van de doos ................................................................... 3 Batterijen in de afstandsbediening zetten ................................................................. 3 Gebruiken van de afstandsbediening ........................................................................ 3 Bedieningsorganen en functies 4 Voorpaneel ............................................................................................................... 4 Aanduidingen op het display .................................................................................... 5 Achterpaneel ............................................................................................................. 6 Afstandsbediening .................................................................................................... 7 2 Van start Controleren van de inhoud van de doos Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn. R L Alkali batterijen (3) (LR6) Quick Reference Card ■ Remote Control ■ TUNER ■ CD button (CD area) Infrared window POWER LEARN MACRO CLEAR RE-NAME TRANSMIT STANDBY SYSTEM POWER A DISPLAY SEARCH Skip Search STOP PLAY PAUSE (/Stop) Numeric buttons 1 to 9 (Set 10KEY) MACRO ON/OFF button POWER Input buttons Preset number 1 to 8 6CH INPUT Display Preset group A through E from left. Source selector CLEAR Numeric button +10 Numeric button 0 Preset group A/B/C/D/E LIGHT DISC +/– (Disc Skip) Operational buttons Preset +/– 10 KEY/DSP INDEX (Set 10KEY) Sound program selector/ Numeric buttons MUTE ■ MD/TAPE button (MD area) TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE function if you have set up the manufacturer code for the TV Area. Netsnoer (Alleen voor Europese modellen) Stickers zijpaneel ■ CD-R button (CD-R area) VOLUME +/– Operational buttons EFFECT LEVEL ON SCREEN PARAMETER/SET MENU Cursor buttons SLEEP TEST Cover REC/PAUSE POWER REC/PAUSE POWER DISPLAY SEARCH Skip Search STOP PLAY PAUSE DISPLAY SEARCH SOUND Skip Search STOP PLAY PAUSE Numeric buttons 1 to 9 Numeric buttons 1 to 9 Numeric button +10 Numeric button 0 (Set 10KEY) TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE function if you have set up the manufacturer code for the TV Area. Numeric button +10 Numeric button 0 INDEX (Set 10KEY) TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE function if you have set up the manufacturer code for the TV Area. V655120 Afstandsbediening Snelle referentiegids Als het toestel net niet op de plank of andere plek past, kunt u eventueel de zijpanelen verwijderen door de schroeven waarmee deze zijn vastgezet uit te draaien. Haal vervolgens de beschermlaag van deze stickers en plak ze over de schroefgaten. Batterijen in de afstandsbediening zetten Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak door de + en – tekens op de batterijen te laten overeenkomen met de polariteitsmerktekens (+ en –) in het vak. Vervang de batterijen van tijd tot tijd. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de aanwijzingen op de verpakking aandachtig door aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en kleur op elkaar kunnen lijken. ■ Over het vervangen van de batterijen Reset-toets Als de batterijen leeg raken, zal het bereik van de afstandsbediening verminderen en zal de TRANSMIT indicator niet meer knipperen, of zwakker worden. Wanneer u een van deze omstandigheden bemerkt, dient u alle batterijen te vervangen. Opmerkingen: • Als de afstandsbediening langer dan 20 minuten zonder batterijen blijft, of als de batterijen leeg zijn maar u ze in de afstandsbediening laat zitten, zal de inhoud van het geheugen mogelijk gewist worden. Als het geheugen van de afstandsbediening gewist is, dient u er nieuwe batterijen in te doen en moet u eventueel eerder geprogrammeerde functies die gewist zijn opnieuw programmeren. • U moet RESET in het batterijvak indrukken met een balpen of iets dergelijks nadat u nieuwe batterijen in de afstandsbediening heeft gezet voor u deze gaat gebruiken. (Hierdoor wordt de inhoud van het geheugen niet gewist.) Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gericht infraroodsignaal uit. U moet de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor op het hoofdtoestel richten wanneer u dit wilt bedienen. Wanneer de sensor afgedekt wordt of wanneer er zich een groot voorwerp tussen de afstandsbediening en het hoofdtoestel bevindt, kan de sensor de signalen niet ontvangen. Het is mogelijk dat de sensor de signalen niet naar behoren kan ontvangen wanneer er direct zonlicht of sterk kunstlicht (zoals een TL lamp of een stroboscoop) op valt. In dit geval dient u de richting van het licht of de positie van het hoofdtoestel te veranderen om te voorkomen dat het licht direct op de sensor valt. Nederlands ■ Over het omgaan met de afstandsbediening VOLUME INPUT INPUT MODE NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2 STANDBY /ON SPEAKERS A B EFFECT SOURCE DVD D-TV/LD SILENT MD/TAPE CD-R TUNER CABLE SAT BASS PROCESSOR EXTENSION DIRECT VCR 1 VCR 2/DVR VIDEO AUX PHONES BASS 30° TREBLE S VIDEO CD 6CH PHONO INPUT REC OUT 30° DSP PROGRAM VIDEO L AUDIO R OPTICAL VIDEO AUX Ongeveer 6 m Ga voorzichtig om met de afstandsbediening. Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. Laat de afstandsbediening niet vallen. Stel de afstandsbediening niet langere tijd bloot aan: • hoge vochtigheid of hoge temperatuur, zoals in de buurt van een verwarming, kachel of bad; of • overmatig stof; of • zeer lage temperaturen. 3 Bedieningsorganen en functies Inleiding Voorpaneel Doe deze klep dicht wanneer u de bedieningsorganen erachter niet gebruikt. Druk zachtjes tegen de onderkant van het paneel om de klep open te doen. 1 q 0 MEMORY STEREO 4 3 2 1 BASS P.DIRECT ZONE 2 SLEEP 7 5 2 9 8 63 4 5 VOLUME INPUT INPUT MODE NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2 MEMORY STEREO STANDBY /ON DVD CABLE MD/TAPE SAT VCR 1 BASS P.DIRECT SLEEP SPEAKERS A B DVD D-TV/LD SILENT SOURCE 7 68 9 0 TREBLE q CD-R TUNER CD PHONO EFFECT VCR 1 VCR 2/DVR VIDEO AUX BASS V-AUX TUNER SAT BASS PROCESSOR EXTENSION DIRECT PHONES VCR2/DVR MD/TAPE CD-R CABLE REC OUT S VIDEO CD 6CH PHONO INPUT DSP PROGRAM w er y 1 STANDBY/ON Hiermee zet u het toestel aan (on) of uit (standby). Wanneer u dit toestel aan zet, zult u een klik horen, waarna er een vertraging zal optreden van vier a vijf seconden voor dit toestel in staat is geluid te reproduceren. In de standby stand blijft dit toestel een kleine hoeveelheid stroom verbruiken zodat het klaar staat om te reageren op de afstandsbediening. 2 Sensor afstandsbediening 3 INPUT MODE Hiermee kunt u het soort audiosignaal voor de geselecteerde signaalbron kiezen. 4 INPUT keuzetoetsen Hiermee kunt u de signaalbron kiezen. 5 VOLUME Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen instellen. Dit heeft geen invloed op het REC OUT uitgangsniveau. 6 PHONES Via deze aansluiting kunt u met een hoofdtelefoon naar de gereproduceerde geluiden luisteren. Wanneer u hierop een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de PREOUT aansluitingen of de luidsprekers. 4 D-TV/LD VIDEO L AUDIO R OPTICAL VIDEO AUX t 7 SPEAKERS A/B Wanneer SPEAKERS A/B is ingeschakeld, kunt u hiermee de set hoofd luidsprekers die zijn aangesloten op de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel inschakelen. 8 BASS EXTENSION ON/OFF Als u de BASS EXTENSION heeft ingeschakeld, zal deze functie de weergave van de lage tonen via de linker en rechter hoofdkanalen met +6 dB (60 Hz) versterken terwijl toch de algehele toonbalans behouden blijft. Deze extra versterking kan nuttig zijn als u geen subwoofer gebruikt. De versterking kan onopgemerkt blijven als de hoofd-luidsprekers ingesteld zijn op “SMALL” (klein) en de uitgangsfunctie voor de lage tonen is ingesteld op “SWFR”. 9 PROCESSOR DIRECT ON/OFF Als u de PROCESSOR DIRECT functie heeft ingeschakeld, worden de BASS, TREBLE, BALANCE en BASS EXTENSION instellingen gepasseerd en wordt het oorspronkelijke signaal onveranderd doorgegeven. 0 BASS Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar rechts om de lage tonen te versterken en draai de draaiknop naar links om de lage tonen te verzwakken. Bedieningsorganen en functies q TREBLE Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar rechts om de hoge tonen te versterken. w REC OUT Hiermee kunt u de signaalbron kiezen die u naar de audio/video opname-apparatuur wilt leiden. e EFFECT Hiermee kunt u de effect-luidsprekers (midden, voor-effect, achter en achter-midden) aan of uit zetten. Als u deze luidsprekers met EFFECT uit zet, worden alle DTS en Dolby Digital audiosignalen naar de linker en rechter hoofdkanalen geleid, met uitzondering van het LFE-kanaal. r 6CH INPUT Hiermee kunt u schakelen tussen de 6CH INPUT functie en de normale ingangsfuncties. De 6CH INPUT functie heeft voorrang boven de met de INPUT keuzetoetsen geselecteerde signaalbron. U kunt de DSP geluidsveldprogramma’s niet gebruiken in combinatie met een externe decoder. t VIDEO AUX Via deze aansluitingen kunt audio- en videosignalen van een draagbare externe signaalbron, bijvoorbeeld een videocamera gebruiken. Om de signalen van deze aansluitingen te kunnen reproduceren, dient u V-AUX als signaalbron in te stellen. Om deze signaalbron weer te geven via de VCR 1 en VCR 2/DVR uitgangsaansluiting, dient u tevens VIDEO AUX in te stellen via de REC OUT keuzeschakelaar. y DSP PROGRAM keuzetoetsen Hiermee kunt u een DSP programma kiezen. Aanduidingen op het display 1 Processor indicators Als een van de DTS/VIRTUAL/Dolby Digital/DOLBY PRO LOGIC/DSP/Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES functies in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. 2 PCM Deze zal oplichten wanneer dit toestel PCM (Pulscode modulatie) digitale audiosignalen aan het reproduceren is. 3 SPEAKERS A/B De indicator die hoort bij de set hoofd luidsprekers die u heeft gekozen zal oplichten. Wanneer beide sets luidsprekers zijn geselecteerd, zullen beide indicators oplichten. 4 Hoofdtelefoon Deze indicator zal oplichten wanneer u een hoofdtelefoon aansluit. 5 Multi-informatie display Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma en andere informatie wanneer u instellingen wijzigt. 6 Aanduiding signaalbron Het pijltje geeft de huidige signaalbron aan. 7 BASS Licht op wanneer de BASS EXTENSION functie in werking is. 8 SLEEP Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld. 9 P. DIRECT Licht op wanneer de PROCESSOR DIRECT functie in werking is. 0 STEREO Licht op wanneer de AUTO afstem-indicator aan is en het toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt. q MEMORY Knippert als een zender kan worden opgeslagen. Nederlands 5 Bedieningsorganen en functies Achterpaneel Inleiding R OPTICAL 2 1 7 L 5 L R 0 CAUTION SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING. MD/TAPE R R L VOLTAGE SELECTOR L IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON FRONT : 6ΩMIN./SPEAKER REAR : 4ΩMIN./SPEAKER REAR CENTER : 4ΩMIN./SPEAKER CENTER : 4ΩMIN./SPEAKER MAIN A OR B : 4ΩMIN./SPEAKER A + B : 8ΩMIN./SPEAKER FRONT : 8ΩMIN./SPEAKER REAR : 8ΩMIN./SPEAKER REAR CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER MAIN A OR B : 8ΩMIN./SPEAKER A + B : 16ΩMIN./SPEAKER CENTER TUNER R L R e q 8 w 9 L R L 4 6 (Modellen voor China en algemene modellen) 1 Audio component aansluitingen 8 6CH INPUT ingangsaansluitingen 2 Video component aansluitingen 9 PRE OUT/MAIN IN aansluitingen 3 Antenne ingangsaansluitingen 0 Netsnoer 4 Aansluitingen luidsprekers 5 AC OUTLETS Deze netstroomaansluitingen kunt u gebruiken om uw andere audio/video-apparatuur van stroom te voorzien. 6 IMPEDANCE SELECTOR 7 DIGITAL OPTICAL/COAXIAL aansluitingen Sluit de stekker hiervan aan op een stopcontact. Bij algemene modellen en modellen voor China en GrootBrittannië, kan het netsnoer niet van het toestel worden losgekoppeld. q GND Aardaansluiting w RS232C/CTRL OUT Dit zijn uitbreidingsaansluitingen voor gebruik bij aanvullende speciale installaties. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie. e q RF (AC-3) ingangsaansluiting Alleen voor algemene modellen en modellen voor China. 6 Bedieningsorganen en functies Afstandsbediening g 1 2 3 y u 4 5 6 k 7 8 i o 0 Geluidsveldprogramma keuzetoetsen/ Cijfertoetsen Hiermee kiest u het gewenste geluidsveld. q MUTE Met deze toets kunt u de geluidsweergave tijdelijk uitschakelen. Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau. w VOLUME +/– Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen. e EFFECT h Deze toets schakelt de effect-luidsprekers (Midden, Voor, Achter en Achter-midden) aan of uit. r PARAMETER/SET MENU p 0 9 Hiermee kunt u kiezen tussen de PARAMETER of de SET MENU bedieningsfunctie. t Cursortoetsen q w e a s d f r t Selecteren en instellen van DSP programma-parameters of onderdelen van het instelmenu instellen, afhankelijk van de stand van de PARAMETER/SET MENU schakelaar. y STANDBY Hiermee schakelt u het toestel uit (standby). u SYSTEM POWER Hiermee schakelt u het toestel in. i Display j Hierop verschijnt informatie over de bediening. o Signaalbron toetsen Hiermee kunt u de signaalbron kiezen. 1 CLEAR Hiermee kunt u geleerde instructies wissen. 2 RE-NAME Hiermee kunt u een ingevoerde naam opnieuw benoemen. 3 TRANSMIT Dit lampje knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt. 4 LEARN Hiermee start u de leerfunctie. 5 MACRO 6 MACRO ON/OFF Met deze schakelaar kunt u de macro-functie aan of uit zetten. 7 Signaalbron keuzetoetsen Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron. 8 6CH INPUT Hiermee kunt u overschakelen naar de 6CH INPUT functie wanneer u gebruik maakt van een externe decoder. 9 Bedieningstoetsen Hiermee voert u de corresponderende bediening uit, afhankelijk van de gekozen signaalbron. Hiermee kunt u kiezen of u de cijfertoetsen of de DSP programma’s wilt gebruiken. a LEVEL Hiermee kunt u het in te stellen luidspreker-kanaal kiezen en het weergave-niveau instellen. s ON SCREEN Hiermee kunt u de in-beeld display functie voor uw video-monitor instellen. d SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen. f TEST Nederlands Hiermee activeert u de MACRO instelling. p 10 KEY/DSP Hiermee kunt u d testtoon laten weergeven wanneer u de luidspreker-niveaus wilt instellen. g Infraroodvenster h LIGHT Hiermee kunt u de verlichting aan of uit zetten. Als u deze toets eenmaal indrukt, zal de verlichting ongeveer 10 seconden ingeschakeld worden. Druk nogmaals op deze toets om de verlichting uit te schakelen. j Klep k Å Toets Hiermee kunt u het bedieningsgebied omschakelen. 7 Voorbereidingen Voorbereidingen Opstelling luidspreker-systeem Aansluitingen 9 10 Aansluiten van audio-apparatuur ........................................................................... 10 Aansluiten van video-apparatuur ........................................................................... 12 Aansluiten van luidsprekers ................................................................................... 14 Aansluiten van subwoofers .................................................................................... 16 Aansluiten van een externe decoder ....................................................................... 17 Aansluiten van externe versterkers ........................................................................ 17 Overige ................................................................................................................... 18 In-beeld display (OSD) 19 In-beeld display functies ........................................................................................ 19 Instellen van de in-beeld display functie ................................................................ 19 Plaatsing van de luidsprekers 20 Luidspreker-instellingen 21 Uitgangsniveau luidsprekers 22 Voor u begint .......................................................................................................... 22 Dolby Surround test ............................................................................................... 22 DSP test .................................................................................................................. 23 8 Opstelling luidspreker-systeem De meest complete luidspreker-opstelling bestaat uit acht luidsprekers: de linker en rechter hoofd-luidsprekers, een midden-luidspreker, linker en rechter achter-luidsprekers, de linker en rechter voor-effect-luidsprekers en een achter-midden-luidspreker. Als u minder dan acht luidsprekers gebruikt, kunt u de signalen voor luidsprekers die u niet heeft naar andere luidsprekers in uw opstelling leiden. Met elk van deze opstellingen kunt u een subwoofer gebruiken om een vollere geluidsweergave te bereiken. Voor-effect-luidsprekers Achter-luidsprekers Hoofd-luidsprekers Midden-luidspreker Achter-midden-luidspreker Voor subwoofer Achter-subwoofer ■ Opstelling met acht of zeven luidsprekers –Full Cinema DSP– ( ) Wanneer u naar speelfilms afspeelt, zal deze opstelling ten volle de krachtige en realistische geluidskwaliteit van het 70 mm multikanaals audiosysteem ten gehore brengen. De gesproken tekst komt als het ware direct van het scherm, de geluidseffecten zijn een stukje achter het scherm gepositioneerd en de muziek van de soundtrack is nog verder achter het scherm gepositioneerd om de weidsheid en de diepte van de presentatie te vergroten. Deze opstelling maakt het beste gebruik van de mogelijkheden van dit toestel. De midden achter-luidspreker wordt gebruikt bij 6-kanaals digitale surround weergave. ■ Opstelling met zes luidsprekers –Hi Fi DSP– Deze opstelling wordt het meest gebruikt voor audio-weergave met HiFi DSP geluidsveldprogramma’s. De gesproken tekst van een film wordt niet zo precies geplaatst als bij een opstelling met zeven of acht luidsprekers. Er wordt echter een dynamisch DSP (Digitale geluidsveld processor) geluidsveld gecreëerd hetgeen diepte geeft aan het geluid. Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1A. CENTER SP van het instelmenu (SET MENU) en onderdeel 1D. REAR CT SP op “NONE” (geen) te zetten. ■ Opstelling met vijf luidsprekers –Standaard 5.1 kanalen– Nederlands Deze opstelling kan de hoogte van het geluidsveld niet zo goed tot uitdrukking brengen als de opstelling met zeven of acht luidsprekers. De gesproken tekst wordt echter geplaatst alsof deze direct van het scherm komt. Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1F. FRNT EFCT SP van het instelmenu (SET MENU) en onderdeel 1D. REAR CT SP op “NONE” (geen) te zetten. ■ Opstelling met vier luidsprekers –Vereiste minimum– In deze opstelling worden de signalen voor de midden-luidspreker en de vooreffect-luidspreker naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers geleid. Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1A. CENTER SP, onderdeel 1F. FRNT EFCT SP en onderdeel 1D. REAR CT SP van het instelmenu (SET MENU) op “NONE” (geen) te zetten. 9 Aansluitingen Aansluiten van audio-apparatuur Voor u andere componenten aansluit, moet u eerst de stroomvoorziening uitschakelen van alle apparatuur die u wilt aansluiten, inclusief dit toestel en moet u bepalen welke aansluitingen bedoeld zijn voor de linker en rechter kanalen en welke de ingangs en welke uitgangsaansluitingen zijn. Wanneer u andere YAMAHA audio componenten (zoals een CD-speler of wisselaar, MD-speler of cassettedeck) gebruikt, dient u deze aan te sluiten op aansluitingen met hetzelfde nummerlabel. Yamaha gebruikt dit nummersysteem op alle producten. In de aansluitingsvoorbeelden op de volgende bladzijden: Voorbereidingen ■ Digitale aansluitingen Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te verwerken. Wanneer u componenten aansluit op zowel de COAXIAL als de OPTICAL aansluitingen (voor CD en CABLE), zullen de ingangssignalen van de COAXIAL aansluiting voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor 96 kHz/24 bits digitale signalen. ■ Over het stofkapje Trek het kapje uit de optische aansluiting voor u de optische glasvezelkabel aansluit. Gooi het kapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, moet u het kapje weer op zijn plaats zetten. