Code No.: DE68-02098A
24V DC
MAGNETRON
Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
DE6612 / DE6612-D /
DE6612S / DE6612S-D
Veiligheid......................................................................2
Belangrijke veiligheidsinformatie............................................3
Algemene veiligheidseisen.....................................................3
Installatie-eisen voor de magnetron..........................4
Eisen.......................................................................................4
Onderdelen.............................................................................4
Benodigde onderdelen bij installatie.......................................4
Installatie.................................................................................4
Veiligheidseisen bij installatie:................................................5
Elektrische bedrading.............................................................5
Accu........................................................................................5
De stroomkabels op de magnetron aansluiten.......................6
Gebruik van de accu voor een juiste werking van de
magnetron...............................................................................6
Uw nieuwe magnetron ................................................6
Onderdelen controleren..........................................................6
Fijn dat u Samsung hebt gekozen..........................................6
Magnetron in gebruik nemen..................................................7
Bedieningspaneel ..................................................................7
Gebruik .........................................................................8
Bereidingstijd instellen...........................................................8
Vermogenstanden..................................................................8
De Annuleren ( ) toets .......................................................8
De Start ( ) +30 s toets......................................................9
Foutcodes...............................................................................9
Kooktips..................................................................................9
Instructies voor het bereiden van gerechten..........10
Kookgerei..............................................................................10
Keukengerei uitproberen ......................................................10
Technieken bij het bereiden van gerechten in de
magnetron.............................................................................10
Algemene tips.......................................................................11
Appendix ....................................................................11
Problemen oplossen.............................................................11
Onderhoud en reiniging........................................................12
Specificaties...............................................................12
kUGGwGXGG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
2
NL
Veiligheid
VOORZORGSMAATREGELEN
OM BLOOTSTELLING AAN
MICROGOLVEN TE VOORKO-
MEN
(a) Wanneer de volgende veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen,
kunnen personen en voorwerpen worden blootgesteld aan schadelijke
microgolven.
(b) Zorg dat er geen voorwerpen tussen de deur van de magnetron kunnen komen en
houd de sluitingsoppervlakken vrij van verontreinigingen, voedselresten en
achtergebleven schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor een vochtige doek en droog
na met een zachte, droge doek.
(c) Zorg dat er geen voorwerpen tussen de deur van de magnetron kunnen komen en
houd de sluitoppervlakken vrij van verontreinigingen, voedselresten en
achtergebleven schoonmaakmiddel. Gebruik hiervoor een vochtige doek en droog
na met een zachte, droge doek.
1)
Deur (verbogen of gedeukt)
2)
Scharnieren (los of defect)
3) Deursluitingen en sluitoppervlakken.
(d) De magnetron mag uitsluitend worden afgeregeld of gerepareerd door een
deskundige magnetrontechnicus die is opgeleid door de fabrikant.
WAARSCHUWING
Houd u bij het gebruik van uw magnetron altijd aan deze voorzorgsmaatregelen.
Probeert nooit om de magnetron zelf te repareren. Het voltage binnenin de
magnetron is gevaarlijk. Moet de magnetron gerepareerd worden, neem dan
contact op met Samsung voor het dichtstbijzijnde geautoriseerde service center.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de basis
voorzorgsmaatregelen in acht nemen, inclusief de volgende:
WAARSCHUWING
Om het risico van brandwonden, elektrische schokken, brand, persoonlijk
letsel of blootstelling aan microgolven zo klein mogelijk te houden, moet u:
• Alle veiligheidsinformatie aandachtig doorlezen voordat u de magnetron in
gebruik neemt.
• De elders in de gebruiksaanwijzing genoemde “Voorzorgsmaatregelen om
blootstelling aan microgolven te voorkomen” aandachtig doorlezen en
opvolgen.
• De magnetron alleen overeenkomstig de geleverde installatie aanwijzingen
installeren of plaatsen.
• Sommige producten, zoals hele eieren en voedsel in afgesloten verpakking,
kunnen uit elkaar spatten wanneer ze in de magnetron opgewarmd worden.
• Gebruik de magnetron alleen waarvoor hij bedoeld is en zoals het in deze
gebruiksaanwijzing beschreven is. Verwarm met de magnetron geen bijtende
chemische stoffen of gassen. Dit type magnetron is speciaal ontwikkeld voor
het opwarmen, koken of drogen van voedsel. De magnetron is niet geschikt
voor industrieel gebruik of gebruik in een laboratorium.
• BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
* Kijk regelmatig in de magnetron tijdens het bereiden van voedsel dat in
wegwerpverpakking, plastic, papier of ander brandbaar materiaal zit .
•BELANGRIJK
* Laat kleine kinderen NOOIT de magnetron gebruiken of ermee spelen.
Ook mogen kleine kinderen niet zonder toezicht in de buurt van de
magnetron komen, zelfs niet wanneer deze uit staat. Speelgoed en
andere voor kinderen aantrekkelijke dingen mogen niet te dicht bij de
magnetron worden bewaard of verstopt.
• Gebruik de magnetron niet als de stroomkabel beschadigd is, als de
magnetron niet goed werkt of als hij beschadigd of gevallen is.
• De magnetron mag alleen gecontroleerd en gerepareerd worden door een
daartoe opgeleide magnetrontechnicus. Neem hiervoor contact op met het
dichtstbijzijnde geautoriseerde service center.
• Dek nooit de openingen van de magnetron af.
• Sla de magnetron niet buiten op. Gebruik de magnetron niet vlakbij water,
bijvoorbeeld naast de gootsteen, in een vochtige kelder of naast een
zwembad etc.
