5019 501 10080
Programma’s met voorwas duren ongeveer 15 min. langer. De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn vastgesteld
in genormaliseerde omstandigheden in overeenstemming met de norm IEC/EN 60 456. Bij huishoudelijk gebruik kan het
verbruik afwijken van de in de tabel vermelde waarden op grond van de waterdruk, de temperatuur van het
toegevoerde water, de belading en het type wasgoed.
Voeg wasmiddel toe zoals beschreven in het
hoofdstuk “Wasmiddel en
nabehandelingsproducten” in de gebruiksaanwijzing.
1. Draai de kraan open.
2. Zet de
programmaknop
op het gewenste
programma.
3. Stel de
temperatuurknop
in op de gewenste
temperatuur.
4. Er kunnen
extra functies
worden
geselecteerd.
5. Controleer of de deur goed gesloten is en
schakel de wasmachine in door op de knop
“AAN/UIT”
te drukken.
Knop “Verlagen centrifugeersnelheid”
• Verlaagt de vooraf ingestelde automatische
maximumcentrifugeersnelheid.
Bij sommige programma’s is de maximale
eindcentrifugeersnelheid verlaagd om uw
wasgoed te beschermen. Instelling van een
hogere centrifugeersnelheid is niet mogelijk.
Knop “Spoelstop”
• Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om
kreukvorming en verkleuring te voorkomen.
• Deze functie is met name geschikt voor het
programma “Synthetisch” of “Fijne was”.
• Deze functie is met name nuttig als u het
centrifugeren wilt uitstellen tot een later tijdstip
of als u alleen wilt pompen.
De extra functie “Spoelstop” beëindigen:
• Druk nogmaals op de knop “Spoelstop”; het
programma wordt automatisch beëindigd met
de centrifugeercyclus van het ingestelde
wasprogramma.
Als u de stukken niet wilt centrifugeren, zet u de
programmaknop op het programma “Afpompen”.
VERBRUIKSGEGEVENS
Programma
Thermostaatknop
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Programmaduur
(uren:minuten)
Katoen 95 5,0 49 1,90 2:00
Katoen 60 5,0 44 0,95 2:20
Katoen 40 4,5 44 0,60 2:05
Synthetisch 60 2,5 55 0,80 1:30
Synthetisch 40 2,5 55 0,60 1:20
Fijne was 40 1,5 60 0,60 0:45
Wol 40 1,0 60 0,45 0:40
Zijde 30 1,0 45 0,30 0:40
WASMIDDEL TOEVOEGEN, DE DEUR
SLUITEN EN HET PROGRAMMA KIEZEN
EXTRA FUNCTIES SELECTEREN
Een ander programma selecteren wanneer er al een
cyclus is begonnen:
1. Zet de machine uit door op de “
AAN/UIT
”-
toets te drukken.
2. Stel een nieuw programma in.
3. Start het programma door op de knop
“
AAN/UIT
” te drukken.
1. Aan het einde van het programma gaat de
programmaknop naar de stoppositie.
2. Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld
(ongeveer 1 minuut) om het wasgoed uit de
machine te halen.
3. Zet de wasmachine uit, open de deur en haal
het wasgoed eruit.
4. Draai de kraan dicht en laat de deur half open
zodat de trommel kan drogen.
•
WATERNIVEAU
Dit is mogelijk niet zichtbaar aangezien de
cyclus geoptimaliseerd is voor minimaal
waterverbruik zonder de wasresultaten te
verminderen.
•
VERLAGING VAN DE
CENTRIFUGEERSNELHEID
De centrifugeersnelheid kan automatisch
worden verlaagd of zelfs worden uitgeschakeld
bij kleine beladingen met sterk absorberende
artikelen (bijvoorbeeld badjassen en
badmatten).
Hiermee wordt voorkomen dat kleding en de
wasmachine beschadigd worden en worden
overmatige trillingen en het daaruit
voortvloeiende lawaai van de machine als
gevolg van onevenwichtige belading
voorkomen: bij hogere centrifugeersnelheden
neemt het geluidsniveau toe.
•
MOTORGELUID
Het geluid van de nieuwe, elektronisch
gestuurde motor is niet gelijk aan het geluid
van uw oude wasmachine. Schrik daar niet van
- moderne technologie heeft een modern
geluid.
•
HET FILTER SCHOONMAKEN
Om ervoor te zorgen dat de pomp perfect
werkt, moet u het filter regelmatig
controleren en zo nodig schoonmaken.
PROGRAMMA WIJZIGEN
EINDE PROGRAMMA
OPMERKINGEN EN GEBRUIKSINDICATIES