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof. De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA standaard. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet aan deze standaard voldoet, is het mogelijk dat dit toestel niet naar behoren kan functioneren. ■ Aansluiten van een draaitafel Deze ingangsaansluitingen zijn bedoeld om een draaitafel met een MM of hoog vermogen MC cartridge op aan te sluiten. Als u een draaitafel heeft met een laag vermogen MC cartridge, dient u een inline booster of MC-kop versterker te gebruiken voor u deze ingangsaansluitingen kunt gebruiken. De GND (aarde) aansluiting aardt de draaitafel niet. Het dient alleen om storing van het overgedragen signaal te verminderen. In sommige gevallen is het mogelijk dat u last heeft van ruis als u de GNG (aarde) aansluiting niet gebruikt. ■ Aansluiten van een CD-speler • De COAXIAL CD en OPTICAL CD igae kunt u gebruiken als uw CD-speler eveneens is voorzien van coaxiale of optisch digitale uitgangsaansluitingen. • Wanneer u een CD-speler aansluit op zowel de COAXIAL CD en OPTICAL CD ingangsaansluitingen, zullen de signalen die binnenkomen via de COAXIAL CD ingangsaansluiting voorrang krijgen. ■ Aansluiten van een MD- of DAT-deck • Wanneer u een recorder aansluit op dit toestel, dient u dat apparaat ingeschakeld te houden terwijl dit toestel in gebruik is. Als de recorder uit staat, kan het via dit toestel weergegeven geluid van andere componenten vervormd worden. • Wanneer u opneemt van een signaalbron die is aangesloten op dit toestel terwijl dit toestel uit staat, is het mogelijk dat het opgenomen geluid vervormd wordt. Om dit probleem te voorkomen, dient u dit toestel in te schakelen. • Wanneer u een CD-recorder aansluit op zowel de analoge als de digitale in- en uitgangsaansluitingen, zal de voorkeur worden gegeven aan de digitale signalen. 10 Aansluitingen OPTICAL INPUT MD/Cassetterecorder INPUT OUTPUT L <Analoog> R R L (Modellen voor China en algemene modellen) INPUT L OPTICAL INPUT <Digitaal> <Analoog> R OPTICAL OUTPUT L <Analoog> <Digitaal> OUTPUT CD-recorder <Analoog> R OPTICAL OUT (REC) <Digitaal> <Digitaal> OUT (REC) OPTICAL OUTPUT OPTICAL OUTPUT L <Analoog> R CD-speler COAXIAL OUTPUT <Digitaal> CENTER L OUTPUT <Analoog> R Draaitafel GROUND naar/van externe versterker naar/van externe bedieningseenheid van externe decoder Nederlands 11 Aansluitingen Aansluiten van video-apparatuur Voor u enige apparatuur aansluit, dient u de stroomvoorziening voor alle componenten die u wilt aansluiten, inclusief dit toestel, af te sluiten en te bepalen welke aansluitingen voor de linker en rechter kanalen bedoeld zijn en welke de in en welke de uitgangsaansluitingen zijn. Wanneer u alle aansluitingen gemaakt hebt, dient u nogmaals te controleren of alles goed is aangesloten. ■ Over de video-aansluitingen Voorbereidingen Er zijn drie soorten video-aansluitingen. Videosignalen die binnenkomen via de VIDEO aansluitingen zijn conventionele composiet videosignalen. Videosignalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen zijn gescheiden in luminantie (Y) en kleur (C) videosignalen. De S-videosignalen zorgen voor een hogere kwaliteit kleurweergave. Videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen zijn gescheiden in luminantie (Y) en kleurverschil (PB/CB, PR/CR) videosignalen. De aansluitingen zijn derhalve ook gescheiden in drie voor elk signaal. De labels van de component video aansluitingen kunnen verschillen, afhankelijk van de gebruikte apparatuur (bijv. Y, CB, CR/Y, PB, PR/Y, B-Y, R-Y enz.). Component videosignalen leveren de hoogste kwaliteit beeldweergave. Composiet VIDEO aansluiting S VIDEO aansluiting Als uw video component een S-video of component video uitgangsaansluiting heeft, kunt u deze op dit toestel aansluiten. Verbind de S-video uitgangsaansluiting van uw video component met de S-VIDEO aansluiting, of verbind de component uitgangsaansluitingen van uw video component met de COMPONENT VIDEO aansluitingen. Opmerkingen: COMPONENT VIDEO aansluitingen • Elke soort video-aansluiting werkt onafhankelijk van de andere. Signalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component aansluitingen worden gereproduceerd via de corresponderende composiet video, S-video en component uitgangsaansluitingen. • Gebruik een in de handel verkrijgbare S-videokabel wanneer u iets aansluit op de S VIDEO aansluitingen en een in de handel verkrijgbare videokabel wanneer u iets aansluit op de COMPONENT VIDEO aansluitingen. • Wanneer u de COMPONENT VIDEO aansluitingen gebruikt, dient u tevens de handleiding van de aan te sluiten apu te raadplegen. 12 Aansluitingen COMPONENT OUTPUT S VIDEO OUTPUT OPTICAL OUTPUT DVD-speler COMPONENT OUTPUT VIDEO OUTPUT <Video> R <Analoog> <Digitaal> L <Component Video> AUDIO OUTPUT <Component Video> VIDEO OUTPUT <Video> S VIDEO OUTPUT AUDIO OUTPUT OPTICAL OUT (REC) L RF OUTPUT R DTV/LD-speler OPTICAL OUTPUT <Analoog> OUT (REC) <Digitaal> L <Analog> R AUDIO OUTPUT SAT OPTICAL OUTPUT <Digitaal> Kabel TV/SAT S VIDEO OUTPUT VIDEO OUTPUT <Digitaal> CABLE COAXIAL OUTPUT CENTER AUDIO INPUT L <Video> <Video> <Video> <Analoog> <RF> <Analoog> RF-Signaal uitgangsaansluiting (Alleen voor algemene modellen en modellen voor China. <Component Video> <Video> AUDIO OUTPUT R L VIDEO INPUT R S VIDEO OUTPUT VIDEO OUTPUT S VIDEO INPUT S VIDEO INPUT Monitor Videorecorder 1/2 COMPONENT INPUT Nederlands VIDEO INPUT * <Modellen voor Euyropa en Groot-Brittannië> Als uw LD-speler is voorzien van een Dolby Digital RF signaal uitgangsaansluiting, kunt u deze aansluiten op dit toestel via een externe RF demodulator. (U kunt de Dolby Digital RF signaal uitgangsaansluiting van uw LD-speler verbinden met de COAXIAL aansluitingen met behulp van de “I/O ASSIGN” (I/O toewijzing) op het SET MENU.) 13 Aansluitingen Aansluiten van luidsprekers Dit hoofdstuk legt uit hoe u uw luidsprekers kunt aansluiten op dit toestel. Als u klaar bent met het aansluiten van de luidsprekers, kunt u via het instelmenu (SET MENU) de instellingen voor de uitgangssignalen wijzigen aan de hand van het aantal luidsprekers in uw opstelling. Voor u enig luidsprekersnoer aansluit, moet u eerst bepalen welke aansluitingen bedoeld zijn voor de linker en de rechter kanalen en moet u ook de + en – polariteit bepalen. Als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal dit toestel geen helder geluid kunnen reproduceren. ■ Gebruik van luidsprekersnoeren Voorbereidingen Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van isolatie voorziene draden naast elkaar. Een van deze draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien heeft deze een streepje, een groef of een ribbel. Om er zeker van te kunnen zijn dat u al uw luidsprekers met de juiste polariteit aansluit, moet u eerst het verschil bepalen tussen de twee draden van de door u gebruikte luidsprekersnoeren en moet u beslissen welke draad u zult gaan gebruiken voor de verschillende polen (+ en –), waarna u zich natuurlijk vervolgens altijd hieraan moet houden. 1 Strip 9 mm van de isolatie van de uiteinden van de draden. Bananenstekker 2 Draai de ontblootte uiteinden van de draden in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 3 Draai de knop van de aansluiting tegen de klok in los. 4 Steek alleen het ontblootte stukje draad in de spleet in de zijkant van de aansluiting en draai de knop weer vast. Opmerking: (Behalve modellen voor Europa en GrootBrittannië.) • Als uw luidsprekersnoeren zijn voorzien van bananenstekkers, dient u de knop van de aansluiting vast te draaien en de stekker in het gat van de knop te steken. (Behalve modellen voor Europa en Groot-Brittannië.) Let op: • Bevestig de luidsprekersnoeren zorgvuldig om kortsluiting te voorkomen. Als u de stroom inschakelt en er kortsluiting optreedt, is het mogelijk dat dit toestel beschadigd raakt, ook al zal de ingebouwde beveiliging automatisch de stroom uitschakelen. ■ Over de q RF (AC-3) signaal ingangsaansluiting <Alleen voor algemene modellen en modellen voor China.> Als uw LD-speler is voorzien van een q RF (AC-3) signaal uitgangsaansluiting, kunt u deze aansluiten op de q RF (AC-3) ingangsaansluiting van dit toestel. U dient hiertoe het 7D. COAXIAL IN (10) onderdeel van het SET MENU op “LD-RF” te zetten. Als er tegelijkertijd q RF (AC-3) en analoge signalen binnenkomen, zullen de RF signalen de voorkeur krijgen. Wanneer u q RF (AC-3) signalen wilt weergeven, dient u de ingangsfunctie op “D.D. RF” te zetten met behulp van INPUT MODE. Opmerking: • q RF (AC-3) signalen kunnen niet worden gereproduceerd met behulp van de REC OUT schakelaar. Wanneer geluid of beelden opneemt van een LD-speler, moet u de speler aansluiten op hetzij de DIGITAL OPTICAL, hetzij de analoge AUDIO aansluitingen. Let op: • Ook al sluit u een LD-speler met een q RF (AC-3) uitgangsaansluiting aan op dit toestel, u zult toch geen Dolby Digital geluid kunnen weergeven van elke LD schijf. U moet een LD weergeven die Dolby Digital gecodeerd is om te kunnen profiteren van Dolby Digital weergave. 14 Aansluitingen Rechter voorluidspreker Linker voorluidspreker Rechter achterluidspreker Linker achterluidspreker Achter-middenluidspreker (Modellen voor China en algemene modellen) CAUTION SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING. VOLTAGE SELECTOR Naar een andere component IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON FRONT : 6ΩMIN./SPEAKER REAR : 4ΩMIN./SPEAKER REAR CENTER : 4ΩMIN./SPEAKER CENTER : 4ΩMIN./SPEAKER MAIN A OR B : 4ΩMIN./SPEAKER A + B : 8ΩMIN./SPEAKER FRONT : 8ΩMIN./SPEAKER REAR : 8ΩMIN./SPEAKER REAR CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER : 8ΩMIN./SPEAKER CENTER MAIN A OR B : 8ΩMIN./SPEAKER A + B : 16ΩMIN./SPEAKER Middenluidspreker Subwoofersysteem Rechter hoofd- Linker hoofdluidspreker B luidspreker B Rechter hoofdluidspreker A Linker hoofdluidspreker A Nederlands 15 Aansluitingen Aansluiten van subwoofers ■ Aansluiten van een voor subwoofer R L Sluit de ingangsaansluiting van uw subwoofer aan op een van PRE OUT/ MAIN IN SUBWOOFER aansluitingen. Opmerkingen: • De SUBWOOFER aansluitingen hebben een ingebouwd hoog cut-off filter (90 Hz). Wanneer u een subwoofer met eigen stroomvoorziening gebruikt, dient u de cut-off frequentie op “MAX” te zetten op uw subwoofer. CENTER R • Via beide SUBWOOFER aansluitingen wordt hetzelfde signaal geproduceerd. L Voorbereidingen Subwoofersysteem ■ Aansluiten van een achter-subwoofer Subwoofersysteem Door zowel voor als achter een subwoofer te gebruiken, kunnen de CINEMA-DSP geluidsveldprogramma’s realistische bioscoopeffecten reproduceren met een krachtige, dynamische geluidsweergave. Om gebruik te kunnen maken van deze dynamische weergave, moet u via het instelmenu (SET MENU) het onderdeel 1C. REAR L/R SP op “LARGE” (groot) zetten en dient u uw achter-luidsprekers en subwoofer aan te sluiten zoals hieronder staat aangegeven. 1 Sluit met luidsprekersnoeren de rechter + ingangsaansluiting van uw subwoofer aan op de REAR R + aansluiting en de rechter – ingangsaansluiting van uw subwoofer op de REAR R – aansluiting. Rechter achterluidspreker Linker achterluidspreker 2 Sluit met luidsprekersnoeren de linker + ingangsaansluiting van uw subwoofer aan op de REAR L + aansluiting en de linker – ingangsaansluiting van uw subwoofer op de REAR L – aansluiting. 3 Sluit uw achter-luidsprekers aan op de uitgangsaansluitingen van de achtersubwoofer. Let er op dat u de achter-luidsprekers juist gepoold aansluit op de subwoofer. R L Opmerking: • Stel het volume voor de subwoofer in met de regelaars op de subwoofer zelf, niet met dit toestel. 16 Aansluitingen Aansluiten van een externe decoder Dit toestel is uitgerust met zes extra ingangsaansluitingen (links en rechts hoofd, midden, links en rechts surround en subwoofer) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een externe decoder, geluidsprocessor of voorversterker. Sluit de uitgangsaansluitingen van uw externe decoder aan op de 6CH INPUT ingangsaansluitingen. Let er op dat de linker en rechter uitgangsaansluitingen worden aangesloten op de linker en rechter ingangsaansluitingen voor de hoofd en surround kanalen. Om naar de weergave van uw externe decoder te luisteren, dient u 6CH INPUT in te drukken op dit toestel of de afstandsbediening. Opmerkingen: • Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zal dit toestel automatisch de ingebouwde geluidsveldprocessor uitschakelen en zal het derhalve niet mogelijk zij te luisteren met een van de DSP programma’s. • Wanneer u 6CH INPUT als ingangsbron kiest, zal het wijzigen van SPEAKER SET op het SET MENU geen effect hebben. Aansluiten van externe versterkers Als u het uitgangsvermogen van de luidsprekers wilt opvoeren, of wanneer u een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker aansluiten op de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen. R r L q w e t CENTER y R q FRONT aansluitingen Voor-effect uitgangsaansluitingen. w REAR (surround) aansluitingen Achter-kanaal uitgangsaansluitingen. e SUBWOOFER aansluitingen Hoofd, midden en achter kanaal frequenties onder de 90 Hz worden weergegeven via deze aansluitingen. U kunt ook DTS en Dolby Digital LFE signalen via deze uitgangsaansluiting weergeven. Regel het volume voor de subwoofer met de daartoe bestemde regelaar op de subwoofer zelf. Het volume van de subwoofer kan niet worden geregeld door dit toestel. L r CENTER aansluiting Uitgangsaansluiting middenkanaal. t REAR CENTER aansluiting Aansluiting voor het achter-midden-kanaal uitgangssignaal. y MAIN aansluitingen 17 Nederlands MAIN IN aansluitingen ........ Ingangsaansluiting voor de versterkers voor het hoofdkanaal van dit toestel. Wanneer u deze aansluitingen gebruikt, zulle signalen die binnenkomen via de voorversterker van dit toestel niet worden gereproduceerd via de hoofdversterker van dit toestel. MAIN OUT aansluitingen ... Hoofdkanaal uitgangsaansluitingen. De uitgangssignalen via deze aansluitingen kunnen worden geregeld door de BASS, TREBLE, BALANCE en BASS EXTENSION instellingen. Aansluitingen Overige ■ IMPEDANCE SELECTOR schakelaar WAARSCHUWING Voorbereidingen Verzet de impedantie keuzeschakelaar IMPEDANCE SELECTOR niet terwijl het toestel is ingeschakeld, daar dit het toestel kan beschadigen. ALS DIT TOESTEL NIET INSCHAKELT WANNEER ER OP DE STANDBY/ON TOETS WORDT GEDRUKT: De impedantie keuzeschakelaar IMPEDANCE SELECTOR staat wellicht niet goed in een van de twee mogelijke standen. In dit geval dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste stand te zetten terwijl het toestel uit (standby) staat. VOLTAGE SELECTOR (Voltage keuzeschakelaar) (Algemene modellen en modellen voor China) Kies de stand die overeenkomt met de specificaties van uw luidspreker-systeem. (Bovenste stand) FRONT EFFECT: De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen. REAR: De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen. REAR CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen. CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 4 Ohm bedragen. MAIN: Als u een paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van elke luidspreker tenminste 4 Ohm bedragen. Als u twee paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van elke luidspreker tenminste 8 Ohm bedragen. Netsnoer (Algemene modellen, modellen voor China en Groot-Brittannië) (Onderste stand) FRONT EFFECT: De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen. REAR: De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen. REAR CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen. CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen. MAIN: Als u een paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van elke luidspreker tenminste 8 Ohm bedragen. Als u twee paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van elke luidspreker tenminste 16 Ohm bedragen. G. VOLTAGE SELECTOR 240 ■ Aansluiten van het netsnoer IMPEDANCE SELECTOR SET BEFORE POWER ON FRONT : 6ΩMIN./SPEAKER REAR : 6ΩMIN./SPEAKER REAR CENTER : 6ΩMIN./SPEAKER : 4ΩMIN./SPEAKER CENTER MAIN A OR B : 4ΩMIN./SPEAKER A + B : 8ΩMIN./SPEAKER Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. FRONT : 8ΩMIN./SPEAKER REAR : 8ΩMIN./SPEAKER REAR CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER : 8ΩMIN./SPEAKER CENTER MAIN A OR B : 8ΩMIN./SPEAKER A + B : 16ΩMIN./SPEAKER Let op: • Gebruik geen ander netsnoer dan het meegeleverde. (alleen modellen voor Europa) IMPEDANCE SELECTOR schakelaar Netsnoer (alleen modellen voor Europa) AC OUTLETS ■ Netstroomaansluitingen (AC OUTLETS) U kunt deze gebruiken om andere componenten uit uw systeem van stroom te voorzien. De aan/uit toets (STANDBY/ON, SYSTEM POWER of STANDBY op de afstandsbediening) van dit toestel zal vervolgens ook deze componenten bedienen. Deze netstroomaansluitingen voorzien de aangesloten apparatuur alleen van stroom wanneer dit toestel is ingeschakeld. Het maximum vermogen (totaal opgenomen vermogen van de componenten) die kunnen worden aangesloten op de AC OUTLETS netstroomaansluitingen is 100 W. ■ Voltage keuzeschakelaar (Algemene modellen en modellen R WER ON N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER N./SPEAKER IN./SPEAKER 18 voor China) De voltage keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld aan de hand van de netspanning bij u thuis VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. In-beeld display (OSD) U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een video-monitor. Als u het instelmenu (SET MENU) en de instellingen voor de DSP geluidsveldprogramma’s op een scherm bekijkt, is het veel makkelijker om de beschikbare mogelijkheden en parameters te overzien dan wanneer u deze gegevens van het display op het voorpaneel moet lezen. Als er tevens een videobron wordt weergegeven, zal het in-beeld display over het beeld worden geprojecteerd. Als er geen videobron wordt gereproduceerd (of wanneer de signaalbron uit (standby) staat), kunt u het in-beeld display (blauwe achtergrond) in- of uitschakelen via “14 DISPLAY SET” op het SET MENU. In-beeld display functies P01 CONCERT HALL 1 ≥ Europe Hall A INIT.DLY…………30ms ROOM SIZE…………1.0 LIVENESS…………………5 Volledige weergave (Bijv.) U kunt de hoeveelheid gegevens die wordt getoond door het in-beeld display wijzigen. Volledige weergave .... Deze instelling laat de parameterwaarden voor het geluidsveldprogramma op de video-monitor zien. Verkorte weergave ..... Deze instelling laat onder in beeld dezelfde informatie zien als het display op het voorpaneel waarna de informatie van het beeld verdwijnt. Weergave uit .............. Deze instelling laat korte tijd de aanduiding “DISPLAY OFF” onder in beeld zien. Hierna zullen er geen aanduidingen van handelingen meer op het scherm verschijnen, behalve wanneer ON SCREEN gebruikt wordt. Opmerkingen: P01 CONCERT HALL 1 Europe Hall A Verkorte weergave (Bijv.) • Wanneer u kiest voor weergave van alle informatie op het scherm, zullen de INPUT keuzetoetsen, VOLUME en sommige andere gegevens onder in beeld wordt weergegeven op dezelfde manier als op het display op het voorpaneel van het toestel. • Het signaal van het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de REC OUT keuzeschakelaar en zal niet worden opgenomen met enig videosignaal. • De informatie betreffende het instelmenu (SET MENU) en de TEST DOLBY SUR en TEST DSP functies zal op het scherm verschijnen ongeacht de instelling voor het inbeeld display. Instellen van de in-beeld display functie ON SCREEN 1 Wanneer u de stroom inschakelt, zullen de video-monitor en het display op het voorpaneel het hoofd volumeniveau een paar seconden laten zien en vervolgens overschakelen naar het huidige geluidsveldprogramma. 