• Houd de binnenkant van de magnetron goed schoon. Voedselresten en olie of
vetspetters hechten zich vast aan de wanden of bodem van de magnetron.
Hierdoor kan schade ontstaan aan de lak en de magnetron minder goed
functioneren.
• Houd de stroomkabel nooit onder water.
• Houd de stroomkabel uit de buurt van warme oppervlakken.
• Gebruik voor het reinigen van de deur en oppervlakken van de magnetron
altijd een spons of een zachte doek en een mild, niet
-
agressief afwas
- of
schoonmaakmiddel.
• Om het risico op brand te beperken moet u ervoor zorgen dat:
* Het gerecht niet te heet wordt of verbrandt. Wees met name voorzichtig
bij het opwarmen van voedsel dat verpakt is in papier, plastic of ander
brandbaar materiaal.
* Verwijder van tevoren eventuele sluitingen die om het papier of plastic
heen zitten.
* Gebruik de magnetron niet als opslagruimte. Berg er wanneer u de
magnetron niet gebruikt nooit papier, producten van papier, keukengerei
of voedsel in op.
• Verwarm de magnetron nooit voor en zet de magnetron nooit aan wanneer er
geen voedsel in zit.
• Gebruik de magnetron niet zonder glasplaat. Zonder de glasplaat werkt de
magnetron niet goed.
kUGGwGYGG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
3
NL
Veiligheid (vervolg)
Belangrijke veiligheidsinformatie (vervolg)
• Ontdooi in de magnetron geen bevroren dranken (in flessen met een smalle
hals). De fles kan daardoor breken.
• Borden en schalen kunnen in de magnetron erg warm worden. Wees dus
voorzichtig als u deze eruit haalt.
• Wees voorzichtig wanneer u de verpakking, het folie of de sluiting van een
verwarmd gerecht haalt en voorkom dat hete stoom in uw gezicht of op uw
handen komt.
• Zet nooit een ander kooktoestel of verwarmingsapparaat op of onder de
magnetron.
• DOE GEEN
metalen voorwerpen of materialen in de magnetron, zoals:
* Metaalhoudende verpakkingsmaterialen of bakvormen
* Borden of schalen met metaalhoudende sierranden
* Metalen vleespennen, vorken, etc
• WARM het volgende NIET OP in de magnetron:
* Gesloten, luchtdichte of vacuüm verpakkingen, flessen of potten
Voorbeeld: Afgesloten potjes babyvoedsel
* Luchtdicht voedsel
Voorbeeld: Eieren, noten in de schil, tomaten
• Wees bijzonder voorzichtig met het opwarmen van vloeistoffen en
babyvoedsel.
* LAAT deze ALTIJD minstens 20 seconden staan nadat de magnetron is
uitgeschakeld, zodat de warmte zich kan verdelen.
* Roer zo nodig tussendoor af en toe. Roer ALTIJD na het opwarmen.
* Wees na het opwarmen voorzichtig met de verpakking, fles e.d. Als deze
te heet is geworden, kunt u zichzelf branden.
* Het is mogelijk dat voedsel of vloeistoffen buiten de magnetron alsnog
plotseling aan de kook raken en naar buiten spatten.
Om te voorkomen dat vloeistoffen na afloop van het opwarmen aan de
kook raken, met het risico op verbranding, moet u een plastic of glazen
lepeltje of stokje in de vloeistof zetten en deze voor, tijdens en na het
opwarmen voorzichtig omroeren.
* Om overkoken te voorkomen moet u flessen e.d. NOOIT tot de rand
vullen. Gebruik bij voorkeur potjes e.d. die van boven wijder zijn dan van
onderen. Flessen met een smalle hals kunnen bovendien uit elkaar
springen als ze oververhit raken.
* Controleer ALTIJD de temperatuur van babyvoedsel of melk voordat u het
de baby geeft.
* Warm een babyfles NIET op met de speen of dop erop, omdat de fles
anders uit elkaar kan springen.
WAARSCHUWING
Veiligheidseisen: Het niet opvolgen van de veiligheidseisen kan leiden tot
persoonlijk letsel of schade aan het apparaat.
Voorzichtig!
Veiligheidseisen
Het niet opvolgen van de veiligheidseisen kan ertoe leiden dat de magnetron
schade oploopt of niet meer goed werkt.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de magnetron in
gebruik neemt.
Deze gebruiksaanwijzing bevat waardevolle veiligheidsinformatie en
informatie over het onderhoud van de magnetron.
Algemene veiligheidseisen
• Als u de magnetron langere tijd niet zult gebruiken, koppelt u hem los en bergt
u hem op in een koele, goed geventileerde ruimte.
• Als u de magnetron door een ander laat gebruiken of opslaan, vergeet u dan
niet hem of haar ook deze gebruiksaanwijzing te geven.
• Deze magnetron bevat een condensator. Wilt u de magnetron verplaatsen,
dan moet u de accu loskoppelen, 20 seconden wachten, en daarna pas de
kabels loskoppelen.
• Gebruik de magnetron niet als deze niet goed werkt. Koppel in dat geval de
accu los van de magnetron. Daarmee voorkomt u eventueel letsel of schade
aan het apparaat.
• U kunt de magnetron alleen gebruiken voor het opwarmen en koken van
gerechten.
• De magnetron mag alleen gerepareerd worden door een magnetrontechnicus
die speciaal hiervoor is opgeleid door de fabrikant.
• Probeer niet om de magnetron zelf te repareren.
