Documenttranscriptie
VOORZICHTIG: LEES DIT VOOR U UW TOESTEL IN
GEBRUIK NEEMT.
1
Leest u deze handleiding alstublieft zorgvuldig door om uzelf
te verzekeren van de beste prestaties. Bewaar deze handleiding
op een veilige plaats, zodat u er later nog eens iets in kunt
opzoeken.
15 Probeer niet zelf dit toestel aan te passen of te repareren. Neem
contact op met bevoegd YAMAHA servicepersoneel wanneer u
denkt dat reparatie of controle nodig is. Open in geen geval en
onder geen enkele voorwaarde zelf de behuizing.
2
Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek met tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant,
20 cm aan de rechter- en linkerkant en 10 cm ruimte aan de
achterkant als ventilatieruimte — uit direct zonlicht, uit de
buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou.
16 Wanneer u dit toestel langere tijd niet zult gebruiken (bijv. als u
op vakantie gaat), dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
3
Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur,
motoren en transformatoren om bromgeluiden te voorkomen.
Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag dit
toestel niet worden blootgesteld aan regen, water en/of enige
andere vloeistof.
17 Lees eerst het hoofdstuk “Oplossen van problemen” voor het
opsporen van veel voorkomende bedieningsfouten voor u
concludeert dat het toestel defect is.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen, dient u op STANDBY/ON
te drukken om het toestel uit (standby) te zetten en de stekker
uit het stopcontact te halen.
4
Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurwisselingen van koud naar warm en zet dit toestel
niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv.
een kamer met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat er
zich in het binnenwerk van het toestel condens kan vormen
waardoor een elektrische schok, brand, schade aan het toestel
en/of persoonlijk letsel kan ontstaan.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de
stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf
uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze
toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid
stroom te verbruiken.
5
Zet de volgende dingen in geen geval bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze de afwerking van dit toestel
kunnen beschadigen en/of doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand
kunnen veroorzaken, het toestel kunnen beschadigen en/of
kunnen leiden tot persoonlijk letsel.
– Voorwerpen die vloeistoffen bevatten, daar deze de
gebruiker een elektrische schok kunnen bezorgen en/of dit
toestel kunnen beschadigen.
DOLBY
D I G I T A L
6
Dek dit toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn o.i.d.,
omdat op die manier de koeling belemmerd wordt. Als de
temperatuur binnenin dit toestel stijgt, kan dit leiden tot brand,
beschadiging van dit toestel en/of persoonlijk letsel.
7
Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als u alle
aansluitingen heeft gemaakt.
8
Gebruik dit toestel nooit ondersteboven. Dit kan oververhitting
en mogelijk beschadiging ten gevolge hebben.
9
Oefen geen overmatige kracht uit op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt mag u alleen de
stekker zelf vastpakken; trek nooit aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
hierdoor kan de afwerking aangetast worden. Gebruik slechts
een schone, droge doek.
12 Gebruik dit toestel uitsluitend op het voltage dat op het toestel
zelf vermeld staat. Het is gevaarlijk om dit toestel te gebruiken
op een hoger voltage dan het opgegeven voltage, dit kan leiden
tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade
die voortkomt uit gebruik van dit toestel bij een hoger voltage
dan werd opgegeven.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen in geval van onweer.
14 Zorg ervoor dat er geen vreemde voorwerpen en/of vloeistoffen
in het toestel kunnen binnendringen.
VOORZICHTIG
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”,
“AC-3”, “Pro Logic” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
Confidential Unpublished Works. ©1992-1997 Dolby Laboratories,
Inc. Alle rechten voorbehouden.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US
Pat. No. 5,451,942 en andere wereldwijde patenten, verkregen en
aangevraagd. “DTS”, “DTS Digital Surround” en “DTS ES”, zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996
Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Allen voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Inhoud
Inleiding
2
Van start ................................................................................................................... 3
Bedieningsorganen en functies ................................................................................. 4
Voorbereidingen
8
Opstelling luidspreker-systeem ................................................................................ 9
Aansluitingen ......................................................................................................... 10
In-beeld display (OSD) .......................................................................................... 19
Plaatsing van de luidsprekers ................................................................................. 20
Luidspreker-instellingen ......................................................................................... 21
Uitgangsniveau luidsprekers .................................................................................. 22
Basisbediening
24
Basisweergave ........................................................................................................ 25
Basisopname ........................................................................................................... 29
Geavanceerde bediening
30
Aanvullende informatie
Nederlands
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU) ...................................................... 31
Kenmerken afstandsbediening ............................................................................... 40
Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers ............................................... 51
Instellen van de slaaptimer ..................................................................................... 51
52
Digitale geluidsveld bewerking (DSP) ................................................................... 53
CINEMA-DSP ....................................................................................................... 55
DSP parameters ...................................................................................................... 58
Aanhangsel
62
Oplossen van problemen ........................................................................................ 63
Technische gegevens .............................................................................................. 66
1
Inleiding
Inleiding
Welkom in de opwindende wereld van digitaal amusement bij u thuis. Dit toestel is de meest complete
en geavanceerde AV-versterker die op dit moment op de markt is. Alhoewel sommige van de meer
vooruitstrevende mogelijkheden van dit toestel u wellicht niet bekend voorkomen, zijn ze toch
gemakkelijk te bedienen. In dit toestel gebruikte state-of-the-art technologieën zoals Dolby Digital en
DTS kunnen dezelfde audio ervaring bij u thuis brengen, zoals ze dat doen in kwaliteitsbioscopen over
de hele wereld. Om het luisteren nog plezieriger te maken, beschikt dit toestel over een aantal
exclusieve, digitaal gecreëerde luisteromgevingen, de zogenaamde digitale geluidsvelden. Als u een van
deze geluidsveldprogramma’s kiest, is het alsof u getransporteerd wordt naar plekken als een open lucht
amfitheater, een oude kerk, of een gezellige jazz club. Neem nu even rustig de tijd om meer over deze
mogelijkheden te lezen en geniet van de nieuwe ervaringen die dit toestel u thuis bezorgt.
Kenmerken
Dolby Digital en DTS decoder
Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES decoder
Digitale geluidsvelden (DSP)
CINEMA-DSP: Dolby Digital + DSP en DTS + DSP
Virtuele CINEMA DSP en HP CINEMA DSP
Multi-functionele afstandsbediening
Ingebouwde 8 kanaals eindversterker
Van start
3
Controleren van de inhoud van de doos ................................................................... 3
Batterijen in de afstandsbediening zetten ................................................................. 3
Gebruiken van de afstandsbediening ........................................................................ 3
Bedieningsorganen en functies
4
Voorpaneel ............................................................................................................... 4
Aanduidingen op het display .................................................................................... 5
Achterpaneel ............................................................................................................. 6
Afstandsbediening .................................................................................................... 7
2
Van start
Controleren van de inhoud van de doos
Controleer de doos en kijk of de volgende toebehoren inderdaad aanwezig zijn.
R
L
Alkali batterijen (3) (LR6)
Quick Reference Card
■ Remote Control
■ TUNER
■ CD button (CD area)
Infrared window
POWER
LEARN
MACRO
CLEAR
RE-NAME
TRANSMIT
STANDBY
SYSTEM POWER
A
DISPLAY
SEARCH
Skip Search
STOP
PLAY
PAUSE (/Stop)
Numeric buttons 1 to 9
(Set 10KEY)
MACRO ON/OFF
button
POWER
Input buttons
Preset number 1 to 8
6CH INPUT
Display
Preset group A through E from left.
Source selector
CLEAR
Numeric button +10
Numeric button 0
Preset group A/B/C/D/E
LIGHT
DISC +/– (Disc Skip)
Operational buttons
Preset +/–
10 KEY/DSP
INDEX
(Set 10KEY)
Sound program selector/
Numeric buttons
MUTE
■ MD/TAPE button (MD area)
TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE
function if you have set up the
manufacturer code for the TV Area.
Netsnoer
(Alleen voor Europese
modellen)
Stickers zijpaneel
■ CD-R button (CD-R area)
VOLUME +/–
Operational buttons
EFFECT
LEVEL
ON SCREEN
PARAMETER/SET MENU
Cursor buttons
SLEEP
TEST
Cover
REC/PAUSE
POWER
REC/PAUSE
POWER
DISPLAY
SEARCH
Skip Search
STOP
PLAY
PAUSE
DISPLAY
SEARCH
SOUND
Skip Search
STOP
PLAY
PAUSE
Numeric buttons 1 to 9
Numeric buttons 1 to 9
Numeric button +10
Numeric button 0
(Set 10KEY)
TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE
function if you have set up the
manufacturer code for the TV Area.
Numeric button +10
Numeric button 0
INDEX
(Set 10KEY)
TV VOL +/–, TV INPUT, and TV MUTE
function if you have set up the
manufacturer code for the TV Area.
V655120
Afstandsbediening
Snelle referentiegids
Als het toestel net niet op de plank of andere plek past, kunt u eventueel de zijpanelen verwijderen door de schroeven waarmee deze zijn
vastgezet uit te draaien. Haal vervolgens de beschermlaag van deze stickers en plak ze over de schroefgaten.
Batterijen in de afstandsbediening zetten
Doe de batterijen in de juiste richting in het batterijvak door de + en – tekens op de batterijen te laten overeenkomen met de
polariteitsmerktekens (+ en –) in het vak.
Vervang de batterijen van tijd tot tijd. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (zoals alkali en mangaan batterijen). Lees de aanwijzingen op de verpakking
aandachtig door aangezien verschillende soorten batterijen qua vorm en kleur op elkaar kunnen lijken.
■ Over het vervangen van de batterijen
Reset-toets
Als de batterijen leeg raken, zal het bereik van de afstandsbediening verminderen
en zal de TRANSMIT indicator niet meer knipperen, of zwakker worden. Wanneer
u een van deze omstandigheden bemerkt, dient u alle batterijen te vervangen.
Opmerkingen:
• Als de afstandsbediening langer dan 20 minuten zonder batterijen blijft, of als de
batterijen leeg zijn maar u ze in de afstandsbediening laat zitten, zal de inhoud van het
geheugen mogelijk gewist worden. Als het geheugen van de afstandsbediening gewist is,
dient u er nieuwe batterijen in te doen en moet u eventueel eerder geprogrammeerde
functies die gewist zijn opnieuw programmeren.
• U moet RESET in het batterijvak indrukken met een balpen of iets dergelijks nadat u
nieuwe batterijen in de afstandsbediening heeft gezet voor u deze gaat gebruiken.
(Hierdoor wordt de inhoud van het geheugen niet gewist.)
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gericht infraroodsignaal uit. U moet de afstandsbediening rechtstreeks op de sensor op het hoofdtoestel
richten wanneer u dit wilt bedienen. Wanneer de sensor afgedekt wordt of wanneer er zich een groot voorwerp tussen de afstandsbediening
en het hoofdtoestel bevindt, kan de sensor de signalen niet ontvangen. Het is mogelijk dat de sensor de signalen niet naar behoren kan
ontvangen wanneer er direct zonlicht of sterk kunstlicht (zoals een TL lamp of een stroboscoop) op valt. In dit geval dient u de richting van
het licht of de positie van het hoofdtoestel te veranderen om te voorkomen dat het licht direct op de sensor valt.
Nederlands
■ Over het omgaan met de afstandsbediening
VOLUME
INPUT
INPUT MODE
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2
STANDBY
/ON
SPEAKERS
A
B
EFFECT
SOURCE
DVD
D-TV/LD
SILENT
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CABLE
SAT
BASS PROCESSOR
EXTENSION DIRECT
VCR 1
VCR 2/DVR
VIDEO AUX
PHONES
BASS
30°
TREBLE
S VIDEO
CD
6CH
PHONO INPUT
REC OUT
30°
DSP PROGRAM
VIDEO
L AUDIO R
OPTICAL
VIDEO AUX
Ongeveer 6 m
Ga voorzichtig om met de afstandsbediening.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Stel de afstandsbediening niet langere tijd bloot aan:
• hoge vochtigheid of hoge temperatuur, zoals in de buurt van een
verwarming, kachel of bad; of
• overmatig stof; of
• zeer lage temperaturen.
3
Bedieningsorganen en functies
Inleiding
Voorpaneel
Doe deze klep dicht wanneer u de bedieningsorganen erachter niet gebruikt. Druk zachtjes tegen de onderkant van het paneel om de klep
open te doen.
1
q
0
MEMORY
STEREO
4
3
2
1
BASS P.DIRECT
ZONE 2 SLEEP
7
5
2
9 8
63
4
5
VOLUME
INPUT
INPUT MODE
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2
MEMORY
STEREO
STANDBY
/ON
DVD
CABLE
MD/TAPE
SAT
VCR 1
BASS P.DIRECT
SLEEP
SPEAKERS
A
B
DVD
D-TV/LD
SILENT
SOURCE
7
68 9 0
TREBLE
q
CD-R
TUNER
CD
PHONO
EFFECT
VCR 1
VCR 2/DVR
VIDEO AUX
BASS
V-AUX
TUNER
SAT
BASS PROCESSOR
EXTENSION DIRECT
PHONES
VCR2/DVR
MD/TAPE
CD-R
CABLE
REC OUT
S VIDEO
CD
6CH
PHONO INPUT
DSP PROGRAM
w er y
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan (on) of uit (standby). Wanneer u dit toestel
aan zet, zult u een klik horen, waarna er een vertraging zal optreden van
vier a vijf seconden voor dit toestel in staat is geluid te reproduceren.
In de standby stand blijft dit toestel een kleine hoeveelheid stroom
verbruiken zodat het klaar staat om te reageren op de afstandsbediening.
2 Sensor afstandsbediening
3 INPUT MODE
Hiermee kunt u het soort audiosignaal voor de geselecteerde
signaalbron kiezen.
4 INPUT keuzetoetsen
Hiermee kunt u de signaalbron kiezen.
5 VOLUME
Hiermee kunt u het volume van alle audiokanalen instellen. Dit
heeft geen invloed op het REC OUT uitgangsniveau.
6 PHONES
Via deze aansluiting kunt u met een hoofdtelefoon naar de
gereproduceerde geluiden luisteren. Wanneer u hierop een
hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de PREOUT aansluitingen of de luidsprekers.
4
D-TV/LD
VIDEO
L AUDIO R
OPTICAL
VIDEO AUX
t
7 SPEAKERS A/B
Wanneer SPEAKERS A/B is ingeschakeld, kunt u hiermee de
set hoofd luidsprekers die zijn aangesloten op de A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel inschakelen.
8 BASS EXTENSION ON/OFF
Als u de BASS EXTENSION heeft ingeschakeld, zal deze
functie de weergave van de lage tonen via de linker en rechter
hoofdkanalen met +6 dB (60 Hz) versterken terwijl toch de
algehele toonbalans behouden blijft. Deze extra versterking kan
nuttig zijn als u geen subwoofer gebruikt. De versterking kan
onopgemerkt blijven als de hoofd-luidsprekers ingesteld zijn op
“SMALL” (klein) en de uitgangsfunctie voor de lage tonen is
ingesteld op “SWFR”.
9 PROCESSOR DIRECT ON/OFF
Als u de PROCESSOR DIRECT functie heeft ingeschakeld,
worden de BASS, TREBLE, BALANCE en BASS
EXTENSION instellingen gepasseerd en wordt het
oorspronkelijke signaal onveranderd doorgegeven.
0 BASS
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en
het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar
rechts om de lage tonen te versterken en draai de draaiknop
naar links om de lage tonen te verzwakken.
Bedieningsorganen en functies
q TREBLE
Hiermee kunt u de hoge frequentierespons voor het linker en
het rechter hoofdkanaal instellen. Draai de draaiknop naar
rechts om de hoge tonen te versterken.
w REC OUT
Hiermee kunt u de signaalbron kiezen die u naar de audio/video
opname-apparatuur wilt leiden.
e EFFECT
Hiermee kunt u de effect-luidsprekers (midden, voor-effect,
achter en achter-midden) aan of uit zetten. Als u deze
luidsprekers met EFFECT uit zet, worden alle DTS en Dolby
Digital audiosignalen naar de linker en rechter hoofdkanalen
geleid, met uitzondering van het LFE-kanaal.
r 6CH INPUT
Hiermee kunt u schakelen tussen de 6CH INPUT functie en de
normale ingangsfuncties. De 6CH INPUT functie heeft
voorrang boven de met de INPUT keuzetoetsen geselecteerde
signaalbron. U kunt de DSP geluidsveldprogramma’s niet
gebruiken in combinatie met een externe decoder.
t VIDEO AUX
Via deze aansluitingen kunt audio- en videosignalen van een
draagbare externe signaalbron, bijvoorbeeld een videocamera
gebruiken. Om de signalen van deze aansluitingen te kunnen
reproduceren, dient u V-AUX als signaalbron in te stellen. Om
deze signaalbron weer te geven via de VCR 1 en VCR 2/DVR
uitgangsaansluiting, dient u tevens VIDEO AUX in te stellen
via de REC OUT keuzeschakelaar.
y DSP PROGRAM keuzetoetsen
Hiermee kunt u een DSP programma kiezen.
Aanduidingen op het display
1 Processor indicators
Als een van de DTS/VIRTUAL/Dolby Digital/DOLBY PRO
LOGIC/DSP/Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES functies in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 PCM
Deze zal oplichten wanneer dit toestel PCM (Pulscode
modulatie) digitale audiosignalen aan het reproduceren is.
3 SPEAKERS A/B
De indicator die hoort bij de set hoofd luidsprekers die u heeft
gekozen zal oplichten. Wanneer beide sets luidsprekers zijn
geselecteerd, zullen beide indicators oplichten.
4 Hoofdtelefoon
Deze indicator zal oplichten wanneer u een hoofdtelefoon aansluit.
5 Multi-informatie display
Hierop verschijnt het huidige DSP geluidsveldprogramma en
andere informatie wanneer u instellingen wijzigt.
6 Aanduiding signaalbron
Het pijltje geeft de huidige signaalbron aan.
7 BASS
Licht op wanneer de BASS EXTENSION functie in werking is.
8 SLEEP
Deze indicator licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
9 P. DIRECT
Licht op wanneer de PROCESSOR DIRECT functie in
werking is.
0 STEREO
Licht op wanneer de AUTO afstem-indicator aan is en het
toestel een sterk FM stereo signaal ontvangt.
q MEMORY
Knippert als een zender kan worden opgeslagen.
Nederlands
5
Bedieningsorganen en functies
Achterpaneel
Inleiding
R
OPTICAL
2
1
7
L
5
L
R
0
CAUTION SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
MD/TAPE
R
R
L
VOLTAGE SELECTOR
L
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
FRONT
: 6ΩMIN./SPEAKER
REAR
: 4ΩMIN./SPEAKER
REAR CENTER : 4ΩMIN./SPEAKER
CENTER
: 4ΩMIN./SPEAKER
MAIN A OR B : 4ΩMIN./SPEAKER
A + B : 8ΩMIN./SPEAKER
FRONT
: 8ΩMIN./SPEAKER
REAR
: 8ΩMIN./SPEAKER
REAR CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER
CENTER
: 8ΩMIN./SPEAKER
MAIN A OR B : 8ΩMIN./SPEAKER
A + B : 16ΩMIN./SPEAKER
CENTER
TUNER
R
L
R
e
q
8
w
9
L
R
L
4
6
(Modellen voor China en algemene modellen)
1 Audio component aansluitingen
8 6CH INPUT ingangsaansluitingen
2 Video component aansluitingen
9 PRE OUT/MAIN IN aansluitingen
3 Antenne ingangsaansluitingen
0 Netsnoer
4 Aansluitingen luidsprekers
5 AC OUTLETS
Deze netstroomaansluitingen kunt u gebruiken om uw andere
audio/video-apparatuur van stroom te voorzien.
6 IMPEDANCE SELECTOR
7 DIGITAL OPTICAL/COAXIAL
aansluitingen
Sluit de stekker hiervan aan op een stopcontact.
Bij algemene modellen en modellen voor China en GrootBrittannië, kan het netsnoer niet van het toestel worden
losgekoppeld.
q GND Aardaansluiting
w RS232C/CTRL OUT
Dit zijn uitbreidingsaansluitingen voor gebruik bij aanvullende
speciale installaties. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
e q RF (AC-3) ingangsaansluiting
Alleen voor algemene modellen en modellen voor China.
6
Bedieningsorganen en functies
Afstandsbediening
g
1
2
3
y
u
4
5
6
k
7
8
i
o
0 Geluidsveldprogramma keuzetoetsen/
Cijfertoetsen
Hiermee kiest u het gewenste geluidsveld.
q MUTE
Met deze toets kunt u de geluidsweergave tijdelijk uitschakelen.
Druk nogmaals op deze toets om de geluidsweergave te
hervatten op het oorspronkelijk ingestelde niveau.
w VOLUME +/–
Met deze toetsen kunt u het volume verhogen of verlagen.
e EFFECT
h
Deze toets schakelt de effect-luidsprekers (Midden, Voor,
Achter en Achter-midden) aan of uit.
r PARAMETER/SET MENU
p
0
9
Hiermee kunt u kiezen tussen de PARAMETER of de SET
MENU bedieningsfunctie.
t Cursortoetsen
q
w
e
a
s
d
f
r
t
Selecteren en instellen van DSP programma-parameters of
onderdelen van het instelmenu instellen, afhankelijk van de
stand van de PARAMETER/SET MENU schakelaar.
y STANDBY
Hiermee schakelt u het toestel uit (standby).
u SYSTEM POWER
Hiermee schakelt u het toestel in.
i Display
j
Hierop verschijnt informatie over de bediening.
o Signaalbron toetsen
Hiermee kunt u de signaalbron kiezen.
1 CLEAR
Hiermee kunt u geleerde instructies wissen.
2 RE-NAME
Hiermee kunt u een ingevoerde naam opnieuw benoemen.
3 TRANSMIT
Dit lampje knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt.
4 LEARN
Hiermee start u de leerfunctie.
5 MACRO
6 MACRO ON/OFF
Met deze schakelaar kunt u de macro-functie aan of uit zetten.
7 Signaalbron keuzetoetsen
Hiermee selecteert u de gewenste signaalbron.
8 6CH INPUT
Hiermee kunt u overschakelen naar de 6CH INPUT functie
wanneer u gebruik maakt van een externe decoder.
9 Bedieningstoetsen
Hiermee voert u de corresponderende bediening uit, afhankelijk
van de gekozen signaalbron.
Hiermee kunt u kiezen of u de cijfertoetsen of de DSP
programma’s wilt gebruiken.
a LEVEL
Hiermee kunt u het in te stellen luidspreker-kanaal kiezen en
het weergave-niveau instellen.
s ON SCREEN
Hiermee kunt u de in-beeld display functie voor uw video-monitor instellen.
d SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
f TEST
Nederlands
Hiermee activeert u de MACRO instelling.
p 10 KEY/DSP
Hiermee kunt u d testtoon laten weergeven wanneer u de
luidspreker-niveaus wilt instellen.
g Infraroodvenster
h LIGHT
Hiermee kunt u de verlichting aan of uit zetten. Als u deze toets eenmaal
indrukt, zal de verlichting ongeveer 10 seconden ingeschakeld worden.