2 Druk herhaaldelijk op ON SCREEN op de afstandsbediening om de instelling voor de weergave van het in-beeld display te wijzigen. De instelling verandert als volgt: Volledige weergave, verkorte weergave, uit. Opmerkingen: • Als u een videobron kiest die componenten aangesloten heeft op zowel de S VIDEO IN als de composiet VIDEO IN aansluitingen en zowel de S VIDEO OUT als de composiet VIDEO OUT uitgangsaansluitingen zijn aangesloten op een video-monitor, dan zal het beeld zowel via de S VIDEO OUT als via de composiet VIDEO OUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Het in-beeld display zal echter alleen worden gereproduceerd via het S video uitgangssignaal. Als er geen videosignaal binnenkomt, zal het in beeld display worden gereproduceerd via zowel de S-video als het composiet videosignaal. • Afspelen van videomateriaal met een anti-kopieersignaal, of van videosignalen die veel ruis bevatten, kan resulteren in instabiele beeldweergave. 19 Nederlands • Als uw video monitor alleen aangesloten is op de COMPONENT VIDEO aansluitingen van dit toestel, zal het in beeld display niet getoond worden. Let er op dat uw video monitor aangesloten is op de COMPONENT VIDEO aansluiting en hetzij de VIDEO, hetzij de S VIDEO aansluitingen, als u het in beeld display wilt kunnen zien. Plaatsing van de luidsprekers Waar u uw luidsprekers neerzet heeft grote invloed op hoe goed uw systeem zal klinken. ■ Plaatsing van de hoofd-luidsprekers TV of videomonitor Hoofdluidspreker Hoofdluidspreker Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke afstanden van de belangrijkste luisterplek. Als u een TV of video-monitor in uw systeem heeft opgenomen, moet de afstand van elk van deze luidsprekers tot de TV of video-monitor ook gelijk zijn. ■ Plaatsing van de midden-luidspreker Voorbereidingen TV of videomonitor Als u een TV of video-monitor in uw systeem heeft, dient u de voorkant van de midden-luidspreker in lijn te brengen met de voorkant van het beeldscherm. Plaats de luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor, bijvoorbeeld er direct onder of er bovenop. Als u de luidspreker onder de monitor zet, kunnen de voor-effectluidsprekers de hoogte van het geluid regelen in samenhang met de actie op het scherm (afhankelijk van de plaats van de luisteraar). Als u een projectiescherm gebruikt in uw systeem, dient u de midden-luidspreker onder het scherm te zetten. De luidspreker moet in dat geval in lijn gebracht worden met het midden van het scherm. Midden-luidspreker 1m 0.5~1m 1.5~3m 0.5~1m 1m (3ft) (1~3ft) (5~15ft) (1~3ft) (3ft) FR FL L C R R RR L RC ■ Plaatsing van de voor-effect, achter en achtermidden-luidsprekers De voor effect-luidsprekers moeten ongeveer 0,5 ~ 1 m buiten de hoofdluidsprekers en voor in de ruimte geplaatst worden. Ze moeten naar de belangrijkste luisterplek gericht worden. Plaats de achter-luidsprekers achterin de ruimte en richt ook deze op de luisterplek. De achter-luidsprekers mogen verder uit elkaar gezet worden dan de voor-effect-luidsprekers. De voor-effect en achterluidsprekers moeten ongeveer 1,8 m boven de vloer geplaatst worden. Wanneer u eenmaal naar materiaal aan het luisteren bent, kunt u de plaatsing van de luidsprekers aanpassen tot u een evenwichtige weergave via de hoofd, vooreffect en achter-luidsprekers heeft bereikt. ■ Wanneer u een projectiescherm gebruikt 1 L R 1/4 C ■ Plaatsing van de subwoofers Voor-effect-luidsprekers Achter-luidsprekers Hoofd-luidspreker 1,8 m Middenluidspreker Voor subwoofer Plaats de luidsprekers zoals aangegeven op de afbeelding. De hoofd-luidsprekers horen ongeveer een kwart van de schermhoogte boven de onderrand van het scherm geplaatst te worden. Plaats de midden-luidspreker in het midden en direct onder het scherm. De midden-luidspreker zorgt ervoor dat de gesproken tekst precies gepositioneerd kan worden. Wanneer u een projectiescherm gebruikt met uw systeem, zullen de voor-effectluidsprekers voor een betere effectkwaliteit zorgen. De CINEMA-DSP geluidsveldprogramma’s tillen het geluid van de midden-luidspreker naar boven en zorgen voor een natuurlijke weergave in overeenstemming met de videobeelden. Achter-middenluidspreker Achter-subwoofer Plaats de voor-subwoofer dicht bij de hoofd-luidsprekers. Keer de subwoofer een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. Als u een achter-subwoofer gebruikt, dient u deze achter de belangrijkste luisterplek te plaatsen. De plaatsing van de achter-subwoofer is niet heel belangrijk vanwege het ongerichte karakter van de ultra-lage frequenties van het gereproduceerde geluid. Door een subwoofer van hoge kwaliteit toe te voegen aan de luidsprekeropstellingen op de bladzijde 9, zult u in staat zijn te genieten van krachtigere en realistischere filmeffecten, ook als u al grote hoofd-luidsprekers heeft. Opmerkingen: • Als u luidsprekers van verschillende merken (met verschillende toonkarakteristieken) door elkaar gebruikt in uw opstelling, is het mogelijk dat de overgangen in de toon van een bewegende menselijke stem en andere soorten geluiden niet helemaal soepel verlopen. We raden u daarom aan luidsprekers van een bepaalde fabrikant te gebruiken, of luidsprekers waarvan u zeker weet dat dezelfde toonkarakteristieken delen. U Kunt ook de uitgangsniveaus en de equalizatie van uw effect-luidsprekers regelen via het instelmenu. • Als u kleine luidsprekers gebruikt, zal de toevoeging van een subwoofer de geluidseffecten in films benadrukken. 20 Luidspreker-instellingen Dit toestel heeft zeven SPEAKER SET onderdelen in het instelmenu (SET MENU) die u moet instellen aan de hand van het aantal luidsprekers in uw opstelling en hun afmetingen. De volgende tabel geeft een kort overzicht van deze SPEAKER SET onderdelen em laat de begininstellingen en andere mogelijke instellingen zien. Als de begininstellingen niet geschikt zijn voor uw luidspreker opstelling, dient u deze via het instelmenu (SET MENU) te wijzigen. Samenvatting SPEAKER SET onderdelen 1A t/m 1G Onderdeel Beschrijving Begininstelling 1A. CENTER SP Instelling van het uitgangssignaal voor het midden-kanaal, afhankelijk van de afmetingen van de midden-luidspreker. De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen). LRG 1B. MAIN SP Instelling van het uitgangssignaal voor het hoofd-kanaal, afhankelijk van de afmetingen van de hoofd-luidsprekers. De mogelijke instellingen zijn LARGE (groot) of SMALL (klein). LARGE 1C. REAR L/R SP Instelling van het uitgangssignaal voor het achter-kanaal, afhankelijk van de afmetingen LRG van de achter-luidsprekers. De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen). 1D. REAR CT SP Instelling van het uitgangssignaal voor het achter-midden-kanaal, afhankelijk van de afmetingen van de achter-midden-luidspreker. De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen). LRG 1E. LFE/BASS OUT Instelling van een luidspreker voor het LFE/Bass uitgangssignaal. De mogelijke instellingen zijn SWFR (subwoofer), MAIN (hoofd-) en BOTH (allebei). BOTH 1F. FRNT EFCT SP Instelling van het uitgangssignaal voor het voor-effect-kanaal. De mogelijke instellingen zijn YES (ja) of NONE (geen). YES 1G. MAIN LEVEL Stelt het uitgangsniveau van het uitgangssignaal voor het hoofd-kanaal in. De mogelijke instellingen zijn Normal (normaal) of –10 dB. Normal Opmerking: • Gebruik “L/R BALANCE” op het SET MENU wanneer u de balans van het uitgangsniveau tussen de linker en rechter hoofd-luidsprekers in wilt stellen. Nederlands 21 Uitgangsniveau luidsprekers Dit hoofdstuk behandelt het instellen van de luidspreker-niveaus met behulp van de testtoon. Er zijn twee tests; Dolby Surround en DSP. Voor u begint 1 Zet de BASS en TREBLE regelaars op het voorpaneel op “0” (in het midden) en schakel de BASS EXTENSION uit. BASS TREBLE Voorbereidingen 2 Gebruik voor de volgende drie stappen de afstandsbediening. Ga op de belangrijkste luisterplek zitten en zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandsbediening op PARAMETER. 3 Zet de 10 KEY/DSP schakelaar op DSP en druk op q/DTS SUR. 4 Druk op TEST en selecteer de gewenste test. Kies “TEST DOLBY SUR.” om de uitgangsniveaus van de midden, achtermidden en links-achter en rechts-achter luidsprekers af te stemmen op dat van de linker en rechter hoofd-luidsprekers. Kies “TEST DSP” om de uitgangsniveaus van de voor-effect-luidsprekers in evenwicht te brengen met die van de hoofd-luidsprekers. Dolby Surround test 1 Nadat u de Dolby Surround test heeft geselecteerd, zal “TEST DOLBY SUR.” op de video monitor en op het display op het voorpaneel verschijnen. FL 2 Stel met VOLUME +/– de testtoon voor elk van de luidsprekers in. Stel het uitgangsniveau zo in dat alle luidsprekers even luid klinken. FR L C R • De testtoon komt achtereenvolgens uit d linker hoofd-luidspreker, de midden-luidspreker, rechter hoofd-luidspreker, rechter achter-luidspreker, midden achter-luidspreker en tenslotte uit de linker achter-luidspreker. De testtoon duurt telkens 2,5 seconden. • Houd h of g ingedrukt om de testtoon tijdlijk ergens te stoppen. R RR L RC TEST DOLBY SUR. EFFECT L SUR. EFFECT L SUR. 22 LEVEL 0dB LEVEL 0dB • Gebruik h of g ook om een bepaalde luidspreker te selecteren. 3 Druk twee keer op TEST om de testtoon te laten stoppen wanneer u klaar bent. U kunt het uitgangsniveau van de effectkanalen (links achter, rechts achter, midden achter en midden) tot +10 dB opvoeren. Als het uitgangsniveau van de midden, achter en midden achter luidsprekers dan nog lager blijft dan dat van de hoofd-luidsprekers, dient u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL zo in te stellen dat het volume van de hoofd-luidsprekers tot ongeveer een-derde van het normale niveau wordt teruggebracht. Nadat u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL via het SET MENU heeft ingesteld op “–10 dB”, dient u de niveaus voor de midden, achter en midden achter luidsprekers opnieuw in te stellen. Uitgangsniveau luidsprekers DSP test 1 Nadat u de DSP test heeft geselecteerd, zal “TEST DSP” op de video monitor en op het display op het voorpaneel verschijnen. TEST DSP MAIN FL 2 Stel met VOLUME +/– de testtoon voor elk van de luidsprekers in. Stel het uitgangsniveau van de voorste effect-luidsprekers zo in dat deze even hard klinken als de hoofd-luidsprekers. FR L C R • De testtoon klinkt achtereenvolgens uit de voor-effect-luidsprekers en de hoofd-luidsprekers. De testtoon zal elke keer 2,5 seconden lang weergegeven worden. R RR L RC TEST DSP 3 Regel het uitgangsniveau van de voor-effect-luidsprekers met de cursor + en – toetsen op de afstandsbediening zo af dat het uitgangsniveau van de vooreffect-luidsprekers en dat van de hoofd-luidsprekers hetzelfde klinkt. • De testtoon wordt automatisch weergegeven via de voor-effect-luidsprekers terwijl u het niveau regelt. EFFECT FRONT EFFECT FRONT LEVEL 0dB LEVEL 0dB Opmerkingen: • Als u de testtoon niet kunt horen, dient u eerst VOLUME in te stellen en vervolgens de stroom uit te schakelen en de luidsprekersnoeren en andere aansluitingen te controleren. • De testtoon kan apart worden weergegeven via de linker of de rechter voor-effectluidspreker. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld de aansluitingen van deze luidsprekers wilt controleren. Druk op h om de testtoon te laten weergeven via de linker luidspreker, of op g om de testtoon te laten weergeven via de rechter luidspreker. (Het in-beeld display zal laten zien via welke luidspreker de testtoon wordt weergegeven.) • U kunt het uitgangsniveau van de linker en de rechter voor-effect-luidsprekers echter niet apart regelen. • Als u op g drukt, kunt u de testtoon alleen horen via de rechter voor effectluidspreker en door op h te drukken, alleen via de linker voor effect-luidspreker. Laat de toets in kwestie weer los om terug te keren naar de oorspronkelijke situatie. • De toonkwaliteit van de luidsprekers kan worden ingesteld met de onderdelen 5. CENTER GEQ van het instelmenu (SET MENU). • Als het uitgangsniveau van de voor-effect-luidsprekers lager is dan dat van de hoofd-luidsprekers, zelfs nadat u dit met +10 dB verhoogd heeft, dient u onderdeel 1G. MAIN LEVEL van het instelmenu (SET MENU) op “–10dB” te zetten. Hierdoor zal het uitgangsniveau van de hoofd-luidsprekers tot ongeveer een derde van het normale niveau worden teruggebracht. Nadat u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL van het instelmenu (SET MENU) op “–10dB” heeft gezet, dient u de TEST DOLBY SUR. procedure op de voorgaande bladzijde te herhalen. • Wanneer u een hoofdtelefoon heeft aangesloten op dit toestel, zullen de Dolby Surround en DSP test niet functioneren. 23 Nederlands • Als u geen voor effect-luidsprekers gebruikt, dient u het onderdeel 1F. FRNT EFCT SP via het SET MENU op “NONE” (geen) te zetten, waarna het DSP voor effectsignaal gemengd zal worden met de signalen voor het hoofdkanaal. Introduction Preparations Basisbediening Additional Information Advanced Operation Basisbediening Basisweergave 25 Appendix Aan en uit zetten van het toestel ............................................................................. 25 Selecteren van een signaalbron .............................................................................. 26 Ingangsfuncties en aanduidingen ........................................................................... 27 Selecteren van een geluidsveldprogramma ............................................................ 28 Basisopname 29 Voorbereidingen ..................................................................................................... 29 24 Basisweergave De bediening bij weergave wordt uiteen gezet aan de hand van de bedieningsorganen op het toestel zelf en die op de afstandsbediening. Hierbij wordt deze volgorde aangehouden: “naam van de toets (naam van de toets op de afstandsbediening)”. INPUT keuzetoetsen EFFECT STANDBY SYSTEM POWER STANDBY/ON VOLUME INPUT MODE VOLUME INPUT INPUT MODE NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2 Ingangskeuzetoetsen STANDBY /ON SPEAKERS A B EFFECT SOURCE DVD D-TV/LD SILENT MD/TAPE CD-R TUNER CABLE SAT BASS PROCESSOR EXTENSION DIRECT VCR 1 VCR 2/DVR VIDEO AUX PHONES BASS TREBLE REC OUT S VIDEO CD 6CH PHONO INPUT DSP PROGRAM VIDEO L AUDIO R OPTICAL VIDEO AUX VOLUME EFFECT Aan en uit zetten van het toestel STANDBY /ON STANDBY /ON 1 Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM POWER op de afstandsbediening) om de stroom in te schakelen. • Het voorpaneel (en het monitorscherm) zullen het ingestelde volumeniveau een paar seconden lang laten zien en vervolgens overschakelen naar het tonen van het op dit moment ingestelde geluidsveldprogramma. 2 Druk op STANDBY/ON (of op STANDBY op de afstandsbediening) om de stroom uit (standby) te schakelen. Opmerking: • De bedieningstoestand waarin het toestel zich bevindt wordt bij het uitschakelen opgeslagen in het geheugen van het toestel. Door een in de handel verkrijgbare timer aan te sluiten op dit toestel, kunt u gemakkelijk op het door u gewenste tijdstip een signaalbron laten weergeven of opnemen. Nederlands 25 Basisweergave Introduction Selecteren van een signaalbron 1 Selecteer de gewenste signaalbron met de INPUT keuzetoetsen, of druk op een van de directe keuzetoetsen op de afstandsbediening. INPUT • De huidige signaalbron wordt op het display op het voorpaneel aangegeven met een pijltje. De geselecteerde signaalbron D-TV/LD DVD CABLE MD/TAPE SAT VCR 1 VCR2/DVR Basisbediening Preparations V-AUX CD-R TUNER CD PHONO • De naam van de huidige signaalbron en de bijbehorende ingangsfunctie worden een paar seconden lang getoond op het display op het voorpaneel en op de video-monitor. Selecteer deze signaalbron: Om het signaal via deze apparatuur weer te geven. DVD ........................................ DVD-speler D-TV/LD ................................ LD-speler /Digitale TV of TV CABLE ................................... Kabeltelevisie VCR 1 ..................................... Videodeck 1 VCR 2/DVR ........................... Videorecorder 2 of digitale videorecorder V-AUX ................................... Andere AV component PHONO .................................. Draaitafel CD ........................................... CD-speler TUNER ................................... AM/FM tuner MD/TAPE ............................... MD-recorder/Cassettedeck CD-R ....................................... CD Recorder SAT ......................................... Satelliettuner 2 Begin de weergave (of stem af op een zender) op de signaalbron. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. VOLUME 3 Regel het VOLUME met de draaiknop (of de VOLUME +/– toetsen op de afstandsbediening). Let op: Additional Information Advanced Operation • Als de op VCR 1, VCR 2/DVR, MD/TAPE of CD-R OUT aangesloten component is uitgeschakeld, is het mogelijk dat het weergegeven geluid vervormd raakt, of dat het volume te laag is. Schakel de betreffende component in een dergelijk geval in. ■ Achtergrondvideo (BGV) functie De achtergrondvideo (BGV) functie stelt u in staat een videosignaal van een videobron te combineren met een audiosignaal van een audiobron. (Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u een video bekijkt.) Appendix Selecteer een signaalbron uit de video-groep en kies vervolgens een signaalbron uit de audio-groep met de afstandsbediening. Gebruik de ingangstoetsen op de afstandsbediening om uw keuze te maken. De BGV functie werkt niet als u de signaalbron kiest met de INPUT keuzetoetsen op het voorpaneel. 26 Basisweergave Ingangsfuncties en aanduidingen Dit toestel heeft diverse ingangsaansluitingen. Als een externe component is aangesloten op meer dan een soort ingangsaansluiting, kunt u aangeven welk ingangssignaal voorrang moet krijgen. Druk op INPUT MODE op het voorpaneel of op een van de ingangskeuzetoetsen (druk deze herhaaldelijk in) op de afstandsbediening om de ingangsfunctie te zien of te wijzigen. • AUTO AUTO:DOLBY D. AUTO:DTS AUTO:PCM AUTO:ANALOG AUTO:--• DTS DTS DTS:--• ANALOG ANALOG ANALOG:--- AUTO: ........... Deze functie wordt automatisch ingesteld wanneer u dit toestel inschakelt. In deze functie zal het ingangssignaal automatisch worden gekozen in deze volgorde: 1) Dolby Digital of DTS gecodeerde signalen 2) Digitale (PCM) signalen 3) Analoge signalen DTS: ................. In deze functie worden alleen DTS gecodeerde digitale signalen geselecteerd, ook als er tegelijkertijd andere ingangssignalen beschikbaar zijn. ANALOG: ..... In deze functie worden alleen analoge signalen geselecteerd, ook als er tegelijkertijd digitale ingangssignalen beschikbaar zijn. <Wanneer LD is gekozen als signaalbron> (Alleen algemene modellen en modellen voor China) AUTO: ........... In deze functie zal het toestel automatisch het ingangssignaal kiezen in deze volgorde: 1) Dolby Digital RF gecodeerde signalen. 2) DTS gecodeerde signalen 3) Digitale (PCM) signalen 4) Analoge signalen D.D.RF: ......... Dit toestel zal alleen Dolby Digital RF signalen selecteren. DTS: .............. In deze functie zal dit toestel zal alleen DTS gecodeerde digitale ingangssignalen selecteren, ook als er tegelijkertijd andere signalen binnenkomen. DGTL: ........... Dit toestel zal alleen digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL ingangsaansluitingen selecteren. ANALOG: ..... Dit toestel zal alleen signalen selecteren die binnenkomen via de ANALOG ingangsaansluitingen. Dit toestel zal geen Dolby Digital RF of DTS signalen selecteren. Opmerkingen: • Als er zowel via de COAXIAL als de OPTICAL aansluitingen digitale signalen binnenkomen, zal het digitale signaal van de COAXIAL aansluiting de voorrang krijgen. • Wanneer AUTO ingesteld staat, zal dit toestel automatisch het ingangssignaal proberen te herkennen. Als er een Dolby Digital of DTS signaal wordt gedetecteerd, zal de decoder automatisch naar de toepassellijke instelling overschakelen en een 5.1 kanaals signaal reproduceren. • In de volgende situatie kan de geluidsweergave worden onderbroken bij sommige LD en DVD-spelers: De ingangsfunctie staat op AUTO. Er wordt gezocht terwijl er een schijf wordt afgespeeld die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS, waarna de weergave van deze schijf wordt hervat. De geluidsweergave zal nu kort worden onderbroken omdat het digitale signaal weer opnieuw moet worden gedetecteerd. ■ Opmerkingen bij weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal ■ Opmerkingen bij weergave van een LD of DTS CD bronsignaal • Voor LD materiaal zonder digitaal geluidsspoor dient u de LD-speler aan te sluiten op de analoge ingangsaansluitingen en de ingangsfunctie op AUTO of op ANALOG te zetten. • Als de LD-speler een non-standaard signaal produceert, is dit toestel niet in staat te detecteren of dit een Dolby Digital of DTS signaal is. In een dergelijk geval zal de decoder automatisch overschakelen naar PCM of analoog. • Sommige A/V componenten, zoals LD-spelers, produceren verschillende audiosignalen via hun analoge en hun digitale uitgangsaansluitingen. Verander de ingangsfunctie indien nodig. • Als u een LD-speler gebruikt, een met Dolby Digital gecodeerd signaal wilt weergeven en terugschakelt naar de normale weergave van pauze of nadat u een hoofdstuk hebt doorgespoeld, is het mogelijk dat u een kort moment voor het Dolby Digital signaal wordt weergegeven het PCM of analoge geluid kunt horen. 