• Houd de magnetron buiten het bereik van kleine kinderen.
• Wilt u de magnetron in een voertuig installeren, laat u hierbij dan assisteren
door een installateur.
kUGGwGZGG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
4
NL
Installatie-eisen voor de magnetron
Eisen
Eisen voor een juiste werking van de magnetron:
• Werkspanning: 24V DC.
• Remspanning: min. 21,5V, max. 29,5V.
• De capaciteit van de batterij moet minimaal 45 Ampere uur zijn bij 24V.
Sluit de magnetron indien mogelijk aan op een extra (tweede) accu.
Onderdelen
Magnetron, draaiplateau, plastic afdekplaatje, installatiesteunen (links/rechts, 6-#5
zelftappende schroeven, 7-#4 schroeven, gebruiksaanwijzing. Een stroomkabel voor
aansluiting van de accu wordt niet standaard meegeleverd.
Benodigde onderdelen bij installatie
Controleer voordat u de magnetron gaat installeren, of u over de volgende onderdelen
beschikt: ,
• 6 zelftappende schroeven #5 (De lengte van de schroeven hangt af van de
installatie-eisen.)
• 7 zelftappende schroeven #4 (paneel buitenkant).
• 2 stroomkabels: een rode en een zwarte (voor de lengte en dikte van de
verbindingskabels, zie pagina 6).
• Kabelklem, kabelband en isolatieband.
• Afhankelijk van de plaats waar u de magnetron installeert, kunt u nog de
volgende gereedschappen nodig hebben:
• Liniaal, krijtje, hamer en een fretboor.
• Boormachine
• Set steeksleutels (ring en vork)
• Tangetje, soldeerbout
• Schroevendraaier
Installatie
installatietips
• Controleer voordat u de magnetron installeert het volgende: De magnetron
moet geplaatst worden op een horizontale, vlakke en stevige ondergrond.
• Plaats de magnetron niet op een vochtige of warme locatie.
• Laat voor ventilatie aan alle zijden een vrije ruimte open van 50mm (Fig.1).
• Houd rekening met het gewicht van de magnetron. Controleer of verstevigen
d.m.v. bijvoorbeeld steunen noodzakelijk is.
• Voor het vaststellen van de plaatsen van de gaten: zie Fig. 2 en volg de
instructies op.
WAARSCHUWING
Installeert u de magnetron in een voertuig, controleer dan eerst of de plaats die u
gekozen hebt veilig genoeg is (ook wanneer plotseling moet worden geremd of bij een
ongeval).
Markeer, voordat u een gat gaat boren, eerst met een hamer en een puntig voorwerp
de locatie.
Maak de randen van de gaten glad en breng wat anti-roest aan.
• Verwijder een van de schroeven waarmee het paneel aan de buitenkant van
de magnetron vast zit (rechts).
• Maak met de 8 schroeven de linker en rechtersteun vast aan het buitenpaneel
(Fig.1).
• Maak met de 6 zelftappende schroeven de steunen vast aan het frame met
voorgeboorde gaten (Ø 4.0~4.2). (Fig.2).
• In Fig.3 ziet u een afbeelding van de magnetron op het frame .
Als de elektrische bedrading niet werkt nadat u de magnetron hebt geplaatst, kijk dan
eerst op pagina 5-6 bij de instructies over “Elektrische bedrading” en installeer de
magnetron daarna pas opnieuw.
Om de magnetron tegen lostrillen te beschermen, moet hij stevig worden vastgezet.
Wilt u de steunen niet gebruiken, bevestig dan 8 schroeven (#4x12) links en rechts op
het buitenpaneel (Fig.4).
magnetron (Fig. 1)
Voorzijde magnetron (Fig. 2)
Steun links
Steun rechts
Magnetron
zelftappend
6 schroeven
6 boorgaten
8 schroeven
Magnetron
kUGGwG[GG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
5
NL
Installatie-eisen voor de magnetron (vervolg)
Veiligheidseisen bij installatie:
Het gebruiksvoltage moet overeenstemmen met het voltage dat vermeld is op de
typeplaatje achterop de magnetron.
WAARSCHUWING
De magnetron is voorzien van een condensator. Als u de magnetron verwijdert of
verplaatst, moet u eerst de accu los maken, 20 seconden wachten en dan pas de
stroomkabels loskoppelen. Maakt u de kabels eerder los, dan kan er kortsluiting
ontstaan (vonken).
Een extra veiligheidszekering aan de positieve (+) zijde van de stroomkabel wordt
aanbevolen. Als de stroomkabel beschadigd raakt of kortsluiting veroorzaakt, kan de
veiligheidszekering niet langer voorkomen dat de magnetron beschadigd raakt
(kabelbrand). De veiligheidszekering moet zo dicht mogelijk bij de batterij geplaatst
worden.
Als de elektrische bedrading niet goed wordt aangesloten, kan er kortsluiting ontstaan
met de volgende gevolgen:
• De stroomkabel kan in brand gaan
• De airbag kan open gaan
• De controller werkt misschien niet meer goed
• Een elektronisch onderdeel van de auto werkt misschien niet meer goed
(alarmlicht, remlicht, claxon, ontsteking, verlichting, etc.).
Om het risico op kortsluiting te beperken, moet u de negatieve pool van de batterij altijd
loskoppelen voordat u veranderingen aanbrengt aan een elektronisch onderdeel van
de auto. Beschikt uw auto over een extra accu, koppel de negatieve (-) accukabel dan
los.
Voorzorgsmaatregelen
Wanneer u de negatieve accukabel loskoppelt, zal alle informatie die in een
geheugen is opgeslagen, verloren gaan.