Druk nogmaals op deze toets om de verlichting uit te schakelen.
j Klep
k Å Toets
Hiermee kunt u het bedieningsgebied omschakelen.
7
Voorbereidingen
Voorbereidingen
Opstelling luidspreker-systeem
Aansluitingen
9
10
Aansluiten van audio-apparatuur ........................................................................... 10
Aansluiten van video-apparatuur ........................................................................... 12
Aansluiten van luidsprekers ................................................................................... 14
Aansluiten van subwoofers .................................................................................... 16
Aansluiten van een externe decoder ....................................................................... 17
Aansluiten van externe versterkers ........................................................................ 17
Overige ................................................................................................................... 18
In-beeld display (OSD)
19
In-beeld display functies ........................................................................................ 19
Instellen van de in-beeld display functie ................................................................ 19
Plaatsing van de luidsprekers
20
Luidspreker-instellingen
21
Uitgangsniveau luidsprekers
22
Voor u begint .......................................................................................................... 22
Dolby Surround test ............................................................................................... 22
DSP test .................................................................................................................. 23
8
Opstelling luidspreker-systeem
De meest complete luidspreker-opstelling bestaat uit acht luidsprekers: de linker en rechter hoofd-luidsprekers, een midden-luidspreker,
linker en rechter achter-luidsprekers, de linker en rechter voor-effect-luidsprekers en een achter-midden-luidspreker. Als u minder dan acht
luidsprekers gebruikt, kunt u de signalen voor luidsprekers die u niet heeft naar andere luidsprekers in uw opstelling leiden. Met elk van deze
opstellingen kunt u een subwoofer gebruiken om een vollere geluidsweergave te bereiken.
Voor-effect-luidsprekers
Achter-luidsprekers
Hoofd-luidsprekers
Midden-luidspreker
Achter-midden-luidspreker
Voor subwoofer
Achter-subwoofer
■ Opstelling met acht of zeven luidsprekers
–Full Cinema DSP–
(
)
Wanneer u naar speelfilms afspeelt, zal deze opstelling ten volle de krachtige en
realistische geluidskwaliteit van het 70 mm multikanaals audiosysteem ten gehore
brengen. De gesproken tekst komt als het ware direct van het scherm, de
geluidseffecten zijn een stukje achter het scherm gepositioneerd en de muziek van
de soundtrack is nog verder achter het scherm gepositioneerd om de weidsheid en
de diepte van de presentatie te vergroten. Deze opstelling maakt het beste gebruik
van de mogelijkheden van dit toestel.
De midden achter-luidspreker wordt gebruikt bij 6-kanaals digitale surround
weergave.
■ Opstelling met zes luidsprekers –Hi Fi DSP–
Deze opstelling wordt het meest gebruikt voor audio-weergave met HiFi DSP
geluidsveldprogramma’s. De gesproken tekst van een film wordt niet zo precies
geplaatst als bij een opstelling met zeven of acht luidsprekers. Er wordt echter een
dynamisch DSP (Digitale geluidsveld processor) geluidsveld gecreëerd hetgeen
diepte geeft aan het geluid.
Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1A. CENTER SP van het
instelmenu (SET MENU) en onderdeel 1D. REAR CT SP op “NONE” (geen) te
zetten.
■ Opstelling met vijf luidsprekers
–Standaard 5.1 kanalen–
Nederlands
Deze opstelling kan de hoogte van het geluidsveld niet zo goed tot uitdrukking
brengen als de opstelling met zeven of acht luidsprekers. De gesproken tekst wordt
echter geplaatst alsof deze direct van het scherm komt.
Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1F. FRNT EFCT SP van het
instelmenu (SET MENU) en onderdeel 1D. REAR CT SP op “NONE” (geen) te
zetten.
■ Opstelling met vier luidsprekers
–Vereiste minimum–
In deze opstelling worden de signalen voor de midden-luidspreker en de vooreffect-luidspreker naar de linker en rechter hoofd-luidsprekers geleid.
Voor deze luidspreker-opstelling dient u onderdeel 1A. CENTER SP, onderdeel
1F. FRNT EFCT SP en onderdeel 1D. REAR CT SP van het instelmenu (SET
MENU) op “NONE” (geen) te zetten.
9
Aansluitingen
Aansluiten van audio-apparatuur
Voor u andere componenten aansluit, moet u eerst de stroomvoorziening uitschakelen van alle apparatuur die u wilt aansluiten, inclusief dit
toestel en moet u bepalen welke aansluitingen bedoeld zijn voor de linker en rechter kanalen en welke de ingangs en welke
uitgangsaansluitingen zijn.
Wanneer u andere YAMAHA audio componenten (zoals een CD-speler of wisselaar, MD-speler of cassettedeck) gebruikt, dient u deze aan
te sluiten op aansluitingen met hetzelfde nummerlabel. Yamaha gebruikt dit nummersysteem op alle producten.
In de aansluitingsvoorbeelden op de volgende bladzijden:
Voorbereidingen
■ Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij optische glasvezelkabels. U kunt de
digitale aansluitingen gebruiken om PCM, DTS en Dolby Digital bitstromen te verwerken. Wanneer u componenten aansluit op zowel de
COAXIAL als de OPTICAL aansluitingen (voor CD en CABLE), zullen de ingangssignalen van de COAXIAL aansluiting voorrang krijgen.
Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor 96 kHz/24 bits digitale signalen.
■ Over het stofkapje
Trek het kapje uit de optische aansluiting voor u de optische glasvezelkabel
aansluit. Gooi het kapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt,
moet u het kapje weer op zijn plaats zetten. Dit kapje beschermt de aansluiting
tegen stof.
De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA standaard. Als u
een optische glasvezelkabel gebruikt die niet aan deze standaard voldoet, is het
mogelijk dat dit toestel niet naar behoren kan functioneren.
■ Aansluiten van een draaitafel
Deze ingangsaansluitingen zijn bedoeld om een draaitafel met een MM of hoog
vermogen MC cartridge op aan te sluiten. Als u een draaitafel heeft met een laag
vermogen MC cartridge, dient u een inline booster of MC-kop versterker te
gebruiken voor u deze ingangsaansluitingen kunt gebruiken.
De GND (aarde) aansluiting aardt de draaitafel niet. Het dient alleen om storing
van het overgedragen signaal te verminderen. In sommige gevallen is het mogelijk
dat u last heeft van ruis als u de GNG (aarde) aansluiting niet gebruikt.
■ Aansluiten van een CD-speler
• De COAXIAL CD en OPTICAL CD igae kunt u gebruiken als uw CD-speler
eveneens is voorzien van coaxiale of optisch digitale uitgangsaansluitingen.
• Wanneer u een CD-speler aansluit op zowel de COAXIAL CD en OPTICAL
CD ingangsaansluitingen, zullen de signalen die binnenkomen via de
COAXIAL CD ingangsaansluiting voorrang krijgen.
■ Aansluiten van een MD- of DAT-deck
• Wanneer u een recorder aansluit op dit toestel, dient u dat apparaat ingeschakeld
te houden terwijl dit toestel in gebruik is. Als de recorder uit staat, kan het via
dit toestel weergegeven geluid van andere componenten vervormd worden.
• Wanneer u opneemt van een signaalbron die is aangesloten op dit toestel terwijl
dit toestel uit staat, is het mogelijk dat het opgenomen geluid vervormd wordt.
Om dit probleem te voorkomen, dient u dit toestel in te schakelen.
• Wanneer u een CD-recorder aansluit op zowel de analoge als de digitale in- en
uitgangsaansluitingen, zal de voorkeur worden gegeven aan de digitale
signalen.
10
Aansluitingen
OPTICAL
INPUT
MD/Cassetterecorder
INPUT
OUTPUT
L
<Analoog>
R
R
L
(Modellen voor China en algemene modellen)
INPUT
L
OPTICAL
INPUT
<Digitaal>
<Analoog>
R
OPTICAL
OUTPUT
L
<Analoog>
<Digitaal>
OUTPUT
CD-recorder
<Analoog>
R
OPTICAL
OUT (REC)
<Digitaal>
<Digitaal>
OUT (REC)
OPTICAL
OUTPUT
OPTICAL
OUTPUT
L
<Analoog>
R
CD-speler
COAXIAL
OUTPUT <Digitaal>
CENTER
L
OUTPUT
<Analoog>
R
Draaitafel
GROUND
naar/van externe
versterker
naar/van externe
bedieningseenheid
van externe
decoder
Nederlands
11
Aansluitingen
Aansluiten van video-apparatuur
Voor u enige apparatuur aansluit, dient u de stroomvoorziening voor alle componenten die u wilt aansluiten, inclusief dit toestel, af te sluiten
en te bepalen welke aansluitingen voor de linker en rechter kanalen bedoeld zijn en welke de in en welke de uitgangsaansluitingen zijn.
Wanneer u alle aansluitingen gemaakt hebt, dient u nogmaals te controleren of alles goed is aangesloten.
■ Over de video-aansluitingen
Voorbereidingen
Er zijn drie soorten video-aansluitingen. Videosignalen die binnenkomen via de VIDEO aansluitingen zijn conventionele composiet
videosignalen. Videosignalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen zijn gescheiden in luminantie (Y) en kleur (C) videosignalen.
De S-videosignalen zorgen voor een hogere kwaliteit kleurweergave.
Videosignalen die binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen zijn gescheiden in luminantie (Y) en kleurverschil (PB/CB,
PR/CR) videosignalen. De aansluitingen zijn derhalve ook gescheiden in drie voor elk signaal. De labels van de component
video aansluitingen kunnen verschillen, afhankelijk van de gebruikte apparatuur (bijv. Y, CB, CR/Y, PB, PR/Y, B-Y, R-Y enz.). Component
videosignalen leveren de hoogste kwaliteit beeldweergave.
Composiet VIDEO aansluiting
S VIDEO aansluiting
Als uw video component een S-video of component video uitgangsaansluiting heeft,
kunt u deze op dit toestel aansluiten. Verbind de S-video uitgangsaansluiting van uw
video component met de S-VIDEO aansluiting, of verbind de component
uitgangsaansluitingen van uw video component met de COMPONENT VIDEO
aansluitingen.
Opmerkingen:
COMPONENT VIDEO aansluitingen
• Elke soort video-aansluiting werkt onafhankelijk van de andere. Signalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en component aansluitingen worden
gereproduceerd via de corresponderende composiet video, S-video en component
uitgangsaansluitingen.
• Gebruik een in de handel verkrijgbare S-videokabel wanneer u iets aansluit op de
S VIDEO aansluitingen en een in de handel verkrijgbare videokabel wanneer u iets
aansluit op de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
• Wanneer u de COMPONENT VIDEO aansluitingen gebruikt, dient u tevens de
handleiding van de aan te sluiten apu te raadplegen.
12
Aansluitingen
COMPONENT
OUTPUT
S VIDEO
OUTPUT
OPTICAL
OUTPUT
DVD-speler
COMPONENT
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
<Video>
R
<Analoog>
<Digitaal>
L
<Component Video>
AUDIO
OUTPUT
<Component Video>
VIDEO
OUTPUT
<Video>
S VIDEO
OUTPUT
AUDIO
OUTPUT
OPTICAL
OUT (REC)
L
RF
OUTPUT
R
DTV/LD-speler
OPTICAL
OUTPUT
<Analoog>
OUT (REC)
<Digitaal>
L
<Analog>
R
AUDIO
OUTPUT
SAT OPTICAL
OUTPUT <Digitaal>
Kabel TV/SAT
S VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
<Digitaal>
CABLE COAXIAL
OUTPUT
CENTER
AUDIO
INPUT
L
<Video>
<Video>
<Video>
<Analoog>
<RF>
<Analoog>
RF-Signaal uitgangsaansluiting
(Alleen voor algemene modellen
en modellen voor China.
<Component Video>
<Video>
AUDIO
OUTPUT
R
L
VIDEO
INPUT
R
S VIDEO
OUTPUT
VIDEO
OUTPUT
S VIDEO
INPUT
S VIDEO
INPUT
Monitor
Videorecorder 1/2
COMPONENT
INPUT
Nederlands
VIDEO
INPUT
* <Modellen voor Euyropa en Groot-Brittannië>
Als uw LD-speler is voorzien van een Dolby Digital RF signaal uitgangsaansluiting, kunt u deze aansluiten op dit toestel via een externe
RF demodulator.
(U kunt de Dolby Digital RF signaal uitgangsaansluiting van uw LD-speler verbinden met de COAXIAL aansluitingen met behulp van de
“I/O ASSIGN” (I/O toewijzing) op het SET MENU.)
13
Aansluitingen
Aansluiten van luidsprekers
Dit hoofdstuk legt uit hoe u uw luidsprekers kunt aansluiten op dit toestel. Als u klaar bent met het aansluiten van de luidsprekers, kunt u via
het instelmenu (SET MENU) de instellingen voor de uitgangssignalen wijzigen aan de hand van het aantal luidsprekers in uw opstelling.
Voor u enig luidsprekersnoer aansluit, moet u eerst bepalen welke aansluitingen bedoeld zijn voor de linker en de rechter kanalen en moet u
ook de + en – polariteit bepalen. Als u luidsprekers verkeerd om aansluit (+ op –), zal dit toestel geen helder geluid kunnen reproduceren.
■ Gebruik van luidsprekersnoeren
Voorbereidingen
Een luidsprekersnoer bestaat eigenlijk uit een paar van isolatie voorziene draden
naast elkaar. Een van deze draden heeft een afwijkende kleur of vorm, misschien
heeft deze een streepje, een groef of een ribbel. Om er zeker van te kunnen zijn dat
u al uw luidsprekers met de juiste polariteit aansluit, moet u eerst het verschil
bepalen tussen de twee draden van de door u gebruikte luidsprekersnoeren en moet
u beslissen welke draad u zult gaan gebruiken voor de verschillende polen (+ en –),
waarna u zich natuurlijk vervolgens altijd hieraan moet houden.
1 Strip 9 mm van de isolatie van de uiteinden van de draden.
Bananenstekker
2 Draai de ontblootte uiteinden van de draden in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3 Draai de knop van de aansluiting tegen de klok in los.
4 Steek alleen het ontblootte stukje draad in de spleet in de zijkant van de
aansluiting en draai de knop weer vast.
Opmerking:
(Behalve modellen voor Europa en GrootBrittannië.)
• Als uw luidsprekersnoeren zijn voorzien van bananenstekkers, dient u de knop van
de aansluiting vast te draaien en de stekker in het gat van de knop te steken.
(Behalve modellen voor Europa en Groot-Brittannië.)
Let op:
• Bevestig de luidsprekersnoeren zorgvuldig om kortsluiting te voorkomen. Als u de
stroom inschakelt en er kortsluiting optreedt, is het mogelijk dat dit toestel
beschadigd raakt, ook al zal de ingebouwde beveiliging automatisch de stroom
uitschakelen.
■ Over de q RF (AC-3) signaal ingangsaansluiting <Alleen voor algemene modellen en modellen voor China.>
Als uw LD-speler is voorzien van een q RF (AC-3) signaal uitgangsaansluiting, kunt u deze aansluiten op de q RF (AC-3)
ingangsaansluiting van dit toestel. U dient hiertoe het 7D. COAXIAL IN (10) onderdeel van het SET MENU op “LD-RF” te zetten. Als er
tegelijkertijd q RF (AC-3) en analoge signalen binnenkomen, zullen de RF signalen de voorkeur krijgen. Wanneer u q RF (AC-3)
signalen wilt weergeven, dient u de ingangsfunctie op “D.D. RF” te zetten met behulp van INPUT MODE.
Opmerking:
• q RF (AC-3) signalen kunnen niet worden gereproduceerd met behulp van de REC
OUT schakelaar. Wanneer geluid of beelden opneemt van een LD-speler, moet u de
speler aansluiten op hetzij de DIGITAL OPTICAL, hetzij de analoge AUDIO
aansluitingen.
Let op:
• Ook al sluit u een LD-speler met een q RF (AC-3) uitgangsaansluiting aan op dit
toestel, u zult toch geen Dolby Digital geluid kunnen weergeven van elke LD schijf. U
moet een LD weergeven die Dolby Digital gecodeerd is om te kunnen profiteren van
Dolby Digital weergave.
14
Aansluitingen
Rechter voorluidspreker
Linker voorluidspreker
Rechter achterluidspreker
Linker achterluidspreker
Achter-middenluidspreker
(Modellen voor China en algemene
modellen)
CAUTION SEE INSTRUCTION MANUAL FOR CORRECT SETTING.
VOLTAGE SELECTOR
Naar een andere
component
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
FRONT
: 6ΩMIN./SPEAKER
REAR
: 4ΩMIN./SPEAKER
REAR CENTER : 4ΩMIN./SPEAKER
CENTER
: 4ΩMIN./SPEAKER
MAIN A OR B : 4ΩMIN./SPEAKER
A + B : 8ΩMIN./SPEAKER
FRONT
: 8ΩMIN./SPEAKER
REAR
: 8ΩMIN./SPEAKER
REAR CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER
: 8ΩMIN./SPEAKER
CENTER
MAIN A OR B : 8ΩMIN./SPEAKER
A + B : 16ΩMIN./SPEAKER
Middenluidspreker
Subwoofersysteem Rechter hoofd- Linker hoofdluidspreker B luidspreker B
Rechter hoofdluidspreker A
Linker hoofdluidspreker A
Nederlands
15
Aansluitingen
Aansluiten van subwoofers
■ Aansluiten van een voor subwoofer
R
L
Sluit de ingangsaansluiting van uw subwoofer aan op een van PRE OUT/
MAIN IN SUBWOOFER aansluitingen.
Opmerkingen:
• De SUBWOOFER aansluitingen hebben een ingebouwd hoog cut-off filter
(90 Hz). Wanneer u een subwoofer met eigen stroomvoorziening gebruikt, dient u
de cut-off frequentie op “MAX” te zetten op uw subwoofer.
CENTER
R
• Via beide SUBWOOFER aansluitingen wordt hetzelfde signaal geproduceerd.
L
Voorbereidingen
Subwoofersysteem
■ Aansluiten van een achter-subwoofer
Subwoofersysteem
Door zowel voor als achter een subwoofer te gebruiken, kunnen de CINEMA-DSP
geluidsveldprogramma’s realistische bioscoopeffecten reproduceren met een
krachtige, dynamische geluidsweergave. Om gebruik te kunnen maken van deze
dynamische weergave, moet u via het instelmenu (SET MENU) het onderdeel 1C.
REAR L/R SP op “LARGE” (groot) zetten en dient u uw achter-luidsprekers en
subwoofer aan te sluiten zoals hieronder staat aangegeven.
1 Sluit met luidsprekersnoeren de rechter + ingangsaansluiting van uw
subwoofer aan op de REAR R + aansluiting en de rechter –
ingangsaansluiting van uw subwoofer op de REAR R – aansluiting.
Rechter achterluidspreker
Linker achterluidspreker
2 Sluit met luidsprekersnoeren de linker + ingangsaansluiting van uw subwoofer
aan op de REAR L + aansluiting en de linker – ingangsaansluiting van uw
subwoofer op de REAR L – aansluiting.
3 Sluit uw achter-luidsprekers aan op de uitgangsaansluitingen van de achtersubwoofer.
Let er op dat u de achter-luidsprekers juist gepoold aansluit op de subwoofer.
R
L
Opmerking:
• Stel het volume voor de subwoofer in met de regelaars op de subwoofer zelf, niet
met dit toestel.
16
Aansluitingen
Aansluiten van een externe decoder
Dit toestel is uitgerust met zes extra ingangsaansluitingen (links en rechts hoofd, midden, links en rechts surround en subwoofer) voor
gescheiden multikanaals ingangssignalen van een externe decoder, geluidsprocessor of voorversterker. Sluit de uitgangsaansluitingen van uw
externe decoder aan op de 6CH INPUT ingangsaansluitingen.
Let er op dat de linker en rechter uitgangsaansluitingen worden aangesloten op de
linker en rechter ingangsaansluitingen voor de hoofd en surround kanalen.
Om naar de weergave van uw externe decoder te luisteren, dient u 6CH INPUT in te
drukken op dit toestel of de afstandsbediening.
Opmerkingen:
• Wanneer u 6CH INPUT selecteert als signaalbron, zal dit toestel automatisch de
ingebouwde geluidsveldprocessor uitschakelen en zal het derhalve niet mogelijk zij te
luisteren met een van de DSP programma’s.
• Wanneer u 6CH INPUT als ingangsbron kiest, zal het wijzigen van SPEAKER SET op
het SET MENU geen effect hebben.
Aansluiten van externe versterkers
Als u het uitgangsvermogen van de luidsprekers wilt opvoeren, of wanneer u een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een
externe versterker aansluiten op de PRE OUT/MAIN IN aansluitingen.
R
r
L
q
w
e
t
CENTER
y
R
q FRONT aansluitingen
Voor-effect uitgangsaansluitingen.
w REAR (surround) aansluitingen
Achter-kanaal uitgangsaansluitingen.
e SUBWOOFER aansluitingen
Hoofd, midden en achter kanaal frequenties onder de 90 Hz
worden weergegeven via deze aansluitingen. U kunt ook DTS
en Dolby Digital LFE signalen via deze uitgangsaansluiting
weergeven.
Regel het volume voor de subwoofer met de daartoe bestemde
regelaar op de subwoofer zelf. Het volume van de subwoofer
kan niet worden geregeld door dit toestel.
L
r CENTER aansluiting
Uitgangsaansluiting middenkanaal.
t REAR CENTER aansluiting
Aansluiting voor het achter-midden-kanaal uitgangssignaal.
y MAIN aansluitingen
17
Nederlands
MAIN IN aansluitingen ........ Ingangsaansluiting voor de
versterkers voor het hoofdkanaal
van dit toestel.
Wanneer u deze aansluitingen gebruikt, zulle signalen die
binnenkomen via de voorversterker van dit toestel niet worden
gereproduceerd via de hoofdversterker van dit toestel.
MAIN OUT aansluitingen ... Hoofdkanaal
uitgangsaansluitingen. De
uitgangssignalen via deze
aansluitingen kunnen worden
geregeld door de BASS,
TREBLE, BALANCE en BASS
EXTENSION instellingen.
Aansluitingen
Overige
■ IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
WAARSCHUWING
Voorbereidingen
Verzet de impedantie keuzeschakelaar
IMPEDANCE SELECTOR niet terwijl het
toestel is ingeschakeld, daar dit het toestel kan
beschadigen.