27 Nederlands • Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier is bewerkt, kunt u mogelijk het DTS signaal niet meer decoderen, ook al is er een digitale verbinding tussen dit toestel en de speler. • Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de ingangsfunctie op ANALOG zet, zal dit toestel de ruis behorend bij een rauw DTS signaal weergeven. Wanneer u een DTS bronsignaal wilt weergeven, moet u de signaalbron aansluiten op een digitale ingangsaansluiting en de ingangsfunctie op AUTO of DTS zetten. • Als u de ingangsfunctie op ANALOG zet terwijl er een DTS gecodeerd signaal wordt weergegeven, zal dit toestel geen geluid produceren. • Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de ingangsfunctie op AUTO zet, zal er een moment slechts ruis worden weergegeven terwijl het toestel het signaal als DTS signaal aan het herkennen is en de DTS decoder aan het inschakelen is. Dit duidt niet op een storing. U kunt dit voorkomen door de ingangsfunctie van tevoren al op DTS te zetten. • Als u doorgaat met de weergave van een DTS gecodeerd signaal terwijl u de ingangsfunctie op AUTO laat staan, zal dit toestel automatisch naar de “DTS decodering” functie schakelen om te voorkomen dat er later ruis wordt weergegeven. (De “t” indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel.) De “t” indicator zal direct na het einde van de weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal gaan knipperen. Terwijl deze indicator aan het knipperen is, kan er alleen een DTS gecodeerd bronsignaal worden weergegeven. Als u nu een gewoon PCM bronsignaal wilt laten weergeven, dient u de ingangsfunctie terug op AUTO te zetten. • De “t” indicator zal gaan knipperen wanneer de ingangsfunctie op AUTO staat en er gezocht wordt of een stuk wordt overgeslagen bij weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal. Als deze toestand 30 seconden of langer voortduurt, zal het toestel automatisch van de “DTS decodering” functie overschakelen naar de ingangsfunctie voor digitale PCM signalen, waarna de “t” indicator zal doven. Basisweergave Selecteren van een geluidsveldprogramma Introduction U kunt uw luister-ervaring verbeteren door een DSP geluidsveldprogramma te selecteren. De 25 DSP geluidsveldprogramma’s zijn verdeeld in 12 DSP programmagroepen. 10KEY/DSP 1 Zet de 10 KEY/DSP schakelaar op de afstandsbediening op DSP. 2 Druk op het hoofdtoestel op de DSP toets en verdraai de MULTI JOG draaiknop om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. Opmerkingen: Preparations • Als er een DTS of Dolby Digital signaal binnenkomt en de ingangsfunctie op “AUTO” staat, zal het geluidsveldprogramma automatisch naar het geschikte decodeerprogramma overschakelen. • Kies een geluidsveldprogramma aan de hand van uw eigen voorkeur, niet gebaseerd op de naam van het programma. De akoestiek van de ruimte waarin u zich bevindt, heeft ook invloed op de geluidsweergave via het geluidsveldprogramma. U dient de weerkaatsing van geluid in de ruimte zoveel mogelijk te verminderen om het effect van het programma te maximaliseren. 6.1/ES Als u gebruik wilt maken van de achtermidden-luidspreker met een 5.1 kanaals signaalbron, dient u op 6.1/ES te drukken. • Wanneer u een signaalbron selecteert, zal het hoofdtoestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. Basisbediening • Wanneer u het hoofdtoestel uitschakelt, worden de op dat moment ingeschakelde signaalbron en het gebruikte geluidsveldprogramma automatisch opgeslagen in het geheugen, zodat deze automatisch kunnen worden ingesteld wanneer de volgende keer de stroom weer ingeschakeld wordt. • Wanneer de signaalbron digitale signalen met een hoge bemonsteringsfrequentie van 96 kHz produceert, kunnen de DSP geluidsveldprogramma’s niet worden toegepast op de geluidssignalen. In dit geval zullen de signalen worden gereproduceerd als gewone 2 kanaals stereo signalen. Hi-Fi DSP programma’s Concert Hall 1 Concert Hall 2 Church Jazz Club Rock Concert Stadium Entertainment Europe Hall A Europe Hall B U.S.A. Hall C Live Concert Freiburg Royaumont Village Gate The Bottom Line Roxy Theatre Arena Anaheim Bowl Disco 8ch Stereo CINEMA-DSP programma’s Entertainment Concert Video TV Theater Movie Theater 1 Movie Theater 2 q/DTS SURROUND Game Pop/Rock Classical/Opera Mono Movie Variety/Sports Spectacle Sci-Fi Adventure General Normal/Matrix 6.1/ES Enhanced/6.1/ES Advanced Operation ■ Virtuele CINEMA DSP en HP CINEMA DSP U kunt het virtuele CINEMA DSP geluidsveldprogramma ervaren door het onderdeel 1C. REAR L/R SP van het instelmenu (SET MENU) op “NONE” (geen) te zetten. De geluidsveld-bewerking wordt aldus gewijzigd in de virtuele CINEMA DSP, afhankelijk van het geselecteerde geluidsveldprogramma. Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van virtuele geluiden zonder achter-luidsprekers. De signalen voor de achter-luidsprekers worden weergegeven via de hoofd-luidsprekers. U kunt ook luisteren met HP (hoofdtelefoon) CINEMA DSP door uw hoofdtelefoon aan te sluiten op de PHONES aansluiting terwijl de DSP geluidsveldprogramma’s ingeschakeld zijn. Wanneer de signaalbron digitale signalen met een hoge bemonsteringsfrequentie van 96 kHz produceert, kunnen de Virtual CINEMA DSP en HP CINEMA DSP programma’s niet functioneren. Opmerking: Additional Information • Dit toestel wordt in de volgende gevallen toch niet in de Virtual CINEMA DSP gezet, ook al staat “1C REAR L/R SP” op “NONE” (geen): – wanneer het 8ch Stereo, DOLBY DIGITAL/Normal of DTS/Normal programma is geselecteerd; – wanneer het geluidseffect is uitgeschakeld; – wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron; – wanneer dit toestel digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz ontvangt; – wanneer er een Dolby Digital KARAOKE bronsignaal wordt weergegeven; – wanneer de testtoon wordt gebruikt; of – wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten. EFFECT EFFECT OFF ■ Normale stereo weergave Voor normale stereo weergave dien u op EFFECT te drukken om de effecten te annuleren. Appendix Opmerkingen: • Wanneer u de effecten uitschakelt, zal er geen geluid worden gereproduceerd via de voor-effect, midden, achter en achter-midden-luidsprekers. • Als u de effecten uitschakelt terwijl er DTS of Dolby Digital signalen worden verwerkt, zal het dynamisch bereik van het signaal automatisch worden gecomprimeerd. • Het volume wordt mogelijk heel erg verminderd wanneer u de effecten uitschakelt, of wanneer u het instelmenu (SET MENU) wijzigt. Zet de effecten in dit geval weer aan. 28 Basisopname Door middel van REC OUT kunt u opnemen van de ene signaalbron terwijl u luistert naar een andere. Voorbereidingen 1 Zet dit toestel en alle aangesloten apparatuur aan. STANDBY /ON DVD D-TV/LD SOURCE MD/TAPE CD-R TUNER CABLE SAT CD VCR 1 VCR 2/DVR VIDEO AUX REC OUT PHONO 2 Kies de signaalbron waarvan u wilt opnemen met REC OUT. • Zet REC OUT op SOURCE om van de huidige signaalbron op te nemen. • Zet REC OUT op de signaalbron waarvan u wilt opnemen om op te nemen van een signaalbron die u niet weer wilt laten geven. 3 Begin de weergave (of stem af op een zender) op de signaalbron. 4 Begin de opname op het opname-apparaat. • Als u ondertussen naar een andere signaalbron wilt luisteren en REC OUT niet op SOURCE staat, kunt u de weer te geven signaalbron kiezen met de INPUT keuzetoetsen en vervolgens het volume naar eigen smaak instellen. Opmerkingen: • Maak een test-opname voor u daadwerkelijk gaat opnemen. • Wanneer dit toestel is uitgeschakeld, kunt u niet opnemen van het ene op dit toestel aangesloten apparaat naar het andere. • De instelling van BASS, TREBLE, BASS EXTENSION, BALANCE, VOLUME en DSP geluidsveldprogramma’s heeft geen invloed op het opgenomen signaal. ■ Bijzondere aandachtspunten bij het opnemen van DTS materiaal Het DTS signaal is een digitale bitstroom. Als u probeert de DTS bitstroom digitaal op te nemen, zal slechts geruis worden opgenomen. Als u dus dit toestel wilt gebruiken om DTS gecodeerd bronmateriaal op te nemen, dient u aandacht te schenken aan de volgende punten. Voor DTS gecodeerde LD’s, DVD’s en CD’s: Op de volgende manier kunnen alleen 2 kanaals analoge audiosignalen worden opgenomen: • LD’s: Zet de linker en rechter uitgangsaansluitingen van uw LD-speler op de analoge soundtrack. • DVD’s: Gebruik het discmenu om de gemengde 2 kanaals links en rechts audio uitgangsaansluitingen van de DVD-speler op de PCM of Dolby Digital soundtrack te zetten. • CD’s: Het op CD’s opgenomen DTS signaal kan alleen worden gereproduceerd als een digitale bitstroom en kan daarom niet worden opgenomen. Nederlands 29 Introduction Preparations Basic Operation Geavanceerde bediening Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) 31 Additional Information Geavanceerde bediening Bedienen van het instelmenu (SET MENU) .......................................................... 32 1. SPEAKER SET (1A. CENTER SP t/m 1G. MAIN LEVEL) ............................ 33 2. LOW FREQ. TEST ............................................................................................ 35 3. L/R BALANCE .................................................................................................. 36 4. HP TONE CTRL (Hoofdtelefoon toonregeling) ................................................ 36 5. CENTER GEQ (Midden grafische equalizer) .................................................... 36 6. INPUT RENAME ............................................................................................. 36 7. I/O ASSIGN ....................................................................................................... 37 8. INPUT MODE ................................................................................................... 37 9. PARAMETER INI (Parameter initialisatie) ...................................................... 37 10. DOLBY D. SET (Dolby Digital instelling) ..................................................... 38 11. DTS SET .......................................................................................................... 38 12. 6.1/ES AUTO ................................................................................................... 38 13. SP DELAY TIME ............................................................................................ 39 14. DISPLAY SET ................................................................................................. 39 15. MEMORY GUARD ......................................................................................... 39 Kenmerken afstandsbediening 40 Appendix Gebruik van de afstandsbediening ......................................................................... 40 Bedieningstoetsen voor alle componenten ............................................................. 42 Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening ........................... 45 Programmeren van een nieuwe functie voor de afstandsbediening ....................... 46 Gebruiken van de macro-functie ............................................................................ 47 Veranderen van de naam van de signaalbron op het display ................................. 49 Wissen van een geleerde functie of macro ............................................................. 49 Wissen van geleerde functies en instellingen ......................................................... 50 30 Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers 51 Instellen van de slaaptimer 51 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) Het instelmenu (SET MENU) bestaat uit zestien onderdelen, inclusief de luidspreker-instellingen, midden-grafische equalizer en parameter initialisatie functies. Kies het toepasselijke onderdeel en stel de betreffende waarden in naar behoeven. Opmerkingen: • U kunt onderdelen van het instelmenu (SET MENU) wijzigen terwijl er een signaalbron gereproduceerd wordt. • Wij raden u aan de onderdelen van het instelmenu (SET MENU) in te stellen met behulp van een video-monitor. Het is gemakkelijker om de mogelijkheden te overzien op het scherm van de monitor dan op het display op het voorpaneel van dit toestel wanneer u de onderdelen van het instelmenu (SET MENU) instelt. Onderdelen 1. SPEAKER SET 1A. CENTER SP 1B. MAIN SP 1C. REAR L/R SP 1D. REAR CT SP 1E. LFE/BASS OUT 1F. FRNT EFCT SP Omschrijvingen Instelling Bladzijde Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw midden-luidspreker. Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw hoofd-luidsprekers. Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw achter-luidsprekers. Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw achter-midden-luidspreker. Selecteert de uitgangsfunctie voor het LFE/BASS uitgangssignaal. Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw voor-effectluidsprekers. Selecteert het uitgangsniveau voor uw hoofd-kanalen. LRG / SML / NONE LARGE / SMALL LRG / SML / NONE LRG / SML / NONE SWFR / MAIN / BOTH YES / NONE 2. LOW FREQ. TEST Brengt het uitgangsniveau van de subwoofer in overeenstemming met dat van de andere luidsprekers. TEST TONE; OFF / ON OUTPUT; MAIN L/R, MAIN L, CENTER, MAIN R, R SUR, REAR CT, L SUR, SWFR, FRONT FREQ.; 35Hz—250Hz (Smal- of breedband) 35 3. L/R BALANCE Regelt de balans tussen de linker en rechter kanalen. L t/m 0 t/m R 36 4. HP TONE CTRL Regelt de toonbalans voor de hoofdtelefoon. BASS; –6dB t/m +3dB TRBL; –6dB t/m +3dB 36 5. CENTER GEQ Brengt de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in overeenstemming met de hoofd-luidsprekers. 5 banden: –6dB t/m +6dB 36 6. INPUT RENAME Verandert de naam van de ingangen. Maximaal acht tekens. 36 7. I/O ASSIGN Wijst de I/O aansluitingen toe aan de aangegeven signaalbronnen. Digitaal I/O, CMPNT ingang. 37 8. INPUT MODE Selecteert de aanvankelijke ingangsfunctie voor de diverse signaalbronnen. AUTO / LAST 37 9. PARAMETER INI Initialiseert de parameters van een groep DSP programma’s. 1 t/m 12 37 10. DOLBY D. SET 10A. LFE LEVEL 10B. D-RANGE Regelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor Dolby Digital signalen. Regelt het dynamisch bereik voor Dolby Digital signalen. SP, HP; –20dB t/m 0dB SP, HP; MAX / STD / MIN 38 11. DTS SET Regelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor DTS signalen. SP, HP; –10dB t/m +10dB 38 12. 6.1/ES AUTO Selecteert de AUTO functie voor Dolby Digital Matrix 6.1 en DTS ES decodering. ON / OFF 38 13. SP DELAY TIME Regelt de vertraging voor de midden en achter-midden-luidsprekers. CENTER; 0ms t/m 5ms REAR CNTR; 0ms t/m 30ms 39 14. DISPLAY SET Selecteert de display-instellingen. BLUE BACK; AUTO/OFF OSD SHIFT; 0 t/m 10 DIMMER; –4 t/m 0 39 15. MEMORY GUARD Vergrendelt de DSP programma-parameters en andere instelmenu (SET MENU) instellingen. OFF / ON 39 1G. MAIN LEVEL 33-35 Normal / –10dB Nederlands 31 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) Bedienen van het instelmenu (SET MENU) Introduction Voer de instellingen uit met de afstandsbediening. Sommige onderdelen vereisen extra stappen om de gewenste instelling te maken. PARAMETER / SET MENU Preparations Cursortoetsen 1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op SET MENU (instelmenu). Basic Operation 2 Druk herhaaldelijk op h of g om een onderdeel te kiezen van het SET MENU en gebruik vervolgens + of – om dat onderdeel in te stellen. • Het onderdeel dat u het laatst heeft ingesteld zal op het display verschijnen. • Sommige onderdelen zijn zelf weer onderverdeeld. In-beeld display (OSD) SET MENU 1/4 Geavanceerde bediening 1 ≥ 2 3 4 SPEAKER SET LOW FREQ.TEST L/R BALANCE HP TONE CTRL Voorpaneel display 2 LOW FREQ.TEST -/+ : Enter 3 Druk op + of – om de instelling van het onderdeel te wijzigen. 2 LOW FREQ.TEST ≥ TEST TONE………OFF OUTPUT…MAIN L/R FREQ.………………88Hz 2 LOW FREQ.TEST TEST TONE………OFF Additional Information 4 Druk herhaaldelijk op h of g of op een DSP keuzetoets om het instelmenu te verlaten. Appendix of 32 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) 1. SPEAKER SET (1A. CENTER SP t/m 1G. MAIN LEVEL) Met deze functie kunt u de voor uw luidspreker-opstelling geschikte uitgangsfuncties selecteren. U moet de uitgangsfunctie instellen wanneer u een subwoofer gebruikt. ■ 1A. CENTER SP (midden-luidspreker) Door een midden-luidspreker toe te voegen aan uw luidspreker-opstelling, zal dit toestel in staat zijn de gesproken tekst goed te plaatsen voor alle luisteraars en beeld en geluid optimaal met elkaar te laten overeenkomen. Het in-beeld display zal een grote, kleine of helemaal geen midden-luidspreker laten zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LRG” (groot). Kies de “LRG” (groot) instelling als u een grote midden-luidspreker heeft. Het hele bereik van midden-kanaal signalen wordt naar de midden-luidspreker gestuurd. Kies de “SML” (klein) instelling als u een kleine midden-luidspreker heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd. Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen midden-luidspreker heeft. Alle signalen voor het midden-kanaal zullen naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers worden gestuurd. De “NONE” (geen) instelling zal de gesproken tekst goed kunnen plaatsen voor de luisteraar op de belangrijkste luisterplek. Groot Klein 1A CENTER SP “LRG SML Geen 1A CENTER SP NONE LRG “SML 1A CENTER SP NONE LRG 1A CENTER SP “LRG SML NONE SML “NONE ■ 1B. MAIN SP (hoofd-luidsprekers) Het display zal kleine of grote hoofd-luidsprekers tonen afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LARGE” (groot). Kies de “LARGE” (groot) instelling als u grote hoofd-luidsprekers heeft. Het gehele bereik voor de linker en rechter hoofd-kanaal signalen zal naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd. Kies de “SMALL” (klein) instelling als u kleine hoofd-luidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd. Groot Klein 1B MAIN SP 1B MAIN SP 1B MAIN SP “LARGE SMALL “LARGE SMALL LARGE “SMALL Opmerking: • Wanneer u de “MAIN” instelling kiest voor het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT, zullen de lage tonen van 90 Hz en minder naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd ook al stelt u “SMALL” (klein) in voor de hoofd-luidsprekers zelf. ■ 1C. REAR L/R SP (achter-luidsprekers) Het in-beeld display zal grote, kleine of geen luidsprekers laten zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LRG” (groot). Kies de “LRG” (groot) instelling als u grote linker en rechter achter-luidsprekers heeft of wanneer u een achter-subwoofer heeft. Het hele bereik van achter-kanaal signalen wordt naar de linker en rechter achter-luidsprekers gestuurd. Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen achter-luidsprekers heeft. • In dit geval zal de achter-midden-luidspreker automatisch op “NONE” (geen) gezet worden en zal het onderdeel 1D. REAR CT SP (achter-midden-luidspreker) worden overgeslagen. Groot Klein 1C REAR L/R SP Geen 1C REAR L/R SP 1C REAR L/R SP 1C REAR L/R SP “LRG SML NONE “LRG SML NONE LRG “SML NONE LRG SML “NONE 33 Nederlands Kies de “SML” (klein) instelling als u kleine linker en rechter achter-luidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd. Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) ■ 1D. REAR CT SP (achter-midden-luidspreker) Introduction Door een achter midden-luidspreker toe te voegen aan uw luidspreker-opstelling, kan dit toestel realistischer overgangen van voor naar achter en vice-versa weergeven. De begininstelling is “LRG” (groot). Kies de “LRG” (groot) instelling als u een grote achter-midden-luidspreker heeft. Het hele bereik van achter-midden-kanaal signalen wordt naar de achter-midden-luidsprekers gestuurd. Kies de “SML” (klein) instelling als u een kleine achter-midden-luidspreker heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd. Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen achter-midden-luidspreker heeft. Het achter-midden signaal wordt naar de achter L/R luidsprekers gestuurd. Groot Klein Preparations 1D REAR CT SP Geen 1D REAR CT SP 1D REAR CT SP 1D REAR CT SP “LRG SML NONE “LRG SML NONE LRG “SML NONE LRG SML “NONE ■ 1E. LFE/BASS OUT (Bas uitgangsfunctie) LFE signalen geven lage toon-effecten weer wanneer dit toestel DTS of Dolby Digital signalen reproduceert. Lage tonen in dit verband zijn tonen met een frequentie van 90 Hz of minder. De begininstelling is “BOTH” (allebei). Basic Operation Kies de “SWFR” (subwoofer) instelling als u een subwoofer heeft. De LFE signalen zullen naar de subwoofer worden gestuurd. Kies de “MAIN” instelling als u geen subwoofer heeft. De LFE signalen zullen naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd. Kies de “BOTH” (allebei) instelling als u een subwoofer heeft en de lage tonen uit het hoofd-kanaal wilt mengen met de LFE signalen. Subwoofer Hoofd 1E LFE/BASS OUT Allebei 1E LFE/BASS OUT 1E LFE/BASS OUT 1E LFE/BASS OUT SWFR MAIN“BOTH Geavanceerde bediening “SWFR MAIN BOTH SWFR“MAIN BOTH SWFR MAIN“BOTH Opmerking: • De lage frequentie signalen van 90 Hz en minder van alle hoofd, midden, achter en achter-midden kanalen worden naar het LFE kanaal gestuurd wanneer u de kleine luidspreker instelling selecteert bij de onderdelen 1A, 1B, 1C en 1D. ■ 1F. FRNT EFCT SP (voor-effect-luidsprekers) Dit toestel gebruikt voor-effect luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen van de geluidsveldprogramma’s te plaatsen. Als u geen vooreffect-luidsprekers gebruikt, kunt u de voor-effect signalen naar de hoofd-luidsprekers laten sturen. Het in-beeld display laat kleine of geen voor-effect-luidsprekers zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “YES” (ja). Additional Information Kies “YES” (ja) als u voor-effect-luidsprekers gebruikt. Kies “NONE” (geen) als u geen voor-effect-luidsprekers gebruikt. De voor-effect signalen zullen gemengd worden met de hoofdkanalen. YES NONE 1F FRNT EFCT SP 1F FRNT EFCT SP 1F FRNT EFCT SP “YES NONE Appendix “YES 34 NONE YES “NONE Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) ■ 1G. MAIN LEVEL Verander deze instelling als u de volumeniveaus van de voor, achter en midden-luidsprekers niet in evenwicht kunt brengen met dat van de hoofd-luidsprekers vanwege de ongewoon hoge prestaties van de hoofd-luidsprekers. De begininstelling is “Normal” (normaal). Kies “Normal”, als u het volume van uw effect-luidsprekers in evenwicht kunt brengen met dat van uw hoofd-luidsprekers via de Dolby Surround test. Kies “–10dB” als u het volume van uw effect-luidsprekers niet in evenwicht kunt brengen met dat van uw hoofd-luidsprekers via de Dolby Surround test. Normaal –10dB 1G MAIN LEVEL 1G MAIN LEVEL 1G MAIN LEVEL “Normal -10dB “Normal -10dB Normal “-10dB Opmerkingen: • Wanneer dit toestel digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz ontvangt, zijn de niveau-instellingen bij de onderdelen 1B en 1E mogelijk, maar die bij de onderdelen 1A, 1C, 1D en 1F niet. • Wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron, zijn de niveau-instellingen bij de onderdelen 1A t/m 1F niet mogelijk. 2. LOW FREQ. TEST U kunt deze functie gebruiken om het volume van de subwoofer zo in te stellen dat dit overeenkomt met het volume van de andere luidsprekers in uw opstelling. Wijzig de instelling met de afstandsbediening terwijl u zich op de belangrijkste luisterplek bevindt. 1 Druk op + of – om de TEST TONE aan (“ON”) te zetten en regel vervolgens het volume met VOLUME + zodat u de toon goed kunt onderscheiden. 2 Druk herhaaldelijk op g om naar OUTPUT te gaan en druk op + of – om de luidspreker die u met de subwoofer wilt vergelijken te selecteren. • Als u “SUBWOOFER” kiest, zal de subwoofer geen testtonen boven 90 Hz weergeven. De testtoon zal niet noodzakelijkerwijs worden gereproduceerd via de geselecteerde luidsprekers. De weergavefunctie van de testtoon hangt af van de instellingen van het onderdeel 1. SPEAKER SET (luidspreker-instelling) van het instelmenu. 3 Druk herhaaldelijk op g om naar FREQ. te gaan en druk op + of – om de frequentie die u wilt gebruiken in te stellen. 2 LOW FREQ.TEST 2 LOW FREQ.TEST 2 LOW FREQ.TEST ≥ TEST TONE………OFF OUTPUT…MAIN L/R FREQ.………………88Hz TEST TONE…………ON ≥ OUTPUT…MAIN L/R FREQ.………………88Hz TEST TONE…………ON OUTPUT…MAIN L/R ≥ FREQ.………………88Hz 2 LOW FREQ.TEST TEST TONE………OFF 2 LOW FREQ.TEST OUTPUT…MAIN L/R 2 LOW FREQ.TEST FREQ.………………88Hz 4 Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf zodat dit overeenkomt met het volume van de luidspreker waarmee u de subwoofer vergelijkt. Opmerkingen: • Stel geen te hoog VOLUME in. • Als u geen testtoon kunt horen, dient u de stroom uit te schakelen en dient u te controleren of alle noodzakelijke aansluitingen correct zijn. • U kunt de TEST TONE niet aan (“ON”) zetten als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel. Digitale generator (Produceert breedbandruis) Frequentie Band-doorgangsfilter 35 Hz~250 Hz Midden-frequentie Nederlands RUIS ■ Over de testtoon De testtoon wordt geproduceerd door de toongenerator. De toongenerator produceert een smalle bandruis gecentreerd rond een bepaalde frequentie door het band-doorgangsfilter. U kunt deze midden-frequentie instellen van 35 Hz t/m 250 Hz in stappen van een zesde octaaf. U kunt de testtoon niet alleen gebruiken om het niveau van de subwoofer aan te passen, maar ook om de frequentiekarakteristieken van uw luisterruimte bij lage tonen te controleren. Lage tonen ondervinden in het bijzonder invloed van de positie van de luisteraar, de plaatsing van de luidspreker, de polariteit van de subwoofer en andere omstandigheden. 35 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) Introduction 3. L/R BALANCE Gebruik deze mogelijkheid om de balans tussen de linker en rechter hoofdluidsprekers in te stellen. De standaardinstelling is neutraal. 3 L/R BALANCE L R 0 3 L R 0 4. HP TONE CTRL (Hoofdtelefoon toonregeling) 4 HP__________ TONE CTRL Preparations BASS TRBL | | - -------- + 0dB 4 HP TONE BASS 0dB 4 HP TONE TRBL 0dB Met deze functie kunt u het niveau van de lage en hoge tonen regelen wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt. De begininstelling is 0 dB voor zowel de lage als de hoge tonen. Kies BASS (lage tonen) of TRBL (hoge tonen) en druk op + of – om het betreffende niveau te wijzigen. U kunt de niveaus instellen van –6 dB t/m +3 dB. 5. CENTER GEQ (Midden grafische equalizer) 5 CENTER GEQ _________ Basic Operation ≥ 100Hz 300Hz 1kHz 3kHz 10kHz | | | | | - ------- + 5 CENTER 100Hz Met deze functie kunt u via de ingebouwde 5 bands grafische equalizer de toonweergave van de midden-luidspreker aanpassen aan die van de linker en rechter hoofd-luidsprekers. U kunt kiezen uit de 100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz of 10 kHz frequentiebanden. 1 Gebruik g om een hogere frequentieband te kiezen en h voor een lagere. 2 Druk op + of – om het niveau voor de betreffende frequentieband in te stellen. Opmerking: Geavanceerde bediening • U kunt de geluidsweergave via de midden-luidspreker volgen terwijl u dit onderdeel instelt met behulp van de Dolby Surround testtoon-generator. Druk op TEST voor u de bovenstaande procedure begint. De aanduiding “TEST DOLBY SUR.” zal verschijnen en de testtoon zal achtereenvolgens via de diverse luidsprekers worden weergegeven. Als u de bovenstaande procedure eenmaal begonnen bent, zal de testtoon uit de midden-lsr blijven klinken en kunt u horen hoe het geluid verandert tw u de niveaus van de verschillende frequentiebanden regelt. Om de testtoon-generator uit te zetten, dient u net zo vaak op TEST e drukken totdat het oorspronkelijk ingestelde DSP programma weer verschijnt. 6. INPUT RENAME Gebruik deze functie om de naam van het ingangssignaal te veranderen zoals dit verschijnt op het in-beeld display of op het display op het voorpaneel. 6 INPUT RENAME VCR1 -> VCR1 -------- VCR1 -> VCR1 -------- 1 Selecteer het ingangssignaal waarvan u de naam wilt veranderen door een van de ingangskeuzetoetsen in te drukken (of gebruik de INPUT keuzetoetsen). Additional Information 2 Druk op + of – om het streepje onder het teken dat u wilt veranderen te laten knipperen. 3 Druk op h of g om het teken te kiezen dat u wilt gebruiken en + of – om naar het volgende teken te gaan. • Druk op g om het teken te wijzigen in deze volgorde, of druk op h om de reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen. A~Z, spatie, 0~9, spatie, a~z, spatie, #, *, + enz. • Volg de bovenstaande procedure om de namen van andere ingangssignalen te wijzigen. Appendix 4 Druk herhaaldelijk op + of – om de INPUT RENAME functie weer te verlaten. 36 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) 7. I/O ASSIGN Gebruik deze mogelijkheid om de COMPONENT (A en B) aansluitingen en de DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen (1) t/m (10)* toe te wijzen aan de juiste signaalbronnen. U kunt de instelling wijzigen als er niet genoeg digitale ingangsaansluitingen zijn, afhankelijk van de signaalbronnen die u zelf gebruikt. (*(10) kan alleen worden geselecteerd voor algemene modellen en modellen voor China.) De standaardinstellingen zullen op het display worden getoond. ■ 7A. Voor de ■ 7B. Voor de ■ 7C. Voor de COMPONENT VIDEO OPTICAL OUTPUT OPTICAL INPUT INPUT aansluitingen aansluitingen aansluitingen [A] en [B] (1) en (2) (3) t/m (7) 7A CMPNT-V INPUT ≥ [A]………… DVD [B]…………D-TV/LD 7A CMPNT-V INPT [A]………… DVD 7B OPTICAL OUT 7C OPTICAL IN (3)………… CD (4)………… CD-R ≥ (5)………… DVD (6)…………D-TV/LD (7)………… SAT ≥ (1)…………MD/TAPE (2)………… CD-R 7B OPTICAL OUT (1)…………MD/TAPE 7C OPTICAL IN (5)………… DVD ■ 7D. Voor de COAXIAL INPUT aansluitingen (8) t/m (10)* 7D COAXIAL IN (8)………… CD ≥ (9)………… CABLE (10)……… LD-RF * 7D COAXIAL IN (9)………… CABLE 8. INPUT MODE Gebruik deze mogelijkheid om de ingangsfunctie te bepalen voor signaalbronnen die zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel inschakelt. 8 INPUT MODE >AUTO LAST 8 INPUT MODE “AUTO LAST Kies “AUTO” als u dit toestel automatisch wilt laten bepalen wat voor ingangssignaal er binnenkomt en aan de hand daarvan de juiste ingangsfunctie wilt laten kiezen. Kies “LAST” als u dit toestel automatisch de ingangsfunctie die de vorige keer voor de betreffende signaalbron werd gebruikt wilt laten gebruiken. 9. PARAMETER INI (Parameter initialisatie) 9 PARAM. INI *1 2 3 5 6 7 8 9 10 11 12 9 PARAM. INI *1 2 3 4 9 PARAM. INI 5 6 7 8 4 9 PARAM. INI 9 10 11 12 Met deze functie kunt de parameters voor elk DSP programma binnen een DSP programmagroep initialiseren. Wanneer u een DSP programmagroep initialiseert, zullen alle parameter waarden binnen die groep teruggezet worden op hun begininstellingen. Druk op de DSP programmagroeptoets op de afstandsbediening voor de groep die u wilt initialiseren. • Alle DSP programma’s binnen de geselecteerde groep worden teruggezet op hun begininstellingen. Herhaal deze stap als u andere DSP programmagroepen wilt initialiseren. Opmerkingen: • De asterisk (*) naast een DSP programmagroepnummer geeft aan dat de parameterwaarden van een of meer DSP programma’s in deze groep gewijzigd zijn. • De parameter-waarden van de DSP programma’s worden niet gewijzigd als u een programmagroep zonder asterisk (*) initialiseert. Nederlands • Wanneer de MEMORY GUARD functie aan (“ON”) staat, kunt u geen programmagroepen initialiseren. • U kunt de individuele DSP programma’s binnen een programmagroep niet apart initialiseren. Let op: • Wanneer u een DSP programmagroep initialiseert is het niet meer mogelijk dit toestel automatisch terug te laten gaan naar de eerder ingestelde parameterwaarden. 37 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) Introduction 10. DOLBY D. SET (Dolby Digital instelling) ■ 10A. LFE LEVEL 10A LFE LEVEL ≥ SPEAKER………………0dB HEADPHONE…………0dB 10A LFE LEVEL SP………………0dB U kunt via deze functie het uitgangsniveau van de LFE (Lage Frequentie Effecten) regelen bij de weergave van Dolby Digital gecodeerd materiaal. Deze instelling is alleen effectief wanneer dit toestel Dolby Digital signalen decodeert. De LFE signalen geven de lage frequentie effecten weer die worden toegevoegd aan sommige scènes. U kunt het niveau regelen in een bereik tussen 0 dB t/m –20 dB. Preparations • Regel het LFE uitgangsniveau in overeenstemming met het vermogen van uw subwoofer of hoofdtelefoon. ■ 10B. D-RANGE (dynamisch bereik) 10B D-RANGE ≥ SP:>MAX STD MIN HP:>MAX STD MIN 10B D-RANGE SP:“MAX STD MIN Deze functie kunt u gebruiken om het dynamisch bereik te regelen. Deze instelling is alleen effectief wanneer dit toestel Dolby Digital signalen decodeert. Kies de “MAX” instelling voor speelfilms. Kies de “STD” (standaard) instelling voor algemeen gebruik. Kies de “MIN” instelling wanneer u bij zeer lage volumes luistert. Basic Operation 11. DTS SET ■ 11. LFE LEVEL 11 LFE LEVEL ≥ SPEAKER………………0dB HEADPHONE…………0dB 11 LFE LEVEL SP………………0dB Deze functie kunt u gebruiken om het uitgangsniveau van het LFE (Lage Frequentie Effecten) kanaal in te stellen wanneer u DTS gecodeerd materiaal afspeelt. Deze instelling is alleen maar effectief wanneer dit toestel DTS signalen decodeert. Het LFE signaal bevat lage speciale effecttonen die alleen aan bepaalde scènes worden toegevoegd. U kunt het uitgangsniveau instellen van –10 dB t/m +10 dB. Geavanceerde bediening • Regel het LFE niveau overeenkomstig het vermogen van uw subwoofer of hoofdtelefoon. 12. 6.1/ES AUTO U kunt deze functie gebruiken om de DOLBY Digital Matrix 6.1 of DTS ES AUTO functie aan of uit te zetten. 12 6.1/ES AUTO >ON OFF 12 6.1/ES AUTO “ON OFF Kies “ON” (aan) om het hoofdtoestel in staat te stellen de Dolby Digital Matrix 6.1 of DTS ES decoder automatisch in te schakelen wanneer er materiaal met het bijbehorende identificatiesignaal wordt herkend. Appendix Additional Information Kies “OFF” (uit) als u deze functie met de hand wilt bedienen door middel van 6.1/ES op de afstandsbediening. 38 Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) 13. SP DELAY TIME 13 SP DELAY TIME ≥ CENTER………………0ms REAR CNTR………3ms 13 SP DLY TIME CENTER………………0ms Met deze functie kunt u de vertraging voor de geluidsweergave via de midden en achter-midden kanalen instellen. Deze functie werkt wanneer dit toestel DTS of Dolby Digital signalen decodeert. In het ideale geval horen de midden en midden-achterluidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek te staan als de linker en rechter hoofd-luidsprekers. In de meeste situaties thuis zullen echter de midden en achtermidden-luidsprekers op een lijn staan met de hoofd, respectievelijk de achterluidsprekers. Door de geluidsweergave via de midden en achter-midden-luidsprekers iets te vertragen, kan de schijnbare afstand tussen deze luidsprekers en de luisterplek aangepast worden zodat ze op dezelfde afstand lijken te staan als de linker en rechter hoofd-luidsprekers en de linker en rechter achter-luidsprekers. Het juist instellen van de vertraging voor de midden-luidspreker is in het bijzonder van belang voor het geven van diepte aan de gesproken tekst. U kunt de vertraging instellen van 0 ms t/m 5 ms voor de midden-luidspreker en van 0 ms t/m 30 ms voor de achter-midden-luidspreker. • Door de vertraging met 1 ms te verhogen, wordt een afstand van ongeveer 30 cm verder weg van de luisterplek gesimuleerd. 14. DISPLAY SET ■ BLUE BACK > AUTO/OFF 14 DISPLAY SET ≥ BLUE BACK………AUTO OSD SHIFT………………0 DIMMER………………………0 14 DISPLAY SET BLUE BACK……AUTO U kunt de achtergrond van de in-beeld displays blauw laten worden als er geen videobron wordt weergegeven (of wanneer de signaalbron is uitgeschakeld). ■ OSD SHIFT Met deze mogelijkheid kunt u de verticale positie van het in-beeld display instellen. ■ DIMMER U kunt de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. 15. MEMORY GUARD 15 MEMORY GUARD >OFF ON 15 MEMORY GUARD “OFF ON U kunt deze functie gebruiken om te voorkomen dat er per ongeluk wijzigingen worden aangebracht in de DSP programma parameterwaarden en andere instellingen van dit toestel. Selecteer “ON” (aan) om met MEMORY GUARD de volgende instellingen te vergrendelen: • DSP programma parameters • Alle onderdelen van het instelmenu (SET MENU) • De uitgangsniveaus van de voor, achter en midden-luidsprekers en van de subwoofer • De instelling voor het in-beeld display Opmerkingen: • Wanneer MEMORY GUARD aan (“ON”) staat, kunt u geen testfuncties gebruiken. Nederlands • Wanneer MEMORY GUARD aan (“ON”) staat, kunt u geen ander onderdeel van het instelmenu selecteren. 39 Kenmerken afstandsbediening De afstandsbediening is niet alleen in staat het hoofdtoestel te bedienen, maar ook andere apparatuur van Yamaha en ook audio en video componenten van andere fabrikanten, zowel met behulp van de leer-functie als via ingevoerde fabrikantencodes. De Macro functie maakt het gebruik van dit toestel ook gemakkelijker doordat u de mogelijkheid geboden wordt een reeks van handelingen onder een enkele toets te programmeren. Gebruik van de afstandsbediening <Bedieningstoetsen hoofdtoestel> <Bedieningstoetsen componenten> De bedieningstoetsen voor het hoofdtoestel bevinden zich in het hieronder grijs aangegeven gebied. Deze zijn bedoeld voor het bedienen van dit toestel. U kunt de functies onder deze toetsen bedienen ongeacht welke Component bedieningstoetsen u geselecteerd heeft. De bedieningstoetsen voor andere componenten bevinden zich in het hieronder grijs aangegeven gebied. Elke component heeft andere functies voor de aangegeven bedieningstoetsen. De component die u heeft geselecteerd met de een van de ingangskeuzetoetsen kan worden bediend en het display zal de bijbehorende naam van het ingangssignaal laten zien. Å toets en ingangskeuzetoetsen De Å toets en de ingangskeuzetoetsen wijzigen de functies van de bedieningstoetsen voor elke component 10KEY/DSP Geavanceerde bediening keuzeschakelaar (Op dit moment staat deze op DSP) 10KEY/DSP schakelaar (Op dit moment staat deze op 10KEY) Er zijn 14 verschillende sets bedieningstoetsen voor de diverse componenten. U kunt de fabrikantencode programmeren en andere afstandsbediening-functies voor elke set (In de OPTN set kan geen fabrikantencode worden geprogrammeerd). 40 Kenmerken afstandsbediening ■ SOURCE SELECT U kunt een andere component bedienen, onafhankelijk van de eerder geselecteerde signaalbron door op een ingangskeuzetoets te drukken. 1 Druk op SOURCE SELECT h of g om een component te selecteren en de afstandsbediening deze te laten bedienen. 