Afhankelijk van de in uw auto geplaatste apparatuur, moet u bijvoorbeeld de volgende
informatie opnieuw ingeven: Audiowachtwoord, klok, board computer en
tijdschakelaar.
Elektrische bedrading
Stroomkabel aansluiten
• Trek nooit te hard aan de stroomkabel.
• Sluit de magnetron nooit aan op een accu met een ander voltage dan 24V.
• Houd de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven minimum kabeleisen aan.
• Maak de stroomkabel op de juiste wijze vast.
• Zorg dat niemand over de kabel kan vallen.
• Door de stroomkabel op de juiste wijze vast te maken, voorkomt u schade.
• Om vergissingen te voorkomen, adviseren wij u een rode (positieve /+) en een
zwarte (negatieve/-) stroomkabel te gebruiken..
Accu
WAARSCHUWING
• Door een onjuiste verbinding van de stroomkabels (+,- polariteit) kan de
hoofdzekering of de veiligheidszekering in de magnetron doorslaan.
Zorg ervoor dat u de polen + en - correct aansluit.
• Maak de stroomkabel stevig vast.
Zo voorkomt u dat de magnetron niet goed werkt of schade aan de auto ontstaat.
Gebruik bij het aansluiten van de kabel het juiste torsiemoment (30~50kg.cm) Sluit de
magnetron zo mogelijk aan op de gebruiksaccu (een tweede accu). Als u de
magnetron op de startaccu aansluit, kan deze overbelast raken, waardoor de auto
misschien niet meer start.
• Zorg dat de accu over voldoende capaciteit beschikt. De accu moet minimaal
over een capaciteit van 45Ah bij 24V beschikken.
Lengte en dikte accukabel
Een kabel van 3 meter moet minimaal 22mm
2
(4AWG) voor 24V gebruiksvoltage zijn.
Een kabel die langer is dan 3 meter, moet dikker zijn, zodat de spanninsval wordt
beperkt. Een te hoge spanningval kan ertoe leiden dat de magnetron niet goed werkt.
• Als u de magnetron langer dan 10 minuten gebruikt, moet u, om te voorkomen
dat de accu leeg raakt, de motor van de auto 2~3 minuten laten draaien.
kUGGwG\GG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
6
NL
Installatievereisten magnetron (vervolg)
De stroomkabels op de magnetron aansluiten
• Zet de kabelklem voor de verbinding met de accu op de accukabel. Sluit de
kabel nog niet aan op de accu.
• Leg de accukabel vlakbij de magnetron.
• Verwijder de twee moeren op de stroomaansluiting aan de achterzijde van de
magnetron.
• Sluit de metalen ringen aan het eind van de stroomkabel aan op de moeren
van de stroomaansluiting van de magnetron.
• Zorg ervoor dat u de bedrading niet beschadigt.
• Zet de twee metalen ringen vast met de moeren.
• Let erop dat u de positieve kabel (accu+) aansluit op de rode aansluiting
rechts op de magnetron.
• Let erop dat u de negatieve kabel (accu -) aansluit op de zwarte aansluiting
links op de magnetron.
• Sluit de positieve kabel (accu +) eerst op de accu aan. Sluit daarna de
negatieve kabel (accu -) op de accu aan.
• Bij verwijderen van de kabel gaat u in de omgekeerde volgorde te werk.
Gebruik van de accu voor een juiste werking van de
magnetron
De magnetron kan maximaal 30 minuten achterelkaar op de accu werken.
De gebruiksduur is afhankelijk van diverse omstandigheden, zoals de leeftijd van de
accu, het oplaadniveau, de omgevingstemperatuur, etc.
Uw nieuwe magnetron
Onderdelen controleren
Haal de magnetron uit de verpakking en controleer of u alle onderdelen hebt
ontvangen. Ontbreekt er een onderdeel, neem dan zo spoedig mogelijk contact op
met uw leverancier.
Fijn dat u Samsung hebt gekozen
Uw nieuwe magnetron beschikt over de modernste magnetrontechnologie. Deze
magnetron heeft zeer veel mogelijkheden en is eenvoudig in gebruik. De
kwaliteitsnormen van Samsung behoren tot de hoogste van de industrie. Wij zijn er
trots op u een product te kunnen leveren waar u jarenlang plezier van kunt hebben.
Om u ingeval van problemen sneller van dienst te kunnen zijn, adviseren wij u het
serienummer aan de binnenkant of achterzijde van uw Samsung magnetron en de
aankoopdatum in de ruimte hieronder te noteren en uw aankoopbon bij deze
gebruiksaanwijzing te bewaren.
Modelnummer _________________________
Serienummer _________________________
Aankoopdatum _________________________
Leverancier _________________________
+
+
-
(Fig.1)
Rode kabel
Zwarte kabel
Kabeldikte : 22mm
2
(4AWG)
Totale kabellengte: max. 3m.
Accucapaciteit: 24V 45Ah
+
(Fig.2)
Battery+
Battery-
magnetron
glasplaat
geleidingsring
gebruiksaanwijzing
installatieschroeven
(6 zelftappende
schroeven #5)
installatiesteun
(links/rechts)
schroeven
buitenpaneel
(7 schroeven #4)
kUGGwG]GG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
7
NL
Uw nieuwe magnetron (vervolg)
Magnetron in gebruik nemen
1. Zodra u de magnetron van stroom hebt voorzien, ziet u in het display het
volgende:
Zorg voor voldoende ventilatie rondom de magnetron, door aan de achterkant, de
bovenkant en de zijkanten minstens 50 mm ruimte vrij te laten.