ALS DIT TOESTEL NIET INSCHAKELT
WANNEER ER OP DE STANDBY/ON
TOETS WORDT GEDRUKT:
De impedantie keuzeschakelaar IMPEDANCE
SELECTOR staat wellicht niet goed in een
van de twee mogelijke standen. In dit geval
dient u de keuzeschakelaar goed in de juiste
stand te zetten terwijl het toestel uit (standby)
staat.
VOLTAGE
SELECTOR
(Voltage
keuzeschakelaar)
(Algemene
modellen en
modellen voor
China)
Kies de stand die overeenkomt met de specificaties van uw luidspreker-systeem.
(Bovenste stand)
FRONT EFFECT:
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen.
REAR:
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen.
REAR CENTER:
De impedantie van de luidspreker moet tenminste 6 Ohm bedragen.
CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 4 Ohm bedragen.
MAIN:
Als u een paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 4 Ohm bedragen.
Als u twee paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 8 Ohm bedragen.
Netsnoer
(Algemene modellen, modellen
voor China en Groot-Brittannië)
(Onderste stand)
FRONT EFFECT:
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
REAR:
De impedantie van elke luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
REAR CENTER:
De impedantie van de luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
CENTER: De impedantie van de luidspreker moet tenminste 8 Ohm bedragen.
MAIN:
Als u een paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 8 Ohm bedragen.
Als u twee paar hoofd-luidsprekers gebruikt, moet de impedantie van
elke luidspreker tenminste 16 Ohm bedragen.
G.
VOLTAGE SELECTOR
240
■ Aansluiten van het netsnoer
IMPEDANCE SELECTOR
SET BEFORE POWER ON
FRONT
: 6ΩMIN./SPEAKER
REAR
: 6ΩMIN./SPEAKER
REAR CENTER : 6ΩMIN./SPEAKER
: 4ΩMIN./SPEAKER
CENTER
MAIN A OR B : 4ΩMIN./SPEAKER
A + B : 8ΩMIN./SPEAKER
Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen
gemaakt zijn.
FRONT
: 8ΩMIN./SPEAKER
REAR
: 8ΩMIN./SPEAKER
REAR CENTER : 8ΩMIN./SPEAKER
: 8ΩMIN./SPEAKER
CENTER
MAIN A OR B : 8ΩMIN./SPEAKER
A + B : 16ΩMIN./SPEAKER
Let op:
• Gebruik geen ander netsnoer dan het meegeleverde. (alleen modellen voor Europa)
IMPEDANCE SELECTOR schakelaar
Netsnoer (alleen modellen voor Europa)
AC OUTLETS
■ Netstroomaansluitingen (AC OUTLETS)
U kunt deze gebruiken om andere componenten uit uw systeem van stroom te
voorzien. De aan/uit toets (STANDBY/ON, SYSTEM POWER of STANDBY
op de afstandsbediening) van dit toestel zal vervolgens ook deze componenten
bedienen. Deze netstroomaansluitingen voorzien de aangesloten apparatuur alleen
van stroom wanneer dit toestel is ingeschakeld. Het maximum vermogen (totaal
opgenomen vermogen van de componenten) die kunnen worden aangesloten op de
AC OUTLETS netstroomaansluitingen is 100 W.
■ Voltage keuzeschakelaar (Algemene modellen en modellen
R
WER ON
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
N./SPEAKER
IN./SPEAKER
18
voor China)
De voltage keuzeschakelaar op het achterpaneel van dit toestel moet worden
ingesteld aan de hand van de netspanning bij u thuis VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt.
In-beeld display (OSD)
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten weergeven op een video-monitor. Als u het instelmenu (SET MENU) en de instellingen
voor de DSP geluidsveldprogramma’s op een scherm bekijkt, is het veel makkelijker om de beschikbare mogelijkheden en parameters te
overzien dan wanneer u deze gegevens van het display op het voorpaneel moet lezen.
Als er tevens een videobron wordt weergegeven, zal het in-beeld display over het beeld worden geprojecteerd.
Als er geen videobron wordt gereproduceerd (of wanneer de signaalbron uit (standby) staat), kunt u het in-beeld display (blauwe
achtergrond) in- of uitschakelen via “14 DISPLAY SET” op het SET MENU.
In-beeld display functies
P01 CONCERT HALL 1
≥
Europe Hall A
INIT.DLY…………30ms
ROOM SIZE…………1.0
LIVENESS…………………5
Volledige weergave (Bijv.)
U kunt de hoeveelheid gegevens die wordt getoond door het in-beeld display wijzigen.
Volledige weergave .... Deze instelling laat de parameterwaarden voor het
geluidsveldprogramma op de video-monitor zien.
Verkorte weergave ..... Deze instelling laat onder in beeld dezelfde informatie zien als
het display op het voorpaneel waarna de informatie van het
beeld verdwijnt.
Weergave uit .............. Deze instelling laat korte tijd de aanduiding “DISPLAY OFF”
onder in beeld zien. Hierna zullen er geen aanduidingen van
handelingen meer op het scherm verschijnen, behalve wanneer
ON SCREEN gebruikt wordt.
Opmerkingen:
P01
CONCERT HALL 1
Europe Hall A
Verkorte weergave (Bijv.)
• Wanneer u kiest voor weergave van alle informatie op het scherm, zullen de INPUT
keuzetoetsen, VOLUME en sommige andere gegevens onder in beeld wordt
weergegeven op dezelfde manier als op het display op het voorpaneel van het toestel.
• Het signaal van het in-beeld display wordt niet gereproduceerd via de REC OUT
keuzeschakelaar en zal niet worden opgenomen met enig videosignaal.
• De informatie betreffende het instelmenu (SET MENU) en de TEST DOLBY SUR en
TEST DSP functies zal op het scherm verschijnen ongeacht de instelling voor het inbeeld display.
Instellen van de in-beeld display functie
ON SCREEN
1 Wanneer u de stroom inschakelt, zullen de video-monitor en het display op
het voorpaneel het hoofd volumeniveau een paar seconden laten zien en
vervolgens overschakelen naar het huidige geluidsveldprogramma.
2 Druk herhaaldelijk op ON SCREEN op de afstandsbediening om de
instelling voor de weergave van het in-beeld display te wijzigen.
De instelling verandert als volgt: Volledige weergave, verkorte weergave, uit.
Opmerkingen:
• Als u een videobron kiest die componenten aangesloten heeft op zowel de
S VIDEO IN als de composiet VIDEO IN aansluitingen en zowel de S VIDEO
OUT als de composiet VIDEO OUT uitgangsaansluitingen zijn aangesloten op een
video-monitor, dan zal het beeld zowel via de S VIDEO OUT als via de composiet
VIDEO OUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Het in-beeld display zal
echter alleen worden gereproduceerd via het S video uitgangssignaal. Als er geen
videosignaal binnenkomt, zal het in beeld display worden gereproduceerd via zowel
de S-video als het composiet videosignaal.
• Afspelen van videomateriaal met een anti-kopieersignaal, of van videosignalen die
veel ruis bevatten, kan resulteren in instabiele beeldweergave.
19
Nederlands
• Als uw video monitor alleen aangesloten is op de COMPONENT VIDEO
aansluitingen van dit toestel, zal het in beeld display niet getoond worden. Let er op
dat uw video monitor aangesloten is op de COMPONENT VIDEO aansluiting en
hetzij de VIDEO, hetzij de S VIDEO aansluitingen, als u het in beeld display wilt
kunnen zien.
Plaatsing van de luidsprekers
Waar u uw luidsprekers neerzet heeft grote invloed op hoe goed uw systeem zal klinken.
■ Plaatsing van de hoofd-luidsprekers
TV of videomonitor
Hoofdluidspreker
Hoofdluidspreker
Zet de linker en rechter hoofd-luidsprekers op gelijke afstanden van de
belangrijkste luisterplek.
Als u een TV of video-monitor in uw systeem heeft opgenomen, moet de afstand
van elk van deze luidsprekers tot de TV of video-monitor ook gelijk zijn.
■ Plaatsing van de midden-luidspreker
Voorbereidingen
TV of videomonitor
Als u een TV of video-monitor in uw systeem heeft, dient u de voorkant van de
midden-luidspreker in lijn te brengen met de voorkant van het beeldscherm. Plaats de
luidspreker zo dicht mogelijk bij de monitor, bijvoorbeeld er direct onder of er
bovenop. Als u de luidspreker onder de monitor zet, kunnen de voor-effectluidsprekers de hoogte van het geluid regelen in samenhang met de actie op het
scherm (afhankelijk van de plaats van de luisteraar). Als u een projectiescherm
gebruikt in uw systeem, dient u de midden-luidspreker onder het scherm te zetten. De
luidspreker moet in dat geval in lijn gebracht worden met het midden van het scherm.
Midden-luidspreker
1m 0.5~1m 1.5~3m 0.5~1m 1m
(3ft) (1~3ft) (5~15ft) (1~3ft) (3ft)
FR
FL
L
C
R
R
RR
L
RC
■ Plaatsing van de voor-effect, achter en achtermidden-luidsprekers
De voor effect-luidsprekers moeten ongeveer 0,5 ~ 1 m buiten de hoofdluidsprekers en voor in de ruimte geplaatst worden. Ze moeten naar de
belangrijkste luisterplek gericht worden. Plaats de achter-luidsprekers achterin de
ruimte en richt ook deze op de luisterplek. De achter-luidsprekers mogen verder uit
elkaar gezet worden dan de voor-effect-luidsprekers. De voor-effect en achterluidsprekers moeten ongeveer 1,8 m boven de vloer geplaatst worden.
Wanneer u eenmaal naar materiaal aan het luisteren bent, kunt u de plaatsing van
de luidsprekers aanpassen tot u een evenwichtige weergave via de hoofd, vooreffect en achter-luidsprekers heeft bereikt.
■ Wanneer u een projectiescherm gebruikt
1
L
R
1/4
C
■ Plaatsing van de subwoofers
Voor-effect-luidsprekers
Achter-luidsprekers
Hoofd-luidspreker
1,8 m
Middenluidspreker
Voor
subwoofer
Plaats de luidsprekers zoals aangegeven op de afbeelding.
De hoofd-luidsprekers horen ongeveer een kwart van de schermhoogte boven de
onderrand van het scherm geplaatst te worden.
Plaats de midden-luidspreker in het midden en direct onder het scherm. De
midden-luidspreker zorgt ervoor dat de gesproken tekst precies gepositioneerd kan
worden.
Wanneer u een projectiescherm gebruikt met uw systeem, zullen de voor-effectluidsprekers voor een betere effectkwaliteit zorgen. De CINEMA-DSP
geluidsveldprogramma’s tillen het geluid van de midden-luidspreker naar boven en
zorgen voor een natuurlijke weergave in overeenstemming met de videobeelden.
Achter-middenluidspreker
Achter-subwoofer
Plaats de voor-subwoofer dicht bij de hoofd-luidsprekers. Keer de subwoofer een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te
verminderen.
Als u een achter-subwoofer gebruikt, dient u deze achter de belangrijkste
luisterplek te plaatsen. De plaatsing van de achter-subwoofer is niet heel belangrijk
vanwege het ongerichte karakter van de ultra-lage frequenties van het
gereproduceerde geluid.
Door een subwoofer van hoge kwaliteit toe te voegen aan de luidsprekeropstellingen op de bladzijde 9, zult u in staat zijn te genieten van krachtigere en
realistischere filmeffecten, ook als u al grote hoofd-luidsprekers heeft.
Opmerkingen:
• Als u luidsprekers van verschillende merken (met verschillende toonkarakteristieken)
door elkaar gebruikt in uw opstelling, is het mogelijk dat de overgangen in de toon van
een bewegende menselijke stem en andere soorten geluiden niet helemaal soepel
verlopen. We raden u daarom aan luidsprekers van een bepaalde fabrikant te gebruiken,
of luidsprekers waarvan u zeker weet dat dezelfde toonkarakteristieken delen.
U Kunt ook de uitgangsniveaus en de equalizatie van uw effect-luidsprekers regelen via
het instelmenu.
• Als u kleine luidsprekers gebruikt, zal de toevoeging van een subwoofer de
geluidseffecten in films benadrukken.
20
Luidspreker-instellingen
Dit toestel heeft zeven SPEAKER SET onderdelen in het instelmenu (SET MENU) die u moet instellen aan de hand van het aantal
luidsprekers in uw opstelling en hun afmetingen. De volgende tabel geeft een kort overzicht van deze SPEAKER SET onderdelen em laat de
begininstellingen en andere mogelijke instellingen zien. Als de begininstellingen niet geschikt zijn voor uw luidspreker opstelling, dient u
deze via het instelmenu (SET MENU) te wijzigen.
Samenvatting SPEAKER SET onderdelen 1A t/m 1G
Onderdeel
Beschrijving
Begininstelling
1A. CENTER SP
Instelling van het uitgangssignaal voor het midden-kanaal, afhankelijk van de
afmetingen van de midden-luidspreker.
De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen).
LRG
1B. MAIN SP
Instelling van het uitgangssignaal voor het hoofd-kanaal, afhankelijk van de afmetingen
van de hoofd-luidsprekers.
De mogelijke instellingen zijn LARGE (groot) of SMALL (klein).
LARGE
1C. REAR L/R SP
Instelling van het uitgangssignaal voor het achter-kanaal, afhankelijk van de afmetingen LRG
van de achter-luidsprekers.
De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen).
1D. REAR CT SP
Instelling van het uitgangssignaal voor het achter-midden-kanaal, afhankelijk van de
afmetingen van de achter-midden-luidspreker.
De mogelijke instellingen zijn LRG (groot), SML (klein) of NONE (geen).
LRG
1E. LFE/BASS OUT
Instelling van een luidspreker voor het LFE/Bass uitgangssignaal.
De mogelijke instellingen zijn SWFR (subwoofer), MAIN (hoofd-) en BOTH (allebei).
BOTH
1F. FRNT EFCT SP
Instelling van het uitgangssignaal voor het voor-effect-kanaal.
De mogelijke instellingen zijn YES (ja) of NONE (geen).
YES
1G. MAIN LEVEL
Stelt het uitgangsniveau van het uitgangssignaal voor het hoofd-kanaal in.
De mogelijke instellingen zijn Normal (normaal) of –10 dB.
Normal
Opmerking:
• Gebruik “L/R BALANCE” op het SET MENU wanneer u de balans van het uitgangsniveau tussen de linker en rechter hoofd-luidsprekers in wilt
stellen.
Nederlands
21
Uitgangsniveau luidsprekers
Dit hoofdstuk behandelt het instellen van de luidspreker-niveaus met behulp van de testtoon. Er zijn twee tests; Dolby Surround en DSP.
Voor u begint
1 Zet de BASS en TREBLE regelaars op het voorpaneel op “0” (in het
midden) en schakel de BASS EXTENSION uit.
BASS
TREBLE
Voorbereidingen
2 Gebruik voor de volgende drie stappen de afstandsbediening. Ga op de
belangrijkste luisterplek zitten en zet de PARAMETER/SET MENU
schakelaar op de afstandsbediening op PARAMETER.
3 Zet de 10 KEY/DSP schakelaar op DSP en druk op q/DTS SUR.
4 Druk op TEST en selecteer de gewenste test.
Kies “TEST DOLBY SUR.” om de uitgangsniveaus van de midden, achtermidden en links-achter en rechts-achter luidsprekers af te stemmen op dat van
de linker en rechter hoofd-luidsprekers.
Kies “TEST DSP” om de uitgangsniveaus van de voor-effect-luidsprekers in
evenwicht te brengen met die van de hoofd-luidsprekers.
Dolby Surround test
1 Nadat u de Dolby Surround test heeft geselecteerd, zal “TEST DOLBY SUR.”
op de video monitor en op het display op het voorpaneel verschijnen.
FL
2 Stel met VOLUME +/– de testtoon voor elk van de luidsprekers in. Stel het
uitgangsniveau zo in dat alle luidsprekers even luid klinken.
FR
L
C
R
• De testtoon komt achtereenvolgens uit d linker hoofd-luidspreker, de
midden-luidspreker, rechter hoofd-luidspreker, rechter achter-luidspreker,
midden achter-luidspreker en tenslotte uit de linker achter-luidspreker. De
testtoon duurt telkens 2,5 seconden.
• Houd h of g ingedrukt om de testtoon tijdlijk ergens te stoppen.
R
RR
L
RC
TEST DOLBY SUR.
EFFECT
L SUR.
EFFECT
L SUR.
22
LEVEL
0dB
LEVEL
0dB
• Gebruik h of g ook om een bepaalde luidspreker te selecteren.
3 Druk twee keer op TEST om de testtoon te laten stoppen wanneer u klaar
bent.
U kunt het uitgangsniveau van de effectkanalen (links achter, rechts achter,
midden achter en midden) tot +10 dB opvoeren. Als het uitgangsniveau van
de midden, achter en midden achter luidsprekers dan nog lager blijft dan dat
van de hoofd-luidsprekers, dient u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL zo in te
stellen dat het volume van de hoofd-luidsprekers tot ongeveer een-derde van
het normale niveau wordt teruggebracht. Nadat u het onderdeel 1G. MAIN
LEVEL via het SET MENU heeft ingesteld op “–10 dB”, dient u de niveaus
voor de midden, achter en midden achter luidsprekers opnieuw in te stellen.
Uitgangsniveau luidsprekers
DSP test
1 Nadat u de DSP test heeft geselecteerd, zal “TEST DSP” op de video monitor
en op het display op het voorpaneel verschijnen.
TEST DSP
MAIN
FL
2 Stel met VOLUME +/– de testtoon voor elk van de luidsprekers in. Stel het
uitgangsniveau van de voorste effect-luidsprekers zo in dat deze even hard
klinken als de hoofd-luidsprekers.
FR
L
C
R
• De testtoon klinkt achtereenvolgens uit de voor-effect-luidsprekers en de
hoofd-luidsprekers. De testtoon zal elke keer 2,5 seconden lang
weergegeven worden.
R
RR
L
RC
TEST DSP
3 Regel het uitgangsniveau van de voor-effect-luidsprekers met de cursor + en –
toetsen op de afstandsbediening zo af dat het uitgangsniveau van de vooreffect-luidsprekers en dat van de hoofd-luidsprekers hetzelfde klinkt.
• De testtoon wordt automatisch weergegeven via de voor-effect-luidsprekers
terwijl u het niveau regelt.
EFFECT
FRONT
EFFECT
FRONT
LEVEL
0dB
LEVEL
0dB
Opmerkingen:
• Als u de testtoon niet kunt horen, dient u eerst VOLUME in te stellen en vervolgens
de stroom uit te schakelen en de luidsprekersnoeren en andere aansluitingen te
controleren.
• De testtoon kan apart worden weergegeven via de linker of de rechter voor-effectluidspreker. Dit is handig wanneer u bijvoorbeeld de aansluitingen van deze
luidsprekers wilt controleren.
Druk op h om de testtoon te laten weergeven via de linker luidspreker, of op g om
de testtoon te laten weergeven via de rechter luidspreker. (Het in-beeld display zal
laten zien via welke luidspreker de testtoon wordt weergegeven.)
• U kunt het uitgangsniveau van de linker en de rechter voor-effect-luidsprekers
echter niet apart regelen.
• Als u op g drukt, kunt u de testtoon alleen horen via de rechter voor effectluidspreker en door op h te drukken, alleen via de linker voor effect-luidspreker.
Laat de toets in kwestie weer los om terug te keren naar de oorspronkelijke situatie.
• De toonkwaliteit van de luidsprekers kan worden ingesteld met de onderdelen
5. CENTER GEQ van het instelmenu (SET MENU).
• Als het uitgangsniveau van de voor-effect-luidsprekers lager is dan dat van de
hoofd-luidsprekers, zelfs nadat u dit met +10 dB verhoogd heeft, dient u onderdeel
1G. MAIN LEVEL van het instelmenu (SET MENU) op “–10dB” te zetten.
Hierdoor zal het uitgangsniveau van de hoofd-luidsprekers tot ongeveer een derde
van het normale niveau worden teruggebracht.
Nadat u het onderdeel 1G. MAIN LEVEL van het instelmenu (SET MENU) op
“–10dB” heeft gezet, dient u de TEST DOLBY SUR. procedure op de voorgaande
bladzijde te herhalen.
• Wanneer u een hoofdtelefoon heeft aangesloten op dit toestel, zullen de Dolby
Surround en DSP test niet functioneren.
23
Nederlands
• Als u geen voor effect-luidsprekers gebruikt, dient u het onderdeel 1F. FRNT EFCT
SP via het SET MENU op “NONE” (geen) te zetten, waarna het DSP voor effectsignaal gemengd zal worden met de signalen voor het hoofdkanaal.
Introduction
Preparations
Basisbediening
Additional
Information
Advanced
Operation
Basisbediening
Basisweergave
25
Appendix
Aan en uit zetten van het toestel ............................................................................. 25
Selecteren van een signaalbron .............................................................................. 26
Ingangsfuncties en aanduidingen ........................................................................... 27
Selecteren van een geluidsveldprogramma ............................................................ 28
Basisopname
29
Voorbereidingen ..................................................................................................... 29
24
Basisweergave
De bediening bij weergave wordt uiteen gezet aan de hand van de bedieningsorganen op het toestel zelf en die op de afstandsbediening.
Hierbij wordt deze volgorde aangehouden: “naam van de toets (naam van de toets op de afstandsbediening)”.
INPUT keuzetoetsen
EFFECT
STANDBY
SYSTEM
POWER
STANDBY/ON
VOLUME
INPUT MODE
VOLUME
INPUT
INPUT MODE
NATURAL SOUND AV AMPLIFIER DSP-AX2
Ingangskeuzetoetsen
STANDBY
/ON
SPEAKERS
A
B
EFFECT
SOURCE
DVD
D-TV/LD
SILENT
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CABLE
SAT
BASS PROCESSOR
EXTENSION DIRECT
VCR 1
VCR 2/DVR
VIDEO AUX
PHONES
BASS
TREBLE
REC OUT
S VIDEO
CD
6CH
PHONO INPUT
DSP PROGRAM
VIDEO
L AUDIO R
OPTICAL
VIDEO AUX
VOLUME
EFFECT
Aan en uit zetten van het toestel
STANDBY
/ON
STANDBY
/ON
1 Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM POWER op de afstandsbediening)
om de stroom in te schakelen.
• Het voorpaneel (en het monitorscherm) zullen het ingestelde volumeniveau
een paar seconden lang laten zien en vervolgens overschakelen naar het
tonen van het op dit moment ingestelde geluidsveldprogramma.
2 Druk op STANDBY/ON (of op STANDBY op de afstandsbediening) om de
stroom uit (standby) te schakelen.
Opmerking:
• De bedieningstoestand waarin het toestel zich bevindt wordt bij het uitschakelen
opgeslagen in het geheugen van het toestel. Door een in de handel verkrijgbare
timer aan te sluiten op dit toestel, kunt u gemakkelijk op het door u gewenste
tijdstip een signaalbron laten weergeven of opnemen.
