5019 100 33030
NL
D E
F
P
I
GB
GR
Deze koelkast/vriesvak wordt in werking gesteld door de thermostaatgroep in het koelvak te bedienen. Ook
de temperatuurregeling in zowel het koelvak als het vriesvak wordt bewerkstelligd via dezelfde thermostaat.
Bedieningen voor de instelling van het Koelvak/vriesvak
A.
Thermostaatknop
B.
Lichtknop
C.
Lampekapje
D.
Referentieteken thermostaatstand
E.
Lampje (max 15 W)
Thermostaat op z: koeling en verlichting van het koelvak zijn uitgeschakeld
Thermostaat op
1-3 koudere omgevingstemperatuur (10-17°C)
Thermostaat op
3-5 gemiddelde omgevingstemperatuur (18-31°C)
Thermostaat op
2-4 warmere omgevingstemperatuur (32-38°C)
Wij adviseren u de temperatuur in te stellen op de stand 3.
De koelkast kan functioneren bij omgevingstemperaturen tussen +10°C en +38°C. Optimale prestaties
worden verkregen bij temperaturen tussen +16°C en +38°C.
Opmerking:
De luchttemperatuur van de omgeving, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de
plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast.
De thermostaatstand dient op grond van deze factoren te worden aangepast.
Verwijdering lampekapje
1 - Pak het kapje vast zoals op de afbeelding en duw ertegen.
2 - Duw het kapje naar de achterwand van de koelkast.
schstat-nl.fm5 Page 2 Monday, December 14, 1998 10:48 AM