2. Maak de magnetron open door de knop links op het bedieningspaneel in te
drukken.
3. Maak de binnenzijde van de magnetron schoon met een vochtige doek.
4. Plaats de geleidingsring in het midden van de magnetron.
Staafje
(houdt de glasplaat op zijn plaats)
5. Plaats de glasplaat op de ring. De drie nokjes in het midden van de glasplaat
passen precies in de uitsparingen op de bodem van de magnetron.
Voorzorgsmaatregelen
• Gebruik de magnetron nooit als de weg erg hobbelt.
• Wij adviseren u de magnetron niet te gebruiken bij hogere snelheid..
• Door goede magnetronbakjes te gebruiken, kunt u morsen tot een minimum
beperken.
Bedieningspaneel
Draaiknop
voor het
instellen van
de tijd
Display
Start
()
+30 s toets
Indrukken om magnetron te starten en
voor iedere 30 sec bereidingstijd.
Drukknop
Toets Annuleren
()
Indrukken om vergissingen te
herstellen
Knop voor het kiezen van
het vermogen
Deurvergrendeling
kUGGwG^GG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
8
NL
Gebruik
Bereidingstijd instellen
Hieronder leest u hoe u een gerecht kunt opwarmen of koken.
Controleer voordat u de magnetron onbeheerd achterlaat altijd de
instellingen.
1. Als de magnetron van stroom wordt voorzien, ziet u in het display: 8888.
2. Ontgrendel de magnetron door de deurvergrendeling naar rechts te houden.
3. Open het deurtje.
De magnetronverlichting gaat aan.
4. Doe het gerecht in een bakje of schaaltje dat geschikt is voor de magnetron,
plaats het in het midden van de magnetron en doe de deur goed dicht. De
verlichting gaat uit.
5. Kies met de knop voor het instellen van het vermogen de juiste
vermogenstand in. (Maximum vermogen: 500W)
In het display ziet u kort de ingestelde vermogenstand. (Bij 500W, )
6. Stel met de draaiknop de bereidingstijd in. Na 3 seconden start de magnetron
automatisch. De verlichting en de ventilator gaan aan. De magnetron begint te
werken. De tijd op het display telt af.
NB
• Wilt u de magnetron direct starten, druk dan op
Start
()
+30s
.
• Als de magnetron aan staat, kunt u de bereidingstijd verhogen door de knop
naar rechts te draaien en verlagen door deze naar links te draaien.
• Ook als de magnetron aan staat kunt u het vermogen veranderen.
• Staat de magnetron aan en heeft u de deur geopend, dan gaat hij niet
automatisch verder als u de deur weer sluit, maar moet u eerst op
Start
()
+30s
drukken.
7. Als de bereidingstijd verstreken is, geeft de magnetron 3 keer een
waarschuwingssignaal en stopt met verwarmen. De verlichting gaat uit.
8. Open de deur en haal het gerecht eruit.
9. Sluit de deur. De verlichting gaat uit.
10. Vergrendel de deur door de deurvergrendeling naar links te duwen.
NB
• De verlichting en alle indicaties in het display worden, om stroom te sparen,
automatisch na 5 minuten uitgeschakeld.
(DE6612S, DE6612S-D: 30 sec.)
• U kunt een bereidingstijd van maximaal 30 minuten instellen.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u de deur vergrendelt door de grendel naar links te
duwen, behalve wanneer de magnetron aan staat.
Belangrijke opmerking
Ter bescherming van zowel de magnetron als het voertuig, is de spanningstoevoer van
de magnetron beperkt.
1. Als de spanning onder 21V komt terwijl de magnetron aan staat, of onder de
1,5V als de magnetron niet werkt, geeft de magnetron 6
waarschuwingssignalen en in het display knippert de melding "Lo" .
2. Als de spanning te laag is geweest, kunt u controleren of deze weer op het
normale niveau is gekomen door op de toets Annuleren te drukken. Als u een
knipperende punt (.) ziet, is de spanning weer normaal en kunt u de
magnetron weer gebruiken.
3. Als de accuspanning terwijl de magnetron aan staat boven 28,5V komt of
boven 29.5V als de magnetron niet werkt, geeft de magnetron
waarschuwingssignalen en knippert in het display de melding "HI" .
4. Na een te hoge boordspanning kunt u door op de toets Annuleren te drukken
controleren of deze weer normaal is. Knippert er een punt (.) in het display,
dan is de spanning weer normaal en kunt u de magnetron weer gebruiken.
Vermogenstanden
U kunt uit de volgende vermogensstanden kiezen:.
NB
• Kiest u een hoger vermogen, dan moet u de bereidingstijd verkorten.
• Kiest u een lager vermogen, dan moet u de bereidingstijd langer maken.
Instellen van de bereidingstijd met de draaiknop.
NB
• U kunt de bereidingstijd ook verlengen door de
draaiknop
naar rechts te
draaien (in stappen van 10 sec.).
De Annuleren ( ) toets
• Om de magnetron te stoppen, instellingen te wissen en het display weer op de
punt (
·
) te zetten, drukt u op de toets
Annuleren
()
.
• Om een instelling te corrigeren, drukt u eenmaal op de toets
Annuleren
()
en daarna kiest u opnieuw een instelling.
Stand Vermogen
HOOG
MIDDELHOOG
MIDDEL
ONTDOOIEN( )
500W
350W
250W
150W
Tijd Verlengingen in stappen van
Tot 1 min.
1 -3 min.