Nederlands
25
Basisweergave
Introduction
Selecteren van een signaalbron
1 Selecteer de gewenste signaalbron met de INPUT keuzetoetsen, of druk op
een van de directe keuzetoetsen op de afstandsbediening.
INPUT
• De huidige signaalbron wordt op het display op het voorpaneel aangegeven
met een pijltje.
De geselecteerde signaalbron
D-TV/LD
DVD
CABLE
MD/TAPE
SAT
VCR 1
VCR2/DVR
Basisbediening
Preparations
V-AUX
CD-R
TUNER
CD
PHONO
• De naam van de huidige signaalbron en de bijbehorende ingangsfunctie
worden een paar seconden lang getoond op het display op het voorpaneel en
op de video-monitor.
Selecteer deze signaalbron: Om het signaal via deze
apparatuur weer te geven.
DVD ........................................ DVD-speler
D-TV/LD ................................ LD-speler /Digitale TV of TV
CABLE ................................... Kabeltelevisie
VCR 1 ..................................... Videodeck 1
VCR 2/DVR ........................... Videorecorder 2 of digitale videorecorder
V-AUX ................................... Andere AV component
PHONO .................................. Draaitafel
CD ........................................... CD-speler
TUNER ................................... AM/FM tuner
MD/TAPE ............................... MD-recorder/Cassettedeck
CD-R ....................................... CD Recorder
SAT ......................................... Satelliettuner
2 Begin de weergave (of stem af op een zender) op de signaalbron.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende component.
VOLUME
3 Regel het VOLUME met de draaiknop (of de VOLUME +/– toetsen op de
afstandsbediening).
Let op:
Additional
Information
Advanced
Operation
• Als de op VCR 1, VCR 2/DVR, MD/TAPE of CD-R OUT aangesloten
component is uitgeschakeld, is het mogelijk dat het weergegeven geluid vervormd
raakt, of dat het volume te laag is. Schakel de betreffende component in een
dergelijk geval in.
■ Achtergrondvideo (BGV) functie
De achtergrondvideo (BGV) functie stelt u in staat een videosignaal van een
videobron te combineren met een audiosignaal van een audiobron. (Zo kunt u
bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u een video bekijkt.)
Appendix
Selecteer een signaalbron uit de video-groep en kies vervolgens een signaalbron uit
de audio-groep met de afstandsbediening. Gebruik de ingangstoetsen op de
afstandsbediening om uw keuze te maken. De BGV functie werkt niet als u de
signaalbron kiest met de INPUT keuzetoetsen op het voorpaneel.
26
Basisweergave
Ingangsfuncties en aanduidingen
Dit toestel heeft diverse ingangsaansluitingen. Als een externe component is aangesloten op meer dan een soort ingangsaansluiting, kunt u
aangeven welk ingangssignaal voorrang moet krijgen. Druk op INPUT MODE op het voorpaneel of op een van de ingangskeuzetoetsen
(druk deze herhaaldelijk in) op de afstandsbediening om de ingangsfunctie te zien of te wijzigen.
• AUTO
AUTO:DOLBY D.
AUTO:DTS
AUTO:PCM
AUTO:ANALOG
AUTO:--• DTS
DTS
DTS:--• ANALOG
ANALOG
ANALOG:---
AUTO: ........... Deze functie wordt automatisch ingesteld wanneer u dit toestel inschakelt. In deze
functie zal het ingangssignaal automatisch worden gekozen in deze volgorde:
1) Dolby Digital of DTS gecodeerde signalen
2) Digitale (PCM) signalen
3) Analoge signalen
DTS: ................. In deze functie worden alleen DTS gecodeerde digitale signalen geselecteerd,
ook als er tegelijkertijd andere ingangssignalen beschikbaar zijn.
ANALOG: ..... In deze functie worden alleen analoge signalen geselecteerd, ook als er
tegelijkertijd digitale ingangssignalen beschikbaar zijn.
<Wanneer LD is gekozen als signaalbron> (Alleen algemene modellen en modellen voor China)
AUTO: ........... In deze functie zal het toestel automatisch het ingangssignaal kiezen in
deze volgorde:
1) Dolby Digital RF gecodeerde signalen.
2) DTS gecodeerde signalen
3) Digitale (PCM) signalen
4) Analoge signalen
D.D.RF: ......... Dit toestel zal alleen Dolby Digital RF signalen selecteren.
DTS: .............. In deze functie zal dit toestel zal alleen DTS gecodeerde digitale ingangssignalen
selecteren, ook als er tegelijkertijd andere signalen binnenkomen.
DGTL: ........... Dit toestel zal alleen digitale signalen die binnenkomen via de
OPTICAL ingangsaansluitingen selecteren.
ANALOG: ..... Dit toestel zal alleen signalen selecteren die binnenkomen via de ANALOG
ingangsaansluitingen. Dit toestel zal geen Dolby Digital RF of DTS signalen selecteren.
Opmerkingen:
• Als er zowel via de COAXIAL als de OPTICAL aansluitingen digitale signalen binnenkomen, zal het digitale signaal van de COAXIAL aansluiting
de voorrang krijgen.
• Wanneer AUTO ingesteld staat, zal dit toestel automatisch het ingangssignaal proberen te herkennen. Als er een Dolby Digital of DTS signaal wordt
gedetecteerd, zal de decoder automatisch naar de toepassellijke instelling overschakelen en een 5.1 kanaals signaal reproduceren.
• In de volgende situatie kan de geluidsweergave worden onderbroken bij sommige LD en DVD-spelers: De ingangsfunctie staat op AUTO. Er wordt
gezocht terwijl er een schijf wordt afgespeeld die gecodeerd is met Dolby Digital of DTS, waarna de weergave van deze schijf wordt hervat. De
geluidsweergave zal nu kort worden onderbroken omdat het digitale signaal weer opnieuw moet worden gedetecteerd.
■ Opmerkingen bij weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal
■ Opmerkingen bij weergave van een LD of DTS CD bronsignaal
• Voor LD materiaal zonder digitaal geluidsspoor dient u de LD-speler aan te sluiten op de analoge ingangsaansluitingen en de
ingangsfunctie op AUTO of op ANALOG te zetten.
• Als de LD-speler een non-standaard signaal produceert, is dit toestel niet in staat te detecteren of dit een Dolby Digital of DTS signaal
is. In een dergelijk geval zal de decoder automatisch overschakelen naar PCM of analoog.
• Sommige A/V componenten, zoals LD-spelers, produceren verschillende audiosignalen via hun analoge en hun digitale
uitgangsaansluitingen. Verander de ingangsfunctie indien nodig.
• Als u een LD-speler gebruikt, een met Dolby Digital gecodeerd signaal wilt weergeven en terugschakelt naar de normale weergave van
pauze of nadat u een hoofdstuk hebt doorgespoeld, is het mogelijk dat u een kort moment voor het Dolby Digital signaal wordt
weergegeven het PCM of analoge geluid kunt horen.
27
Nederlands
• Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier is bewerkt, kunt u mogelijk het DTS signaal niet meer
decoderen, ook al is er een digitale verbinding tussen dit toestel en de speler.
• Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de ingangsfunctie op ANALOG zet, zal dit toestel de ruis behorend bij een rauw
DTS signaal weergeven. Wanneer u een DTS bronsignaal wilt weergeven, moet u de signaalbron aansluiten op een digitale
ingangsaansluiting en de ingangsfunctie op AUTO of DTS zetten.
• Als u de ingangsfunctie op ANALOG zet terwijl er een DTS gecodeerd signaal wordt weergegeven, zal dit toestel geen geluid produceren.
• Als u een DTS gecodeerd bronsignaal weergeeft en de ingangsfunctie op AUTO zet, zal er een moment slechts ruis worden
weergegeven terwijl het toestel het signaal als DTS signaal aan het herkennen is en de DTS decoder aan het inschakelen is. Dit duidt
niet op een storing. U kunt dit voorkomen door de ingangsfunctie van tevoren al op DTS te zetten.
• Als u doorgaat met de weergave van een DTS gecodeerd signaal terwijl u de ingangsfunctie op AUTO laat staan, zal dit toestel
automatisch naar de “DTS decodering” functie schakelen om te voorkomen dat er later ruis wordt weergegeven. (De “t” indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel.) De “t” indicator zal direct na het einde van de weergave van een DTS gecodeerd
bronsignaal gaan knipperen. Terwijl deze indicator aan het knipperen is, kan er alleen een DTS gecodeerd bronsignaal worden
weergegeven. Als u nu een gewoon PCM bronsignaal wilt laten weergeven, dient u de ingangsfunctie terug op AUTO te zetten.
• De “t” indicator zal gaan knipperen wanneer de ingangsfunctie op AUTO staat en er gezocht wordt of een stuk wordt overgeslagen
bij weergave van een DTS gecodeerd bronsignaal. Als deze toestand 30 seconden of langer voortduurt, zal het toestel automatisch van
de “DTS decodering” functie overschakelen naar de ingangsfunctie voor digitale PCM signalen, waarna de “t” indicator zal doven.
Basisweergave
Selecteren van een geluidsveldprogramma
Introduction
U kunt uw luister-ervaring verbeteren door een DSP geluidsveldprogramma te selecteren. De 25 DSP geluidsveldprogramma’s zijn verdeeld
in 12 DSP programmagroepen.
10KEY/DSP
1 Zet de 10 KEY/DSP schakelaar op de afstandsbediening op DSP.
2 Druk op het hoofdtoestel op de DSP toets en verdraai de MULTI JOG
draaiknop om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren.
Opmerkingen:
Preparations
• Als er een DTS of Dolby Digital signaal binnenkomt en de ingangsfunctie op
“AUTO” staat, zal het geluidsveldprogramma automatisch naar het geschikte
decodeerprogramma overschakelen.
• Kies een geluidsveldprogramma aan de hand van uw eigen voorkeur, niet gebaseerd
op de naam van het programma. De akoestiek van de ruimte waarin u zich bevindt,
heeft ook invloed op de geluidsweergave via het geluidsveldprogramma. U dient de
weerkaatsing van geluid in de ruimte zoveel mogelijk te verminderen om het effect
van het programma te maximaliseren.
6.1/ES
Als u gebruik wilt maken van de achtermidden-luidspreker met een 5.1 kanaals
signaalbron, dient u op 6.1/ES te drukken.
• Wanneer u een signaalbron selecteert, zal het hoofdtoestel automatisch het laatst
met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Basisbediening
• Wanneer u het hoofdtoestel uitschakelt, worden de op dat moment ingeschakelde
signaalbron en het gebruikte geluidsveldprogramma automatisch opgeslagen in het
geheugen, zodat deze automatisch kunnen worden ingesteld wanneer de volgende
keer de stroom weer ingeschakeld wordt.
• Wanneer de signaalbron digitale signalen met een hoge bemonsteringsfrequentie
van 96 kHz produceert, kunnen de DSP geluidsveldprogramma’s niet worden
toegepast op de geluidssignalen. In dit geval zullen de signalen worden
gereproduceerd als gewone 2 kanaals stereo signalen.
Hi-Fi DSP programma’s
Concert Hall 1
Concert Hall 2
Church
Jazz Club
Rock Concert
Stadium
Entertainment
Europe Hall A
Europe Hall B
U.S.A. Hall C
Live Concert
Freiburg
Royaumont
Village Gate
The Bottom Line
Roxy Theatre
Arena
Anaheim
Bowl
Disco
8ch Stereo
CINEMA-DSP programma’s
Entertainment
Concert Video
TV Theater
Movie Theater 1
Movie Theater 2
q/DTS SURROUND
Game
Pop/Rock
Classical/Opera
Mono Movie
Variety/Sports
Spectacle
Sci-Fi
Adventure
General
Normal/Matrix 6.1/ES
Enhanced/6.1/ES
Advanced
Operation
■ Virtuele CINEMA DSP en HP CINEMA DSP
U kunt het virtuele CINEMA DSP geluidsveldprogramma ervaren door het onderdeel 1C. REAR L/R SP van het instelmenu (SET MENU)
op “NONE” (geen) te zetten. De geluidsveld-bewerking wordt aldus gewijzigd in de virtuele CINEMA DSP, afhankelijk van het
geselecteerde geluidsveldprogramma. Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van virtuele geluiden zonder achter-luidsprekers. De
signalen voor de achter-luidsprekers worden weergegeven via de hoofd-luidsprekers. U kunt ook luisteren met HP (hoofdtelefoon) CINEMA
DSP door uw hoofdtelefoon aan te sluiten op de PHONES aansluiting terwijl de DSP geluidsveldprogramma’s ingeschakeld zijn. Wanneer
de signaalbron digitale signalen met een hoge bemonsteringsfrequentie van 96 kHz produceert, kunnen de Virtual CINEMA DSP en HP
CINEMA DSP programma’s niet functioneren.
Opmerking:
Additional
Information
• Dit toestel wordt in de volgende gevallen toch niet in de Virtual CINEMA DSP gezet, ook al staat “1C REAR L/R SP” op “NONE” (geen):
– wanneer het 8ch Stereo, DOLBY DIGITAL/Normal of DTS/Normal programma is geselecteerd;
– wanneer het geluidseffect is uitgeschakeld;
– wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron;
– wanneer dit toestel digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz ontvangt;
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE bronsignaal wordt weergegeven;
– wanneer de testtoon wordt gebruikt; of
– wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
EFFECT
EFFECT OFF
■ Normale stereo weergave
Voor normale stereo weergave dien u op EFFECT te drukken om de effecten te
annuleren.
Appendix
Opmerkingen:
• Wanneer u de effecten uitschakelt, zal er geen geluid worden gereproduceerd via de
voor-effect, midden, achter en achter-midden-luidsprekers.
• Als u de effecten uitschakelt terwijl er DTS of Dolby Digital signalen worden verwerkt,
zal het dynamisch bereik van het signaal automatisch worden gecomprimeerd.
• Het volume wordt mogelijk heel erg verminderd wanneer u de effecten uitschakelt, of
wanneer u het instelmenu (SET MENU) wijzigt. Zet de effecten in dit geval weer aan.
28
Basisopname
Door middel van REC OUT kunt u opnemen van de ene signaalbron terwijl u luistert naar een andere.
Voorbereidingen
1 Zet dit toestel en alle aangesloten apparatuur aan.
STANDBY
/ON
DVD
D-TV/LD
SOURCE
MD/TAPE
CD-R
TUNER
CABLE
SAT
CD
VCR 1
VCR 2/DVR
VIDEO AUX
REC OUT
PHONO
2 Kies de signaalbron waarvan u wilt opnemen met REC OUT.
• Zet REC OUT op SOURCE om van de huidige signaalbron op te nemen.
• Zet REC OUT op de signaalbron waarvan u wilt opnemen om op te nemen
van een signaalbron die u niet weer wilt laten geven.
3 Begin de weergave (of stem af op een zender) op de signaalbron.
4 Begin de opname op het opname-apparaat.
• Als u ondertussen naar een andere signaalbron wilt luisteren en REC OUT
niet op SOURCE staat, kunt u de weer te geven signaalbron kiezen met de
INPUT keuzetoetsen en vervolgens het volume naar eigen smaak instellen.
Opmerkingen:
• Maak een test-opname voor u daadwerkelijk gaat opnemen.
• Wanneer dit toestel is uitgeschakeld, kunt u niet opnemen van het ene op dit toestel
aangesloten apparaat naar het andere.
• De instelling van BASS, TREBLE, BASS EXTENSION, BALANCE,
VOLUME en DSP geluidsveldprogramma’s heeft geen invloed op het opgenomen
signaal.
■ Bijzondere aandachtspunten bij het opnemen van
DTS materiaal
Het DTS signaal is een digitale bitstroom. Als u probeert de DTS bitstroom
digitaal op te nemen, zal slechts geruis worden opgenomen. Als u dus dit toestel
wilt gebruiken om DTS gecodeerd bronmateriaal op te nemen, dient u aandacht te
schenken aan de volgende punten.
Voor DTS gecodeerde LD’s, DVD’s en CD’s:
Op de volgende manier kunnen alleen 2 kanaals analoge audiosignalen worden
opgenomen:
• LD’s:
Zet de linker en rechter uitgangsaansluitingen van uw LD-speler op de
analoge soundtrack.
• DVD’s:
Gebruik het discmenu om de gemengde 2 kanaals links en rechts audio
uitgangsaansluitingen van de DVD-speler op de PCM of Dolby Digital
soundtrack te zetten.
• CD’s:
Het op CD’s opgenomen DTS signaal kan alleen worden gereproduceerd als
een digitale bitstroom en kan daarom niet worden opgenomen.
Nederlands
29
Introduction
Preparations
Basic Operation
Geavanceerde
bediening
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
31
Additional
Information
Geavanceerde
bediening
Bedienen van het instelmenu (SET MENU) .......................................................... 32
1. SPEAKER SET (1A. CENTER SP t/m 1G. MAIN LEVEL) ............................ 33
2. LOW FREQ. TEST ............................................................................................ 35
3. L/R BALANCE .................................................................................................. 36
4. HP TONE CTRL (Hoofdtelefoon toonregeling) ................................................ 36
5. CENTER GEQ (Midden grafische equalizer) .................................................... 36
6. INPUT RENAME ............................................................................................. 36
7. I/O ASSIGN ....................................................................................................... 37
8. INPUT MODE ................................................................................................... 37
9. PARAMETER INI (Parameter initialisatie) ...................................................... 37
10. DOLBY D. SET (Dolby Digital instelling) ..................................................... 38
11. DTS SET .......................................................................................................... 38
12. 6.1/ES AUTO ................................................................................................... 38
13. SP DELAY TIME ............................................................................................ 39
14. DISPLAY SET ................................................................................................. 39
15. MEMORY GUARD ......................................................................................... 39
Kenmerken afstandsbediening
40
Appendix
Gebruik van de afstandsbediening ......................................................................... 40
Bedieningstoetsen voor alle componenten ............................................................. 42
Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening ........................... 45
Programmeren van een nieuwe functie voor de afstandsbediening ....................... 46
Gebruiken van de macro-functie ............................................................................ 47
Veranderen van de naam van de signaalbron op het display ................................. 49
Wissen van een geleerde functie of macro ............................................................. 49
Wissen van geleerde functies en instellingen ......................................................... 50
30
Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers
51
Instellen van de slaaptimer
51
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
Het instelmenu (SET MENU) bestaat uit zestien onderdelen, inclusief de luidspreker-instellingen, midden-grafische equalizer en parameter
initialisatie functies. Kies het toepasselijke onderdeel en stel de betreffende waarden in naar behoeven.
Opmerkingen:
• U kunt onderdelen van het instelmenu (SET MENU) wijzigen terwijl er een signaalbron gereproduceerd wordt.
• Wij raden u aan de onderdelen van het instelmenu (SET MENU) in te stellen met behulp van een video-monitor. Het is gemakkelijker om de
mogelijkheden te overzien op het scherm van de monitor dan op het display op het voorpaneel van dit toestel wanneer u de onderdelen van het
instelmenu (SET MENU) instelt.
Onderdelen
1. SPEAKER SET
1A. CENTER SP
1B. MAIN SP
1C. REAR L/R SP
1D. REAR CT SP
1E. LFE/BASS OUT
1F. FRNT EFCT SP
Omschrijvingen
Instelling
Bladzijde
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw midden-luidspreker.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw hoofd-luidsprekers.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw achter-luidsprekers.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw achter-midden-luidspreker.
Selecteert de uitgangsfunctie voor het LFE/BASS uitgangssignaal.
Selecteert de geschikte uitgangsfunctie voor uw voor-effectluidsprekers.
Selecteert het uitgangsniveau voor uw hoofd-kanalen.
LRG / SML / NONE
LARGE / SMALL
LRG / SML / NONE
LRG / SML / NONE
SWFR / MAIN / BOTH
YES / NONE
2. LOW FREQ. TEST
Brengt het uitgangsniveau van de subwoofer in overeenstemming met
dat van de andere luidsprekers.
TEST TONE;
OFF / ON
OUTPUT;
MAIN L/R, MAIN L, CENTER, MAIN R, R
SUR, REAR CT, L SUR, SWFR, FRONT
FREQ.;
35Hz—250Hz
(Smal- of breedband)
35
3. L/R BALANCE
Regelt de balans tussen de linker en rechter kanalen.
L t/m 0 t/m R
36
4. HP TONE CTRL
Regelt de toonbalans voor de hoofdtelefoon.
BASS; –6dB t/m +3dB
TRBL; –6dB t/m +3dB
36
5. CENTER GEQ
Brengt de toonkwaliteit van de midden-luidspreker in overeenstemming
met de hoofd-luidsprekers.
5 banden: –6dB t/m +6dB
36
6. INPUT RENAME
Verandert de naam van de ingangen.
Maximaal acht tekens.
36
7. I/O ASSIGN
Wijst de I/O aansluitingen toe aan de aangegeven signaalbronnen.
Digitaal I/O, CMPNT ingang.
37
8. INPUT MODE
Selecteert de aanvankelijke ingangsfunctie voor de diverse
signaalbronnen.
AUTO / LAST
37
9. PARAMETER INI
Initialiseert de parameters van een groep DSP programma’s.
1 t/m 12
37
10. DOLBY D. SET
10A. LFE LEVEL
10B. D-RANGE
Regelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor Dolby Digital signalen.
Regelt het dynamisch bereik voor Dolby Digital signalen.
SP, HP; –20dB t/m 0dB
SP, HP; MAX / STD / MIN
38
11. DTS SET
Regelt het uitgangsniveau van het LFE kanaal voor DTS signalen.
SP, HP; –10dB t/m +10dB
38
12. 6.1/ES AUTO
Selecteert de AUTO functie voor Dolby Digital Matrix 6.1 en DTS ES
decodering.
ON / OFF
38
13. SP DELAY TIME
Regelt de vertraging voor de midden en achter-midden-luidsprekers.
CENTER; 0ms t/m 5ms
REAR CNTR; 0ms t/m 30ms
39
14. DISPLAY SET
Selecteert de display-instellingen.
BLUE BACK; AUTO/OFF
OSD SHIFT; 0 t/m 10
DIMMER; –4 t/m 0
39
15. MEMORY GUARD
Vergrendelt de DSP programma-parameters en andere instelmenu (SET
MENU) instellingen.
OFF / ON
39
1G. MAIN LEVEL
33-35
Normal / –10dB
Nederlands
31
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
Bedienen van het instelmenu (SET MENU)
Introduction
Voer de instellingen uit met de afstandsbediening. Sommige onderdelen vereisen extra stappen om de gewenste instelling te maken.
PARAMETER / SET MENU
Preparations
Cursortoetsen
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op SET MENU (instelmenu).
Basic Operation
2 Druk herhaaldelijk op h of g om een onderdeel te kiezen van het SET MENU en gebruik vervolgens + of – om dat onderdeel in te
stellen.
• Het onderdeel dat u het laatst heeft ingesteld zal op het display verschijnen.
• Sommige onderdelen zijn zelf weer onderverdeeld.
In-beeld display (OSD)
SET MENU 1/4
Geavanceerde
bediening
1
≥ 2
3
4
SPEAKER SET
LOW FREQ.TEST
L/R BALANCE
HP TONE CTRL
Voorpaneel display
2 LOW FREQ.TEST
-/+ : Enter
3 Druk op + of – om de instelling van het onderdeel te wijzigen.
2 LOW FREQ.TEST
≥ TEST TONE………OFF
OUTPUT…MAIN L/R
FREQ.………………88Hz
2 LOW FREQ.TEST
TEST TONE………OFF
Additional
Information
4 Druk herhaaldelijk op h of g of op een DSP keuzetoets om het instelmenu te verlaten.
Appendix
of
32
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
1. SPEAKER SET (1A. CENTER SP t/m 1G. MAIN LEVEL)
Met deze functie kunt u de voor uw luidspreker-opstelling geschikte uitgangsfuncties selecteren. U moet de uitgangsfunctie instellen wanneer
u een subwoofer gebruikt.
■ 1A. CENTER SP (midden-luidspreker)
Door een midden-luidspreker toe te voegen aan uw luidspreker-opstelling, zal dit toestel in staat zijn de gesproken tekst goed te plaatsen
voor alle luisteraars en beeld en geluid optimaal met elkaar te laten overeenkomen. Het in-beeld display zal een grote, kleine of helemaal
geen midden-luidspreker laten zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LRG” (groot).
Kies de “LRG” (groot) instelling als u een grote midden-luidspreker heeft. Het hele bereik van midden-kanaal signalen wordt naar de
midden-luidspreker gestuurd.
Kies de “SML” (klein) instelling als u een kleine midden-luidspreker heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen midden-luidspreker heeft. Alle signalen voor het midden-kanaal zullen naar de linker en
rechter hoofd-luidsprekers worden gestuurd. De “NONE” (geen) instelling zal de gesproken tekst goed kunnen plaatsen voor de
luisteraar op de belangrijkste luisterplek.
Groot
Klein
1A CENTER SP
“LRG
SML
Geen
1A CENTER SP
NONE
LRG “SML
1A CENTER SP
NONE
LRG
1A CENTER SP
“LRG SML NONE
SML “NONE
■ 1B. MAIN SP (hoofd-luidsprekers)
Het display zal kleine of grote hoofd-luidsprekers tonen afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LARGE” (groot).
Kies de “LARGE” (groot) instelling als u grote hoofd-luidsprekers heeft. Het gehele bereik voor de linker en rechter hoofd-kanaal
signalen zal naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd.
Kies de “SMALL” (klein) instelling als u kleine hoofd-luidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Groot
Klein
1B MAIN SP
1B MAIN SP
1B MAIN SP
“LARGE SMALL
“LARGE
SMALL
LARGE
“SMALL
Opmerking:
• Wanneer u de “MAIN” instelling kiest voor het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT, zullen de lage tonen van 90 Hz en minder naar de hoofd-luidsprekers
worden gestuurd ook al stelt u “SMALL” (klein) in voor de hoofd-luidsprekers zelf.
■ 1C. REAR L/R SP (achter-luidsprekers)
Het in-beeld display zal grote, kleine of geen luidsprekers laten zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is “LRG” (groot).
Kies de “LRG” (groot) instelling als u grote linker en rechter achter-luidsprekers heeft of wanneer u een achter-subwoofer heeft. Het
hele bereik van achter-kanaal signalen wordt naar de linker en rechter achter-luidsprekers gestuurd.
Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen achter-luidsprekers heeft.
• In dit geval zal de achter-midden-luidspreker automatisch op “NONE” (geen) gezet worden en zal het onderdeel 1D. REAR CT SP
(achter-midden-luidspreker) worden overgeslagen.
Groot
Klein
1C REAR L/R SP
Geen
1C REAR L/R SP
1C REAR L/R SP
1C REAR L/R SP
“LRG SML NONE
“LRG
SML
NONE
LRG “SML
NONE
LRG
SML “NONE
33
Nederlands
Kies de “SML” (klein) instelling als u kleine linker en rechter achter-luidsprekers heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen
naar de luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
■ 1D. REAR CT SP (achter-midden-luidspreker)
Introduction
Door een achter midden-luidspreker toe te voegen aan uw luidspreker-opstelling, kan dit toestel realistischer overgangen van voor naar
achter en vice-versa weergeven. De begininstelling is “LRG” (groot).
Kies de “LRG” (groot) instelling als u een grote achter-midden-luidspreker heeft. Het hele bereik van achter-midden-kanaal signalen
wordt naar de achter-midden-luidsprekers gestuurd.
Kies de “SML” (klein) instelling als u een kleine achter-midden-luidspreker heeft. De lage tonen van 90 Hz en minder zullen naar de
luidsprekers die zijn geselecteerd via onderdeel 1E. LFE/BASS OUT worden gestuurd.
Kies de “NONE” (geen) instelling als u geen achter-midden-luidspreker heeft. Het achter-midden signaal wordt naar de achter L/R
luidsprekers gestuurd.
Groot
Klein
Preparations
1D REAR CT SP
Geen
1D REAR CT SP
1D REAR CT SP
1D REAR CT SP
“LRG SML NONE
“LRG
SML
NONE
LRG “SML
NONE
LRG
SML “NONE
■ 1E. LFE/BASS OUT (Bas uitgangsfunctie)
LFE signalen geven lage toon-effecten weer wanneer dit toestel DTS of Dolby Digital signalen reproduceert. Lage tonen in dit verband
zijn tonen met een frequentie van 90 Hz of minder. De begininstelling is “BOTH” (allebei).
Basic Operation
Kies de “SWFR” (subwoofer) instelling als u een subwoofer heeft. De LFE signalen zullen naar de subwoofer worden gestuurd.
Kies de “MAIN” instelling als u geen subwoofer heeft. De LFE signalen zullen naar de hoofd-luidsprekers worden gestuurd.
Kies de “BOTH” (allebei) instelling als u een subwoofer heeft en de lage tonen uit het hoofd-kanaal wilt mengen met de LFE
signalen.
Subwoofer
Hoofd
1E LFE/BASS OUT
Allebei
1E LFE/BASS OUT
1E LFE/BASS OUT
1E LFE/BASS OUT
SWFR MAIN“BOTH
Geavanceerde
bediening
“SWFR MAIN BOTH
SWFR“MAIN BOTH
SWFR MAIN“BOTH
Opmerking:
• De lage frequentie signalen van 90 Hz en minder van alle hoofd, midden, achter en achter-midden kanalen worden naar het LFE kanaal gestuurd
wanneer u de kleine luidspreker instelling selecteert bij de onderdelen 1A, 1B, 1C en 1D.
■ 1F. FRNT EFCT SP (voor-effect-luidsprekers)
Dit toestel gebruikt voor-effect luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen van de geluidsveldprogramma’s te plaatsen. Als u geen vooreffect-luidsprekers gebruikt, kunt u de voor-effect signalen naar de hoofd-luidsprekers laten sturen.
Het in-beeld display laat kleine of geen voor-effect-luidsprekers zien afhankelijk van hoe u dit onderdeel instelt. De begininstelling is
“YES” (ja).
Additional
Information
Kies “YES” (ja) als u voor-effect-luidsprekers gebruikt.
Kies “NONE” (geen) als u geen voor-effect-luidsprekers gebruikt. De voor-effect signalen zullen gemengd worden met de hoofdkanalen.
YES
NONE
1F FRNT EFCT SP
1F FRNT EFCT SP
1F FRNT EFCT SP
“YES NONE
Appendix
“YES
34
NONE
YES “NONE
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
■ 1G. MAIN LEVEL
Verander deze instelling als u de volumeniveaus van de voor, achter en midden-luidsprekers niet in evenwicht kunt brengen met dat van
de hoofd-luidsprekers vanwege de ongewoon hoge prestaties van de hoofd-luidsprekers. De begininstelling is “Normal” (normaal).
Kies “Normal”, als u het volume van uw effect-luidsprekers in evenwicht kunt brengen met dat van uw hoofd-luidsprekers via de
Dolby Surround test.
Kies “–10dB” als u het volume van uw effect-luidsprekers niet in evenwicht kunt brengen met dat van uw hoofd-luidsprekers via de
Dolby Surround test.
Normaal
–10dB
1G MAIN LEVEL
1G MAIN LEVEL
1G MAIN LEVEL
“Normal -10dB
“Normal
-10dB
Normal “-10dB
Opmerkingen:
• Wanneer dit toestel digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz ontvangt, zijn de niveau-instellingen bij de onderdelen 1B en 1E
mogelijk, maar die bij de onderdelen 1A, 1C, 1D en 1F niet.
• Wanneer 6CH INPUT is geselecteerd als signaalbron, zijn de niveau-instellingen bij de onderdelen 1A t/m 1F niet mogelijk.
2. LOW FREQ. TEST
U kunt deze functie gebruiken om het volume van de subwoofer zo in te stellen dat dit overeenkomt met het volume van de andere
luidsprekers in uw opstelling. Wijzig de instelling met de afstandsbediening terwijl u zich op de belangrijkste luisterplek bevindt.
1 Druk op + of – om de TEST TONE aan (“ON”) te zetten en regel vervolgens het volume met VOLUME + zodat u de toon goed kunt
onderscheiden.
2 Druk herhaaldelijk op g om naar OUTPUT te gaan en druk op + of – om de luidspreker die u met de subwoofer wilt vergelijken te selecteren.
• Als u “SUBWOOFER” kiest, zal de subwoofer geen testtonen boven 90 Hz weergeven. De testtoon zal niet noodzakelijkerwijs
worden gereproduceerd via de geselecteerde luidsprekers. De weergavefunctie van de testtoon hangt af van de instellingen van het
onderdeel 1. SPEAKER SET (luidspreker-instelling) van het instelmenu.
3 Druk herhaaldelijk op g om naar FREQ. te gaan en druk op + of – om de frequentie die u wilt gebruiken in te stellen.
2 LOW FREQ.TEST
2 LOW FREQ.TEST
2 LOW FREQ.TEST
≥ TEST TONE………OFF
OUTPUT…MAIN L/R
FREQ.………………88Hz
TEST TONE…………ON
≥ OUTPUT…MAIN L/R
FREQ.………………88Hz
TEST TONE…………ON
OUTPUT…MAIN L/R
≥ FREQ.………………88Hz
2 LOW FREQ.TEST
TEST TONE………OFF
2 LOW FREQ.TEST
OUTPUT…MAIN L/R
2 LOW FREQ.TEST
FREQ.………………88Hz
4 Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf zodat dit overeenkomt met het volume van de
luidspreker waarmee u de subwoofer vergelijkt.
Opmerkingen:
• Stel geen te hoog VOLUME in.
• Als u geen testtoon kunt horen, dient u de stroom uit te schakelen en dient u te controleren of alle noodzakelijke aansluitingen correct zijn.
• U kunt de TEST TONE niet aan (“ON”) zetten als er een hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel.
Digitale generator (Produceert breedbandruis)
Frequentie
Band-doorgangsfilter
35 Hz~250 Hz
Midden-frequentie
Nederlands
RUIS
■ Over de testtoon
De testtoon wordt geproduceerd door de toongenerator.
De toongenerator produceert een smalle bandruis gecentreerd rond een bepaalde
frequentie door het band-doorgangsfilter.
U kunt deze midden-frequentie instellen van 35 Hz t/m 250 Hz in stappen van een
zesde octaaf.
U kunt de testtoon niet alleen gebruiken om het niveau van de subwoofer aan te
passen, maar ook om de frequentiekarakteristieken van uw luisterruimte bij lage
tonen te controleren. Lage tonen ondervinden in het bijzonder invloed van de
positie van de luisteraar, de plaatsing van de luidspreker, de polariteit van de
subwoofer en andere omstandigheden.
35
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
Introduction
3. L/R BALANCE
Gebruik deze mogelijkheid om de balans tussen de linker en rechter hoofdluidsprekers in te stellen. De standaardinstelling is neutraal.
3 L/R BALANCE
L
R
0
3
L
R
0
4. HP TONE CTRL (Hoofdtelefoon toonregeling)
4 HP__________
TONE CTRL
Preparations
BASS
TRBL
|
|
- -------- +
0dB
4 HP TONE
BASS 0dB
4 HP TONE
TRBL 0dB
Met deze functie kunt u het niveau van de lage en hoge tonen regelen wanneer u een
hoofdtelefoon gebruikt. De begininstelling is 0 dB voor zowel de lage als de hoge
tonen.
Kies BASS (lage tonen) of TRBL (hoge tonen) en druk op + of – om het
betreffende niveau te wijzigen. U kunt de niveaus instellen van –6 dB t/m
+3 dB.
5. CENTER GEQ (Midden grafische equalizer)
5 CENTER
GEQ
_________
Basic Operation
≥ 100Hz
300Hz
1kHz
3kHz
10kHz
|
|
|
|
|
- ------- +
5 CENTER
100Hz
Met deze functie kunt u via de ingebouwde 5 bands grafische equalizer de
toonweergave van de midden-luidspreker aanpassen aan die van de linker en rechter
hoofd-luidsprekers. U kunt kiezen uit de 100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz of 10 kHz
frequentiebanden.
1 Gebruik g om een hogere frequentieband te kiezen en h voor een lagere.
2 Druk op + of – om het niveau voor de betreffende frequentieband in te stellen.
Opmerking:
Geavanceerde
bediening
• U kunt de geluidsweergave via de midden-luidspreker volgen terwijl u dit
onderdeel instelt met behulp van de Dolby Surround testtoon-generator. Druk op
TEST voor u de bovenstaande procedure begint. De aanduiding “TEST DOLBY
SUR.” zal verschijnen en de testtoon zal achtereenvolgens via de diverse
luidsprekers worden weergegeven. Als u de bovenstaande procedure eenmaal
begonnen bent, zal de testtoon uit de midden-lsr blijven klinken en kunt u horen
hoe het geluid verandert tw u de niveaus van de verschillende frequentiebanden
regelt. Om de testtoon-generator uit te zetten, dient u net zo vaak op TEST e
drukken totdat het oorspronkelijk ingestelde DSP programma weer verschijnt.
6. INPUT RENAME
Gebruik deze functie om de naam van het ingangssignaal te veranderen zoals dit
verschijnt op het in-beeld display of op het display op het voorpaneel.
6 INPUT RENAME
VCR1 ->
VCR1
--------
VCR1 -> VCR1
--------
1 Selecteer het ingangssignaal waarvan u de naam wilt veranderen door een van
de ingangskeuzetoetsen in te drukken (of gebruik de INPUT keuzetoetsen).
Additional
Information
2 Druk op + of – om het streepje onder het teken dat u wilt veranderen te laten
knipperen.
3 Druk op h of g om het teken te kiezen dat u wilt gebruiken en + of – om naar
het volgende teken te gaan.
• Druk op g om het teken te wijzigen in deze volgorde, of druk op h om de
reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
A~Z, spatie, 0~9, spatie, a~z, spatie, #, *, + enz.
• Volg de bovenstaande procedure om de namen van andere ingangssignalen
te wijzigen.
Appendix
4 Druk herhaaldelijk op + of – om de INPUT RENAME functie weer te
verlaten.
36
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
7. I/O ASSIGN
Gebruik deze mogelijkheid om de COMPONENT (A en B) aansluitingen en de DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen (1) t/m (10)* toe
te wijzen aan de juiste signaalbronnen. U kunt de instelling wijzigen als er niet genoeg digitale ingangsaansluitingen zijn, afhankelijk van de
signaalbronnen die u zelf gebruikt. (*(10) kan alleen worden geselecteerd voor algemene modellen en modellen voor China.) De
standaardinstellingen zullen op het display worden getoond.
■ 7A. Voor de
■ 7B. Voor de
■ 7C. Voor de
COMPONENT VIDEO OPTICAL OUTPUT
OPTICAL INPUT
INPUT aansluitingen aansluitingen
aansluitingen
[A] en [B]
(1) en (2)
(3) t/m (7)
7A CMPNT-V INPUT
≥ [A]………… DVD
[B]…………D-TV/LD
7A CMPNT-V INPT
[A]………… DVD
7B OPTICAL OUT
7C OPTICAL IN
(3)…………
CD
(4)………… CD-R
≥ (5)………… DVD
(6)…………D-TV/LD
(7)………… SAT
≥ (1)…………MD/TAPE
(2)………… CD-R
7B OPTICAL OUT
(1)…………MD/TAPE
7C OPTICAL IN
(5)………… DVD
■ 7D. Voor de
COAXIAL INPUT
aansluitingen
(8) t/m (10)*
7D COAXIAL IN
(8)…………
CD
≥ (9)………… CABLE
(10)……… LD-RF
*
7D COAXIAL IN
(9)………… CABLE
8. INPUT MODE
Gebruik deze mogelijkheid om de ingangsfunctie te bepalen voor signaalbronnen die
zijn aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel
inschakelt.
8 INPUT MODE
>AUTO
LAST
8 INPUT MODE
“AUTO LAST
Kies “AUTO” als u dit toestel automatisch wilt laten bepalen wat voor
ingangssignaal er binnenkomt en aan de hand daarvan de juiste ingangsfunctie
wilt laten kiezen.
Kies “LAST” als u dit toestel automatisch de ingangsfunctie die de vorige
keer voor de betreffende signaalbron werd gebruikt wilt laten gebruiken.
9. PARAMETER INI (Parameter initialisatie)
9 PARAM. INI
*1
2
3
5
6
7
8
9
10
11
12
9 PARAM. INI
*1
2
3
4
9 PARAM. INI
5
6
7
8
4
9 PARAM. INI
9 10 11 12
Met deze functie kunt de parameters voor elk DSP programma binnen een DSP
programmagroep initialiseren. Wanneer u een DSP programmagroep initialiseert,
zullen alle parameter waarden binnen die groep teruggezet worden op hun
begininstellingen.
Druk op de DSP programmagroeptoets op de afstandsbediening voor de groep
die u wilt initialiseren.
• Alle DSP programma’s binnen de geselecteerde groep worden teruggezet
op hun begininstellingen.
Herhaal deze stap als u andere DSP programmagroepen wilt initialiseren.
Opmerkingen:
• De asterisk (*) naast een DSP programmagroepnummer geeft aan dat de parameterwaarden van een of meer DSP programma’s in deze groep gewijzigd zijn.
• De parameter-waarden van de DSP programma’s worden niet gewijzigd als u een
programmagroep zonder asterisk (*) initialiseert.
Nederlands
• Wanneer de MEMORY GUARD functie aan (“ON”) staat, kunt u geen
programmagroepen initialiseren.
• U kunt de individuele DSP programma’s binnen een programmagroep niet apart
initialiseren.
Let op:
• Wanneer u een DSP programmagroep initialiseert is het niet meer mogelijk dit
toestel automatisch terug te laten gaan naar de eerder ingestelde parameterwaarden.
37
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
Introduction
10. DOLBY D. SET (Dolby Digital instelling)
■ 10A. LFE LEVEL
10A LFE LEVEL
≥ SPEAKER………………0dB
HEADPHONE…………0dB
10A LFE LEVEL
SP………………0dB
U kunt via deze functie het uitgangsniveau van de LFE (Lage Frequentie Effecten)
regelen bij de weergave van Dolby Digital gecodeerd materiaal. Deze instelling is
alleen effectief wanneer dit toestel Dolby Digital signalen decodeert. De LFE
signalen geven de lage frequentie effecten weer die worden toegevoegd aan
sommige scènes.
U kunt het niveau regelen in een bereik tussen 0 dB t/m –20 dB.
Preparations
• Regel het LFE uitgangsniveau in overeenstemming met het vermogen van
uw subwoofer of hoofdtelefoon.
■ 10B. D-RANGE (dynamisch bereik)
10B D-RANGE
≥ SP:>MAX STD MIN
HP:>MAX STD MIN
10B D-RANGE
SP:“MAX STD MIN
Deze functie kunt u gebruiken om het dynamisch bereik te regelen. Deze instelling
is alleen effectief wanneer dit toestel Dolby Digital signalen decodeert.
Kies de “MAX” instelling voor speelfilms.
Kies de “STD” (standaard) instelling voor algemeen gebruik.
Kies de “MIN” instelling wanneer u bij zeer lage volumes luistert.
Basic Operation
11. DTS SET
■ 11. LFE LEVEL
11 LFE LEVEL
≥ SPEAKER………………0dB
HEADPHONE…………0dB
11 LFE LEVEL
SP………………0dB
Deze functie kunt u gebruiken om het uitgangsniveau van het LFE (Lage
Frequentie Effecten) kanaal in te stellen wanneer u DTS gecodeerd materiaal
afspeelt. Deze instelling is alleen maar effectief wanneer dit toestel DTS signalen
decodeert. Het LFE signaal bevat lage speciale effecttonen die alleen aan bepaalde
scènes worden toegevoegd.
U kunt het uitgangsniveau instellen van –10 dB t/m +10 dB.
Geavanceerde
bediening
• Regel het LFE niveau overeenkomstig het vermogen van uw subwoofer of
hoofdtelefoon.
12. 6.1/ES AUTO
U kunt deze functie gebruiken om de DOLBY Digital Matrix 6.1 of DTS ES AUTO
functie aan of uit te zetten.
12 6.1/ES AUTO
>ON
OFF
12 6.1/ES AUTO
“ON
OFF
Kies “ON” (aan) om het hoofdtoestel in staat te stellen de Dolby Digital
Matrix 6.1 of DTS ES decoder automatisch in te schakelen wanneer er
materiaal met het bijbehorende identificatiesignaal wordt herkend.
Appendix
Additional
Information
Kies “OFF” (uit) als u deze functie met de hand wilt bedienen door middel
van 6.1/ES op de afstandsbediening.
38
Onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
13. SP DELAY TIME
13 SP DELAY TIME
≥ CENTER………………0ms
REAR CNTR………3ms
13 SP DLY TIME
CENTER………………0ms
Met deze functie kunt u de vertraging voor de geluidsweergave via de midden en
achter-midden kanalen instellen. Deze functie werkt wanneer dit toestel DTS of Dolby
Digital signalen decodeert. In het ideale geval horen de midden en midden-achterluidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek te staan als de linker en rechter
hoofd-luidsprekers. In de meeste situaties thuis zullen echter de midden en achtermidden-luidsprekers op een lijn staan met de hoofd, respectievelijk de achterluidsprekers. Door de geluidsweergave via de midden en achter-midden-luidsprekers
iets te vertragen, kan de schijnbare afstand tussen deze luidsprekers en de luisterplek
aangepast worden zodat ze op dezelfde afstand lijken te staan als de linker en rechter
hoofd-luidsprekers en de linker en rechter achter-luidsprekers. Het juist instellen van
de vertraging voor de midden-luidspreker is in het bijzonder van belang voor het
geven van diepte aan de gesproken tekst.