2 Op het display kan het volgende verschijnen: V-AUX, TAPE, PHONO, TUNER, MD, CD, VCR 1, VCR 2, DVD, CD-R, CABLE (kabeltelevisie), SAT (satelliettuner), A, TV/LD (digitale en reguliere TV/LD-speler), OPTN (optie). ■ Over OPTN (optie) OPTN is een extra set bedieningstoetsen die u kunt programmeren met andere afstandsbediening-functies. (U kunt geen fabrikantencode programmeren voor deze set.) ■ Verlichtingsfunctie De actieve toetsen en het display zullen 10 seconden lang oplichten als u op LIGHT drukt. Nederlands 41 Kenmerken afstandsbediening Bedieningstoetsen voor alle componenten De algemene bedieningstoetsen voor elke set worden hier getoond. Sommige hiervan functioneren wellicht niet, afhankelijk van de component die u ermee probeert te bedienen. ■ TUNER toets (Tuner set) ■ CD toets (CD set) POWER (Zet op 10KEY) DISPLAY SEARCH Fragmenten overslaan POWER STOP PLAY PAUSE (Pauze/Stop) Voorkeuzenummers 1 t/m 8 Cijfertoetsen 1 t/m 9 Voorkeuzegroepen A t/m E van links naar rechts. CLEAR Cijfertoets +10 Cijfertoets 0 Voorkeuzegroep A/B/C/D/E DISC +/– (disc overslaan) Voorkeuze +/– INDEX (Zet op 10KEY) Geavanceerde bediening ■ MD/TAPE (MD set*1) (Zet op 10KEY) ■ CD-R toets (CD-R set) REC/PAUSE POWER REC/PAUSE POWER DISPLAY SEARCH Fragmenten overslaan DISPLAY SEARCH SOUND Fragmenten overslaan STOP PLAY PAUSE STOP PLAY PAUSE Cijfertoetsen 1 t/m 9 Cijfertoetsen 1 t/m 9 Cijfertoets +10 Cijfertoets 0 Cijfertoets +10 Cijfertoets 0 De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. *1 Bij bediening van een cassettedeck, dient u de fabrikantencode voor TAPE in te stellen voor u de afstandsbediening gaat gebruiken. 42 De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. INDEX (Zet op 10KEY) De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. Kenmerken afstandsbediening ■ PHONO en V-AUX toetsen en OPTN set* 2 ■ DVD toets (DVD set) DISPLAY MENU TITLE Menu-cursor/ENTER SOUND Fragmenten overslaan (Zet op 10KEY) POWER (Zet op 10KEY) SEARCH PLAY PAUSE STOP Terug Cijfertoetsen 1 t/m 9 CLEAR Cijfertoets +10 Cijfertoets 0 De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. *2 De bedieningstoetsen werken niet als u niet eerst de fabrikantencode voor de broncomponent heeft ingesteld. Disc overslaan Titel/index ■ D-TV/LD toets (TV set* ) 3 De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. ■ VCR1 en VCR2/DVR toetsen (VCR sets*4) REC (twee keer drukken) POWER DISPLAY U kunt uw videorecorder bedienen als u de code voor VCR1 heeft geprogrammeerd. Terugspoelen/snel vooruit POWER STOP PLAY PAUSE Cijfertoetsen 1 t/m 9 Cijfertoetsen 1 t/m 9 Cijfertoets 10 of 0 CH +/– Cijfertoets 10 of 0 TV INPUT TV MUTE TV VOL +/– Enter (Zet op 10KEY) TV/VIDEO (Zet op 10KEY) De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. *4 Stel de fabrikantencode voor de videorecorder in voor u de afstandsbediening gaat gebruiken. Nederlands *3 Stel de fabrikantencode voor de TV in voor u de afstandsbediening gaat gebruiken. Bij bediening van een LDspeler, dient u de fabrikantencode voor de LD in te stellen voor u de afstandsbediening gaat gebruiken. Als LD geselecteerd staat, kan de TV niet worden bediend. Zet indien nodig de TV code onder de PHONO toets. CH +/– 43 Kenmerken afstandsbediening ■ CABLE en SAT toetsen (CABLE en SAT sets*5) ■ Å toets (ex. LD set*6) DISPLAY MENU POWER Menu-cursor/ENTER DISPLAY SEARCH SOUND CHAPTER +/– (hoofdstuk opzoeken) U kunt uw videorecorder bedienen als u de code voor VCR1 heeft geprogrammeerd. STOP PLAY PAUSE POWER Cijfertoetsen 1 t/m 9 Cijfertoetsen 1 t/m 9 CLEAR Cijfertoets +10 Cijfertoets 0 Terugroepen Cijfertoets 0 CH +/– Enter (Zet op 10KEY) De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. Geavanceerde bediening *5 Stel de fabrikantencode voor de kabeltelevisie- of satelliettuner in voor u de afstandsbediening gaat gebruiken. 44 Hoofdstuk/tijd (Zet op 10KEY) De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV MUTE toetsen functioneren als u de fabrikantencode voor de TV set heeft ingesteld. *6 U kunt ook andere componenten die niet zijn aangesloten op dit toestel bedienen. (“Å” kan niet worden gebruikt als ingangskeuzetoets.) Kenmerken afstandsbediening Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening U kunt andere componenten bedienen door een fabrikantencode te programmeren. Zo’n code kan worden geprogrammeerd voor elke set bedieningstoetsen, behalve voor de OPTN set. De Yamaha code is de standaardinstelling voor DVD, CD-R, CD, MD, TUNER en Å (LD code). Er is geen standaardinstelling voor VCR1, VCR2/DVR, V-AUX, PHONO, TAPE, CABLE en SAT. 1 Selecteer de broncomponent waarvoor u de code wilt programmeren met de ingangskeuzetoetsen. 2 Houd LEARN ongeveer drie seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks. LEARN Knipperen om en om 3 Gebruik h/g en selecteer de naam van de fabrikant van uw component. • U zult de namen van de meeste audio-video fabrikanten wereldwijd in alfabetische volgorde op het display kunnen lezen. 4 Druk op POWER (of een willekeurige andere toets) op de afstandsbediening terwijl u deze op de te bedienen component richt om te controleren of de code juist is ingevoerd. Als de component niet met de afstandsbediening bedient kan worden, dient u een andere code voor dezelfde fabrikant te proberen. 5 Druk LEARN in om de voorgeprogrammeerde code te bevestigen. • Als u direct weer een andere code voor een ander apparaat wilt programmeren, dient u op ENTER te drukken en de stappen 1 t/m 4 te herhalen. Opmerking: • Als u al een functie heeft geprogrammeerd onder een van de toetsen, zal deze functie voorrang krijgen over de via de fabrikantencode geprogrammeerde functie voor die toets. ■ Bedienen van een andere component dan de door u geselecteerde broncomponent (signaalbron) 1 Herhaal de stappen 1 en 2 van de procedure onder “Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening”. 2 Kies een componenten categorie (Library) met q/w. * L:AMP heeft vier codes; YPC, DSP, NO en Zone2. “YPC” moet worden gekozen om dit toestel te bedienen. “DSP” is bedoeld voor het bedienen van Yamaha DSP versterkers anders dan dit toestel. “NO” is bedoeld om de bedieningsfuncties van het hoofdtoestel te wissen. Dit model is niet uitgerust met een Zone 2 functie. 3 Herhaal de stappen 3 en 4 van de procedure onder “Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening”. Opmerking: • De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u op een andere toets dan de cursortoetsen of ENTER drukt; wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer een van de schakelaars MACRO ON/OFF, 10KEY/DSP of PARAMETER/ SET MENU in een andere stand wordt gezet. 45 Nederlands • Er zijn 13 categorieën om een fabrikantencode te programmeren: L:TV, L:CAB (CABLE), L:DBS, L:SAT, L:VCR, L:DVD, L:LD, L:CD, L:MD, L:TAP (TAPE), L:TUN (TUNER), L:CDR, *L:AMP. Kenmerken afstandsbediening Programmeren van een nieuwe functie voor de afstandsbediening Als u functies wilt programmeren die niet inbegrepen zijn in de basisbediening via de fabrikantencode, of wanneer er geen fabrikantencode is voor het apparaat dat u wilt bedienen, dan dient u de volgende procedure uit te voeren. De programmeerbare toetsen komen overeen met de toetsen uit een set bedieningstoetsen, dus u kunt voor elke component, voor elke set apart toetsen programmeren. Het is ook mogelijk toetsen te programmeren in de set die bestemd is voor de bediening van het hoofdtoestel. 1 Leg deze afstandsbediening en de afstandsbediening van het andere apparaat ongeveer 5 a 10 cm uit elkaar op een plat oppervlak zodat de infraroodvensters op elkaar gericht zijn. 2 Selecteer een broncomponent. 5~10 cm 3 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. LEARN Knipperen om en om Houd LEARN niet langer dan drie seconden ingedrukt. Het toestel zal dan namelijk in de stand gaan waarin u de fabrikantencode kunt instellen. 4 Druk de toets waaronder u de nieuwe functie wilt programmeren in en laat deze weer los. 5 Houd de toets op de andere afstandsbediening met de functie die u wilt overnemen ingedrukt totdat op het display op deze afstandsbediening de aanduiding “OK” verschijnt ten teken dat de functie geprogrammeerd is. • Wanneer het programmeren niet goed gegaan is zal de aanduiding “NG” (niet goed) verschijnen. Herhaal stap 4 totdat “OK” op het display verschijnt. Geavanceerde bediening 6 Herhaal de stappen 4 en 5 om nog meer functies over te nemen. LEARN 7 Druk LEARN nog een keer in om de leer-functie te verlaten. Opmerkingen: • Als u niet binnen 30 seconden een toets indrukt, zal de leer-functie worden geannuleerd. • Deze afstandsbediening zendt infrarood stralen uit. Als de andere afstandsbediening eveneens infrarood stralen gebruikt, is deze afstandsbediening in staat de meeste functies van de andere afstandsbediening te leren. Het kan echter onmogelijk blijken sommige speciale of extreem lange signalen te leren. (Raadpleeg tevens de handleiding van de andere afstandsbediening.) Wanneer het geheugen vol is, zal de aanduiding “FULL” verschijnen op het display van deze afstandsbediening en zal deze niet meer in staat zijn functies te leren. U kunt vervolgens minder gewenste geprogrammeerde functies wissen om ruimte te maken voor de nieuw te leren functies. • Ook al zijn de batterijen in de andere afstandsbediening nog krachtig genoeg om het bijbehorende apparaat te bedienen, is het toch mogelijk dat ze niet krachtig genoeg meer zijn om hun signalen over te brengen op deze afstandsbediening. • Wanneer de afstandsbedieningen te dicht bij elkaar liggen, of juist te ver uit elkaar, kan het programmeren onmogelijk blijken. • Direct invallend zonlicht stoort de infrarood stralen. • De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer de schakelaar MACRO ON/OFF in een andere stand wordt gezet. 46 Kenmerken afstandsbediening Gebruiken van de macro-functie De macro-functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te voeren met een druk op een enkele toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaliter eerst de betreffende componenten aan moeten zetten, vervolgens de CD-speler als signaalbron moeten selecteren en dan de weergavetoets in moeten drukken. Met de macro-functie kunt u al deze handelingen opslaan onder de CD macro-toets. De macro-toetsen (de ingangskeuzetoetsen en SYSTEM POWER / STANDBY) zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd met macroprogramma’s. U kunt natuurlijk ook uw eigen macro’s programmeren. (Bijv.) Druk op een macro-toets Verstuurt automatisch de signalen van elk van de toetsen in de geprogrammeerde volgorde (CD set*3) Macro-toets Eerste Tweede ————— Derde ————— ————— ————— ————— ————— (MD/TAPE set*3) (CD-R set*3) 1 * ————— ————— (VCR1 set*3) (VCR2/DTR set*3) (DVD set*3) ————— Nederlands (D-TV set*2) ————— ————— *1 Om bepaalde Yamaha componenten die zijn aangesloten op dit toestel aan te kunnen zetten, kunt u deze aansluiten op de netstroomaansluitingen (AC OUTLETS) op het achterpaneel. *2 Als de gekozen macro aan/uit functies bevat, is het mogelijk dat de component uitschakelt wanneer deze al aan stond toen u op de macro toets drukte. Wanneer uw TV bijvoorbeeld al aan staat en u op de SYSTEM POWER macro toets drukt, dan zal de TV uit gaan. *3 De componenten waarop de weergave kan worden begonnen zijn: alle op afstand bedienbare YAMAHA MD-recorders, CD-spelers, CD-recorders en DVD-spelers. Bij gebruik van macro’s in de bediening van componenten anders dan deze, of van componenten van andere fabrikanten dan YAMAHA, dient u of het signaal van de weergavetoets (PLAY) van de afstandsbediening van de betreffende component te laten leren door deze afstandsbediening, of de juiste fabrikantencode in te voeren. 47 Kenmerken afstandsbediening ■ Bedienen van de macro-functie MACRO ON/OFF 1 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op ON. 2 Druk op een macro-toets. Opmerkingen: • Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF als u klaar bent met de macro-functie. Macro-toetsen • Terwijl het hoofdtoestel een macro-programma uitvoert zal deze niet in staat zijn invoer van andere toetsen te verwerken, totdat de macro is afgewerkt (de TRANSMIT indicator zal ophouden met knipperen). • Houd de afstandsbediening gericht op de component die door de macro wordt bediend totdat de macro is afgelopen. ■ Programmeren van een macro U kunt de macro-functie gebruiken om een reeks commando’s van de afstandsbediening te versturen met een druk op een enkele toets. 1 Druk MACRO in met een balpen of iets dergelijks. MACRO • Als u niet binnen 30 seconden een handeling uitvoert, zal het programmeren van een nieuwe macro worden geannuleerd. Knipperen om en om 2 Druk op de macro-toets waaronder u de macro wilt programmeren. • Gebruik SOURCE SELECT h/g of de ingangskeuzetoetsen als u de broncomponent wilt veranderen. Als u hiervoor de ingangskeuzetoetsen gebruikt, zal dit de eerste stap in de nieuwe macro worden, terwijl SOURCE SELECT h/g alleen de geselecteerde broncomponent verandert. Geavanceerde bediening • Het display laat om en om de toets zien die u gekozen heeft voor deze macro en de naam van de component. 3 Druk in de gewenste volgorde de toetsen in voor de functies die u wilt opslaan in de macro. 1 Geeft het aantal ingevoerde macrostappen aan • Een macro kan maximaal uit 10 stappen bestaan (10 functies). (Bijv.) 2 Knipperen om en om 1 MCR 1 : DVD signaalbron 2 MCR 2 : DVD y 3 MCR 3 : DVD w 3 MACRO 4 Druk MACRO nog een keer in wanneer de reeks die u wilde opslaan geheel geprogrammeerd is. • De aanduiding “FULL” zal verschijnen nadat u 10 stappen heeft geprogrammeerd. Opmerkingen: • Wanneer het programmeren niet goed gegaan is zal de aanduiding “NG” (niet goed) verschijnen. • De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer de schakelaar MACRO ON/OFF in een andere stand wordt gezet. 48 Kenmerken afstandsbediening Veranderen van de naam van de signaalbron op het display 1 Selecteer de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen met de ingangskeuzetoetsen. 2 Druk RE-NAME in met een balpen of iets dergelijks. RE-NAME 3 Gebruik de cursortoetsen h/g en selecteer een teken. • Druk op g om het teken te wijzigen in deze volgorde: A~Z, a~z, 0~9, spatie, -(streepje), / (slash). 4 Gebruik de cursortoetsen q/w om een teken in te voeren voor de volgende positie. 5 Druk RE-NAME nog een keer in om de nieuwe naam te bevestigen. RE-NAME • Als u direct nog een andere signaalbron een nieuwe naam wilt geven, dient u op ENTER te drukken en de stappen 1, 3 en 4 te herhalen. Wissen van een geleerde functie of macro 1 Selecteer de signaalbron waarvoor u een functie of macro wilt wissen met de ingangskeuzetoetsen zodat de naam daarvan op het display verschijnt. 2 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in als u een geleerde functie wilt wissen, of MACRO als u een geprogrammeerde macro wilt wissen. MACRO of of LEARN Knipperen om en om 3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd tegelijkertijd ongeveer 3 seconden lang de toets ingedrukt waaronder de functie of macro opgeslagen is die u wilt wissen. CLEAR Ingedrukt houden Knipperen om en om MACRO of LEARN Nederlands • De aanduiding “C:NG” verschijnt op het display wanneer het wissen niet gelukt is. Probeer in dit geval stap 3 opnieuw. U kunt nu andere geleerde functies en macro’s wissen door CLEAR ingedrukt te houden en de betreffende toetsen ingedrukt te houden. 4 Druk LEARN nog een keer in om het wissen van een geleerde functie te bevestigen, of druk MACRO nog een keer in om het wissen van een macro te bevestigen. • Als u een onder een bepaalde toets opgeslagen geleerde functie of macro wist, zal die toets vervolgens weer de in de fabriek voor die toets geprogrammeerde functie of macro terugkrijgen. 49 Kenmerken afstandsbediening Wissen van geleerde functies en instellingen CLEAR 1 Druk CLEAR in met een balpen of iets dergelijks. 2 Druk op h/g en selecteer de te wissen functie. De functies worden op het display getoond in deze volgorde: (L: naam van een component) Wist alle geleerde functies voor deze component. Wanneer bijvoorbeeld DVD geselecteerd is als de signaalbron. Wist alle geleerde functies voor de bedieningstoetsen set van het hoofdtoestel. Wist alle geleerde functies. Wist alle macro’s. Wist alle nieuwe namen voor het display. Wist alle geprogrammeerde functies, inclusief door de fabrikantencodes geprogrammeerde functies. Hierdoor zal de afstandsbediening terugkeren naar de fabrieksinstelling. CLEAR 3 Houd CLEAR nogmaals ongeveer 3 seconden ingedrukt. Geavanceerde bediening • De aanduiding “C:NG” verschijnt op het display als deze handeling mislukt. CLEAR 4 Druk CLEAR in om het wissen te bevestigen. • Als u een onder een bepaalde toets opgeslagen geleerde functie of macro wist, zal die toets vervolgens weer de in de fabriek voor die toets geprogrammeerde functie of macro terugkrijgen. Opmerkingen: • Als de afstandsbediening langer dan twintig minuten zonder batterijen blijft liggen, of met lege batterijen erin, is het mogelijk dat de inhoud van het geheugen gewist wordt. Wanneer het geheugen is gewist, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u de gewiste functies opnieuw invoeren. • De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u op een andere toets dan de cursortoetsen of ENTER drukt; wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer een van de schakelaars MACRO ON/OFF, 10KEY/DSP of PARAMETER/ SET MENU in een andere stand wordt gezet. 50 Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers U kunt het volumeniveau van elke effect-luidspreker (midden, rechts achter, achter-midden, links achter, voor-effect en subwoofer) regelen terwijl u naar de weergave van een signaalbron luistert. 1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op PARAMETER. 2 Drup ok LEVEL om de luidspreker (s) die u wilt instellen te selecteren. Midden EFFECT LEVEL CENTER 0dB Rechts achter EFFECT LEVEL R SUR. 0dB Achter-midden EFFECT LEVEL REAR CT 0dB Links achter EFFECT LEVEL L SUR. 0dB Voor EFFECT LEVEL FRONT 0dB Subwoofer EFFECT LEVEL SWFR 0dB Met elke druk op deze toets zal de geselecteerde luidspreker veranderen en getoond worden op het display op het voorpaneel van het hoofdtoestel in deze volgorde: midden, rechts achter, achter-midden, links achter, voor-effect en subwoofer. 3 Regel het volumeniveau van de geselecteerde luidspreker met de + of – toetsen op de afstandsbediening. U kunt de midden, rechts achter, achter-midden, links achter en voor-effectluidspreker instellen van +10 dB t/m –10 dB. U kunt de subwoofer instellen van 0 dB tot minimaal –20 dB. Opmerkingen: • U kunt de linker en rechter luidsprekers niet onafhankelijk van elkaar instellen. • Wanneer u het luidspreker-niveau regelt via LEVEL, zullen de instellingen die u heeft gemaakt met de Dolby Surround test en DTS test gewijzigd worden. • Wanneer de PARAMETER/SET MENU schakelaar op SET MENU staat, kunt u het luidspreker-niveau niet regelen me LEVEL. Met elke druk op LEVEL zal dan echter wel het huidig ingestelde niveau voor elk van de luidsprekers verschijnen. Kies van welke luidspreker u het niveau wilt zien met h of g. • De niveaus van de effect-luidsprekers kunnen niet worden ingesteld als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel. Instellen van de slaaptimer Met deze functie kunt u het hoofdtoestel automatisch uit laten schakelen na een door u bepaalde periode. De slaaptimer is handig wanneer u in slaap wilt vallen terwijl u naar uw favoriete slaapliedjes luistert via een door u geselecteerde signaalbron. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de netstroomaansluitingen (AC OUTLETS) externe componenten uit. De slaaptimer kan alleen met de afstandsbediening worden ingesteld. ■ Instellen van de slaaptimer 1 Selecteer een signaalbron met de INPUT keuzetoetsen en begin de weergave (of stem af op een zender) op de gekozen signaalbron. 2 Druk net zo vaak op SLEEP totdat de gewenste tijd waarna u wilt dat het hoofdtoestel automatisch uitschakelt ingesteld is. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat aangegeven. Na een paar seconden zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke aanduiding. SLEEP 120 min SLEEP OFF SLEEP 90 min SLEEP 30 min SLEEP 60 min ■ Annuleren van de slaaptimer Nederlands 1 Druk net zo vaak op SLEEP totdat de aanduiding “SLEEP OFF” (slaaptimer uit) verschijnt op het display op het voorpaneel. Na een paar seconden zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke aanduiding. Opmerking: • De slaaptimer kan ook worden geannuleerd door het hoofdtoestel uit te schakelen met STANDBY op de afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel van het hoofdtoestel), of door de stekker uit het stopcontact te halen. 