3 -10 min.
10 -20 min.
20 -30 min.
5 sec. / eenheid
10 sec./ eenheid
30 sec. / eenheid
1 min. / eenheid
2 min. / eenheid
kUGGwG_GG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
9
NL
Gebruik (vervolg)
De Start() +30 s toets
Dit is een sneltoets waarmee u door een druk op de knop de magnetron kan
starten. Door deze toets eenmaal in te drukken, verhit de magnetron het gerecht
gedurende 30 seconden.
U kunt de bereidingstijd verlengen door de toets
Start( ) +30 s
tijdens het
opwarmen nogmaals in te drukken. Iedere keer dat u op de toets
Start( ) +30 s
drukt, wordt de bereidingstijd met 30 seconden verlengd tot maximaal 30 minuten.
Net als bij een normale oven kan het gebeuren dat u de bereidingstijd enigszins wilt
wijzigen. Doe dit als volgt:
• Open de deur om te kijken hoe ver het verwarmingsproces gevorderd is.
• Doe de deur weer dicht.
• Verleng zonodig de bereidingstijd.
Staat de magnetron nog niet aan, dan kunt u de bereidingstijd verlengen met behulp
van de draaiknop van de tijd of met de toets
Start( ) +30 s
. Staat de magnetron
aan, dan kunt u de tijd alleen verlengen met de toets
Start( ) +30 s
.
Foutcodes
Het foutsignaal gaat 6 keer af.
Kooktips
Gebruik de in deze tabel genoemde vermogenstanden en tijden als richtlijn bij het
bereiden van gerechten.
Probleem Code Oorzaak/oplossing
Lage spanning Lage accuspanning. Controleer de accu
(minimaal 21,5V).
Hoge spanning Hoge accuspanning. Controleer de accu
(maximaal 29,5V).
Geen reactie EEPROM (intern geheugen IC) foutmelding.
Neem contact op met het service center
Checksum fout
Kortsluiting in
thermistor
Storing in de thermistor sensor.
Neem contact op met het service center.
Thermistor
open
Geen stroom
• Geen stroom of te hoge stroomsterkte.
• Druk op de toets Annuleren ( ) .
• Stel de bereidingstijd in en druk op de toets
Start( )+30s.
achterelkaar “nC” of “oC”).
Te hoge
stroomsterkte
Gerecht Portie Ver-
mogen
Tijd
(min.)
Nagaar-
tijd
(min.)
Instructies
Broodjes
(bevro-
ren)
(ca.50g per
stuk)
2 st.
4 st.
150W
2-2 ½
3-3½
5-10
Leg de broodjes op
keukenpapier in een cirkel in
het midden van het
draaiplateau. Op de helft van
de ontdooitijd keren.
Pizza;
stukken
(gekoeld)
(ca. 100g
per stuk)
1 st.
2 st.
250W
2-2 ½
3½-4
1-2
Leg de stukken pizza naast
elkaar op een stuk
keukenpapier op een bord
(niet keren).
Pasta
(gekoeld)
350g 350W 6-7 2-3
Doe de pasta (bijv. spaghetti
of tortellini) op een lage schaal
of bord. Afdekken met
magnetronfolie. Voordat u het
opdient doorroeren.
Popcorn
100g 500W Ca. 3½ -
Verwijder eventueel de plastic
sluiting en leg de zak met
popcorn in het midden van het
draaiplateau.
Dranken
(koffie,
thee en
water)
250ml
(1mok)
500 ml
(2 mokken)
500W 2-2 ½
3½-4
1-2
Schenk de drank in de
mok(ken) en verhit deze
onafgedekt. Zet de mok in het
midden van het draaiplateau.
Laat de drank tijdens het
nagaren in de magnetron
staan. Goed doorroeren voor
het opdienen.
Kant-en-
klaar
maaltijd
400g 500W 5½-6½ 4
Plaats het bord met de kant-
en-klaarmaaltijd met 2 of 3
gerechten op het draaiplateau.
Na het opwarmen 4 minuten
laten nagaren.
kUGGwG`GG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
10
NL
Instructies voor het bereiden van gerechten
Kookgerei
Gebruik aanbevolen
•
Schalen en borden van glas of keramiek
— Deze kunt u gebruiken voor
het opwarmen of koken van gerechten.
•
Magnetron bruineerschaal —
Deze kunt u gebruik om de buitenkant van
kleine gerechten als karbonade of pannenkoeken te bruinen. Volg de
instructies die u bij de bruineerschaal hebt ontvangen op.
•
Magnetronfolie —
Wordt gebruikt om stoom vast te houden. Laat een smalle
opening open waardoor wat stoom kan ontsnappen en zorg ervoor dat de
opening niet direct tegen het gerecht aan zit.
•
Vetvrij papier —
Deze kunt u als afdekking tegen spetteren gebruiken.
•
Papieren zakdoekjes en servetten —
Deze kunt u kort in de magnetron
gebruiken om het gerecht mee af te dekken en het teveel aan vocht te
absorberen of tegen spetteren. Gebruik geen zakdoekjes van gerecycled
papier. Hierin kan metaal zitten en daardoor vlam vatten.
•
Papieren borden en kommen —
Deze kunt u kort en op een laag vermogen
in de magnetron gebruiken. Gebruik geen borden of kommen van gerecycled
papier. Hierin kan metaal zitten en daardoor vlam vatten.
•
Thermometers —
Gebruik alleen thermometers waarop staat aangegeven
dat deze geschikt zijn voor de magnetron en volg de meegeleverde
aanwijzingen op. Controleer het gerecht op verschillende plaatsen. Normale
thermometers kunt u gebruiken voor gerechten die u uit de magnetron hebt
gehaald.
Beperkt te gebruiken
•
Aluminiumfolie
—
Gebruik alleen smalle strookjes aluminiumfolie om
bepaalde gedeelten van het gerecht te beschermen tegen oververhitting of
aanbranden. Gebruik van teveel folie kan uw magnetron beschadigen. Wees
dus voorzichtig.
•
Keramische producten, porselein en (zwaar) aardwerk
—
Gebruik deze
alleen als er op staat dat het geschikt is voor de magnetron. Staat dit er niet
op, test dan eerst uit of deze geschikt zijn. Gebruik nooit borden met metalen
randen of versieringen.
•
Plastic —
Gebruik alleen plastic waarop vermeld staat dat het geschikt is voor
de magnetron. Ander plastic kan smelten.
•
Stro, vlechtwerk en hout—
Doe dit alleen heel kort in de magnetron, omdat
het risico bestaat dat het vlam vat.
Niet gebruiken
•
Glazen potten en flessen —
Het meeste glas is te dun voor de magnetron en
kan springen.
•
Papieren zakken —
Met uitzondering van popcornzakken die speciaal voor
de magnetron ontworpen zijn, kunnen deze vlam vatten,
•
Styrofoam schalen en koppen —
Deze kunnen smelten en ongezonde
resten op het voedsel achterlaten.
•
Plastic opslag- en voedselbakjes —
Bakjes zoals margarinedoosjes kunnen
in de magnetron smelten.
•
Metalen kookgerei—
Deze kunnen uw magnetron beschadigen. Verwijder
van tevoren alle metalen delen.
Keukengerei uitproberen
Als u niet zeker weet of een bord, schaal of kom geschikt is voor de magnetron, kunt u
dit als volgt uittesten:
1. Vul een glas met water en zet het in de magnetron, naast het bord of de
schaal die u uit wilt testen.
2. Druk 4 keer op Start() +30 s zodat het water in de magnetron 2 minuten
wordt verhit.
Het water moet nu warm aanvullen en het bord c.q. de schaal koud. Als deze toch
warm is geworden, absorbeert het microgolven en is het niet geschikt voor gebruik in
de magnetron.
Technieken bij het bereiden van gerechten in de
magnetron
Roeren
Gerechten als stoofschotel en groenten moet u tijdens het bereiden even doorroeren
om de hitte over het gerecht te verdelen. De buitenkant van een gerecht absorbeert
meer microgolven en wordt sneller warm of gaar dan de binnenkant. U moet dus van
de buiten- naar de binnenkant roeren. Als u de deur opent om te roeren, slaat de
magnetron af.
Op het draaiplateau leggen
Leg voedsel dat niet dezelfde grootte heeft, zoals kopdelen en karbonades, altijd met
de dikkere delen met meer vlees naar buiten gericht op het draaiplateau. Daar vangen
ze namelijk meer microgolven op. Om verbranding te voorkomen kunt u de dunnere
delen van een gerecht beter naar het midden van het draaiplateau richten.
Afschermen
Delen van het gerecht die u wilt beschermen tegen oververhitting of verbranding, zoals
de uiteinden van de vleugels van gevogelte of van kippenpoten of de hoeken van
vierkant gebak, kunt u met smalle strookjes aluminiumfolie afschermen. Om schade
aan uw magnetron te voorkomen, moet u het gebruik van aluminiumfolie tot een
minimum beperken.
Keren
Om alle delen van het gerecht aan de microgolven bloot te stellen, moet u het
gerecht halverwege de bereidingstijd keren.
Nagaren
Gerechten die u in de magnetron opwarmt, bouwen van binnen hitte op. Nadat de
magnetron is gestopt, gaat dit proces nog enkele minuten door. Daarom moet u
gerechten nog enige tijd in de magnetron laten staan, met name gerechten als
braadstuk en hele groenten. Braadstuk heeft wat tijd nodig om ook aan de binnenzijde
gaar te worden, zodat dat de buitenkant te heet wordt of verbrandt. Vloeibare
gerechten, zoals soep, en dranken moet u altijd doorroeren na het opwarmen en even
laten staan voordat u ze opdient. Babyvoeding moet u goed schudden of doorroeren
en de temperatuur controleren voordat u het aan de baby geeft.
kUGGwGXWGGmSGuGYXSGYWWZGGXa\^Gwt
11
NL
Kookinstructies
Water toevoegen
Microgolven worden aangetrokken door watermoleculen. Voedsel met een
ongelijkmatige vochtverdeling kunt u het beste afdekken of zo in de magnetron
plaatsen dat de hitte zich gelijkmatig over het voedsel kan verdelen. Voeg aan een
droog gerecht wat water toe.
Algemene tips
• Het verwarmen van compact voedsel, zoals aardappelen, kost meer tijd dan
het verwarmen van minder compact voedsel. Gerechten met een fijne
samenstelling moeten op een laag vermogen verwarmd worden. Daarmee
voorkomt u dat het taai wordt.
• De hoogte en het type kookgerei dat u gebruikt kan invloed hebben op de
bereidingstijd. Als u een nieuw recept gebruikt, kunt u het beste een lage
bereidingstijd aanhouden en regelmatig controleren om te voorkomen dat het
te heet wordt of verbrandt.
• Voedsel met een niet poreuze schil of buitenkant, zoals aardappelen, eieren
en worstjes , moet u inprikken. Daarmee voorkomt u dat het voedsel uit elkaar
barst.
• Het gebruik van olie en vet bij het bereiden van gerechten wordt afgeraden.
Vet en olie kan plotseling gaan koken en ernstige brandwonden veroorzaken.
• De ene ingrediënt kan sneller heet worden dan de andere. Wanneer u
bijvoorbeeld een stuk appeltaart verwarmt, zal de vulling eerder warm zijn dan
de buitenkant. Door hiermee rekening te houden, kunt u verbranding
voorkomen.
• Het wordt afgeraden om voedsel met behulp van de magnetron in te maken,
omdat niet alle schadelijke bacteriën door het verhittingsproces van de
magnetron vernietigd worden.
• Hoewel het kookgerei zelf niet wordt verhit door de magnetron, wordt de hitte
van het gerecht wel overgebracht op het kookgerei. Gebruik daarom altijd
ovenwanten wanneer u een gerecht uit de magnetron haalt. Als u kinderen
hebt, moet u er beslist voor zorgen dat ze ovenwanten dragen als ze iets uit
de magnetron mogen halen.
Appendix
Problemen oplossen
Voordat u een reparateur laat komen of de servicedienst belt, kunt u aan de hand van
onderstaand lijst nagaan of u het probleem zelf kunt oplossen.
De magnetron werkt niet goed
• Controleer de accuspanning. De werkspanning moet voor de magnetron meer
dan 21,5V en minder dan 29,5V zijn.
• Controleer of de deur goed dicht zit.
• Controleer of de bereidingstijd goed is ingesteld.
• Heeft u de
Start
()
+30 s
ingedrukt? Als de deur nog open staat, sluit u de
deur en drukt u op de toets
Start
()
+30 s
.
• Controleer of de veiligheidszekering op de positieve (+) kabel is aangesloten,
vlakbij de accu.
• Controleer of de kabelklemmen goed op de magnetron zijn aangesloten.
• Door een onjuist gebruik van de magnetron kan deze ermee stoppen en wordt
in het display een foutmeldingcode getoond (zie pagina 9).
Voedsel wordt niet snel genoeg warm
• Controleer of het bakje of de schaal geschikt is voor de magnetron.
• Verwarm niet teveel voedsel tegelijk.
• Misschien is de bereidingstijd te kort ingesteld.
• Misschien is de accuspanning te laag.
U ziet vlammetjes of hoort geknetter
• Verwijder eventueel metalen bestek of keukengerei of metalen strips. Als u
gebruik maakt van aluminiumfolie, moet u dit beperken tot smalle stroken en
minimaal 3 cm tussenruimte laten tussen het folie en de wanden van de
magnetron.
Het draaiplateau maakt geluid of blijft steken
• Maak het draaiplateau, de geleidingsring en de bodem van de magnetron
schoon.
• Controleer of het draaiplateau en de geleidingsring goed geplaatst zijn.
kUGGwGXXGG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
12
NL
Appendix (vervolg)
Onderhoud en reiniging
Volg bij het schoonmaken en onderhoud van uw magnetron onderstaande
instructies op.
• Houd de binnenkant van de magnetron goed schoon. Voedselresten en
gemorste vloeistof kunnen zich aan de wand en bodem hechten, waardoor de
magnetron minder goed werkt.
• Heeft u gemorst, maak het dan direct schoon. Gebruik hiervoor een vochtige
doek en een mild sopje. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.
• Om vastzittende voedselresten los te weken, doet u twee kopjes water
(eventueel met wat druppels citroensap) in een kom en verhit dit ongeveer 4
minuten op maximumvermogen totdat het water kookt. Laat dit een minuut of
twee in de magnetron staan.
• Haal de glasplaat uit de magnetron wanneer u deze van binnen schoonmaakt.
Voorkom dat de glasplaat breekt; ga er zeer voorzichtig mee om en leg hem
niet direct in het water. U kunt de glasplaat in een sopje schoonmaken of in de
vaatwasser.
• Maak de buitenzijde van de magnetron schoon met afwasmiddel en een
vochtige doek. Afdrogen met een zachte doek. Om schade aan belangrijke
onderdelen van de magnetron te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er
geen water in de openingen terechtkomt.
• Maak het raampje in de deur schoon met een mild sopje en water. Gebruik
een zachte doek zodat er geen krassen in komen.
• Eventuele stoom binnenin of aan de buitenzijde van de magnetron kunt u
afvegen met een zachte doek. Stoomvorming kan optreden wanneer de
magnetron in een vochtige omgeving wordt gebruikt. Dit betekent absoluut
niet dat er microgolven uit de magnetron ontsnappen.
• Gebruik de magnetron nooit zonder voedsel erin. De magnetronbuis en de
glasplaat kunnen hierdoor namelijk beschadigd raken. Zet om dit te
voorkomen eventueel een kopje water in de magnetron wanneer u deze niet
gebruikt.
Specificaties
Model DE6612 / DE6612-D / DE6612S / DE6612S-D
Inhoud
17 liter
Werkspanning
24V DC
Remspanning
Min. 21.5V, max 29.5V
Stroomsterkte
31A
Energieverbruik
750W
Frequentie
2.450 MHz
Vermogen
500W (IEC-705)
Hoofdzekering
32V DC, 80A
Afmetingen (BxHxD)
Buitenkant (mm)
Binnenkant (mm)
460(B) X 247(H) X 347(D)
290(B) X 179(H) X 312(D)
Netto/bruto gewicht
circa 8,1/10,1kg .
kUGGwGXYGG~SGuGX`SGYWWZGGYaY\Gwt
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