U kunt de vertraging instellen van 0 ms t/m 5 ms voor de midden-luidspreker
en van 0 ms t/m 30 ms voor de achter-midden-luidspreker.
• Door de vertraging met 1 ms te verhogen, wordt een afstand van ongeveer
30 cm verder weg van de luisterplek gesimuleerd.
14. DISPLAY SET
■ BLUE BACK > AUTO/OFF
14 DISPLAY SET
≥ BLUE BACK………AUTO
OSD SHIFT………………0
DIMMER………………………0
14 DISPLAY SET
BLUE BACK……AUTO
U kunt de achtergrond van de in-beeld displays blauw laten worden als er geen
videobron wordt weergegeven (of wanneer de signaalbron is uitgeschakeld).
■ OSD SHIFT
Met deze mogelijkheid kunt u de verticale positie van het in-beeld display
instellen.
■ DIMMER
U kunt de helderheid van het display op het voorpaneel instellen.
15. MEMORY GUARD
15 MEMORY GUARD
>OFF
ON
15 MEMORY GUARD
“OFF
ON
U kunt deze functie gebruiken om te voorkomen dat er per ongeluk wijzigingen
worden aangebracht in de DSP programma parameterwaarden en andere instellingen
van dit toestel.
Selecteer “ON” (aan) om met MEMORY GUARD de volgende instellingen te
vergrendelen:
• DSP programma parameters
• Alle onderdelen van het instelmenu (SET MENU)
• De uitgangsniveaus van de voor, achter en midden-luidsprekers en van de
subwoofer
• De instelling voor het in-beeld display
Opmerkingen:
• Wanneer MEMORY GUARD aan (“ON”) staat, kunt u geen testfuncties gebruiken.
Nederlands
• Wanneer MEMORY GUARD aan (“ON”) staat, kunt u geen ander onderdeel van het
instelmenu selecteren.
39
Kenmerken afstandsbediening
De afstandsbediening is niet alleen in staat het hoofdtoestel te bedienen, maar ook andere apparatuur van Yamaha en ook audio en video
componenten van andere fabrikanten, zowel met behulp van de leer-functie als via ingevoerde fabrikantencodes. De Macro functie maakt het
gebruik van dit toestel ook gemakkelijker doordat u de mogelijkheid geboden wordt een reeks van handelingen onder een enkele toets te
programmeren.
Gebruik van de afstandsbediening
<Bedieningstoetsen hoofdtoestel>
<Bedieningstoetsen componenten>
De bedieningstoetsen voor het hoofdtoestel bevinden zich in het
hieronder grijs aangegeven gebied. Deze zijn bedoeld voor het
bedienen van dit toestel. U kunt de functies onder deze toetsen
bedienen ongeacht welke Component bedieningstoetsen u
geselecteerd heeft.
De bedieningstoetsen voor andere componenten bevinden zich in het
hieronder grijs aangegeven gebied. Elke component heeft andere
functies voor de aangegeven bedieningstoetsen. De component die u
heeft geselecteerd met de een van de ingangskeuzetoetsen kan
worden bediend en het display zal de bijbehorende naam van het
ingangssignaal laten zien.
Å toets en
ingangskeuzetoetsen
De Å toets en de
ingangskeuzetoetsen
wijzigen de functies
van de
bedieningstoetsen
voor elke
component
10KEY/DSP
Geavanceerde
bediening
keuzeschakelaar
(Op dit moment
staat deze op DSP)
10KEY/DSP
schakelaar
(Op dit moment staat
deze op 10KEY)
Er zijn 14 verschillende sets bedieningstoetsen voor de diverse
componenten. U kunt de fabrikantencode programmeren en andere
afstandsbediening-functies voor elke set (In de OPTN set kan geen
fabrikantencode worden geprogrammeerd).
40
Kenmerken afstandsbediening
■ SOURCE SELECT
U kunt een andere component bedienen, onafhankelijk van de eerder geselecteerde
signaalbron door op een ingangskeuzetoets te drukken.
1 Druk op SOURCE SELECT h of g om een component te selecteren en de
afstandsbediening deze te laten bedienen.
2 Op het display kan het volgende verschijnen: V-AUX, TAPE, PHONO,
TUNER, MD, CD, VCR 1, VCR 2, DVD, CD-R, CABLE (kabeltelevisie),
SAT (satelliettuner), A, TV/LD (digitale en reguliere TV/LD-speler), OPTN
(optie).
■ Over OPTN (optie)
OPTN is een extra set bedieningstoetsen die u kunt programmeren met andere
afstandsbediening-functies. (U kunt geen fabrikantencode programmeren voor
deze set.)
■ Verlichtingsfunctie
De actieve toetsen en het display zullen 10 seconden lang oplichten als u op
LIGHT drukt.
Nederlands
41
Kenmerken afstandsbediening
Bedieningstoetsen voor alle componenten
De algemene bedieningstoetsen voor elke set worden hier getoond. Sommige hiervan functioneren wellicht niet, afhankelijk van de
component die u ermee probeert te bedienen.
■ TUNER toets (Tuner set)
■ CD toets (CD set)
POWER
(Zet op 10KEY)
DISPLAY
SEARCH
Fragmenten overslaan
POWER
STOP
PLAY
PAUSE (Pauze/Stop)
Voorkeuzenummers 1 t/m 8
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Voorkeuzegroepen A t/m E van links
naar rechts.
CLEAR
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
Voorkeuzegroep A/B/C/D/E
DISC +/– (disc overslaan)
Voorkeuze +/–
INDEX
(Zet op 10KEY)
Geavanceerde
bediening
■ MD/TAPE (MD set*1)
(Zet op 10KEY)
■ CD-R toets (CD-R set)
REC/PAUSE
POWER
REC/PAUSE
POWER
DISPLAY
SEARCH
Fragmenten overslaan
DISPLAY
SEARCH
SOUND
Fragmenten overslaan
STOP
PLAY
PAUSE
STOP
PLAY
PAUSE
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
*1 Bij bediening van een cassettedeck, dient u de fabrikantencode
voor TAPE in te stellen voor u de afstandsbediening gaat
gebruiken.
42
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
INDEX
(Zet op 10KEY)
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
Kenmerken afstandsbediening
■ PHONO en V-AUX toetsen en OPTN set*
2
■ DVD toets (DVD set)
DISPLAY
MENU
TITLE
Menu-cursor/ENTER
SOUND
Fragmenten overslaan
(Zet op 10KEY)
POWER
(Zet op 10KEY)
SEARCH
PLAY
PAUSE
STOP
Terug
Cijfertoetsen 1 t/m 9
CLEAR
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
*2 De bedieningstoetsen werken niet als u niet eerst de
fabrikantencode voor de broncomponent heeft ingesteld.
Disc overslaan
Titel/index
■ D-TV/LD toets (TV set* )
3
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
■ VCR1 en VCR2/DVR toetsen (VCR sets*4)
REC (twee keer drukken)
POWER
DISPLAY
U kunt uw videorecorder bedienen
als u de code voor VCR1 heeft
geprogrammeerd.
Terugspoelen/snel vooruit
POWER
STOP
PLAY
PAUSE
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoets 10 of 0
CH +/–
Cijfertoets 10 of 0
TV INPUT
TV MUTE
TV VOL +/–
Enter
(Zet op 10KEY)
TV/VIDEO
(Zet op 10KEY)
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
*4 Stel de fabrikantencode voor de videorecorder in voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken.
Nederlands
*3 Stel de fabrikantencode voor de TV in voor u de
afstandsbediening gaat gebruiken. Bij bediening van een LDspeler, dient u de fabrikantencode voor de LD in te stellen voor u
de afstandsbediening gaat gebruiken.
Als LD geselecteerd staat, kan de TV niet worden bediend. Zet
indien nodig de TV code onder de PHONO toets.
CH +/–
43
Kenmerken afstandsbediening
■ CABLE en SAT toetsen (CABLE en SAT
sets*5)
■ Å toets (ex. LD set*6)
DISPLAY
MENU
POWER
Menu-cursor/ENTER
DISPLAY
SEARCH
SOUND
CHAPTER +/– (hoofdstuk opzoeken)
U kunt uw videorecorder bedienen
als u de code voor VCR1 heeft
geprogrammeerd.
STOP
PLAY
PAUSE
POWER
Cijfertoetsen 1 t/m 9
Cijfertoetsen 1 t/m 9
CLEAR
Cijfertoets +10
Cijfertoets 0
Terugroepen
Cijfertoets 0
CH +/–
Enter
(Zet op 10KEY)
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
Geavanceerde
bediening
*5 Stel de fabrikantencode voor de kabeltelevisie- of satelliettuner in
voor u de afstandsbediening gaat gebruiken.
44
Hoofdstuk/tijd
(Zet op 10KEY)
De TV VOL +/–, TV INPUT, en TV
MUTE toetsen functioneren als u de
fabrikantencode voor de TV set
heeft ingesteld.
*6 U kunt ook andere componenten die niet zijn aangesloten op dit
toestel bedienen. (“Å” kan niet worden gebruikt als
ingangskeuzetoets.)
Kenmerken afstandsbediening
Programmeren van de fabrikantencode in de afstandsbediening
U kunt andere componenten bedienen door een fabrikantencode te programmeren. Zo’n code kan worden geprogrammeerd voor elke set
bedieningstoetsen, behalve voor de OPTN set. De Yamaha code is de standaardinstelling voor DVD, CD-R, CD, MD, TUNER en Å (LD
code). Er is geen standaardinstelling voor VCR1, VCR2/DVR, V-AUX, PHONO, TAPE, CABLE en SAT.
1 Selecteer de broncomponent waarvoor u de code wilt
programmeren met de ingangskeuzetoetsen.
2 Houd LEARN ongeveer drie seconden ingedrukt met een
balpen of iets dergelijks.
LEARN
Knipperen
om en om
3 Gebruik h/g en selecteer de naam van de fabrikant van uw
component.
• U zult de namen van de meeste audio-video fabrikanten
wereldwijd in alfabetische volgorde op het display
kunnen lezen.
4 Druk op POWER (of een willekeurige andere toets) op de
afstandsbediening terwijl u deze op de te bedienen
component richt om te controleren of de code juist is
ingevoerd. Als de component niet met de afstandsbediening
bedient kan worden, dient u een andere code voor dezelfde
fabrikant te proberen.
5 Druk LEARN in om de voorgeprogrammeerde code te
bevestigen.
• Als u direct weer een andere code voor een ander apparaat
wilt programmeren, dient u op ENTER te drukken en de
stappen 1 t/m 4 te herhalen.
Opmerking:
• Als u al een functie heeft geprogrammeerd onder een van de toetsen, zal deze functie voorrang krijgen over de via de fabrikantencode
geprogrammeerde functie voor die toets.
■ Bedienen van een andere component dan de door u geselecteerde broncomponent
(signaalbron)
1 Herhaal de stappen 1 en 2 van de procedure onder
“Programmeren van de fabrikantencode in de
afstandsbediening”.
2 Kies een componenten categorie (Library) met q/w.
* L:AMP heeft vier codes; YPC, DSP, NO en Zone2. “YPC” moet
worden gekozen om dit toestel te bedienen. “DSP” is bedoeld voor
het bedienen van Yamaha DSP versterkers anders dan dit toestel.
“NO” is bedoeld om de bedieningsfuncties van het hoofdtoestel te
wissen. Dit model is niet uitgerust met een Zone 2 functie.
3 Herhaal de stappen 3 en 4 van de procedure onder
“Programmeren van de fabrikantencode in de
afstandsbediening”.
Opmerking:
• De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u op een andere toets dan de cursortoetsen of ENTER
drukt; wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer een van de schakelaars MACRO ON/OFF, 10KEY/DSP of PARAMETER/
SET MENU in een andere stand wordt gezet.
45
Nederlands
• Er zijn 13 categorieën om een fabrikantencode te
programmeren: L:TV, L:CAB (CABLE), L:DBS, L:SAT,
L:VCR, L:DVD, L:LD, L:CD, L:MD, L:TAP (TAPE),
L:TUN (TUNER), L:CDR, *L:AMP.
Kenmerken afstandsbediening
Programmeren van een nieuwe functie voor de afstandsbediening
Als u functies wilt programmeren die niet inbegrepen zijn in de basisbediening via de fabrikantencode, of wanneer er geen fabrikantencode is
voor het apparaat dat u wilt bedienen, dan dient u de volgende procedure uit te voeren. De programmeerbare toetsen komen overeen met de
toetsen uit een set bedieningstoetsen, dus u kunt voor elke component, voor elke set apart toetsen programmeren. Het is ook mogelijk toetsen
te programmeren in de set die bestemd is voor de bediening van het hoofdtoestel.
1 Leg deze afstandsbediening en de afstandsbediening van het
andere apparaat ongeveer 5 a 10 cm uit elkaar op een plat
oppervlak zodat de infraroodvensters op elkaar gericht zijn.
2 Selecteer een broncomponent.
5~10 cm
3 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in.
LEARN
Knipperen
om en om
Houd LEARN niet langer dan drie seconden ingedrukt. Het
toestel zal dan namelijk in de stand gaan waarin u de
fabrikantencode kunt instellen.
4 Druk de toets waaronder u de nieuwe functie wilt
programmeren in en laat deze weer los.
5 Houd de toets op de andere afstandsbediening met de functie
die u wilt overnemen ingedrukt totdat op het display op deze
afstandsbediening de aanduiding “OK” verschijnt ten teken
dat de functie geprogrammeerd is.
• Wanneer het programmeren niet goed gegaan is zal de
aanduiding “NG” (niet goed) verschijnen. Herhaal stap 4
totdat “OK” op het display verschijnt.
Geavanceerde
bediening
6 Herhaal de stappen 4 en 5 om nog meer functies over te
nemen.
LEARN
7 Druk LEARN nog een keer in om de leer-functie te verlaten.
Opmerkingen:
• Als u niet binnen 30 seconden een toets indrukt, zal de leer-functie worden geannuleerd.
• Deze afstandsbediening zendt infrarood stralen uit. Als de andere afstandsbediening eveneens infrarood stralen gebruikt, is deze afstandsbediening in staat
de meeste functies van de andere afstandsbediening te leren. Het kan echter onmogelijk blijken sommige speciale of extreem lange signalen te leren.
(Raadpleeg tevens de handleiding van de andere afstandsbediening.) Wanneer het geheugen vol is, zal de aanduiding “FULL” verschijnen op het display
van deze afstandsbediening en zal deze niet meer in staat zijn functies te leren. U kunt vervolgens minder gewenste geprogrammeerde functies wissen om
ruimte te maken voor de nieuw te leren functies.
• Ook al zijn de batterijen in de andere afstandsbediening nog krachtig genoeg om het bijbehorende apparaat te bedienen, is het toch mogelijk dat ze niet
krachtig genoeg meer zijn om hun signalen over te brengen op deze afstandsbediening.
• Wanneer de afstandsbedieningen te dicht bij elkaar liggen, of juist te ver uit elkaar, kan het programmeren onmogelijk blijken.
• Direct invallend zonlicht stoort de infrarood stralen.
• De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer de
schakelaar MACRO ON/OFF in een andere stand wordt gezet.
46
Kenmerken afstandsbediening
Gebruiken van de macro-functie
De macro-functie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te voeren met een druk op een enkele toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD
wilt afspelen zou u normaliter eerst de betreffende componenten aan moeten zetten, vervolgens de CD-speler als signaalbron moeten
selecteren en dan de weergavetoets in moeten drukken. Met de macro-functie kunt u al deze handelingen opslaan onder de CD macro-toets.
De macro-toetsen (de ingangskeuzetoetsen en SYSTEM POWER / STANDBY) zijn in de fabriek voorgeprogrammeerd met macroprogramma’s. U kunt natuurlijk ook uw eigen macro’s programmeren.
(Bijv.) Druk op een macro-toets
Verstuurt automatisch de signalen van elk van de toetsen in de geprogrammeerde volgorde
(CD set*3)
Macro-toets
Eerste
Tweede
—————
Derde
—————
—————
—————
—————
—————
(MD/TAPE set*3)
(CD-R set*3)
1
*
—————
—————
(VCR1 set*3)
(VCR2/DTR set*3)
(DVD set*3)
—————
Nederlands
(D-TV set*2)
—————
—————
*1 Om bepaalde Yamaha componenten die zijn aangesloten op dit toestel aan te kunnen zetten, kunt u deze aansluiten op de netstroomaansluitingen
(AC OUTLETS) op het achterpaneel.
*2 Als de gekozen macro aan/uit functies bevat, is het mogelijk dat de component uitschakelt wanneer deze al aan stond toen u op de macro toets drukte.
Wanneer uw TV bijvoorbeeld al aan staat en u op de SYSTEM POWER macro toets drukt, dan zal de TV uit gaan.
*3 De componenten waarop de weergave kan worden begonnen zijn: alle op afstand bedienbare YAMAHA MD-recorders, CD-spelers, CD-recorders en
DVD-spelers. Bij gebruik van macro’s in de bediening van componenten anders dan deze, of van componenten van andere fabrikanten dan YAMAHA,
dient u of het signaal van de weergavetoets (PLAY) van de afstandsbediening van de betreffende component te laten leren door deze afstandsbediening, of
de juiste fabrikantencode in te voeren.
47
Kenmerken afstandsbediening
■ Bedienen van de macro-functie
MACRO ON/OFF
1 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
2 Druk op een macro-toets.
Opmerkingen:
• Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF als u klaar bent
met de macro-functie.
Macro-toetsen
• Terwijl het hoofdtoestel een macro-programma uitvoert zal
deze niet in staat zijn invoer van andere toetsen te verwerken,
totdat de macro is afgewerkt (de TRANSMIT indicator zal
ophouden met knipperen).
• Houd de afstandsbediening gericht op de component die door
de macro wordt bediend totdat de macro is afgelopen.
■ Programmeren van een macro
U kunt de macro-functie gebruiken om een reeks commando’s van de afstandsbediening te versturen met een druk op een enkele toets.
1 Druk MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
MACRO
• Als u niet binnen 30 seconden een handeling uitvoert, zal
het programmeren van een nieuwe macro worden
geannuleerd.
Knipperen
om en om
2 Druk op de macro-toets waaronder u de macro wilt
programmeren.
• Gebruik SOURCE SELECT h/g of de
ingangskeuzetoetsen als u de broncomponent wilt
veranderen. Als u hiervoor de ingangskeuzetoetsen
gebruikt, zal dit de eerste stap in de nieuwe macro
worden, terwijl SOURCE SELECT h/g alleen de
geselecteerde broncomponent verandert.
Geavanceerde
bediening
• Het display laat om en om de toets zien die u gekozen
heeft voor deze macro en de naam van de component.
3 Druk in de gewenste volgorde de toetsen in voor de functies
die u wilt opslaan in de macro.
1
Geeft het aantal
ingevoerde macrostappen aan
• Een macro kan maximaal uit 10 stappen bestaan
(10 functies).
(Bijv.)
2
Knipperen
om en om
1
MCR 1 : DVD signaalbron
2
MCR 2 : DVD y
3
MCR 3 : DVD w
3
MACRO
4 Druk MACRO nog een keer in wanneer de reeks die u wilde
opslaan geheel geprogrammeerd is.
• De aanduiding “FULL” zal verschijnen nadat u
10 stappen heeft geprogrammeerd.
Opmerkingen:
• Wanneer het programmeren niet goed gegaan is zal de aanduiding “NG” (niet goed) verschijnen.
• De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en
wanneer de schakelaar MACRO ON/OFF in een andere stand wordt gezet.
48
Kenmerken afstandsbediening
Veranderen van de naam van de signaalbron op het display
1 Selecteer de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen
met de ingangskeuzetoetsen.
2 Druk RE-NAME in met een balpen of iets dergelijks.
RE-NAME
3 Gebruik de cursortoetsen h/g en selecteer een teken.
• Druk op g om het teken te wijzigen in deze volgorde:
A~Z, a~z, 0~9, spatie, -(streepje), / (slash).
4 Gebruik de cursortoetsen q/w om een teken in te voeren
voor de volgende positie.
5 Druk RE-NAME nog een keer in om de nieuwe naam te bevestigen.
RE-NAME
• Als u direct nog een andere signaalbron een nieuwe naam wilt geven,
dient u op ENTER te drukken en de stappen 1, 3 en 4 te herhalen.
Wissen van een geleerde functie of macro
1 Selecteer de signaalbron waarvoor u een functie of macro
wilt wissen met de ingangskeuzetoetsen zodat de naam
daarvan op het display verschijnt.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in als u een
geleerde functie wilt wissen, of MACRO als u een
geprogrammeerde macro wilt wissen.
MACRO
of
of
LEARN
Knipperen
om en om
3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en
houd tegelijkertijd ongeveer 3 seconden lang de toets
ingedrukt waaronder de functie of macro opgeslagen is die u
wilt wissen.
CLEAR
Ingedrukt houden
Knipperen
om en om
MACRO
of
LEARN
Nederlands
• De aanduiding “C:NG” verschijnt op het display wanneer
het wissen niet gelukt is. Probeer in dit geval stap 3
opnieuw.
U kunt nu andere geleerde functies en macro’s wissen door
CLEAR ingedrukt te houden en de betreffende toetsen
ingedrukt te houden.
4 Druk LEARN nog een keer in om het wissen van een
geleerde functie te bevestigen, of druk MACRO nog een
keer in om het wissen van een macro te bevestigen.
• Als u een onder een bepaalde toets opgeslagen geleerde
functie of macro wist, zal die toets vervolgens weer de in
de fabriek voor die toets geprogrammeerde functie of
macro terugkrijgen.
49
Kenmerken afstandsbediening
Wissen van geleerde functies en instellingen
CLEAR
1 Druk CLEAR in met een balpen of iets dergelijks.
2 Druk op h/g en selecteer de te wissen functie. De functies
worden op het display getoond in deze volgorde:
(L: naam van een component) Wist alle geleerde functies
voor deze component.
Wanneer bijvoorbeeld DVD
geselecteerd is als de signaalbron.
Wist alle geleerde functies voor de bedieningstoetsen set van
het hoofdtoestel.
Wist alle geleerde functies.
Wist alle macro’s.
Wist alle nieuwe namen voor het display.
Wist alle geprogrammeerde functies, inclusief door de
fabrikantencodes geprogrammeerde functies. Hierdoor zal
de afstandsbediening terugkeren naar de fabrieksinstelling.
CLEAR
3 Houd CLEAR nogmaals ongeveer 3 seconden ingedrukt.
Geavanceerde
bediening
• De aanduiding “C:NG” verschijnt op het display als deze
handeling mislukt.
CLEAR
4 Druk CLEAR in om het wissen te bevestigen.
• Als u een onder een bepaalde toets opgeslagen geleerde
functie of macro wist, zal die toets vervolgens weer de in
de fabriek voor die toets geprogrammeerde functie of
macro terugkrijgen.
Opmerkingen:
• Als de afstandsbediening langer dan twintig minuten zonder batterijen blijft liggen, of met lege batterijen erin, is het mogelijk dat de inhoud van het
geheugen gewist wordt. Wanneer het geheugen is gewist, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u de gewiste functies
opnieuw invoeren.
• De aanduiding “ERROR” (fout) zal in de volgende situaties op het display verschijnen: wanneer u op een andere toets dan de cursortoetsen of ENTER
drukt; wanneer u meer dan een toets tegelijkertijd indrukt; en wanneer een van de schakelaars MACRO ON/OFF, 10KEY/DSP of PARAMETER/
SET MENU in een andere stand wordt gezet.
50
Regelen van de niveaus van de effect-luidsprekers
U kunt het volumeniveau van elke effect-luidspreker (midden, rechts achter, achter-midden, links achter, voor-effect en subwoofer) regelen
terwijl u naar de weergave van een signaalbron luistert.
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op PARAMETER.
2 Drup ok LEVEL om de luidspreker (s) die u wilt instellen te selecteren.
Midden
EFFECT
LEVEL
CENTER
0dB
Rechts achter
EFFECT
LEVEL
R SUR.
0dB
Achter-midden
EFFECT
LEVEL
REAR CT
0dB
Links achter
EFFECT
LEVEL
L SUR.
0dB
Voor
EFFECT
LEVEL
FRONT
0dB
Subwoofer
EFFECT
LEVEL
SWFR
0dB
Met elke druk op deze toets zal de geselecteerde luidspreker veranderen en
getoond worden op het display op het voorpaneel van het hoofdtoestel in deze
volgorde: midden, rechts achter, achter-midden, links achter, voor-effect en
subwoofer.
3 Regel het volumeniveau van de geselecteerde luidspreker met de + of –
toetsen op de afstandsbediening.
U kunt de midden, rechts achter, achter-midden, links achter en voor-effectluidspreker instellen van +10 dB t/m –10 dB.
U kunt de subwoofer instellen van 0 dB tot minimaal –20 dB.
Opmerkingen:
• U kunt de linker en rechter luidsprekers niet onafhankelijk van elkaar instellen.
• Wanneer u het luidspreker-niveau regelt via LEVEL, zullen de instellingen die u
heeft gemaakt met de Dolby Surround test en DTS test gewijzigd worden.
• Wanneer de PARAMETER/SET MENU schakelaar op SET MENU staat, kunt u
het luidspreker-niveau niet regelen me LEVEL. Met elke druk op LEVEL zal dan
echter wel het huidig ingestelde niveau voor elk van de luidsprekers verschijnen.
Kies van welke luidspreker u het niveau wilt zien met h of g.
• De niveaus van de effect-luidsprekers kunnen niet worden ingesteld als er een
hoofdtelefoon is aangesloten op dit toestel.
Instellen van de slaaptimer
Met deze functie kunt u het hoofdtoestel automatisch uit laten schakelen na een door u bepaalde periode. De slaaptimer is handig wanneer u
in slaap wilt vallen terwijl u naar uw favoriete slaapliedjes luistert via een door u geselecteerde signaalbron. De slaaptimer schakelt ook
automatisch de op de netstroomaansluitingen (AC OUTLETS) externe componenten uit. De slaaptimer kan alleen met de afstandsbediening
worden ingesteld.
■ Instellen van de slaaptimer
1 Selecteer een signaalbron met de INPUT keuzetoetsen en begin de weergave
(of stem af op een zender) op de gekozen signaalbron.
2 Druk net zo vaak op SLEEP totdat de gewenste tijd waarna u wilt dat het
hoofdtoestel automatisch uitschakelt ingesteld is.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel veranderen zoals
hieronder staat aangegeven. Na een paar seconden zal het display terugkeren
naar de oorspronkelijke aanduiding.
SLEEP 120 min
SLEEP OFF
SLEEP 90 min
SLEEP 30 min
SLEEP 60 min
■ Annuleren van de slaaptimer
Nederlands
1 Druk net zo vaak op SLEEP totdat de aanduiding “SLEEP OFF” (slaaptimer
uit) verschijnt op het display op het voorpaneel.
Na een paar seconden zal het display terugkeren naar de oorspronkelijke
aanduiding.
Opmerking:
• De slaaptimer kan ook worden geannuleerd door het hoofdtoestel uit te schakelen
met STANDBY op de afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel
van het hoofdtoestel), of door de stekker uit het stopcontact te halen.
51
Aanvullende
informatie
Aanvullende informatie
Digitale geluidsveld bewerking (DSP)
53
Uitleg geluidsvelden ............................................................................................... 53
HiFi DSP programma’s .......................................................................................... 54
CINEMA-DSP
55
Geluidsontwerp CINEMA-DSP ............................................................................. 55
CINEMA-DSP programma’s ................................................................................. 56
DSP parameters
58
Wijzigen van parameter instellingen ...................................................................... 58
Beschrijving parameters ......................................................................................... 58
Terugzetten op de fabrieksinstelling ...................................................................... 61
52
Digitale geluidsveld bewerking (DSP)
Uitleg geluidsvelden
Onder een geluidsveld verstaan we de “karakteristieke weerkaatsing van
geluidsgolven in een bepaalde ruimte”. In concertzalen en andere uitvoeringsruimtes
kunnen we weerkaatsingen en trillingen van de geluiden die door de artiest(en)
worden geproduceerd, tezamen met de directe geluiden zelf horen. De variaties in
deze weerkaatsingen en trillingen tussen de diverse uitvoeringsruimtes vormen de
karakteristieke en herkenbare geluidskwaliteit van elke ruimte.
Yamaha heeft zijn technici over de hele wereld uitgestuurd om de
geluidweerkaatsingen in beroemde concertzalen en uitvoeringsruimtes te meten en
gedetailleerde informatie over de geluidsvelden te verzamelen, zoals de richting, de
sterkte, het bereik en de vertraging van deze weerkaatsingen. Vervolgens hebben we
deze enorme hoeveelheid informatie opgeslagen in de ROM chips van dit toestel.
Het recreëren van het geluidsveld van een concertzaal of opera vereist dat de virtuele
geluidsbronnen precies gelokaliseerd kunnen worden in uw luisterruimte. Het
traditionele stereosysteem met slechts twee luidsprekers, kan geen realistisch
geluidsveld recreëren. Yamaha’s DSP heeft minstens vier effect-luidsprekers nodig
om geluidsvelden te kunnen recreëren op basis van de gemeten geluidsveldgegevens.
De processor regelt de sterkte en de vertraging van de signalen die worden
weergegeven via de vier effect-luidsprekers om de virtuele geluidsbronnen in een
volle cirkel rond de luisteraar te kunnen plaatsen.
FR
L
R
R
De DSP geluidsveldprogramma’s kunnen worden ingedeeld in twee soorten, op basis
van de verwerkingsmethode van het geluidsveld: programma’s die alleen vroege
weerkaatsingen gebruiken en programma’s die zowel vroege weerkaatsingen als
natrillingen gebruiken.
R
FL
■ Recreëren van een geluidsveld
■ E/R (Vroege weerkaatsing)
Elk geluidsveld valt te onderscheiden door de structuur van het weerkaatste geluid. De verbeterde verwerkingscapaciteit van DSP
technologie heeft de technici van Yamaha in staat gesteld zelfs heel kleine weerkaatsingen met grote vertragingen te kunnen opnemen in de
geluidsveldgegevens.
■ 4ch REV. (Vierkanaals natrillingen)
Dit type programma bestaat uit de weerkaatsing van het geluid en hoge kwaliteits digitale verwerking van de natrillingen van het geluid. De
natrillingen vormen het belangrijkste element in het recreëren van het geluidsveld van bijvoorbeeld een kerk. Om een realistisch, ruimtelijk
geluidsbeeld te kunnen opbouwen uit de natrillingsgegevens, heeft Yamaha vierkanaalsweergave natrillings technologie toegepast.
■ Illustratie van de virtuele geluidsbronnen en echo-patronen
De virtuele geluidsbronnen en echo-patronen voor de DSP geluidsveldprogramma’s staan hieronder afgebeeld. De illustratie van de virtuele
geluidsbronnen laat alleen vroege weerkaatsingen van het geluid zien, terwijl de illustratie van de echo-patronen zowel; weerkaatst geluid als
natrillingen laat zien.
Virtuele geluidsbronnen
Echo-patronen
Directe geluidsbron
Vroege
weerkaatsingen
Natrillingen
Nederlands
Het middelpunt van deze cirkels stelt de virtuele
geluidsbron voor.
De straal van de cirkel geeft de sterkte van de
virtuele geluidsbron aan.
50~80 ms
De directe geluidsbron
De luisterplek
53
Digitale geluidsveld bewerking (DSP)
HiFi DSP programma’s
Concert Hall 1
■ Europe Hall A
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500
zitplaatsen. Er is relatief weinig weerkaatsing van de wanden en
het geluid plant zich mooi en verfijnd voort.
Concert Hall 2
■ U.S.A. Hall C
Dit is een grote zaal met 2600 zitplaatsen met een redelijk
traditioneel Europees ontwerp. De midden en hoge tonen worden
mooi en rijk versterkt.
Church
■ Freiburg
Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving
van een grote kerk in deze schilderachtige stad in ZuidDuitsland. De vertraging, de galm van de weerkaatsingen is zeer
lang, terwijl de vroege weerkaatsingen minder zijn dan bij andere
geluidsveldprogramma’s.
Jazz Club
■ Village Gate
Dit is het geluidsveld van een jazzclub in New York. Deze
bevindt zich in een kelder en heeft een redelijk groot
vloeroppervlak. De virtuele zitplaats van de luisteraar iets links
van het midden van de zaal.
Rock Concert
■ Roxy Theatre
Dit is het ideale geluidsveldprogramma voor levendige,
dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma zijn
verkregen in de meest populaire rockclub in LA. De virtuele
zitplaats van de luisteraar bevindt zich iets links van het midden
in de zaal.
Programmagroep 1
■ Europe Hall B
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700
zitplaatsen. De zuilen en het sierlijke snijwerk geeft extreem
complexe weerkaatsingen die een zeer volle, rijke
geluidsweergave produceren.
Programmagroep
■ Live Concert
Een grote ronde concertzaal met een rijk surround effect.
Duidelijke weerkaatsingen uit alle richtingen benadrukken de
verlenging van de weergegeven geluiden. Het geluidsveld biedt
een rijke weergave en uw virtuele zitplaats is ongeveer in het
midden, dicht bij het podium.
Programmagroep
Aanvullende
informatie
Dit programma produceert de lange vertragingen en het
uitzonderlijke gevoel van ruimte van een stadion dat een
diameter heeft van maar liefst 300 meter.
Entertainment
■ Disco
Dit geluidsveldprogramma simuleert de akoestische omgeving
van een drukke disco in het hart van een grote stad. Het geluid is
massief en zeer geconcentreerd.
54
3
■ Royaumont
Dit programma simuleert het geluidsveld van de refter (eetzaal)
van een wonderschoon middeleeuws gotisch klooster in
Royaumont, aan de rand van Parijs.
Programmagroep
4
■ The Bottom Line
Dit is het geluidsveld van een plek recht voor het podium in de
“The Bottom Line”, een beroemde jazzclub in New York. Links
en rechts is ruimte voor 300 toeschouwers en een geluidsveld
met een zeer realistische en levendige weergave.
Programmagroep
5
■ Arena
Een klassieke doosvormige concertzaal. Dit
geluidsveldprogramma geeft u lange vertragingen tussen de
directe geluiden en de effect-geluiden, met de uitermate
ruimtelijke gewaarwording van een grote arena.
Stadium
■ Anaheim
2
Programmagroep
6
■ Bowl
Dit programma geeft u het gevoel alsof u zich in een open-lucht
stadion bevindt, met een typische komvormige plaatsing van de
zetels.
Programmagroep
7
■ 8ch Stereo
Dit geluidsveld is geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en
partijen, waar het geluid ook direct uit de achterkanalen gehoord
kan worden. Het aantal luidsprekers dat gebruikt zal worden voor
de weergave hangt af van de SPEAKER SET instelling in het
SET MENU.
CINEMA-DSP
Geluidsontwerp CINEMA-DSP
Filmmakers plaatsen de gesproken tekst doorgaans direct op het scherm, de effect geluiden een beetje verder daarachter en de muziek nog
verder achter het scherm. Al deze geluiden moeten natuurlijk synchroon blijven lopen met de beelden op het scherm.
CINEMA DSP is een verbeterde versie van YAMAHA DSP, speciaal ontworpen voor soundtracks van films. CINEMA DSP integreert de
DTS, Dolby Digital en Dolby Pro Logic surround sound technologieën met de YAMAHA DSP geluidsveldprogramma’s om het surround
geluidsveld samen te stellen. Hierdoor wordt de meest complete filmgeluidsweergave bij u thuis gebracht. In de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s, wordt Yamaha’s exclusieve DSP geluidsbewerking toegevoegd aan de linker en rechter hoofd kanalen en het
midden kanaal, zodat de luisteraar kan genieten van realistische gesproken tekst, diepte in de geluidsweergave, soepele overgangen tussen
geluidsbronnen en een surround geluidsveld dat zich verder dan het scherm zelf lijkt uit te strekken.
Wanneer het toestel een DTS of Dolby Digital signaal herkent, zal de CINEMA DSP geluidsveldprocessor automatisch het meest geschikte
geluidsveldprogramma voor dat signaal selecteren.
AV RUIMTE
L SURROUND GELUIDSVELD
AANWEZIGHEID GELUIDSVELD
GESPROKEN EFFECT
TEKST
MUZIEK
R SURROUND GELUIDSVELD
■ Bioscoop programma’s
De zeskanaals soundtracks van 70 mm films zorgen voor een precieze plaatsing van het geluidsveld en een rijke, diepe geluidsweergave,
zonder gebruik te maken van matrix bewerkingen. De bioscoop 70 mm programma’s van dit toestel bieden u dezelfde geluidskwaliteit en
plaatsing als bij zeskanaals soundtracks. De ingebouwde Dolby Digital decoder brengt weergave van professionele kwaliteit, bedoeld voor de
bioscoop, bij u thuis. Met een bioscoop programma van dit toestel kunt u een dynamische weergave verkrijgen zodat u zich in uw eigen
huiskamer in een geweldig theater kunt wanen, dankzij de Dolby Digital technologie.
Aanwezigheid
DSP geluidsveld
Dolby Pro Logic + DSP geluidsveldeffect
Deze programma’s zorgen voor een groot geluidsveld en een omhullend surround
effect. Ze geven ook diepte aan het geluid van de hoofd-luidsprekers om zo de
realistische weergave in een Dolby Stereo theater te reproduceren.
Surround DSP
geluidsveld
Dolby Digital/DTS + DSP geluidsveldeffect
Aanwezigheid
DSP geluidsveld
Nederlands
Linker surround DSP
geluidsveld
Deze programma’s maken gebruik van yamaha’s drievoudig veld DSP proces voor
elk van de Dolby Digital of DTS signalen voor de voor, liker surround en rechter
surround kanalen. Deze bewerking stelt dit toestel in staat het immense geluidsveld
de surround ervaring van een Dolby Digital of DTS bioscoop te reproduceren
zonder de duidelijke scheiding van alle kanalen op te geven.
Rechter surround DSP
geluidsveld
Dolby Digital Matrix 6.1/DTS ES + DSP
geluidsveldeffect
Deze programma’s laten u een optimaal profiteren van de ruimtelijke surround
effecten door middel van een extra achter-midden DSP geluidsveld, geproduceerd
door het midden-achter kanaal.
55
CINEMA-DSP
CINEMA-DSP programma’s
Afhankelijk van het ingangssignaal zal dit toestel automatisch de juiste decoder en DSP geluidsveldprogramma selecteren.
Tabel programmanamen voor elk ingangsformaat
Ingangssignaal
Programmagroep
ENTERTAINMENT
7
8
Stereo
(2 kanaals)
DOLBY DIGITAL
(5.1 kanaals)
DTS
(5.1 kanaals)
DOLBY DIGITAL
(6.1 kanaals)*
DTS ES
(6.1 kanaals)*
Game
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Classical/Opera
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Pop/Rock
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Mono Movie
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Variety/Sports
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
70 mm Spectacle
DGTL Spectacle
DTS Spectacle
Spectacle 6.1
Spectacle ES
70 mm Sci-Fi
DGTL Sci-Fi
DTS Sci-Fi
Sci-Fi 6.1
Sci-Fi ES
70 mm Adventure
DGTL Adventure
DTS Adventure
Adventure 6.1
Adventure ES
70 mm General
DGTL General
DTS General
General 6.1
General ES
Normal
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Enhanced
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
–––––––
Normal
–––––––
Matrix 6.1
–––––––
–––––––
Enhanced
–––––––
Enhanced 6.1
–––––––
–––––––
–––––––
Normal
–––––––
ES
–––––––
–––––––
Enhanced
–––––––
Enhanced ES
CONCERT VIDEO
9
TV THEATER
10
11
MOVIE THEATER 1
MOVIE THEATER 2
PRO LOGIC
12
DOLBY DIGITAL
DTS DIGITAL SUR
* De Matrix decoder staat aan (ON).
■ Programmagroepen 7 (Game)~9
Dit zijn geluidsveldprogramma’s voor de audio-video signaalbronnen.
■ Programmagroepen 10~12
Ideaal voor de weergave van filmmateriaal dat gecodeerd is met Dolby Surround, Dolby Digital of DTS. Wanneer u een nieuwere film die
gecodeerd is met 6-kanaals digitale surround weergave afspeelt, kunt u profiteren van de volledige 6.1 kanaals weergave met behulp van
de ingebouwde Matrix decoder.
Aanvullende
informatie
PRO LOGIC zal in werking treden wanneer het ingangssignaal analoog of PCM audio is, of is gecodeerd met Dolby Digital in twee
kanalen.
DOLBY DIGITAL zal in werking treden wanneer het ingangssignaal met Dolby Digital in meer dan twee kanalen is gecodeerd.
DTS DIGITAL SUR zal in werking treden wanneer het ingangssignaal gecodeerd is met DTS.
Opmerking:
• Er zal geen geluid worden geproduceerd via de hoofd-luidsprekers wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven terwijl er een geluidsveld uit
de programmagroepen 7 (Game) en 8–12.
56
CINEMA-DSP
Entertainment
■ Game
Programmagroep
7
Programmagroep
8
Dit programma voegt een diep ruimtelijk gevoel toe aan de
geluidsweergave in video-spelletjes.
Concert Video
■ Classical/Opera
Dit programma biedt uitstekende diepte voor de vocale partijen
en in het algemeen een duidelijke weergave door een proliferatie
van natrillingen te voorkomen.
Het surround geluidsveld is relatief bescheiden, maar levert een
mooie weergave door gebruik te maken van gegevens die werden
verzameld in een echte concertzaal.
TV Theater
■ Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de weergave van mono
videomateriaal (bijvoorbeeld oudere films). Het programma
reproduceert de optimum natringen om het geluid diepte te geven
terwijl er alleen gebruik gemaakt wordt van een aanwezigheid
geluidsveld.
Movie Theater 1
■ Spectacle
Dit programma reproduceert het extreem brede geluidsveld van
een 70 mm bioscoop. Het geeft het brongeluid tot in detail weer
zodat de video en de geluidsvelden zeer realistisch overkomen.
Dit programma is ideaal voor alle soorten Dolby Surround
videobronnen (vooral grootschalige films).
Movie Theater 2
■ Adventure
Dit programma is ideaal voor de precieze weergave van de
geluidsopbouw van de nieuwste 70 mm films en films met
multikanaals soundtracks. Het geluidsveld wordt zo dicht
mogelijk bij dat van de nieuwste bioscopen gehouden zodat de
natrilling van het geluidsveld zelf zoveel mogelijk beperkt
worden.
Dolby/DTS Surround
■ Normal/Matrix 6.1/ES
De ingebouwde decoder geeft exact de geluiden en
geluidseffecten van het bronsignaal weer. Het zeer efficiente
decodeerproces verbetert crosstalk en kanaalscheiding en de
plaatsing van het geluid soepeler en preciezer.
In dit programma wordt geen DSP effect toegevoegd.
■ Pop/Rock
Dit programma produceert een enthousiaste atmosfeer en geeft u
het gevoel of u zich daadwerkelijk bij een jazz of rock concert
bevindt.
Programmagroep
9
■ Variety/Sports
Alhoewel het aanwezigheid-geluidsveld relatief smal is, zal het
surround geluidsveld de akoestische omgeving van een grote
concertzaal simuleren. Met dit programma kunt u genieten van
verschillende soorten TV programma’s, zoals nieuws,
amusementsprogramma’s, muziekprogramma’s of
sportprogramma’s.
Programmagroep
10
■ Sci-Fi
Dit programma reproduceert zeer duidelijk de brede en
omhullende cimatografische ruimte zoals die wordt vormgegeven
op de soundtracks van de nieuwste science fiction films.
Programmagroep
11
■ General
Dit programma is bedoeld voor de weergave van 70 mm en films
met multikanaals soundtracks en wordt gekarakteriseerd door een
zacht en omhullend geluidsveld. Het aanwezigheid geluidsveld is
relatief smal. Het spreidt zich ruimtelijk uit rond en in de richting
van het scherm, waardoor het effect van gesproken tekst beperkt
wordt zonder aan duidelijkheid in te boeten.
Programmagroep 12
■ Enhanced/6.1/ES
Nederlands
Dit programma simuleert de meervoudige surround-luidspreker
systemen van 35 mm bioscopen. De Dolby Surround decodering
en de digitale geluidsveld-bewerking zorgen voor exacte
weergave van effecten zonder de orientatie van het
oorspronkelijke geluid aan te tasten. De surround-effecten die in
dit geluidsveld geproduceerd worden omhullen de kijker op
natuurlijke wijze van achteren, links en rechts en naar het scherm
toe.
57
DSP parameters
U kunt zonder meer van een uitstekende weergave genieten met de voorgeprogrammeerde parameters. Alhoewel u in principe de
begininstellingen niet hoeft te wijzigen, kunt u sommige van de parameters aanpassen om de signaalbron beter te laten overeenstemmen met
de weergave in de ruimte waar u deze beluistert.
Wijzigen van parameter instellingen
1 Zet de PARAMETER/SET MENU schakelaar op de afstandsbediening op
PARAMETER.
Programmatype (sub-programma)
Programmanummer Programmanaam
2 Zet uw video-monitor aan en druk op ON SCREEN en kies volledige
weergave van de gegevens.
3 Selecteer het geluidsveldprogramma dat u wilt aanpassen.
4 Druk op g of h en selecteer de gewenste parameter.
P05 ROCK CONCERT
5 Druk op + of – om de waarde van de gekozen parameter te wijzigen.
Roxy Theatre
≥ INIT.DLY…………15ms
LIVENESS…………………5
REV.TIME…………1.6s
REV.DELAY……100ms
REV.LEVEL……………7%
Wanneer u de parameter instelt op een andere waarde dan de
fabrieksinstelling, zal er een asterisk verschijnen bij de naam van de parameter
op het scherm van de monitor.
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 hierboven zo vaak als nodig is om andere
programma-parameters te wijzigen.
Cursor
Parameters
Voorbeeld met het ROCK CONCERT programma.
Beschrijving parameters
U kunt de waarden van bepaalde digitale geluidsveld parameters wijzigen zodat de geluidsvelden accuraat gereproduceerd kunnen worden in
uw huiskamer. De volgende parameters zijn niet noodzakelijkerwijs allemaal aanwezig in elk programma.
INIT. DLY (Begin-vertraging)
[P. INT. DLY voor het presentie geluidsveld]
Instelbereik 1 – 99 ms.
Functie ................ Deze parameter wijzigt de schijnbare afstand tot het brongeluid door de vertraging te regelen tussen het directe geluid
en de eerste weerkaatsing daarvan die de luisteraar hoort.
Beschrijving ........ Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij de luisteraar lijkt te staan. Hoe groter deze waarde, hoe verder
deze bij de luisteraar vandaan lijkt te zijn. Voor een kleine ruimte hoort deze parameter op een kleine waarde ingesteld
te worden, terwijl u voor een grote ruimte een grotere waarde dient in te stellen.
Aanvullende
informatie
Niveau
Niveau
Vroege
reflecties
Tijd
Begin-vertraging
Begin-vertraging
Tijd
Niveau
Geluidsbron
Tijd
Begin-vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsingsoppervlak
Kleine waarde = 1 ms
58
Grote waarde = 99 ms
DSP parameters
ROOM SIZE
[P. ROOM SIZE voor het presentie geluidsveld]
Instelbereik 0.1 – 2.0
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het
surround geluidsveld zal lijken.
Beschrijving ........ Omdat geluid herhaaldelijk weerkaatst wordt binnen een ruimte, zal naarmate de ruimte groter is, de tijd tussen de eerst
gehoorde weerkaatsing en de daarop volgende toenemen. Door de tijd tussen deze achtereenvolgende weerkaatsingen
te regelen, kunt u de schijnbare grootte van de virtuele uitvoeringsruimte wijzigen. Als u deze parameter wijzigt van 1
naar 2, verdubbelt u de schijnbare lengte van de ruimte.
Tijd
Niveau
Vroege
reflecties
Niveau
Niveau
Geluidsbron
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0.1
Grote waarde = 2.0
LIVENESS
Instelbereik 0 – 10
Functie ................ Deze parameter regelt hoe weerkaatsend de virtuele wanden van de zaal moeten schijnen door de snelheid waarmee de
vroege weerkaatsingen wegsterven te wijzigen.
Beschrijving ........ De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron sterven veel sneller weg in een ruimte met geluidsabsorberende
wanden, dan in een ruimte met heel erg weerkaatsende wanden. Een ruimte met geluidsabsorberende oppervlakken
wordt ook wel “dood” genoemd, terwijl een ruimte met weerkaatsende oppervlakken “levendig” genoemd wordt. Met
de parameter voor de levendigheid kunt u de snelheid van het wegsterven van de vroege weerkaatsingen instellen en op
deze manier regelen hoe “levendig” de ruimte lijkt.
Geluidsbron
Tijd
Niveau
Dood
Niveau
Niveau
Levendig
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Weinig gereflecteerd
geluid
Veel
gereplecteerd geluid
Kleine waarde = 0
S. DELAY (Surround vertraging)
Grote waarde =10
Instelbereik 0 – 49 ms. (Het bereik hangt mede af van het soort signaal.)
S. INIT. DLY (Surround begin-vertraging)
Instelbereik 1 – 49 ms.
Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerst gehoorde weerkaatsing aan de surround-zijde
van het geluidsveld. U kunt deze parameter alleen maar instellen wanneer u tenminste twee voor-kanalen en twee
achter-kanalen gebruikt.
S. ROOM SIZE (Surround afmetingen ruimte)
Instelbereik 0.1 – 2.0
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
59
Nederlands
Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing in het surround geluidsveld.
DSP parameters
S. LIVENESS (Surround levendigheid)
Instelbereik 0 –10
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het surround geluidsveld.
RC. INIT. DLY (Achter-midden begin-vertraging)
Instelbereik 1 – 49 ms.
Functie ................ Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerst gehoorde weerkaatsing in het achter-midden
geluidsveld.
RC. ROOM SIZE (Achter-midden afmetingen ruimte)
Instelbereik 0.1 – 2.0
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het achter-midden geluidsveld.
RC. LIVENESS (Achter-midden levendigheid)
Instelbereik 0 – 10
Functie ................ Deze parameter regelt de schijnbare weerkaatsing van de virtuele wanden in het achter-midden geluidsveld.
REV. TIME (Natril-tijd)
Instelbereik 1.0 – 5.0 sec
Functie ................ Deze parameter regelt hoelang het duurt voor de massieve achtereenvolgende natrillingen wegsterven bij 60 dB
(en 1 kHz). Dit wijzigt de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer breed bereik.
Beschrijving ........ Stel een langere natril-tijd in voor “dode” bronnen en luisteromgevingen, en een kortere tijd voor “levendige” bronnen
en luisteromgevingen.
Geluidsbron
Natrillingen
Natrillingen
Vroege reflecties
60 dB
60 dB
Natril-tijd
Geluidsbron
60 dB
Natril-tijd
Natril-tijd
Lange natrillingen
Korte natrillingen
Kleine waarde = 1.0 s
Grote waarde = 5.0 s
REV. DELAY (Natril-vertraging)
Instelbereik 0 – 250 ms.
Functie ................ Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen.
Aanvullende
informatie
Niveau
Beschrijving ........ Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, zult u zich in een
grotere akoestische omgeving wanen.
Geluidsbron
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
Natrilvertraging
60
Natril-tijd
DSP parameters
REV. LEVEL (Natril-niveau)
Instelbereik 0 – 100 %
Functie ................ Deze parameter regelt het volume van de natrillingen.
Beschrijving ........ Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen.
Niveau
Geluidsbron
Natril-niveau
Tijd
CT. DELAY (Midden vertraging)
Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
LS. DELAY (Linker surround vertraging)
Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
RC. DELAY (Midden achter vertraging)
Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
RS. DELAY (Rechter surround vertraging)
Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
FL. DELAY (Links voor vertraging)
Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
FR. DELAY (Rechts voor vertraging)
Instelbereik 0 – 50 ms.
Functie ................ Deze parameters stellen de vertraging in voor de geluidsweergave van elk kanaal in de 8 kanaals stereofunctie.
Terugzetten op de fabrieksinstelling
■ Terugzetten van een parameter op de fabrieksinstelling
Selecteer de parameter die terug wilt zetten op de fabrieksinstelling. Houd vervolgens + of – ingedrukt tot de waarde tijdelijk stopt met
veranderen bij de fabrieksinstelling. (De asterisk bij de naam van de parameter op het scherm van de monitor zal verdwijnen.)
■ Terugzetten van alle parameters op de fabrieksinstelling
Gebruik het instelmenu om alle waarden van alle parameters van alle DSP programma’s binnen de geselecteerde groep terug te zetten op
de fabrieksinstelling. Deze handeling zet alle waarden van alle parameters van alle DSP programma’s in de geselecteerde groep in een
keer terug op de fabrieksinstelling.
Opmerkingen:
• Wanneer de aanduiding “MEMORY GUARD!” (geheugen vergrendeling) op het sscherm verschijnt, kunt u geen waarden van parameters wijzigen.
Schakel de vergrendeling van het geheugen uit via het instelmenu (SET MENU).
61
Nederlands
• De beschikbare parameters voor sommige programma’s staan mogelijk op meer dan een pagina van het in-beeld display op het scherm van de monitor.
Om door deze pagina’s te bladeren, dient u op g of h te drukken.
Aanhangsel
Aanhangsel
62
Oplossen van problemen
63
Technische gegevens
66
Oplossen van problemen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem waar u mee te maken heeft niet
hieronder vermeld staat of als de geboden oplossing niet werkt, dient u de stroom uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te halen en
contact op te nemen met uw dealer of de dichtst bijzijnde Yamaha Audioproducten Service afdeling.
Als dit toestel is blootgesteld aan sterke externe elektrische schokken (zoals een blikseminslag of grote ontlading van statische elektriciteit),
of als u fouten maakt bij de bediening van het toestel, kan het voorkomen dat het toestel niet meer naar behoren kan functioneren. In
dergelijke gevallen dient u de stroom uit te schakelen, de stekker uit het stopcontact te halen en deze na 30 seconden weer terug te doen,
waarna vervolgens de mislukte handeling opnieuw dient te proberen.
Algemeen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Wat te doen
De stekker zit niet of niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
De Impedantie keuzeschakelaar (IMPEDANCE
SELECTOR) op het achterpaneel staat niet in
de juiste stand.
Zet de schakelaar helemaal naar een kant
(afhankelijk van uw luidsprekers) terwijl het toestel
in de standby-stand staat.
De beveiligingsschakeling is in werking
getreden.
Controleer of alle luidspreker-draden goed zijn
aangesloten zowel op dit toestel als op de
luidsprekers en dat de draden geen contact maken
met iets anders dan de bijbehorende aansluiting.
Brom
Er is een gebrekkige kabel-aansluiting.
Sluit de audiostekkers goed aan. Als dit het probleem
niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
De draaitafel is niet aangesloten op de GND
(aarde) aansluiting.
Sluit de aardingsdraad van uw draaitafel aan op de
GND (aarde) aansluiting van dit toestel.
Het volume staat te laag.
Verhoog het volume.
Gebrekkige of onjuiste in- of
uitgangsaansluitingen.
Sluit de component op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
Onjuiste signaalbron.
Selecteer de juiste signaalbron met de INPUT
keuzetoetsen.
Het toestel staat in de DTS ingangsfunctie.
Druk op INPUT MODE om een andere
ingangsfunctie te kiezen.
Er komen digitale signalen anders dan PCM
audio, Dolby Digital of DTS gecodeerde
signalen binnen van een CD-ROM o.i.d.
Geef signalen weer die door dit toestel
gereproduceerd kunnen worden.
Geen beeld
De signaalbron is op dit toestel aangesloten met
een S videokabel, maar er is geen
S video aansluiting tussen dit toestel en uw
video monitor.
Sluit de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
van dit toestel aan op de S video ingangsaansluiting
van de TV of maak de S videokabel van de
signaalbron los.
Geen geluid aan een kant.
Er is een gebrekkige kabel-aansluiting.
Sluit alle kabels goed aan. Als dit het probleem niet
oplost, is het mogelijk dat de snoeren defect zijn.
Het volume verandert niet veel
wanneer u dit met VOLUME
probeert te regelen.
MUTE staat aan.
Zet het VOLUME op de minimum instelling, druk
op MUTE om de weergave te hervatten en stel
vervolgens het gewenste volume weer in.
De component die is aangesloten op de
MD/TAPE OUT of CD-R OUT aansluitingen
van dit toestel staat uit.
Schakel de component in.
De beveiligingsschakeling is in werking
getreden vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de IMPEDANCE SELECTOR
schakelaar in de juiste stand staat en zet het toestel
vervolgens weer aan.
Geen geluid of geen beeld
Het geluid valt plotseling weg.
Nederlands
Het toestel gaat niet aan
wanneer u op STANDBY/ON
drukt, of het toestel keert
plotseling terug in de standbystand direct nadat u de stroom
hebt ingeschakeld.
Controleer of de luidspreker-draden elkaar niet
raken en zet het toestel vervolgens weer aan.
De slaaptimer is in werking getreden.
Annuleren de slaaptimer.
De geluidsweergave is uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op andere bedieningstoetsen van dit toestel
om de geluidsweergave te herstellen en stel het volume in.
Er komt geen geluid uit de
effect-luidsprekers.
De effecten zijn uitgeschakeld.
Druk op EFFECT om de effectgeluiden in te schakelen.
Er wordt een Dolby Surround of DTS decoderend
geluidsveldprogramma gebruikt op materiaal dat
niet Dolby Surround of DTS gecodeerd is.
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Geen in-beeld display op de
video monitor.
DISPLAY OFF staat ingesteld.
Stel “Full Display” of “Short Display” in.
BLUE BACK staat uit (OFF) via het DISPLAY SET menu.
Stel “AUTO” in.
63
Oplossen van problemen
Probleem
Er komt geen geluid uit de vooreffect-luidsprekers.
Er komt geen geluid uit de
midden-luidspreker.
Er komt geen geluid uit de
achter-effect-luidsprekers.
Er komt geen geluid uit de
subwoofer.
Mogelijke oorzaak
Wat te doen
PRO LOGIC/Normal, DOLBY DIGITAL/
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Normal of DTS DIGITAL SUR./Normal of DSP
programma 12 is geselecteerd.
Het niveau voor het voor effect kanaal staat op
de minimum instelling.
Stel het volumeniveau van de voor-effectluidsprekers in.
Het onderdeel 1F. FRNT EFCT van het instelmenu
(SET MENU) staat op “NONE” (geen).
Kies “YES”.
Het onderdeel 1A. CENTER SP van het instelmenu
(SET MENU) staat op “NONE” (geen).
Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker.
Een van de Hi-Fi DSP geluidsveldprogramma’s
(1 t/m 7 (behalve “Game”)) wordt gekozen.
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Het Dolby Digital of DTS ingangssignaal bevat
geen midden-kanaal.
Raadpleeg de handleiding van de op dit moment
weergegeven signaalbron.
Het volume voor de linker en rechter achterluidsprekers is op het minimum ingesteld.
Verhoog de niveaus van de linker en rechter achterluidsprekers.
Er wordt een mono signaalbron afgespeeld met
geluidsveldprogramma 12.
Selecteer een ander geluidsveldprogramma.
Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het
instelmenu (SET MENU) staat op “MAIN”
(hoofd) terwijl er Dolby Digital of DTS
gecodeerd materiaal wordt weergegeven.
Kies “SWFR” of “BOTH”.
Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het
Kies “BOTH”.
instelmenu (SET MENU) staat op “SWFR”
(subwoofer) of “MAIN” (hoofd) terwijl er
2-kanaals gecodeerd materiaal wordt weergegeven.
Slechte weergave van de lage
tonen.
Het onderdeel 1E. LFE/BASS OUT van het
instelmenu (SET MENU) staat op “SWFR”
(subwoofer) of “BOTH” (allebei) terwijl uw
systeem geen subwoofer bevat.
Kies “MAIN”.
Aanhangsel
De selectie van de uitgangsfunctie voor de
Selecteer de juiste uitgangsfunctie voor elk kanaal
(Hoofd, Midden of Achter-) kanalen via het
aan de hand van de afmetingen van de luidsprekers
instelmenu (SET MENU) komt niet overeen met in uw opstelling.
uw luidspreker-opstelling.
64
Het volumeniveau kan niet
worden verhoogd, of de
weergave is vervormd.
De component die is aangesloten op de REC
OUT aansluitingen van dit toestel staat uit.
Schakel de component in.
DSP parameters en sommige
andere instellingen van dit
toestel kunnen niet worden
gewijzigd.
Het onderdeel 15. MEMORY GUARD van het
instelmenu (SET MENU) staat “ON” (aan).
Kies “OFF”.
Het toestel functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is op tilt geslagen door een
externe elektrische schok (zoals een blikseminslag of
grote ontlading van statische elektriciteit) of door een
ontoereikend voltage van de stroombron.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe deze weer
terug na ongeveer een minuut.
Er kan niet worden opgenomen
van een signaalbron door een
cassettedeck of videorecorder
die is aangesloten op dit toestel.
De signaalbron is alleen met digitale
aansluitingen op dit aangesloten.
Maak aanvullende analoge aansluitingen.
De aanduiding “CHECK SP
WIRES!” verschijnt op het display.
De luidspreker-snoeren maken kortsluiting.
Controleer of alle snoeren goed zijn aangesloten.
Er wordt storing ondervonden
van een TV of tuner in de buurt.
Dit toestel staat te dicht bij de component in kwestie. Zet dit toestel verder bij de component in kwestie
vandaan.
U merkt dat de weergave via een
hoofdtelefoon die direct
aangesloten wordt op een CDspeler of cassettedeck slechter is
dan voor u deze apparatuur
aansloot op dit toestel.
Dit toestel staat uit.
Zet dit toestel aan.
De aanduiding “INPUT DATA
ERROR” verschijnt op het
display en er wordt geen geluid
weergegeven.
Er wordt een niet standaard herkend bronsignaal
weergegeven, of de component die het
bronsignaal produceert werkt niet naar behoren.
Controleer de signaalbron of zet de signaalbron uit
en dan weer aan.
Oplossen van problemen
Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening doet het
niet.
De afstandsbediening
functioneert niet naar behoren.
De afstandsbediening kan geen
nieuwe functies “leren”. (De
TRANSMIT indicator licht niet
op of knippert niet.)
Continue functies zoals de
volume-instelling worden wel
geleerd, maar werken slechts
een ogenblik en stoppen dan.
Mogelijke oorzaak
Wat te doen
De batterijen zijn leeg.
Vervang de batterijen door nieuwe en druk RESET
in het batterijvakje in.
De interne microcomputer is “vastgelopen”.
Druk RESET in het batterijvakje in.
Te ver weg of te scherpe hoek.
De afstandsbediening werkt binnen een maximum
bereik van 6 m, onder een hoek van niet meer dan
30 graden afwijkend van loodrecht op het
voorpaneel.
Er valt direct zonlicht of sterke verlichting
(zoals van een TL lamp) op de infraroodsensor
van het hoofdtoestel.
Verplaats dit toestel.
De interne microcomputer is “vastgelopen”.
Druk RESET in het batterijvakje in.
De batterijen van deze afstandsbediening en/of
van de andere afstandsbediening zijn te zwak.
Vervang de batterijen (en druk RESET in het
batterijvakje in).
De twee afstandsbedieningen liggen te ver uit
elkaar of juist te dicht bij elkaar.
Gebruik de afstandsbediening op de juiste afstand.
De signaalcodering of modulatie van de andere
afstandsbediening is niet geschikt voor deze
afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol.
Verder leren is niet mogelijk zonder eerst onnodige
functies te wissen.
De interne microcomputer is “vastgelopen”.
Druk RESET in het batterijvakje in.
Het leerproces is nog niet afgesloten.
Let er op dat u de functietoets op de andere
afstandsbediening ingedrukt moet blijven houden
totdat TRANSMIT langzaam gaat knipperen.
Nederlands
65
Technische gegevens
Audio gedeelte
Video gedeelte
Minimum RMS uitgangsvermogen
20 Hz t/m 20 kHz, 0,02 % THV, 8 Ohm
Hoofd L/R, Midden, Achter L/R, Achter-midden .......... 100 W
1 kHz, 0,05 % THV
Voor L/R ........................................................................... 25 W
Videosignaal-type ........................................................................ PAL
[Algemene modellen en modellen voor China] ......... NTSC/PAL
<Algemene modellen en modellen voor China>
Maximum vermogen (EIAJ)
1 kHz, 10% THD, 8 Ohm
Hoofd L/R, Midden, Achter L/R, Achter-midden .......... 135 W
Voor L/R ........................................................................... 35 W
DIN Standaard uitgangsvermogen
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ohm, Hoofd L/R ............................... 160 W
IEC uitgangsvermogen
1 kHz, 0,015 % THV, 8 Ohm, Hoofd L/R .......................... 115 W
Dynamisch uitgangsvermogen (IHF)
8/6/4/2 Ohm, Hoofd L/R ............................... 140/170/220/320 W
Dempingsfactor
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ohm, Hoofd L/R ....................... 200 of meer
Vermogensbandbreedte
50 W, 0,08 % THV, 8 Ohm, Hoofd L/R ........... 10 Hz t/m 50 kHz
Frequentierespons
CD naar Hoofd L/R ............................. 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
Totale Harmonische Vervorming
20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ohm, Hoofd L/R ................... 0,015%
Signaal-ruis verhouding (IHF-A Netwerk)
CD (ingang kortgesloten 250 mV) naar Hoofd L/R, Effect uit .... 100 dB
PHONO (ingang kortgesloten 5 mV) naar Hoofd L/R, Effect uit ... 86 dB
Residuele ruis (IHF-A Netwerk)
Hoofd L/R ......................................................... 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 k getermineerd) naar Hoofd L/R ................. 60 dB/45 dB
Toonregeling (Hoofd L/R)
BASS versterking/verzwakking .............................. ±10 dB/50 Hz
TREBLE versterking/verzwakking ....................... ±10 dB/20 kHz
Bass extensie ............................................................. +6 dB/60 Hz
Uitgangsvermogen hoofdtelefoon ......................... 150 mV/100 Ohm
Ingangsgevoeligheid
CD etc. .............................................................. 150 mV/47 kOhm
Phono ................................................................. 2,5 mV/47 kOhm
Main In .................................................................... 1 V/47 kOhm
Aanhangsel
Uitgangsniveau
REC OUT ........................................................... 150 mV/1 kOhm
PRE OUT ............................................................... 1 V/1,2 kOhm
SUB WOOFER ...................................................... 4 V/1,2 kOhm
66
Composiet videosignaal-niveau ................................. 1 Vp-p/75 Ohm
S-Videosignaal-niveau
Y ........................................................................... 1 Vp-p/75 Ohm
C .................................................................... 0,286 Vp-p/75 Ohm
Component videosignaal-niveau
Y ........................................................................... 1 Vp-p/75 Ohm
PB/CB, PR/CR .................................................................................. 0,7 Vp-p/75 Ohm
Signaal-ruis verhouding ............................................................. 50 dB
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet, S-Video ............................... 5 Hz t/m 10 MHz –3 dB
Component ................................................ DC t/m 30 MHz –3 dB
Algemeen
Stroomvoorziening
[Modellen voor Europa en Groot-Brittannië] .... 230V wisselstroom/50 Hz
[Algemene modellen en modellen voor China]
................................. 110/120/220/240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik ......................................................................... 480 W
Standby-stand ....................................................................... 1,2 W
Netstroom-aansluitingen (totaal 100 W max.) ............ 3 (geschakeld)
[Modellen voor Groot-Brittannië] .......................... 1 (geschakeld)
Afmetingen (b x h x d) ...................................... 449 x 191 x 468 mm
Gewicht ..................................................................................... 22 kg
Toebehoren ........................................................... Afstandsbediening
Batterijen
Snelle referentiegids
Stickers zijpaneel
[Modellen voor Europa] ............................................. Netsnoer
* Technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
gewijzigd worden.