51 Aanvullende informatie Aanvullende informatie Digitale geluidsveld bewerking (DSP) 53 Uitleg geluidsvelden ............................................................................................... 53 HiFi DSP programma’s .......................................................................................... 54 CINEMA-DSP 55 Geluidsontwerp CINEMA-DSP ............................................................................. 55 CINEMA-DSP programma’s ................................................................................. 56 DSP parameters 58 Wijzigen van parameter instellingen ...................................................................... 58 Beschrijving parameters ......................................................................................... 58 Terugzetten op de fabrieksinstelling ...................................................................... 61 52 Digitale geluidsveld bewerking (DSP) Uitleg geluidsvelden Onder een geluidsveld verstaan we de “karakteristieke weerkaatsing van geluidsgolven in een bepaalde ruimte”. In concertzalen en andere uitvoeringsruimtes kunnen we weerkaatsingen en trillingen van de geluiden die door de artiest(en) worden geproduceerd, tezamen met de directe geluiden zelf horen. De variaties in deze weerkaatsingen en trillingen tussen de diverse uitvoeringsruimtes vormen de karakteristieke en herkenbare geluidskwaliteit van elke ruimte. Yamaha heeft zijn technici over de hele wereld uitgestuurd om de geluidweerkaatsingen in beroemde concertzalen en uitvoeringsruimtes te meten en gedetailleerde informatie over de geluidsvelden te verzamelen, zoals de richting, de sterkte, het bereik en de vertraging van deze weerkaatsingen. Vervolgens hebben we deze enorme hoeveelheid informatie opgeslagen in de ROM chips van dit toestel. Het recreëren van het geluidsveld van een concertzaal of opera vereist dat de virtuele geluidsbronnen precies gelokaliseerd kunnen worden in uw luisterruimte. Het traditionele stereosysteem met slechts twee luidsprekers, kan geen realistisch geluidsveld recreëren. Yamaha’s DSP heeft minstens vier effect-luidsprekers nodig om geluidsvelden te kunnen recreëren op basis van de gemeten geluidsveldgegevens. De processor regelt de sterkte en de vertraging van de signalen die worden weergegeven via de vier effect-luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen in een volle cirkel rond de luisteraar te kunnen plaatsen. FR L R R De DSP geluidsveldprogramma’s kunnen worden ingedeeld in twee soorten, op basis van de verwerkingsmethode van het geluidsveld: programma’s die alleen vroege weerkaatsingen gebruiken en programma’s die zowel vroege weerkaatsingen als natrillingen gebruiken. R FL ■ Recreëren van een geluidsveld ■ E/R (Vroege weerkaatsing) Elk geluidsveld valt te onderscheiden door de structuur van het weerkaatste geluid. De verbeterde verwerkingscapaciteit van DSP technologie heeft de technici van Yamaha in staat gesteld zelfs heel kleine weerkaatsingen met grote vertragingen te kunnen opnemen in de geluidsveldgegevens. ■ 4ch REV. (Vierkanaals natrillingen) Dit type programma bestaat uit de weerkaatsing van het geluid en hoge kwaliteits digitale verwerking van de natrillingen van het geluid. De natrillingen vormen het belangrijkste element in het recreëren van het geluidsveld van bijvoorbeeld een kerk. Om een realistisch, ruimtelijk geluidsbeeld te kunnen opbouwen uit de natrillingsgegevens, heeft Yamaha vierkanaalsweergave natrillings technologie toegepast. ■ Illustratie van de virtuele geluidsbronnen en echo-patronen De virtuele geluidsbronnen en echo-patronen voor de DSP geluidsveldprogramma’s staan hieronder afgebeeld. De illustratie van de virtuele geluidsbronnen laat alleen vroege weerkaatsingen van het geluid zien, terwijl de illustratie van de echo-patronen zowel; weerkaatst geluid als natrillingen laat zien. Virtuele geluidsbronnen Echo-patronen Directe geluidsbron Vroege weerkaatsingen Natrillingen Nederlands Het middelpunt van deze cirkels stelt de virtuele geluidsbron voor. De straal van de cirkel geeft de sterkte van de virtuele geluidsbron aan. 50~80 ms De directe geluidsbron De luisterplek 53 Digitale geluidsveld bewerking (DSP) HiFi DSP programma’s Concert Hall 1 ■ Europe Hall A Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Er is relatief weinig weerkaatsing van de wanden en het geluid plant zich mooi en verfijnd voort. Concert Hall 2 ■ U.S.A. Hall C Dit is een grote zaal met 2600 zitplaatsen met een redelijk traditioneel Europees ontwerp. De midden en hoge tonen worden mooi en rijk versterkt. Church ■ Freiburg Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving van een grote kerk in deze schilderachtige stad in ZuidDuitsland. De vertraging, de galm van de weerkaatsingen is zeer lang, terwijl de vroege weerkaatsingen minder zijn dan bij andere geluidsveldprogramma’s. Jazz Club ■ Village Gate Dit is het geluidsveld van een jazzclub in New York. Deze bevindt zich in een kelder en heeft een redelijk groot vloeroppervlak. De virtuele zitplaats van de luisteraar iets links van het midden van de zaal. Rock Concert ■ Roxy Theatre Dit is het ideale geluidsveldprogramma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma zijn verkregen in de meest populaire rockclub in LA. De virtuele zitplaats van de luisteraar bevindt zich iets links van het midden in de zaal. Programmagroep 1 ■ Europe Hall B Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen. De zuilen en het sierlijke snijwerk geeft extreem complexe weerkaatsingen die een zeer volle, rijke geluidsweergave produceren. Programmagroep ■ Live Concert Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect. Duidelijke weerkaatsingen uit alle richtingen benadrukken de verlenging van de weergegeven geluiden. Het geluidsveld biedt een rijke weergave en uw virtuele zitplaats is ongeveer in het midden, dicht bij het podium. Programmagroep Aanvullende informatie Dit programma produceert de lange vertragingen en het uitzonderlijke gevoel van ruimte van een stadion dat een diameter heeft van maar liefst 300 meter. Entertainment ■ Disco Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving van een drukke disco in het hart van een grote stad. Het geluid is massief en zeer geconcentreerd. 54 3 ■ Royaumont Dit programma simuleert het geluidsveld van de refter (eetzaal) van een wonderschoon middeleeuws gotisch klooster in Royaumont, aan de rand van Parijs. Programmagroep 4 ■ The Bottom Line Dit is het geluidsveld van een plek recht voor het podium in de “The Bottom Line”, een beroemde jazzclub in New York. Links en rechts is ruimte voor 300 toeschouwers en een geluidsveld met een zeer realistische en levendige weergave. Programmagroep 5 ■ Arena Een klassieke doosvormige concertzaal. Dit geluidsveldprogramma geeft u lange vertragingen tussen de directe geluiden en de effect-geluiden, met de uitermate ruimtelijke gewaarwording van een grote arena. Stadium ■ Anaheim 2 Programmagroep 6 ■ Bowl Dit programma geeft u het gevoel alsof u zich in een open-lucht stadion bevindt, met een typische komvormige plaatsing van de zetels. Programmagroep 7 ■ 8ch Stereo Dit geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen, waar het geluid ook direct uit de achterkanalen gehoord kan worden. Het aantal luidsprekers dat gebruikt zal worden voor de weergave hangt af van de SPEAKER SET instelling in het SET MENU. CINEMA-DSP Geluidsontwerp CINEMA-DSP Filmmakers plaatsen de gesproken tekst doorgaans direct op het scherm, de effect geluiden een beetje verder daarachter en de muziek nog verder achter het scherm. Al deze geluiden moeten natuurlijk synchroon blijven lopen met de beelden op het scherm. CINEMA DSP is een verbeterde versie van YAMAHA DSP, speciaal ontworpen voor soundtracks van films. CINEMA DSP integreert de DTS, Dolby Digital en Dolby Pro Logic surround sound technologieën met de YAMAHA DSP geluidsveldprogramma’s om het surround geluidsveld samen te stellen. Hierdoor wordt de meest complete filmgeluidsweergave bij u thuis gebracht. In de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s, wordt Yamaha’s exclusieve DSP geluidsbewerking toegevoegd aan de linker en rechter hoofd kanalen en het midden kanaal, zodat de luisteraar kan genieten van realistische gesproken tekst, diepte in de geluidsweergave, soepele overgangen tussen geluidsbronnen en een surround geluidsveld dat zich verder dan het scherm zelf lijkt uit te strekken. Wanneer het toestel een DTS of Dolby Digital signaal herkent, zal de CINEMA DSP geluidsveldprocessor automatisch het meest geschikte geluidsveldprogramma voor dat signaal selecteren. AV RUIMTE L SURROUND GELUIDSVELD AANWEZIGHEID GELUIDSVELD GESPROKEN EFFECT TEKST MUZIEK R SURROUND GELUIDSVELD ■ Bioscoop programma’s De zeskanaals soundtracks van 70 mm films zorgen voor een precieze plaatsing van het geluidsveld en een rijke, diepe geluidsweergave, zonder gebruik te maken van matrix bewerkingen. De bioscoop 70 mm programma’s van dit toestel bieden u dezelfde geluidskwaliteit en plaatsing als bij zeskanaals soundtracks. De ingebouwde Dolby Digital decoder brengt weergave van professionele kwaliteit, bedoeld voor de bioscoop, bij u thuis. Met een bioscoop programma van dit toestel kunt u een dynamische weergave verkrijgen zodat u zich in uw eigen huiskamer in een geweldig theater kunt wanen, dankzij de Dolby Digital technologie. Aanwezigheid DSP geluidsveld Dolby Pro Logic + DSP geluidsveldeffect Deze programma’s zorgen voor een groot geluidsveld en een omhullend surround effect. Ze geven ook diepte aan het geluid van de hoofd-luidsprekers om zo de realistische weergave in een Dolby Stereo theater te reproduceren. Surround DSP geluidsveld Dolby Digital/DTS + DSP geluidsveldeffect Aanwezigheid DSP geluidsveld Nederlands Linker surround DSP geluidsveld Deze programma’s maken gebruik van yamaha’s drievoudig veld DSP proces voor elk van de Dolby Digital of DTS signalen voor de voor, liker surround en rechter surround kanalen. Deze bewerking stelt dit toestel in staat het immense geluidsveld de surround ervaring van een Dolby Digital of DTS bioscoop te reproduceren zonder de duidelijke scheiding van alle kanalen op te geven. Rechter surround DSP geluidsveld Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES + DSP geluidsveldeffect Deze programma’s laten u een optimaal profiteren van de ruimtelijke surround effecten door middel van een extra achter-midden DSP geluidsveld, geproduceerd door het midden-achter kanaal. 55 CINEMA-DSP CINEMA-DSP programma’s Afhankelijk van het ingangssignaal zal dit toestel automatisch de juiste decoder en DSP geluidsveldprogramma selecteren. Tabel programmanamen voor elk ingangsformaat Ingangssignaal Programmagroep ENTERTAINMENT 7 8 Stereo (2 kanaals) DOLBY DIGITAL (5.1 kanaals) DTS (5.1 kanaals) DOLBY DIGITAL (6.1 kanaals)* DTS ES (6.1 kanaals)* Game ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– Classical/Opera ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– Pop/Rock ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– Mono Movie ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– Variety/Sports ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– 70 mm Spectacle DGTL Spectacle DTS Spectacle Spectacle 6.1 Spectacle ES 70 mm Sci-Fi DGTL Sci-Fi DTS Sci-Fi Sci-Fi 6.1 Sci-Fi ES 70 mm Adventure DGTL Adventure DTS Adventure Adventure 6.1 Adventure ES 70 mm General DGTL General DTS General General 6.1 General ES Normal ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– Enhanced ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– Normal ––––––– Matrix 6.1 ––––––– ––––––– Enhanced ––––––– Enhanced 6.1 ––––––– ––––––– ––––––– Normal ––––––– ES ––––––– ––––––– Enhanced ––––––– Enhanced ES CONCERT VIDEO 9 TV THEATER 10 11 MOVIE THEATER 1 MOVIE THEATER 2 PRO LOGIC 12 DOLBY DIGITAL DTS DIGITAL SUR * De Matrix decoder staat aan (ON). ■ Programmagroepen 7 (Game)~9 Dit zijn geluidsveldprogramma’s voor de audio-video signaalbronnen. ■ Programmagroepen 10~12 Ideaal voor de weergave van filmmateriaal dat gecodeerd is met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS. Wanneer u een nieuwere film die gecodeerd is met 6-kanaals digitale surround weergave afspeelt, kunt u profiteren van de volledige 6.1 kanaals weergave met behulp van de ingebouwde Matrix decoder. Aanvullende informatie PRO LOGIC zal in werking treden wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is, of is gecodeerd met Dolby Digital in twee kanalen. DOLBY DIGITAL zal in werking treden wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital in meer dan twee kanalen is gecodeerd. DTS DIGITAL SUR zal in werking treden wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met DTS. Opmerking: • Er zal geen geluid worden geproduceerd via de hoofd-luidsprekers wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven terwijl er een geluidsveld uit de programmagroepen 7 (Game) en 8–12. 56 CINEMA-DSP Entertainment ■ Game Programmagroep 7 Programmagroep 8 Dit programma voegt een diep ruimtelijk gevoel toe aan de geluidsweergave in video-spelletjes. Concert Video ■ Classical/Opera Dit programma biedt uitstekende diepte voor de vocale partijen en in het algemeen een duidelijke weergave door een proliferatie van natrillingen te voorkomen. Het surround geluidsveld is relatief bescheiden, maar levert een mooie weergave door gebruik te maken van gegevens die werden verzameld in een echte concertzaal. TV Theater ■ Mono Movie Dit programma is bedoeld voor de weergave van mono videomateriaal (bijvoorbeeld oudere films). Het programma reproduceert de optimum natringen om het geluid diepte te geven terwijl er alleen gebruik gemaakt wordt van een aanwezigheid geluidsveld. Movie Theater 1 ■ Spectacle Dit programma reproduceert het extreem brede geluidsveld van een 70 mm bioscoop. Het geeft het brongeluid tot in detail weer zodat de video en de geluidsvelden zeer realistisch overkomen. Dit programma is ideaal voor alle soorten Dolby Surround videobronnen (vooral grootschalige films). Movie Theater 2 ■ Adventure Dit programma is ideaal voor de precieze weergave van de geluidsopbouw van de nieuwste 70 mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld wordt zo dicht mogelijk bij dat van de nieuwste bioscopen gehouden zodat de natrilling van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt worden. Dolby/DTS Surround ■ Normal/Matrix 6.1/ES De ingebouwde decoder geeft exact de geluiden en geluidseffecten van het bronsignaal weer. Het zeer efficiente decodeerproces verbetert crosstalk en kanaalscheiding en de plaatsing van het geluid soepeler en preciezer. In dit programma wordt geen DSP effect toegevoegd. ■ Pop/Rock Dit programma produceert een enthousiaste atmosfeer en geeft u het gevoel of u zich daadwerkelijk bij een jazz of rock concert bevindt. Programmagroep 9 ■ Variety/Sports Alhoewel het aanwezigheid-geluidsveld relatief smal is, zal het surround geluidsveld de akoestische omgeving van een grote concertzaal simuleren. Met dit programma kunt u genieten van verschillende soorten TV programma’s, zoals nieuws, amusementsprogramma’s, muziekprogramma’s of sportprogramma’s. Programmagroep 10 ■ Sci-Fi Dit programma reproduceert zeer duidelijk de brede en omhullende cimatografische ruimte zoals die wordt vormgegeven op de soundtracks van de nieuwste science fiction films. Programmagroep 11 ■ General Dit programma is bedoeld voor de weergave van 70 mm en films met multikanaals soundtracks en wordt gekarakteriseerd door een zacht en omhullend geluidsveld. Het aanwezigheid geluidsveld is relatief smal. Het spreidt zich ruimtelijk uit rond en in de richting van het scherm, waardoor het effect van gesproken tekst beperkt wordt zonder aan duidelijkheid in te boeten. Programmagroep 12 ■ Enhanced/6.1/ES Nederlands Dit programma simuleert de meervoudige surround-luidspreker systemen van 35 mm bioscopen. De Dolby Surround decodering en de digitale geluidsveld-bewerking zorgen voor exacte weergave van effecten zonder de orientatie van het oorspronkelijke geluid aan te tasten. De surround-effecten die in dit geluidsveld geproduceerd worden omhullen de kijker op natuurlijke wijze van achteren, links en rechts en naar het scherm toe. 57 DSP parameters U kunt zonder meer van een uitstekende weergave genieten met de voorgeprogrammeerde parameters. Alhoewel u in principe de begininstellingen niet hoeft te wijzigen, kunt u sommige van de parameters aanpassen om de signaalbron beter te laten overeenstemmen met de weergave in de ruimte waar u deze beluistert. Wijzigen van parameter instellingen 1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandsbediening op PARAMETER. Programmatype (sub-programma) Programmanummer Programmanaam 2 Zet uw video-monitor aan en druk op ON SCREEN en kies volledige weergave van de gegevens. 3 Selecteer het geluidsveldprogramma dat u wilt aanpassen. 4 Druk op g of h en selecteer de gewenste parameter. P05 ROCK CONCERT 5 Druk op + of – om de waarde van de gekozen parameter te wijzigen. Roxy Theatre ≥ INIT.DLY…………15ms LIVENESS…………………5 REV.TIME…………1.6s REV.DELAY……100ms REV.LEVEL……………7% Wanneer u de parameter instelt op een andere waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een asterisk verschijnen bij de naam van de parameter op het scherm van de monitor. 6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 hierboven zo vaak als nodig is om andere programma-parameters te wijzigen. Cursor Parameters Voorbeeld met het ROCK CONCERT programma. Beschrijving parameters U kunt de waarden van bepaalde digitale geluidsveld parameters wijzigen zodat de geluidsvelden accuraat gereproduceerd kunnen worden in uw huiskamer. De volgende parameters zijn niet noodzakelijkerwijs allemaal aanwezig in elk programma. INIT. DLY (Begin-vertraging) [P. INT. DLY voor het presentie geluidsveld] Instelbereik 1 – 99 ms. Functie ................ Deze parameter wijzigt de schijnbare afstand tot het brongeluid door de vertraging te regelen tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing daarvan die de luisteraar hoort. Beschrijving ........ Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij de luisteraar lijkt te staan. Hoe groter deze waarde, hoe verder deze bij de luisteraar vandaan lijkt te zijn. Voor een kleine ruimte hoort deze parameter op een kleine waarde ingesteld te worden, terwijl u voor een grote ruimte een grotere waarde dient in te stellen. Aanvullende informatie Niveau Niveau Vroege reflecties Tijd Begin-vertraging Begin-vertraging Tijd Niveau Geluidsbron Tijd Begin-vertraging Geluidsbron Weerkaatsingsoppervlak Kleine waarde = 1 ms 58 Grote waarde = 99 ms DSP parameters ROOM SIZE [P. ROOM SIZE voor het presentie geluidsveld] Instelbereik 0.1 – 2.0 Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld zal lijken. Beschrijving ........ Omdat geluid herhaaldelijk weerkaatst wordt binnen een ruimte, zal naarmate de ruimte groter is, de tijd tussen de eerst gehoorde weerkaatsing en de daarop volgende toenemen. Door de tijd tussen deze achtereenvolgende weerkaatsingen te regelen, kunt u de schijnbare grootte van de virtuele uitvoeringsruimte wijzigen. Als u deze parameter wijzigt van 1 naar 2, verdubbelt u de schijnbare lengte van de ruimte. Tijd Niveau Vroege reflecties Niveau Niveau Geluidsbron Tijd Tijd Geluidsbron Kleine waarde = 0.1 Grote waarde = 2.0 LIVENESS Instelbereik 0 – 10 Functie ................ Deze parameter regelt hoe weerkaatsend de virtuele wanden van de zaal moeten schijnen door de snelheid waarmee de vroege weerkaatsingen wegsterven te wijzigen. Beschrijving ........ De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron sterven veel sneller weg in een ruimte met geluidsabsorberende wanden, dan in een ruimte met heel erg weerkaatsende wanden. Een ruimte met geluidsabsorberende oppervlakken wordt ook wel “dood” genoemd, terwijl een ruimte met weerkaatsende oppervlakken “levendig” genoemd wordt. Met de parameter voor de levendigheid kunt u de snelheid van het wegsterven van de vroege weerkaatsingen instellen en op deze manier regelen hoe “levendig” de ruimte lijkt. Geluidsbron Tijd Niveau Dood Niveau Niveau Levendig Tijd Tijd Geluidsbron Weinig gereflecteerd geluid Veel gereplecteerd geluid Kleine waarde = 0 S. DELAY (Surround vertraging) Grote waarde =10 Instelbereik 0 – 49 ms. (Het bereik hangt mede af van het soort signaal.) S. INIT. DLY (Surround begin-vertraging) Instelbereik 1 – 49 ms. Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerst gehoorde weerkaatsing aan de surround-zijde van het geluidsveld. U kunt deze parameter alleen maar instellen wanneer u tenminste twee voor-kanalen en twee achter-kanalen gebruikt. S. ROOM SIZE (Surround afmetingen ruimte) Instelbereik 0.1 – 2.0 Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. 59 Nederlands Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surround geluidsveld. DSP parameters S. LIVENESS (Surround levendigheid) Instelbereik 0 –10 Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld. RC. INIT. DLY (Achter-midden begin-vertraging) Instelbereik 1 – 49 ms. Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerst gehoorde weerkaatsing in het achter-midden geluidsveld. RC. ROOM SIZE (Achter-midden afmetingen ruimte) Instelbereik 0.1 – 2.0 Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het achter-midden geluidsveld. RC. LIVENESS (Achter-midden levendigheid) Instelbereik 0 – 10 Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het achter-midden geluidsveld. REV. TIME (Natril-tijd) Instelbereik 1.0 – 5.0 sec Functie ................ Deze parameter regelt hoelang het duurt voor de massieve achtereenvolgende natrillingen wegsterven bij 60 dB (en 1 kHz). Dit wijzigt de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer breed bereik. Beschrijving ........ Stel een langere natril-tijd in voor “dode” bronnen en luisteromgevingen, en een kortere tijd voor “levendige” bronnen en luisteromgevingen. Geluidsbron Natrillingen Natrillingen Vroege reflecties 60 dB 60 dB Natril-tijd Geluidsbron 60 dB Natril-tijd Natril-tijd Lange natrillingen Korte natrillingen Kleine waarde = 1.0 s Grote waarde = 5.0 s REV. DELAY (Natril-vertraging) Instelbereik 0 – 250 ms. Functie ................ Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Aanvullende informatie Niveau Beschrijving ........ Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, zult u zich in een grotere akoestische omgeving wanen. Geluidsbron (dB) 60 dB Natrillingen Tijd Natrilvertraging 60 Natril-tijd DSP parameters REV. LEVEL (Natril-niveau) Instelbereik 0 – 100 % Functie ................ Deze parameter regelt het volume van de natrillingen. Beschrijving ........ Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen. Niveau Geluidsbron Natril-niveau Tijd CT. DELAY (Midden vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms. Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie. LS. DELAY (Linker surround vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms. Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie. RC. DELAY (Midden achter vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms. Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie. RS. DELAY (Rechter surround vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms. Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie. FL. DELAY (Links voor vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms. Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie. FR. DELAY (Rechts voor vertraging) Instelbereik 0 – 50 ms. Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie. Terugzetten op de fabrieksinstelling ■ Terugzetten van een parameter op de fabrieksinstelling Selecteer de parameter die terug wilt zetten op de fabrieksinstelling. Houd vervolgens + of – ingedrukt tot de waarde tijdelijk stopt met veranderen bij de fabrieksinstelling. (De asterisk bij de naam van de parameter op het scherm van de monitor zal verdwijnen.) ■ Terugzetten van alle parameters op de fabrieksinstelling Gebruik het instelmenu om alle waarden van alle parameters van alle DSP programma’s binnen de geselecteerde groep terug te zetten op de fabrieksinstelling. Deze handeling zet alle waarden van alle parameters van alle DSP programma’s in de geselecteerde groep in een keer terug op de fabrieksinstelling. Opmerkingen: • Wanneer de aanduiding “MEMORY GUARD!” (geheugen vergrendeling) op het sscherm verschijnt, kunt u geen waarden van parameters wijzigen. Schakel de vergrendeling van het geheugen uit via het instelmenu (SET MENU). 61 Nederlands • De beschikbare parameters voor sommige programma’s staan mogelijk op meer dan een pagina van het in-beeld display op het scherm van de monitor. Om door deze pagina’s te bladeren, dient u op g of h te drukken. Aanhangsel Aanhangsel 62 Oplossen van problemen 63 Technische gegevens 66 Oplossen van problemen Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem waar u mee te maken heeft niet hieronder vermeld staat of als de geboden oplossing niet werkt, dient u de stroom uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te halen en contact op te nemen met uw dealer of de dichtst bijzijnde Yamaha Audioproducten Service afdeling. Als dit toestel is blootgesteld aan sterke externe elektrische schokken (zoals een blikseminslag of grote ontlading van statische elektriciteit), of als u fouten maakt bij de bediening van het toestel, kan het voorkomen dat het toestel niet meer naar behoren kan functioneren. In dergelijke gevallen dient u de stroom uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te halen en deze na 30 seconden weer terug te doen, waarna vervolgens de mislukte handeling opnieuw dient te proberen. Algemeen Probleem Mogelijke oorzaak Wat te doen De stekker zit niet of niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. De Impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) op het achterpaneel staat niet in de juiste stand. Zet de schakelaar helemaal naar een kant (afhankelijk van uw luidsprekers) terwijl het toestel in de standby-stand staat. De beveiligingsschakeling is in werking getreden. Controleer of alle luidspreker-draden goed zijn aangesloten zowel op dit toestel als op de luidsprekers en dat de draden geen contact maken met iets anders dan de bijbehorende aansluiting. Brom Er is een gebrekkige kabel-aansluiting. Sluit de audiostekkers goed aan. Als dit het probleem niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn. De draaitafel is niet aangesloten op de GND (aarde) aansluiting. Sluit de aardingsdraad van uw draaitafel aan op de GND (aarde) aansluiting van dit toestel. Het volume staat te laag. Verhoog het volume. Gebrekkige of onjuiste in- of uitgangsaansluitingen. Sluit de component op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn. Onjuiste signaalbron. Selecteer de juiste signaalbron met de INPUT keuzetoetsen. Het toestel staat in de DTS ingangsfunctie. Druk op INPUT MODE om een andere ingangsfunctie te kiezen. Er komen digitale signalen anders dan PCM audio, Dolby Digital of DTS gecodeerde signalen binnen van een CD-ROM o.i.d. Geef signalen weer die door dit toestel gereproduceerd kunnen worden. Geen beeld De signaalbron is op dit toestel aangesloten met een S videokabel, maar er is geen S video aansluiting tussen dit toestel en uw video monitor. Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel aan op de S video ingangsaansluiting van de TV of maak de S videokabel van de signaalbron los. Geen geluid aan een kant. Er is een gebrekkige kabel-aansluiting. Sluit alle kabels goed aan. Als dit het probleem niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn. Het volume verandert niet veel wanneer u dit met VOLUME probeert te regelen. MUTE staat aan. Zet het VOLUME op de minimum instelling, druk op MUTE om de weergave te hervatten en stel vervolgens het gewenste volume weer in. De component die is aangesloten op de MD/TAPE OUT of CD-R OUT aansluitingen van dit toestel staat uit. Schakel de component in. De beveiligingsschakeling is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR schakelaar in de juiste stand staat en zet het toestel vervolgens weer aan. Geen geluid of geen beeld Het geluid valt plotseling weg. Nederlands Het toestel gaat niet aan wanneer u op STANDBY/ON drukt, of het toestel keert plotseling terug in de standbystand direct nadat u de stroom hebt ingeschakeld. Controleer of de luidspreker-draden elkaar niet raken en zet het toestel vervolgens weer aan. De slaaptimer is in werking getreden. Annuleren de slaaptimer. De geluidsweergave is uitgeschakeld. Druk op MUTE of op andere bedieningstoetsen van dit toestel om de geluidsweergave te herstellen en stel het volume in. Er komt geen geluid uit de effect-luidsprekers. De effecten zijn uitgeschakeld. Druk op EFFECT om de effectgeluiden in te schakelen. Er wordt een Dolby Surround of DTS decoderend geluidsveldprogramma gebruikt op materiaal dat niet Dolby Surround of DTS gecodeerd is. Selecteer een ander geluidsveldprogramma. Geen in-beeld display op de video monitor. DISPLAY OFF staat ingesteld. Stel “Full Display” of “Short Display” in. BLUE BACK staat uit (OFF) via het DISPLAY SET menu. Stel “AUTO” in. 63 Oplossen van problemen Probleem Er komt geen geluid uit de vooreffect-luidsprekers. Er komt geen geluid uit de midden-luidspreker. Er komt geen geluid uit de achter-effect-luidsprekers. Er komt geen geluid uit de subwoofer. Mogelijke oorzaak Wat te doen PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/ Selecteer een ander geluidsveldprogramma. Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal of DSP programma 12 is geselecteerd. Het niveau voor het voor effect kanaal staat op de minimum instelling. Stel het volumeniveau van de voor-effectluidsprekers in. Het onderdeel 1F. FRNT EFCT van het instelmenu (SET MENU) staat op “NONE” (geen). Kies “YES”. Het onderdeel 1A. CENTER SP van het instelmenu (SET MENU) staat op “NONE” (geen). Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker. Een van de Hi-Fi DSP geluidsveldprogramma’s (1 t/m 7 (behalve “Game”)) wordt gekozen. Selecteer een ander geluidsveldprogramma. Het Dolby Digital of DTS ingangssignaal bevat geen midden-kanaal. Raadpleeg de handleiding van de op dit moment weergegeven signaalbron. Het volume voor de linker en rechter achterluidsprekers is op het minimum ingesteld. Verhoog de niveaus van de linker en rechter achterluidsprekers. Er wordt een mono signaalbron afgespeeld met geluidsveldprogramma 12. Selecteer een ander geluidsveldprogramma. Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het instelmenu (SET MENU) staat op “MAIN” (hoofd) terwijl er Dolby Digital of DTS gecodeerd materiaal wordt weergegeven. Kies “SWFR” of “BOTH”. Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het Kies “BOTH”. instelmenu (SET MENU) staat op “SWFR” (subwoofer) of “MAIN” (hoofd) terwijl er 2-kanaals gecodeerd materiaal wordt weergegeven. Slechte weergave van de lage tonen. Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het instelmenu (SET MENU) staat op “SWFR” (subwoofer) of “BOTH” (allebei) terwijl uw systeem geen subwoofer bevat. Kies “MAIN”. Aanhangsel De selectie van de uitgangsfunctie voor de Selecteer de juiste uitgangsfunctie voor elk kanaal (Hoofd, Midden of Achter-) kanalen via het aan de hand van de afmetingen van de luidsprekers instelmenu (SET MENU) komt niet overeen met in uw opstelling. uw luidspreker-opstelling. 64 Het volumeniveau kan niet worden verhoogd, of de weergave is vervormd. De component die is aangesloten op de REC OUT aansluitingen van dit toestel staat uit. Schakel de component in. DSP parameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. Het onderdeel 15. MEMORY GUARD van het instelmenu (SET MENU) staat “ON” (aan). Kies “OFF”. Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is op tilt geslagen door een externe elektrische schok (zoals een blikseminslag of grote ontlading van statische elektriciteit) of door een ontoereikend voltage van de stroombron. Haal de stekker uit het stopcontact en doe deze weer terug na ongeveer een minuut. Er kan niet worden opgenomen van een signaalbron door een cassettedeck of videorecorder die is aangesloten op dit toestel. De signaalbron is alleen met digitale aansluitingen op dit aangesloten. Maak aanvullende analoge aansluitingen. De aanduiding “CHECK SP WIRES!” verschijnt op het display. De luidspreker-snoeren maken kortsluiting. Controleer of alle snoeren goed zijn aangesloten. Er wordt storing ondervonden van een TV of tuner in de buurt. Dit toestel staat te dicht bij de component in kwestie. Zet dit toestel verder bij de component in kwestie vandaan. U merkt dat de weergave via een hoofdtelefoon die direct aangesloten wordt op een CDspeler of cassettedeck slechter is dan voor u deze apparatuur aansloot op dit toestel. Dit toestel staat uit. Zet dit toestel aan. De aanduiding “INPUT DATA ERROR” verschijnt op het display en er wordt geen geluid weergegeven. Er wordt een niet standaard herkend bronsignaal weergegeven, of de component die het bronsignaal produceert werkt niet naar behoren. Controleer de signaalbron of zet de signaalbron uit en dan weer aan. Oplossen van problemen Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening doet het niet. De afstandsbediening functioneert niet naar behoren. De afstandsbediening kan geen nieuwe functies “leren”. (De TRANSMIT indicator licht niet op of knippert niet.) Continue functies zoals de volume-instelling worden wel geleerd, maar werken slechts een ogenblik en stoppen dan. Mogelijke oorzaak Wat te doen De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen door nieuwe en druk RESET in het batterijvakje in. De interne microcomputer is “vastgelopen”. Druk RESET in het batterijvakje in. Te ver weg of te scherpe hoek. De afstandsbediening werkt binnen een maximum bereik van 6 m, onder een hoek van niet meer dan 30 graden afwijkend van loodrecht op het voorpaneel. Er valt direct zonlicht of sterke verlichting (zoals van een TL lamp) op de infraroodsensor van het hoofdtoestel. Verplaats dit toestel. De interne microcomputer is “vastgelopen”. Druk RESET in het batterijvakje in. De batterijen van deze afstandsbediening en/of van de andere afstandsbediening zijn te zwak. Vervang de batterijen (en druk RESET in het batterijvakje in). De twee afstandsbedieningen liggen te ver uit elkaar of juist te dicht bij elkaar. Gebruik de afstandsbediening op de juiste afstand. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet geschikt voor deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. Het geheugen is vol. Verder leren is niet mogelijk zonder eerst onnodige functies te wissen. De interne microcomputer is “vastgelopen”. Druk RESET in het batterijvakje in. Het leerproces is nog niet afgesloten. Let er op dat u de functietoets op de andere afstandsbediening ingedrukt moet blijven houden totdat TRANSMIT langzaam gaat knipperen. Nederlands 65 Technische gegevens Audio gedeelte Video gedeelte Minimum RMS uitgangsvermogen 20 Hz t/m 20 kHz, 0,02 % THV, 8 Ohm Hoofd L/R, Midden, Achter L/R, Achter-midden .......... 100 W 1 kHz, 0,05 % THV Voor L/R ........................................................................... 25 W Videosignaal-type ........................................................................ PAL [Algemene modellen en modellen voor China] ......... NTSC/PAL <Algemene modellen en modellen voor China> Maximum vermogen (EIAJ) 1 kHz, 10% THD, 8 Ohm Hoofd L/R, Midden, Achter L/R, Achter-midden .......... 135 W Voor L/R ........................................................................... 35 W DIN Standaard uitgangsvermogen 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ohm, Hoofd L/R ............................... 160 W IEC uitgangsvermogen 1 kHz, 0,015 % THV, 8 Ohm, Hoofd L/R .......................... 115 W Dynamisch uitgangsvermogen (IHF) 8/6/4/2 Ohm, Hoofd L/R ............................... 140/170/220/320 W Dempingsfactor 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ohm, Hoofd L/R ....................... 200 of meer Vermogensbandbreedte 50 W, 0,08 % THV, 8 Ohm, Hoofd L/R ........... 10 Hz t/m 50 kHz Frequentierespons CD naar Hoofd L/R ............................. 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB Totale Harmonische Vervorming 20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ohm, Hoofd L/R ................... 0,015% Signaal-ruis verhouding (IHF-A Netwerk) CD (ingang kortgesloten 250 mV) naar Hoofd L/R, Effect uit .... 100 dB PHONO (ingang kortgesloten 5 mV) naar Hoofd L/R, Effect uit ... 86 dB Residuele ruis (IHF-A Netwerk) Hoofd L/R ......................................................... 150 µV of minder Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) CD (5,1 k getermineerd) naar Hoofd L/R ................. 60 dB/45 dB Toonregeling (Hoofd L/R) BASS versterking/verzwakking .............................. ±10 dB/50 Hz TREBLE versterking/verzwakking ....................... ±10 dB/20 kHz Bass extensie ............................................................. +6 dB/60 Hz Uitgangsvermogen hoofdtelefoon ......................... 150 mV/100 Ohm Ingangsgevoeligheid CD etc. .............................................................. 150 mV/47 kOhm Phono ................................................................. 2,5 mV/47 kOhm Main In .................................................................... 1 V/47 kOhm Aanhangsel Uitgangsniveau REC OUT ........................................................... 150 mV/1 kOhm PRE OUT ............................................................... 1 V/1,2 kOhm SUB WOOFER ...................................................... 4 V/1,2 kOhm 66 Composiet videosignaal-niveau ................................. 1 Vp-p/75 Ohm S-Videosignaal-niveau Y ........................................................................... 1 Vp-p/75 Ohm C .................................................................... 0,286 Vp-p/75 Ohm Component videosignaal-niveau Y ........................................................................... 1 Vp-p/75 Ohm PB/CB, PR/CR .................................................................................. 0,7 Vp-p/75 Ohm Signaal-ruis verhouding ............................................................. 50 dB Frequentierespons (MONITOR OUT) Composiet, S-Video ............................... 5 Hz t/m 10 MHz –3 dB Component ................................................ DC t/m 30 MHz –3 dB Algemeen Stroomvoorziening [Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .... 230V wisselstroom/50 Hz [Algemene modellen en modellen voor China] ................................. 110/120/220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik ......................................................................... 480 W Standby-stand ....................................................................... 1,2 W Netstroom-aansluitingen (totaal 100 W max.) ............ 3 (geschakeld) [Modellen voor Groot-Brittannië] .......................... 1 (geschakeld) Afmetingen (b x h x d) ...................................... 449 x 191 x 468 mm Gewicht ..................................................................................... 22 kg Toebehoren ........................................................... Afstandsbediening Batterijen Snelle referentiegids Stickers zijpaneel [Modellen voor Europa] ............................................. Netsnoer * Technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473

Yamaha DSP-AX2 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding